EIIAtlDEn - niEUWS Overdenking NIeuvlfs BMW moet men ervaren. „Onder de Oraajevlag" --i. Het is de Heere uit de Heilige Schrift 2e blad Vrijdag 4 mei 1979 No. 4788 KVENSTER HET Uw huis verkopen? TAMBOER Uitslag verloting buurtver. „West" uit de leer leen Zwem wedstrijden in Stellendam Autobedrijf AJ. van Rumpt. Nieuws uit Zeeland HERV. GEMEENTEN - THOLEN ZONDAG 6 MEI VERVOLGVERHAAL blik opkvr en samenleving Het PvdA-congres Socialisme en levensbeschouviing. Deze week was het 1 mei, de Dag van de Arbeid. En vorige week werd het Congres van de Partij van de Arbedd ge houden. Men zou zeggen: het is alles „arbeid" wat de klok slaat. Al is het natuurlijk wel vreemd dat de mensen van de Partij van de Arbeid juist op 1 mei zo graag een vrije dag willen hebben en dat op het Partijcon gres een resolutie werd aangenomen waarin een 5-urige werkdag als het ideaal wordt voorgesteld Dat laatste was overigens niet het be langrijkste besluit dat het Partijcongres nam. Veel belangrijker was ongetwij feld de verkiezing van een nieuwe par tijvoorzitter als opvolger van Mevrouw len van den Heuvel. Het is Max van den Berg geworden, de meest linkse van de candidaten, die met een indrukwek kende meerderheid werd gekozen. Hoe wel de meer behoudende vleugel van de Partij akties had gevoerd om de oud- staatssecretaris Meijer op het kussen te krijgen, bleek de progressieve groepe ring zó sterk dat Meijer geen schijn van kans had. Luisterend naar allerlei reportages en kennis nemend van verschillende com mentaren hefa ik me wel wat verwon derd. De Partij van de Arbeid beschouwt zichzelf zo'n beetje als het geweten van het Nederlandse volk. Den Uyl, len van den Heuvel en vele andere prominente figuren uit de Partij doen nu al ander half jaar niet veel anders dan de rege ring-van Agt bestoken en kreten slaken dat Dries zo nodig weg moet en dat er een tweede kabinet-Den Uyl moet ko men. Maar deze mensen die zo goed we ten hoe ons land geregeerd moet wor den we praten dan maar niet over de puinhoop die Den Uyl zelf heeft ach tergelaten! zijn innerlijk zó verdeeld dat de ene groep er geen geheim van maakt het te betreuren dat de andere groep aan de macht is gekomen. Overigens kan het geen kwaad dat de Partij van de Arbeid naar links op schuift en van rose weer rood begint te worden. Dat geeft allereerst duidelijk heid aan de politieke opstelling. Vervolgens is de kans groot dat er op den duur een breuk komt in de eigen gelederen, want er is toch altijd een nog wat behoudende groep in de Partij die een al te linkse koers niet kan mee maken. En tenslotte: hoe linkser de Par tij wordt, hoe kleiner de kans wordt op een nieuwe coalitie met het CDA. Naarmate het socialisme grimmiger wordt, naar die mate wordt ook de openheid naar andere levensbeschou wingen kleiner. Na de oorlog, toen de oude SDAP werd omgezet in de Partij van de Arbeid, werd luide verkondigd dat dit nu een Partij was waarin plaats was voor alle soorten godsdiensten en levensbeschouwingen. Protestanten, Rooms-Katholieken en Humanisten konden zich onder hetzelfde vaandel verenigen. Wat een deining gaf het toen nog in ons land, toen een aantal Her vormde predikanten overging naar de Partij van de Arbeid! Maar deze „rode'* dominees wisten hun keuze wel te ver dedigen: er zou in de Partij een Protes- tants-Christelijke werkgroep komen en daarin konden zij hun christen-zijn uit dragen! Van dat alles is bitter weinig terecht gekomen. In Hervormd Nederland van 21 april j.l. stond een stuk van Kees Waagmeester dat er niet om liegt. „Het bestuur van het Centrum voor levens beschouwing en politiek binnen de Par tij van de Arbeid begint zijn geduld te verliezen. Het centrum blijft een te vrij blijvende aangelegenheid. Voor vragen van levensbeschouwing is de interesse- in de P.v.d.A. zorgwekkend klein". En even verder: „De P.v.d.A. houdt zich eindeloos bezig met problemen van coalitievorming en houding ten opzich te van het CDA, zonder rekening te hou den met de gevoeligheden van mensen die vanuit de inspiratie van him levens beschouwing, en in het geval van het CDA is dat het Evangelie, een politieke keuze maken. Men verdiept zich niet in de levensbeschouwelijke achtergronden van die mensen. Wat neerbuigend spreekt men over ethisch geklets. Daar mee schrikt de P.v.d.A. mensen af. Het is een ouderwets liberale opvatting binnen de P.v.d.A. dat godsdienst een privé-aangelegeniheid zou zijn Ik was blij dit geluid uit deze hoek te horen. Hervormd Nederland is toch niet een blad dat men het etiket „anti-socia listisch" kan opplakkenEindelijk krijgt men daar blijkbaar in de gaten dat christendom en socialisme niet on der één noemer te brengen zijn. Jammer dat aan het slot dan toch nog gezegd wordt: „er zijn honderdduizen den mensen die op grond van hun le vensbeschouwing juist wèl voor het so cialisme kiezen". Zou men dan nooit in zien dat dit een onmogelijkheid is? WAARNEMER. DIRKSLAND: 519 1386 1427 314 793 1041 1458 684 749 369 169 1369 Joh. 21 1 - 14 De Meester staat op 't strand, met ogen vol meedogen slaat Hi] Zijn jong'ren, die zeulen met de vis. De netten barstens vol verwond'ring in hun ogen. Ze weten nu dat het de Heere is. Daar brandt een kolenvuur, ze zijn vermoeid van 't zwoegen de hele nacht, Hij zorgt voor 't dag'lijks brood. Ook Petrus die Hem ontrouw werd, hij mag zich bij hen voegen als Hij hen allen aan Zijn tafel noodt. De maaltijd is gereed? de Heer van dood en leven Het Brood des Levens, heeft gezorgd voor brood en vis en vuur. Hij kan het nu met recht Zijn vrijgekochten geven Hij wil zje onderwijzen in dit stille morgenuur. De zon is stralend opgegaan, Hij spreekt hen van Zijn woning De toekomst van het nieuw Jeruzalem, de taak waarvoor zij staan Zijn wond're liefdemacht zal altijd bij hen zijn. Zijn werk wacht de bekroning Ze zien een eeuw'ge dageraad vol luister opengaan. LANERTA Blijf by ons, want het is bij de avond en de dag is gedaald. (Lukas 24 29) Wij beluisteren in deze tekstwoorden: „De l?ede van twee vreemdelingen." Deze bede is door de Heilige Geest als een werkmeester van het geloof in hun harten gelegd. Veel gebeden komen op uit de werkzaamheden van een werkhei- lig mens. Deze kunnen ontroerend klin ken en veel beroering verwekken, maar omdat zij niet zijn gewerkt door de Hei lige Geest, missen zij het kenmerk en de zalving van de Heilige en geven dan ook geen vrucht. Dan is het niet meer dan de springende en roepende Baaispriesters op de Kar- mel. De gehele dag hebben zij geroepen, zich met messen doorstoken en de han den opgeheven naar de hemel, maar van de hemel heilig vuur, vermochten zij niet te laten komen. De bede van de vreemdelingen is een geloofsbede, ze is gewerkt door de on derwijzingen van de Heilige Geest. Zij vloeit uit de gemeenschap met God in Christus. Vreemdelingen? Ja, dat zijn ze. Hun leven openbaarde dat naar buiten. Losgemaakt van de wereld, mochten zij de wereld loslaten. De zonde in zijn Godonterend karakter in hen geopenbaard, deed hen de zonde haten en vlieden. Ze waren vreemde lingen gelijk als David gezongen heeft in psalm 119: „Ik ben, o Heer' een vreem ling hier beneên, laat Uw geboên op reis mij niet ontbreken." Bovendien waren ze bestreden vreem delingen. Bestreden door de driehoofdi ge doodsvijand, die niet ophield aan te vechten en geen rust gaf. Maar ook in nerlijk was de strijd hevig. Inmiers hun geloofsleven was vol raadsels, die ze zelf niet vermochten om op te lossen. De omstandigheden zijn ons bekend. Ze zijn Jeruzalem ontvlucht. In de dode vormendienst konden zij het leven niet meer vinden. Hoe mooi deze ook was, en hoe luisterrijk de levieten en de priesters zich in deze dienst vertoon den, hun leven kon er niet door bevre digd worden. Immers de breuk tussen de Heere en hun hart moest opgelost wor den. Hoe dat dit moest gebeuren, wis ten zij nog niet. Zeker, veel hadden zij gehoord en gezien, maar dat had de zonde niet verzoend en de schuld niet betaald en het oordeel Gods niet weg genomen. Hun eigen vormendienst was reeds lang in de dood geëindigd. Door de werken van de wet is niemand rechtvaardig voor God. Hun ogen waren geopend voor de weg der zaligheid buiten hen in Christus. Daaruit hadden zij geleefd en hun hoop gebouwd. Maar nu zij Jeru zalem verlaten, is dit alles te kort ge bleken. Zij hebben op weg naar Emmaus met elkander gesproken over de dingen die geschied waren. Hoe meer dat zij er over spraken, hoe groter de raadsels zijn geworden. Innerlijk bedroefd moeten zij vaststel len niet in staat te zijn de oplossing van dit alles zelf te vinden. Zeker zij hebben het getuigenis van de vrouw engehoord. Zij zijn er door ont steld geworden. De vrouwen hebben gesproken: „Hij leeft". Maar dit alles heeft het niet opgelost. Zij hebben Hem niet gezien en dat is voor hun leven noodzakelijk. Zij kunnen het niet doen met de boodschap .van anderen, ook niet met de wetenschap van anderen. Zij moeten Hem Zelf aan schouwen als de opgestane Levensvorst, maar hoe zal dat gebeuren? Terwijl zij zo met elkander aan het spreken zijn, krijgen zij een metgezel. Er staat in het vijftiende vers: „Dat Jezus Zelf bij hen kwam en met hen ging en hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden." Het is een heilige les voor de ganse gemeente Gods. Dichtbij Hem, ja, als het ware tastbaar, maar als Hij Zich niet openbaart, zien zij niets. Hoe dui delijk leert de Heere ons, dat alles van den Hemel geleerd moet worden. Dat zij niet kunnen geloven als zij willen en niet kunnen eigenen zonder openbaring. De luister van Gods souvereiniteit wordt wel vaak benoemd, maar slechts door weinigen geoefend. Dat leert ons immers, dat de Heere met het Zijne doet naar Zijn welbehagen en dat niets in de mens, noch van de mens een bewegende oorzaak heeft voor God. De Heere lokt het hart van de vreem delingen uit. Zijn vraag is ontdekkend en hart doorzoekend. „Waarom zijt gij zo droevig?" Welnu, van hun zielsdroefheid kunnen zij vertellen. Zij spreken niet over be zit, maar over gemis. Toch spreken zij van Hem, op wiens lippen genade is uitgestort. Uit hun gemis spreken zij van hetgeen het hart beroert. Zij spre ken van Jezus en Zijn profetische dienst. Van Zijn wonderlijke onderwijzingen. Zijn woorden hebben zij als water op gedronken. Zijn daden hebben zij be wonderd. Hun hoop was op Hem geves tigd. Zij hoopten dat Hij verlossen zou. Maar nu is de dood tussen beide geko men. Hun hoop is aan het vloekhout genageld. Als een misdadiger is Hij ge storven. Naar Jozefs hof werd Hij uit gedragen en nuzij weten het niet meer. Veel hadden deze vreemdelingen ge leerd. Zij hadden kennis aan Zijn profe tische dienst. Iets van Zijn heerlijkheid als Koning was in hun leven geopen baard. Maar nu is alles in de dood te recht gekomen. Hoe moet het nu verder? Wie lost deze levensvragen toch op? Hoe worden zij met alles er buiten ge zet. Toch is het een opzoekende daad van den Hemel, die hen op de weg naar Emmaus Goddelijk onderwijs en hemel se lessen zal leren. Ontdekkend is ook het onderwijs welke zij ontvangen. Uit de mond van hun Metgezel klinkt het: „O onverstandigen en tragen van hart om te geloven al het geen de profeten gesproken hebben!" Moest de Christus niet al deze dingen lijden en alzo tot Zijn heerlijkheid in gaan? Dan neemt Hij ze weer op de leerschool en onderwijst hen uit de schriften. Uit de schriften verklaart Hij Zijn midde- laarsheerlijkheid. Hun harten worden geopend en gaan branden. Gods Geest verlicht het verstand en past him toe wat zij in Christus hebben. Doch daarover handelen wij een vol gende maal. Dtrksland. Ds. P. Blok. NED. HERV. KERK Beroepen te: Baam C. J. v. d. Plas te Delft; 's-Gravenhage W. C. Hovius te Katwijk aan Zee. Aangenomen naar; Uddel kand. F. v. Roest te Wageningen. Bedankt voor: Aalburg, Bruchem, Den Bommel, Driesum, Eemnes, Hagestein, Kamerik en Polsbroek kand. F. v. Roest te Wageningen; Woudenberg J. H. C. Olie te Linschoten; 's-Grevelduin-Ca- pelle P. Koeman te Oene. GEREF. KERKEN Beroepen te: N.-Loosdrecht P. Rie- mersma te Harlingen; Dieren C. v. d. Linden te Leerdam; IJmuiden B. de Boer te Workum. Aangenomen naar: Hoogeveen A. IJkema te Almelo; Appingedam W. v. d. Kerk te Baam; Dordrecht T. Zoutman te Anna Paulona; Leeuwarden W. Huis man te Rijnsburg; Middelhamis A. v. d. Waal te Abbenbroek; Groningen D. Van- haelen te Souburg. Bedankt voor: Hallum A. Hoogkamer te Wagenborgen; Uithuizen H. Lijessen te Rotterdam. Overleden: Op 80-jarige leeftijd over leed Ds. W. Schouten, em. pred. te Zeist. Hij werd in 1929 predikant te Westbroek en diende voorts de kerken van Zuilen en Utrecht. In 1964 ging hij met eme ritaat. GEREF. KERKEN Vrijgemaakt Beroepen te: Berkel H. Feenstra te Brunssum; Spakenburg H. Mostert te Hoogeveen; Vlaardingen J. Goedhart te Zwolle; Hattum M. Oosterhuis te Wage ningen; Leeuwarden P. Schelling te Middelburg. Bedankt voor: 's-Heriogenbosch (als miss. pred.) J. Borgdorff te Bodegraven. Mutaties: Na bevestigd te zijn door Ds. H. V. Herksen te Heemse met 2 Tim. 2 11-13, deed kand. G. Riemer intrede te Amersfoort als miss. pred. te Irian Jaya met Openb. 14 6, 7. Prof. Dr. J. Douma bevestigde met 2 Tim. 2 3-7 kand. R. de Graaf als predi kant te Nieuwleusen, welke intrede deed met 2 Tim. 2 8-10. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te: Leiden E. Slofstra te Broek op Langedijk; Utrecht-N. A. Baars te Urk. Aangenomen naar: Carambeï (Brazilië) H. Last te Eindhoven. Urk-Oost: De nieuwe Chr. Geref. Kerk te Urk-Oost groeit nog steeds. De nieu we Maranatha kerk is daardoor nu reeds te klein geworden. Men heeft nu naast de diensten, die daar gehouden worden, ook diensten in een noodkerk, welke is ondergebracht in het gebouw „De Schuilplaats". i GEREF. GEMEENTEN Beroepen te: Almelo J. Karens te Op- heusden; St. Catharines (Canada) A. Moerkerken te N. Beijerland; Oud-Beij- erland A. Vergunst te Veen. Bedankt voor: Sprang W. Hage te Rotterdam-W.Middelburg J. Verweij te H.I. Ambacht; Capelle a.d. IJssel A. Hoogerland te Krabbendijke; Rotterdam IJsselmonde E. Venema te Drachten; Amsterdam J. Karens te Opheusden. Drachten: Voor 25 jaar werd een klei ne gemeente geïnstitueerd onder de naam Chr. Geref. Gemeente. W,ijlen Ds. J. G. V. Minnen was hier voorganger, voorheen pred. van de Chr. Geref. Ker ken. In 1955 werd Ds. H. Groen voor ganger, welke reeds in 1957 overleed. Slechts enkele tientallen bleven over en sloten zich in 1962 aan bij de Geref. Ge meenten. In 1973 nam Ds. E. Venema een beroep aan en volgens de laatste ge gevens bestaat de gemeente thans uit 268 zielen. Op zaterdag 28 april zijn er voor de tweede maal dit seizoen in het Stellen- damse openiuchtfaad zwemwedstrijden gehouden. Deze keer werd er 50 en 100 meter vrije slag gezwommen door leden van „de SchotejU" uit MiddeLharnis, ,,de Gooye" uit Dirksland, „de Watervrien den" uit Hellevoetsluis en „de Stelle" uit Stellendam. Ondanks dat het zwem water een zoimerse temperatuur heeft en ook de kleedruimtes verwarmd zijn, lokte dit de zwemmers niet. Vooral veel leden van Z.C. „de Schotejil" lieten het afweten en verschenen niet aan de start. Dit was lang niet het geval bij de leden van de andere verenigingen. Deze had den een redelijk goede opkomst. De weergoden werkten toch nog een beetje mee, want het was al vóór de start droog en windstil geworden. De 87 deelnemers(sters) maakten er een spannende strijd van, waarvan Er- ma V. Heest uit Stellendam en Leon du Pree uit Middelhamis, op de 100 meter, de snelste waren. Andere uitslagen: 50 mtr. meisjes/ jongens: geb. 1971 of later: 1. Anne v. d. Slik, M'hamis. 1. WUjo V. d. Nieuwendijk, St'dam 2. Kees Jan Braber, St'dam 3. René Vis, Middelhamis. Geb. '69-'70: 1. Tmdy Wijnhoff, Mid delhamis. 2. Monique Fofma, M'hamis. 3. Annemarie Kokker, St'dam. 1. Hans Kooyman, M'hamis. 2. Pieter v. d. Boo- gert, M'hamis. 3. Peter Barendse, M' hamis. Geb. '67 - '68: 1. Marleen Wijnhoff, M'hamis. 2. Gisela Schater, H'sluis. 3. Leone Vroege, M'hamis. 1. Bastiaan de Man, D'land. 2. André v. d. Nieuwen- dijk, St'dam. 3. Bennie v. d. Sluis, M' hamis. Geb. '65 - '66: 1. Inge Schaf er, H'sluis. 2. Marijke Heerschap, St'dam. 3. Marlies Bestman, D'land. 1. Johan Langbroek, D'land. 2. Will v. Vliet, M'hamis. 3. Jos Klink, Stellendam. Geb. '63 - '64:1. Erma v. Heest, St'dam 2. Ingrid V. d. Stigchel, H'sluis. 3. Coby Boshoven, St'dam. 1. André Barendrecht M'hamis, 2. Kees v, Seters, St'dam. 3. Ab V. Driel, D'land. Geb. '62 of eerder: 1. Erike Hazelbag, H'sluis. 2. Erna v. Dam, St'dam. 1. Leon du Pree, M'hamis, 2. Arjan v. d. Stighel, H.'sluis. 3. Hena de Man, Dirksland. Het eerste wat een bestuurder van welke BMW ook zal ervaren, is het pure genoegen van hoge prestaties, de feilloze techniek en de zorgvuldige afwerking. De tweede ervaring is, dat onze service met dezelfde vakkennis geschiedt, als die waarmee de automobielen worden ontwikkeld en geproduceerd. Service met een liefde voor het detail, die men alleen bij de erkende BMW-dealer aantreft. Molendijk 85 - Postbus 4, Stad aan 't Haringvliet. Telefoonnummer 01871 -15 53. THOLEN Benoeming. Mevrouw Beukema, hoofdleidster aan de Chr. Kleuterschool „De Klimroos", gaat met ingang van 4 juni de school verlaten. In haar plaats is nu benoemd mevr. Pauwe-den Hartog Geen racebanen naar Philipsdam Op de woensdag gehouden bijeenkomst van de commissie ruimtelijke ordening van de gemeente Tholen was men het overeens, dat de aansluitende wegen "van en naar de Philipsdam geen race banen mogen worden. De dienst ge meentelijke ontwikkeling ontwikkelde nog een eigen alternatief bij de plannen, die provinciale waterstaat heeft ge maakt. Het eigen alternatief komt na genoeg overeen met de door de gemeen te St. Philipsland gekozen ongelijkvloer se kruising, zoals plan 5 van de water staat aangeeft. Met het Thoolse alter natief heeft men de minste landbouw grond nodig, wordt het speciedepót vrij wel gemeden en zorgen een paar boch ten voor een beperkte snelheid. De commissie vind dat men voor plan 5 moet kiezen als eigen ontwerp geen doorgang kan vinden. Met die keuze stemt ook in de gemeente St. Philips land, het Landbouwschap, de Milieu vereniging en het Kanaalschap Schelde - Rijnverbinding. SINT MAARTENSDIJK Opening uitbreiding gemeentehuis Vrijdag 1 juni zal de commissaris der Koningin in Zeeland, dr. C. Boertien, de uitbreiding van het gemeentehuis offi cieel openen. Het nieuwe gedeelte is reeds in gebruik door de gemeente diensten van Tholen. De aannemer, G.ebr. Uijtdewilligen is nu nog bezig met inwendige verbouwing van het oude gedeelte. Zaterdag 2 juni is er dan „open huis" voor iedere belangstellende. Opbrengst kollekte De gehouden kollekte voor Woord en Daad heeft te St. Maartensdijk 1263,25 opgebracht. Verkeersexamen. De kinderen van de 6e klas van de Juliana van Stolberg- school deden van de week verkeersexa men. Alle 24 deelnemers slaagden. Tholen 9.30 en 18.30 uur ds. L. Wüll- schleger Poortvliet 10 uur hr. S. Gers- sen uit Utrecht, 18.00 uur ds. M. D. Geu ze Scherpenisse 9.30 en 14.30 uur ds. D. J. Budding St. Maartensdijk 9.30 en 14.30 uur ds. J. Blom Stavenisse 10 uur ds. W. J. Gorissen, 18.00 uur ds. G. Post uit Amemuiden St. Annaland 10 en 18 uur ds. D. J. van Dijk uit Wou den berg Oud Vossemeer 10 en 18.30 uur ds. Th. W. H. v. d. Heijden St. Philipsland 9.30 uur lezen, 14.30 uur ds. A. B. Cysouw. door Li. Penning Vitgevery W. M. den Hertog SSS«3!2Rsi3i3S5!SS!SiSSS;Si:3;S:9S;S®S:S^ Andries keek toch toornig op. „Ge moet geen kwaad spreken van onze driekleur!" zei hij scherp; „een neef van mij heeft zes jaar geleden als jongmaat op het schip van admiraal Van Gent de tocht naar Chattam meege maakt, en ik weet uit zijn eigen mond, dat de Engelsen als hazen voor onze driekleur op de loop gingen". Pietersen klopte Andries lachend op de schouder. „Tut tut! het geeft niets! Wat is een vlag? Gooi ze in 't vuur, en ze verbrandt gooi ze op de mesthoop, en ze verrot! Een vlag is helemaal niets, jongen, en word ik er beter van, dan wU ik gaarne Fransman worden waarom niet? Wat doet het vaderland voor ons? Wat is de vaderlandsliefde toch voor een begrip?" Opnieuw verbleekte de gloed in An dries' ogen. Hij sloeg ze neer, trok de schouders op, en had geen verweer. Om de hoek van de schaapskooi kwam de schoutenknecht aanlopen. Het ver- rimpeld gelaat van de oud-soldaat, die veertig jaar geleden onder de banier van Frederik Hendrik het beleg en de ver- meestering van Den. Bosch had meege maakt, vertoonde ernstige bezorgdheid, en hij vroeg aan Andries, of deze de schout niet had gezien. De belangrijkste tijdingen waren zo even binnengekomen; een paardekoper, die in het land van Kleef paarden aan kocht voor het Brandenburger leger, had ze meegebracht. De man had ver teld, dat het Franse leger gezworen had, Holland te zullen verpletteren of te sterven; het was met slaande trom en vliegende vaandels voorbij Maastricht getrokken, en zou elk ogenblik de Gel derse grenzen kunnen overschrijden. Dat alles vertelde Teunis de schouten- knecht met een stortvloed van woorden, want hij was opgewonden, en hij stamp te toornig met de zware eiken stok op de grond, terwijl hij dacht aan het treurige verval onzer militaire weer- krachten. „'t Is een ellende!" zei hij, door zijn rossige baard strijkende. „Ik heb met de schout een inspectiereis gemaakt langs onze grensvestingen maar 't was een janboel. Op mijn woord van eer 't is een schande! Vestingen? M'n lie ve mens daar zijn geen vestingen! In twee-en-twintig jaren is er geen schop in de grond gestoken; de grachten lig gen dicht de jongens spelen er krij gertje. Ik vroeg waar de stormpalen waren? De keukenmeiden hadden ze als brandhout gebruikt, om het middagmaal der officieren goed gaar te krijgen. Wal len zag ik niet wel mooie moestuinen, waar de beste peen werd geteeld". „Hoe staat het met de ammunitie?" vroeg Pietersen. „Ammunitie!" antwoordde Teimis, in een schampere schaterlach uitbarstend: „die vraagt naar ammunitie! Man daar is geen ammunitie, en het kruit, dat er nog is, plakt aan elkander als sneeuw in een harde dooi!" „De officieren zijn flink!" zei Pieter sen, zo langs zijn neus heen. „Flink?" hernam de schoutenknecht, de vreemdeling van het hoofd tot de voeten opnemend: „flink? Die gepoe derde heertjes schrikken als benauwde katten, als ze een musket horen knallen, en ze vallen in zwijm, als een kanon af gaat. En dan die soldaten! Het zijn stro pers, vagebonden, die gegeseld en ge brandmerkt moesten worden! De Prins laat elke week een dozijn van die vader landsverdedigers ophangen, om er de tucht in te krijgen. Dat is te prijzen, maar hij zal er niet eentje overhouden, en dat is ongeluk kig genoeg! Het was in mijn tijd anders! Dét waren soldaten echte ijzervreters die de kippen niet stalen bij de boer, maar bij de vijand aan de poort klop ten, en riepen: Doe open in naam van Oranje! En doet ge 't niet gauw, dan trappen we de p>oort in!" Doch toen herinnerde Teunis zich weer eensklaps het doel van zijn tocht. „Dus ge weet de schout niet?" En zonder te groeten, ging hij weer op stap, met een driftig gebaar, om de ver zuimde tijd in te halen. „Ziet ge wel?" zei Pietersen. „Nu hebt ge gehoord, hoe het staat! Rot alles verrot! En de Fransen op komst ik groet 't gemenebest der Zeven Provin ciën!" Hij was voornemens geweest, naar het Tolhuis te gaan, maar hij bedacht zich, en sloeg een smal voetpad in, dat naar het dorp leidde. HOOFDSTUK II Hoe dichter Pietersen de kerkbuurt naderde, hoe meer opgewonden gezich ten hij ontdekte. Het sensatiebericht van de nadering der Fransen was reeds met de snelheid van de vlam, die in droge takkebossen slaat, het dorp rondgegaan. De grasriiaaiers kwamen, met de zeis op de schouder, van het land; achter hen hun weeklagende vrouwen, van wie zij de noodlottige tijding hadden vernomen. De mensen leunden over de onderdeur, om met de buurman te spreken. Zij stonden in kleine groepen op de kruis punten van de stuivende zandweg; en bij de kerk, idie met haar witte muren vriendelijk tussen het groene lover der hoge olmen doorschemerde, was een op eenhoping van volk, alsof het de te rechtstelling van een moordenaar gold. De dorpers wezen met onrustige ge baren naar de horizon, vanwaar zij de vijand verwachtten; ze wierpen een angstige blik naar de Rijn, die hun laat ste verdediging vormde, en vroegen in de hevigste opwinding, waarom het le ger van de Prins niet kwam. De grote heren in Den Haag hadden hem tot Ka pitein-Generaal gemaakt; 't was goed; maar wat hadden ze in vredesnaam aan een Kapitein-Generaal, die hen in de steek liet, als het er begon te nijpen? De voorzichtigsten waren reeds naar huis geslopen, om hun geld in een afge dragen doek, een versleten ijzeren pot of oude kous, onder de blauwe tegels van de keuken te begraven vijf voet diep, telkens met schuwe blikken en ge spitste oren luisterend naar het gering ste gerucht. Want zij vreesden overlo pen te worden; in deze onrustige tijd was niemand meer te vertrouwen, en alle banden van orde en wettigheid zou den onder de voet worden gehaald. Baas Gerrits, die aan het Moleneinde woonde, en familie in het Sticht had, onderzocht reeds zijn oude rammelkast van een wagen, smeerde de assen, en had zijn vrouw gelast, de kostbaarste bezittingen in te pakken. De dolste geruchten deden de ronde. De brouwersknecht van „het Hoefijzer" die van de IJssellinie kwam, wist te vertellen, dat het Franse leger, volgens geloofwaardige berichten, een half mil- lioen soldaten telde, en dat te Parijs een ijzeren kooi in de maak was, om er de Prins in te stoppen. Het was een verademing, toen het volk de schout, met Teunis aan zijn zijde, zag naderen. De schout was naar de Rijnoever geweest, om de stand van 't water op te nemen, en zag zich nu ineens door een grote volkshoop om ringd, die hem om raad en daad vroeg. „Er is in een kring van twintig mijlen geen Fransman te vinden", zei hij met verheffing van stem: „al wilde je de vent tegen goud opwegen. Gaat naar huis, mensen, als ge ten minste warm eten wilt hebben; en zo ge een Frans man ziet, breng hem dan hier we zullen de kerel in het torenhok stop pen!" „Maar die paardenkoper dan?" vroeg de kleermaker van het dorp; „die man zal het toch wel weten, heer schout!" De schout haalde de brede, vierkante schouders op. „Die paardenkoper? Ik ken hem 't is een man, die schromelijk overdrijft. Wat zegt ge daar, snijder? Komt Lode- wiik met vijfmaal honderdduizend man? Waar moet hij ze vandaan halen? Kom ik had u toch voor wijzer ge houden! Ik ga eten doe jelui hetzelfde en als er werkelijk gevaar komt, zullen wij 't eerlijk delen!"

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5