EIIMIDEn niEUWS De prins der dichters wij willen een vuurtje stoken in uw kamer! /T LOUWERSE& DE PRIESTER B.V J De bouwmeester en zijn bruid uit de kerken Bontmantels - Bontiioeden 2e Uad Ddmiadag 30 janiiiari 1979 No. 4762 ZEEUWSE WANDELINGEN Jubileum organist iViaiiepaard Maar liet moet natuurlijk" wel gezellig blijven. En kijk, dat is nou precies wat wij bedoelen, want steeds méér mensen komen tot de ontdekking dat 'n open haard oergezellig is en toch geen kapitaal hoeft te kosten. Overtuig uzelf, ga eens 'n bezoekje brengen aan het dichtstbijzijnde L&P Kijkhuis. Onze interieur-specialisten zullen U graag van advies dienen. VOLLEYBAL Het Bontpaleis Maar een prins die geen Iconing boven zich heeft, heeft iemand geschreven. De hoogste rang dus, eerste kwaliteit. U weet vermoedelijk wel, wie er mee bedoeld wordt: Vondel, voluit Joost van den Vondel. Op 5 februari 1679 is hij gestorven op de leeftijd van 91 jaar 2 maanden en 19 dagen. Dat is precies 300 jaar geleden, vandaar dat ik een enander over deze „prins" wil vertellen. De familie V^n den Vondellen woon de in Antwerpen. Sommigen waren rooms, anderen behoorden tot de We derdopers, later Doopsgezinden ge noemd. Tijdens de geloofsvervolgingen onder Alva voelde de laatste groep zich niet veilig meer In de Scheldestad, de hoedenstoffeerder Joost vertrok met zijn vrouw Sara Granen naar Keulen. Daar werd op 17 nov. 1587 onze toekom stige dichter geboren. Als herinnering aan zijn jeugd zingt hij later: „Doorlachte Rijn, mijn zoete droom, Van waar zal ik u lof toezingen. Mijn trekkende geboortestroom en verder „Hetzij ik zing op 't ruisen van uw baren, Of huppel op mijn Keulse kaai..." Ze woonden vlak bij de rivier de Rijn en óaar kon het vrolijke kind langs de kaai spelen. Dat heeft niet zo lang ge duurd. Als jongen van ongeveer 8 jaar vertrok hij met zijn ouders naar Am sterdam. „Aan d' Amstel en aan 't IJ, daar doet zich heerlijk ope Zij die als keizerin de kroon draagt van Europe, Amstelredam, die 't hoofd verheft aan 's hemels as". In Amsterdam. Daar gaan ze wonen in de Warmoes- straat, in 1597 wordt de oude Joost als poorter van de stad ingeschreven. Dat moest wel als men een vak wilde gaan uitoefenen, tegenwoordig noemt men dat een vestigingsvergunning die men moet hebben. Vader Joost begint daar een kousenhandel, zoals de meeste schrij vers vertellen, ik las bij een van hen dat hij er koopman in zijde werd. Zijden kousen misschien? De kleine' Joost kon ternauwernood lezen of hij sloeg reeds aan het verzen maken, lees ik. Kinderrijmelarie, waar van niets bewaard i's. „Dat gij een rij mer zijt, hebt gij van uw grootvader Granen", zegt zijn oudere collega-dich ter Hooft. We weten alleen van hem, dat hij niet veel onderwijs heeft genoten en mee hielp in de kousenwinkel van zijn vader. Na diens dood in 1608 dreef hij de zaak samen met zijn moeder. In 1610 trouwde hij met Maeyken de Wolff, de zuster van zijn zwager, en zij hielp ook mee in het bedrijf. We weten weinig van haar. Na ruim een jaar werd hun zoon Joost geboren en vele jaren later hun doch tertje Anna. Zijn gemis aan ontwikkeling heeft hij ruimschoots ingehaald. Hij ging Franse letterkunde studeren en maakte ook Franse gedidhten. Ook studeerde hij La tijn en Grieks, heeft grote Griekse dicht werken in het Nederlands vertaald. In zijn eigen gedichten wemelt het vaak van namen uit de Griekse geschiedenis en mythologie godenleer) en daarom zijn ze voor eenvoudige mensen moeiUjk te begrijpen. Heel anders dan de Zeeuw se dichter Jacob Gats, die de taal van het gewone volk gebruikte, In 16l6 werd hij diaken bij de Doops gezinde gemeente, 4 jaar later trad hij af, hij was ziekelijk. In zijn „gebed, uitgestort tot God over mijn gedurige kwijnende ziekte", smeekt hij „Gij die de ziekte kweekt en doet ze weer verdwijnen, Aanziet een Christenhart, belegerd met veel pijnen: O Vader aller troost! gij weet, en ik beken Dat ik een aarden vat en broos van stoffe ben". Godsdiensttwisten. U weet, dat in deze tijd de kerk ver scheurd werd door twisten. Eerst tussen de professoren Gomaris en Arminius. „Gommer en Armijn te Hoof Dongen om het recht geloof". Later tussen hun aanhangers, de Re monstranten en de Contra-Remonstran ten. Het ging vooral over de predestina tie, de uitverkiezing. Op de SjTiode te Dordrecht 1618-'19 werd de leer der Re monstranten veroordeeld en werden hun predikanten afgezet. De kalme en gemoedelijke Doopsge zinde Vondel ging er zich ook mee be moeien en hij koos de zijde van de Re monstranten. Maar hij bleef bij zijn eigen kerk. Vooral de terechtstelling van Oldenbamevelt vond hij verschrikke lijk. Toen hij 40 jaar later het stokje zag, dat hem gesteund had bij zijn gang naar het schavot, dichtte hij „Het Stokske van Johan van Oldenbamevelt, Vader des Vaderlands" „Mijn wens behoede u onverrot, O stok en stut, die geen verrader. Maar 's vrijdoms stut en Hollands vader Gestut hebt op dat wreed schavot". Striemende spot- en hekeldichten vloei den uit zijn pen. Prins Maurits werd voorgesteld als een dwingeland en een tiran. Hij had meer op met diens broer en opvolger Frederik Hendrik, die erg soepel optrad tegen de Remonstranten. In 1625 dichtte hij het grote werk Pa lamedes of de Vermoorde onnozelheid, een episode vat de Griekse geschiedenis, waarin hij bij de belegering van Troje van verraad wordt beschuldigd en ge stenigd. Wie tussen de regels door kon lezen, las er de dood van Oldenbame velt en de vervolging van de Remon stranten in. De verspreiding van dit ge dicht werd dan ook verboden en alle exemplaren bij de boekverkopers wer den opgehaald. Dit verbod had echter een averechts effect. Binnen een jaar- verschenen er 7 nieuwe drukken van en tijdens Vondels leven nog 11. Vondel werd beschuldigd van hoog verraad en moest voor het gerecht in Den Haag verschijnen, kat kon de dood straf worden. Hij heeft Amsterdam ver laten en is bij kennissen ondergedoken. Slechts enkele dagen, vrienden in de Amsterdamse vroedschap wilden hem niet aan Den Haag uitleveren. In zijn woonplaats zelf werd hij veroordeeld tot 300 gulden boete. „'t Verboden wordt gezocht en 't geen men ons ontzeit Wordt altijd meest begeerd en wijd en zijd verspreid". Dat bleek ook hier met dit verbod. Vondel was op slag beroemd geworden. In 1628 vertrok Vondel naar Dene marken om zaken te doen. Er wordt vermoed dat hij niet alleen een eenvou dig kousenwinkeltje had, maar ook groothandel bedreef. In 1635 stierf zijn vrouw. Een half jaar later zouden ze hun zilveren brui loft gevierd hebben. Het was een grote slag voor hem. Hij heeft bij de dood van bekenden dikwijls „lijkklachten" ge dicht, maar dat bij de dood van zijn vrouw Maeyken de Wolff was bijzonder mooi en diepgevoeld. Als in een droom spreekt ze hem toe: „Mijn lieve bedgenoot, dees zaken Gebeuren geenszins zonder God, Vemoeg met uw getrokken lot. En wil uw heldenwerk niet staken" (dat is het dichten). Ik zie, dat ik nog lang niet klaarge- komen ben met het leven van Vondel, er volgt dus nog een artikel. Middelburg. L, van Wallenburg. THOLEN Heiup gebroken. Bij het sneeuwvrij maken van zijn auto is dhr. v. d. B. uit gegleden en brak daarbij zijn heup. Hij is op de rand van de stoep terecht ge komen. Hij werd overgebracht naar het ziekenhuis te Bergen op Zoom. NED. HERV. KERK Beroepen te: Benschop A. Kortleve te Waspik; Middelhamis, IJsselmuiden en Baam P. Koeman te Oene; Monster H. V. d. Post te Bergambacht; Oude Tonge P. Kolijn te Krimpen a. d. IJssel; Hier- den P. Bos te Ridderkerk; Dirksland G. Abma te Poortvliet. Aangenomen naar: Wageningen J. v. d. Ketterij te Zetten; Puttershoek A. Woudenberg kand. te Maarssen. Bedankt voor: Woudenberg J. Blom te St. Maartensdijk; Giessendam en Bru- chem J. v. d. Ke;tterij te Zetten; Eem- nes-Buiten G. Abma te Poortvliet. Stolwijk J. Blom te St. Maartensdijk. GEREP. KERKEN Beroepen te: Doetinchem D. v. Santen te Sassenheim; Maassluis Z. Versluys te Hazerswoude; Utrecht C. v. Steenis te Rotterdam. Aangenomen naar: Sneek J .Pruyn te Oostkapelle; Hoogvliet G. v. d. Linde te Oude Pekela. Bedankt voor: Haulerwijk G. v. d. Linde te Oude Pekela; Oudega R. Has- sef ras te Putten. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te: Hoek P. de Jong kand. te Utrecht; Blokzijl T. Dtjkema te Gronin gen; Zeist (b.v.) J. de Jonge kand. te Utrecht. Enkhuizen: Na bevestiging door Prof. Dr. H. Schilder te Kampen met Jozua 1 18 deed kand. A. de Jager intrede al hier met Jozua 24 14-16 en 18b. Loosduinen: Wegens vertrek naar Bunschoten, nam Ds. H. Hidding af scheid van deze gemeente met Hebr. 13 20 - 21. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te: Zuidland H. Korving te Maassluis en M. v. d. Sluys kand. te Apeldoorn. Zij doen dat ook in West zaan en Zaamslag; Schiedam: H. Kor ving kand. te Maassluis en G. van Rook- huyzen te Zeist. Beroepen te: Biezelinge en Wormer- veer kand. N. Ribbers te Den Haag; Zaamslag kand. H. Korving te Maas sluis; Kerkwerve kand. M. v. d. Sluys te Apeldoorn; Soestdijk kand. G. v. Rook- huyzen te Zeist; Utrecht-N R. v. Beek te Baam; Katwijk aan Zee M. Tanis te Sliedrecht. Aangenomen naar: Hoogeveen (als miss. pred.) kand. G. Drayer te Grach ten. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te: Emmeloord C. Harinck te Dordrecht. Betdankt voor Hoofddorp R. Bogaard te Leiden; Rock Valley en Poortvliet A. Moerkerken te N. Beijerland. OUD GEREF. GEMEENTEN Stavenisse: Na bevestiging door ds. C. Smits te Giessendam, met JeSaja 51 16, deed Ds. J. Schinkelshoek gekomen van Kampen, intrede met een prediking over 1 Cor 3 11. INGEZONDEN: Geachte Redaktie, Gaarne een plaatsje in uw blad naar aanleiding van uw verslag in E.-N. d.d. 16 jan. 1979 aangatinde het afscheid van organist Maliepaard in de Ned. Herv. Kerk te Stad aan 't Haringvliet. Ik moet dan eerst teruggaan tot de vorige orga nist dhr. L. Huizer. Laastgenoemde is gedurende onge veer 40 jaar onafgebroken organist ge weest. Hij is begonnen als opvolger van wijlen meester Elvé wiens leerling htj is geweest. In 1922 speelde dhr. Huizer al op het orgel der kerk. Ongeveer 1965 heeft dhr. Huizer gemeend zijn werk op het orgel te moeten neerleggen. Hij was toen 74 jaar oud. Het afscheid van dhr. Huizer is met een bedankje door de kerkvoogd in de kerk na de dienst afgedaan. Dhr. Malie paard is toen als opvolger aangesteld omdat hy reeds vele jaren samen met dhr. Huizer uiteraard met diens goed keuring het orgel bespeelde. Dhr. Ma liepaard is wat men noemt nogal muzi kaal en daar beide heren toen buren waren, was het door dhr. Maliepaard vlug gevraagd eens op het kerkorgel te mogen spelen. Met bovenstaande wü ik opmerken dat ik het betwijfel of dhr. Maliepaard zo lang als in uw verslag staat genoteerd als aangesteld organist heeft gespeeld. S.^-r^*!«^«»'-*«^«^^ -. L&P «iiiir» Middelburg Waldammeweg 2 Industrieterrei.n „Arnestein" Tel. 01180-25055 GEEN WINST VOoil INTERMEZZO In een goed met publiek gevulde Olympiahal in Middelhamis zijn de hoogste heren en damesteams er niet in geslaagd hun partijen in winst om te zetten. Heren 1 moest aantreden tegen lijstaanvoerder Krimpen, een ploeg die zes punten voorsprong heeft op de num mer 2 in de promotieklasse, en zeer snel bleek al dat Intermezzo niet tegen dit team opgewassen was. Krimpen in het gelukkige bezit van twee ex-eredivisie spelers liet erg gevarieerd en aanvallend volleybal zien en het chauvinistische Ik gun dhr. Maliepaard de gezellige avond en de diverse onderscheidingen van harte, maar vraag mij toch af of kerkvoogden eft notabelen wel goed kunnen optellen c.q. aftrekken. Met dank voor plaatsing. Hoogachtend, J. Huizer Voorstraat 25, Stad aan 't Haringvliet. publiek voelde de onmacht van'hun fa vorieten, maar ook goed bedoelde aan moedigingen konden tegen dit demon stratief volleybalspelende Krimpen niets uithalen. Een 3-0 nederlaag voor Inter mezzo in de eerste wedstrijd van de tweede competitieronde. Ook het eerste damesteam moest met 3-1 een nederlaag incasseren. Het is te gen mede degradatie-kandidaat Rapid VC uit Maastricht een lange en zeer enerverende partij geworden. Achteraf bezien hadden de dames uit Middelhar- nis meer verdiend en een puntendeling had de verhouding tussen de beide par tijen beter weergegeven, maar het ge luk wat men af en toe toch nodig heeft om een set winnend te kunnen afsluiten was ook deze keer niet voor de dames weggelegd. In elke set kon Intermezzo steeds een voorsprong van gemiddeld 4 a 5 punten opbouwen, maar eenmaal aangeland bij de 10 stokte de aanval en werden er onnodige fouten ge'maakt. Wat meer overtuiging zou de dames on getwijfeld ten goede komen aan hun spel, wat op zich nog zo slecht niet was. Aanstaande zaterdag spelen de Inter mezzoteams wederom weer thuis in de Olympiahal. Heren 1 zal om 16.00 spe len tegen Target 2 uit Dordrecht, terwijl de dames twee uur eerder aantreden tegen Valuas-VCT uit Venlo. Publiek is van harte welkom en de toegang is gratis. SENSATIONELE OPRUIMING Alle rekken moeten leeg Enorme kortingen: 30»/o - 70»/o. Kijk, vergelijk; het bespaart U veel geld Unieke garantie. Dit kan alléén: Hoogstraat 153, Rotterdam- C., Reisgeld binnen geh. Ned. V. 2 pers. bij koop te rug. Koopavond tot 21.00 uur geopend. VERVOLGVERHAAL F. de Zeeuw J.Gzn. Historisch verhaal uit de Middeleeuwen Uitgevery ,4>e Banier" 32 De man stond dadelijk op en vroeg vriendelijk: „Kent u mij nog vader Cle ment?" De oude staarde hem lange tijd strak aan. Toen schudde hij zijn grijze hoofd en zei: „Nee mijn zoon, bij mijn weten heb ik je nooit gezien". De vreemdeling schudde glimlachend het hoofd. „Maar dat is niet mogelijk zei hij. U moet mij nog kennen. In deze cel heb ik zoveel uren doorgebracht, ik be grijp niet, dat u Maarten Gevaerts niet meer kent, vader Clement". Op het horen van die naam scheen de herinnering bij de oude man wakker ge roepen te zijn. Hij begon tenminste te lachen. „Maarten mijn zoon! riep hij uit, terwijl hij op hem toeliep en hem om helsde zeker, zeker, nu herken ik je. Wat ben ik blij, dat ik jou nog mag te rugzien vóór ik sterf. Jaren en jaren heb ik verlangend naar je uitgezien, maar nu ik deze zomer al tachtig word begon ik de hoop op te geven, dat ik je nooit zou weerzien. En nu zie ik je opeens voor me, mijn Maarten, mijn beroemde bouwmeester". Bij deze laatste woorden gleed er een schaduw over het gezicht van Maarten, maar de oude bemerkte dit niet. Toen de vreugde van het plotseling weerzien wat gekalmeerd was, begon pater Clement te informeren naar al wat er in die lange jaren was gebeurd. Hoe het met de bouw van de Domtoren stond en zo al meer. En toen ging Maarten aan het vertel len. Eerlijk vertelde hij alles over de te keningen van die oude onbekende bouwmeester, die hij had gestolen en in het haardvuur had verbrand. „Foei Maarten, foei viel de oude monnik uit hoe is het mogelijk ge weest, dat jij zoiets hebt kunnen doen?" Maarten probeerde dit te verklaren en vertelde eerlijk, dat hij nu geen bouw meester meer was. Hij had zich aan dronkenschap over gegeven en als straf voor die dronken schap en ook als straf voor de misdaad, die hij in Antwerpen had gepleegd, had de bisschop hem het voltooien van de Domtoren verboden. Dat was een zware slag voor hem geweest. Aij zijn plannen en tekeningen had hij moeten overgeven aan zijn knapste medewerker. Deze had hij met het volledige bouwplan op de hoogte moeten brengen en volgens die plannen moest de toren worden vol tooid. Verder had de bisschop bepaald, dat de naam van Maarten Gevaerts ninamer aan de toren verbonden mocht worden. De volgende geslachten moch ten niet weten wie eigenlijk de bouw meester was geweest van de Domtoren van Utrecht. „Hieraan kun je zien mijn zoon, dat de Heere jouw ijdelheid straffen wil zei dé oude monnik op ernstige toon. Herinner jij je het sterfbed van je moe der nog. Maarten? Weet je nog hoe zij jou vermaande om toch vooral niet naar roem en eer te jagen, omdat dit zoveel gevaren oplevert voor je ziel? Tegenover mij heeft zij toen ook haar grote be zorgdheid uitgesproken over jou. Jij was zo trots, zei ze, en zij was bang, dat die trots jou nog eens in het verderf zou storten". Maarten Gevaerts zuchtte diep. „Had ik maar naar de raad van mijn moeder geluisterd, vader Clement zei hij wellicht was het dan nooit zover met mij gekomen. Wat heb ik nu bereikt met mijn jagen naar roem en eer? Nu ben ik halver leeftijd een gebroken man. Ik kan u wel verzekeren eerwaarde, dat het leven voor mij niet meer de minste waarde heeft". „Foei foei, mijn zoon, zo mag je niet spreken. Het leven Is een geschenk, dat we dankbaar uit Gods hand moeten ont vangen. Kijk eens naar mij. Ik ben een oud man. Deze zomer word ik tachtig jaar en nog heeft het leven zijn bekoring voor mij". „Maar zo ging hij op droe vige toon verder vertel me nu eens hoe jij er toe gekomen bent om in Utrecht zo'n losbandig leven te leiden. Waarom heb jij je daar overgegeven aan dronkenschap? Kon je de weelde van een geëerde bouwmeester te zijn, niet verdragen? En dacht jij dan nooit meer aan de knappe Maria van Ath?" „Nee! klonk het bitter en er werd een harde trek op zijn gelaat zichtbaar nee, het was juist om de herinnering te verdrijven, dat ik mij ging schuldig maken aan drankmisbruik. Ik wilde door de drank mijn ellende wegspoelen. Maar tot nu toe is mij dat nooit gelukt". „Ben ja dan ontrouw geworden aan Maria? Nou, Maarten, dat valt me tegen van je. Dat heeft het goede meisje niet aan jou verdiend". Maart enkeek de oude monnik met verwondering aan. Wist pater Clement dan niet eens welke stap Maria indertijd genomen had? Of zou het de oude man ontschoten zijn? „Goede vader Clement zo begon hij Maria heeft mijn leven verwoest. Zij is immers in een klooster gegaan en als zij nog leeft bevindt zij zich nu nog in het zuiden van Frankrijk. Zij is voor al tijd voor mij verloren en nooit zal ik haar mijn bruid kunnen noemen, en daar hebt u nu de reden, waarom ik mij heb overgegeven aan de drank". De oude man 'scheen hem niet goed te hebben begrepen, tenminste, hij vroeg: „Wat zeg je daar van Maria, Maarten? Woont zij tegenwoordig in Zuid-Frank rijk? Daarvan heb ik nooit iets gehoord. Wat bedoel je toch, m'n jongen?" „Ik vertelde, dat Maria in Zuid-Frank rijk in een klooster is gegaan en dat zij daardoor voor mij verloren is". „In een klooster? vroeg de oude monnik verwonderd Is Maria in een klooster gegaan? En nog wel in het zui den van Frankrijk. Maar mijn beste jongen, daarvan heb ik nooit iets ge hoord. Ik weet niet beter, of Maria is nog altijd bij haar vader, de smid, en..." Pater Clement kon zijn zin niet voltooi en. Met een rauwe kreet sprong Maar ten op van zijn stoel en liep op de ver schrikte monnik toe. „Wat zegt u daar? brulde hij. Wat zegt u daar? Is Maria niet in een klooster! Is het allemaal leugen en be drog geweest? Zeg me eens vader Cle ment, wie van ons beiden heeft zijn verstand verloren? Gij of ik?" De oude monnik kon geen woord uit brengen. Hij was geheel ontdaan van de schrik. In het klooster had men de rauwe kreet van Maarten gehoord en aanstonds snelden enige monniken toe om te zien of de oude geliefde Clement iets was overkomen. Zy vonden hem achterover in zijn stoel liggen, niet bij machte om een woord te spreken, i En naast de stoel van de monnik zagen zij in het 'schemerlicht van de vallende avond een man van middelbare leeftijd op de rode tegels van de kloostervloer liggen. Men stiet hem aan, doch Maarten gaf geen teken van leven. Een paar monni ken tilden hem met moeite op en legden hem op de harde slaapplaats van pater Clement. De laatste geraakte langzamerhand weer bij ziJn positieven. Hij gebood een lamp te ontsteken om beter te kimnen zien hoe het met de ongelukkige man was. Maarten lag nog met de ogen gesloten. Zijn borst ging hevig op en neer. De oude pater Clement ging naast het bed zitten en hield de wacht. Ongeveer een half uur later opende de ongelukkige bouwmeester eindelijk de ogen. Het scheen, dat hij nu enigermate tot zichzelf was gekomen en heel voorzich tig informeerde de pater naar de oorzaak van zijn aangrijpende ontroering. Maarten vertelde hem met horten en stoten over het briefje, dat Jilles hem gebracht had en dat de oorzaak was ge worden van al zijn ellende. „Mijn beste jongen zei de oude man wat hebben ze jou vreselijk bedrogen. Maria heeft nooit één voet in een kloos ter gezet. Zij is dat zelfs nooit van plan geweest. Jaren lang heeft zij op jou ge wacht, totdat „Totdat?" vroeg Maarten met angst in zijn stem. „Totdat zij alle hoop liet varen. Nog steeds verzorgt zij de huishouding van haar vader en nog steeds treurt zij over de verloren geliefde". Even vloog er een bHjde glans over het gezicht van de ongelukkige man. Maar direkt daarop verviel hij weer in doffe moedeloosheid. „Nu zal het te laat zijn klonk het somber haar leven is gebroken en het mijne eveneens". „Ho ho vriend Maarten, zo moet je niet spreken zei de oude man. Mis schien kan alles nog terecht komen. Als jouw berouw over wat je hebt misdaan maar oprecht is". „Dat is het heel zeker, dat is het be slist riep Maarten o, als Maria toch nog eens mijn bruid mocht wor den!" „Wij zullen doen, wat in ons vermogen ligt verzekerde de oude Clement maar voorlopig moet je rust houden. Zodra je weer je oude krachten terug- hebt, zullen we verder zien". SLOT VOLGT

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5