EIIATIDEn - rHEUWSl^'^'lt"^'"^ Walcheren met Arends',„ogen 100 jaar Bosse school „Onder de Oranjevlag" Heilige Schrift 2e blad Vrijdag 20 juli 1979 No. 4809 ZEEUWSE WANDELINGEN Uw huis verkopen? TAMBOER INGEZONDEN LEER BOTER EN KAAS MAKEN OP DE WILHELMINA HOEVE VAN WESPEN EN BRANDNETELS U kent misschien wel de uitdrukking: iets met arends-ogen bekijken. Een arend of adelaar heeft bijzonder goede ogen, het betekent dan ook: iets heel nauwkeurig bekijken. Van deze zegs wijze heeft men nu een woordspeling gemaakt en de tentoonstelling, die in het Rijksarchief te Middelburg gehou den wordt, heeft men genoemd zoals het opschrift van dit artikel luidt. Het zijn tekeningen en schilderstukken van Jan Arends over Walcheren. We bekijken dtis Walcheren met de ogen van Jan Arends. De schilder. Hij was geen Zeeuw, maar heeft van ongeveer 1770 tot 1787 in Middelbiorg gewoond. Volgens een inschrijving in het geboorteregister werd lüj op 11 sep tember 1738 te Dordrecht geboren en drie dagen later in de Lutherse kerk aldaar gedoopt. Hij werd toen nog Jo hannes genoemd en was het tiende kind van de bekwame heelmeester Roelof Arends. Later heet hij altijd Jan, ook toen hij op 29 maart 1762 belijdenis van zijn geloof aflegde in de Lutherse kerk te Dordrecht. In zijn geboortestad heeft hij het te kenen en schilderen geleerd. Na zijn verblijf in Middelburg keerde hij weer terg naar Dordrecht, waar hij veel con currentie kreeg van andere kunstenaars. Hij had er een arm bestaan. Op 1 mei 1795 had hij er voor een jaar een huis gehuurd, maar reeds op 1 december werd zijn boedel „in bewaarden stand gesteld", omdat hij de huur niet kon betalen. Dat zal wel betekenen: er werd beslag op zijn inboedel gelegd, een soort faillissement dus. Als een arm kunste naar is htj op 22 april 1805 te Dordrecht gestorven en üi de Augustijnenkerk be graven. Hij is nooit getrouwd geweest en deelt het lot van zoveel andere kun stenaars (schilders, dichters) die door hun kunst geen vermogen konden ver krijgen, een enkeUng uitgezonderd. In Middelburg. De tentoonstelling laat alleen werk zien, dat Jan Arends in zijn Middel burgse tijd gemaakt heeft. Het grootste deel is afkomstig uit de verzameling „Zelandia Illustrata", die zich in het rijksarchief van Zeeland bevindt. Het zijn vooral de oude Zeeuwse mo numenten, die de schilder heeft weer gegeven. Sommige verschillende keren, van allerlei kanten bekeken. Met soms alleen maar de vijver of de tuin op het doek. Aan de tuinen besteedde men veel zorg: gladgeschoren hagen, soms in de vorm van dieren, met waterpartijen en een doolhof. Volgens kenners van schil der- en tekenwerk heeft hij alles bij zonder goed weergegeven, tot de klein ste bijzonderheden. Jammer dat ik het zeggen moet, maar wat is Walcheren dan in de twee eeu wen na Jan Aren(te achteruitgegaan. Bij de ingang van de tentoonstellings ruimte hangt een oude kaart van Wal cheren, waarop alle bijzondere gebou wen, zoals kastelen, buitenplaatsen, landhuizen, gehuchten met kapellen zijn aangegeven. In de 18e eeuw bestonden er nog veel buitens, bewoond door de Walcherse regentenfamilies, die er meestal een eigen equipage op nA hiel den. Lees de Walcherse Arcadia (uit 1715) maar eens, toen 6 personen in een speelwagen door het eiland reden en aardig nauwkeurig weergaven wat er onderweg t^ zien was. De schilder Jan Arends heeft ook heel wat in beeld ge bracht. Wat is er nog over? We gaan het eens bekijken. De buitenplaatsen in de bossen tussen Domijurg en Vrouwenpolder zijn nog aardig intact. Overduin en Duinbeek zijn goed weergegeven, een foto van de tegenwoordige toestand hangt er bij en dan zien we dat er wel eens wat ver bouwd is. Duinbeek, dat door de Dmt- sers gebruikt werd als opslagplaats van mimitie, is in 1973 weer gerestaureerd en bewoond. Maar waar zijn de vele btiitenplaatsen rond Middelburg gebleven? Het slot Ter Hooge bestaat nog, maar er woont geen kasteelheer meer. Na huisvesting voor bejaarden is het gedegradeerd tot hotel en restaurant. De buitenplaats Klarenbeek vlak faij de stad met de mooie tuinen en parken is een nieuwe woonwijk geworden, dat alleen nog dezelfde naam draagt. Waar heeft Poppenroede gelegen, waarvan Jan Arends 8 diverse schilde ringen heeft gemaakt? Vermoedelijk even buiten Middelburg aan de Sein- weg, waar men nog de naam kent Pop- penroede-ambacht. Het huis Amestein aan de zuidkant van de stad met een mooie vijver en een prachtig woonhuis bestaat ook niet m^er. Later kwam er een boerderij voor in de plaats, die sinds enkele jaren is afgebroken voor de aanleg van een nieuwe weg. Zo zijn er meer buitenplaatsen in hof steden veranderd. Jan Arends heeft ze op het doek gebracht: Sint Jan ten Heere, eens een klooster. Elzenoord, Lcimmerenburg, Middenhof. Vermoedelijk is hij niet naar de oude Vüssingse weg geweest, in ieder geval zijn er geen afbeeldingen van hem. Daar wemelde het vroeger van landhuizen: Veldzicht, Essenveld, Poelwijk, Enge lenburg, Schoonenburg, en nog meer. Wel heeft hij nog heel wat andere plaatsen vereeuwigd: Westkapelle zelfs 5 keer: 3 keer de dijk en 2 keer de hoofdstraat met de kerk. Verder vanaf de Bevelandse kant ge zichten op Veere, Vlissingen en Ramme- kens. De Groenmarkt en het Abdij plein, voor de tweede keer met een militaire parade en een wacht van soldaten. Dat zal wel in 1787 geweest zijn, het laatste jaar van zijn verblijf in Middel burg. Toen waren de twisten tussen Prinsgezinden en patriotten druk aan de gang. Op zondag 1 juli van dat jaar werd het huis Leeuwenburg aan de Noordstraat, waar doctor Lucas van Steveninck woonde, geplunderd en ver nield (nu staat daar de Doopsgezinde kerk). Jan Arends heeft er een tekening van gemaakt. Deze tentoonstelling duurt tot 1 sept. Dit is het woord, dat Hg gezonden heeft aan de kinderen Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen. Hand. 10 36. Cornelius was zeer gezien. Niet alleen omdat hij veel over had voor anderen, maar ook, omdat van hem bekend was, dat hij godzalig en vrezende God was. Dat het hem ernst was, bleek wel uit het feit, dat hij volhardt in het gebed, zoals het ons gezegd wordt in het eerste deel van Hand. 10. De vreze Gods is voor Cornelius niet iets geweest voor bijzondere omstandigheden, maar de vreze Gods beheerste zijn hele leven. Toch had Cornelius met al zijn bid den en al zijn geven de ware vrede nog niet gevonden. Eigenlijk hoorde Corne lius, hoezeer hij ook zijn best deed, er ook niet bij. Hij was en bleef een Ro mein, die naar Joodse maatstaven ge rekend, niet kon delen in het volle heil. En voor Cornelius was het een levens vraag geworden, hoe hij bij het volk Israël gerekend zou kunnen worden; niet langer hoefde buitengesloten te worden van de schatten van het Ver bond. In deze bekende geschiedenis gaat het niet alleen 'om Cornelius, de Romeinse hoofdman. Het gaat niet alleen over zijn bekering, over zijn delen in het heil van Christus. Het gaat ook in deze geschiedenis voor alles om de grote da den Gods. We zien hier, dat de Heilige Geest doorstoot naar de heidenen. En dat ook aan een Romeins officier het Evangelie van de vrede met God ver kondigd wordt Het is geen geringe zaak, dat Petrus zich tot Cornelius wendt en hem vindt in zijn huis. Zoals het evenmin een ge ringe zaak is, dat Cornelius zich tot Petrus wendt. Iemand uit het onder worpen Joodse volk wordt hem aange wezen als zijn geestelijke leidsman. En hij moet hem bovendien gasin zoeken in het huis van een eenvoudige leer looier. Cornelius had het beneden zijn stand kiinnen vinden om naar die plaats te gaan Maar Cornelius weet zichzelf de min dere! Hij is verwonderd, dat Petrus zijn aarzeling overwonnen heeft om bij een vreemdeling over de drempel te komen. In spanning heeft Cornelius uitgezien naar de komst van Petrus. Maar de God van de Bijbel ziet niet alleen om naar Joden. Ook naar heidenen, zoals Cor nelius. Hij ziet om naar mensen, zoals u! Ook vandaag mogen we geloven, dat God een God is, die de scheiding doet wegvallen in Hem, die onze vrede is: Jezus Christus, de Heiland. Let er eens op, hoe de Heere dat doet In nauwe aansluiting aan Zijn.Woord; eigenlijk dóór ZiJn Woord. Het Woord van God is geladen met de Heilige Geest die het Woord zó doorgeeft, dat mensen er zich niet langer tegen kunnen ver zetten. Zonder het Woord werkt de Hei lige Geest niet. Want hoe zou de Heilige Geest ons brengen bij de Heere Jezus Christus, wanneer ons Zijn Naam niet genoemd wordt en als het evangelie des vredes ons niet verkondigd wordt? Zo komt het dat de Heilige Geest door Petrus tot CO'inelius „woorden der za ligheid" gaat spreken. Met de nadruk op „woorden". Cornelius had veel gedaan. Hij had veel gebeden en lüj had veel aalmoezen gegeven. Maar dat had hem de vrede niet gebracht. Immers: het evangelie des vredes door Jezus Chris tus moest hem verkondigd worden! En leest u er nu niet overheen in wat voor gezindheid CorneUus dé woorden van Petrus gaat horen. CorneUus weet, dat hij dan als het ware voor God staat En hij verlangt ernaar niet om de woorden van Petrus te horen maar om het Woord van God te horen. Het gaat om het horen. Om het luisteren met heel het hart naar het Woord des Heeren. Gods Woord is rijk en vol. Het spreekt over oordeel en verlossing. Over zonde en genade. Over gericht en heil. Dat Woord vernedert u, maar het richt u ook op. Dat Woord kan neerslaan, maar het verhoogt ook. Het wondt en het geneest. De vraag is: Bent u bereid te luisteren naar het volledige Woord van God. Om die bereidheid te ontvan gen, is ook het gebed nodig om de Hei lige Geest, die alleen het hart voor het Woord kan openen. Als dat gebeurt, weten we ons inderdaad voor het aan gezicht van God, zoals CorneUus. Als Petrus het woord neemt legt hij er de nadruk op wie God is en wat God doet. Hij getuigt van Gods liefde en van Gods macht om te vferlossen. Zo gaat het in heel de Bijbel. Het Evangelie zegt niet in de eerste plaats, wat wij moeten doen, maar het zegt, wat God heeft gedaan. En zo haast Petrus zich om de enige Naam te noemen, door wel ke zondaren zalig moeten worden. De Naam van Jezus Christus. En met een paar trekken worden de feiten van het leven van de Heiland getekend. Jezus Christus, vernederd en verhoogd. Jezus Christus,- de Redder en de Rechter. Petrus' prediking wordt een heilbren gende prediking. Een prediking van vrede. Van vrede in de verzoening met God. Er is geen scheiding meer tussen God en mens, nadat Christus door Zijn bloed vrede heeft gemaakt Vrede houdt in, dat de zonden worden uitgewist en dat opstandigen worden aangenomen tot kinderen van God. Dat is het Woord der zaUgheid, dat niemand missen kan om een kind van God te worden. Het is het woord der zaligheid, dat gebracht mag worden aan tollenaren en zondaren. Dat Woord hebt u net zo goed nodig als CorneUus. Een andere weg om te komen tot vrede is er niet. Alleen door het geloof in Jezus Christus. Hij is de Weg. Als dat Woord u koud en onverschillig laat, is er geen ander, dat u bevrijdt. Maar als u het mag aannemen in het geloof door Gods genade, dan zal het vrede voor u zijn in leven en in sterven. Vrede zelfs voor de rechterstoel van Christus. Niemand hoeft te denken, dat dat Woord niet voor hem of haar is. Petrus" prediking is ruim. Hij zegt: Een iegelijk, die in Christus gelooft zal vergeving der zonden ontvangen door Zijn Naam. Wie het ook mag zijnAls u maar al uw hoop en vertrouwen alleen op Christus stelt. Zo dikwijls worden we geteisterd door twijfel en ongeloof. Maar nooit zullen we zekerheid vinden in ons zelf. Alleen in de beloften van God. Zijn Woord is zeker en Zijn beloften zijn vast. „Bergen zullen wijken en heuvelen zullen wankelen; maar Mijn goedertie renheid zal van u niet wijken, en het Verbond Mijns vredes zal niet wanke len, zegt de Heere, uw Ontfermer". Dlrksland M. van der Linden Middelburg. L. van WaUenburg Bij gelegenheid van het honderdjarig be staan van de Bosse school, waaraan de pers nogal wat aandacht heeft geschon ken telfs de Christelijke dagblad pers verscheen een gedenkboekje. De schrijver wordt niet nadrukkelijk ge noemd, maar volgens het voorwoord van de voorzitter van het Bestuur der school, heeft een vroegere secretaris van het schoolbestuur, de heer B. van Zijll, er voor een groot deel de hand in gehad. Ik breng hulde en waardering voor de wijze, waarop de geschiedenis der school in kort bestek is te boek gesteld. Zelf weet ik hoe moeilijk het is om een gedenkschrift te schrijven. Ik heb dat een keer bij de hand gehad in 1952 toen ik de geschiedenis ging schrijven van de Vereniging ter bevordering van de ver krijging van onroerend goed door land- Kijken hoe boter en kaas worden gemaakt en ze ook zélf maken. Deze mogelijkheden biedt dit seizoen weer de Wilheknina Hoeve in Kamerik. Van juni tot november kan men er individueel, in gezinsverband of met groepen leren boter en kaas maken met de speciale mini-apparatuur die daartoe op de boerderij aanwezig is. Nely en Arie Hoogendoom boer en boerin yan de WiUielmina Hoeve zorgen ervoor dat hun cursisten bin nen twee uur de voornaamste elementen van het kaasmaken en de boter- bereiding onder de knie hebben. Ze onderwijzen dit jaar ook hoe kruiden- boter en kruidenkaas worden gemaakt. Wie de smaak te pakken heeft en thuis verder wil gaan, kan op de Wilhehnina Hoeve apparatuur en ingerediënten aanschaffen. De kosten van de cursiis, inclusief instructieboekje, vergoeding voor het gebruik van de apparatuur, de leiding, de voorUchting en de nazorg bedragen 25, per cursiis, ongeacht de grootte van de groep. Elke cursist krijgt twee kaasjes mee naar huis. Tot november maken Nely en Arie Hoogendoom dagelijks kaas, behalve op zondag. Het kaasmaken begint om acht uiir 's morgens en duurt tot ongeveer tien uur. Belangstellenden zijn daarbij welkom. Ook op andere uren kan de boerderij worden bezichtigd. Er wordt dan een diaserie ge toond van het kaasmaakproces en van de overige activiteiten die op de hoeve plaatsvinden. Zowel voor de cinrsus als voor een bezoek zonder meer is het echter noodzakelijk telefonisch een afspraak te maken. De Wilhelmlna Hoeve is bereikbaar onder nummer 03481 - 1200. Het adres is Mijzijde 6, Kamerik (vlakbij Woerden in het westen van de provincie Utrecht). De boerderij beschikt over 19 ha grasland op veengrond, waar zeventig koeien en kal veren zomers buiten vertoeven. In de winter lopen ze los rond in een ligboxenstal. Het melken geschiedt hygiënisch in een doorloop-melkstal met meetglazen en auto-matische reiniging. arbeiders „Sommelsdijk" te Sommels- dijk. Het kwam van de pers onder de titel „Vijf en twintig jaar Landarbei- derswet"; Gebroeders de Waal waren de drukkers-uitgevers. Mijn werk was ongetwijfeld gemakkelijker dan dat van de auteur van „100 jaar Bosse school", want ik had aan de rebrganisatie van de vereninging Kleingrondbezit, zoals die in de wandeling genoemd werd, in 1972 zelf meegewerkt en ik was al die tijd secretaris geweest. Ik had dus alles wat ik beschrijven moest zelf meebe leefd: het archief diende alleen om mijn herinneringen wat op te halen. Terug naar het herdenkingsboekje van de Bos se school. Op bladzijde 16 is de schrijver uitge gleden en ik meen, dat dit een recti ficatie behoeft. Er staat daar: „Toen Dirk Bos de hiervoor genoemde gebou wen inclusief kerkruimte had gerea liseerd werkte dit aanstekelijk op de dominee van de Hervormde Kerk van Sommelsdijk, die zijn naam gemeen had met de hervormer Luther. Deze toog aan de andere kant van de Lange- weg aan het bouw^en en toen er weldra een hoog vierkant gebouw verrees, noemde de spraakmakende gemeente dit bouwsel „het fort van Luther". Het staat er nog en is thans in gebruik als drukkerij van o.a. het blad „Eilanden- nieuws." In de eerste plaats: voor zover ik het verhaal goed begrepen heb had Dirk Bos zelf met de bouw van het Gerefor meerd Weeshuis met school geen be moeienis meer, want hij was dood. Het kolossale pand werd gebouwd krach tens zijn testamentaire beschikking. En zijn testament werd eerst geopend 21 september 1876 (pagina 17). En wat is de historische werkelijk heid aangaande het weeshuis aan de andere kant van de Langeweg? De do minee van de Hervormde Kerk van Sommelsdijk heeft daarmee geen en kele bemoeienis gehad. Het was een Burgerlijk Weeshuis, beheerd door re genten, die benoemd werden door het gemeentebestuur. In 1772 werd door Hobius de Krijger aan de gemeente een weeshuis geschon ken. Dit gebouw stond op de hoek van het Mak+veld-Sint Joris Doelstraat. Om dat het Weeshuis zo bouwvallig gewor den was, werd aan de Langeweg een nieuw pand opgetrokken, dat jaren lang dienst heeft gedaan. Toen ik school ging en dat is ongeveer 70 jaar ge leden werden er nog enige wezen in verpleegd. De weeshuizen zijn van lie verlede overbodig geworden als gevolg van de sociale voorzieningen van Over heidswege. De eerste steen van het pand aan de Langeweg, waarin het nieuwe Wees huis zou worden ondergebracht, werd gelegd op 5 mei 1874 door het weesmeis je A. J. van Es. Op de plaats van het vroegere weeshuis verrees het gebouw, dat we gekend hebben als Hotel Spee, het wacht momenteel op een bestem ming. En het weeshuis, waarvan de bouw in mei 1874 begon, is nu inder daad de drukkerij van o.a. „Eilanden- nieuws". Het Sommelsdijkse Burgelijk Weeshuis stond er dus al toen de heer Bos op 5 september 1876 overleed. Ik ben ongeveer 25 jaar lang boekhouder geweest van „het Burgerlijk Armbe stuur en Weeshuis", zoals de officiële naam der Instelling luidde, en al die tijd zijn er geen wezen in het weeshuis verpleegd geworden. De zorg voor het gebouw was opgedragen aan „Huisbe waarders" een kinderloos echtpaar. In de Hervormde Kerk heeft nimmer een predikant dienst gedaan met de naam „Luther". Van 1838 - 1874 was dominee Reijerkerk. Hij werd bij zijn emeritaat opgevolgd door dominee Es- scher en wel tot 1876. Daarop volgde tot 1881 dominee Baarslag. Het Sommelsdijkse Weeshuis heeft nimmer de naam gedragen van „het fort van Luther". Een woning in de na bijheid werd zo genoemd; het was een groot pand, vermoedelijk van een nota bele. Maar in mijn schooljongenstijd was het in verval geraakt. "Tussen het weeshuis en het bedoelde pand werd later de Weehuisstraat gelegd. Als be langstellende in de Eiland-historie heb ik vaak geprobeerd om te achterhalen hoe het huis de naam van „het fort van Luther" kreeg, maar dat is mij nooit gelukt Er valt naar te gissen, maar gissen doet missen. Als gemeentesecre taris van Sommelsdijk ben ik nooit de naam van „Luther" tegengekomen, noch in de Bevolkingsregisters, noch in de Registers van de Burgerlijke Stand. Een andere feil vond ik op bladzijde 24 van het Bosse-school-gedenkschrift. De op die bladzij afgedrukte foto is niet van 1918 of 1919, zoals het onder schrift luidt, maar van 1912. Ik meen dat met een vergrootglas te kunnen le zen op de lel, die een van de leerlingen in zijn hand houdt. Maar er kan staan „klas 2" wat ook mogelijk is; dan heb ik nog het getuigenis van een vrouw, die er als meisje op voorkomt en die zich heeft herkend. Ze kon haar bewe ring nog waarmaken met een andere foto uit die tijd: een statie-foto. De ge- gelijkenis was sprekend! Sommelsdijk, 16 juU 1979 Jan Knape Mzn. SINT ANNALAND Aardappelveiling van dinsdag 17 juli. Doré eerste soort 0.63-0,73; Doré apart 0,56-0,69; Doré drielingen 0,19; Doré kriel 0,25-0,33; Eerstelingen 0,45; Lek- kerlanders 0,60; Gloria eerste soort 0,42- 0,45; Gloria tweede soort 0,41-0,42; Aminga 0,45; Artela 0,43. Aardappelprijs per kUo. Aanvoer 290 ton. BRUINISSE Kerkdiensten Oud Ger. Gemeente. Zondag 22 juli 10 en 17 uur ds. W. Kamp van Grafhorst, en dinsdagavond 24 juli 19.30 uur ds. J. van Prooijen te Rhenen. Een wesp steekt gewoonlijk niet zo maar, omdat hij het leuk vindt om te steken. Hij steekt wanneer hij zich in het nauw gedreven of bedreigd voelt. En dat gebeurt dikwijls per ongeluk. Voor al kinderen kunnen in het vuur van hun spel met een onverwachte beweging deze diertjes de stuipen op het üjf jagen Een wespensteek kan enorm verve lend zijn. Door het gif dat met de an gel naar binnen wordt gebracht, ont staat er een grote pijnlijke zwelling, die dagenang kan aanhouden. Toch zijn er eenvoudige middeltjes om die zwel ling te voorkomen of de duur ervan te bekorten. Iedereen heeft bijv. wel een ui in huis. Als U of een van de kinderen nu gestoken wordt, snijdt U vliegensvlug een ui doormidden en wrijft die onmiddelllijk met de natte snijkant op de steek. Als de angel is blijven zitten, moet hij er eerst uitge trokken worden. Komt er nu toch een bult, omdat U er bijv. niet snel genoeg bij was, dan zal een kompres van kamillebloesem in gedroogde vorm in vrijwel elke apotheek of drogist te koop enorme verlichting brengen. Een handvol ka mille opkoken met wat water en in een schone zakdoek op de steek leggen. Bent U niet in de buurt van Uw huis, zoek dan een paar blaadjes weegbree, die u wat verfrommelt en op de steek wrijft. Dit is ook een patent middel tegen brandnetelsteken. Evenals Honds draf trouwens. En nu is het aardige van de natuur dat daar waar brand netels groeien meestal ook Weegbree of Hondsdraf te vinden is. Voor wespen kunnen we dat niet garanderen. SCHERPENISSE AFSCHEID VAN HET ONDERWIJS NA 44 JAAR. Na 44 jaar het christelijk onderwijs gediend te hebben in diverse plaatsen, waarvan 12V2 jaar op de school van de Geref. Gemeente heeft mej. J. Hendrikse gebruikt gemaakt van de gelegenheid om vervroegd met pensioen te gaan. In de prachtig versierde gymzaal nam ze vrijdagavond afscheid van de leerlingen en het personeel. Verschillende sprekers zwaaiden de scheidende onderwijzeres lof toe en wel de voorzitter van het schoolbestuur, dhr. Andriesse, die een zilveren bestek en enveloppe met inhoud aanbood. Ouderling RijstenbU bood ook een geschenkenbon aan en sprak na mens de Geref. Gemeente. Juffrouw Hendrikse dankte alle sprekers voor hun woorden en cadeaus. Ouderling Joppe eindigde deze afscheidsbijeen- komst met dankgebed. Juffrouw Overbeeke uit Hendrik Ido Ambacht zal haar na de zomervakantie opvolgen. In haar dankwoord betrolt de scheidende onderwijzeres ook mej. Sla ger van de christelijke kleuterschool met wie ze nauw samengewerkt had. "VERVOIiGVBRHAAI. door lu Penning XJitgeverq W. M. den Hertog 24 „Heb'je niets van de onzen gezien? Geen dragonders?" De oude vrouw schudde haar hoofd. „Ach neen!"" zei ze, en ze keek schuw om, want een lange, Franse soldaat stond haar met achterdochtige blüiken op te nemen. De schoutenknecht was teleurgesteld; het wonder, waarop hij had gehoopt, bleef uit, en de geestdrift, die aan zijn grijze ogen een vochtige glans had ge geven, verbleekte. „WiUemijntje!"" zei hij met een zacht verwijt, „waart gij maar thuis geble ven! Wat doet ge hier, kind blijf uit de kou, zou ik zeggen, als het geen zo mer was!"" „Hoe lang moet je hier gevangen zit ten?"' vroeg ze. „En ik zie, dat je han den geboeid zijn zeg Teim, wanneer kunt ge de schuur verlaten?'" „Straks, denk ik, Wülemijntje! Heden voormiddag!" „O, dat is goed!'" zei de oude sloof, en zij verblijdde zich. Ze zette zich naast hem neder op een oude vermolmde balk, die dwars over breedte van de vloer lag, want zij was vermoeid van het lopen, en had behoef te aan rust. Toen echter gaf de lange soldaat haar met de tromp van zijn musket een har de stoot in de zijde, en wees haar met een grimmig gebaar naar de deur. Woedend werd de schoutenknecht om die ruwe daad. „Ellendeling!"" brieste hij, „zijn dat de manieren van jullie beschaafde Fran sen? Schaam je, rekel schaam je, schavuit!"' De soldaat verstond er natuurlijk geen woord van, maar de ontstuimige, ver ontwaardigde gebaren van de gevan gene waren hem niet ontgaan, en hij gaf de schoutenknecht een verachtelijke schop. Toen greep hij de oude vrouw aan, om haar met een harde stoot de deur uit te werpen, zodat zij voorover viel, met het hoofd tegen een harde steen. Juist kwam Andries voorbij. Hij richt te haar op, liep naar een put, en haalde water, om de wond te verbinden, die hevig bloedde. Hij knoopte de katoenen doek, die zij over het hoofd droeg, los, en maakte er een zwachtel van, waar mede hij de wond verbond. „Zo zal 't wel gaan, WiUemijntje!" zeide hij, „drink nu maar eens voor de schrik ja, 't zal wel gaan!" En Andries ging zijns weegs, want htJ was vol zorg om de schout, terwijl de oude vrouw zich nederzette aan de kant van de dorpsweg, met het oog op de schuur gericht, waar haar broeder, de schoutenknecht, op de uitvoering van zijn vonnis wachtte. De ontsteltenis, die de dorpelingen had aangetast, begon thans, nu de zon reeds hoog boven de kimmen stond, te verminderen. Men vertelde elkander, dat de kolonel daar straks een taar plunderende sol daten in arrest had genomen, en Jan Pietersen beweerde, dat de boeren in het vervolg onder de Franse lelievlag veiliger zouden zijn dan onder het juk van rijke regenten, die wel over het vaderland de mond vol hadden, maar terdege goed het spreekwoord behartig den, dat het hemd nader is dan de rok. Hij zeide tot de mensen, dat de uitspat tingen van deze nacht door de kolonel betreurd werden, en lachte om hun onnozelheid. Hij nam hen mee, en zij slopen met Idoppende harten achter hem aan, terwijl hun vrees begon te wijken, toen zij een sterke wacht solda ten passeerden, die hen rustig huns weegs Uet gaan. „Ziet ge wel, domoren," zei Pietersen, die telkens met de Fransen een praatje maakte, „dat jullie angst niets om het Itjf heeft? De Fransen zijn onze vrien den; ge zult in de toekomst betere prijzen maken voor juUie boter en rogge, en nog de dag zegenen, dat de Fransen over de Rijn kwamen." De dorpers luisterden met gretige oren. Het viel hun ireeds mee, dat hun huizen nog niet in de as waren gelegd, en zij smeekten, met de kastelein van de „Vergulde Arend" voorop, de in vloedrijke man, voor hen een goed 'woord in te leggen bij de kolonel, om de gevreesde brandstichting te ont gaan. Zij verzekerden Pietersen op hun woord van eer, dat zij eigenlijk niets tegen de Fransen hadden, en zo men him de godsdienst maar liet, dan was het hun vrijwel onverschiUig, of zij van de kat of van de hond werden ge beten. Ze waren tot nog toe door de grote heren te 's Gravenhage geregeerd, maar zo het in de toekomst van uit Parijs of van uit Keulen zou geschie den het was lood om oud ijzer. Zij zouden „Leve de Koning!" roepen, zoals ze vroeger „Vivat Oranje!" of „Vivat Jan de Witt!" hadden geroepen, en beloofden trouw en gehoorzaamheid, in dien slechts hun bezittingen werden gespaard. Het begrip der vaderlandsliefde was ondergegaan, nu de vijand hen kon verpletteren. De bacillen van moede loosheid, angst en lafhartigheid, die de vestingen der oostgrenzen had aange tast, waren met de wind overgewaaid naar dit afgelegen dorp, en men achtte het volkomen in de haak, om te trach ten met devijand op goede voet te ge raken, nu Holland de afgelegen provin ciën zo deerUjk aan haar lot had over gelaten. De getrouwen waren met de vingers te tellen. Wilbrink en zijn vrouw be hoorden er toe; Andries Dirksen behoor de sinds twee dagen tot die heldhaftige kern; de schout, ziJn zuster en Teunis de schoutenlmecht behoorden er ook toe. Maar dan had men ook de voor naamsten gehad. Het oude WiUemijntje zag een wacht van zes soldaten met geladen musket ten over de schouder, halt houden voor de deur der schuur. De korporaal trad naar binnen, en even later verscheen Teunis. Hij liep rechtop, tussen twee soldaten in, het hoofd fier opgericht, de ogen op de toren gevestigd, waar de kraaien rondvlogen. En een ogenblik ging er een droeve schaduw over zyn gelaat, toen hij zijn oude, geliefde zuster zag. „Dag WiUemijntje!" zeide hij. Zij rees op haar stokje overeind, hem verbaasd aankijkend. „Wat willen ze toch met Teun?" vroeg ze, en een opgeschoten jongen, die daar voorbijging, zei: „Mens weet je dat niet! Hij wordt doodgeschoten!" En voort holde de jongen, door de nieuwsgierigheid geprikkeld, om de te rechtstelling bij te wonen. Toen schrok de oude vrouw, zoals zij in haar drie-en-zeventig jaren nog nooit was geschrokken. Het begon te draaien voor haar ogen. De patrouille, die daar heenschreed met de gevangene in haar midden; het volk, dat in dichte groepen, de spanning op het gelaat, die ontzag wekkende Franse musketiers volgde; de huizen, de hooibergen, waarvan de roe den hoog boven de rieten daken de lucht inpiekten; het gemeentehuis met zijn rood wapenbord; de schoutenwo ning, de kerk met haar toren het begon alles voor haar ogen te golven, te kringen, te draaien, en zij zou tegen de grond zijn geslagen, indien haar han den zich niet aan de paal van een hek hadden vastgegrepen. „Teun!" schreeuwde ze, „broer!" Maar hij keek niet eens om, en Uep voort met vaste, krijgshaftige tred, de ogen strak naar de verte gericht. Hij dacht, dat de patrouille hem voor het gemeentehuis zou terechtstellen, maar ze leidde hem naar het kerkhof, ennaast de toren, tegen de wit gekallcte kerkmuur, werd de schoutenknecht ge plaatst. De kolonel naderde; het geroffel der trom weergalmde door de lucht; toen werd het stU. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5