EIIATIDEtl - niEUWS
Overdenking
Orleans en Duffel
„Onder de
Oranjevlag"
uit de
Heilige Schrift
2e blad
Vrijdag 7 september 1979
No. 4823
HET
KVENSTER
E.O. JONGERENDAG
1979
Onderzoek baar
moederhalskanker
in Dirksland
Tragfisch gebeuren
'VBBVOLGVEBHAAL
PRIJSUITREIKING
BIJ DE AlVIRO BANK MIODELHARNIS
blik op kerk
en eamenlevino
Modexworden
Wie schrijft moet ook lezen, anders
raakt hij uitgeschreven. En door wat
anderen schrijven komt men soms weer
op een idee. Het kan ook gebeuren dat
men iets van een ander zó raak vindt
dat men het maar gewoon overneemt.
Dat laatste wilde ik vandaag doen. Het
is een stukje dat ik vond in het Her
vormd Weekblad van 30 aug. van de
hand van Ds. C. Jongeboer, die de ru
briek verzorgt „Gehoord - Gezien - Ge
lezen". Hij schrijft deze keer over mo
dewoorden:
„Het zal wel niemand onbekend zijn
dat in het spraakgebruik van de kerk
de mode een hartig woordje meespreekt.
De ouderen zullen zich herinneren hoe
we na de oorlog allerlei woorden te pas
en te onpas gebruikten. In elke verga
dering van de classis was wel een spre
ker die meedeelde ergens „ontzaglijk
blij" mee te wezen. Er was ook altijd
wel iemand die „ergens" wel wat zag
zitten of „een probleem" ontdekte.
Trouwens, we waren ervan overtuigd
in die dagen dat een vergadering niet
geslaagd was als we er niet weer een
probleem bij hadden gekregen. Mis
schien zat hem dat wel in het grenzeloos
optimisme dat we toen hadden om heel
Nederland te bekeren. We organiseer
den daarom ook kerkdiensten „voor
iedereen", alsof niet elke kerkdienst al
tijd en overal voor iedereen bedoeld is...
In die dagen kon tijdens een vergade
ring niemand iets zeggen of er was wel
een ander die „bij de vorige spreker in
haakte", of ook wel „aanhaakte".
Het valt mij altijd op dat dit woord
„inhaken" nog steeds bij sommigen in
zwang is. Ze hebf>en blijkbaar nog niet
door dat iemand die inhaakt nooit zelf
iets beweert, maar slechts op een an
dere wijze zegt wat de spreker vóór hem
reeds gezegd heeft.
We nemen ook veel over van po;liticL
Zo is onder ons ingeburgerd dat we „be
paald" wel of niet blij zijn met iets. Wü
je het wat deftiger doen, dan maak je
er een bijwoord van en je bent „bepaal
delijk" wel of niet blij.
Ook kunnen we „gewoon" iets doen.
Bijvoorbeeld: „Ik ga gewoon naar de
kerk". Dat betekent niet dat je heel ge
woon op je twee benen loopt en niet op
je handen, maar dat je er geen probleem
van maakt. Sommige mensen gebruiken
echter in elke volgende zin dat woordje
weer opnieuw en willen daarmee blijk
baar aantonen dat ze nergens moeite
mee hebben.
Sinds kort is er weer een nieuw
woord bijgekomen. We krijgen thans
„signalen". Het is gemakkelijk te raden
wat men bedoelt. Bijvoorbeeld: men
wil iets gaan ondernemen. Een ander
vraagt of men dat wel doen zal. „Ja", zo
luidt dan het antwoord, „want we krij
gen signalen uit die hoek dat men daar
op zit te wachten". Of: er is in bepaalde
kring een bepaalde nood. Dat wordt wel
niet gezegd door die mensen in nood,
maar er zijn „signalen".
Een mooi woord, vindt u niet? Je
kimt er geheimzinnig mee doen. Iets
voor dominees, die nog iets van de ma
giër in zich hebben, of die bijzonder
scherpzinnig zijn. Ze kunnen met het
woord „signalen" zich een aureool van
meerwaardigheid verschaffen.
En dat is nooit weg!
Tot zover Ds. Jongeboer. Ik heb hem
maar volledig laten uitspreken. Al is
zijn lijst met modewoorden natuxirlijk
lang niet volledig.
Want je kunt, als je iets op het hart
hebt, tegenwoordig „iets kwijt moeten".
WU je het wat deftiger zeggen, dan moet
je iets „ventileren". Geef je er de brui
aan, dan „hoeft het voor jou niet meer".
Zie je er geen gat meer in, dan „zie je
het niet zitten". En zelfs kim je vandaag
de dag met een onderwerp dat nog niet
ailler instemming heeft „een partijtje
stoeien".
Het zijn zomaar een paar modewoor
den en -uitdrukkingen die me te bin
nen schieten. Naar volledigheid streef ik
óók niet. Ik wil het ook niet, want ik
vind dat napraten van elkaar eigenlijk
een stuk verarming van onze taaL
WAARNEMER.
Op zaterdag 29 september organiseert
de Evangelische Omroep voor de vijfde
maal een Jongerendag, ditmaal in de
Brabanthallen in Den Bosch! Het wordt
een dag met een gevarieerd program
ma. Het thema van de dag is: j,Gij zult
Mijn getuigen zijn".
Getuigen zijn!
Iedereen is een getuige.
Getuigen vind je niet 'alleen in de
Bijbel, maar wij hopen ook in de Bra
banthallen te luisteren naar jongeren
en ouderen die getuigen, dat de Here
Jezus een werkelijkheid is in hun leven.
Een van die getuigen is Godfrey Tu-
ryasingura, een 21-jarige Oegandees, die
het schrikbewind van ex-dictator Idi
Amin heeft overleefd. Verder is daar
ook Jan van de Bosch, de bekende pre
sentator van E.O. jongerenprogramma's.
Er is ook veel muziek. De bekende
formatie „The Challengers" zorgt voor
frisse eigentijdse klanken (in het Ne
derlands!). Harry Govers met een spe
ciaal voor deze dag samengesteld or
kest. Ook de eerder genoemde Grodfrey
zal enkele eigen liederen laten horen.
En natuurlijk is er ook veel samenzang.
Kortom: een dag, die je niet mag mis
sen. Hoe je er kunt komen?
Het E.O. comité Goeree-OverflaWiee
heeft besloten bij voldoende deelname
een bus naar Den Bosch te laten rijden.
Je kunt daarvoor opgeven bij:
J. de Keizer, Elzenlaan 22, Middelhamis,
Tel. 01870 - 3620 of bij:
A. Dekker, Nieuweweg 45, Stellendam,
Tel. 01879 - 1323.
Tegelijkertijd dient u de verschuldigde
reisprijs 12,50)'te voldoen op reke-
ningnr. 3613.14.310 bij de Rabobank te
Stellendam t.n.v. E.O. Comité Goeree-
Overflakkee. De maximum deelname is
gesteld op 50 personen, zodat het wel
zaak is, je zo spoedig mogelijk op te ge-
Ven.
GEBREK AAN SPANNING
Waakt dan, want gij weet niet
in welke ure uw Heere komen zal.
Ittatth. 24 vers 42
Als de Heere zegt, dat er twee op
de akker zullen zijn, en twee vrou
wen malen in de molen, waarvan de een
aangenomen wordt, en de andere niet,
dan ligt daar een gedachte in, waarop'
we thans nader de aandacht willen ves
tigen.
Ik bedoel nu niet de scheiding die
bij Jezus' komst openbaar zal worden
tussen aangenomenen en verworpenen
Dit is wel diep-emstig, maar niet min
der ernstig is (en daar lezen we te veel
overheen) de speciale vermelding van
die akker en van die molen. Daar zit
zelfs iets tragisch in.
Het moet ons toch eigenlijk wel ont
roeren, dat Jezus de dag van Zijn we
derkomst moet tekenen als een gewone
werkdag, waarop ieder gewoon met z'n
dagelijks werk bezig is, de een gaat
naar zijn akker, de tweede zwoegt in
de molen, de derde is bezig met zijn
koopmanschap.
Niemand verwacht blijkbaar iets bij
zonders. Het leven gaat z'n gewone
gang, en iedereen wordt er ten volle
door in beslag genomen.
De spanning ontbreekt volkomen.
Dit is allemaal zo teleurstellend, zo
tragisch, omdat het hier gaat om de
grote dag des Heeren, de wederkomst
van Christus, de komst van een Brui
degom, om Zijn bruid af te halen.
Men zou dus eerder verwacht hebben,
dat Jezus die dag vergeleken had, niet
met een werkdag, maar met een feest
dag.
De terugkeer van Jezus betekent im
mers de grootste vreugde, het einde
van alle ellende, zoals de terugkeer der
koningin gepaard ging met de bevrij
ding van tyrannie. Op onze nationale
feestdagen legt ieder zoveel mogelijk
het werk neer. Komen bovendien nog
de koningin of de prins of prinses stad
of dorp bezoeken, dan ziet ieder ge
spannen uit naar de komst van de
koninklijke stoet. Ieder is in feesttooi,
de vlaggen gaan uit, er ligt een glans in
de ogen en de sptinning trUt door de
rijen. Wie denkt er nu vandaag aan
z'n akker of aan z'n molen?
Iets soortgelijks zou men verwachten
bij de komst des Heeren.
Zoals de koninklijke stoet voorafge
gaan wordt door herauten, zo kondigen
de „tekenen der tijden" 's Heeren we
derkomst aan. Het zou dus te verwach
ten zijn, dat de spanning steeg. Het
tegendeel blijkt helaas het geval te
zijn. Als de Bijbel de wederkomst des
Heeren tekent, dan is de entourage op
het schilderij geen jubelende menigte,
maar... een akker met dampende paar
den voor een ploeg en een molen met
zwoegende vrouwen.
Meer niet!
Alles is zo gewoon en vlak.
En het is niet alleen „de wereld",
die in de materie is verstijfd en in de
arbeid is ondergedoken, doch ook uit
de „kerk" is de spanning geweken. En
op die akker en in die molen bevinden
Duivensport
Ook in deze gemeente wordt binnen
kort begonnen met het onderzmek op
baarmoederhalskanker. Dit onderzoek
wordt georganiseerd door de gemeen
telijke geneeskundige en gezondheids
dienst van Rotterdam en zal worden
verricht bij vrouwen van 35 tot 55 jaar.
Zonder persoonlijk gerichte oproep
kaart behoeft men dan ook niet te ver
schijnen daar men dan niet geholpen
kan worden.
Het onderzoek -gaat op afspraak en
duurt slechts enkele minuten.
Bij het pijnloze onderzoek, het uit-
strijkje, wordt door speciaal daarvoor
opgeleide dames wat slijmvlies van de
baarmoedermond gestreken. Dit wordt
later op het laboratorium onderzocht
Men hoopt door dit onderzoek een beter
inzicht te krijgen in het verspreidings
patroon en daarnaast ook de ernstige
gevolgen van deze ziekte te kunnen te
rugdringen. Immers, tijdig ontdekt, is
baarmoederhalskanker zeer goed te be
handelen. Nadat de preparaten zijn be
keken wordt de huisarts schriftelijk op
de hoogte gesteld van de uitslag. De
deelneemster zelf krijgt schriftelijk be
richt van de G.G. en G.D. van Rotter
dam.
De organisatoren verzoeken de be
trokken vrouwen dringend aan de uit
nodiging gehoor te geven. In de eerste
plaats uiteraard terwille van de eigen
gezondheid. In de tweede plaats om de
wetenschappelijke waarde van het on
derzoek zo groot mogelijk te doen zijn.
Gelet op de kosten aan dit onderzoek
verbonden wordt een vrijwillige bij dra-t
ge in deze kosten gevraagd van J 5,
Het onderzoek .wordt gehouden in de
periode van 17 september t.m. 26 sep
tember a.s. en wel in de Groene Kruis-
gebouwen in de volgende doipen:
DIRKSLAND: 17, 18 ën 19 sept. 1979.
MELISSANT: 24 en 25'september 1979.
HERKINGEN: 26 septtenïber 1979.
Steeds meer duivenliefhebbers spelen
hun jonge duiven op verre afstanden.
Al verheffen enkelen hun stemmen er
tegen, deze evolutie is niet tegen te
houden. De tegenstanders worden ook
voortdurend ib het ongelijk gesteld,
want het leger kampioenduiven dat in
hun jeugd Orleans, Chateauroux en
Bourges vloog is niet meer te tellen.
En de ontwikkeling gaat steeds voort.
Op bezoek bij de combinatie Scheffers-
V. d. Linden te Putte, bekende groot
heden van de Z.N.B., hadden het dit
jaar vann Orleans wel zeer curieus
aangepakt. Bij hen vloog een jonge
doffer van Orleans, terwijl van deze
doffer ook een dochter werd ingezet.
Vader en dochter dusin het geboorte
jaar samen in dezelfde wedvlucht. De
meeste jonge duiven van deze combi
natie zijn al aan hun derde broed
bezig. Vlieg daar maar eens tegen op,
als ze met een gehavend verenpak op
het schapje zitten. Mocht u over deze
speelwijze het hoofd schudden, dan ver-
w^ijzen voorgenoemde duivenliefhebbers
naar hun rode stamdoffer, die dit jaar
op zijn achtjarige leeftijd, zowel in
bond, afdeling en vereniging op twaalf
maal zetten nog niet heeft gemist. Ook
deze ongelooflijke klasseduif bracht in
zijn jeugd drie ronden jongen groot.
Volgens liefhebber Scheffers, een Belg
van oorsprong, kennen wij nog maar
weinig van de krachten van een duif.
Hun eerste van Orleans, te 14.37 uur
was een in het begin van het seizoen
zo zwaar aangetast parathyphus-exem-
plaar, dat de vleugels over de grond
sleepten. Wie zegt er dat ze na herstel
waardeloos zijn, Scheffersh-v. d. Linden
bewezen het tegendeeL De enkele dof
fer die ze deze meer risicogevende
vluchten niet meegeven, gaat toch mee
naar de navluchten. Met confrater Her
mans uit „De Duif" zijn ze het eens
dat jonge duiven veel ervaring moeten
opdoen. Tijdens de navluchten is het
vaak goed weer en dan mogen deze toch
al begunstigde jongen nog best een
tocl^tje maken.
Ook het aantal duiven van de Flak-
keese concourscombinatie op de jonge
duiven wedvlucht Orleans sloeg alle
records. 1810 vogels bijeengebracht door
90 liefhebbers, is een prachtig gemid
delde.
De mooiste vlucht van het jaar werd
het voor W. van Huizen te Stellendam.
Zijn jonge „1339487" bleek te 15.13 uur
de snelste van allen. Comb. Polder te
Middelhamis werd de tweede gemelde
en K. Kievit werd nr. 3. Deze liefheb
ber wedijverde met J. C. Roodzant en
Adrie Witte om de meeste prijzen. Het
werden er voor K. Kievit 16 (38 mee),
J. C. Roodzant 23 (43 mee) en Adrie
Witte 17 (51 mee).
In de kop van het klassement vin
den we L. Hoek, J. v. Seters Zn.,
A. de Gans, Ph. Logmans, Gebr. v. d.
Sluijs, J. Molenaar, L. v. d. Baan, D.
Hameete, M. Laur.ens, J. Westdijk, J.
Vis van Heemst en Arend Spuij met
twee stuks. Het concours sluit op 1110
meter per minuut.
De 1908 duiven van de navlucht Duf
fel hebben op de laatste dertig kilo
meter een muur van water te over
winnen gehad. Tot aan de Belgische
grens was het helder of licht bewolkt,
maar daarna moesten ze door goed ge
vulde onweersbuien. Het heeft het
vluchtverloop zodanig beïnvloed, dat de
eerste prijsduif 1238 m. p. m. maakte,
maar het concours sloot pas op 710
m. p. m.
Vroege duiven voor P. de Vogel te
Melissant (nr. 1), H. de Vos, Middel
hamis (nr. 2); K. Kievit, Middelhamis
3, 4, 6, 10 en 17; R. v. Nimwegen 5;
J. Jongejan 7; Comb. Kievit 8 en 9; L.
Arensman 11; Ph. Logmans 12; Arend
Spuij 13; J. Vis v. Heemst 14; A. de
Gans 15; S, du Pree 16 en 18; P. v. d.
Boogert 19 en Gebr. Hakkenbrak 20.
Letten we op het geweldige spel van
K. Kievit te Middelhamis op beide
vluchten, dan is ons nog eens duide
lijk geworden dat „forme" een grote
factor voor succes is. Tegen de formi
dabele vorm die al enige weken op dit
hok heerst zullen zelfs betere duiven
het af moeten leggen. Die „supervorm"
is voor een deel terug te brengen op
de Uitstekende verzorging door de lief
hebber, soms ook te wijten aan niet
te ontdekken omstandigheden. Voor
lopig kan Kievit de drinkpot meegeven,
ze zal prijs vliegen.
BRTJINISSE:
Tijdens de voltrekking van het huwe
lijk van zijn dochter Nelhe Braber met
dhr. J. van der Klooster, kreeg de 71
jarige vader van de bruid, dhr. H. E.
^raber een hartaanval, aan de gevolgen
waarvan hij overleed. Getracht werd
nog door hem per ambulance naar het
Zweedse Roode Kruis Ziekenhuis te
Zierikzee te brengen en onderweg hart
massage toe te passen de levensgeesten
op te wekken en gaande te houden,
doch dit mocht niet meer baten.
Dhr. Braber, begonnen als smid, had
in Bruinisse een ruim gesorteerde zaak
alles wat bij de recreatie te pas komt en
nog veel meer, hij had met vrouw en
zoon juist 14 dagen geleden een geheel
verbouwde andere woning betrokken,
het jonge gezin van der Klooster-Braber
ging boven de winkel wonen.
door li. Penning
Vitgeverg W. M. den Hertog
M!S»0!Si8i0)S«SiS!fiS«ifiS!SïS6iSiSiS!SS!9
38
„Is hier niemand, die mij tot gids
kan dienen? Dan ga ik alleen."
„Weet ge, waar zich de veldmaar
schalk bevindt?" vroeg de luitenant.
„Te Weesp."
De schildwacht had het hem gezegd.
„Mis hij is aan de Geinbrug."
Toen stond de jonge korporaal, die
Andries had ingeschonken, op en zei:
„Indien u mij verlof geeft, luitenant,
dan zal ik de jongen de weg wijzen."
De officier had er niets op tegen.
„Ga je gang maar, op een kwartier
komt het toch niet aan!"
En in zijn goedhartigheid voelde de
officier zelfs enige deernis met die
knaap, die zich uitsloofde voor een
verloren zaak.
De korporaal, die van opschieten hield,
had de oliejas intussen reeds van de
spijker genomen, en de beide jonge
mannen verdwenen in 'de duisternis
van de stormachtige "nacht, de kade
houdend, die dooï de Stortvloed tot sas
en dras was geregend.'
Het hoofd op zij houdend, om wind
en regen beter te kunnen trotseren,
liepen ze stevig door, met lange passen,
nauwelijks een woord met elkander
wisselend. Beneden hen klotste het
grauwe water van een brede wetering,
die buiten haar oevers was getreden;
de lange takken van de wilgen zwiep
ten in de wind, en hoog boven hen
trok een schaar zeemeeuwen heen, met
een luid gekras, voortzeilend op de
vleugelen van de storm.
„Zijt ge hier goed bekend?" vroeg
Andries.
De korporaal lachte.
„Ik zou het wel denken ik ben
een geboren Weespenaar. Veertien da
gen geleden lag ik nog in de IJssellinie;
een prachtige streek, hoor, maar ik
voel me in dit polderland beter thuis,
als we moeten vechten. Zeg, zou er
nog een kans bestaan?"
Andries begreep hem niet.
„Ik bedoel, of het nog niet geheel
verloren zou zijn met het vaderland."
Een stormvlaag sloeg het antwoord
van Andries' lippen weg, en toen her
haalde hij zijn antwoord nog eens met
een kracht, dat het ver over de polder
heen klonk: „Een volk is nooit verlo
ren, zo lang het zich niet voor verlo
ren houdt."
Daar vonkte een straal van stüle,
ingehouden geestdrift op in de ogen
van de korporaaL
„Goed gezegd ik geloof het ook.
Maar alles ging zo snei, en de schrik
is ons in de benen geslagen."
„We krijgen de tijd, om. de schrik
te boven te komen is dat daar de
Geinbrug?"
„Ja maat, waar die twee lantaarns
branden daar is het. Nog een rukje,
en we zijn er als ge er de veld
maarschalk nu maar aantreft!"
Wel mocht de korporaal die wens
uiten Prins Johan Maurits van Nas
sau was twee uren geleden vertrokken,
zoals de wacht mededeelde.
„Waarheen?"
„Naar Weesp natuurlijk," zei de wacht
„Dat is jammer," meende de korpo
raal; „ik had je gaarne verder verge
zeld, maat, maar het zou tegen mijn
order zijn."
„Ik vind het wel," zei Andries: „ik
kan niet meer dolen wel bedankt
voor je vriendelijkheid."
„'t Is voor 't vaderland," antwoordde
de korporaal: „moge je zending slagen!"
Zij gaven elkander de hand, en scheid
den als twee trouwe vrienden dat
dppd de sterke band der vaderlands-
Uefde.
Het begon te dagen in het Oosten.
Droevig rees de morgen op boven de
Hollandse polders, terwijl de wolken,
door de storm gescheurd, als vluchtige
schaduwen laag langs het zwerk voort
joegen.
Nu Andries alleen was, liep hij nog
sneller dan daar straks. Hij keek rechts
noch links maar strak vooruit, totdat
de waUen van Weesp voor hem zicht
baar werden.
De brug was opgehaald en de poort
gesloten. Stil en eenzaam lag daar de
vesting, en slechts het geblaf van een
hond werd gehoord.
Andries riep en schreeuwde zo hard
als hij kon. En toen niemand kwam,
begon hij met stenen, die langs de weg
lagen, de poort te bombarderen, en dat
hielp dan toch. Daar verscheen onder
het twijfelachtige licht van de morgen
in de kleine deur der poort een grijs-
gebaarde sergeant, die met de vuisten
ballend, hem toesnauwde: „Wil jij je
mond wel houden, aterling?"
Toen zette Andries de handen als een
trompet voor de mond, en riep terug:
„De Fransen zijn op komst de Fran
sen!"
Die alarmkreet had een geduchte uit
werking. Het was als een bom, die
midden in een kamp valt; er verza
melden zich een aantal soldaten bij de
poortdeur, en een kleine roeiboot werd
losgemaakt, om de jongen over te ha
len.
Vijf minuten later stond Andries reeds
in het wachthuis bij de poort, ^maar
de eerste ontsteltenis was voorbij, en
zich naast hen die niet aangenomen
worden, ook... de anderen!
Een van de ernstigste „tekenen der
tijden" blijkt dus te zijn, dat schier
niemand meer- 's Heeren komst ver
beidt.
O, ja, er zullen er zijn!
Evenals er tijdens Elia een overblijf
sel was van zevenduizend, en evenals
bij 's Heeren eerste komst er vromen
waren, die de vertroosting Israels ver
wachtten. Zo zijn er in de eindtijd, die
worstelend bidden. Die in de vreselijke
tijd uitzien naar boven en smeken:
Geef 't wüd gediert', dat niets in
woên ontziet
De ziele van Uw tortelduit niet over
Maar dit aantal is verdwijnend
klein. De Zoon des mensen, als Hij
komt, zal Hij ook geloof vinden op de
aarde? Verreweg de meesten zijn moe
geworden, de spanning is gezakt, de
geestelijke energie verlamd, de inte
resse voor de feestzaal is verlegd naar
die van de akker en de molen!
Bij die aliker en die molen heeft
Jezus natuurlijk gedacht aan het le
ven van Zijn tijd. Overgezet in de taal
van onze tijd, betekent dit, dat de trei
nen aankomen en vertrekken als altijd,
dat de fabrieken draaien en de motoren
zwoegen. De kinderen gaan naar school,
moeder is in huis bezig met haar werk
en vader is misschien op reis. Candida-
ten zwoegen voor hun examen... en dan
schrijft God plotseling onder dit alles
het woord: EINDE! Zó gewoon gaat
alles, en tegelijk zó catastrophaal, zoals
er nog nooit een catastrophe in deze
wereld gezien is.
Men zou blijk geven alles wat hier
gezegd is, verkeerd begrepen te hebben,
als de conclusie werd getrokken, dat
wij onze dagelijkse levenshouding moe-
Woensdag 29 augustus j.l. vond in de
Amro Bank aan de Oostdijk 1 te Mid
delhamis de prijsuitreiking plaats van
de kleurwedstrijd die deze bank had ge
organiseerd in het kader van de brade
rie in het Winkelcentrum „Westdijk -
Zandpad".
De wedstrijd had betrekking op een
speciaal voor deze gelegenheid van stal
gehaalde paardetram.
Dat deze kleurwedstrijd tot de ver
beelding sprak van de braderie-bezoe-
kertjes, bleek wel uit het geweldige
aantal inzendingen.
De jury stond derhalve voor een
moeilijke taak, doch zij heeft uiteinde
lijk een negental inzendingen met een
prijs bekroond.
In de leeftijdscategorie t.m. 5 jaar zijn
de prijzen gewonnen door:
Ie prijs Jurgen van Nimwegen
Sommelsdijk
2e prijs Angela Troost, M'hamis
3e prijs Corrie FUkweert, Ouddorp
de sergeant riep met barse stem: „Waar
zijn dein de Fransen? Ik zie er niet t
eentje!"
„Ze zijn te Naarden waar bevindt
zich de veldmaarschalk?" z
„Hier in Weesp." h
„Ik moet hem dadelijk spreken." li
„Waarvoor dan toch?"
„Ik heb een rapport uit te brengen." r
„Gij? Dat zal ik wel doen; wat ver- t
beeld je je wel, knaap?" n
„Als ge 't dan maar dadelijk doet!" g
De veteraan schoot in een luide scha- e
terlach. d
„Wat blief? dadelijk? de veldmaar- Si
schalk ligt op één oor; we moeten nog
enige uren wachten!" h
„Daar is geen tijd om te wachten!" "V
„Houd je mond, of ik laat je achter z
de tralies stoppen!" o
Het bloed begon bij Andries te ko- w
ken. Een gang op leven en dood had hij o
gewaagd, om de veldmaarschalk tijdig z
in kennis te stellen van het grote gevaar, g
en daar stond nu zo'n eigenzinnige, fi
oude soldaat, die met de grootste laat- li
dunkendheid op hem neerzag, en zijn
voornemen dreigde te verijdelen. b
Hij geraakte in de hevigste opwin
ding, maar daardoor werd de zaak niet „i
beter, en de sergeant gaf bevel aan de t
wacht hem te arresteren. Met een ui- o
terste poging rukte hy zich los, en holde h
de straat in. En de hoek omslaande zag z
hij daar boven een groot, statig gebouw
de Nederlandse statenvlag wapperen. ii
n ten verwaarlozen vanwege het gespan
nen uitzien naar de wederkomst des
r Heeren. De zonde schuilt noch in de
r akker, noch in de molen. Maar de zonde
- schuilt in het feit dat de spanning van
het geloof en van de hoop en van de
liefde is weggegleden, en dat er niets
- anders dan die akker en die molen
s is overgebleven,
a Er zijn spanningen genoeg in onze
- tijd. Massa's mensen komen voor alle
e mogelijke dingen in beweging! Duizen-
e den bejubelen de helden van sport en
techniek,
n Spanning? Wij geloven allemaal on-
it omstotelijk aan de wederkomst des
r Heeren, maar verwachten doen we ei-
a genUjk geen van allen meer. Hebt u
ij wel ooit op Hem gewacht, zoals een
e moeder wacht op een brief van haar
e .zoon, die al wekenlang niets van zich
e laat horen?
Kunt u begrijpen, wat een spanning
r er zit in wachten? Wachten is geen
passiviteit, maar de heftigste activiteit.
t Er trilt iets in, er brandt iets in.
De grote dag, de bruiloft des Lams,
1 is nabij. Het staat te komen, vlak voor
- de deur, en er is niemand die bliJ is,
l, en de bergen en de heuvelen mogen
1 vrolijk geschal maken, maar de kinde-
l, ren des koninkrijks zwijgen in alle
i talen, de bomen mogen in de handen
- klappen, maar de opperzangmeesters
1 laten hun stem nauwelijks horen. En
s terwijl zo de „tekenen der tijden" over-
t weldigend op ons aankomen, niet in
s schokkende, maar in de grauwe aUe-
3 daagsheden van malende molens en
geurende akkers, zijn er zowaar nog
r lieden die vragen: Waar blijft de be-
lofte van Zijn toekomst, wij wilden
t wel een teken zien!
L. H.
categorie 6 t.m. 8 jaar:
Ie prijs Robert Jordaan,
Middelhamis
2e prijs Petra Meiaard,
Stad aan 't Haringvliet
3e prijs Hendrik Kieviet,
Stad aan 't Haringvliet
categorie 9 t.m. 12 jaar:
Ie prijs Sandra Lokker,
Herkingen
2e prijs Marcel Westerman,
Middelhamis
3e prijs René Timmer, Stellendam
Tijdens een geanimeerde bijeenkomst
ontvingen de gelukkige prijswinnaars
uit handen van de heer de Waard, van
de Amro Bank hun beloning, een florij-
nenvlootrekening met naar gelang hun,
prijs, een inleg van 70,50,of'
30,—.
Op de foto de heer de Waard temid
den van de glunderende prijswinnaar-
tjes.
Een schildwacht stond voor de deur;
toen begreep hij, dat zich hier de Prins
van Nassau bevond.
Wat moest hij doen? De vervolgers
zaten hem dicht op de hielen, en wendde
hii zich tot de schildwacht, dan zou
hij,wis en zeker worden ingerekend.
Hij nam een wanhopig besluit. Ste
nen hadden hem de toegang verschaft
tot de vesting zij zouden hem ander
maal helpen, om toegang te verkrij
gen tot de Prins. Hij nam een steen,
en wierp hem met kracht door een raam,
dat door geen vensterblinden werd be
schermd.
Het geraas van het rinkelend glas
bracht beweging in het stille gebouw.
Vensters werden opengeschoven; de
zware eikenhouten voordeur werd ge
opend, en een officier van een indruk
wekkend voorkomen trad naar voren,
om daar vlak voor de stoep het vreemde
zonderlinge schouwspel te zien van een
grote, bleke knaap, die een vertwij
felde tegenweer bood aan enige krijgs
lieden van de wacht.
„Halt!" riep hij: „wat heeft dit te
beduiden?"
„Een spitsboef!" riep de sergeant:
„een gevaarlijke jongespitsboef, kapi
tein, die op een moordaanslag zint op
onze veldmaarschalk. Gelukkig, dat we
hem vast hebben nu moge God zijn
ziel genadig zijn!"
„Htj liegt! hij liegt!" riep de jongen
in de hevigste opwinding.