EIIATIDEtl - niEUWS Overdenking Orleans en Duffel „Onder de Oranjevlag" uit de Heilige Schrift 2e blad Vrijdag 7 september 1979 No. 4823 HET KVENSTER E.O. JONGERENDAG 1979 Onderzoek baar moederhalskanker in Dirksland Tragfisch gebeuren 'VBBVOLGVEBHAAL PRIJSUITREIKING BIJ DE AlVIRO BANK MIODELHARNIS blik op kerk en eamenlevino Modexworden Wie schrijft moet ook lezen, anders raakt hij uitgeschreven. En door wat anderen schrijven komt men soms weer op een idee. Het kan ook gebeuren dat men iets van een ander zó raak vindt dat men het maar gewoon overneemt. Dat laatste wilde ik vandaag doen. Het is een stukje dat ik vond in het Her vormd Weekblad van 30 aug. van de hand van Ds. C. Jongeboer, die de ru briek verzorgt „Gehoord - Gezien - Ge lezen". Hij schrijft deze keer over mo dewoorden: „Het zal wel niemand onbekend zijn dat in het spraakgebruik van de kerk de mode een hartig woordje meespreekt. De ouderen zullen zich herinneren hoe we na de oorlog allerlei woorden te pas en te onpas gebruikten. In elke verga dering van de classis was wel een spre ker die meedeelde ergens „ontzaglijk blij" mee te wezen. Er was ook altijd wel iemand die „ergens" wel wat zag zitten of „een probleem" ontdekte. Trouwens, we waren ervan overtuigd in die dagen dat een vergadering niet geslaagd was als we er niet weer een probleem bij hadden gekregen. Mis schien zat hem dat wel in het grenzeloos optimisme dat we toen hadden om heel Nederland te bekeren. We organiseer den daarom ook kerkdiensten „voor iedereen", alsof niet elke kerkdienst al tijd en overal voor iedereen bedoeld is... In die dagen kon tijdens een vergade ring niemand iets zeggen of er was wel een ander die „bij de vorige spreker in haakte", of ook wel „aanhaakte". Het valt mij altijd op dat dit woord „inhaken" nog steeds bij sommigen in zwang is. Ze hebf>en blijkbaar nog niet door dat iemand die inhaakt nooit zelf iets beweert, maar slechts op een an dere wijze zegt wat de spreker vóór hem reeds gezegd heeft. We nemen ook veel over van po;liticL Zo is onder ons ingeburgerd dat we „be paald" wel of niet blij zijn met iets. Wü je het wat deftiger doen, dan maak je er een bijwoord van en je bent „bepaal delijk" wel of niet blij. Ook kunnen we „gewoon" iets doen. Bijvoorbeeld: „Ik ga gewoon naar de kerk". Dat betekent niet dat je heel ge woon op je twee benen loopt en niet op je handen, maar dat je er geen probleem van maakt. Sommige mensen gebruiken echter in elke volgende zin dat woordje weer opnieuw en willen daarmee blijk baar aantonen dat ze nergens moeite mee hebben. Sinds kort is er weer een nieuw woord bijgekomen. We krijgen thans „signalen". Het is gemakkelijk te raden wat men bedoelt. Bijvoorbeeld: men wil iets gaan ondernemen. Een ander vraagt of men dat wel doen zal. „Ja", zo luidt dan het antwoord, „want we krij gen signalen uit die hoek dat men daar op zit te wachten". Of: er is in bepaalde kring een bepaalde nood. Dat wordt wel niet gezegd door die mensen in nood, maar er zijn „signalen". Een mooi woord, vindt u niet? Je kimt er geheimzinnig mee doen. Iets voor dominees, die nog iets van de ma giër in zich hebben, of die bijzonder scherpzinnig zijn. Ze kunnen met het woord „signalen" zich een aureool van meerwaardigheid verschaffen. En dat is nooit weg! Tot zover Ds. Jongeboer. Ik heb hem maar volledig laten uitspreken. Al is zijn lijst met modewoorden natuxirlijk lang niet volledig. Want je kunt, als je iets op het hart hebt, tegenwoordig „iets kwijt moeten". WU je het wat deftiger zeggen, dan moet je iets „ventileren". Geef je er de brui aan, dan „hoeft het voor jou niet meer". Zie je er geen gat meer in, dan „zie je het niet zitten". En zelfs kim je vandaag de dag met een onderwerp dat nog niet ailler instemming heeft „een partijtje stoeien". Het zijn zomaar een paar modewoor den en -uitdrukkingen die me te bin nen schieten. Naar volledigheid streef ik óók niet. Ik wil het ook niet, want ik vind dat napraten van elkaar eigenlijk een stuk verarming van onze taaL WAARNEMER. Op zaterdag 29 september organiseert de Evangelische Omroep voor de vijfde maal een Jongerendag, ditmaal in de Brabanthallen in Den Bosch! Het wordt een dag met een gevarieerd program ma. Het thema van de dag is: j,Gij zult Mijn getuigen zijn". Getuigen zijn! Iedereen is een getuige. Getuigen vind je niet 'alleen in de Bijbel, maar wij hopen ook in de Bra banthallen te luisteren naar jongeren en ouderen die getuigen, dat de Here Jezus een werkelijkheid is in hun leven. Een van die getuigen is Godfrey Tu- ryasingura, een 21-jarige Oegandees, die het schrikbewind van ex-dictator Idi Amin heeft overleefd. Verder is daar ook Jan van de Bosch, de bekende pre sentator van E.O. jongerenprogramma's. Er is ook veel muziek. De bekende formatie „The Challengers" zorgt voor frisse eigentijdse klanken (in het Ne derlands!). Harry Govers met een spe ciaal voor deze dag samengesteld or kest. Ook de eerder genoemde Grodfrey zal enkele eigen liederen laten horen. En natuurlijk is er ook veel samenzang. Kortom: een dag, die je niet mag mis sen. Hoe je er kunt komen? Het E.O. comité Goeree-OverflaWiee heeft besloten bij voldoende deelname een bus naar Den Bosch te laten rijden. Je kunt daarvoor opgeven bij: J. de Keizer, Elzenlaan 22, Middelhamis, Tel. 01870 - 3620 of bij: A. Dekker, Nieuweweg 45, Stellendam, Tel. 01879 - 1323. Tegelijkertijd dient u de verschuldigde reisprijs 12,50)'te voldoen op reke- ningnr. 3613.14.310 bij de Rabobank te Stellendam t.n.v. E.O. Comité Goeree- Overflakkee. De maximum deelname is gesteld op 50 personen, zodat het wel zaak is, je zo spoedig mogelijk op te ge- Ven. GEBREK AAN SPANNING Waakt dan, want gij weet niet in welke ure uw Heere komen zal. Ittatth. 24 vers 42 Als de Heere zegt, dat er twee op de akker zullen zijn, en twee vrou wen malen in de molen, waarvan de een aangenomen wordt, en de andere niet, dan ligt daar een gedachte in, waarop' we thans nader de aandacht willen ves tigen. Ik bedoel nu niet de scheiding die bij Jezus' komst openbaar zal worden tussen aangenomenen en verworpenen Dit is wel diep-emstig, maar niet min der ernstig is (en daar lezen we te veel overheen) de speciale vermelding van die akker en van die molen. Daar zit zelfs iets tragisch in. Het moet ons toch eigenlijk wel ont roeren, dat Jezus de dag van Zijn we derkomst moet tekenen als een gewone werkdag, waarop ieder gewoon met z'n dagelijks werk bezig is, de een gaat naar zijn akker, de tweede zwoegt in de molen, de derde is bezig met zijn koopmanschap. Niemand verwacht blijkbaar iets bij zonders. Het leven gaat z'n gewone gang, en iedereen wordt er ten volle door in beslag genomen. De spanning ontbreekt volkomen. Dit is allemaal zo teleurstellend, zo tragisch, omdat het hier gaat om de grote dag des Heeren, de wederkomst van Christus, de komst van een Brui degom, om Zijn bruid af te halen. Men zou dus eerder verwacht hebben, dat Jezus die dag vergeleken had, niet met een werkdag, maar met een feest dag. De terugkeer van Jezus betekent im mers de grootste vreugde, het einde van alle ellende, zoals de terugkeer der koningin gepaard ging met de bevrij ding van tyrannie. Op onze nationale feestdagen legt ieder zoveel mogelijk het werk neer. Komen bovendien nog de koningin of de prins of prinses stad of dorp bezoeken, dan ziet ieder ge spannen uit naar de komst van de koninklijke stoet. Ieder is in feesttooi, de vlaggen gaan uit, er ligt een glans in de ogen en de sptinning trUt door de rijen. Wie denkt er nu vandaag aan z'n akker of aan z'n molen? Iets soortgelijks zou men verwachten bij de komst des Heeren. Zoals de koninklijke stoet voorafge gaan wordt door herauten, zo kondigen de „tekenen der tijden" 's Heeren we derkomst aan. Het zou dus te verwach ten zijn, dat de spanning steeg. Het tegendeel blijkt helaas het geval te zijn. Als de Bijbel de wederkomst des Heeren tekent, dan is de entourage op het schilderij geen jubelende menigte, maar... een akker met dampende paar den voor een ploeg en een molen met zwoegende vrouwen. Meer niet! Alles is zo gewoon en vlak. En het is niet alleen „de wereld", die in de materie is verstijfd en in de arbeid is ondergedoken, doch ook uit de „kerk" is de spanning geweken. En op die akker en in die molen bevinden Duivensport Ook in deze gemeente wordt binnen kort begonnen met het onderzmek op baarmoederhalskanker. Dit onderzoek wordt georganiseerd door de gemeen telijke geneeskundige en gezondheids dienst van Rotterdam en zal worden verricht bij vrouwen van 35 tot 55 jaar. Zonder persoonlijk gerichte oproep kaart behoeft men dan ook niet te ver schijnen daar men dan niet geholpen kan worden. Het onderzoek -gaat op afspraak en duurt slechts enkele minuten. Bij het pijnloze onderzoek, het uit- strijkje, wordt door speciaal daarvoor opgeleide dames wat slijmvlies van de baarmoedermond gestreken. Dit wordt later op het laboratorium onderzocht Men hoopt door dit onderzoek een beter inzicht te krijgen in het verspreidings patroon en daarnaast ook de ernstige gevolgen van deze ziekte te kunnen te rugdringen. Immers, tijdig ontdekt, is baarmoederhalskanker zeer goed te be handelen. Nadat de preparaten zijn be keken wordt de huisarts schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitslag. De deelneemster zelf krijgt schriftelijk be richt van de G.G. en G.D. van Rotter dam. De organisatoren verzoeken de be trokken vrouwen dringend aan de uit nodiging gehoor te geven. In de eerste plaats uiteraard terwille van de eigen gezondheid. In de tweede plaats om de wetenschappelijke waarde van het on derzoek zo groot mogelijk te doen zijn. Gelet op de kosten aan dit onderzoek verbonden wordt een vrijwillige bij dra-t ge in deze kosten gevraagd van J 5, Het onderzoek .wordt gehouden in de periode van 17 september t.m. 26 sep tember a.s. en wel in de Groene Kruis- gebouwen in de volgende doipen: DIRKSLAND: 17, 18 ën 19 sept. 1979. MELISSANT: 24 en 25'september 1979. HERKINGEN: 26 septtenïber 1979. Steeds meer duivenliefhebbers spelen hun jonge duiven op verre afstanden. Al verheffen enkelen hun stemmen er tegen, deze evolutie is niet tegen te houden. De tegenstanders worden ook voortdurend ib het ongelijk gesteld, want het leger kampioenduiven dat in hun jeugd Orleans, Chateauroux en Bourges vloog is niet meer te tellen. En de ontwikkeling gaat steeds voort. Op bezoek bij de combinatie Scheffers- V. d. Linden te Putte, bekende groot heden van de Z.N.B., hadden het dit jaar vann Orleans wel zeer curieus aangepakt. Bij hen vloog een jonge doffer van Orleans, terwijl van deze doffer ook een dochter werd ingezet. Vader en dochter dusin het geboorte jaar samen in dezelfde wedvlucht. De meeste jonge duiven van deze combi natie zijn al aan hun derde broed bezig. Vlieg daar maar eens tegen op, als ze met een gehavend verenpak op het schapje zitten. Mocht u over deze speelwijze het hoofd schudden, dan ver- w^ijzen voorgenoemde duivenliefhebbers naar hun rode stamdoffer, die dit jaar op zijn achtjarige leeftijd, zowel in bond, afdeling en vereniging op twaalf maal zetten nog niet heeft gemist. Ook deze ongelooflijke klasseduif bracht in zijn jeugd drie ronden jongen groot. Volgens liefhebber Scheffers, een Belg van oorsprong, kennen wij nog maar weinig van de krachten van een duif. Hun eerste van Orleans, te 14.37 uur was een in het begin van het seizoen zo zwaar aangetast parathyphus-exem- plaar, dat de vleugels over de grond sleepten. Wie zegt er dat ze na herstel waardeloos zijn, Scheffersh-v. d. Linden bewezen het tegendeeL De enkele dof fer die ze deze meer risicogevende vluchten niet meegeven, gaat toch mee naar de navluchten. Met confrater Her mans uit „De Duif" zijn ze het eens dat jonge duiven veel ervaring moeten opdoen. Tijdens de navluchten is het vaak goed weer en dan mogen deze toch al begunstigde jongen nog best een tocl^tje maken. Ook het aantal duiven van de Flak- keese concourscombinatie op de jonge duiven wedvlucht Orleans sloeg alle records. 1810 vogels bijeengebracht door 90 liefhebbers, is een prachtig gemid delde. De mooiste vlucht van het jaar werd het voor W. van Huizen te Stellendam. Zijn jonge „1339487" bleek te 15.13 uur de snelste van allen. Comb. Polder te Middelhamis werd de tweede gemelde en K. Kievit werd nr. 3. Deze liefheb ber wedijverde met J. C. Roodzant en Adrie Witte om de meeste prijzen. Het werden er voor K. Kievit 16 (38 mee), J. C. Roodzant 23 (43 mee) en Adrie Witte 17 (51 mee). In de kop van het klassement vin den we L. Hoek, J. v. Seters Zn., A. de Gans, Ph. Logmans, Gebr. v. d. Sluijs, J. Molenaar, L. v. d. Baan, D. Hameete, M. Laur.ens, J. Westdijk, J. Vis van Heemst en Arend Spuij met twee stuks. Het concours sluit op 1110 meter per minuut. De 1908 duiven van de navlucht Duf fel hebben op de laatste dertig kilo meter een muur van water te over winnen gehad. Tot aan de Belgische grens was het helder of licht bewolkt, maar daarna moesten ze door goed ge vulde onweersbuien. Het heeft het vluchtverloop zodanig beïnvloed, dat de eerste prijsduif 1238 m. p. m. maakte, maar het concours sloot pas op 710 m. p. m. Vroege duiven voor P. de Vogel te Melissant (nr. 1), H. de Vos, Middel hamis (nr. 2); K. Kievit, Middelhamis 3, 4, 6, 10 en 17; R. v. Nimwegen 5; J. Jongejan 7; Comb. Kievit 8 en 9; L. Arensman 11; Ph. Logmans 12; Arend Spuij 13; J. Vis v. Heemst 14; A. de Gans 15; S, du Pree 16 en 18; P. v. d. Boogert 19 en Gebr. Hakkenbrak 20. Letten we op het geweldige spel van K. Kievit te Middelhamis op beide vluchten, dan is ons nog eens duide lijk geworden dat „forme" een grote factor voor succes is. Tegen de formi dabele vorm die al enige weken op dit hok heerst zullen zelfs betere duiven het af moeten leggen. Die „supervorm" is voor een deel terug te brengen op de Uitstekende verzorging door de lief hebber, soms ook te wijten aan niet te ontdekken omstandigheden. Voor lopig kan Kievit de drinkpot meegeven, ze zal prijs vliegen. BRTJINISSE: Tijdens de voltrekking van het huwe lijk van zijn dochter Nelhe Braber met dhr. J. van der Klooster, kreeg de 71 jarige vader van de bruid, dhr. H. E. ^raber een hartaanval, aan de gevolgen waarvan hij overleed. Getracht werd nog door hem per ambulance naar het Zweedse Roode Kruis Ziekenhuis te Zierikzee te brengen en onderweg hart massage toe te passen de levensgeesten op te wekken en gaande te houden, doch dit mocht niet meer baten. Dhr. Braber, begonnen als smid, had in Bruinisse een ruim gesorteerde zaak alles wat bij de recreatie te pas komt en nog veel meer, hij had met vrouw en zoon juist 14 dagen geleden een geheel verbouwde andere woning betrokken, het jonge gezin van der Klooster-Braber ging boven de winkel wonen. door li. Penning Vitgeverg W. M. den Hertog M!S»0!Si8i0)S«SiS!fiS«ifiS!SïS6iSiSiS!SS!9 38 „Is hier niemand, die mij tot gids kan dienen? Dan ga ik alleen." „Weet ge, waar zich de veldmaar schalk bevindt?" vroeg de luitenant. „Te Weesp." De schildwacht had het hem gezegd. „Mis hij is aan de Geinbrug." Toen stond de jonge korporaal, die Andries had ingeschonken, op en zei: „Indien u mij verlof geeft, luitenant, dan zal ik de jongen de weg wijzen." De officier had er niets op tegen. „Ga je gang maar, op een kwartier komt het toch niet aan!" En in zijn goedhartigheid voelde de officier zelfs enige deernis met die knaap, die zich uitsloofde voor een verloren zaak. De korporaal, die van opschieten hield, had de oliejas intussen reeds van de spijker genomen, en de beide jonge mannen verdwenen in 'de duisternis van de stormachtige "nacht, de kade houdend, die dooï de Stortvloed tot sas en dras was geregend.' Het hoofd op zij houdend, om wind en regen beter te kunnen trotseren, liepen ze stevig door, met lange passen, nauwelijks een woord met elkander wisselend. Beneden hen klotste het grauwe water van een brede wetering, die buiten haar oevers was getreden; de lange takken van de wilgen zwiep ten in de wind, en hoog boven hen trok een schaar zeemeeuwen heen, met een luid gekras, voortzeilend op de vleugelen van de storm. „Zijt ge hier goed bekend?" vroeg Andries. De korporaal lachte. „Ik zou het wel denken ik ben een geboren Weespenaar. Veertien da gen geleden lag ik nog in de IJssellinie; een prachtige streek, hoor, maar ik voel me in dit polderland beter thuis, als we moeten vechten. Zeg, zou er nog een kans bestaan?" Andries begreep hem niet. „Ik bedoel, of het nog niet geheel verloren zou zijn met het vaderland." Een stormvlaag sloeg het antwoord van Andries' lippen weg, en toen her haalde hij zijn antwoord nog eens met een kracht, dat het ver over de polder heen klonk: „Een volk is nooit verlo ren, zo lang het zich niet voor verlo ren houdt." Daar vonkte een straal van stüle, ingehouden geestdrift op in de ogen van de korporaaL „Goed gezegd ik geloof het ook. Maar alles ging zo snei, en de schrik is ons in de benen geslagen." „We krijgen de tijd, om. de schrik te boven te komen is dat daar de Geinbrug?" „Ja maat, waar die twee lantaarns branden daar is het. Nog een rukje, en we zijn er als ge er de veld maarschalk nu maar aantreft!" Wel mocht de korporaal die wens uiten Prins Johan Maurits van Nas sau was twee uren geleden vertrokken, zoals de wacht mededeelde. „Waarheen?" „Naar Weesp natuurlijk," zei de wacht „Dat is jammer," meende de korpo raal; „ik had je gaarne verder verge zeld, maat, maar het zou tegen mijn order zijn." „Ik vind het wel," zei Andries: „ik kan niet meer dolen wel bedankt voor je vriendelijkheid." „'t Is voor 't vaderland," antwoordde de korporaal: „moge je zending slagen!" Zij gaven elkander de hand, en scheid den als twee trouwe vrienden dat dppd de sterke band der vaderlands- Uefde. Het begon te dagen in het Oosten. Droevig rees de morgen op boven de Hollandse polders, terwijl de wolken, door de storm gescheurd, als vluchtige schaduwen laag langs het zwerk voort joegen. Nu Andries alleen was, liep hij nog sneller dan daar straks. Hij keek rechts noch links maar strak vooruit, totdat de waUen van Weesp voor hem zicht baar werden. De brug was opgehaald en de poort gesloten. Stil en eenzaam lag daar de vesting, en slechts het geblaf van een hond werd gehoord. Andries riep en schreeuwde zo hard als hij kon. En toen niemand kwam, begon hij met stenen, die langs de weg lagen, de poort te bombarderen, en dat hielp dan toch. Daar verscheen onder het twijfelachtige licht van de morgen in de kleine deur der poort een grijs- gebaarde sergeant, die met de vuisten ballend, hem toesnauwde: „Wil jij je mond wel houden, aterling?" Toen zette Andries de handen als een trompet voor de mond, en riep terug: „De Fransen zijn op komst de Fran sen!" Die alarmkreet had een geduchte uit werking. Het was als een bom, die midden in een kamp valt; er verza melden zich een aantal soldaten bij de poortdeur, en een kleine roeiboot werd losgemaakt, om de jongen over te ha len. Vijf minuten later stond Andries reeds in het wachthuis bij de poort, ^maar de eerste ontsteltenis was voorbij, en zich naast hen die niet aangenomen worden, ook... de anderen! Een van de ernstigste „tekenen der tijden" blijkt dus te zijn, dat schier niemand meer- 's Heeren komst ver beidt. O, ja, er zullen er zijn! Evenals er tijdens Elia een overblijf sel was van zevenduizend, en evenals bij 's Heeren eerste komst er vromen waren, die de vertroosting Israels ver wachtten. Zo zijn er in de eindtijd, die worstelend bidden. Die in de vreselijke tijd uitzien naar boven en smeken: Geef 't wüd gediert', dat niets in woên ontziet De ziele van Uw tortelduit niet over Maar dit aantal is verdwijnend klein. De Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? Verreweg de meesten zijn moe geworden, de spanning is gezakt, de geestelijke energie verlamd, de inte resse voor de feestzaal is verlegd naar die van de akker en de molen! Bij die aliker en die molen heeft Jezus natuurlijk gedacht aan het le ven van Zijn tijd. Overgezet in de taal van onze tijd, betekent dit, dat de trei nen aankomen en vertrekken als altijd, dat de fabrieken draaien en de motoren zwoegen. De kinderen gaan naar school, moeder is in huis bezig met haar werk en vader is misschien op reis. Candida- ten zwoegen voor hun examen... en dan schrijft God plotseling onder dit alles het woord: EINDE! Zó gewoon gaat alles, en tegelijk zó catastrophaal, zoals er nog nooit een catastrophe in deze wereld gezien is. Men zou blijk geven alles wat hier gezegd is, verkeerd begrepen te hebben, als de conclusie werd getrokken, dat wij onze dagelijkse levenshouding moe- Woensdag 29 augustus j.l. vond in de Amro Bank aan de Oostdijk 1 te Mid delhamis de prijsuitreiking plaats van de kleurwedstrijd die deze bank had ge organiseerd in het kader van de brade rie in het Winkelcentrum „Westdijk - Zandpad". De wedstrijd had betrekking op een speciaal voor deze gelegenheid van stal gehaalde paardetram. Dat deze kleurwedstrijd tot de ver beelding sprak van de braderie-bezoe- kertjes, bleek wel uit het geweldige aantal inzendingen. De jury stond derhalve voor een moeilijke taak, doch zij heeft uiteinde lijk een negental inzendingen met een prijs bekroond. In de leeftijdscategorie t.m. 5 jaar zijn de prijzen gewonnen door: Ie prijs Jurgen van Nimwegen Sommelsdijk 2e prijs Angela Troost, M'hamis 3e prijs Corrie FUkweert, Ouddorp de sergeant riep met barse stem: „Waar zijn dein de Fransen? Ik zie er niet t eentje!" „Ze zijn te Naarden waar bevindt zich de veldmaarschalk?" z „Hier in Weesp." h „Ik moet hem dadelijk spreken." li „Waarvoor dan toch?" „Ik heb een rapport uit te brengen." r „Gij? Dat zal ik wel doen; wat ver- t beeld je je wel, knaap?" n „Als ge 't dan maar dadelijk doet!" g De veteraan schoot in een luide scha- e terlach. d „Wat blief? dadelijk? de veldmaar- Si schalk ligt op één oor; we moeten nog enige uren wachten!" h „Daar is geen tijd om te wachten!" "V „Houd je mond, of ik laat je achter z de tralies stoppen!" o Het bloed begon bij Andries te ko- w ken. Een gang op leven en dood had hij o gewaagd, om de veldmaarschalk tijdig z in kennis te stellen van het grote gevaar, g en daar stond nu zo'n eigenzinnige, fi oude soldaat, die met de grootste laat- li dunkendheid op hem neerzag, en zijn voornemen dreigde te verijdelen. b Hij geraakte in de hevigste opwin ding, maar daardoor werd de zaak niet „i beter, en de sergeant gaf bevel aan de t wacht hem te arresteren. Met een ui- o terste poging rukte hy zich los, en holde h de straat in. En de hoek omslaande zag z hij daar boven een groot, statig gebouw de Nederlandse statenvlag wapperen. ii n ten verwaarlozen vanwege het gespan nen uitzien naar de wederkomst des r Heeren. De zonde schuilt noch in de r akker, noch in de molen. Maar de zonde - schuilt in het feit dat de spanning van het geloof en van de hoop en van de liefde is weggegleden, en dat er niets - anders dan die akker en die molen s is overgebleven, a Er zijn spanningen genoeg in onze - tijd. Massa's mensen komen voor alle e mogelijke dingen in beweging! Duizen- e den bejubelen de helden van sport en techniek, n Spanning? Wij geloven allemaal on- it omstotelijk aan de wederkomst des r Heeren, maar verwachten doen we ei- a genUjk geen van allen meer. Hebt u ij wel ooit op Hem gewacht, zoals een e moeder wacht op een brief van haar e .zoon, die al wekenlang niets van zich e laat horen? Kunt u begrijpen, wat een spanning r er zit in wachten? Wachten is geen passiviteit, maar de heftigste activiteit. t Er trilt iets in, er brandt iets in. De grote dag, de bruiloft des Lams, 1 is nabij. Het staat te komen, vlak voor - de deur, en er is niemand die bliJ is, l, en de bergen en de heuvelen mogen 1 vrolijk geschal maken, maar de kinde- l, ren des koninkrijks zwijgen in alle i talen, de bomen mogen in de handen - klappen, maar de opperzangmeesters 1 laten hun stem nauwelijks horen. En s terwijl zo de „tekenen der tijden" over- t weldigend op ons aankomen, niet in s schokkende, maar in de grauwe aUe- 3 daagsheden van malende molens en geurende akkers, zijn er zowaar nog r lieden die vragen: Waar blijft de be- lofte van Zijn toekomst, wij wilden t wel een teken zien! L. H. categorie 6 t.m. 8 jaar: Ie prijs Robert Jordaan, Middelhamis 2e prijs Petra Meiaard, Stad aan 't Haringvliet 3e prijs Hendrik Kieviet, Stad aan 't Haringvliet categorie 9 t.m. 12 jaar: Ie prijs Sandra Lokker, Herkingen 2e prijs Marcel Westerman, Middelhamis 3e prijs René Timmer, Stellendam Tijdens een geanimeerde bijeenkomst ontvingen de gelukkige prijswinnaars uit handen van de heer de Waard, van de Amro Bank hun beloning, een florij- nenvlootrekening met naar gelang hun, prijs, een inleg van 70,50,of' 30,—. Op de foto de heer de Waard temid den van de glunderende prijswinnaar- tjes. Een schildwacht stond voor de deur; toen begreep hij, dat zich hier de Prins van Nassau bevond. Wat moest hij doen? De vervolgers zaten hem dicht op de hielen, en wendde hii zich tot de schildwacht, dan zou hij,wis en zeker worden ingerekend. Hij nam een wanhopig besluit. Ste nen hadden hem de toegang verschaft tot de vesting zij zouden hem ander maal helpen, om toegang te verkrij gen tot de Prins. Hij nam een steen, en wierp hem met kracht door een raam, dat door geen vensterblinden werd be schermd. Het geraas van het rinkelend glas bracht beweging in het stille gebouw. Vensters werden opengeschoven; de zware eikenhouten voordeur werd ge opend, en een officier van een indruk wekkend voorkomen trad naar voren, om daar vlak voor de stoep het vreemde zonderlinge schouwspel te zien van een grote, bleke knaap, die een vertwij felde tegenweer bood aan enige krijgs lieden van de wacht. „Halt!" riep hij: „wat heeft dit te beduiden?" „Een spitsboef!" riep de sergeant: „een gevaarlijke jongespitsboef, kapi tein, die op een moordaanslag zint op onze veldmaarschalk. Gelukkig, dat we hem vast hebben nu moge God zijn ziel genadig zijn!" „Htj liegt! hij liegt!" riep de jongen in de hevigste opwinding.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5