EIIAIIDEII - niEUWS
Dokter Mezger in Domburg
Overdenking
veR V3in honk
uit de
Heilige Schrift
2e Uad
Vrijdag 2 inaart 1979
No. 4771
-•rZ
KVENSTER
HET
ZEEUWSE WANDELINGEN
HET TEKEN VAN JONAS
Congres over
Abortuswetgeving
OOSTFLAKKEE:
Voorlichtingsavond gevaarlijke stoffen
Bestrijding bij eventuele rampen
Zondagsschool
„Samuër' Nieuwe
Tpnge 40 jaar
VRIESKOU
VERVOLGVERHAAL
maaims
memmum
blik op kerk
en samenlevlns
Het uittreden van Hegger
Niet onverwacht
Wat nu?
Wat velen al enige tijd hadden zien
aankomen is gebeurd: de bekende Ds. H.
J. Hegger van de Stichting In de Rechte
Straat heeft de Gereformeerde Kerken
verlaten. In een brochure getiteld „De
nacht is ver gevorderd" heeft hij van
zijn uittreden rekenschap afgelegd. In
een volgende brochure zal hij bekend
maken bij welke kerk of geloofsgemeen
schap hij zich zal voegen.
Reeds vroeger konden velen in de Ge
reformeerde Gezindte niet goed begrij-
pen waarom Hegger, met zijn diepe eer
bied voor de Schrift en de Belijdenis van
de Reformatie en met zijn diep-bevinde-
lijk geloofsleven, zich had aangesloten
bij de Gereformeerde Kerken. Toch is
dat niet zo vreemd als het lijkt. Wat wist
deze man, afkomstig uit het Rooms-Ka-
tholieke Limburg, en priester en hoog
leraar geweest in Brazilië, van de onder
linge verschillen tussen de kerken van
de Reformatie? In contact gekomen met
een gezin waarmee hij zich van meet af
aan geestelijk één voelde, maar dat
„toevallig" tot de Gereformeerde Ker
ken behoorde, sloot ook hij zich bij die
kerken aan. Zonder toen ook maar te
vermoeden, wat trouwens óók vele kin
deren der Reformatie pijnlijk heeft
verrast, dat deze Kerken in zó korte tijd
zó ver zouden afdwalen van het spoor
van Schrift en BeUjdenis. Het moet in
het bijzonder voor Hegger, die er onbe
vangen tegenover stond,, een diepe te
leurstelling hebben betekend, een teleur
stelling die thans resulteerde in zijn
uittreden.
In de Waarheidsvriend van donder
dag 22 februari wijdde Ir. J. van der
Graaf ook een artikel aan de stap van
Hegger. Omdat hij daarin verwoordt wat
bij velen onder ons zal leven schrijf ik
de volgende passage voor u over:
„Men kon het eigenlijk zien aanko
men. Van meet af had ds. Hegger een
vrij geïsoleerde positie in de Gere
formeerde Kerken. Met de ontwik
keling in de laatste tientallen jaren
werd die positie geïsoleerder. Het liep
uit op een leidinggevende plaats bin
nen de kring van de verontrusten in
de Gereformeerde Kerken met hun
blad „Waarheid en Eenheid". Het
ging van protestbrief naar protest
brief aan het adres van de Generale
Synode van de Gereformeerde Ker
ken in verband met de theologie van
Kuitert, Wiersinga en recent nog
weer van Ds. Boelens, protesten die
op niets uitliepen wat betreft het ef
fect binnen de Gereformeerde Ker
ken. De noodgemeenten kwamen, en
kele in den lande, met ook ds. Hegger
als voorganger. En uiteindelijk kwam
Heggers pleidooi opnieuw voorge
legd aan de Gereformeerde Synode
voor het goed recht van de (er
kende) huisgemeente. Ook dit plei
dooi vond geen weerklank, overigens
ook niet bij hen die met ds. Hegger
de beginselen van de Reformatie on
verkort zijn toegedaan. De laatste
stap moest welhaast worden de uit
treding die dan nu een feit werd, een
stap die hij zette na een aantal geest-
verwanteVi in de kring van de veront
rusten: Amtzen,. Van Mechelen, Van
Ginkel, Schelhaas, Bos, Pontier,
Poelman
Van der Graaf waarschuwt vervolgens
tegen een al te gemakkelijk oordelen,
beoordelen en misschien wel veroorde
len van Hegger's beslissing. Hij schildert
ook de ontnuchtering voor Hegger, die
zeU het klare goud van de Reformatie
had herontdekt, toen terecht kwam in
een kerk, waarin hij dacht het gevonden
te hebben, en nu na dertig jaar zich ge
noodzaakt ziet die kerk weer ite verlaten.
Wat ons, binnen de Gereformeerde
Gezindte, altijd weer opvalt is dat uit
treden uit een van de „gescheiden"
kerken bUjkbaar eerder gebeurt dan de
Hervormde Kerk verlaten. Het probleem
van Ds. Hegger en de andere „veront
rusten" in de Gereformeerde Kerken is
immers evengoed een Hervormd pro
bleem. In deze Kerk worden nu al an
derhalve eeuw lang de fundamenten
van het kerk-zijn ondergraven, maar aan
uittreden uit die Kerk wordt nauwelijks
serieus gedacht. Komt dat doordat de
Hervormden aan de desolate toestand
van de Kerk gewend geraakt zijn? Of
hebben de mensen in de „gescheiden"
kerken een andere opvatting van de
tucht? Of krijgen de bezwaarden in bij
voorbeeld de Gereformeerde Kerken de
indruk dat het toch „vechten tegen de
bierkaai" is? Het zijn zomaar vragen die
ons tot nadenken stemmen.
We zijn benieuwd naar de volgende
brochure van Hegger, waarin hij zijn
plannen voor de toekomst zal onthullen.
We hopen, mét Ir., Van der Graaf, dat hij
„het zicht blijft houden op de Kerk als
instituut". Die wens is niet ongegrond,
omdat Ds. Hegger in het verleden altijd
blijk heeft gegeven van een zekere affi
niteit tot de „geloofsgemeenschappen",
en omdat hij kort geleden nog heeft ge
pleit voor het goed recht van „huisge-
meenten". Misschien is een en ander op
dit moment voor hem aantrekkelijk,
maar de kerk met haar ambten en haar
prediking is tenslotte niet niets
WAARNEMER
THOLBN
Tweemaal onder invloed achter het
stuur. De 26-jarige vrachtwagenchauf
feur L. L. V. werd donderdag door de
politierechter te Middelburg veroordeeld
tot een onvoorwaardelijke gevangenis
straf van 3 weken en 8 maanden ont
zegging van de rijbevoegdheid, waarvan
5 maanden voorwaardelijk met een
proeftijd van 2 jaar.
Op 26 augustus werd V. op de Een-
drachtsweg in Tholen aangehouden
voor zijn vreemd rijgedrag. Hij bleek
een alcoholpromillage te hebben van
2.38.
Op 13 januari werd wederom aange
houden, nu in een personenautoi, op de
Eendrachtsweg. Hij had toe een pro
millage van 1,54.
In het Zeeuws museum in Middelburg
is er een paar weken een tentoonstelling
geweest over deze dokter, die ieder jaar
een paar maanden in de zomer in Dom
burg logeerde. Deze expositie staat ook
wel enigszins in verband met de ge
schiedenis van het Badhotel. Een oud
deftig hotel, dat meer dan 100 jaar
geleden in gebruik werd genomen (1866).
Daar logeerden zijn patiënten, meest
prinsen en prinsessen, koningen en ko-
fconinginnen, adellijke personen die de
lange reis naar Domburg en de hotel-
prijs goed konden betalen. Ze kwamen
uit alle landen van Europa om, zich door
deze beroem^de dokter te laten gene
zen. Koningin EUsabeth van Roemenië,
die onder haar schuilnaam Carmen Syl-
va gedichten schreef. In Domburg staat
nog een villa met deze naam;, waar ze
tijdelijk woonde. Vorsten uit Duitsland,
Oostenrijk, Frankrijk, Engeland, Rus
land kwamen dokter Mezger raadple
gen. Ook onze eigen koninklijke familie,
met goed gevolg heeft hij kroonprins
Willem, de oudste zoon van koning
Willem III behandeld. Evenals het prins-
je Gustaaf van Zweden, die op zijn
heup ongelukkig gevallen was. Met suc
ces, hij is later koning geworden.
Verleden jaar september is het Bad
hotel definitief gesloten, het voldeedl
niet meer aan de moderne eisen, die
tegenwoordige toeristen stellen. Dokter
Mezger had er trouwens ook al over
geklaagd en dat is bijna 100 jaar ge
leden, o.a. dat de toüetten stanken en
daarna zijn er wel enkele verbeterin
gen aangebracht.
De beroemde dokter
De naam Johann Georg Mezger kUnkt
Duits. Hij was inderdaad van Duitse
afkomst, zijn vader kwam uit Würtem-
berg en vestigde zich in 1819 als slager
in Amsterdam. Ze waren Luthers.
De toekomstige dokter werd op 22
augustus 1808 geboren. Er waren 9 kin
deren in het slachtershuis, van wie de
meesten jong gestorven zijn. Daar groeit
hij op te midden van vlees en spieren
en beenderen. Dat zou hem later nog te
pas komen.
Eerst wordt hij gymnastiek-onderwij-
zer. Dan maakt hij kennis met stijve
ledematen en vergroeiing van beende
ren, vooral ruggegraat-verkrommingen.
De meeste afwijkingen schrijft hij toe
aan de slechte sociale toestanden, zoals
b.v. het wonen in vochtige kelders, wei
nig lichaamsbeweging, de lange werk
tijden van kinderen in ongezonde fa
brieken. Hij wil er meer van weten
en gaat voor dokter studeren aan de
universiteit van Leiden en daarna nog
een half jaar heilgymanstiek in Duits
land.
Met goed ,gevolg promoveert de 30-
jarige Mezger tot doctor in de genees
kunde over „De behandeling der voet-
verstuikingen met fricties wrijving,
massage)".
Hij wordt een beroemd masseur met
een nieuwe geneeswijze die nog niet
veel gebruikt werd. Vooral zijn duim
gebruikt hij, ook wel een houten ha
mer, waarmee hij op de buik klopt om
slechte spijsvertering en als gevolg daar
van andere ziekten te voorkomen. De
wrijf- en knijpdokter wordt hij ge
noemd, zijn tegenstanders noemen hem
een kwakzalver.
Op 't ogenbhk woont er in Brugge
een bekende doktermasseiu", waar ook
verscheidene mensen uit Zeeland naar
toe gaan. Vooral by klachten aan de
rugwervels schijnt hij succes te heb
ben. De „kraker" noemen ze hem.
Terug naar dokter Mezger. Hij be
gint zijn praktijk in Amsterdam, waar
hij soms 50 patiënten per dag behandelt,
6 a 8 minuten per persoon. In het Am-
stelhotel, waar hij niet ver vandaan
woont, oefent hij zijn praktijk uit en
daar kunnen ook zieken die van ver
komen logeren.
Hoewel men hem wilde benoemen tot
professor, heeft hij er in 1888 genoeg
van. Een profeet is nu eenmaal niet ge
ëerd in zijn vaderstad. Collega's die
jaloers zijn op zijn geweldige toeloop,
spotten met zijr^ methode en schelden
hem uit voor kwakzalver en wonderdok
ter. Als reden voor zijn vertrek noemt
hij de stinkende grachten en het slechte
plaveisel van de stad en de baldadig
heid van de jeugd tegenover zijn vor
stelijke patiënten.
Eerst gaat hij naar Wiesbaden en
daarna naar Parijs, waar hij tot zijn
dood is blijven wonen.
In Domburg
Vanuit Parijs komt hij ied'ere zomer
voor een paar maanden naar Domburg,
in die tijd een opkomende deftige bad
plaats.
Hij laat er zelfs een huis bouwen
even buiten het dorp: de wilde Irma, die
enkele jaren geleden is afgebrand.
Hier houdt hij praktijk. Hij behandelt
niet alleen de adellijke personen uit het
buitenland, maar ook de eenvoudige
mensen uit de omgeving. Voor hem zijn
ze allen gelijk. Als er in de wachtka
mer tussen de voorname bezoekers ook
eenvoudige boerenmensen zitten, be
handelt hij die het eerst. „JulUe hebben
de tijd", zegt hij tegen de vorsten, „en
hij niet".
Toen de dame in de wachtkamer hier
op eens een aanmerking maakte en uit
riep: „Maar dbkter, ik ben gravin"
antwoordde hij kalm: „Mevrouw, ik ken
geen gravinnen, alleen maar patiënten".
Zo was hij, soms wat ruw en bars,
maar toch goedhartig en vriendelijk
voor iedereen, of het een vorst of een
werkman betrof. Wie te arm was om
te betalen kreeg de béhandeUng gratis.
Hij ging zijn eigen weg en gebruikte
zijn kimde en zijn geld alleen maar
voor het welzijn van zijn medemensen.
Het was hem onverschillig hoe de
mensen en in 't bijzonder zijn coUega's
over hem dachten. Zo wordt wel ver
teld dat hij met zijn dikke duimen
zijn patiënten op een pijnlijke manier
masseerde. Gezien zijn grote populari
teit zal dit wel uit een lasterduim ge^
zogen zijn!
Op zijn 70e verjaardag (22 aug. 1908)
werd feest .gevierd in Domburg en werd
hem een beker aangeboden. Het was
er zijn laatste verblijf. Op 3 oktober
vertrok hij naar Parijs, waar hij vol
gend voorjaar is gestorven. Zijn lijk
werd naar Zeeland! overgebracht en daar
op 9 maart 1909 op de begraafplaats te
Oostkapelle ter aarde besteld.
Op het Groentje te Domburg is een
eenvoudig monument voor hem opge
richt als herinnering aan de gevierde
dokter door „Zijne dankbare patiënten
en vereerders", zoals de ene zijde ver
meldt.
Maar Hij antwoordde en zeide tot
hen: het boos en overspelig geslacht
verzoekt een teken en hun zal geen
teken gegeven worden dan het te
ken van Jonas de profeet.
(Matth. 12 39).
Enkele Farizeeërs zijn bij de Heere
Jezus gekomen met een vraag: Meester,
wij willen van U wel een teken zien.
Ze vragen het erg beleefd, want ze
spreken Hem aan met „Meester". Maar
de vraag zelf is erg brutaal. Ze vra
gen van Hem een legitimatiebewijs. Be
wijst U ons maar eens dat U de Mes
sias bent. Laat nu maar eens zien dat
U van God komt. Als U het wilt, dan
ziillen wij. Farizeeërs, bij de mensen al
leen maar goed van U spreken.
Waarom krijgen de Farizeeërs dat te
ken niet? Omdat ze het vragen in het
ongeloof!
Immers, als Hij het teken niet geeft,
dan hebben ze een excuus voor hvai on
geloof. Dan kunnen ze zeggen: Heere
Jezus, U voldoet niet aan onze verwach
tingen, want U hebt niet gedaan wat
wij vroegen. U kunt dat blijkbaar niet.
Welnu, dan voelen wij ons ook niet ver
plicht in U te geloven.
Wat een brutaliteit. Want hoeveel te
kenen hebben ze al niet gekregen. Zijn
heilig leven was een teken. Wie van U
overtuigt Mij van zonde? Zijn Goddelijk
onderwijs was een teken. Nooit heeft
een mens zó gesproken zoals deze Mens.
Zijn wonderen waren tekenen. Als de
Messias gekomen zou zijn, dan zouden
blinden zien en doven horen. Wel, deze
tekenen konden ze iedere dag om zich
heen zien.
Maar ze zeggen: Heere, het is voor ons
niet genoeg. Nog een teken erbij als-
t-U-blieft. Dan pas zullen we in U ge
loven.
Vinden we het vreemd, deze vraag om
een teken? Hebben we nog niet genoeg
tekenen gehad? Misschien zijn we wel-
eens ernstig ziek geweest. Misschien zijn
we weleens opgeschrikt door een plot
seling sterfgeval. Misschien is er op een
andere manier aan de fundamenten van
ons leven gerukt. Waren dat geen te
kenen?
Maar het grootste, het belangrijkste
teken was het Woord. Het Woord dat
we in huis hebben, het Woord dat ons
verkondigd wordt. Dat is letterlijk
een teken dat de Heere nog met Zijn
Geest en met Zijn genade in het midden
van ons is.
En wat zeggen we? Ja, er zal mis
schien eerst iets moeten gebeuren in
miJn leven. Ik zou het wel geloven
als de Heere eens iets bijzonders deed.
Zouden we het dan écht geloven? Of
zou het teken onze zinnen in verrukking
brengen, terwijl ons hart er zo koud on
der bleef als een steen?
Wat zal de Heere Jezus zeggen tegen
deze Farizeeërs? Och, U kunt tenslotte
ook niet aannemen als het U niet uit de
hemel gjegeven wordtNee, dat zegt
Hij niet. Hij gaat hun laatste vluchtwe
gen afsnijden. Hij" gaat hun laatste
schuilplaatsen bombarderen. Hij zegt:
U bent een boos en overspelig geslacht.
Boos, zondig. Dat zijn niet de mensen
van de wereld, maar de mensen van de
kerk. De geestelijke leiders van Israël.
En overspelig. Want Israël is het volk
waarmee God' het Verbond heeft ge
maakt, maar het verdenkt de Heere in
Zijn huwelijkstrouw, het denkt dat de
Heere het niet meent, als Hij zegt dat
Hij het volk liefheeft. U zegt nu wel dat
U de van God gezonden Messias bent,
maar bewijst U dat eerst eens! Geef
ons eerst eens een teken uit de hemel!
Herkennen we onszelf in dat boos en
overspelig geslacht? Heeft de Heere
niet gezegd: Ik wil Uw God zijn? En
wat zeggen wij? Heere, als U het eerst
eens waar maakte, als U ons eerst eens
een teken gaf?
Ze krijgen géén teken en ze krijgen
tóch een teken. Het teken van Jonas de
profeet, We kennen zijn levensverhaal.
De man die zo eigenzinnig was dat hij
dacht te kunnen vluchten voor het aan
gezicht van de Heere.
Hoe kan deze ongehoorzame profeet
een teken zijn? Wel, dat zegt de Heere
Jezus Zelf. Geen teken uit de hemel,
maar een teken uit de zee. Gelijk Jona
drie dagen en drie nachten was in de
buik van de walvis, zo zal de Zoon des
mensen drie dagen en drie nachten zijn
in het hart der aarde.
Wat de vis was voor Jona, dat zal het
graf zijn voor Christus. Beide zijn als
het ware weggeworpen van Gods aan
gezicht. Jona gaat overboord om de le
vens van de bemanning te sparen. Van
Christus wordt gezegd dat het nuttig is
dat één mens sterft voor het volk. Jona
gaat overboord om de zonden van zich
zelf. Christus heeft geen zonde gekend
of gedaan, maar Hij is tot zonde ge
maakt Jona heeft gebeden in de buik
van de vis: Ik ben afgesneden voor Uw
ogen, nochtans zal ik de tempel van Uw
heiligheid weder aanschouwen. Chris
tus heeft geleden: Gij zult niet toelaten
dat Uw Heilige de verderving zien
Jona is door een wonder gered uit de
bulk van de vis. Christus is door het
machtswoord van Zijn Vader wederge
keerd uit het rijk der doden. Hij heeft,
O' God, van U begeerd, het onvergank'
lijk leven. Gij hebt het Hem gegeven.
Jona hoefde na zijn terugkeer tot het
leven geen teken te doen, want Hij was
zélf een teken. De profeet die door de
straten van Ninevé loopt is een levend
wonder. Maar er is niemand bij om te
zeggen dat hij de waarheid spreekt.
Zó zal Christus ook Zelf het teken
zijn. Toen Hij opstond uit de doden
was er niemand bij. Hij heeft Zich niet
meer aan Zijn vijanden laten zien. Hij
is niet meer verschenen in de vergade
ring van het Sanhedrin. Wie Hem niet
heeft willen kennen in Zijn vernedering
zal Hem ook niet zien in Zijn verhoging.
Want wie geweigerd heeft het Woord
te horen heeft ook niets aan het teken.
Hebben wij genoeg aan het teken van
de Zoon des mensen? Of moet de Heere
van ons zeggen: Tenzij gij tekenen en
wonderen ziet, gij zult geenszins ge
loven?
Deze Christus, het enige Teken, is
gezet tot een val en opstanding van ve
len, en tot een Teken dat tegengespro^
ken zal worden. In dat Teken ligt ons
behoud. Om dat Teken kimnen we niet
meer héén.
Het Teken van het kruis, door de
wereld veracht en door de godsdienst
gesmaad. Een dwaasheid voor de Grie
ken en een ergernis voor de Joden.
Maar voor hen die geroepen zijn het
enige Teken: Christus, de kracht en de
wijsheid Gods. En de Geest van Hem
Die Jezus uit de doden heeft opgewekt,
leert het veeleisende en rechthebbende
mensen zeggen: Heere, aan dat Teken
heb ik voor eeuwig genoeg.
W. V. G.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
Op zaterdag 24 maart a.s. vindt in
het Congresgebouw te Den Haag een
congres plaats in verband met het door
de regering ingediende wetsontwerp
afbreking zwangerschap. Op dit con
gres, dat georganiseerd wordt door de
Evangelische Omroep, in samenwerking
met de Vereniging tot bescherming van
het ongeboren kind, zullen sprekers
van uiteenlopende maatschappelijke
achtergrond het woord voeren, om de
verschillende aspecten rond de abortus
provocatixs te beUchten. Enkele hoofd
sprekers zullen zijn: de Tüburgse hoog
leraar Prof. Dr. F. A. M. Alting von
Geusau, tevens een vooraanstaand lid
van het CDA, die de historisch/poli
tieke aspecten rond het abortusdenken
voor zijn rekening neemt ,terwijl de
Apeldoomse ethicus Prof. Dr. W. H.
Velema de bijbels/ethische kant van het
onderwerp zal belichten. De gynaeco
loog Dr. A. W. Mante uit Doetinchem
spreekt over de medische factoren van
een abortus en zal uiteenzetten aan de
hand van dia's wat in feite abortus is,
terwijl de juriste, mevrouw Mr. Dr. F.
T. Diemer-Lindeboom te Rotterdam zal
spreken over adoptie, pleeggezin en wat
daarmee samenhangt.
Het doel van het congres is het den
ken over abortus provocatus zo breed
mogelijk te belichten. Welke factoren
hebben ertoe geleid, dat abortus, zowel
door christenen als niet-christenen altijd
principieel afgekeurd, nu wettelijk mo
gelijk gemaakt moet worden? Met dit
wetsontwerp toont Nederland, en niet
in dte laatste plaats het christelijke
volksdeel, een dramatische omwenteling
in denken en handelen. Het doden van
menselijk leven is in strijd met de wet
van GodI en daarom kan dit voor chris
tenen nimmer een onderwerp voor een
politiek compromis zijn. Het denken van
christenen in de politiek zal op dit punt
principieel moeten zijn wil de wetge
ving in ons land blijvend garantie bie
den voor bescherming van ieder indivi
du, geboren of ongeboren. Als dit prin
cipe wordt losgelaten, dan ligt de weg
open voor een ongelimiteerde aanslag
op héél het menselijk bestaan en zal
weerstand daarentegen slechts een ach
terhoede gevecht zijn. Dan geldt alleen
nog het recht van de sterkste.
In deze gedachtenbepaling wil het
congres een principiële bijdrage leveren
Op dinsdag 6 maart a.s. des nam.
7.30 uur zal er in het Veren, gebouw
„'t Centrum" te O'oltgensplaat een voor
lichtingsavond worden gehouden over
de bestrijding van rampen als gevolg
van ongevallen met gevaarlijke stoffen.
Deze voorlichting zal worden ver
zorgd door Shell Chemie te Moerdijk.
Naast de vertoning van een film over
bestrijding van dergelijke rampen zal er
gelegenheid zijn vragen te stellen.
Gelet op de enorme gevaren, die on
gevallen met gevaarlijke stoffen met
zich mee brengen, achtten burgemees
ter en wethouders van Oostflakkee het
van groot belang, dat vele instanties
in de gemeente op de hooigte zijn van
de verschillende bestrijdingsmiddelen
en de bestrijdingsmogelijkheden.
Het kollege dringt er dan ook ten
zeerste op aan, dat leden van corpsen
en organisaties, artsen, enz. op deze
avond tegenwoordig zijn.
Voor deze avond zijn uitgenodigd: de
leden van de gemeenteraad, de brand
weercorpsen van Oostflakkee, de Rijks
politie van alle posten, de af deüngen van
het Rode Kruis te Ooltgensplaat en
Oude Tonge, de diverse afdelingen van
de E.H.B.O. op Oostflakkee, de huisart
sen van Oostflakkee, de commandant
Brandweer Dordrecht, de commandant
Brandweer Oostflakkee en de wnd.
commandant, de gemeente-arts van
Oostflakkee, de Bescherming Bevol
king met de leidinggevende instanties,
de Comm;issie Rampenplan, de dienst
gemeentewerken, enz. enz.
Het was op de avond van 11 januari
1939, dat het besluit werd genomen
om een zondagsschool op te richten. Nu
veertig jaar later willen wij dit her
denken met een bijeenkomst in de Ned'.
Herv. Kerk te Nieuwe Tonge op D.V.
zaterdag 3 maart 1979 om 14.30 uvac.
Tevens hopen dan dhr. C. Vreeswijk
ten behoeve van artsen, verpleegkundi
gen, hulpverleners, politici, predikanten,
mediamensen en andere verantwoor
delijke nederlanders. Er zal een uur
durend TV-programma van samenge
steld worden.
De toespraken van het congres zul
len worden gebimdeld in een boek, dat
op grote schaal zal worden verspreid.
De toegangsprijs van het congres, dat
om 10.30 uur begin, en 16,00 uur ein
digt, bedraagt lO,'^Kaarten dienen
vooraf schriftelijk of telefonische ge
reserveerd te worden bij de Evangeli
sche Omroep, Postbusi 565, Hilversum
(tel. 035 - 852641).
en Mw. K. de Gast te herdenken dat
zij veertig jaar aan het zondagsschool
werk zijn verbonden.
De collecte die zal worden gehouden
is bestemd voor de Reformatorische
Hulpstiohting „Woord en Daad".
Wij hopen op een goede opkomst.
Bloemen vluchten op de ruiten,
scheppen droom van ijs.
Winterwonderw^erk daarbuiten
geeft ons het bewijs
van de onmacht die ons dromen
altijd weer doorkruist.
Idealen opgekomen,
liggen vaak vergruisd.
Bloemen kom,en niet tot bloeien
in een winterperk.
Vrieskou houdt mij in haar boeien
als ik niet bemerk
dat in alles is Gods spreken.
Zijn bestel, Zijn kracht,
die mijn vrieskou wil doorbreken
met Zijn liefdemaoht.
Lanerta.
li. JANSE
»»iw»wsss3<»«snaswa!asai^^
Ds. Teellinck luistert met
aangenaamheid en als zijn vriend ver
schillende perkamenten bladen tevoor
schijn haalt, die een deel vormen van
het te verschijnen boek „'t Geestelijk
roer van 't Coopmanschip" zegt dominee
Burs telkens maar weer: Wat zal dat
een licht kunnen verspreiden over de
dingen die bij ons nu nog geen volko
men zekerheid hebben. We zitten aar
dig in de mist met dat slavenprobleem
en we gaan zelf zo'n beetje slaaf wor
den van de meningen der mensen. Mij
althans vergaat het zo weleens. Maar
uw nieuwe boek zal ons niet in het
onzekere laten, dat merk ik nu wel.
Het is nooit goed coEega dat we in
het onzekere leven maar toch moeten
we nooit vergeten dat enig predikant in
deze zaken het laatste woord heeft en
dat ook mijn mening wel eens voor ver
betering vatbaar kon zijn. Maar dit wil
ik wel zeggen: Ik heb getracht in mijn
„Geestelijk roer" de Schrift zoveel mo
gelijk te laten spreken en dan varen we
op een goed kompas.
Inderdaad'broeder zo is het. Dat is ook
altijd mijn hoofddoel en streven. Als we
ons aan de Schrift willen houden wor
den we gevrijwaard voor veel moeüijk-
heden, waarmee ik ook maar weer zeg
gen wU dat velen dit in onze dagen niet
doen. Die leven meer bij gevoelens dan
dat ze vragen wat de Bijbel zegt. Maar
kom collega ge weet waarvoor we hier
gekomen zijn. CoUega Burs loopt nog
steeds met vele en velerhande vragen.
En die heb ik ook hier in Zierikzee,
beste broeders. Ik weet dat er in ons ge
zegend Nederland mensen zijn die er
zich in vermaken dat ze er huisslaven
op na kunnen houden.
Gruwel aller gruwelen, mompelt do
minee Burs. Wat is daar nu toch ten-
Slotte aan. Die zwartjes hebben geen al
te best bestaan naar ik wel eens ver
nam.
Die bazen ziJn soms nog aardiger voor
him honden dan voor-negerslaven. Hier
in Zierikzee komen ook van die gevallen
voor. Ze worden soms misbruikt alsof
het beesten en geen mensen zijn. Ze
moeten soms de zever van hun meester
afvegen en hun eten wordt in brokken
op de grond gegooid. Is me dat even
een slavenbaan? Daar ben ik vierkant
tegen, dat is geen menswaardig optre
den.
Zulke slavernij strijdt volkomen tegen
Gods Woord, vult dominee Teellinck
aan. Zoiets wordt bij heidenen niet ge
zien laat staan bij een christenmens.
Ge moet anders de behandeling van
slaven bij hen die niet van onze religie
zijn niet al te hoog aanslaan, vriend.
Dan hebben slaven in Zierikzee het mis
schien nog wel een ietsje beter, alhoe
wel er ook veel niet door de beugel kan.
We moeten ook niet vergeten dat die
zwartjes van een geheel andere geaard
heid zijn. Er moet een zekere^ autoriteit
zijn, ze moeten weten dat er iemand bo
ven hen staat anders verachten ze alle
gezag. Maar wat ik bij dezen zeggen wil:
Een slaaf zal het merken £ds zijn mees
ter een dienaar van onze Heiland is.
Want de barmhartigheid is een deel van
de gerechtigheid, laten we dat nooit en
te nimmer vergeten.
En dat wordt vergeten, broeder.
Omdat we van nature allemaal slaven
zijn.
Ds. Udemans bladert weer eens in de
losse bladen van zijn boek en vervolgt
dan: De natuurlijke slavernij is nog niet
zo erg als de geestelijke. Eens waren we
allen vrij. De mens was heer over alles.
Maar dat wensten we niet te bUjven. De
zonde bracht een dubbele slavernij te
weeg dat weten we allemaal.
Al die toestanden waren er niet zo de
mens staande was gebleven, merkt Do
minee Burs op. Dan was er geen spot
tende Cham geweest geen hout houwen
de en waterputtende Gibeonieten en dan
was er nooit sprake van geweest dat er
in ons gezegend Middelburg nog eens
een slavenmarkt zou komen.
Goed opgemerkt broeder. Maar we
zijn nu eenmaal gevallen schepselen
vandaar de geestelijke en de natuurlijke
slavernij. Vandaar dat we in de Bijbel
zo vaak raadgevingen tegen komen voor
slaven en voor vrijen.
Als ik het mijne hiervan zeggen mag
broeders, dan geloof ik dat we in onze
dagen maar veel naar Paulus moeten
luisteren. Die heeft het in zijn brieven
over dienstknechten die hun heren moe
ten gehoorzamen en overheren die in
goedertierenheid moeten heersen. Die
Joden in Jezus dagen zeiden dat ze nog
nooit iemand gediend hadden maar ik
houd vol dat ze zowel de geesteUjke
slavernij als de lichamelijke gekend
hebben. Wat hebben ze in Babel toch
zeventig jaar ondervonden wat het be
tekent om niet vrij te zijn.
Maar hun geestelijke slavernij was in
Jezus' dagen erg broeder Teellinck. En
toch schreef Paulus in later dagen nooit
en te nimmer: Vlucht maar weg, bhjf
maar niet langer slaaf. Hij raadde hen
zelfs aan om hun harde meesters te ge
hoorzamen.
Collega Burs als ik daarover eens het
mag zeggen, zou ik deze dingen aldus
willen bekijken: Paulus geeft deze sla
ven heel wijze adviezen. Het komt hier
op neer: Gij slaven bUjft waar ge zijt.
Is het er helemaal onhoudbaar, wordt
ge nog minder behandeld dan een hond,
pas dan hebt ge recht om te vluchten.
En Paulus heeft ook wat tot de eige
naars te zeggen, broeder Udemans.
Nou en of. Hij geeft zelfs goede advie
zen die ik in mijn nieuwe boek al hele
maal uitgewerkt heb.
En dat is
Dat christenmensen nooit en te nim
mer christenmensen en christenslaven
mogen verkopen.
Maar mogen ze dan wel heidense en
Turkse slaven aan de man brengen?
Dominee Burs vraagt het zo belang
stellend dat het wel lijkt of daarmee de
verschillen die hij met koopman de Mou-
cheron heeft, nog op hetzelfde ogenblik
opgelost zullen zijn.
Ge stelt mij een moeUijke vraag die
toch ook nog wel voor een antwoord
vatbaar is, collega. Ik zei: Christenmen
sen mogen geen christenmensen verhan
delen daar dit ten gevolge kan hebben
dat ze biJ heidenen of Turken belanden
met al de gevolgen die hieraan verbon
den zijn. Maar of christenkooplieden nu
geen heidense en Turkse slaven mogen
verkopen is voor mij geen probleem
waarde broeders. Zo ze zijn gevangen of
wettelijk zijn gekocht mogen ze verhan
deld worden en van de ene streek naar
de andere gebracht. Natuurlijk aUes on
der voorwaarde van een menswaardige
behandeling. Hier ligt voor onze koop
lieden zo'n schone taak: Ze moeten er
niet alleen aan trachten te verdienen
maar op de slavenschepen moet hen ook
het evangelie gebracht worden. En op de
plantages moet er alleen niet aan ge
dacht worden: Hoeveel kunnen ze voor
ons verdienen maar er moet terdege re
kening mee gehouden worden dat zwar
te mensen van nature ook een zwarte
ziel omdragen. Kijk dan zijn we met hun
lot bewogen.
En daar ontbreekt het bij de onzen
maar alteveel aan, verzucht dominee
Burs. Als ik tenminste al die verhalen
hoor gaat het er vaak bruut naar toe.
Dan worden die zwartjes verhandeld
als vee en de benaming „zwart ebben-
hout" zegt mij al genoeg.
Dit alles toont aan dat er een verkeer
de handelsgeest zich van ons volk heeft
meester gemaakt.
Zo u zegt collega Teellinck. En dan
zou ik er dit nog aan toe willen voegen:
Als slaven overgaan tot het christen
dom en bij gereformeerde meesters in
dienst zijn och gun ze dan ook nog eens
een keertje de vrijheid. Maar verkoop ze
dan in geen geval aan Spanjolen en Por
tugezen. Ze zijn dan immers vrijgekocht
door het bloed van Christus en zouden
we ze dan nog als handelswaar be
schouwen?
Mooi gezegd, collega Udemans, maar
kom daar in Middelburg eens mee aan.
Ga dat eens aan die Amsterdamse sla
venhandelaar vertellen. Vast en zeker
dat bij je uitlachte.
(Wordt vervolgd)