EIIAIIDEII - niEUWS Dokter Mezger in Domburg Overdenking veR V3in honk uit de Heilige Schrift 2e Uad Vrijdag 2 inaart 1979 No. 4771 -•rZ KVENSTER HET ZEEUWSE WANDELINGEN HET TEKEN VAN JONAS Congres over Abortuswetgeving OOSTFLAKKEE: Voorlichtingsavond gevaarlijke stoffen Bestrijding bij eventuele rampen Zondagsschool „Samuër' Nieuwe Tpnge 40 jaar VRIESKOU VERVOLGVERHAAL maaims memmum blik op kerk en samenlevlns Het uittreden van Hegger Niet onverwacht Wat nu? Wat velen al enige tijd hadden zien aankomen is gebeurd: de bekende Ds. H. J. Hegger van de Stichting In de Rechte Straat heeft de Gereformeerde Kerken verlaten. In een brochure getiteld „De nacht is ver gevorderd" heeft hij van zijn uittreden rekenschap afgelegd. In een volgende brochure zal hij bekend maken bij welke kerk of geloofsgemeen schap hij zich zal voegen. Reeds vroeger konden velen in de Ge reformeerde Gezindte niet goed begrij- pen waarom Hegger, met zijn diepe eer bied voor de Schrift en de Belijdenis van de Reformatie en met zijn diep-bevinde- lijk geloofsleven, zich had aangesloten bij de Gereformeerde Kerken. Toch is dat niet zo vreemd als het lijkt. Wat wist deze man, afkomstig uit het Rooms-Ka- tholieke Limburg, en priester en hoog leraar geweest in Brazilië, van de onder linge verschillen tussen de kerken van de Reformatie? In contact gekomen met een gezin waarmee hij zich van meet af aan geestelijk één voelde, maar dat „toevallig" tot de Gereformeerde Ker ken behoorde, sloot ook hij zich bij die kerken aan. Zonder toen ook maar te vermoeden, wat trouwens óók vele kin deren der Reformatie pijnlijk heeft verrast, dat deze Kerken in zó korte tijd zó ver zouden afdwalen van het spoor van Schrift en BeUjdenis. Het moet in het bijzonder voor Hegger, die er onbe vangen tegenover stond,, een diepe te leurstelling hebben betekend, een teleur stelling die thans resulteerde in zijn uittreden. In de Waarheidsvriend van donder dag 22 februari wijdde Ir. J. van der Graaf ook een artikel aan de stap van Hegger. Omdat hij daarin verwoordt wat bij velen onder ons zal leven schrijf ik de volgende passage voor u over: „Men kon het eigenlijk zien aanko men. Van meet af had ds. Hegger een vrij geïsoleerde positie in de Gere formeerde Kerken. Met de ontwik keling in de laatste tientallen jaren werd die positie geïsoleerder. Het liep uit op een leidinggevende plaats bin nen de kring van de verontrusten in de Gereformeerde Kerken met hun blad „Waarheid en Eenheid". Het ging van protestbrief naar protest brief aan het adres van de Generale Synode van de Gereformeerde Ker ken in verband met de theologie van Kuitert, Wiersinga en recent nog weer van Ds. Boelens, protesten die op niets uitliepen wat betreft het ef fect binnen de Gereformeerde Ker ken. De noodgemeenten kwamen, en kele in den lande, met ook ds. Hegger als voorganger. En uiteindelijk kwam Heggers pleidooi opnieuw voorge legd aan de Gereformeerde Synode voor het goed recht van de (er kende) huisgemeente. Ook dit plei dooi vond geen weerklank, overigens ook niet bij hen die met ds. Hegger de beginselen van de Reformatie on verkort zijn toegedaan. De laatste stap moest welhaast worden de uit treding die dan nu een feit werd, een stap die hij zette na een aantal geest- verwanteVi in de kring van de veront rusten: Amtzen,. Van Mechelen, Van Ginkel, Schelhaas, Bos, Pontier, Poelman Van der Graaf waarschuwt vervolgens tegen een al te gemakkelijk oordelen, beoordelen en misschien wel veroorde len van Hegger's beslissing. Hij schildert ook de ontnuchtering voor Hegger, die zeU het klare goud van de Reformatie had herontdekt, toen terecht kwam in een kerk, waarin hij dacht het gevonden te hebben, en nu na dertig jaar zich ge noodzaakt ziet die kerk weer ite verlaten. Wat ons, binnen de Gereformeerde Gezindte, altijd weer opvalt is dat uit treden uit een van de „gescheiden" kerken bUjkbaar eerder gebeurt dan de Hervormde Kerk verlaten. Het probleem van Ds. Hegger en de andere „veront rusten" in de Gereformeerde Kerken is immers evengoed een Hervormd pro bleem. In deze Kerk worden nu al an derhalve eeuw lang de fundamenten van het kerk-zijn ondergraven, maar aan uittreden uit die Kerk wordt nauwelijks serieus gedacht. Komt dat doordat de Hervormden aan de desolate toestand van de Kerk gewend geraakt zijn? Of hebben de mensen in de „gescheiden" kerken een andere opvatting van de tucht? Of krijgen de bezwaarden in bij voorbeeld de Gereformeerde Kerken de indruk dat het toch „vechten tegen de bierkaai" is? Het zijn zomaar vragen die ons tot nadenken stemmen. We zijn benieuwd naar de volgende brochure van Hegger, waarin hij zijn plannen voor de toekomst zal onthullen. We hopen, mét Ir., Van der Graaf, dat hij „het zicht blijft houden op de Kerk als instituut". Die wens is niet ongegrond, omdat Ds. Hegger in het verleden altijd blijk heeft gegeven van een zekere affi niteit tot de „geloofsgemeenschappen", en omdat hij kort geleden nog heeft ge pleit voor het goed recht van „huisge- meenten". Misschien is een en ander op dit moment voor hem aantrekkelijk, maar de kerk met haar ambten en haar prediking is tenslotte niet niets WAARNEMER THOLBN Tweemaal onder invloed achter het stuur. De 26-jarige vrachtwagenchauf feur L. L. V. werd donderdag door de politierechter te Middelburg veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenis straf van 3 weken en 8 maanden ont zegging van de rijbevoegdheid, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Op 26 augustus werd V. op de Een- drachtsweg in Tholen aangehouden voor zijn vreemd rijgedrag. Hij bleek een alcoholpromillage te hebben van 2.38. Op 13 januari werd wederom aange houden, nu in een personenautoi, op de Eendrachtsweg. Hij had toe een pro millage van 1,54. In het Zeeuws museum in Middelburg is er een paar weken een tentoonstelling geweest over deze dokter, die ieder jaar een paar maanden in de zomer in Dom burg logeerde. Deze expositie staat ook wel enigszins in verband met de ge schiedenis van het Badhotel. Een oud deftig hotel, dat meer dan 100 jaar geleden in gebruik werd genomen (1866). Daar logeerden zijn patiënten, meest prinsen en prinsessen, koningen en ko- fconinginnen, adellijke personen die de lange reis naar Domburg en de hotel- prijs goed konden betalen. Ze kwamen uit alle landen van Europa om, zich door deze beroem^de dokter te laten gene zen. Koningin EUsabeth van Roemenië, die onder haar schuilnaam Carmen Syl- va gedichten schreef. In Domburg staat nog een villa met deze naam;, waar ze tijdelijk woonde. Vorsten uit Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Engeland, Rus land kwamen dokter Mezger raadple gen. Ook onze eigen koninklijke familie, met goed gevolg heeft hij kroonprins Willem, de oudste zoon van koning Willem III behandeld. Evenals het prins- je Gustaaf van Zweden, die op zijn heup ongelukkig gevallen was. Met suc ces, hij is later koning geworden. Verleden jaar september is het Bad hotel definitief gesloten, het voldeedl niet meer aan de moderne eisen, die tegenwoordige toeristen stellen. Dokter Mezger had er trouwens ook al over geklaagd en dat is bijna 100 jaar ge leden, o.a. dat de toüetten stanken en daarna zijn er wel enkele verbeterin gen aangebracht. De beroemde dokter De naam Johann Georg Mezger kUnkt Duits. Hij was inderdaad van Duitse afkomst, zijn vader kwam uit Würtem- berg en vestigde zich in 1819 als slager in Amsterdam. Ze waren Luthers. De toekomstige dokter werd op 22 augustus 1808 geboren. Er waren 9 kin deren in het slachtershuis, van wie de meesten jong gestorven zijn. Daar groeit hij op te midden van vlees en spieren en beenderen. Dat zou hem later nog te pas komen. Eerst wordt hij gymnastiek-onderwij- zer. Dan maakt hij kennis met stijve ledematen en vergroeiing van beende ren, vooral ruggegraat-verkrommingen. De meeste afwijkingen schrijft hij toe aan de slechte sociale toestanden, zoals b.v. het wonen in vochtige kelders, wei nig lichaamsbeweging, de lange werk tijden van kinderen in ongezonde fa brieken. Hij wil er meer van weten en gaat voor dokter studeren aan de universiteit van Leiden en daarna nog een half jaar heilgymanstiek in Duits land. Met goed ,gevolg promoveert de 30- jarige Mezger tot doctor in de genees kunde over „De behandeling der voet- verstuikingen met fricties wrijving, massage)". Hij wordt een beroemd masseur met een nieuwe geneeswijze die nog niet veel gebruikt werd. Vooral zijn duim gebruikt hij, ook wel een houten ha mer, waarmee hij op de buik klopt om slechte spijsvertering en als gevolg daar van andere ziekten te voorkomen. De wrijf- en knijpdokter wordt hij ge noemd, zijn tegenstanders noemen hem een kwakzalver. Op 't ogenbhk woont er in Brugge een bekende doktermasseiu", waar ook verscheidene mensen uit Zeeland naar toe gaan. Vooral by klachten aan de rugwervels schijnt hij succes te heb ben. De „kraker" noemen ze hem. Terug naar dokter Mezger. Hij be gint zijn praktijk in Amsterdam, waar hij soms 50 patiënten per dag behandelt, 6 a 8 minuten per persoon. In het Am- stelhotel, waar hij niet ver vandaan woont, oefent hij zijn praktijk uit en daar kunnen ook zieken die van ver komen logeren. Hoewel men hem wilde benoemen tot professor, heeft hij er in 1888 genoeg van. Een profeet is nu eenmaal niet ge ëerd in zijn vaderstad. Collega's die jaloers zijn op zijn geweldige toeloop, spotten met zijr^ methode en schelden hem uit voor kwakzalver en wonderdok ter. Als reden voor zijn vertrek noemt hij de stinkende grachten en het slechte plaveisel van de stad en de baldadig heid van de jeugd tegenover zijn vor stelijke patiënten. Eerst gaat hij naar Wiesbaden en daarna naar Parijs, waar hij tot zijn dood is blijven wonen. In Domburg Vanuit Parijs komt hij ied'ere zomer voor een paar maanden naar Domburg, in die tijd een opkomende deftige bad plaats. Hij laat er zelfs een huis bouwen even buiten het dorp: de wilde Irma, die enkele jaren geleden is afgebrand. Hier houdt hij praktijk. Hij behandelt niet alleen de adellijke personen uit het buitenland, maar ook de eenvoudige mensen uit de omgeving. Voor hem zijn ze allen gelijk. Als er in de wachtka mer tussen de voorname bezoekers ook eenvoudige boerenmensen zitten, be handelt hij die het eerst. „JulUe hebben de tijd", zegt hij tegen de vorsten, „en hij niet". Toen de dame in de wachtkamer hier op eens een aanmerking maakte en uit riep: „Maar dbkter, ik ben gravin" antwoordde hij kalm: „Mevrouw, ik ken geen gravinnen, alleen maar patiënten". Zo was hij, soms wat ruw en bars, maar toch goedhartig en vriendelijk voor iedereen, of het een vorst of een werkman betrof. Wie te arm was om te betalen kreeg de béhandeUng gratis. Hij ging zijn eigen weg en gebruikte zijn kimde en zijn geld alleen maar voor het welzijn van zijn medemensen. Het was hem onverschillig hoe de mensen en in 't bijzonder zijn coUega's over hem dachten. Zo wordt wel ver teld dat hij met zijn dikke duimen zijn patiënten op een pijnlijke manier masseerde. Gezien zijn grote populari teit zal dit wel uit een lasterduim ge^ zogen zijn! Op zijn 70e verjaardag (22 aug. 1908) werd feest .gevierd in Domburg en werd hem een beker aangeboden. Het was er zijn laatste verblijf. Op 3 oktober vertrok hij naar Parijs, waar hij vol gend voorjaar is gestorven. Zijn lijk werd naar Zeeland! overgebracht en daar op 9 maart 1909 op de begraafplaats te Oostkapelle ter aarde besteld. Op het Groentje te Domburg is een eenvoudig monument voor hem opge richt als herinnering aan de gevierde dokter door „Zijne dankbare patiënten en vereerders", zoals de ene zijde ver meldt. Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken en hun zal geen teken gegeven worden dan het te ken van Jonas de profeet. (Matth. 12 39). Enkele Farizeeërs zijn bij de Heere Jezus gekomen met een vraag: Meester, wij willen van U wel een teken zien. Ze vragen het erg beleefd, want ze spreken Hem aan met „Meester". Maar de vraag zelf is erg brutaal. Ze vra gen van Hem een legitimatiebewijs. Be wijst U ons maar eens dat U de Mes sias bent. Laat nu maar eens zien dat U van God komt. Als U het wilt, dan ziillen wij. Farizeeërs, bij de mensen al leen maar goed van U spreken. Waarom krijgen de Farizeeërs dat te ken niet? Omdat ze het vragen in het ongeloof! Immers, als Hij het teken niet geeft, dan hebben ze een excuus voor hvai on geloof. Dan kunnen ze zeggen: Heere Jezus, U voldoet niet aan onze verwach tingen, want U hebt niet gedaan wat wij vroegen. U kunt dat blijkbaar niet. Welnu, dan voelen wij ons ook niet ver plicht in U te geloven. Wat een brutaliteit. Want hoeveel te kenen hebben ze al niet gekregen. Zijn heilig leven was een teken. Wie van U overtuigt Mij van zonde? Zijn Goddelijk onderwijs was een teken. Nooit heeft een mens zó gesproken zoals deze Mens. Zijn wonderen waren tekenen. Als de Messias gekomen zou zijn, dan zouden blinden zien en doven horen. Wel, deze tekenen konden ze iedere dag om zich heen zien. Maar ze zeggen: Heere, het is voor ons niet genoeg. Nog een teken erbij als- t-U-blieft. Dan pas zullen we in U ge loven. Vinden we het vreemd, deze vraag om een teken? Hebben we nog niet genoeg tekenen gehad? Misschien zijn we wel- eens ernstig ziek geweest. Misschien zijn we weleens opgeschrikt door een plot seling sterfgeval. Misschien is er op een andere manier aan de fundamenten van ons leven gerukt. Waren dat geen te kenen? Maar het grootste, het belangrijkste teken was het Woord. Het Woord dat we in huis hebben, het Woord dat ons verkondigd wordt. Dat is letterlijk een teken dat de Heere nog met Zijn Geest en met Zijn genade in het midden van ons is. En wat zeggen we? Ja, er zal mis schien eerst iets moeten gebeuren in miJn leven. Ik zou het wel geloven als de Heere eens iets bijzonders deed. Zouden we het dan écht geloven? Of zou het teken onze zinnen in verrukking brengen, terwijl ons hart er zo koud on der bleef als een steen? Wat zal de Heere Jezus zeggen tegen deze Farizeeërs? Och, U kunt tenslotte ook niet aannemen als het U niet uit de hemel gjegeven wordtNee, dat zegt Hij niet. Hij gaat hun laatste vluchtwe gen afsnijden. Hij" gaat hun laatste schuilplaatsen bombarderen. Hij zegt: U bent een boos en overspelig geslacht. Boos, zondig. Dat zijn niet de mensen van de wereld, maar de mensen van de kerk. De geestelijke leiders van Israël. En overspelig. Want Israël is het volk waarmee God' het Verbond heeft ge maakt, maar het verdenkt de Heere in Zijn huwelijkstrouw, het denkt dat de Heere het niet meent, als Hij zegt dat Hij het volk liefheeft. U zegt nu wel dat U de van God gezonden Messias bent, maar bewijst U dat eerst eens! Geef ons eerst eens een teken uit de hemel! Herkennen we onszelf in dat boos en overspelig geslacht? Heeft de Heere niet gezegd: Ik wil Uw God zijn? En wat zeggen wij? Heere, als U het eerst eens waar maakte, als U ons eerst eens een teken gaf? Ze krijgen géén teken en ze krijgen tóch een teken. Het teken van Jonas de profeet, We kennen zijn levensverhaal. De man die zo eigenzinnig was dat hij dacht te kunnen vluchten voor het aan gezicht van de Heere. Hoe kan deze ongehoorzame profeet een teken zijn? Wel, dat zegt de Heere Jezus Zelf. Geen teken uit de hemel, maar een teken uit de zee. Gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de walvis, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten zijn in het hart der aarde. Wat de vis was voor Jona, dat zal het graf zijn voor Christus. Beide zijn als het ware weggeworpen van Gods aan gezicht. Jona gaat overboord om de le vens van de bemanning te sparen. Van Christus wordt gezegd dat het nuttig is dat één mens sterft voor het volk. Jona gaat overboord om de zonden van zich zelf. Christus heeft geen zonde gekend of gedaan, maar Hij is tot zonde ge maakt Jona heeft gebeden in de buik van de vis: Ik ben afgesneden voor Uw ogen, nochtans zal ik de tempel van Uw heiligheid weder aanschouwen. Chris tus heeft geleden: Gij zult niet toelaten dat Uw Heilige de verderving zien Jona is door een wonder gered uit de bulk van de vis. Christus is door het machtswoord van Zijn Vader wederge keerd uit het rijk der doden. Hij heeft, O' God, van U begeerd, het onvergank' lijk leven. Gij hebt het Hem gegeven. Jona hoefde na zijn terugkeer tot het leven geen teken te doen, want Hij was zélf een teken. De profeet die door de straten van Ninevé loopt is een levend wonder. Maar er is niemand bij om te zeggen dat hij de waarheid spreekt. Zó zal Christus ook Zelf het teken zijn. Toen Hij opstond uit de doden was er niemand bij. Hij heeft Zich niet meer aan Zijn vijanden laten zien. Hij is niet meer verschenen in de vergade ring van het Sanhedrin. Wie Hem niet heeft willen kennen in Zijn vernedering zal Hem ook niet zien in Zijn verhoging. Want wie geweigerd heeft het Woord te horen heeft ook niets aan het teken. Hebben wij genoeg aan het teken van de Zoon des mensen? Of moet de Heere van ons zeggen: Tenzij gij tekenen en wonderen ziet, gij zult geenszins ge loven? Deze Christus, het enige Teken, is gezet tot een val en opstanding van ve len, en tot een Teken dat tegengespro^ ken zal worden. In dat Teken ligt ons behoud. Om dat Teken kimnen we niet meer héén. Het Teken van het kruis, door de wereld veracht en door de godsdienst gesmaad. Een dwaasheid voor de Grie ken en een ergernis voor de Joden. Maar voor hen die geroepen zijn het enige Teken: Christus, de kracht en de wijsheid Gods. En de Geest van Hem Die Jezus uit de doden heeft opgewekt, leert het veeleisende en rechthebbende mensen zeggen: Heere, aan dat Teken heb ik voor eeuwig genoeg. W. V. G. Middelburg. L. van Wallenburg. Op zaterdag 24 maart a.s. vindt in het Congresgebouw te Den Haag een congres plaats in verband met het door de regering ingediende wetsontwerp afbreking zwangerschap. Op dit con gres, dat georganiseerd wordt door de Evangelische Omroep, in samenwerking met de Vereniging tot bescherming van het ongeboren kind, zullen sprekers van uiteenlopende maatschappelijke achtergrond het woord voeren, om de verschillende aspecten rond de abortus provocatixs te beUchten. Enkele hoofd sprekers zullen zijn: de Tüburgse hoog leraar Prof. Dr. F. A. M. Alting von Geusau, tevens een vooraanstaand lid van het CDA, die de historisch/poli tieke aspecten rond het abortusdenken voor zijn rekening neemt ,terwijl de Apeldoomse ethicus Prof. Dr. W. H. Velema de bijbels/ethische kant van het onderwerp zal belichten. De gynaeco loog Dr. A. W. Mante uit Doetinchem spreekt over de medische factoren van een abortus en zal uiteenzetten aan de hand van dia's wat in feite abortus is, terwijl de juriste, mevrouw Mr. Dr. F. T. Diemer-Lindeboom te Rotterdam zal spreken over adoptie, pleeggezin en wat daarmee samenhangt. Het doel van het congres is het den ken over abortus provocatus zo breed mogelijk te belichten. Welke factoren hebben ertoe geleid, dat abortus, zowel door christenen als niet-christenen altijd principieel afgekeurd, nu wettelijk mo gelijk gemaakt moet worden? Met dit wetsontwerp toont Nederland, en niet in dte laatste plaats het christelijke volksdeel, een dramatische omwenteling in denken en handelen. Het doden van menselijk leven is in strijd met de wet van GodI en daarom kan dit voor chris tenen nimmer een onderwerp voor een politiek compromis zijn. Het denken van christenen in de politiek zal op dit punt principieel moeten zijn wil de wetge ving in ons land blijvend garantie bie den voor bescherming van ieder indivi du, geboren of ongeboren. Als dit prin cipe wordt losgelaten, dan ligt de weg open voor een ongelimiteerde aanslag op héél het menselijk bestaan en zal weerstand daarentegen slechts een ach terhoede gevecht zijn. Dan geldt alleen nog het recht van de sterkste. In deze gedachtenbepaling wil het congres een principiële bijdrage leveren Op dinsdag 6 maart a.s. des nam. 7.30 uur zal er in het Veren, gebouw „'t Centrum" te O'oltgensplaat een voor lichtingsavond worden gehouden over de bestrijding van rampen als gevolg van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Deze voorlichting zal worden ver zorgd door Shell Chemie te Moerdijk. Naast de vertoning van een film over bestrijding van dergelijke rampen zal er gelegenheid zijn vragen te stellen. Gelet op de enorme gevaren, die on gevallen met gevaarlijke stoffen met zich mee brengen, achtten burgemees ter en wethouders van Oostflakkee het van groot belang, dat vele instanties in de gemeente op de hooigte zijn van de verschillende bestrijdingsmiddelen en de bestrijdingsmogelijkheden. Het kollege dringt er dan ook ten zeerste op aan, dat leden van corpsen en organisaties, artsen, enz. op deze avond tegenwoordig zijn. Voor deze avond zijn uitgenodigd: de leden van de gemeenteraad, de brand weercorpsen van Oostflakkee, de Rijks politie van alle posten, de af deüngen van het Rode Kruis te Ooltgensplaat en Oude Tonge, de diverse afdelingen van de E.H.B.O. op Oostflakkee, de huisart sen van Oostflakkee, de commandant Brandweer Dordrecht, de commandant Brandweer Oostflakkee en de wnd. commandant, de gemeente-arts van Oostflakkee, de Bescherming Bevol king met de leidinggevende instanties, de Comm;issie Rampenplan, de dienst gemeentewerken, enz. enz. Het was op de avond van 11 januari 1939, dat het besluit werd genomen om een zondagsschool op te richten. Nu veertig jaar later willen wij dit her denken met een bijeenkomst in de Ned'. Herv. Kerk te Nieuwe Tonge op D.V. zaterdag 3 maart 1979 om 14.30 uvac. Tevens hopen dan dhr. C. Vreeswijk ten behoeve van artsen, verpleegkundi gen, hulpverleners, politici, predikanten, mediamensen en andere verantwoor delijke nederlanders. Er zal een uur durend TV-programma van samenge steld worden. De toespraken van het congres zul len worden gebimdeld in een boek, dat op grote schaal zal worden verspreid. De toegangsprijs van het congres, dat om 10.30 uur begin, en 16,00 uur ein digt, bedraagt lO,'^Kaarten dienen vooraf schriftelijk of telefonische ge reserveerd te worden bij de Evangeli sche Omroep, Postbusi 565, Hilversum (tel. 035 - 852641). en Mw. K. de Gast te herdenken dat zij veertig jaar aan het zondagsschool werk zijn verbonden. De collecte die zal worden gehouden is bestemd voor de Reformatorische Hulpstiohting „Woord en Daad". Wij hopen op een goede opkomst. Bloemen vluchten op de ruiten, scheppen droom van ijs. Winterwonderw^erk daarbuiten geeft ons het bewijs van de onmacht die ons dromen altijd weer doorkruist. Idealen opgekomen, liggen vaak vergruisd. Bloemen kom,en niet tot bloeien in een winterperk. Vrieskou houdt mij in haar boeien als ik niet bemerk dat in alles is Gods spreken. Zijn bestel, Zijn kracht, die mijn vrieskou wil doorbreken met Zijn liefdemaoht. Lanerta. li. JANSE »»iw»wsss3<»«snaswa!asai^^ Ds. Teellinck luistert met aangenaamheid en als zijn vriend ver schillende perkamenten bladen tevoor schijn haalt, die een deel vormen van het te verschijnen boek „'t Geestelijk roer van 't Coopmanschip" zegt dominee Burs telkens maar weer: Wat zal dat een licht kunnen verspreiden over de dingen die bij ons nu nog geen volko men zekerheid hebben. We zitten aar dig in de mist met dat slavenprobleem en we gaan zelf zo'n beetje slaaf wor den van de meningen der mensen. Mij althans vergaat het zo weleens. Maar uw nieuwe boek zal ons niet in het onzekere laten, dat merk ik nu wel. Het is nooit goed coEega dat we in het onzekere leven maar toch moeten we nooit vergeten dat enig predikant in deze zaken het laatste woord heeft en dat ook mijn mening wel eens voor ver betering vatbaar kon zijn. Maar dit wil ik wel zeggen: Ik heb getracht in mijn „Geestelijk roer" de Schrift zoveel mo gelijk te laten spreken en dan varen we op een goed kompas. Inderdaad'broeder zo is het. Dat is ook altijd mijn hoofddoel en streven. Als we ons aan de Schrift willen houden wor den we gevrijwaard voor veel moeüijk- heden, waarmee ik ook maar weer zeg gen wU dat velen dit in onze dagen niet doen. Die leven meer bij gevoelens dan dat ze vragen wat de Bijbel zegt. Maar kom collega ge weet waarvoor we hier gekomen zijn. CoUega Burs loopt nog steeds met vele en velerhande vragen. En die heb ik ook hier in Zierikzee, beste broeders. Ik weet dat er in ons ge zegend Nederland mensen zijn die er zich in vermaken dat ze er huisslaven op na kunnen houden. Gruwel aller gruwelen, mompelt do minee Burs. Wat is daar nu toch ten- Slotte aan. Die zwartjes hebben geen al te best bestaan naar ik wel eens ver nam. Die bazen ziJn soms nog aardiger voor him honden dan voor-negerslaven. Hier in Zierikzee komen ook van die gevallen voor. Ze worden soms misbruikt alsof het beesten en geen mensen zijn. Ze moeten soms de zever van hun meester afvegen en hun eten wordt in brokken op de grond gegooid. Is me dat even een slavenbaan? Daar ben ik vierkant tegen, dat is geen menswaardig optre den. Zulke slavernij strijdt volkomen tegen Gods Woord, vult dominee Teellinck aan. Zoiets wordt bij heidenen niet ge zien laat staan bij een christenmens. Ge moet anders de behandeling van slaven bij hen die niet van onze religie zijn niet al te hoog aanslaan, vriend. Dan hebben slaven in Zierikzee het mis schien nog wel een ietsje beter, alhoe wel er ook veel niet door de beugel kan. We moeten ook niet vergeten dat die zwartjes van een geheel andere geaard heid zijn. Er moet een zekere^ autoriteit zijn, ze moeten weten dat er iemand bo ven hen staat anders verachten ze alle gezag. Maar wat ik bij dezen zeggen wil: Een slaaf zal het merken £ds zijn mees ter een dienaar van onze Heiland is. Want de barmhartigheid is een deel van de gerechtigheid, laten we dat nooit en te nimmer vergeten. En dat wordt vergeten, broeder. Omdat we van nature allemaal slaven zijn. Ds. Udemans bladert weer eens in de losse bladen van zijn boek en vervolgt dan: De natuurlijke slavernij is nog niet zo erg als de geestelijke. Eens waren we allen vrij. De mens was heer over alles. Maar dat wensten we niet te bUjven. De zonde bracht een dubbele slavernij te weeg dat weten we allemaal. Al die toestanden waren er niet zo de mens staande was gebleven, merkt Do minee Burs op. Dan was er geen spot tende Cham geweest geen hout houwen de en waterputtende Gibeonieten en dan was er nooit sprake van geweest dat er in ons gezegend Middelburg nog eens een slavenmarkt zou komen. Goed opgemerkt broeder. Maar we zijn nu eenmaal gevallen schepselen vandaar de geestelijke en de natuurlijke slavernij. Vandaar dat we in de Bijbel zo vaak raadgevingen tegen komen voor slaven en voor vrijen. Als ik het mijne hiervan zeggen mag broeders, dan geloof ik dat we in onze dagen maar veel naar Paulus moeten luisteren. Die heeft het in zijn brieven over dienstknechten die hun heren moe ten gehoorzamen en overheren die in goedertierenheid moeten heersen. Die Joden in Jezus dagen zeiden dat ze nog nooit iemand gediend hadden maar ik houd vol dat ze zowel de geesteUjke slavernij als de lichamelijke gekend hebben. Wat hebben ze in Babel toch zeventig jaar ondervonden wat het be tekent om niet vrij te zijn. Maar hun geestelijke slavernij was in Jezus' dagen erg broeder Teellinck. En toch schreef Paulus in later dagen nooit en te nimmer: Vlucht maar weg, bhjf maar niet langer slaaf. Hij raadde hen zelfs aan om hun harde meesters te ge hoorzamen. Collega Burs als ik daarover eens het mag zeggen, zou ik deze dingen aldus willen bekijken: Paulus geeft deze sla ven heel wijze adviezen. Het komt hier op neer: Gij slaven bUjft waar ge zijt. Is het er helemaal onhoudbaar, wordt ge nog minder behandeld dan een hond, pas dan hebt ge recht om te vluchten. En Paulus heeft ook wat tot de eige naars te zeggen, broeder Udemans. Nou en of. Hij geeft zelfs goede advie zen die ik in mijn nieuwe boek al hele maal uitgewerkt heb. En dat is Dat christenmensen nooit en te nim mer christenmensen en christenslaven mogen verkopen. Maar mogen ze dan wel heidense en Turkse slaven aan de man brengen? Dominee Burs vraagt het zo belang stellend dat het wel lijkt of daarmee de verschillen die hij met koopman de Mou- cheron heeft, nog op hetzelfde ogenblik opgelost zullen zijn. Ge stelt mij een moeUijke vraag die toch ook nog wel voor een antwoord vatbaar is, collega. Ik zei: Christenmen sen mogen geen christenmensen verhan delen daar dit ten gevolge kan hebben dat ze biJ heidenen of Turken belanden met al de gevolgen die hieraan verbon den zijn. Maar of christenkooplieden nu geen heidense en Turkse slaven mogen verkopen is voor mij geen probleem waarde broeders. Zo ze zijn gevangen of wettelijk zijn gekocht mogen ze verhan deld worden en van de ene streek naar de andere gebracht. Natuurlijk aUes on der voorwaarde van een menswaardige behandeling. Hier ligt voor onze koop lieden zo'n schone taak: Ze moeten er niet alleen aan trachten te verdienen maar op de slavenschepen moet hen ook het evangelie gebracht worden. En op de plantages moet er alleen niet aan ge dacht worden: Hoeveel kunnen ze voor ons verdienen maar er moet terdege re kening mee gehouden worden dat zwar te mensen van nature ook een zwarte ziel omdragen. Kijk dan zijn we met hun lot bewogen. En daar ontbreekt het bij de onzen maar alteveel aan, verzucht dominee Burs. Als ik tenminste al die verhalen hoor gaat het er vaak bruut naar toe. Dan worden die zwartjes verhandeld als vee en de benaming „zwart ebben- hout" zegt mij al genoeg. Dit alles toont aan dat er een verkeer de handelsgeest zich van ons volk heeft meester gemaakt. Zo u zegt collega Teellinck. En dan zou ik er dit nog aan toe willen voegen: Als slaven overgaan tot het christen dom en bij gereformeerde meesters in dienst zijn och gun ze dan ook nog eens een keertje de vrijheid. Maar verkoop ze dan in geen geval aan Spanjolen en Por tugezen. Ze zijn dan immers vrijgekocht door het bloed van Christus en zouden we ze dan nog als handelswaar be schouwen? Mooi gezegd, collega Udemans, maar kom daar in Middelburg eens mee aan. Ga dat eens aan die Amsterdamse sla venhandelaar vertellen. Vast en zeker dat bij je uitlachte. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5