EIIAHDEn - niEuws VOGELEIEREN (2) Overdenking „Onder de Oranjevlag" uit de Heilige Schrift 2e Mad Vripag 11 mei 1979 No. 4790 ZEEUWSE WANDELINGEN Opzichter J. Steketee nam afscheid van de dienst Ouddorpse Jeugd WIELERTOER Uw huis verliepen? TAMBOER ORGELCONCERT door Stoffel v. Viegen op het orgel van de Grote Kerkte IViaassiuis ■fimieamvKmmmiiiBsmswmmmism.f'irimiiimu De vorige keer hebben we nog maar enkele van mijn verzameling vogel- eieren bekeken. Alleen die van vogels die in of langs de weilanden nestelen. Sommige zoeken bomen en struiken op. Langs de weilanden uit het vorige artikel groeiden vóór de oorlog veel struiken, vooral dorens en bramen. Met bomen langs de wegen en op de boerde rijen. Vanwege de inundatie van 1944/'45 is zowat alles verdronken, alleen in de buurt van Oostkapelle en Domburg is het houtgewas intact gebleven. Nu is na 35 jaar weer veel nieuwe aanplant aar dig gegroeid. Bomen en struiken. Hoog in de bomen nestelen de kraai en de ekster, bij afwezigheid van bomen stellen ze zicïh tevreden met een grote doornstruik. Van beneden uit gezien weet je dadelijk of het een kraai of ek ster is, die daar zijn nest heeft. Ze zijn allebei van takjes gemaakt. Maar de ekster heeft er een dakje overheen ge bouwd en heeft nu maar een kleine ope ning om. naar binnen te gaan. Dat dakje is geen paraplu voor de regen, maar een bescherming tegen buurman kraai, die graag eieren kapot maakt en ze leeg-, drinkt. De kraai is een ietsje groter aan de ekster en kan niet door de kleine nestopening bij de eieren kom,en. Bedde soorten zijn groenachtig ge vlekt. Als de nesten niet al te hoog za ten, ben ik er wel eens naar toe geklom men om mijn verzameling aan te vul len, 'k Zou het nu niet meer durven! In hoge bomen nestelt ook de reiger. In een slordig nest legt hij zijn blauw achtige eieren, zo groot als een kippeëi. Ik heb hier op Walcheren twee boerderij en gekend, waar grote reigerskolonies hun nestplaats hadden gevestigd. Nu zijn ze er niet meer, af en toe zie je eens een enkele reiger kikkers of paling vissen. In een gat van een afgeleefde boom kun je wel eens het nest van een uil te genkomen, de gewone nachtuil. De witte eieren zijn zo rond als een knikker. Zijn neef kerkuil maakt zijn nest in openingen van oude kerken of kastelen. Evenals de torenkauw, familie van de kraai. We zoeken het nu wat lager. Hoog in een struik of doornbos zit de wilde dviif op zijn nest, met altijd maar twee witte eieren. Minder hoge struiken en hagen zitten vol nesten. De merel bouwt er en de even grote (zang)lijster. Aan een leeg nest kon ik dadelijk zien van wie het was. Dat van de merel is met hooi bekleed, in dat van de lijster is helemaal geen hooi of dor gras te zien, de wanden zijn bruinachtig opgebouwd van vermolmd hout, dat hier en daar wel ergens te vinden is in een oude tronk of vergane boom. Dat is beslist netjes klaargemaakt Zie je er de 4 a 5 eieren in liggen, dan kun je ook daaraan zien wie ze gelegd heeft; die van de merel zijn groenachtig bruin, van de lijster helder Mauw met zwarte stipjes er op. Beide soorten zijn even groot. Verschillende soorten vin ken en mezen hebben ook een hest in haag of struik. De eieren zijn moeilijk uit elkaar te houden. De heggemus, ook wel bastaardnachtegaal genoemd, heeft mooie blauwe eitjes. Een bijzonder soort eitje is dat van de geelgors, ze heten dan ook schrijvereit jes De bruine spikkels erop stellen iets voor. Ik heb er een met een 5, zo mooi als men het meestal niet schrijft. En een met een (vraagteken). Roodborstjes komen nogal voor, ze zijn erg mak, als je in de tuin werkt ko men ze vlak bij. Maar het nest'is moei lijk te vinden. Toen ze aan 't bouwen waren, heb ik heel wat keren op de loer gestaan om het bouwterrein te vinden, het ging allemaal zo vlug en geheimzin nig. Tenslotte wist ik het: in het onder ste deel van een struik, een half ver molmde tronk met een gat er in. Daar heb ik een lichtbruin (beige) eitje uitge haald. Het winterkoninkje of klein duimpje heeft ook een bijzonder nestje. Een nog al groot geval, als het ware aangeplakt tegen een struik of een oude schuur. Een klein openingetje in het midden geeft toegang tot de piepkleine witte eitjes met bruine vlekjes helemaal onder in het nest. Je kunt maar een paar vin gers door de opening steken om er bij te komen. Rond de woning. Sommige vogels hebben geen riet of weidegras, geen bomen of struiken no dig om hun nest te bouwen. Ze zoeken eenvoudig huizen en schuren op. Neem nu de doodgewone huismus, die hier zo mer en winter voorkomt Tussen de dakpannen is allicht een kleine opening te vinden, waar het mussenpaar door heen kan krmpen om er achter een nest te bouwen. Een groot nest van hooi met veren bekleed. Daarin komen de 5 eit jes, die nogal variëren in kleur; .er zijn lichte en donkere Buurvrouw de spreeuw woont ook graag onder de dakpannen, de eieren lij ken veel op die van de lijster, maar ze zijn niet gespikkeld. Ook de zwaluwen zoeken de gezellig heid van de mensen op. We hebben hier twee soorten: de huiszwaluw en de boe- renzwaluw, de laatste heeft een geel bruine vlek onder de keel. Ook de bouw van de nesten en de kleiAr van de eitjes verschüt. De huiszwaluw maakt een nest van klei, een klomp modder met een gat er in, onder de dakgoot. De eitjes zijn helemaal wit. De bóe- renzwaluw heeft een open nest, een komm.etje klei met hooi erin, ook onder de dakgoot van huis of schuur. Dikwijls ook in een schuur, als er in de gevel een opening is voor het in- en uitvliegen. De eitjes zijn wit met bruine vlekjes. Er bestaat ook nog een nachtzwaluw, die zijn nest in gaten van een dijk of wal maakt, deze vogel ken ik niet. Op een boerderij zijn soms, behalve de kippen en eenden, nog andere tamme vogels. De pauw, die zo mooi met zijn prachtige veren kan pronken, legt licht bruine eieren. Die van de kalkoen zijn ook Uchtbruin en wat gespikkeld, ik vind ze erg lekker. Dan loopt er ook wel eens een parelhoen rond, het legt don kerbruine eieren met een bijzonder har de schaal. Ik heb eens gezien, dat iemand ze over het dak van een schuur gooide (ongekookt natuurlijk!) en ze wa ren nog heel, toen ze aan de andere kant in het gras lagen. Met de eieren van zeevogels heb ik geen ervaring, die zijn op Walcheren weinig of niet te vinden. Daarvoor is Schouwen heit meest geschikte gebied. Daar broeden de verschillende soorten meeuwen bij honderden, daar zie je kluten, scholeksters, stemtjes, strand- lopers, meerkoeten en nog meer water vogels bij de vleet. Ik heb er wel enkele eierschalen van, gekregen, niet zelf ge vonden Middelburg L. van Wallenfaurg. Eieren van Sterntje op het voormalige Zuid Sloe. BRUINISSE Met een receptie, hem aangeboden door de Directie Visserijen van het Mi nisterie van Landbouw en Visserij heeft dhr. Ph. J. Steketee wegens het bereiken van de Pensioengerechtigde leeftijd, af scheid genomen van deze dienst die hij in onderscheiden rangen, het laatst als opzichter heeft gediend. De bijeenkomst stond onder leiding van dhr. Th, J. Kofman, chef van dhr. Steketee, dil in eerste instantie het woord verleende aan Burg. T. C. Hek man van Bruinisse, die kon meedelen dat dhr. Steketee door H.M. de Konin gin de eremedaille in goud was toege kend verbonden aan de orde van Oranje Nassau. Dat was dan de tweede onderschei ding die aan dhr; Steketee werd uitge reikt, want in mei 1945 was het H.M. Koningin Wilheknina persoonlijk die matroos Steketee, wegens zijn verdiens ten op de vloot in de oorlogsjaren van de Nederlandse Regering in Balling schap in Londen het bronzen oorlogs- kruis op de borst speldde. Steketee was namelijk in de meidagen 1940, als matroos op één der vlooteen- heden die naar Engeland uitweek, ge durende vijf jaar aktief in dienst op de mijnenvegers, rond Engeland en onder scheidde zich toen door zijn moedig en plichtsgetrouw gedrag. Voor de 42 jaar die hij in dienst van de overheid had gewerkt en de manier waarop hij dat had gedaan (naar eigen zeggen, zonder veel bekeuringen uit te delen), waarvan de laatste 30 jaar als burger van Bruinisse, betuigde burg. Hekman zijn dank. Veel was al gezegd bij zijn 40-jarig ambtsjubileum. De onmiddellijke chef van de heer Steketee, dhr, Kofman, was eveneens dankbaar voor alles wat dhr. Steketee had gedaan. In 1935 was dhr. Steketee als dienstplichtige op de vloot gekomen, na zijn diensttijd te hebben vervuld, was I hij enige jaren in dienst van een parti culier oesterbedrijf, maar in augustus 1938 stapte hij op de vaartuigen van wat toen nog genoemd werd de Visserij- politie, (in dienst van het Bestuur der Visserijen op de Zeeuwse Stromen) res sorterend onder het Ministerie van fi nanciën. Amper veertien dagen in dienst werd hij opgeroepen in militaire dienst, wegens de toen dreigende oorlogstoe stand. Op 20 mei 1940 week hij uit naar Engeland om op 5 mei 1945 in Nederland terug te keren. Op 1 maart 1969 kwamen de Visserijen, om.dat het Bestuur aer Visserijen op de Zeeuwse Stromen werd opgeheven, onder het Ministerie van Landbouw en Visserij en de rang van dhr. Steketee werd assistent A, op 1 jan. 1971 Hoofdassistent en in 1976 werd de titel weer opzichter (voorheen opzie ner) al was er al die tijd geen verschil in werkzaamheden geweest. Namens de dienst en namens alle col lega's en oud-collega's zowel om de Noord als om de Zuid overhandigde spr. een enveloppe met inhoud. Een woord van welkom aan de opvolger van dhr. Steketee, dhr. van Dijk besloot de toe spraak van dhr. Kofman. In de pauze werd het echtpaar Ste ketee overstelpt met goede wensen, vele vergezeld van cadeaus en bloemstuliken. Na de pauze sprak dhr. H. C. Jansen uit Bruinisse als persoonlijk vriend. De heer P. Verwijs sprak namens de ver. VERVOEX, ook hij bood een en veloppe met inhoud aan. Als buurman sprak dhr. G. van der Weele, terwijl dhr. S.. A. Jumelet ook een Bruinisse's geluid wilde laten horen al had de Visserijvereniging reeds door een cadeau blijk had gegeven van haar waardering voor de scheidende opzich ter. Namens de Chr. Bond van Over heidspersoneel, waarvan dhr. Steketee bestuurslid was, sprak dhr. W. v. G-ilst. Overstelpt. i In zijn dankwoord zei dhr. Steketee overstelpt te zijn en zeer onder de in druk van de van alle kanten kom^ende hulde. In de eerste plaats dankte hij voor de ontvangen Kon. onderscheiding, verder allen die deze dag voor hem tot een onvergetelijke maakten en tenslotte hield hij een pleidooi voor de mossel kwekers, waaronder hij zo lang als Blijf met ons, want het is bij de avond en de dag is gedaald. Lukas 24 29. De weg van Jeruzalem naar Emmaus is voor de Emmaüsgangers onvergete lijk geworden. Hoe wonderlijk is toch hun weg geweest. Hoe teneergeslagen zijn ze uit Jeruzalem vertrokken en hoe wonderlijk is de ontmoeting geweest op de weg naar Emmaus. Met verwonde ring hebben zij geluisterd naar de woor den welke uit de mond van Israels grootste Profeet zijn gevloeid. En be gonnen hebbende van.Mozes en van al de Profeten heeft hij hun onderwezen. Het onderwijs is ordelijk, verklarend en de toepassing doet hun hart branden. Ze hebben Zijn woorden opgedronken als water. Hij spreekt van Zijn lijden en sterven en van de noodzakelijkheid van deze. Hoe zou Israël verlost kunnen worden zonder voldoening? Gods recht vraagt immers om voikom.en vervulling en wie kan die prijs der zielen dat rant soen, voor God in tijd en eeuwigheid voldoen? Wanneer Hij over Mozes spreekt, dan is het vanzelf ook gegaan over de wijze van de uitleiding van het oude volk. Mozes betekent immers „de boeken van Mozes". Daarin is een duidelijke sprake te beluisteren van de beloften betref fende Christus, maar ook wordt daar uitvoerig beschreven de wijze waarop Israël uit het diensthuis werd uitgeleid. Daar wordt gehandeld over het Lam en over het bloed dat aan de posten moest gestreken worden. Zonder bloed zou de verderfengel niet voorbij gaan. Alleen onder de bediening van het bloed is be dekking.'Zoals nu dat Paaslam geslacht moest worden, alzo moest ook het Lam Gods geslacht worden. Zie toch wat in Jeruzalem heeft plaatsgevonden. De dingen die daar geschied zijn, zijn in de oude bedeling voorgesteld. Uw hoop, Emmaüsgangers kon aUeen in Zijn offer gegrond worden. Christus moest aan het vloekhout genageld wor den. De schuld eiste immers betaling. De toom moest geblust worden. De vrij spraak kan alleen in een weg van rechtsvervulling verkregen worden. Hoe zou het anders kunnen? Met in stemming hebben zij naar Zijn getuige nis geluisterd. Het wordt wonderlijk in het hart. Het gaat branden. Er komt licht over hun leven. Het vuur van Gods Geest verwarmt het kwijnende vuur van hun geloofsleven. Gevoelig en bevindelijk worden zij in gesloten in de prediking van Christus, over Christus. Er komt licht over de on derwijzingen van de profeten en de gan gen van hun leven welke zij tot nu toe gegaan hebben. Hoe wonderlijk is dat leven. Alles van Hem horen. Het ook onvoorwaardelijk aanvaarden, maar bij dit alles zijn de zaken nog niet opgelost, al is er veel verklaard. Zo naderen zij Emaus. De tijd is om gevlogen, een wonderlijke band ver bindt hen aan Hem, Die zulk een koste lijk onderwijs gaf. Meer dan ooit gevoe len zij de noodzakelijkheid van het ambtelijk onderwijs. Als een duidelijk kenmerk van het Goddelijk onderwijs verbindt het onderwijs aan het onder wijs en aan hen die onderwijzen. Als ze Emmaus naderen, denken zij niet; nu weten wij het verder wel en de rest le ren wij nog wel. Ze komen met het God delijk onderwijs niet buiten de bedie ning terecht en niet buiten de ambtelij ke onderwijzingen. Zulk een vruchten openbaart terstond nimmer van God onderwezen te zijn. Het is niets anders dan vlees, welke ook eindigt in het vlees. Johannes waarschuwt dan ook: „Beproeft de geesten of zij uit God zijn". Het getuigenis van de Emmaüsgangers is een duidelijk bewijs van het Godde lijke onderwijs welke zij ontvangen hebben. Hoor hun bede: „Blijf met ons, want het is bij de avond en de dag is ge daald". Zij kunnen Hem en het onder wijs niet meer missen. Zie, zo vraagt een missend volk om de onderwijzingen uit het heiligdom. Zelf zijn ze blind in de wegen Gods en kunnen de vragen niet opgelost krij gen. Toch gaat het leven uit naar Hem van Wie zij onderwijs krijgen. Wat moe ten zij zonder dat onderwijs beginnen? Het wijst ons naar de waregeloofs- uitgangen Dat wij toch schriftuurlijk leerden denken en handelen. Al het stelling van het hemelse werk. Blijf met ons, zo roepen zij uit Laat ons nu niet alleen. Verklaar toch meer van Hem, waar ons hart naar uit gaat. Wiens persoon en werk wij niet kunnen missen. De oorzaak waarom, het alzo is, heb ben zij gezegd. Het is immers bij de avond en de dag is gedaald. De zon in de natuur neigt naar de kimme. Het avondrood kleurt den hemel. Het einde is nabij. Maar zo is het niet alleen in de na tuur. Zo is het ook in het hart. Alles neigt naar het einde. Ze zijn al les kwijt. Ze kunnen niet verder zonder Hem. Het lijden en sterven is hun ver klaard. Dat hebben zij ook gelovig aan vaard. Maar hoe is het nu verder? Zal het eindigen in de stikdonkere nacht? Hoor hun hartekreet. Het is bij de avond! En, de dag is gedaald. Niet alleen de dag in de natuur. Veel meer wü dit alles ons leren. De dag, waarover zij spreker} is de derde dag na de kruisiging van Christus. Naar Zijn woord zou Hij op deze dag uit de doden opstaan. Deze dag is de dag van hun hoop. Veel is er van Hem gesproken. Vrouwen hebben over Zijn opstanding gesproken, maar voor hun is de dag zonder vervulhng ten einde. Alles is verklaard, maar de toe passing ontbreekt. Het vraagt om oplossing, zal hun le ven onopgelost moeten eindigen? Hoevelen van Gods kinderen kunnen deze bede verstaan. Zelf lopen zij met een onopgelost leven op de aarde. Zij doorleven, dat alleen de Heere het maar oplossen kan. Het is alsof wij Jacob bij de Jabbok daarin beluisteren: „Ik laat U niet los, tenzij dat Gij mij zegent. En het antwoord? En, Hij ging in, om bij hen te blijven. Het is als een duurzame belofte. Al laagt. Gij Israël als weleer, gebukt bij tiggelstenen neer. Toen gij uw juk moest dragen en zwart waart door uw dienstbaarheid U is een beter lot bereid. Uw heilzon is aan het dagen. Dirksland, Ds. P. Blok. In het kader van het jaarlijkse even ementenprogramma der WV-Ouddorp, organiseert de WV voor het eerst een „Wielertoer voor de jeugd", welke wordt gesponsord door onderstaande zaken en instellingen, zoals: AMRO bank, Ouddorp, Café-restaurant Duinzicht, Ouddorp; camping De Groe ne Wélde, Ouddorp; foto Hameeteman, Ouddorp; Junghans Nederland B.V., Ba- rendrecht; camping en bungalowpark De Klepperstee, Ouddorp; camping De Mag neet, Ouddorp; café-petit restaurant De Meulblok, Ouddorp; RABO bank, Oud dorp; Bakkerij J Tanis, Ouddorp; re creatiecentrum Toppershoedje, Ouddorp De bedoeling van dit evenement is dat elke sponsor een groep van 10 jon gens of meisjes en twee volwassen be geleiders levert die voor haar in een re- klameshirt 5 dagen in en buiten de ge meente Goedereede gaat fietsen. Er kan alleen worden deelgenomen door jongens en meisjes in de leeftijd van 11 tot 14 jaar, tegen een vergoeding van f 10.per persoon. Er zijn sponsors die een eigen groep leveren, maar er zijn er ook die daar voor niet kunnen zorgen en daarom be staat de mogelijkheid dat nog enkele jongens en meisjes zich voor dit evene ment kunnen opgeven bij een van de sponsors of op het WV-kantoor, Hof- dijkseweg 30a te Ouddoip. Deelnemers formulieren kunnen worden verkregen bij een van de bovenvermelde spon sors. De toer wordt verreden van dinsdag 17 juli tot een met zaterdag 21 juli 1979 en elke dag wordt gestart vanuit Oud dorp en komt men 's middags weer te rug in Ouddorp. Er is aan deze toer geen wedstrijd element verbonden, m.a.w. er wordt niet hard gereden, maar er worden door ambtenaar had gediend, die men scha deloos dient te stellen door toewijzing van een nieuw perceel in Zeeland, nu na de Grevelingen, ook het Volkerak waardeloos is geworden als kweekge- bied voor mosselen. de deelnemers/sters tijdens de toer wel enige leuke opdrachten uitgevoerd, zo als b.v. doeltrappen, ballontrappen, korfballen of iets dergeUjks waardoor de groep waarin men rijdt in een klas sement kan komen en eventueel in een groen/gele of zwarte trui komt te rij den, en op het eind van de algehele toer daarvoor een prijs ontvangt. Het zou te ver voeren nu al in details te treden, maar een uitgebreid toerpro- gramma zal in het evenementenpro gramma van deze zomer worden ver meld. Een heel belangrijk punt voor de deelnemers/sters mag niet onvermeld blijven en dat is: wanneer men mee wil doen aan dit sportieve en recreatieve e- venement, dient men er voor zorg te dra gen dat je fiets geen gebreken vertoont, want die wordt op de eerste dag van de toer aan een zeer streriee keuring on- aerworpen, aoor ue nijKsyuiiLie eit vei lig Verkeer Nederland afd. Ouddorp. De organisatie van de Ouddorpse Jeugd Wielertoer berust bij de WV- Ouddorp en de algeheel leider is de heer H. Overweel. De inschrijving tot deelname is open gesteld tot en met 31 mei 1979 en tevens kunnen leiders en leidsters zich opge ven voor de algehele begeleiding. OOSTERLAND Publieke verkoping Op vrijdagmiddag 4 mei j.l. vond in de grote zaal van het café-restaurant „Neffen d' Eule" van dhr. Adr. Dorst de publieke verkoping plaats van het woonhuis met bergplaats en erf aan de Kerkstraat 10 in Oosterland, groot 1 are 60 cA. Zulks ten overstaan van notaris D. Karsten te Zierikzee voor de erven van wijlen dhr. P. A. Rotte. Er bestond voor dit perceel zeer weinig animo en de enige bieder was dhr. J. D. Dogger uit Kerkwerve, voor de som van 25.000 gulden. Het pand werd echter niet ge gund voor deze prijs. Regen belemmert landwerk Duiveland. Door de steeds maar aanhoudende regenval (er viel in de laatste week meer dan 40 m.m. in deze contreien) en de abnormale koude, wor den de werkzaamheden in de landbouw sterk gestagneerd. Het is ten enenmale onmogelijk om met een machine op het land te komen voor zaai- of poot-werk- zaamheden. Weliswaar is er heel wat gebeurd enige weken geleden toen de weersgesteldheid wat gunstiger was, maar toch staat er nog heel wat te ge beuren in de polder. Wanneer men op vele plaatsen de akker blank ziet staan valt het niet te verwonderen dat men Zaterdagavond 19 mei 1979. Aanvang: kwart over acht. Het is wel zeer begrijpelijk dat, na de zeer grondige restauratie van het mo numentale orgel in Maassluis, verschil lende zeer bekwame organisten het een belevenis vinden om juist dit orgel te kunnen bespelen. Zaterdag 19 mei zal dan ook Stoffel van Viegen, organist van de Domkerk te Utrecht, een con- een lust zijn hem op dit orgel te horen. Hij heeft voor deze avond een gewel dig programjna weten samen te stellen en u kunt tijdens dit concert eigenlijk een wandeling maken door verschillen de eeuwen orgel-composities. Stoffel van Viegen vangt aan met een werk uit de 16de eeuw van de componist Caba- nilles en verder prijken er namen op het programma van Scarlatti - Coupe- rin - Max Reger (drie koraalbewerkin gen) - Dr. Anthon van der Horst - Hen drik Andriessen en Adr. C. Schuurman. Een enorme variatie dus voor de orgel fans een avond om te noteren en mee te maken en vooral omdat dit het eerste concert is dat deze organist in Maassluis zal geven. Komt u van ver? Geen be zwaar, want voor de aanvang van het concert is er een gelegenheid in de kerk een kopje koffie te kopen. De toegang is zoals gebruikelijk 5, p.p. en 65+ en C.J.P. betalen slechts 3,50. Parkeerruimte is er voldoende rondom de kerk. Ook is er een platentafel en informa tie verkrijgbaar betreffende orgel en kerk in agrarische kringen zich afvraagt waar het heen moet en hoe dit nog in orde zal komen. Naar schatting ligt men ze ker al meer dan vier weken achter met het landwerk, vergeleken bij normale voorjaarsweersgesteldheid. Ook de vee houderij ondervindt stagnatie met dit koude en natte weer. De grasgroei wordt belemmerd zodat men zich ge noodzaakt ziet het vee langer op stal te houden, met al de nadeUge gevolgen van dien. Men hoopt dan ook allerwege vurig op beter, dat is droger en zoeler voorjaarsweer. ■V E R V O L G V E R H A A L door L. Penning Uitgeverij W. M. den Hertog r«<<rws»«srsrs;ssir«s::srsBS»rs5srscsinc^^ „Gij lieden moet u maar niet onge rust maken", zei Pietersen, „als de Fransen komen. Het zijn de joviaalste kerels van de wereld; ze doen geen kind kwaad, en zijn al dankbaar, als ze maar een stevig middagmaal hebben, 't Is een heel ander slag van volk dan de vage bonden, waar over de Prins het bevel voert; die bandieten zijn van de leer: „Eerlijk delen! Het vlees voor mij, en gij de botten!" De boeren lachten om de vreemde schalk, en zijn verzekering, dat de Fran se soldaten zulke beminnelijke wezens waren, zou hen te lichter verzoenen met de toestand, indien 't zover mocht ko men, dat de leliebaan der Bourbons uit de galmgaten van de dorpstoren mocht worden gestoken. De schout nam de spreker geruime tijd met ongewone belangstelling op, tot dat zijn geduld scheen uitgeput. En met de burgemeestersstok op de tafel ha merend, dat de bierkroezen stonden te rinkelen, vroeg hij op strenge toon: „Waar komt gij vandaan?" „Vertel mij maar eerst, waar gij thuis behoort!" antwoordde Pietersen met grote vrijpostigheid, al was hij stel lig vier keren per dag de dorpsschout te gengekomen. De boeren verbaasden zich over de vermetelheid, waarmede die sinjeur op trad, en de kastelein,d ie van de erfenis wist, fluisterde van achter de tapkast een zijner vrienden in 't oor: „De brood kruimels beginnen hem te steken laat hij voorzichtig zijn, want als de oude losbarst, dan wee zijn gebeente!" Maar het onweer scheen af te drijven. De schout ha:alde bedaard een grote pen ning uit de zak, en zei: „Kunt ge lezen? Lees dan!" „Ik dank u!" hernam de vreemdeling op een toon, alsof hij de burgemeester van Amsterdam was in eigen persoon. „Waar komt ge vandaan?" vroeg de schout ten tweede male, maar deze keer klonk het iets forser: „denk er om dat ik mijn vraag kracht kan bijzetten!" Jan Pietersen begreep nu toch, dat het verstandiger was, iets in te binden, en zei op heel wat vriendelijker toon: „Van Kleefland, heer schout! En omdat het er zo slecht met de verdiensten was, ben ik hier terecht gekomen". J)an wil ik u zeggen, dat we hier geen landverraders nodig hebben, die de boeren tegen het wettig gezag opzetten. Dat doet gij ik heb het met mijn eigen oren gehoord!" ,',Omdat ik de soldaten van Zijn Hoogheid vagebonden noem? En uw eigen knecht heeft die woorden gebe zigd als Andries Dirksen hier was, zou hij het kunnen bevestigen". „Bovendien scheelt het weinig, of ge stelt de Fransen voor als onze bevrij ders, die ons van onze verdrukkers moeten verlossen denk er om, dat ik de eerste keer, als gij die leugens mijn boeren weer op de mouw wilt spelden, mijn gezag zal laten gelden". De schout ging heen, en was waar schijnlijk een ontdekking rijker gewor den, want in de missive van Zijn Hoog heid, daar straks ontvangen, was ge sproken over een spion in Franse dienst. De Prins had er een persoonsbeschrij ving bijgevoegd, en ze klopte vrijwel met de persoon van Jan Pietersen, die daar in „de vergulde Arend" over de Franse weldoeners zat op te snijden. HOOFDSTUK III Het was alle dagen mooi weer. De boeren begonnen het hooi binnen te ha len, en het koren beloofde een rijke oogst. Maar er lag een zware druk op de ge hele bevolking. De geruchten, dat het Franse leger in geforceerde mars na derde, vermenigvuldigden zich, en wier pen een sombere schaduw over de zon nige hamel. De dienst van de postwa gen naar de Duitse grenzen was (ge staakt; uit geloofwaardige bron werd vernomen, dat een bende Franse dra gonders reeds op vier uren afstands was gezien, terwijl enige adellijke famiUën, die op naburige kastelen woonden, de voorvaderlijke erve hadden verlaten, om in Holland, achter de beroemde wa terlinie, veiligheid te zoeken. Baas Gerrits zou gaarne hetzelfde hebben gedaan, maar de schout had verzekerd, tot het uiterste stand te zul len houden, en deze overweging had hem bewogen, het er dan maar op te wagen. Een verhuizing was trouwens ook bedenkelijk genoeg. Er moest zoveel in de steek worden gelaten, en het ver moeden lag voor de hand, dat de Fran sen op alles, wat zonder eigenaar ach terbleef, het eerst beslag zouden leggen. Dë zaak stond trouwens nog niet ge heel, hopeloos. De IJssellinie was nog intact; zij was nog door geen Franse ka nonskogel bestookt, terwijl de overste De Montbas, de schoonzoon van de be roemde Hugo de Groot, met een behoor lijke krijgsmacht de Betuwe zou be schermen, en vaste stellingen bij het Tolhuis, bij Huissen en in de Schenken schans had ingenomen. Men zag de ruiteroverste meer dan eens in het dorp. Hij gaf de boeren de verzekering, dat hij voor de Fransen, zo zij dorsten naderen, een warm vuur ge reed hebben, en vertoonde in zijn gehele optreden zo'n sterke moed, dat de land- Ueden slechts met bewondering van hem spraken. De schout zei weinig bij zulke taal; hij trok de vierkante schouders op, en hoopte er het beste van. Hij hield De Montbas voor een zwak, weifelend man, die zijn gebrek aan moed en onver schrokkenheid door stoute, snorkende taal trachtte aan te vullen, en hij ver baasde zich, dat aan De Montbas in plaats van aan de Deense ijzervreter Paulus Wirtz deze belangrijke post was toevertrouwd. Het waren dagen vol spanning voor de burgervader, en hoe hij ook zijn best deed, om zijn onrust en kommer te ver bergen tegenover Geerte, zijn zuster, was het hem onmogelijk. Hij had zijn gewone eetlust verloren en des nachts hoorde zij hem meer dan eens over de kamer lopen, diep zuchtend, als een mens, die een groot ongeluk ziet nade ren. En als zij hem wilde opmonteren, zei hij: „Zuster gij weet niet alles! Maar het is in 's Heeren hand op Hem zal ons vertrouwen zijn!" Zijn persoonlijke zorgen waren niet groot Hij was nooit gehuwd geweest, en de angst van de boeren, die met een tal rijk kroost de Franse stormvloed zou den moeten afwachten, was hem vreemd. Maar het lot van het dorp ging hem ter harte, en de nood van het zinkende vaderland was zijn nood. Dat beknelde hem; ook zag hij geen uitkomst; en de toekomst was in pikzwarte wolken ge huld. Geerte verscheen in de deur, en zei, dat Teunis daar was. „Laat hem binnen komen!" En toen de schoutenknecht binnen trad, vroeg de schout hem, of hij die vreemde snoeshaan goed in 't oog hield. En de schout bedoelde daarmede Jan Pietersen. „Hij maakte gister een praatje met overste de Montbas". „Waarvoor toch, Teunis?" De schoutenknecht knauwde heftig op zijn pruim tabak en antwoordde: „Ik weet het niet; ik vertrouw geen van bedden, heer schout". De schout zweeg er op. Hij dacht al licht hetzelfde, maar wilde het niet zeg gen. Op dit ogenblik werd beider oog ge trokken door een ruiter, die in volle ga lop de dorpsstraat doorjoeg, om vlak voor het gemeentehuis zijn paard in te houden. De schout en Teunis gingen hem tegemoet; hij was reeds uit het za-' del gesprongen, en zich tot de schout wendend, zei de ruiter: „Zou er hier geen gelegenheid zijn, mijn paard te drenken? Het is bezweet, en heeft reeds een lange rit achter de rug". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5