EIIAtlDEII niEUWS
Niet op reis
Woonhuizen
HET GEZELLIGSTE KOOPCEHTRüM
Oververmoeidheid
was mede-oorzaalc
27 juli - 3 augustus BRADERIE
„Onder de
Oranjevlag"
Nieuws uit Zeeland
GROENBEMESTING
2e blad
Dinsdag 24 juli 1979
No. 4810
ZEEUWSE WANDELINGEN
ACTIEVE
BEZORGER
Dames
bontmantels
De Bontkoning
BLADRAMANAS
ITALIAANS RAYGRAS
REGLONE
Te koop gevraagd
B.V. Handelsmij O.G.
Met klap tegen Zeelandbrug
van 's middags Z nnr
tot 's avonds 9 uur.
met o.a. attracties bij de diverse winkels, muziek. Suikerspin, Poffertjeskraam,
demonstraties Batikken en Pottenbakken, enz. enz.
Wat zijn de bijzondere attracties tigdens deze 8e Braderie:
27 juli vanaf 18.30 uur:
Grote Bingsteekwedstrijd voor paarden, pony's en aan
gespannen, aan het Beneden Zandpad in samenwerldng
met Manege „Oostmoer".
Tevens beoordeling door een jury voor de mooiste com
binatie aangespannen paarden.
TBEVOLGVERHAAL
„Zeg, buurman, waar gaan jullie deze
zomer naar toe? Volgende week gaan
Wij weg, met de caravan achter de
auto. We weten nog niet waarheen.
Doet er ook niet toe, in ieder geval
naar het zuiden, dan heb je meer kans
op mooi weer. En zon hebben we nodig
na de barre winter en het koude voor
jaar.
We rijden wel en als we in een
mooie omgeving komen stoppen we en
blijven er net zo lang als we willen. We
zijn eigen baas, hebben ons huis bij ons
en niets met hotels te maken in deze
drukke reistijd. Gemakkelijker kan het
al niet."
Willem Rustendal en zijn vrouw Ma
rie horen dit verhaal ieder jaar. Ook de
nieuwsgierige vraag waar zij hun va
kantie gaan doorbrengen. Willem heeft
er nooit een rechtstreeks antwoord op
gegeven, heeft ze altijd afgescheept met
„we weten het nog niet, we zullen wel
eens zien".
Ze zijn dat gezeur over de vakantie
plannen meer dan beu. Ze zuUen het
nu ronduit zeggen.
„Wij blijven thuis en gaan niet op
reis. Waarom zouden we? We hebben
hier alles wat ons hartje begeert. Een
mooie tuin met veel struiken, iieerlijk
om er een groot deel van de dag rus
tig te gemeten. Heb nu al de tijd om
alles prima in orde te houden: onkruid
wieden, de uitgebloeide bloemen er uit
te knippen. Wat wil je nog meer?
Als het regent gaan we naar binnen.
Drinken gezellig koffie, gaan wat lezen,
zetten de radio aan of draaien een
plaatje, 's avonds de televisie. Met een
borreltje of een glaasje bier veel goed
koper dan in een hotel. Meestal nog beter
ook, tenminste de koffie zeker. Marie
kan prima koffie zetten, dat zegt ie
dereen die wel eens op visite komt
En vergeet niet, we hebben een poes.
Daar zouden de buren voor kunnen
zorgen, maar ik wil een ander geen
last bezorgen. Maar die zijn trouwens
in die tijd van het jaar ook op stap. Of
naar 't asiel. Zonde van dat lieve beest.
En onze kanarie en goudvissen? En
de bloemen en planten van Marie?
Staan nou prachtig, ze weetprecies of
ze veel of weinig zon kimnen hebben
en hoeveel water. Als een ander daar
voor moet zorgen, ho maar!
Lange tochten maken met de auto,
tot in Spanje bijvoorbeeld? We den
ken er niet aan. Als het onderweg re
gent zit je almaar tegen die ruitewis-
sers aan te kijken. En als het mooi
weer is zijn de wegen stampvol en word
je doodmoe van het rijden.
Wij hebben geen caravan, moeten
overal in een hotel logeren. Wat voor
el en krijg je daar? Ik heb wel eens
gehoord, dat de keuken er soms aller-
smerigst uitziet, zelfs in deftige ho
tels. Je wordt al vies als ze het eten
voor je zetten. Je weet niet eens wat
je eet, er staan allerlei vreemde na
men op de menukaart, waar je geen
snars van snapt. Misschien zijn het wel
kikkerbilletjesof slakken, die eten ze in
vreemde landen ook. Geef mij de pot
van Marie maar, die kan machtig lek
ker koken.
En dat .slapen in een vreemd bed is
ook geen lolletje. Marie kan altijd al
slecht slapen bij een ander. Ze gaat
eerst op inspectie uit hoe het er uit
ziet. Of er geen stof ligt in de kamer,
of het bed wel schoon is en goed veert,
of er geen vlekjes op de lakens zitten.
Je kunt in zo'n hotelkamer van alles
meemaken, zodat je soms geen oog dicht
doet, ook door het rumoer op de straat.
Dat zijn we helemaal niet gewoon, hier
is het zo rustig als het maar kan.
Natuurlijk hebben er kortgeleden nog
anderen in dat bed geslapen. Wat voor
mensen waren dat?
Nee, geef dan ons eigen bed maar
op onze mooie slaapkamer met bad en
W.C. er vlak bij. Dat laatste heb je in
een hotel ook niet altijd.
Ze zeggen: dan moet je een tent mee
nemen, dan ga je onderweg kamperen
en heb je niets met hotels te maken.
Hebben we één keer gedaan. Maar dat
nooit meer. Hoe lang het geduurd heeft
om de tent op te zetten weet ik niet
meer. Maar wel erg lang, ik ben niet
handig in zulk soort dingen.
En wat is het dan behelpen. Je moet
een diepe buiging maken om er in te
komen. Mij niet gezien, ik houd niet
van dat gezwoeg en gesjouw onderweg,
ik houd van rust, die ik trouwens ook
nodig heb.
Dan kan het ook nog gebeuren, dat
er tenten in de buurt staan, met
schreeuwende kinderen of een loeiende
radio.
Ik zit liever in mijn eigen tuin met
op tijd je natje en je droogje.
Met een reisgezelschap in een auto
bus meegaan? Hebben we ook eens
gedaan, maar 't is ons helemaal niet
bevallen. Een hele dag in zo'n warme
bus zitten met een paar keer er even
tjes uit. Gauw een slecht kopje koffie
of wat ander vocht naar binnen gie
ten en dan weer maar rijden.
Ja, je ziet mooie landschappen on
derweg, dat is waar. Maar waarvoor
zou ik daarvoor een bustocht maken?
Die zie je op de tv. ook, met allerlei
vreemde dieren en vogels, nog veel
beter dan in werkelijkheid, dan kxm
je niet zo dicht bij die beesten komen.
Dan zit je ook weer met het slapen
een eten. Nog erger dan wanneer je
op eigen gelegenheid gaat, dan heb je
nog wat te zeggen. Hier niet, de reis
leider is de baas en geeft je een kamer.
Daar moet je dan maar genoegen mee
nemen. Evenals met het eten dat je
voorgeschoteld krijgt.
Neem dan een vliegtuig, binnen een
paar uren ben je aan het warme strand
van Spanje of Tunesië. O nee. Marie
durft niet vliegen en ik ben helemaal
geen strandmens. Een hele dag in een
hoopje zand zitten, niks voor mij. Je
kleren zitten vol zandkorrels, zelfs je
neus en oren als het een beetje waait.
En raar eten hebben ze daar in zuide
lijke landen. Je maag raakt er van
streek, gezond ga je er heen en met
diarree kom je terug.
Voor mooie bijzondere huizen be
hoef je niet op reis te gaan. Dat is
allemaal hetzelfde als bij ons. Je hebt
grote en kleine, goed en slecht onder
houden, met pannen of platte daken,
hoge flats en huizen met een tuintje.
Wat maakt dat nou uit of je die hier
ziet of ver weg?
De mensen ook, de een ziet wat
bruiner dan de ander en je kent er
niemand. Bomen zijn overal groen en
onze tuin staat vol met bloemen, die
hoeven we in 't buitenland ook niet te
gaan bekijken.
Nee, we blijven deze zomer rustig
thuis en ons vakantiegeld zullen we
wel op een andere manier besteden."
Middelburg
L. van Wallenburg
SINT ANNALAND
Aardappelveiling van vrydag 20 juli.
Doré eerste soort: 0,62 - 0,68. Doré
tweede soort: 0,55. Doré apart: 0,52 -
0,62. Doré drielingen: 0,19. Doré
kriel: 0,23. Lekkerlanders eerste soort:
0,40. Gloria eerste soort: ƒ0,40 - 0,41.
Gloria bonken: 0,60 - 0,61. Aminga:
0,41. Artela: ƒ0,39. Bintjes: 0,38.
Aardappelprijs pet kUogram. Aanvoer
315 ton.
THOLEN
Ontslag en benoeming Op haar
verzoek is Mevrouw Meerman-Steen-
poorte, lerares aan de O.L.S. Ter Tolne,
met vervroegd pensioen gegaan om
plaats te maken voor Mevrouw M. Renes
Overbeeke. In verband met de terug
loop van leerlingen aan de Casembroot-
school te ST. Annaland moest juffrouw
Renes daar vertrekken. Juffrouw Meer
man heeft 40 jaar het onderwijs gediend.
Benoemingen De heer Nonnekens,
leraar aan de Chr. Nat. School De Re
genboog, is benoemd tot hoofd van de
Chr. School te Aagtekerke. Hij wordt op
gevolgd door de heer C. van Dis, die
onlangs is geslaagd aan de Pedag. Aca
demie te Dordrecht.
Twee bromfietsen gestolen De
bromfiets van A. A. M. van B. uit Ber
gen op Zoom was geparkeerd voor de
bar 't Anker op de Markt. Bij terugkeer
van Van B. was de brommer verdwe
nen. Ook van R. J. H. uit Antwerpen
werd daar een brommer ontvreemd.
Straten onderhoud 1979. Bij de
aanbesteding van het onderhoud der
straten in de gemeente Tholen ging:
perceel Inaar Gebr. Van Vossen, St.
Annaland, voor 50.600,perceel II
naar N. de Rijke, Stavenisse, voor
54.300,—; perceel III naar C. A. Scher-
penisse, St. Annaland voor 52.100,
perceel IV naar A. Klippel, Stavenisse,
44.200,perceel V naar C. W. van
Haaften, Stavenisse, 62.600,perceel
VI naar Gebr. van Vossen, St Anna
land, 61.500,perceel VII naar Gebr.
Moerland, St. Annaland, 60.700,
SINT MAARTENSDIJK
Benoeming De heer J. Verburgh
is benoemd tot staffunctionaris gezins
verzorging bij de Federatie voor Maat
schappelijk Dienstverlening Noord Zee
land.
OUD VOSSEMEER
Opbrengst rommelmarkt De za
terdag ten bate van de Hervormde kerk
gehouden rommelmarkt heeft 3100,
opgebracht.
Fiets gestolen Mej. S. V. had bij
café 't Veer haar fiets weggezet. Later
bleek haar rijwiel te zijn verdwenen en
is nog steeds niet terecht.
POORTVLIET
Gouden ringen gestolen Door het
indrukken van het w.c. raampje heb
ben onbekenden kans gezien in de wo
ning van de fam. De Rijke aan de Ka-
dijk binnen te komen. Het is daar ge
beurd tussen 2 uur 's middags en 's a-
vonds 7 uur. Vermist werden een gouden
ring voorzien van een edelsteen, een
gouden trouwring, een gouden schakel-
armband en een fototoestel. De schade
bedraagt meer dan 1000,De poUtie
heef de zaak in onderzoek.
gevraagd voor het ochtend
blad „Trouw" te Melissant.
Inlichtingen: Beatrixlaan 7,
tel. 01877 - 1553 of 01672 -
2543.
grijp de winst!! Alléén juli
met 20''/o korting, met ga
rantie. Eerste keuze, voll.
koUektie 1979/80. Nu kopen,
a.s. winter pas betalen. Des-
gew. zeer soepele krediet
service.
Hoogstraat 97, Rotterdam
-C, teL 010 - 117117.
Parkeren v. zaak. Bij koop
reisgeld binnen geh. Ned.
v. 2 pers. terug.
Doodspuiten Aardappelloof
i C. VAN DER MEIDE B.V.
I Middelhamis tel. 01870 - 2778 en 2346 1
groot en klein, tegen kontante betaling
L. van Eyk.
teL 01870 - 3427
De Commissie Binnenvaartramipenwet
heeft vastgesteld dat slecht zeemanschap
en oververmoeidheid hebben geleid tot
de aanvaring van de 200 ton metende
Ouddorp II „Reina" met de Zeeland-
brug op 22 september van het vorig
jaar.
Volgens de commissie dient bij ge
koppeld varen van twee schepen voor
af afgesproken te worden wie zal navi
geren. Bovendien moet op de brug van
beide schepen een wacht aanwezig zijn.
Vrijdag 22 september, om half drie
's nachts, vertrokken de „Reina" en de
Goeree 35 „Quo Vadis" van Burghsluis
naar Stellendam. Beide schepen voeren
voor Vicom b.v. uit Ouddorp en hadden
op kokkels gevist Schipper J. Luime
van de Ouddorp II kon op een halve
mijl van de Zeelandbrug de lichten van
die brug plotseling, door slechter wor
dend zicht, niet meer zien.
Ogen open
Luime was de enige aan boord van
beide schepen, die de ogen had weten
open te houden. Schipper H. W. Bol
van de „Quo Vadis" was oververmoeid
in slaap gevallen. Beide schepen had
den de motor op voluit draaien, waar
bij het roer van de Goeree 35 los stond.
Schipper Luime vond het te gevaar
lijk met de sterke stroom en te weinig
zicht onder de Zeelandbrug door te va
ren, terwijl hij twee gekoppelde sche
pen navigeerde, zonder uitkijk. Ook op
de radar kon hij de afzonderlijke brug-
pijlers niet onderscheiden. Hij gaf daar
om bakboordroer met de bedoeling nog
voor de brug te wenden en zodoende
tijd te winnen om de bemanning te wek
ken. Maar zover kwam het niet.
Enorme klap
De Ouddoip 11 voer met een enorme
klap tegen een brugpijler. Luime zette
zijn zwaar beschadigd schip bij De Val
bij Zierikzee aan de grond. Door de
klap was de Goeree 35 losgeschoten. De
boot voer rondjes op de Oosterschelde
en werd uren later pas gevonden.
Volgens de hoofdinspecteur voor de
scheepvaart had schipper Luime niet
moeten proberen bakboord rond te gaan,
maar juist over stuurboord. Het effect
van de manoevre was dan veel groter
geweest. Volgens de commissie nam
schipper Luime een onverantwoord ri
sico door bij donker en wisselend zicht
voor de vloed en gekoppeld, de Zeeland
brug te naderen.
(Schuttevaer)
"W^"
SINT MAARTENSDIJK
Bevestiging ds. van Loon De be
roepen predikant, ds. Van Loon, zal
woensdag 29 augustus zijn intrede doen
in de Her^f. Gemeente na te zijn beves
tigd door dh. W. J. op 't Hof uit Oud
dorp.
THOLEN
Diensten ten Anker: woensdag 1 aug.
ds. M. D. Geuze om 18.45 uur., woens
dag 8 aug. ds. A. Cysouw om 18.45 uur.
.,iii^.t«.
door li. Penning
UitgeverQ W. M. den Hertog
25
De schoutenknecht werd niet geblind
doekt. Het was zijn wens geweest, geen
blinddoek voor te hebben, en de kolonel
had aan zijn wens gevolg gegeven.
„Kolonel!" zei Jan Pietersen op ge
dempte toon, „de schoutenlmecht zal
weten, waar de vlag der Friese muske
tiers is gebleven stel hem op de
proef!"
„Teunis!" zei toen de Franse officier
door een tolk: weet ge waar de Friese
regimentsvlag is gebleven? Weet ge ze?
Spreek dan op!"
Toen antwoordde de schouteinknecht
op langzame toon: „Ja, ik weet ze!"
Andries stond in de dichte drom van
het volk, dat zich bij het hek van het
kerkhof verdrong. En Willemijntje, de
zuster van de veroordeelde, stond naast
de jongen, met de oude, verstramde arm
op zijn schouder leunend.
Andries hoorde duidelijk de vraag,
want het volk hield zich doodstil, en
verkeerde in ademloze spanning.
En het antwoord hoorde hij ook.
Toen zei de kolonel: „Waar is die
vlag?"
Er kwam geen antwoord.
„Spreek, kerel ik heb de macht om
je het leven te schenken! Ik geef je
pardon, als je me zegt waar de vlag is!"
Er kwam een sterke ontroering onder
het volk. Zou de schoutenknecht, met
het oog op zijn leven, dat op het spel
stond, niet bezwijken?
„Sta vast!" riep toen een stem uit het
torenhok.
„Heer schout!" antwoordde Tevmis,
„van mij zal geen Fransman gewaar
worden, waar de vlag is!"
Toen had Pietersen's speurende blik
de oude zuster van de schoutenknecht
herkend. Hij wenkte haar en zei: „Over
reed je broer om de plek aan te wijzen,
waar de vlag is verstopt, en zijn leven
is gered!"
Zij strompelde, op haar stokje geleund,
naar voren over het smalle pad van
het kerkhof, geheel alleen, en zei, toen
ze de gevonniste was genaderd: „Teun,
broer, sta je zuiver met de Heere God?"
„Ik hoop op Zijn genade, Willemijn!"
„Hoor eens hier!" riep de kolonel op
driftige toon, „dat duurt me te lang
wU je me zeggen, waar de vlag is?"
„Neen!"
„Zes musketiers voor!" commandeer
de de officier, „vijf pas sifstands legt
aan!"
En terwijl de dreigende musketten
op de borst van de schoutenknecht wa
ren gericht, vroeg de officier hem voor
de laatste keer: „Blijf je bij je voor
nemen?"
„Ja", antwoordde de schoutenknecht
met luide, doordringende stem.
Hij verhief zich tot zijn volle lengte;
het scheen, alsof zijn oor in de verte
de roemrijke vaandels van Frederik
Hendrik's vendels hoorde ruisen. Hij
strekte de armen naar boven en riep,
terwijl de kolonel „vuur!" commandeer
de, met een sterke stem: „Vivat Oranje!"
Hij sloeg terzijde, door de kogels ge
troffen. Maar hij richtte zich weer op,
als een wilg, die onder de storm door
gaat, legde de hand op de borst en riep:
„Ge schiet niet goed, musketiers hier
klopt het Nederlandse hart!"
„Vaarwel, mijn wakkere vriend!"
klonk het uit het torenhok.
„Dag, heer schout
Het was het laatste, wat over de lip^
pen van de schoutenknecht kwam. Hij
sloeg voorover, met een harde slag, on
der het tweede salvo der Franse mus
ketiers.
De poort van het hek werd vrijgela
ten en Andries sprong naar voren. Hij
knielde bij de dode neer, overmand
door droefheid, bewondering en smart.
De laatste bloeddrop was uit zijn ge
laat geweken, en de jongen scheen
plotseling veel ouder. De jukbeenderen
der wangen staken vooruit; om de lip
pen lag een vaste, zelfs harde trek.
„Jij hier?" vroeg Jan Pietersen.
Andries keek hem recht in de ogen.
Het waren twee vijandelijke machten,
die thans tegenover elkaar stonden.
„Ben je iets van plan?" vroeg Pieter
sen; „neem je in acht, jongetje, en pas
op je tellen!"
Nog enige tijd staarde Andries hem
aan, met een stalen, doordringende, bij
na onverzoenlijke blik.
Een verschrikkelijk woord brandde
Andries op de lippen, maar hij hield
het in, want in de smeltkroes der lou
tering had hij zelfbeheersing geleerd. En
hij ging heen, zonder een woord te uiten.
Hij liep het dorp uit. Bij de driesprong
bleef hij even staan, om dan rechts te
gaan naar het Westen. In zijn ogen
speelde een gloed het was de gloed
der vaderlandsliefde. En hij liep al voort
zonder om te zien, terwijl de zon brand
de op zijn hoofd.
HOOFDSTUK X
Andries Dirksen zag op zijn tocht
niets dan schri ken angst, verwarring
en ontsteltenis. Men vertelde hem, dat
Turenne reeds bij Arnhem stond; dat
Holland vrede wilde tot schier elke
prijs, en dat de Prins, om met zijn
leger niet omsingeld te worden, de IJs-
selllnie had verlaten en in een halve
vlucht naar Wageningen was geweken.
Andries verhaastte zijn schreden; hij
liep zijnvoeten door, maar verachtte de
wonden en de pijl. En de avondscheme
ring viel, toen hij het Staatse leger, dat
verslagen was, vóórdat het één veldslag
had geleverd, te Renkum inhaalde.
Hij vroeg, waar zich Zijne Hoogheid
de Prins bevond, en hem werd geant
woord, dat de Kapitein-Generaal over
stelpt door arbeid en voor niemand te
spreken was.
Maar hij zeide de Prins te moeten en
te zullen spreken. Hij bereikte het erf
van het boerenhuis met het lage, rieten
dak, waar het hoofdkwartier was geves
tigd; hij drong door een wacht der lijf
garde heen en verklaarde de officier
der wacht dat op hem de verantwoorde
lijkheid zou rusten, indien hem de toe
gang tot Zijne Hoogheid werd gewei
gerd.
De officier keek de jongen met ver
bazing aan. Hij had er weinig zin in,
de jongen door te laten, maar aan de
andere kant konden diens mededelin
gen van groot gewicht zijn, want hij
kwam van het oorlogsterrein.
„Ga dan mee!" zei de officier na een
kort beraad, en Andries volgde de of
ficier naar het schamele vertrek, waar
de Prins, door enige officieren van
hoge rang omringd, gebukt stond over
een tafel, waarop een grote terrein-
kaart lag uitgespreid.
De Prins richtte zich op en keek
naar buiten.
„'t Wordt donker!" zei hij.
Gerrit, de trouwe dienaar van de
Prins, werd geroepen om de kaarsen
aan te steken, en bij dat schijnsel zag
Andries de vele vlaggetjes, die op de
terreinkaart waren vastgespeld.
De prins ontdekte thans eerst de jon
gen, die daar aarzelend op de drempel
stond.
„Luitenant wat moet die knaap?"
„Hoogheid hij komt van het oor
logsgebied."
„Zo het is de derdtiende vandaag."
En zonder zich verder om Andries
te bekommeren, wendde de Prins zich
tot de gedeputeerde te velde en zei:
„Mijnheer van Bevemingh ik denk,
dat wij de marsroute van de vijand
tamelijk nauwkeurig hebben uitgestip
peld."
Toen vermande Andries zich echter
en zei: „Hoogheid mag ik mijn bood
schap uitspreken?"
De Prins hief het hoofd met een ruk
op, en zijn gelaat tekende zijn ver
stoordheid.
„Spreek dan maar vlug! 't Is
geen tijd voor lange deunen."
Het was de eerste maal, dat Andries
de Kapitein-Generaal ontmoette. De
Prins zag er zwak en tenger uit; het was
een mager, langwerpig gelaat met een
grote neus en een oudachtig voorkomen.
(Wordt vervolgd)