EIUVnDEn-illEUWS De jonge Luther (1) (PPflPD Zo ging hei toen in aHidtieiitarnis RIKKEN b.v. De bouwmeester en zijn bruid Co. 2e blad Dinsdag 24 oktober 1978 No. 4736 ZEEUWSE WANDELINGEN Met ingang van 9 oktober a.s. is onze zaak 's maandags de hele dag gesloten. Openingstijden Dinsdag t.e.otn. donderdag van 8-12 en 1-6 uur. Vrijdag van 8-12 en van 1-9 uur. Zaterdag van 8 tot 6 uur. Firma W. A. den Hertog Westhavendijk 43 - Dirksland Tel. 01877 - 1968 - 2544 Streekcommissie- nieuws KORFBAL brengt een zig-zag naaimachine gièbeèl compleeit vsua 389,— tr}deltgk voor officieel dealer voor W. RIKKEN B.V. Korte Meestraat 17 BEBGEIN OP ZOOM Tel. 01640 - 35878 uit de kerken Herinneringen van oud mandemaker H. Dubbeld In sommige kerken wordt ieder jaar op 31 oktoi)er de Kerkhervorming her dacht: op deze dag in het jaar 1517 sloeg Maarten Luther zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkapel te Wit tenberg. Ze waren in het Latijn, zodat de meeste eenvoudige mensen ze niet konden lezen. Ik heb wel eens een plaatje gezien, dat een heleboel mensen zich verdringen voor de kerkdeur om toch maar bekend te worden met wat daar op dat papier staat. Dat is natuur lijk fantasie van de tekenaar, want al leen geleerden kondten het lezen. Dat was trouwens de bedoeling van Luther: hij wilde een dispuut, een twistgesprek over de inhoud van deze stellingen. Maar niemand daagde er op. Il^et ging vooral tegen de aflaathandel en ook de geleerden durfden zich daar toen nog niet tegen verzetten. Toen kort daarop deze stellingen in het Duits werden vertaald, kon iedereen ze lezen. Het is niet mijn bedoeling, hierover dieper in te gaan, dat zal wel in de herdenkingsdiensten gebeuren. In de boeken over Luther is hierover trou wens voldoende te vinden. Ik wil in een paar artikelen wat vertellen over de jonge Luther, de schooljongen, de stu dent en de monnik vóór het bekende jaar 1517. Zijn jeugd Hij werd geboren in Eisleben, een dorpje in het vorstendom Saksen, op 10 november 1483. De volgende dag werd hij gedoopt, dat was dus de 11e november de dag van de „heilige" Mar- tinus. Naar hem werd hij genoemd, wij spreken altijd van Maarten Luther. Zijn vader was Hans Luther, zijn moeder heette Margarethe Lindemann. Hans woonde eerst in Möhra op de boerderij van zijn vader. Bij diens dood nam de oudste zoon het bedrijf over. Nu kon Hans er arbeidersknecht wor den. Maar eerzuchtig als hij was wilde hij dat niet. Toen zijn vrouw in ver wachting was van Maarten, verhuis den ze naar Eisleben, waar het kind dan ook geboren werd. In deze streek waren veel mijnen, Hans Luther werd dus mijnwerker. Maar door hard wer ken wist hij vooruit te komen en kwam hij tot enige welstand'. Na enige jaren kreeg hij een aandeel in enkele mijn schachten en werd pachter van een kleine mijn met een ijzersmelterij. Rijk zijn ze er niet van geworden, maar door zuinig te leven konden ze hun 7 kinderen netjes opvoeden. Die opvoeding was strei;ig. Vader Hans was erg driftig en zoontje Maar ten heeft nogal eens een pak slaag ge had, zowel van zijn vader als zijn moe der. Een van de uitspraken van Luther is: „Mijn vader heeft me eens zo gesla gen, dat ik wegvluchtte en kwaad op hem werd, totdat hij moeite deed om me voor hem terug te winnen. Mijn moeder heeft me eens slechts omwille van een noot tot bloedens toe gesla gen". Ze pasten Spreuken 13 24 letter lijk toe. Toch spreekt Maarten Luther in zijn latere jaren m.et waardering en dankbaarheid over zijn ouders, dié door hun spaarzaamheid zoveel voor hem hebben opgeofferd. Op school werd trouwensi de roede ook niet gespaard. Maarten vertelt dat hij eens op een morgen 15 keer geslagen werd ende onderwijzer noemde hem „een harde norse kop". Was hij mis schien een lastig jongetje? Zijn ouders waren erg bijgelovig. Als er iets verkeerd ging, zochten ze er de duivel achter. Die was ook in heksen en spoken gevaren. Toen een dochtertje stierf, meenden ze dat het kind door een buurvrouw behekst was. Die angst werd er ook bij de kinde ren ingekweekt. De jonge Maarten heeft er heel zijn leven een complex van over gehouden. Na de Rijksdag van Worms in 1521, waar hij in de ban werd gedaan, werd hij door zijn vrienden naar het kasteel de Wartburg gevoerd Ben vei ligheidsmaatregel om- hem te bescher men tegen zijn vijanden. Daar is hij begonnen met de vertaling van de bij bel in het Duits. Eens meende hij de duivel in zijn kamer te zien. Hij pakte ztjn' inktpot op en smeet die naar Ijem toe. Het werd een grote inktvlek aan de muur, die aan de toeristen getoond wordt. Nu zullen er wel niet veel va kantiegangers meer komen, al de plaat sen die in dit artikel genoemd worden, liggen in Oost-Duitsland. Enkele dagen voor zijn dood zag Maarten Luther de duivel zitten op een regenpijp met zijn achterste naar hem toe. Lugubere jeugd- impressies Naar school Op school vond Maarten het eentonig en verschrikkelijk. Als de kinderen nog maar net wat lezen schrijven en reke nen geleerd hadden, begonnen ze al met Latijn. Ze snapten niets van naam vallen en vervoegingen en moesten de boel maar opdreunen. Eerst ging hij naar de dorpsschool in Mansfeld, waar heen zijn ouders kort na zijn geboorte verhuisd waren. In 149*7 naar de dom school te Maagdenburg, die onder lei ding stond van de Broeders des Geme- nen Levens. Het volgende jaar naar Eisenach, waar nog familie woonde. Op 18-jarige leeftijd gaat hij naar de beroemde imiversiteit van Erfurt (1501)- Het is ziJn bedoeling er „rechten" te gaan studeren. Hiennee wordt ook de wens van zijn vader vervuld. Net zoals in onze tijd vinden do ouders het fijn als hun kinderen het verder brengen dan zijzelf. En vader Hans. was nogal eerzuchtig, maar het moet gezegd wor den, hij spaarde er hard voor en offer de er veel voor op. Een „meester in de rechten" kon later gemakkelijk notaris worden of burgemeester of een andere mooie betrekking. Eerst moest men echter college lopen in schone kunsten en wijsbegeerte. Na een jaar was Maarten candidaat en in 1505 magister artium meester in de schone kunsten. Met 17 geslaagden trok ken ze in fakkeloptocht door de stad om het te vieren. Hier krijgt hij voor het eerst een Latijnse bijbel in handen. Er wordt wel beweerd, dat men de bijbel niet mocht lezen. Maar de studenten moch ten die in de bibliotheek altijd lezen. Toen Maarten Luther kort daarna in het klooster was, kreeg hij van de mon niken een bijbel in rood leder gebonden. Hij raakte er zo goed in bekend, dat hij deze bijbel graag had meegenomen, toen hij het klooster verliet, maar dat mocht niet. Hoe hij in een klooster is terecht ge komen, vertel ik de volgende keer. Middelburg. L. van Wallenbiu-g. HUISHOUDELIJKE VERGADERING STREEKCOMMISSIE GOEREE - OVERFLAKKEE OP 31 OKTOBER 1978 Café-restaurant Bejlevue, Zandpad 60, om 20.00 uur. Het doel van de streekcommissie is het bevorderen van de mogelijldieden voor de bevolking om mee te doen aan inspraak op het provinciale ruimtelijk beleid. De streekcommissie houdt zich onder meer bezig met het signaleren van onderwerpen welke de aandacht van be volking en/of provinciaal bestuur ver dienen. Daarnaast het op eigen initiatief of op verzoek van streekbewoners of overheid organiseren van bevolkings inspraak en het bevorderen van direkt kontakt tussen bevolking, provinciaal bestuur en ambtelijke diensten. Huishoudelijke vergadering zijn voor al bedoeld voor leden van de streek commissie. Hier worden onderwerpen besproken die nodig zijn voor het func tioneren van de commissie, zoals de or ganisatie van de inspraak of het pro gramma van aktiviteiten. Belangstellenden zijn van harte wel kom om de streekcommissie bij te staan bij het signaleren van problemen, knel punten en ontwikkelingen wel ke in hun streek leven. Daarbij gaat het om zaken van regionaal belang, zoals aanleg van wegen, grote recreatieyprojekten, open baar vervoerproblemen en vele; andere. Zij kunnen de vergaderingen als toe hoorder bijwonen en krijgen tijdens de rondvraag de gelegenheid het woord te voereru AGENDA: voorlichtingsavond oVpr de provin ciale herindeling inrichtingsschets Grevelingenbekken PPD-onderzoek Ideine kernen Goeree lOverflakkee en Hoeksche Waard inspraak op basisplan voor het Haringvliet RONDVRAAG en sluiting Vergaderstukken en andere informatie zijn voor belangstellenden te verlcrijgen bij het centrale sekretariaat voor de streekcommissies in Zuid-Holland: de Provinciale Raad voor de Ruimtelijke Ordening, Benoordenhoutseweg 23 te Den Haag. Tel. 070 - 264111 toestel 2800, Elisabeth de Vries. SLECHTE RESULTATEN GOOD-LUCK PLOEGEN Zaterdag j.l. speelden zowel het 1ste, 2de en 3de van Good-Luck tegen Ven tura Sport 1, 2 en 3. De club uit Middelhamis wist geen enkel punt te vergaren. Good-Luck 3 speelde uit en kregen een 5-1 nederlaag te incasseren, terwijl het tweede team een nog groter neder laag te slikken kreeg 2-8. Zij zullen vermoedelijk geen kans zien zich te handhaven en zullen hierdoor na de promotie van vorig jaar nu na één jaar in de tweede Idasse weer degraderen. Good-Luck 1 was voor koploper Ven tura Sport 1 gewaarschuwd door het re sultaat dat de ploeg uit Strijen vorige week behaalde tegen DBGC 1, de Oude- Tongenaren moesten met 11-3 het on derspit delven, wat een bewijs is voor de schotvaardigheid van Ventura. Good-Luck - Ventura Sport Good-Luck was in de beginfase zwak ker dan Ventura, door het lage tempo van de thuisclub kon Ventura het spel bepalen. Na 20 minuteti keek Good-Luck tegen een 0-3 achterstand aan, doordat de af standschoten van de bezoekers zuiver der waren. Hierna ging Good-Luck beter draaien, het tempo werd verhoogd en het was Lenie Jonge jan die met een doorloper 1-3 scoorde. Good-Luck bleef aandrin gen, Winnie Vermeulen werd „gepakt" en de toegekende strafworp werd door Marco Appel in een doelpunt omgezet. 2-3. Ondanks dat Ventura nu minder was wisten de Good-Luckers de geboden kansen niet te benutten. Ruststand 2-3. Na de rust speelden beide ploegen in hoog tempo. Het harde werken van de Good-Luck aanval werd beloond met een strafworp, die door Marco Appel werd benut 3-3. Het zag er naar uit dat de strijd nu gelijk op zou gaaii, maar dat pakte anders uit. Ventura maakte n.l. direkt daarop een afstandschot, en pam dus weer de leiding 3-4. Nog geen' vijf minuten daarna scoorde Ventura op nieuw, wat de stand op 3-5 bracht. Het spel ging snel over en weer en beide ploegen wisten mooie kansen te creëren. Het grote verschil was «chter dat Ven tura de kansen benutte en Good-Luck niet. Ventura rriaakte opnieuw een af standschot en vergrootte de voorsprong tot 3-6. Good-Luck bleef echter vechten om de kostbare puntjes in bezit te krij gen en Lenie Jongejan verkleinde de achterstand met een doorloopbal tot 4-6 Ventura Sport mocht daarop een straf worp hemen die werd benut en de stand op 4 - 7 bracht. Good-Luck bleek de moed nog niet verloren te heb,ben, want het bleef doorzetten en Petra Vermeulen bracht met een doorloopbal de stand op 5-7. In de slotfase maakte Wim Snijder nog een doorloopbal 6-7 Ventura ging op balbezit spelen, ze wisten dit tot het eindsignaal vol te houden. Door deze nederlaag komt de ploeg van trainer v. d. Vliet op 4 punten ach terstand op koploper Ventura Sport. Programma zaterdag a.s.: Sen.: Kinderdijk 3 Good-Luck 1 Good-Luck 2 - Or. Wit 2 15.00 uur Good-Luck 3 - Vlos N 2 13.00 uur Jun.: Albatros 2 Good-Luck 1 Adsp.: P.K;C. 4 Good-Luck 1 Good-Luck 2 Vent. Sp. 3 10.30 uur Pup.: Good-Luck 1 - Vent. Sp. 1 10.30 u. NED. HERV. KERK Beroepen te: Bleskensgraaf kand. A. Visser te Maartensdijk; Uddel J. Vroeg- indeweij te Katwijk aan Zee; Scriba P.K.V. in Z.-Holand T, Poot te Loos- drecht. Aangenomen naar: Ouderkerk a. d. IJssel M. Goudriaan te Goudswaard; Ouddorp W. op 't Hof te Hedel. Bedankt voor: IJsselmuiden, Wouden berg, Kamerik, Kierden, Nijkerkerveen, Goedereede, Veenendaal en Montfoort M. Goudriaan te Goudswaard; 's-Gra- venhage W. Kalkman te Ameide. Garderen: In een brief heeft de kerk voogdij der Herv. Gemeente te Garderen aan. het gemeentebestuur van Bameveld meegedeeld af te zien van het ontvan gen van gelden der burgerlijke gemeen te voor het onderhoud en beheer der begraafplaats. Het college ziet van ver der beheer der begraafplaats af i.v.m. het onlangs door de gemeente Bameveld genomen besluit daar een umenmuur te plaatsen, hetwelk naar de opvatting van de kerkvoogdij in strijd is met het Gods- Woord. Jubileum: Ds. M. v. Rennes alhier hoopt dezer dagen zijn vijf en twintig jarig ambtsjubileum te herdenken. Hij werd in 1953 predikant te Rouveen, ging in 1959 naar Streefkerk en staat sinds 1968 te Oud-Beijerland. GEREF. KERKEN Beroepen te: Purinerend G. Hane- maayer te Sliedrecht; Hilversum G. v. Peykeren te Meliskerke; Oud Beijeriand kand. W. Barendrecht te Amsterdam; 's-Gravenmoer A. v. d. Beid, kand. te Baambrugge. Aangenomen naar: Oud-Beijerland kand. W. Barendrecht te Amsterdam. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te: Alkmaar J. Luiten te Houwerzijl; Vlaardingen J. Burger te Dokkum; Loenen (U) en Beverwijl A. de Jager kand, te Kampen; Sneek en Heer- de kand. H. de Boer te Marloiesse; Har- denberg J. Kruidhof te Hoek; Smithvil- le (C) M. Oosterhuis te Wageningen; Kampen (b.v.) W. v. d. Linde te Heeren veen. Bedankt voor: Albany (Australië) M. Oosterhuis te Wageningen; Capelle a. d. IJssel C. Bijl te Groningen. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te Soestdijk: B. Bijleveld te Bussum en P. Roos te Harderwijk. Beroepen te: Utrecht-N. P. Roos te Harderwij 1; Maasslms B. Bijleveld te Bussum. Jubilea: Enkele predikanten gedenken hun 25 jarig jubileum: Ds. A. Rebel te Naarden werd in 1953 predikant te Does burg en diende verder de kerken van Emmeloord; Groningen, Rotterdam en Naarden (ziekenhuispredikant). Ds. M. C. Tanis te Sliedrecht, werd in 1953 predikant te Urk en diende voorts de kerken van Middelhamis 1958; Ba rendrecht 1960 en Sliedrecht 1969; Ds. G. Buys te Broeksterwoude, begon zijn loopbaan te Papendrecht en diende daarna de kerken van Murmerwoude, Vlaardingen en Broeksterwoude. Ds. M. Nieuwenhuyze te Mijdrecht, staat 45 jaar in het ambt. Hij werd in 1909 geboren en in 1933 predikant te Franelier. Voorts diende hij de kerken van 's-Gravenhage; Amsterdam-W.; Delft en Mijdrecht. OUD GEREF. GEMEENTEN Aangenomen naar: Urk M. v. d. Ket terij kand. te Woudrichem. 2 Toch waren er al onder de meer gegoeden die al een kachel hadden, en dan bij hout en turf, ook al steenkool stookten. Het is wel te begrijpen dat er met strenge en soms langdurige winters veel kou en armoe ge leden werd. Toch heb ik mijn vader wel horen zeggen, hoewel het er zuinig door moest, dat zijn moeder met haar drie kinders nooit geen gebrek gehad hebben. Er waren toen mensen die liever als het moest, iets misten als ze er geen geld voor hadden, als dat ze schuld er voor zouden maken. Maar men stak de handen uit de mouwen, om te doen wat de hand vindt om te doen, en de vlijtige hand dient tot overschot. Toen mijn vader 12 jaar oud geworden was, kwam er een plaatsje open voor een koffiekokertje op een sloep van de rederij P. L. Slis Zn. en zo ging hij als jongetje van 12 jaar en daarbij nog klein van persoon, onder 12 vreemde mensen, op een oude houten sloep naar zee. Wat het leven van zo'n koffiekokertje en wat zijn werk was hebben we wellicht wel gelezen uit het bekende boek over de visserij van Middelhamis van A. Faase, het is ook stuksgewijze verschenen in Eilandennieuws. Toen mijn vader SVs jaar dit werk gedaan had kwam op zekeren dag, de reder, toen nog de oude P. L. Slis bij zijn moeder. De reder sprak o.m. tegen vaders moeder; ik heb al eens gedacht dat het voor u beter was als je jongen aan de wal werk kon krijgen. Als u het goed vindt zal ik wat voor hem zoeken, uw zoontje is niet groot, en niet sterk, er is weinig kans op dat hij matroos zal worden, hij is wel vlug en gewiUig, maar voor dat werk niet sterk genoeg. Kort daarop kwam er een plaats open om het mandenmakersvak te leren. Zijn baas heette Machiel Dubbeld en was nog een ver familielid. Dus toen mijn vader van de visserij thuis kwam, bleef hij thuis, tot blijdschap van hemzelf en niet muider van zijn moeder, hij is later nooit meer op zee geweest. Zijn baas had er nu niet zo heel veel mee op, om hem als leerjongen aan te nemen, mijn vader was toen bijna 16 jaar; maar daar hiJ veel manden- werk leverde voor de sloepen, en ook nog een kleine steenkoolhandel voerde, dus een beetje afhing in zijn bestaan van de reder, heeft hij vader als leerling aanvaard. Hij heeft dat later zelf wel gezegd, maar ook gezegd, dat hij er nooit geen spijt van gehad heeft. Het was in die tijd lange dagen werken voor wei nig loon. Toen mijn vader ongeveer 5 jaar bij zijn baas gewerkt had, had er een grote verandering plaats; zijn baas had geen kapitaal, ziJn geldschieter voor het mandenbedrijf en de kolenhandel was een zekere heer Korteweg, oudere mensen van mijn leeftijd 70 tot 80 jaar kunnen nog weten dat een zoon van hem achter de Kaai woonde, ik meen van in het huis waar veel jaren C. Esselink gewoond heeft. Deze heer Korteweg had een timmer mans zaak de timmermanswinkel was, daar later jaren aaneen Krijn V. d. Slutjs zijn schildersbedrijf heeft gehad. Het ging niet te best met de zaken, en hy wilde van de kolenerf met hetgeen er op gebouwd was, en ook de mandenmakers werkplaats af. Vaders baas Machiel Dubbeld is toen met zijn gezin vertrokken naar Rotterdam, en heeft daar tot in hoge ouderdom het mandenmakersberoep, later ook met zijn zoons, uitgeoefend. De kolenerf, met werkplaats en een houten schuur, die er nu nog staat, en een paar huisjes in de naaste omgeving is toen gekocht door de toen al bejaarde Pieter Leendert Slis, na enkele jaren overgegaan aan de hier wonende zoons dl heren Jap. en Dirk SUs, bij vele oudere mensen nog be kende namen, mede in verband met de in dien tijd nog bloeiende visserij te Middelhamis. Mijn vader toen nog maar 21 jaar stond toen alleen voor het werk, iemand die bij zijn baas gewerkt had, was voor eigen rekening gaan werken en is na enkele jaren als mandenmaker ook naar Rotterdam vertrokken. Toen ik nog jong was, en ik met mijn vader ééns in het jaar een daagje met de Menheerse stoomboot naar Rotterdam ging, hebben wij hem zo wel als vaders oude baas M. Dubbeld, nog wel eens opgezocht. Ze waren niet riJk naar de wereld, de oude M. Dubbeld werkte toen nog wat bij zijn zoon Piet Dubbeld in eigen bedrijf. De andere mandenmaker werkte als knecht, bij W. J. Kruis, Hang 16, Rotterdam. Het moest toen met de meeste mensen wel schraal door het leven, maar ze leefden heel wat te vredener en gelukkiger dan vele mensen in onze weeldetijd. Van deze mensen mag ik zeggen het waren Christenen en dat niet alleen in naam. of alleen in praat, maar ook in de praktijk van het alledaagse leven. Een voorval uit het leven van hem, zijn naam was Dirk Joppe, wil ik even aanhalen. Wij weten dat door het vreselijk bombardement van de Duitsers 13 mei 1940 heel de binnenstad is verbrand en verwoest. De heer W. J. Kruis, de werkgever is ook in het bombardement omgekomen. Dirk Joppe was toen met vrouw en kinders en ook enkele vrienden en vrien dinnen in zijn huisje. Wie kon, die vluchtte uit de stad want men dacht niet anders, als dat de Duitsers heel Rotterdam zouden verwoesten. Ook spra ken die in zijn huisje waren erover om de vluchten, het huisje stond te schudden op zijn fondamenten. Toen sprak Joppe; mensen de Heere heeft beloofd, dat m.ijn huisje en allen die in mijn huisje zijn niet om zullen komen, en ik geloof God, dat Hij doet wat Hij belooft. Zulk een geloof wofdt nooit beschaamd. Zijn zij niet gelukkig die de Heere tot een toevlucht heeft."Ja gewis, die in de Schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, Ps. 91, is veiliger dan in de sterkste schuilkelder. Maar na dit uitstapje keer ik nu weer terug naar het oude manden makers beroep. Het is namelijk de bedoeling, op verzoek van enkele heren, anders had ik er niet over geschreven iets over het mandenmaken te vertellen. Te meer hebben zij dat verzocht, omdat dat werk gerekend wordt, tot zo als men dat noemt, de uitstervende, of beter gezegd, de verdwijnende beroepen. Dus keer ik nu weer terug tot daar mijn vader die voor rekening van de heren Jac. en Dirk Slis, het mandenbedrijf en de kolenhandel waarnam. Voor het mandenmaken stond vader de eerste tijd alleen toen zijn broertje van school kon werd die ook voor mandenmaker opgeleid. Voor de kolenverkoop was er alleen in de winter hulp nodig, dan was er altijd iemand die zomers op 't land werkte en 's winters op de koolerf werkte. Hoe werd er in die tijd gewerkt? Het inkopen van de kolen deed, de patroon zelf. Er werden toen, en ook nog toen ik jong was, 2 soorten kolen verkocht. De gewone steenkool, ook wel roerkolen genoemd, wer den per schip gehaald even over de grens in het Roergebied; waar toen de grote steenkolenmijnen van Duitsland waren. Zo'n schip, meestal^ 200 ton, werd dan volgestort tot aan de iJk, dat is de witte streep boven water die aangaf dat het schip de last had. Het behoorde tot de taak van de schrijver om daar goed op te letten. Kwam het schip in de Kaai, dan was de ijk wel een centimeter boven het water. Het verschil kwam doordat het water van de Rijn in Duitsland zoet water is, en in de Middelhamisse Kaai zout water is. Dan was het de beurt van de kaai- gasten, om het schip te lossen. Het kolenterrein lag aan het Vissersdijk, van het schip af wel 100 meter lopen. 2 mannen schepten de kolen in de zakken, en 5 of 6 man droegen d« volle zakken naar het terrein. (Wordt vervolgd). VERVOLGVERHAAL P. de Zeeuw J.Gzn, Historisch verhaal uit de Middeleeuwen Uitgeverij „De Banier" 6 Er was iets met Maarten aan de hand, dat stond bij hem vast. Anders was hij gewoon, als de lessen afgelopen waren, nog een poosje te blijven babbelen, maar dat was er vandaag niet bij geweest. Zodra de les afgelopen was, had hij zijn spullen bijeen gepakt en was hij, met een korte groet, vertrokken. En terwijl Clement over dit wonder lijke gedrag zat na te denken wandelde Maarten in de richting van het dorp. Het doel van zijn reis was het huis van smid Van Ath en toen hij daar had aangeklopt, deed Maria dadelijk de deur open en ontving hem hartelijk. Ze gaf hem een stoel en omdat zij het doel van dit bezoek best begreep, zei ze lachend, dat zij direkt haar vader zou roepen. „Ik moet nog even het dorp in Maar ten zei ze toen maar ik denk, dat ik met een uurtje wel terug zal zijn hoor". Met een vriendelijke groet ging zij daarop het huis uit. Enkele ogenblikken later kwam de smid binnen. Van Ath was een man van middelbare leeftijd. Het verlies van zijn vrouw had hem vroeg oud gemaakt en diepe rim pels in zijn voorhoofd getrokken. Ook was er, süids zij gestorven was, een stroeve trek om zijn mond gekomen. Neen het was lang niet meer de vrolijke kerel, die hij vroeger was geweest. Aan hertrouwen had hij nooit gedacht. Hij leefde voor het enige kind, dat zijn vrouw hem had nagelaten, en hij om ringde Maria met de tederste zorg en waakte over haar als voor zijn oogappel. „Zo vriend Maarten begon Van Ath, toen hij binnenkwam jij hebt zeker iets heel bijzonders op je hart, dat je me zo apart liet roepen. Had je je bood schap niet in de smidse kimnen doen?" Ja, nu moest bij Maarten het hoge woord er uit. Maar dat kwam nog niet direkt. Hij schuifelde wat op zijn stoel heen en weer. De smid was wel vriendelijk, maar hij keek zo bars en dat stuurse uiterüjktvan de smid weerhield Maarten er eerst van om met zijn boodschap voor de dag te kom.en. Maar ongedacht en zonder het te be doelen, kwam de smid Maarten te hulp. „Of ben je misschien gekomen, opdat ik je zou kunnen bedanken Maarten?" „Bedanken?" vroeg de jongen. „Ja zeker. Jij hebt Maria immers ge holpen toen zij werd lastig gevallen door Joost den Bakker". Maarten icreeg een kleur. „O bedoel je dat?" vroeg hij. „Ik dank je nog wel hoor zei de smid maar het was wel een beetje voorbarig van je, vind je zeU ook niet? Joost deed Maria immers in het minst geen kwaad? Je bent wat driftig uitge vallen, vrind, en driftigheid is een las tige eigenschap. Ik geef jou de goeie raad, die drift er een beetje onder te houden, want anders zal die je heel veel schade berokkenen". De kleur op Maartens wangen werd nog dieper. Dit leek meer op een bestraffing, dan op een dankbetuiging, vond hij. Het werd zaak, dat hij met zijn bood schap voor _de dag kwam, voordat de smid nog meer ging uitpakken. „Zeg baas Van Ath, je had het zoeven over Maria, maar het is juist over Maria, dat ik je graag even zou willen spreken", zo begon hij een beetje aarzelend zijn relaas. De smid deed alsof hij heel verwon derd was. „Over Maria?" vroeg hij. „Ja, over Maria ging Maarten ver der. Je moet namelijk weten baas Van Ath, dat ik van Maria houd en nu wilde ik je vragen of je het goed vindt, dat ik haar mijn bruid noem. Ik vind haar het liefste en aardigste meisje uit heel Henegouwen", voegde hij er met de geestdrift van een pas ontwasikte liefde aan toe. De rimpels in het voorhoofd van de sniid verdiepten zich en in gedachten verzonken scheen hij Maartens vraag te overwegen. Met spanning volgde Maar ten 'elke verandering op het gezicht van Van Ath. „Je kent toch zeker het'spreekwoord wel: Trouwen-is houwen? vroeg hij eindelijk. Wie een vrouw wü hebben moet haar natuurlijk kunnen onder houden". Werktuigelijk knikte Maarten „ja", ofschoon het hem geweldig speet, dat de gedachten van de smid deze kant uit gingen. Hij was erg bang voor wat er nu volgen zou. Hij kon eigenlijk al op vin gers en duimen uitrekenen, wat dat zou zijn. „Misschien heb je deze vraag al over wogen ging de smid verder want wat denk jij ervan Gevaerts, zie je er kans toe genoeg te verdienen om jezelf en Maria te onderhouden? Want je be grijpt toch zeker wel, dat mijn smederij niet genoeg oplevert om daarvan twee gezinnen te pnderhouden". Maarten gaf niet direkt antwoord. Hij wist eerlijk gezegd niet, wat hij op deze opmerkingen zou moeten antwoor den. Eindelijk begon hij. „Hoor eens hier, baas Van Ath, je weet evengoed als ik, dat ik op dit ogen blik nog geen positie heb. Maar ik hoop m.ij die vast en zeker te veroveren. Pater Clement geeft mij geregeld les en de lessen vlotten goed en met de hulp van bekwame architekten hoop ik mij spoe dig tot een bekwaam bouwmeester te ontwikkelen. Als het nuj dan gelukt een opdracht te krijgen tot het stichten van één of ander trots bouwwerk zal ik mis schien roem en eer verwerven en daarin zou ik dan Maria graag laten delen". „Van roem en eer kan de schoorsteen niet roken vriend merkte de smid be daard op en bovendien is het de vraag hoe jij er nu voor 'staat. Je bezit geen stuiver en je leeft van de goedheid der kloosterlingen, is het waar of niet?" Toen de smid dat zei werd Maarten woedend. „Baas! schreeuwde hij, terwijl hiJ opsprong baasdoch verder kwam hij niet. Nog juist bijtijds bedacht hij, dat een driftige uitval nu zijn zaak helemaal zou kunnen bederven. Daarom bedwong hij zich. „Jij begrijpt toch zeker wel ging de smid verder dat ik voor de toe komst van Maria moet zorgen? Als ik kom te sterven ik hoop, dat God mij er nog lang voor zal wUlen bewaren moet ik over haar toekomst niet in het onzekere verkeren. Als jij nu rijke ouders had, zoals Joost den Bakker". „Die een lage sluipmoordenaar is! beet Maarten er uit. „Dat had hij kunnen worden, maar denk er wel om, dat jij dat evengoed had kunnen worden". „Onmogelijk zei Maarten kortaf. Maar om op ons onderwerp terug te ko men, baas Van Ath, ik houd van Maria, dat heb ik je al gezegd en ik kom nu aan je vragen of je haar aan mij wilt afstaan". Op dat ogenblik ging de deur van de kamer open en trad Maria binnen. Het meisje zag dadelijk aan de ver stoorde gezichten van de twee mannen, dat de zaak fout zat. „Hebt ^e u boos gemaakt vader?" vroeg ze lachend. „Boos is het juiste woord niet Maria. Ik zal je vertellen, wat er aan de hand is. Deze jongeman hier verlangt, ^at ik he tgoed zal vinden, dat jij zijn bruid wordt". „En wat hebt u geantwoord, vader?" vroeg Maria gretig. „Ik heb hem mijn toestemming nog niet zo één, twee, drie gegeven, maar ik heb hem gezegd, dat hij eerst zijn brood waard moet zijn. Hy leeft nu nog van de goedheid van de monniken van Gouw- stein, maar die goedheid kan niet altijd duren". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 5