EIUVnDEn-illEUWS
De jonge Luther (1)
(PPflPD
Zo ging hei toen
in aHidtieiitarnis
RIKKEN b.v.
De bouwmeester
en zijn bruid
Co.
2e blad
Dinsdag 24 oktober 1978
No. 4736
ZEEUWSE WANDELINGEN
Met ingang van 9 oktober a.s.
is onze zaak 's maandags de
hele dag gesloten.
Openingstijden
Dinsdag t.e.otn. donderdag
van 8-12 en 1-6 uur.
Vrijdag van 8-12 en van
1-9 uur.
Zaterdag van 8 tot 6 uur.
Firma
W. A. den Hertog
Westhavendijk 43 - Dirksland
Tel. 01877 - 1968 - 2544
Streekcommissie-
nieuws
KORFBAL
brengt een zig-zag
naaimachine
gièbeèl compleeit vsua
389,— tr}deltgk voor
officieel dealer voor
W. RIKKEN B.V.
Korte Meestraat 17
BEBGEIN OP ZOOM
Tel. 01640 - 35878
uit de kerken
Herinneringen van oud
mandemaker H. Dubbeld
In sommige kerken wordt ieder jaar
op 31 oktoi)er de Kerkhervorming her
dacht: op deze dag in het jaar 1517
sloeg Maarten Luther zijn 95 stellingen
aan de deur van de slotkapel te Wit
tenberg. Ze waren in het Latijn, zodat
de meeste eenvoudige mensen ze niet
konden lezen. Ik heb wel eens een
plaatje gezien, dat een heleboel mensen
zich verdringen voor de kerkdeur om
toch maar bekend te worden met wat
daar op dat papier staat. Dat is natuur
lijk fantasie van de tekenaar, want al
leen geleerden kondten het lezen. Dat
was trouwens de bedoeling van Luther:
hij wilde een dispuut, een twistgesprek
over de inhoud van deze stellingen.
Maar niemand daagde er op. Il^et ging
vooral tegen de aflaathandel en ook de
geleerden durfden zich daar toen nog
niet tegen verzetten. Toen kort daarop
deze stellingen in het Duits werden
vertaald, kon iedereen ze lezen.
Het is niet mijn bedoeling, hierover
dieper in te gaan, dat zal wel in de
herdenkingsdiensten gebeuren. In de
boeken over Luther is hierover trou
wens voldoende te vinden. Ik wil in een
paar artikelen wat vertellen over de
jonge Luther, de schooljongen, de stu
dent en de monnik vóór het bekende
jaar 1517.
Zijn jeugd
Hij werd geboren in Eisleben, een
dorpje in het vorstendom Saksen, op
10 november 1483. De volgende dag
werd hij gedoopt, dat was dus de 11e
november de dag van de „heilige" Mar-
tinus. Naar hem werd hij genoemd, wij
spreken altijd van Maarten Luther. Zijn
vader was Hans Luther, zijn moeder
heette Margarethe Lindemann.
Hans woonde eerst in Möhra op de
boerderij van zijn vader. Bij diens dood
nam de oudste zoon het bedrijf over.
Nu kon Hans er arbeidersknecht wor
den. Maar eerzuchtig als hij was wilde
hij dat niet. Toen zijn vrouw in ver
wachting was van Maarten, verhuis
den ze naar Eisleben, waar het kind
dan ook geboren werd. In deze streek
waren veel mijnen, Hans Luther werd
dus mijnwerker. Maar door hard wer
ken wist hij vooruit te komen en kwam
hij tot enige welstand'. Na enige jaren
kreeg hij een aandeel in enkele mijn
schachten en werd pachter van een
kleine mijn met een ijzersmelterij. Rijk
zijn ze er niet van geworden, maar
door zuinig te leven konden ze hun 7
kinderen netjes opvoeden.
Die opvoeding was strei;ig. Vader
Hans was erg driftig en zoontje Maar
ten heeft nogal eens een pak slaag ge
had, zowel van zijn vader als zijn moe
der. Een van de uitspraken van Luther
is: „Mijn vader heeft me eens zo gesla
gen, dat ik wegvluchtte en kwaad op
hem werd, totdat hij moeite deed om
me voor hem terug te winnen. Mijn
moeder heeft me eens slechts omwille
van een noot tot bloedens toe gesla
gen".
Ze pasten Spreuken 13 24 letter
lijk toe. Toch spreekt Maarten Luther
in zijn latere jaren m.et waardering en
dankbaarheid over zijn ouders, dié door
hun spaarzaamheid zoveel voor hem
hebben opgeofferd.
Op school werd trouwensi de roede ook
niet gespaard. Maarten vertelt dat hij
eens op een morgen 15 keer geslagen
werd ende onderwijzer noemde hem
„een harde norse kop". Was hij mis
schien een lastig jongetje?
Zijn ouders waren erg bijgelovig. Als
er iets verkeerd ging, zochten ze er de
duivel achter. Die was ook in heksen
en spoken gevaren. Toen een dochtertje
stierf, meenden ze dat het kind door een
buurvrouw behekst was.
Die angst werd er ook bij de kinde
ren ingekweekt. De jonge Maarten heeft
er heel zijn leven een complex van over
gehouden. Na de Rijksdag van Worms
in 1521, waar hij in de ban werd gedaan,
werd hij door zijn vrienden naar het
kasteel de Wartburg gevoerd Ben vei
ligheidsmaatregel om- hem te bescher
men tegen zijn vijanden. Daar is hij
begonnen met de vertaling van de bij
bel in het Duits. Eens meende hij de
duivel in zijn kamer te zien. Hij pakte
ztjn' inktpot op en smeet die naar Ijem
toe. Het werd een grote inktvlek aan
de muur, die aan de toeristen getoond
wordt. Nu zullen er wel niet veel va
kantiegangers meer komen, al de plaat
sen die in dit artikel genoemd worden,
liggen in Oost-Duitsland. Enkele dagen
voor zijn dood zag Maarten Luther de
duivel zitten op een regenpijp met zijn
achterste naar hem toe. Lugubere jeugd-
impressies
Naar school
Op school vond Maarten het eentonig
en verschrikkelijk. Als de kinderen nog
maar net wat lezen schrijven en reke
nen geleerd hadden, begonnen ze al met
Latijn. Ze snapten niets van naam
vallen en vervoegingen en moesten de
boel maar opdreunen. Eerst ging hij
naar de dorpsschool in Mansfeld, waar
heen zijn ouders kort na zijn geboorte
verhuisd waren. In 149*7 naar de dom
school te Maagdenburg, die onder lei
ding stond van de Broeders des Geme-
nen Levens. Het volgende jaar naar
Eisenach, waar nog familie woonde.
Op 18-jarige leeftijd gaat hij naar de
beroemde imiversiteit van Erfurt (1501)-
Het is ziJn bedoeling er „rechten" te
gaan studeren. Hiennee wordt ook de
wens van zijn vader vervuld. Net zoals
in onze tijd vinden do ouders het fijn
als hun kinderen het verder brengen
dan zijzelf. En vader Hans. was nogal
eerzuchtig, maar het moet gezegd wor
den, hij spaarde er hard voor en offer
de er veel voor op. Een „meester in de
rechten" kon later gemakkelijk notaris
worden of burgemeester of een andere
mooie betrekking.
Eerst moest men echter college lopen
in schone kunsten en wijsbegeerte. Na
een jaar was Maarten candidaat en in
1505 magister artium meester in de
schone kunsten. Met 17 geslaagden trok
ken ze in fakkeloptocht door de stad
om het te vieren.
Hier krijgt hij voor het eerst een
Latijnse bijbel in handen. Er wordt
wel beweerd, dat men de bijbel niet
mocht lezen. Maar de studenten moch
ten die in de bibliotheek altijd lezen.
Toen Maarten Luther kort daarna in
het klooster was, kreeg hij van de mon
niken een bijbel in rood leder gebonden.
Hij raakte er zo goed in bekend, dat
hij deze bijbel graag had meegenomen,
toen hij het klooster verliet, maar dat
mocht niet.
Hoe hij in een klooster is terecht ge
komen, vertel ik de volgende keer.
Middelburg.
L. van Wallenbiu-g.
HUISHOUDELIJKE VERGADERING
STREEKCOMMISSIE GOEREE -
OVERFLAKKEE OP 31 OKTOBER 1978
Café-restaurant Bejlevue, Zandpad 60,
om 20.00 uur.
Het doel van de streekcommissie is
het bevorderen van de mogelijldieden
voor de bevolking om mee te doen aan
inspraak op het provinciale ruimtelijk
beleid. De streekcommissie houdt zich
onder meer bezig met het signaleren van
onderwerpen welke de aandacht van be
volking en/of provinciaal bestuur ver
dienen. Daarnaast het op eigen initiatief
of op verzoek van streekbewoners of
overheid organiseren van bevolkings
inspraak en het bevorderen van direkt
kontakt tussen bevolking, provinciaal
bestuur en ambtelijke diensten.
Huishoudelijke vergadering zijn voor
al bedoeld voor leden van de streek
commissie. Hier worden onderwerpen
besproken die nodig zijn voor het func
tioneren van de commissie, zoals de or
ganisatie van de inspraak of het pro
gramma van aktiviteiten.
Belangstellenden zijn van harte wel
kom om de streekcommissie bij te staan
bij het signaleren van problemen, knel
punten en ontwikkelingen wel ke in hun
streek leven. Daarbij gaat het om zaken
van regionaal belang, zoals aanleg van
wegen, grote recreatieyprojekten, open
baar vervoerproblemen en vele; andere.
Zij kunnen de vergaderingen als toe
hoorder bijwonen en krijgen tijdens de
rondvraag de gelegenheid het woord te
voereru
AGENDA:
voorlichtingsavond oVpr de provin
ciale herindeling
inrichtingsschets Grevelingenbekken
PPD-onderzoek Ideine kernen Goeree
lOverflakkee en Hoeksche Waard
inspraak op basisplan voor het
Haringvliet
RONDVRAAG en sluiting
Vergaderstukken en andere informatie
zijn voor belangstellenden te verlcrijgen
bij het centrale sekretariaat voor de
streekcommissies in Zuid-Holland: de
Provinciale Raad voor de Ruimtelijke
Ordening, Benoordenhoutseweg 23 te
Den Haag. Tel. 070 - 264111 toestel 2800,
Elisabeth de Vries.
SLECHTE RESULTATEN
GOOD-LUCK PLOEGEN
Zaterdag j.l. speelden zowel het 1ste,
2de en 3de van Good-Luck tegen Ven
tura Sport 1, 2 en 3.
De club uit Middelhamis wist geen
enkel punt te vergaren.
Good-Luck 3 speelde uit en kregen
een 5-1 nederlaag te incasseren, terwijl
het tweede team een nog groter neder
laag te slikken kreeg 2-8. Zij zullen
vermoedelijk geen kans zien zich te
handhaven en zullen hierdoor na de
promotie van vorig jaar nu na één jaar
in de tweede Idasse weer degraderen.
Good-Luck 1 was voor koploper Ven
tura Sport 1 gewaarschuwd door het re
sultaat dat de ploeg uit Strijen vorige
week behaalde tegen DBGC 1, de Oude-
Tongenaren moesten met 11-3 het on
derspit delven, wat een bewijs is voor de
schotvaardigheid van Ventura.
Good-Luck - Ventura Sport
Good-Luck was in de beginfase zwak
ker dan Ventura, door het lage tempo
van de thuisclub kon Ventura het spel
bepalen.
Na 20 minuteti keek Good-Luck tegen
een 0-3 achterstand aan, doordat de af
standschoten van de bezoekers zuiver
der waren.
Hierna ging Good-Luck beter draaien,
het tempo werd verhoogd en het was
Lenie Jonge jan die met een doorloper
1-3 scoorde. Good-Luck bleef aandrin
gen, Winnie Vermeulen werd „gepakt"
en de toegekende strafworp werd door
Marco Appel in een doelpunt omgezet.
2-3.
Ondanks dat Ventura nu minder was
wisten de Good-Luckers de geboden
kansen niet te benutten. Ruststand 2-3.
Na de rust speelden beide ploegen in
hoog tempo. Het harde werken van de
Good-Luck aanval werd beloond met
een strafworp, die door Marco Appel
werd benut 3-3. Het zag er naar uit dat
de strijd nu gelijk op zou gaaii, maar dat
pakte anders uit. Ventura maakte n.l.
direkt daarop een afstandschot, en pam
dus weer de leiding 3-4. Nog geen' vijf
minuten daarna scoorde Ventura op
nieuw, wat de stand op 3-5 bracht. Het
spel ging snel over en weer en beide
ploegen wisten mooie kansen te creëren.
Het grote verschil was «chter dat Ven
tura de kansen benutte en Good-Luck
niet. Ventura rriaakte opnieuw een af
standschot en vergrootte de voorsprong
tot 3-6. Good-Luck bleef echter vechten
om de kostbare puntjes in bezit te krij
gen en Lenie Jongejan verkleinde de
achterstand met een doorloopbal tot 4-6
Ventura Sport mocht daarop een straf
worp hemen die werd benut en de stand
op 4 - 7 bracht. Good-Luck bleek de
moed nog niet verloren te heb,ben, want
het bleef doorzetten en Petra Vermeulen
bracht met een doorloopbal de stand op
5-7. In de slotfase maakte Wim Snijder
nog een doorloopbal 6-7 Ventura ging
op balbezit spelen, ze wisten dit tot het
eindsignaal vol te houden.
Door deze nederlaag komt de ploeg
van trainer v. d. Vliet op 4 punten ach
terstand op koploper Ventura Sport.
Programma zaterdag a.s.:
Sen.: Kinderdijk 3 Good-Luck 1
Good-Luck 2 - Or. Wit 2 15.00 uur
Good-Luck 3 - Vlos N 2 13.00 uur
Jun.: Albatros 2 Good-Luck 1
Adsp.: P.K;C. 4 Good-Luck 1
Good-Luck 2 Vent. Sp. 3 10.30 uur
Pup.: Good-Luck 1 - Vent. Sp. 1 10.30 u.
NED. HERV. KERK
Beroepen te: Bleskensgraaf kand. A.
Visser te Maartensdijk; Uddel J. Vroeg-
indeweij te Katwijk aan Zee; Scriba
P.K.V. in Z.-Holand T, Poot te Loos-
drecht.
Aangenomen naar: Ouderkerk a. d.
IJssel M. Goudriaan te Goudswaard;
Ouddorp W. op 't Hof te Hedel.
Bedankt voor: IJsselmuiden, Wouden
berg, Kamerik, Kierden, Nijkerkerveen,
Goedereede, Veenendaal en Montfoort
M. Goudriaan te Goudswaard; 's-Gra-
venhage W. Kalkman te Ameide.
Garderen: In een brief heeft de kerk
voogdij der Herv. Gemeente te Garderen
aan. het gemeentebestuur van Bameveld
meegedeeld af te zien van het ontvan
gen van gelden der burgerlijke gemeen
te voor het onderhoud en beheer der
begraafplaats. Het college ziet van ver
der beheer der begraafplaats af i.v.m.
het onlangs door de gemeente Bameveld
genomen besluit daar een umenmuur te
plaatsen, hetwelk naar de opvatting van
de kerkvoogdij in strijd is met het Gods-
Woord.
Jubileum: Ds. M. v. Rennes alhier
hoopt dezer dagen zijn vijf en twintig
jarig ambtsjubileum te herdenken. Hij
werd in 1953 predikant te Rouveen, ging
in 1959 naar Streefkerk en staat sinds
1968 te Oud-Beijerland.
GEREF. KERKEN
Beroepen te: Purinerend G. Hane-
maayer te Sliedrecht; Hilversum G. v.
Peykeren te Meliskerke; Oud Beijeriand
kand. W. Barendrecht te Amsterdam;
's-Gravenmoer A. v. d. Beid, kand. te
Baambrugge.
Aangenomen naar: Oud-Beijerland
kand. W. Barendrecht te Amsterdam.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen te: Alkmaar J. Luiten te
Houwerzijl; Vlaardingen J. Burger te
Dokkum; Loenen (U) en Beverwijl A. de
Jager kand, te Kampen; Sneek en Heer-
de kand. H. de Boer te Marloiesse; Har-
denberg J. Kruidhof te Hoek; Smithvil-
le (C) M. Oosterhuis te Wageningen;
Kampen (b.v.) W. v. d. Linde te Heeren
veen.
Bedankt voor: Albany (Australië) M.
Oosterhuis te Wageningen; Capelle a. d.
IJssel C. Bijl te Groningen.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Soestdijk: B. Bijleveld te
Bussum en P. Roos te Harderwijk.
Beroepen te: Utrecht-N. P. Roos te
Harderwij 1; Maasslms B. Bijleveld te
Bussum.
Jubilea: Enkele predikanten gedenken
hun 25 jarig jubileum: Ds. A. Rebel te
Naarden werd in 1953 predikant te Does
burg en diende verder de kerken van
Emmeloord; Groningen, Rotterdam en
Naarden (ziekenhuispredikant).
Ds. M. C. Tanis te Sliedrecht, werd in
1953 predikant te Urk en diende voorts
de kerken van Middelhamis 1958; Ba
rendrecht 1960 en Sliedrecht 1969; Ds.
G. Buys te Broeksterwoude, begon zijn
loopbaan te Papendrecht en diende
daarna de kerken van Murmerwoude,
Vlaardingen en Broeksterwoude.
Ds. M. Nieuwenhuyze te Mijdrecht,
staat 45 jaar in het ambt. Hij werd in
1909 geboren en in 1933 predikant te
Franelier. Voorts diende hij de kerken
van 's-Gravenhage; Amsterdam-W.;
Delft en Mijdrecht.
OUD GEREF. GEMEENTEN
Aangenomen naar: Urk M. v. d. Ket
terij kand. te Woudrichem.
2
Toch waren er al onder de meer gegoeden die al een kachel hadden, en
dan bij hout en turf, ook al steenkool stookten. Het is wel te begrijpen
dat er met strenge en soms langdurige winters veel kou en armoe ge
leden werd. Toch heb ik mijn vader wel horen zeggen, hoewel het er
zuinig door moest, dat zijn moeder met haar drie kinders nooit geen
gebrek gehad hebben.
Er waren toen mensen die liever als het moest, iets misten als ze er geen
geld voor hadden, als dat ze schuld er voor zouden maken. Maar men
stak de handen uit de mouwen, om te doen wat de hand vindt om te
doen, en de vlijtige hand dient tot overschot.
Toen mijn vader 12 jaar oud geworden was, kwam er een plaatsje open
voor een koffiekokertje op een sloep van de rederij P. L. Slis Zn.
en zo ging hij als jongetje van 12 jaar en daarbij nog klein van persoon,
onder 12 vreemde mensen, op een oude houten sloep naar zee. Wat het
leven van zo'n koffiekokertje en wat zijn werk was hebben we wellicht
wel gelezen uit het bekende boek over de visserij van Middelhamis van
A. Faase, het is ook stuksgewijze verschenen in Eilandennieuws.
Toen mijn vader SVs jaar dit werk gedaan had kwam op zekeren dag,
de reder, toen nog de oude P. L. Slis bij zijn moeder. De reder sprak o.m.
tegen vaders moeder; ik heb al eens gedacht dat het voor u beter was als
je jongen aan de wal werk kon krijgen. Als u het goed vindt zal ik wat
voor hem zoeken, uw zoontje is niet groot, en niet sterk, er is weinig
kans op dat hij matroos zal worden, hij is wel vlug en gewiUig, maar voor
dat werk niet sterk genoeg.
Kort daarop kwam er een plaats open om het mandenmakersvak te leren.
Zijn baas heette Machiel Dubbeld en was nog een ver familielid. Dus
toen mijn vader van de visserij thuis kwam, bleef hij thuis, tot blijdschap
van hemzelf en niet muider van zijn moeder, hij is later nooit meer op zee
geweest.
Zijn baas had er nu niet zo heel veel mee op, om hem als leerjongen aan
te nemen, mijn vader was toen bijna 16 jaar; maar daar hiJ veel manden-
werk leverde voor de sloepen, en ook nog een kleine steenkoolhandel
voerde, dus een beetje afhing in zijn bestaan van de reder, heeft hij
vader als leerling aanvaard.
Hij heeft dat later zelf wel gezegd, maar ook gezegd, dat hij er nooit geen
spijt van gehad heeft. Het was in die tijd lange dagen werken voor wei
nig loon.
Toen mijn vader ongeveer 5 jaar bij zijn baas gewerkt had, had er een
grote verandering plaats; zijn baas had geen kapitaal, ziJn geldschieter
voor het mandenbedrijf en de kolenhandel was een zekere heer Korteweg,
oudere mensen van mijn leeftijd 70 tot 80 jaar kunnen nog weten dat een
zoon van hem achter de Kaai woonde, ik meen van in het huis waar veel
jaren C. Esselink gewoond heeft. Deze heer Korteweg had een timmer
mans zaak de timmermanswinkel was, daar later jaren aaneen Krijn
V. d. Slutjs zijn schildersbedrijf heeft gehad. Het ging niet te best met de
zaken, en hy wilde van de kolenerf met hetgeen er op gebouwd was, en
ook de mandenmakers werkplaats af. Vaders baas Machiel Dubbeld is
toen met zijn gezin vertrokken naar Rotterdam, en heeft daar tot in hoge
ouderdom het mandenmakersberoep, later ook met zijn zoons, uitgeoefend.
De kolenerf, met werkplaats en een houten schuur, die er nu nog staat,
en een paar huisjes in de naaste omgeving is toen gekocht door de toen
al bejaarde Pieter Leendert Slis, na enkele jaren overgegaan aan de hier
wonende zoons dl heren Jap. en Dirk SUs, bij vele oudere mensen nog be
kende namen, mede in verband met de in dien tijd nog bloeiende visserij
te Middelhamis. Mijn vader toen nog maar 21 jaar stond toen alleen voor
het werk, iemand die bij zijn baas gewerkt had, was voor eigen rekening
gaan werken en is na enkele jaren als mandenmaker ook naar Rotterdam
vertrokken.
Toen ik nog jong was, en ik met mijn vader ééns in het jaar een daagje
met de Menheerse stoomboot naar Rotterdam ging, hebben wij hem zo
wel als vaders oude baas M. Dubbeld, nog wel eens opgezocht. Ze waren
niet riJk naar de wereld, de oude M. Dubbeld werkte toen nog wat bij
zijn zoon Piet Dubbeld in eigen bedrijf. De andere mandenmaker werkte
als knecht, bij W. J. Kruis, Hang 16, Rotterdam. Het moest toen met de
meeste mensen wel schraal door het leven, maar ze leefden heel wat te
vredener en gelukkiger dan vele mensen in onze weeldetijd. Van deze
mensen mag ik zeggen het waren Christenen en dat niet alleen in naam.
of alleen in praat, maar ook in de praktijk van het alledaagse leven.
Een voorval uit het leven van hem, zijn naam was Dirk Joppe, wil ik even
aanhalen. Wij weten dat door het vreselijk bombardement van de Duitsers
13 mei 1940 heel de binnenstad is verbrand en verwoest. De heer W. J.
Kruis, de werkgever is ook in het bombardement omgekomen. Dirk
Joppe was toen met vrouw en kinders en ook enkele vrienden en vrien
dinnen in zijn huisje. Wie kon, die vluchtte uit de stad want men dacht niet
anders, als dat de Duitsers heel Rotterdam zouden verwoesten. Ook spra
ken die in zijn huisje waren erover om de vluchten, het huisje stond te
schudden op zijn fondamenten. Toen sprak Joppe; mensen de Heere
heeft beloofd, dat m.ijn huisje en allen die in mijn huisje zijn niet om
zullen komen, en ik geloof God, dat Hij doet wat Hij belooft. Zulk een
geloof wofdt nooit beschaamd. Zijn zij niet gelukkig die de Heere tot
een toevlucht heeft."Ja gewis, die in de Schuilplaats des Allerhoogsten
is gezeten, Ps. 91, is veiliger dan in de sterkste schuilkelder.
Maar na dit uitstapje keer ik nu weer terug naar het oude manden
makers beroep. Het is namelijk de bedoeling, op verzoek van enkele
heren, anders had ik er niet over geschreven iets over het mandenmaken
te vertellen. Te meer hebben zij dat verzocht, omdat dat werk gerekend
wordt, tot zo als men dat noemt, de uitstervende, of beter gezegd, de
verdwijnende beroepen. Dus keer ik nu weer terug tot daar mijn vader
die voor rekening van de heren Jac. en Dirk Slis, het mandenbedrijf
en de kolenhandel waarnam. Voor het mandenmaken stond vader de
eerste tijd alleen toen zijn broertje van school kon werd die ook voor
mandenmaker opgeleid. Voor de kolenverkoop was er alleen in de
winter hulp nodig, dan was er altijd iemand die zomers op 't land
werkte en 's winters op de koolerf werkte.
Hoe werd er in die tijd gewerkt? Het inkopen van de kolen deed, de
patroon zelf. Er werden toen, en ook nog toen ik jong was, 2 soorten
kolen verkocht. De gewone steenkool, ook wel roerkolen genoemd, wer
den per schip gehaald even over de grens in het Roergebied; waar toen
de grote steenkolenmijnen van Duitsland waren. Zo'n schip, meestal^ 200
ton, werd dan volgestort tot aan de iJk, dat is de witte streep boven
water die aangaf dat het schip de last had. Het behoorde tot de taak
van de schrijver om daar goed op te letten. Kwam het schip in de Kaai,
dan was de ijk wel een centimeter boven het water. Het verschil kwam
doordat het water van de Rijn in Duitsland zoet water is, en in de
Middelhamisse Kaai zout water is. Dan was het de beurt van de kaai-
gasten, om het schip te lossen. Het kolenterrein lag aan het Vissersdijk,
van het schip af wel 100 meter lopen. 2 mannen schepten de kolen in
de zakken, en 5 of 6 man droegen d« volle zakken naar het terrein.
(Wordt vervolgd).
VERVOLGVERHAAL
P. de Zeeuw J.Gzn,
Historisch verhaal uit de Middeleeuwen
Uitgeverij „De Banier"
6
Er was iets met Maarten aan de hand,
dat stond bij hem vast. Anders was hij
gewoon, als de lessen afgelopen waren,
nog een poosje te blijven babbelen, maar
dat was er vandaag niet bij geweest.
Zodra de les afgelopen was, had hij zijn
spullen bijeen gepakt en was hij, met
een korte groet, vertrokken.
En terwijl Clement over dit wonder
lijke gedrag zat na te denken wandelde
Maarten in de richting van het dorp.
Het doel van zijn reis was het huis
van smid Van Ath en toen hij daar had
aangeklopt, deed Maria dadelijk de deur
open en ontving hem hartelijk. Ze gaf
hem een stoel en omdat zij het doel van
dit bezoek best begreep, zei ze lachend,
dat zij direkt haar vader zou roepen.
„Ik moet nog even het dorp in Maar
ten zei ze toen maar ik denk, dat
ik met een uurtje wel terug zal zijn
hoor".
Met een vriendelijke groet ging zij
daarop het huis uit.
Enkele ogenblikken later kwam de
smid binnen.
Van Ath was een man van middelbare
leeftijd. Het verlies van zijn vrouw had
hem vroeg oud gemaakt en diepe rim
pels in zijn voorhoofd getrokken. Ook
was er, süids zij gestorven was, een
stroeve trek om zijn mond gekomen.
Neen het was lang niet meer de vrolijke
kerel, die hij vroeger was geweest.
Aan hertrouwen had hij nooit gedacht.
Hij leefde voor het enige kind, dat zijn
vrouw hem had nagelaten, en hij om
ringde Maria met de tederste zorg en
waakte over haar als voor zijn oogappel.
„Zo vriend Maarten begon Van Ath,
toen hij binnenkwam jij hebt zeker
iets heel bijzonders op je hart, dat je
me zo apart liet roepen. Had je je bood
schap niet in de smidse kimnen doen?"
Ja, nu moest bij Maarten het hoge
woord er uit.
Maar dat kwam nog niet direkt.
Hij schuifelde wat op zijn stoel heen
en weer.
De smid was wel vriendelijk, maar hij
keek zo bars en dat stuurse uiterüjktvan
de smid weerhield Maarten er eerst van
om met zijn boodschap voor de dag te
kom.en.
Maar ongedacht en zonder het te be
doelen, kwam de smid Maarten te hulp.
„Of ben je misschien gekomen, opdat
ik je zou kunnen bedanken Maarten?"
„Bedanken?" vroeg de jongen.
„Ja zeker. Jij hebt Maria immers ge
holpen toen zij werd lastig gevallen door
Joost den Bakker".
Maarten icreeg een kleur.
„O bedoel je dat?" vroeg hij.
„Ik dank je nog wel hoor zei de
smid maar het was wel een beetje
voorbarig van je, vind je zeU ook niet?
Joost deed Maria immers in het minst
geen kwaad? Je bent wat driftig uitge
vallen, vrind, en driftigheid is een las
tige eigenschap. Ik geef jou de goeie
raad, die drift er een beetje onder te
houden, want anders zal die je heel veel
schade berokkenen".
De kleur op Maartens wangen werd
nog dieper.
Dit leek meer op een bestraffing, dan
op een dankbetuiging, vond hij.
Het werd zaak, dat hij met zijn bood
schap voor _de dag kwam, voordat de
smid nog meer ging uitpakken.
„Zeg baas Van Ath, je had het zoeven
over Maria, maar het is juist over Maria,
dat ik je graag even zou willen spreken",
zo begon hij een beetje aarzelend zijn
relaas.
De smid deed alsof hij heel verwon
derd was.
„Over Maria?" vroeg hij.
„Ja, over Maria ging Maarten ver
der. Je moet namelijk weten baas
Van Ath, dat ik van Maria houd en nu
wilde ik je vragen of je het goed vindt,
dat ik haar mijn bruid noem. Ik vind
haar het liefste en aardigste meisje uit
heel Henegouwen", voegde hij er met de
geestdrift van een pas ontwasikte liefde
aan toe.
De rimpels in het voorhoofd van de
sniid verdiepten zich en in gedachten
verzonken scheen hij Maartens vraag te
overwegen. Met spanning volgde Maar
ten 'elke verandering op het gezicht van
Van Ath.
„Je kent toch zeker het'spreekwoord
wel: Trouwen-is houwen? vroeg hij
eindelijk. Wie een vrouw wü hebben
moet haar natuurlijk kunnen onder
houden".
Werktuigelijk knikte Maarten „ja",
ofschoon het hem geweldig speet, dat de
gedachten van de smid deze kant uit
gingen. Hij was erg bang voor wat er nu
volgen zou. Hij kon eigenlijk al op vin
gers en duimen uitrekenen, wat dat zou
zijn.
„Misschien heb je deze vraag al over
wogen ging de smid verder want
wat denk jij ervan Gevaerts, zie je er
kans toe genoeg te verdienen om jezelf
en Maria te onderhouden? Want je be
grijpt toch zeker wel, dat mijn smederij
niet genoeg oplevert om daarvan twee
gezinnen te pnderhouden".
Maarten gaf niet direkt antwoord.
Hij wist eerlijk gezegd niet, wat hij op
deze opmerkingen zou moeten antwoor
den.
Eindelijk begon hij.
„Hoor eens hier, baas Van Ath, je
weet evengoed als ik, dat ik op dit ogen
blik nog geen positie heb. Maar ik hoop
m.ij die vast en zeker te veroveren. Pater
Clement geeft mij geregeld les en de
lessen vlotten goed en met de hulp van
bekwame architekten hoop ik mij spoe
dig tot een bekwaam bouwmeester te
ontwikkelen. Als het nuj dan gelukt een
opdracht te krijgen tot het stichten van
één of ander trots bouwwerk zal ik mis
schien roem en eer verwerven en daarin
zou ik dan Maria graag laten delen".
„Van roem en eer kan de schoorsteen
niet roken vriend merkte de smid be
daard op en bovendien is het de vraag
hoe jij er nu voor 'staat. Je bezit geen
stuiver en je leeft van de goedheid der
kloosterlingen, is het waar of niet?"
Toen de smid dat zei werd Maarten
woedend.
„Baas! schreeuwde hij, terwijl hiJ
opsprong baasdoch verder
kwam hij niet.
Nog juist bijtijds bedacht hij, dat een
driftige uitval nu zijn zaak helemaal zou
kunnen bederven. Daarom bedwong hij
zich. „Jij begrijpt toch zeker wel ging
de smid verder dat ik voor de toe
komst van Maria moet zorgen? Als ik
kom te sterven ik hoop, dat God mij
er nog lang voor zal wUlen bewaren
moet ik over haar toekomst niet in het
onzekere verkeren. Als jij nu rijke
ouders had, zoals Joost den Bakker".
„Die een lage sluipmoordenaar is!
beet Maarten er uit.
„Dat had hij kunnen worden, maar
denk er wel om, dat jij dat evengoed
had kunnen worden".
„Onmogelijk zei Maarten kortaf.
Maar om op ons onderwerp terug te ko
men, baas Van Ath, ik houd van Maria,
dat heb ik je al gezegd en ik kom nu
aan je vragen of je haar aan mij wilt
afstaan".
Op dat ogenblik ging de deur van de
kamer open en trad Maria binnen.
Het meisje zag dadelijk aan de ver
stoorde gezichten van de twee mannen,
dat de zaak fout zat.
„Hebt ^e u boos gemaakt vader?"
vroeg ze lachend.
„Boos is het juiste woord niet Maria.
Ik zal je vertellen, wat er aan de hand
is. Deze jongeman hier verlangt, ^at ik
he tgoed zal vinden, dat jij zijn bruid
wordt".
„En wat hebt u geantwoord, vader?"
vroeg Maria gretig.
„Ik heb hem mijn toestemming nog
niet zo één, twee, drie gegeven, maar ik
heb hem gezegd, dat hij eerst zijn brood
waard moet zijn. Hy leeft nu nog van de
goedheid van de monniken van Gouw-
stein, maar die goedheid kan niet altijd
duren".
(Wordt vervolgd)