EIIATIDEn - rHEUWSl^'^'lt"^'"^
Walcheren
met Arends',„ogen
100 jaar Bosse school
„Onder de
Oranjevlag"
Heilige Schrift
2e blad
Vrijdag 20 juli 1979
No. 4809
ZEEUWSE WANDELINGEN
Uw huis verkopen?
TAMBOER
INGEZONDEN
LEER BOTER EN KAAS MAKEN OP DE
WILHELMINA HOEVE
VAN WESPEN EN
BRANDNETELS
U kent misschien wel de uitdrukking:
iets met arends-ogen bekijken. Een
arend of adelaar heeft bijzonder goede
ogen, het betekent dan ook: iets heel
nauwkeurig bekijken. Van deze zegs
wijze heeft men nu een woordspeling
gemaakt en de tentoonstelling, die in
het Rijksarchief te Middelburg gehou
den wordt, heeft men genoemd zoals het
opschrift van dit artikel luidt. Het zijn
tekeningen en schilderstukken van Jan
Arends over Walcheren. We bekijken
dtis Walcheren met de ogen van Jan
Arends.
De schilder.
Hij was geen Zeeuw, maar heeft van
ongeveer 1770 tot 1787 in Middelbiorg
gewoond. Volgens een inschrijving in
het geboorteregister werd lüj op 11 sep
tember 1738 te Dordrecht geboren en
drie dagen later in de Lutherse kerk
aldaar gedoopt. Hij werd toen nog Jo
hannes genoemd en was het tiende kind
van de bekwame heelmeester Roelof
Arends. Later heet hij altijd Jan, ook
toen hij op 29 maart 1762 belijdenis van
zijn geloof aflegde in de Lutherse kerk
te Dordrecht.
In zijn geboortestad heeft hij het te
kenen en schilderen geleerd. Na zijn
verblijf in Middelburg keerde hij weer
terg naar Dordrecht, waar hij veel con
currentie kreeg van andere kunstenaars.
Hij had er een arm bestaan. Op 1 mei
1795 had hij er voor een jaar een huis
gehuurd, maar reeds op 1 december
werd zijn boedel „in bewaarden stand
gesteld", omdat hij de huur niet kon
betalen. Dat zal wel betekenen: er werd
beslag op zijn inboedel gelegd, een soort
faillissement dus. Als een arm kunste
naar is htj op 22 april 1805 te Dordrecht
gestorven en üi de Augustijnenkerk be
graven. Hij is nooit getrouwd geweest
en deelt het lot van zoveel andere kun
stenaars (schilders, dichters) die door
hun kunst geen vermogen konden ver
krijgen, een enkeUng uitgezonderd.
In Middelburg.
De tentoonstelling laat alleen werk
zien, dat Jan Arends in zijn Middel
burgse tijd gemaakt heeft. Het grootste
deel is afkomstig uit de verzameling
„Zelandia Illustrata", die zich in het
rijksarchief van Zeeland bevindt.
Het zijn vooral de oude Zeeuwse mo
numenten, die de schilder heeft weer
gegeven. Sommige verschillende keren,
van allerlei kanten bekeken. Met soms
alleen maar de vijver of de tuin op het
doek. Aan de tuinen besteedde men veel
zorg: gladgeschoren hagen, soms in de
vorm van dieren, met waterpartijen en
een doolhof. Volgens kenners van schil
der- en tekenwerk heeft hij alles bij
zonder goed weergegeven, tot de klein
ste bijzonderheden.
Jammer dat ik het zeggen moet, maar
wat is Walcheren dan in de twee eeu
wen na Jan Aren(te achteruitgegaan.
Bij de ingang van de tentoonstellings
ruimte hangt een oude kaart van Wal
cheren, waarop alle bijzondere gebou
wen, zoals kastelen, buitenplaatsen,
landhuizen, gehuchten met kapellen zijn
aangegeven. In de 18e eeuw bestonden
er nog veel buitens, bewoond door de
Walcherse regentenfamilies, die er
meestal een eigen equipage op nA hiel
den. Lees de Walcherse Arcadia (uit
1715) maar eens, toen 6 personen in een
speelwagen door het eiland reden en
aardig nauwkeurig weergaven wat er
onderweg t^ zien was. De schilder Jan
Arends heeft ook heel wat in beeld ge
bracht. Wat is er nog over? We gaan
het eens bekijken.
De buitenplaatsen in de bossen tussen
Domijurg en Vrouwenpolder zijn nog
aardig intact. Overduin en Duinbeek
zijn goed weergegeven, een foto van de
tegenwoordige toestand hangt er bij en
dan zien we dat er wel eens wat ver
bouwd is. Duinbeek, dat door de Dmt-
sers gebruikt werd als opslagplaats van
mimitie, is in 1973 weer gerestaureerd
en bewoond.
Maar waar zijn de vele btiitenplaatsen
rond Middelburg gebleven? Het slot
Ter Hooge bestaat nog, maar er woont
geen kasteelheer meer. Na huisvesting
voor bejaarden is het gedegradeerd tot
hotel en restaurant.
De buitenplaats Klarenbeek vlak faij
de stad met de mooie tuinen en parken
is een nieuwe woonwijk geworden, dat
alleen nog dezelfde naam draagt.
Waar heeft Poppenroede gelegen,
waarvan Jan Arends 8 diverse schilde
ringen heeft gemaakt? Vermoedelijk
even buiten Middelburg aan de Sein-
weg, waar men nog de naam kent Pop-
penroede-ambacht.
Het huis Amestein aan de zuidkant
van de stad met een mooie vijver en een
prachtig woonhuis bestaat ook niet
m^er. Later kwam er een boerderij voor
in de plaats, die sinds enkele jaren is
afgebroken voor de aanleg van een
nieuwe weg.
Zo zijn er meer buitenplaatsen in hof
steden veranderd. Jan Arends heeft ze
op het doek gebracht: Sint Jan ten
Heere, eens een klooster. Elzenoord,
Lcimmerenburg, Middenhof.
Vermoedelijk is hij niet naar de oude
Vüssingse weg geweest, in ieder geval
zijn er geen afbeeldingen van hem. Daar
wemelde het vroeger van landhuizen:
Veldzicht, Essenveld, Poelwijk, Enge
lenburg, Schoonenburg, en nog meer.
Wel heeft hij nog heel wat andere
plaatsen vereeuwigd: Westkapelle zelfs
5 keer: 3 keer de dijk en 2 keer de
hoofdstraat met de kerk.
Verder vanaf de Bevelandse kant ge
zichten op Veere, Vlissingen en Ramme-
kens. De Groenmarkt en het Abdij plein,
voor de tweede keer met een militaire
parade en een wacht van soldaten.
Dat zal wel in 1787 geweest zijn, het
laatste jaar van zijn verblijf in Middel
burg. Toen waren de twisten tussen
Prinsgezinden en patriotten druk aan
de gang. Op zondag 1 juli van dat jaar
werd het huis Leeuwenburg aan de
Noordstraat, waar doctor Lucas van
Steveninck woonde, geplunderd en ver
nield (nu staat daar de Doopsgezinde
kerk). Jan Arends heeft er een tekening
van gemaakt.
Deze tentoonstelling duurt tot 1 sept.
Dit is het woord, dat Hg gezonden
heeft aan de kinderen Israels,
verkondigende vrede door Jezus
Christus; deze is een Heere van
allen. Hand. 10 36.
Cornelius was zeer gezien. Niet alleen
omdat hij veel over had voor anderen,
maar ook, omdat van hem bekend was,
dat hij godzalig en vrezende God was.
Dat het hem ernst was, bleek wel uit
het feit, dat hij volhardt in het gebed,
zoals het ons gezegd wordt in het eerste
deel van Hand. 10. De vreze Gods is
voor Cornelius niet iets geweest voor
bijzondere omstandigheden, maar de
vreze Gods beheerste zijn hele leven.
Toch had Cornelius met al zijn bid
den en al zijn geven de ware vrede nog
niet gevonden. Eigenlijk hoorde Corne
lius, hoezeer hij ook zijn best deed, er
ook niet bij. Hij was en bleef een Ro
mein, die naar Joodse maatstaven ge
rekend, niet kon delen in het volle heil.
En voor Cornelius was het een levens
vraag geworden, hoe hij bij het volk
Israël gerekend zou kunnen worden;
niet langer hoefde buitengesloten te
worden van de schatten van het Ver
bond.
In deze bekende geschiedenis gaat het
niet alleen 'om Cornelius, de Romeinse
hoofdman. Het gaat niet alleen over
zijn bekering, over zijn delen in het
heil van Christus. Het gaat ook in deze
geschiedenis voor alles om de grote da
den Gods. We zien hier, dat de Heilige
Geest doorstoot naar de heidenen. En
dat ook aan een Romeins officier het
Evangelie van de vrede met God ver
kondigd wordt
Het is geen geringe zaak, dat Petrus
zich tot Cornelius wendt en hem vindt
in zijn huis. Zoals het evenmin een ge
ringe zaak is, dat Cornelius zich tot
Petrus wendt. Iemand uit het onder
worpen Joodse volk wordt hem aange
wezen als zijn geestelijke leidsman. En
hij moet hem bovendien gasin zoeken
in het huis van een eenvoudige leer
looier. Cornelius had het beneden zijn
stand kiinnen vinden om naar die plaats
te gaan
Maar Cornelius weet zichzelf de min
dere! Hij is verwonderd, dat Petrus zijn
aarzeling overwonnen heeft om bij een
vreemdeling over de drempel te komen.
In spanning heeft Cornelius uitgezien
naar de komst van Petrus. Maar de God
van de Bijbel ziet niet alleen om naar
Joden. Ook naar heidenen, zoals Cor
nelius. Hij ziet om naar mensen, zoals
u! Ook vandaag mogen we geloven, dat
God een God is, die de scheiding doet
wegvallen in Hem, die onze vrede is:
Jezus Christus, de Heiland.
Let er eens op, hoe de Heere dat doet
In nauwe aansluiting aan Zijn.Woord;
eigenlijk dóór ZiJn Woord. Het Woord
van God is geladen met de Heilige Geest
die het Woord zó doorgeeft, dat mensen
er zich niet langer tegen kunnen ver
zetten. Zonder het Woord werkt de Hei
lige Geest niet. Want hoe zou de Heilige
Geest ons brengen bij de Heere Jezus
Christus, wanneer ons Zijn Naam niet
genoemd wordt en als het evangelie des
vredes ons niet verkondigd wordt?
Zo komt het dat de Heilige Geest door
Petrus tot CO'inelius „woorden der za
ligheid" gaat spreken. Met de nadruk op
„woorden". Cornelius had veel gedaan.
Hij had veel gebeden en lüj had veel
aalmoezen gegeven. Maar dat had hem
de vrede niet gebracht. Immers: het
evangelie des vredes door Jezus Chris
tus moest hem verkondigd worden!
En leest u er nu niet overheen in wat
voor gezindheid CorneUus dé woorden
van Petrus gaat horen. CorneUus weet,
dat hij dan als het ware voor God staat
En hij verlangt ernaar niet om de
woorden van Petrus te horen maar
om het Woord van God te horen. Het
gaat om het horen. Om het luisteren
met heel het hart naar het Woord des
Heeren. Gods Woord is rijk en vol. Het
spreekt over oordeel en verlossing. Over
zonde en genade. Over gericht en heil.
Dat Woord vernedert u, maar het richt
u ook op. Dat Woord kan neerslaan,
maar het verhoogt ook. Het wondt en
het geneest. De vraag is: Bent u bereid
te luisteren naar het volledige Woord
van God. Om die bereidheid te ontvan
gen, is ook het gebed nodig om de Hei
lige Geest, die alleen het hart voor het
Woord kan openen. Als dat gebeurt,
weten we ons inderdaad voor het aan
gezicht van God, zoals CorneUus.
Als Petrus het woord neemt legt hij
er de nadruk op wie God is en wat God
doet. Hij getuigt van Gods liefde en van
Gods macht om te vferlossen. Zo gaat
het in heel de Bijbel. Het Evangelie
zegt niet in de eerste plaats, wat wij
moeten doen, maar het zegt, wat God
heeft gedaan. En zo haast Petrus zich
om de enige Naam te noemen, door wel
ke zondaren zalig moeten worden. De
Naam van Jezus Christus. En met een
paar trekken worden de feiten van het
leven van de Heiland getekend. Jezus
Christus, vernederd en verhoogd. Jezus
Christus,- de Redder en de Rechter.
Petrus' prediking wordt een heilbren
gende prediking. Een prediking van
vrede. Van vrede in de verzoening met
God. Er is geen scheiding meer tussen
God en mens, nadat Christus door Zijn
bloed vrede heeft gemaakt Vrede houdt
in, dat de zonden worden uitgewist en
dat opstandigen worden aangenomen tot
kinderen van God.
Dat is het Woord der zaUgheid, dat
niemand missen kan om een kind van
God te worden. Het is het woord der
zaligheid, dat gebracht mag worden aan
tollenaren en zondaren. Dat Woord hebt
u net zo goed nodig als CorneUus. Een
andere weg om te komen tot vrede is er
niet. Alleen door het geloof in Jezus
Christus. Hij is de Weg. Als dat Woord
u koud en onverschillig laat, is er geen
ander, dat u bevrijdt. Maar als u het
mag aannemen in het geloof door Gods
genade, dan zal het vrede voor u zijn
in leven en in sterven. Vrede zelfs voor
de rechterstoel van Christus.
Niemand hoeft te denken, dat dat
Woord niet voor hem of haar is. Petrus"
prediking is ruim. Hij zegt: Een iegelijk,
die in Christus gelooft zal vergeving
der zonden ontvangen door Zijn Naam.
Wie het ook mag zijnAls u maar
al uw hoop en vertrouwen alleen op
Christus stelt. Zo dikwijls worden we
geteisterd door twijfel en ongeloof. Maar
nooit zullen we zekerheid vinden in ons
zelf. Alleen in de beloften van God.
Zijn Woord is zeker en Zijn beloften
zijn vast.
„Bergen zullen wijken en heuvelen
zullen wankelen; maar Mijn goedertie
renheid zal van u niet wijken, en het
Verbond Mijns vredes zal niet wanke
len, zegt de Heere, uw Ontfermer".
Dlrksland
M. van der Linden
Middelburg.
L. van WaUenburg
Bij gelegenheid van het honderdjarig be
staan van de Bosse school, waaraan de
pers nogal wat aandacht heeft geschon
ken telfs de Christelijke dagblad
pers verscheen een gedenkboekje.
De schrijver wordt niet nadrukkelijk ge
noemd, maar volgens het voorwoord van
de voorzitter van het Bestuur der
school, heeft een vroegere secretaris
van het schoolbestuur, de heer B. van
Zijll, er voor een groot deel de hand in
gehad.
Ik breng hulde en waardering voor de
wijze, waarop de geschiedenis der
school in kort bestek is te boek gesteld.
Zelf weet ik hoe moeilijk het is om een
gedenkschrift te schrijven. Ik heb dat
een keer bij de hand gehad in 1952 toen
ik de geschiedenis ging schrijven van de
Vereniging ter bevordering van de ver
krijging van onroerend goed door land-
Kijken hoe boter en kaas worden gemaakt en ze ook zélf maken. Deze
mogelijkheden biedt dit seizoen weer de Wilheknina Hoeve in Kamerik.
Van juni tot november kan men er individueel, in gezinsverband of met
groepen leren boter en kaas maken met de speciale mini-apparatuur die
daartoe op de boerderij aanwezig is. Nely en Arie Hoogendoom boer en
boerin yan de WiUielmina Hoeve zorgen ervoor dat hun cursisten bin
nen twee uur de voornaamste elementen van het kaasmaken en de boter-
bereiding onder de knie hebben. Ze onderwijzen dit jaar ook hoe kruiden-
boter en kruidenkaas worden gemaakt.
Wie de smaak te pakken heeft en thuis verder wil gaan, kan op de
Wilhehnina Hoeve apparatuur en ingerediënten aanschaffen. De kosten
van de cursiis, inclusief instructieboekje, vergoeding voor het gebruik van
de apparatuur, de leiding, de voorUchting en de nazorg bedragen 25,
per cursiis, ongeacht de grootte van de groep. Elke cursist krijgt twee
kaasjes mee naar huis.
Tot november maken Nely en Arie Hoogendoom dagelijks kaas, behalve
op zondag. Het kaasmaken begint om acht uiir 's morgens en duurt tot
ongeveer tien uur. Belangstellenden zijn daarbij welkom. Ook op andere
uren kan de boerderij worden bezichtigd. Er wordt dan een diaserie ge
toond van het kaasmaakproces en van de overige activiteiten die op de
hoeve plaatsvinden.
Zowel voor de cinrsus als voor een bezoek zonder meer is het echter
noodzakelijk telefonisch een afspraak te maken. De Wilhelmlna Hoeve
is bereikbaar onder nummer 03481 - 1200. Het adres is Mijzijde 6, Kamerik
(vlakbij Woerden in het westen van de provincie Utrecht). De boerderij
beschikt over 19 ha grasland op veengrond, waar zeventig koeien en kal
veren zomers buiten vertoeven. In de winter lopen ze los rond in een
ligboxenstal. Het melken geschiedt hygiënisch in een doorloop-melkstal
met meetglazen en auto-matische reiniging.
arbeiders „Sommelsdijk" te Sommels-
dijk. Het kwam van de pers onder de
titel „Vijf en twintig jaar Landarbei-
derswet"; Gebroeders de Waal waren
de drukkers-uitgevers. Mijn werk was
ongetwijfeld gemakkelijker dan dat van
de auteur van „100 jaar Bosse school",
want ik had aan de rebrganisatie van
de vereninging Kleingrondbezit, zoals
die in de wandeling genoemd werd, in
1972 zelf meegewerkt en ik was al die
tijd secretaris geweest. Ik had dus alles
wat ik beschrijven moest zelf meebe
leefd: het archief diende alleen om mijn
herinneringen wat op te halen. Terug
naar het herdenkingsboekje van de Bos
se school.
Op bladzijde 16 is de schrijver uitge
gleden en ik meen, dat dit een recti
ficatie behoeft. Er staat daar: „Toen
Dirk Bos de hiervoor genoemde gebou
wen inclusief kerkruimte had gerea
liseerd werkte dit aanstekelijk op de
dominee van de Hervormde Kerk van
Sommelsdijk, die zijn naam gemeen
had met de hervormer Luther. Deze
toog aan de andere kant van de Lange-
weg aan het bouw^en en toen er weldra
een hoog vierkant gebouw verrees,
noemde de spraakmakende gemeente
dit bouwsel „het fort van Luther". Het
staat er nog en is thans in gebruik als
drukkerij van o.a. het blad „Eilanden-
nieuws."
In de eerste plaats: voor zover ik het
verhaal goed begrepen heb had Dirk
Bos zelf met de bouw van het Gerefor
meerd Weeshuis met school geen be
moeienis meer, want hij was dood. Het
kolossale pand werd gebouwd krach
tens zijn testamentaire beschikking. En
zijn testament werd eerst geopend 21
september 1876 (pagina 17).
En wat is de historische werkelijk
heid aangaande het weeshuis aan de
andere kant van de Langeweg? De do
minee van de Hervormde Kerk van
Sommelsdijk heeft daarmee geen en
kele bemoeienis gehad. Het was een
Burgerlijk Weeshuis, beheerd door re
genten, die benoemd werden door het
gemeentebestuur.
In 1772 werd door Hobius de Krijger
aan de gemeente een weeshuis geschon
ken. Dit gebouw stond op de hoek van
het Mak+veld-Sint Joris Doelstraat. Om
dat het Weeshuis zo bouwvallig gewor
den was, werd aan de Langeweg een
nieuw pand opgetrokken, dat jaren
lang dienst heeft gedaan. Toen ik school
ging en dat is ongeveer 70 jaar ge
leden werden er nog enige wezen in
verpleegd. De weeshuizen zijn van lie
verlede overbodig geworden als gevolg
van de sociale voorzieningen van Over
heidswege.
De eerste steen van het pand aan de
Langeweg, waarin het nieuwe Wees
huis zou worden ondergebracht, werd
gelegd op 5 mei 1874 door het weesmeis
je A. J. van Es. Op de plaats van het
vroegere weeshuis verrees het gebouw,
dat we gekend hebben als Hotel Spee,
het wacht momenteel op een bestem
ming. En het weeshuis, waarvan de
bouw in mei 1874 begon, is nu inder
daad de drukkerij van o.a. „Eilanden-
nieuws". Het Sommelsdijkse Burgelijk
Weeshuis stond er dus al toen de heer
Bos op 5 september 1876 overleed. Ik
ben ongeveer 25 jaar lang boekhouder
geweest van „het Burgerlijk Armbe
stuur en Weeshuis", zoals de officiële
naam der Instelling luidde, en al die
tijd zijn er geen wezen in het weeshuis
verpleegd geworden. De zorg voor het
gebouw was opgedragen aan „Huisbe
waarders" een kinderloos echtpaar.
In de Hervormde Kerk heeft nimmer
een predikant dienst gedaan met de
naam „Luther". Van 1838 - 1874 was
dominee Reijerkerk. Hij werd bij zijn
emeritaat opgevolgd door dominee Es-
scher en wel tot 1876. Daarop volgde
tot 1881 dominee Baarslag.
Het Sommelsdijkse Weeshuis heeft
nimmer de naam gedragen van „het
fort van Luther". Een woning in de na
bijheid werd zo genoemd; het was een
groot pand, vermoedelijk van een nota
bele. Maar in mijn schooljongenstijd
was het in verval geraakt. "Tussen het
weeshuis en het bedoelde pand werd
later de Weehuisstraat gelegd. Als be
langstellende in de Eiland-historie heb
ik vaak geprobeerd om te achterhalen
hoe het huis de naam van „het fort van
Luther" kreeg, maar dat is mij nooit
gelukt Er valt naar te gissen, maar
gissen doet missen. Als gemeentesecre
taris van Sommelsdijk ben ik nooit de
naam van „Luther" tegengekomen,
noch in de Bevolkingsregisters, noch in
de Registers van de Burgerlijke Stand.
Een andere feil vond ik op bladzijde
24 van het Bosse-school-gedenkschrift.
De op die bladzij afgedrukte foto is
niet van 1918 of 1919, zoals het onder
schrift luidt, maar van 1912. Ik meen
dat met een vergrootglas te kunnen le
zen op de lel, die een van de leerlingen
in zijn hand houdt. Maar er kan staan
„klas 2" wat ook mogelijk is; dan heb
ik nog het getuigenis van een vrouw,
die er als meisje op voorkomt en die
zich heeft herkend. Ze kon haar bewe
ring nog waarmaken met een andere
foto uit die tijd: een statie-foto. De ge-
gelijkenis was sprekend!
Sommelsdijk, 16 juU 1979
Jan Knape Mzn.
SINT ANNALAND
Aardappelveiling van dinsdag 17 juli.
Doré eerste soort 0.63-0,73; Doré apart
0,56-0,69; Doré drielingen 0,19; Doré
kriel 0,25-0,33; Eerstelingen 0,45; Lek-
kerlanders 0,60; Gloria eerste soort 0,42-
0,45; Gloria tweede soort 0,41-0,42;
Aminga 0,45; Artela 0,43. Aardappelprijs
per kUo. Aanvoer 290 ton.
BRUINISSE
Kerkdiensten Oud Ger. Gemeente.
Zondag 22 juli 10 en 17 uur ds. W. Kamp
van Grafhorst, en dinsdagavond 24 juli
19.30 uur ds. J. van Prooijen te Rhenen.
Een wesp steekt gewoonlijk niet zo
maar, omdat hij het leuk vindt om te
steken. Hij steekt wanneer hij zich in
het nauw gedreven of bedreigd voelt. En
dat gebeurt dikwijls per ongeluk. Voor
al kinderen kunnen in het vuur van hun
spel met een onverwachte beweging
deze diertjes de stuipen op het üjf jagen
Een wespensteek kan enorm verve
lend zijn. Door het gif dat met de an
gel naar binnen wordt gebracht, ont
staat er een grote pijnlijke zwelling,
die dagenang kan aanhouden. Toch zijn
er eenvoudige middeltjes om die zwel
ling te voorkomen of de duur ervan
te bekorten. Iedereen heeft bijv. wel
een ui in huis. Als U of een van de
kinderen nu gestoken wordt, snijdt U
vliegensvlug een ui doormidden en
wrijft die onmiddelllijk met de natte
snijkant op de steek. Als de angel is
blijven zitten, moet hij er eerst uitge
trokken worden.
Komt er nu toch een bult, omdat U
er bijv. niet snel genoeg bij was, dan
zal een kompres van kamillebloesem
in gedroogde vorm in vrijwel elke
apotheek of drogist te koop enorme
verlichting brengen. Een handvol ka
mille opkoken met wat water en in een
schone zakdoek op de steek leggen.
Bent U niet in de buurt van Uw huis,
zoek dan een paar blaadjes weegbree,
die u wat verfrommelt en op de steek
wrijft. Dit is ook een patent middel
tegen brandnetelsteken. Evenals Honds
draf trouwens. En nu is het aardige
van de natuur dat daar waar brand
netels groeien meestal ook Weegbree
of Hondsdraf te vinden is. Voor wespen
kunnen we dat niet garanderen.
SCHERPENISSE
AFSCHEID VAN HET ONDERWIJS
NA 44 JAAR.
Na 44 jaar het christelijk onderwijs
gediend te hebben in diverse plaatsen,
waarvan 12V2 jaar op de school van de
Geref. Gemeente heeft mej. J. Hendrikse
gebruikt gemaakt van de gelegenheid
om vervroegd met pensioen te gaan. In
de prachtig versierde gymzaal nam ze
vrijdagavond afscheid van de leerlingen
en het personeel. Verschillende sprekers
zwaaiden de scheidende onderwijzeres
lof toe en wel de voorzitter van het
schoolbestuur, dhr. Andriesse, die een
zilveren bestek en enveloppe met inhoud
aanbood. Ouderling RijstenbU bood ook
een geschenkenbon aan en sprak na
mens de Geref. Gemeente. Juffrouw
Hendrikse dankte alle sprekers voor
hun woorden en cadeaus. Ouderling
Joppe eindigde deze afscheidsbijeen-
komst met dankgebed.
Juffrouw Overbeeke uit Hendrik Ido
Ambacht zal haar na de zomervakantie
opvolgen. In haar dankwoord betrolt de
scheidende onderwijzeres ook mej. Sla
ger van de christelijke kleuterschool
met wie ze nauw samengewerkt had.
"VERVOIiGVBRHAAI.
door lu Penning
XJitgeverq W. M. den Hertog
24
„Heb'je niets van de onzen gezien?
Geen dragonders?"
De oude vrouw schudde haar hoofd.
„Ach neen!"" zei ze, en ze keek schuw
om, want een lange, Franse soldaat
stond haar met achterdochtige blüiken
op te nemen.
De schoutenknecht was teleurgesteld;
het wonder, waarop hij had gehoopt,
bleef uit, en de geestdrift, die aan zijn
grijze ogen een vochtige glans had ge
geven, verbleekte.
„WiUemijntje!"" zei hij met een zacht
verwijt, „waart gij maar thuis geble
ven! Wat doet ge hier, kind blijf uit
de kou, zou ik zeggen, als het geen zo
mer was!""
„Hoe lang moet je hier gevangen zit
ten?"' vroeg ze. „En ik zie, dat je han
den geboeid zijn zeg Teim, wanneer
kunt ge de schuur verlaten?'"
„Straks, denk ik, Wülemijntje! Heden
voormiddag!"
„O, dat is goed!'" zei de oude sloof, en
zij verblijdde zich.
Ze zette zich naast hem neder op een
oude vermolmde balk, die dwars over
breedte van de vloer lag, want zij was
vermoeid van het lopen, en had behoef
te aan rust.
Toen echter gaf de lange soldaat haar
met de tromp van zijn musket een har
de stoot in de zijde, en wees haar met
een grimmig gebaar naar de deur.
Woedend werd de schoutenknecht om
die ruwe daad.
„Ellendeling!"" brieste hij, „zijn dat de
manieren van jullie beschaafde Fran
sen? Schaam je, rekel schaam je,
schavuit!"'
De soldaat verstond er natuurlijk geen
woord van, maar de ontstuimige, ver
ontwaardigde gebaren van de gevan
gene waren hem niet ontgaan, en hij
gaf de schoutenknecht een verachtelijke
schop. Toen greep hij de oude vrouw
aan, om haar met een harde stoot de
deur uit te werpen, zodat zij voorover
viel, met het hoofd tegen een harde
steen.
Juist kwam Andries voorbij. Hij richt
te haar op, liep naar een put, en haalde
water, om de wond te verbinden, die
hevig bloedde. Hij knoopte de katoenen
doek, die zij over het hoofd droeg, los,
en maakte er een zwachtel van, waar
mede hij de wond verbond.
„Zo zal 't wel gaan, WiUemijntje!"
zeide hij, „drink nu maar eens voor de
schrik ja, 't zal wel gaan!"
En Andries ging zijns weegs, want
htJ was vol zorg om de schout, terwijl
de oude vrouw zich nederzette aan de
kant van de dorpsweg, met het oog op
de schuur gericht, waar haar broeder,
de schoutenknecht, op de uitvoering
van zijn vonnis wachtte.
De ontsteltenis, die de dorpelingen
had aangetast, begon thans, nu de zon
reeds hoog boven de kimmen stond, te
verminderen.
Men vertelde elkander, dat de kolonel
daar straks een taar plunderende sol
daten in arrest had genomen, en Jan
Pietersen beweerde, dat de boeren in
het vervolg onder de Franse lelievlag
veiliger zouden zijn dan onder het juk
van rijke regenten, die wel over het
vaderland de mond vol hadden, maar
terdege goed het spreekwoord behartig
den, dat het hemd nader is dan de rok.
Hij zeide tot de mensen, dat de uitspat
tingen van deze nacht door de kolonel
betreurd werden, en lachte om hun
onnozelheid. Hij nam hen mee, en zij
slopen met Idoppende harten achter
hem aan, terwijl hun vrees begon te
wijken, toen zij een sterke wacht solda
ten passeerden, die hen rustig huns
weegs Uet gaan.
„Ziet ge wel, domoren," zei Pietersen,
die telkens met de Fransen een praatje
maakte, „dat jullie angst niets om het
Itjf heeft? De Fransen zijn onze vrien
den; ge zult in de toekomst betere
prijzen maken voor juUie boter en rogge,
en nog de dag zegenen, dat de Fransen
over de Rijn kwamen."
De dorpers luisterden met gretige
oren. Het viel hun ireeds mee, dat hun
huizen nog niet in de as waren gelegd,
en zij smeekten, met de kastelein van
de „Vergulde Arend" voorop, de in
vloedrijke man, voor hen een goed
'woord in te leggen bij de kolonel, om
de gevreesde brandstichting te ont
gaan.
Zij verzekerden Pietersen op hun
woord van eer, dat zij eigenlijk niets
tegen de Fransen hadden, en zo men
him de godsdienst maar liet, dan was
het hun vrijwel onverschiUig, of zij
van de kat of van de hond werden ge
beten. Ze waren tot nog toe door de
grote heren te 's Gravenhage geregeerd,
maar zo het in de toekomst van uit
Parijs of van uit Keulen zou geschie
den het was lood om oud ijzer. Zij
zouden „Leve de Koning!" roepen, zoals
ze vroeger „Vivat Oranje!" of „Vivat
Jan de Witt!" hadden geroepen, en
beloofden trouw en gehoorzaamheid, in
dien slechts hun bezittingen werden
gespaard.
Het begrip der vaderlandsliefde was
ondergegaan, nu de vijand hen kon
verpletteren. De bacillen van moede
loosheid, angst en lafhartigheid, die de
vestingen der oostgrenzen had aange
tast, waren met de wind overgewaaid
naar dit afgelegen dorp, en men achtte
het volkomen in de haak, om te trach
ten met devijand op goede voet te ge
raken, nu Holland de afgelegen provin
ciën zo deerUjk aan haar lot had over
gelaten.
De getrouwen waren met de vingers
te tellen. Wilbrink en zijn vrouw be
hoorden er toe; Andries Dirksen behoor
de sinds twee dagen tot die heldhaftige
kern; de schout, ziJn zuster en Teunis
de schoutenlmecht behoorden er ook
toe. Maar dan had men ook de voor
naamsten gehad.
Het oude WiUemijntje zag een wacht
van zes soldaten met geladen musket
ten over de schouder, halt houden voor
de deur der schuur.
De korporaal trad naar binnen, en
even later verscheen Teunis.
Hij liep rechtop, tussen twee soldaten
in, het hoofd fier opgericht, de ogen op
de toren gevestigd, waar de kraaien
rondvlogen. En een ogenblik ging er een
droeve schaduw over zyn gelaat, toen
hij zijn oude, geliefde zuster zag.
„Dag WiUemijntje!" zeide hij.
Zij rees op haar stokje overeind, hem
verbaasd aankijkend.
„Wat willen ze toch met Teun?" vroeg
ze, en een opgeschoten jongen, die daar
voorbijging, zei: „Mens weet je dat
niet! Hij wordt doodgeschoten!"
En voort holde de jongen, door de
nieuwsgierigheid geprikkeld, om de te
rechtstelling bij te wonen.
Toen schrok de oude vrouw, zoals zij
in haar drie-en-zeventig jaren nog nooit
was geschrokken. Het begon te draaien
voor haar ogen. De patrouille, die daar
heenschreed met de gevangene in haar
midden; het volk, dat in dichte groepen,
de spanning op het gelaat, die ontzag
wekkende Franse musketiers volgde; de
huizen, de hooibergen, waarvan de roe
den hoog boven de rieten daken de
lucht inpiekten; het gemeentehuis met
zijn rood wapenbord; de schoutenwo
ning, de kerk met haar toren het
begon alles voor haar ogen te golven,
te kringen, te draaien, en zij zou tegen
de grond zijn geslagen, indien haar han
den zich niet aan de paal van een hek
hadden vastgegrepen.
„Teun!" schreeuwde ze, „broer!"
Maar hij keek niet eens om, en Uep
voort met vaste, krijgshaftige tred, de
ogen strak naar de verte gericht.
Hij dacht, dat de patrouille hem voor
het gemeentehuis zou terechtstellen,
maar ze leidde hem naar het kerkhof,
ennaast de toren, tegen de wit gekallcte
kerkmuur, werd de schoutenknecht ge
plaatst.
De kolonel naderde; het geroffel der
trom weergalmde door de lucht; toen
werd het stU.
(Wordt vervolgd)