EIIAI1DEI1 - HIEUWS
Hoofdplaat bestaat
tweehonderd jaar
Overdenking
Tractor op Landbouwschool Sommelsdijk
met gejuich ontvangen
„Herr Kantor"
uit de
Heilige Schrift
2e blad
Vrijdag 29 september 1978
No. 4729
ZEEUWSE WANDELiNCEN
Uw huis verkopen?
TAMBOER
-o-
Snijbloemenvoedsel
een noodzaak!
Eindelijk was het dan zover: op 14
aug. 1778 viel de paS ingedijkte Hoofd-
plaatpolder droog.
Dat kunnen we dus als de geboorte
beschouwen van het nieuwe dorp
Hoofdplaat, juist 200 jaar geleden. Maar
hieraan was heel wat voorafgegaan, we
zouden het de geboorte-weeën kunnen
noemen.
De hoge plaat.
Vele eeuwen geleden lag hier al een
tamelijk hoge schor, een overblijfsel
van het verdronken Oud-Gatemisse. In
1624 was deze schor verpacht voor de
tijd van 23 jaar. Een mooie gelegenheid
om er schapen op te laten weiden. Maar
door dijkvallen en doorbraken werd de
ze schor steeds kleiner, zo klein dat de
pachter er weinig profijt van had en de
pacht niet meer kon betalen.
Maar zo gaat het nu eenmaal in Zee
land: er vloeide weer nieuw slib tegen
en over de schor, die zodoende weer
groeide en tenslotte rijp was om inge
polderd te worden. Dat was ongeveer
200 jaar geleden.
Maar we zijn nog niet aan de inpol
dering toe. Er moest nog een belangrijk
probleem worden opgelost, namelijk:
van wie was die hoge plaat nu eigenlijk?
Er waren heel wat gegadigden, die
zich als eigenaar opwierpen. Allereerst
de provincie Zeeland, die recht meende
te hebben op alles wat aan nieuw land
tegen de dijken aangroeide. Wacht even
u vergeet, dat het tegenwoordige Zeeuws
-Vlaanderen toen niet door de Staten
van Zeeland bestuurd werd. Bij de vre
de van Munster in 1648 was bepaald, dat
het rechtstreeks door de Algemene Sta
ten Staten-Generaal) van ons land
zou geregeerd worden, het werd naar die
Staten-Generaal een generaliteitsland
genoemd (dat heeft geduurd tot aan de
Franse tijd). Die Algemene Staten
maakten dus ook aanspraak op deze ho
ge schor en de toekomstige polder.
Dan waren er de gemeenten Biervliet
en Breskens die er aan grensden en
graag wat uitbreiding van hun gebied
wensten.
Verder het coUege van het Waterschap
„Het Vrije van Sluis", dat zorgde voor
de afwatering van deze streek.
Tenslotte de erven van de dichter
Jacob Cats. U weet misschien, dat deze
dichter hier voor een prikje heel wat
ondergelopen land had gekocht en tij
dens het 12-jarig Bestand had ingepol
derd. Hij is er rijk door geworden, met
de oogst van het nieuwe land kon soms
in één jaar de koopsom voldaan worden.
Het nageslacht van Cats beschouwde
deze aanstaande polder als een verleng
stuk van hun bezittingen.
De oplossing.
U ziet: moeilijkheden in overvloed.
In 1771 zijn er ook een paar boekjes
verschenen over deze kwestie. Leendert
van Oosdorp was landbouwer in Bier
vliet en ook schepen van dit stadje, bo
vendien een bekend en bekwaam land
meten Hij schreef een boekje: „Het
recht van de Staten van Zeeland over de
Hoofdplaat". Hij kiest dus voor Zeeland
als eigenaar. In hetzelfde jaar verscheen
een boekje van mr. Wülem Schorer, ge
titeld „Het nut der bedijking".
Deze rechtsgeleerde woonde in Mid
delburg, de Schorers waren een beken
de voorname familie in Zeeland. Zijn
moeder HUlegonda Paspoort had hem
in Staats-Vlaanderen uitgestrekte be
zittingen nagelaten. Hij vertoefde dan
ook dikwijls in deze streek. Op zijn wens
is hij in december 180O temidden van
zijn bezittingen begraven op de dijk tus
sen Amalia- en St. Pieterspolder. Er ligt
een grote steen op zijn graf. Het ligt niet
aan de hoofdweg, maar aan een binnen
weg tussen IJzendijke en Biervliet, niet
zo gemakkelijk te vinden. Maar als u
daar vraagt naar Schorers graf kan
iedereen u inlichten.
In het jaar 1775 is men tenslotte tot
een vergelijk gekomen. De hoge plaat
kon ingepolderd worden en de ontstane
plaats werd hiernaar genoemd Hoofd
plaat. De indijking zou plaats hebben
voor gezamenlijke rekening de provincie
Zeeland zou öOVo krijgen en de Algeme
ne Staten (de Generaliteit) 40% van het
gebied.
Er werden ongeveer 2500 polderwer
kers aangenomen om dit karwei te vol
brengen. Omdat men onder zo'n grote
menigte bang was voor ongeregeldhe
den, werden er in de omgeving solda
ten ingekwartierd: één compagnie in
Biervliet en 6 in IJzendijke. Ze hebben
maar één keer met kracht moeten op
treden, dat was op 26 mei 1778, dus kort
vóór de voltooiing van het ■werk. Toen
brak er een staking uit onder de werk
lieden. De miUtatren traden krachtig op;
ze voerden de stakers weg met het ver
bod, dat ze hier nooit meer mochten te
rugkomen. Toen was de rust hersteld en
een paar maanden later was het werk
klaar. De nieuwe plaats Hoofdplaat was
ontstaan te midden van een vruchtbaar
landbouwgebied. Een zinkend schip
werd het wapen: op het water kon men
niet meer terecht, het water was land
geworden.
Na die tijd zijn er wel 90 dijkvallen
en grondverschuivingen geweest, bij de
storm van 1 febr. 1953 zijn er ook nog
een paar gaten in de dijk geslagen, maar
het dorp bleef gespaard.
In 1785 werd er een Protestantse kerk
gebouwd en in 1795 bovendien een r.k.
kerk, die in 1860 vernieuwd is.
Door een haven stond het nieuwe dorp
in verbinding met de Westerschelde.
Vanwege het Deltaplan moest de dijk
worden opgehoogd en heeft men het ha
ventje gedempt (1969) nu heet het Spui-
komplein en dient als parkeerterrein.
Voordien had Hoofdplaat een beurtvaart
-verbinding met Middelburg en Rotter
dam. Ook werden er aan de haven dui
zenden kilo's suikerbieten aangevoerd,
meest met de stoomtram, die reed tussen
Biervliet en Breskens en onderweg de
bieten oplaadde en naar het haventje
Voormalig stadhuis, erachter de
toren van de Neid. Herv. Kerk.
„En aldaar was een mens, heb
bende een verdorde hand. En Hij
zeide tot de mens: strek uw hand
uit en hq strekte zijn hand uit. En
deze werd hersteld, gezond gelyk
de andere". Markus 3 1-6.
Een verdorde hand, een verlamde
hand, een hand die niet meer fimctio-
neert. Daarover gaat het bij dit wonder.
Een hand, geformeerd tot heilige acti
viteit, maar tengevolge van de val en
zijn nasleep, niet meer in staat tot zulk
functioneren, ja volkomen passief, is
het voorwerp van 's Heeren ontfermen.
Daaraan zal de Heere een wonder, een
teken doen.
Die verdorde hand heeft gelijkenis
met de toestand van de gevallen mens.
De mens, eens naar het beeld van God
geschapen en volkomen in staat tot het
doen van het Gode-behaaglijke, is door
de zonde geheel ongeschikt geworden
voor het werk, waartoe God hem for
meerde. Enzoi min er voor een ver
lamde hand medicijnen zijn, zO' min is
er enig menselijk hulpmiddel om de
ontaarde zondaar „gezond" te maken.
Ons trotse hart zal of wil dat nooit er
kennen, maar ontdekkende genade leert
zondaren zichzelf als „hopeloze geval
len" zien. Hoe pijnlijk is die weg voor
vlees en bloed. Toch is het hoogst nood
zakelijk om dit „bevindeUjk" te leren
kennen om vatbaar te worden voor de
genadewonderen Gods en om in w^aar-
heid alleen in het werk des Vaders, des
Zoons en des Heüigen Geestes te leren
roemen.
Wat echter onmogelijk is bij de men
sen, is mogeUjk bij God. Daartoe zond
de Vader Zijn Zoon in deze wereld,
daartoe kwam Gods Zoon op aarde, om
zich over hopeloze gevallen te ontfer
men, ja om zondaren te herstellen, op
dat zij waarlijk „gezond" zullen worden.
Daartoe moest Hij zelf de dood ingaan
om hun schuld te verzoenen en het le
ven te verwerven. Daartoe wendt Hij
zich door Woord en Geest tot zondaren
en roept hen toe: „Strek uw hand uit,
wend u naar Mij toe en wordt behou
den".
Neen, nu is het niet zó, dat de Heere
nu maar af moet wachten wat die mens
zal gaan doen, omdat wanneer de mens
niets doet. God ook niets kan of zal
doen. Wanneer dit waar zou zijn, zou er
nooit één mens bekeerd en zaUg gewor
den zijn. Zo'n voorstelliag van zaken of
leer betekent een verloochening van de
geestelijke doodstaat van de mens,
maaikt God afhankelijk van de mens en
degradeert Christus' verlossingswerk
tot een goed-bedoelde poging om zon
daren zalig te maken, maar meer niet.
Hoewel wij volkomen verantwoorde
lijk zijn en blijven voor het niet-doen
wat de Heere van ons verlangt en wij de
rechtvaardige vergelding van onze on
gehoorzaamheid niet zullen ontlopen,
toch leert ons de Heilige Schrift en de
praktijk, dat het verlossingswerk van
Christus meer omvat dan slechts het
goede aanraden. Hij werkt ook het wil
len en werken naar Zijn welbehagen.
De mens strekte zijn hand uit. Dit was
een daad van geloof. Zo werkt God het
uitsteken van onze „handen" tot de Held
waarbij God hulp bestelde, om barm
hartigheid, genade en hulp te bekwamer
tijd. En de hand werd hersteld, gezond
gelijk de andere. De hand ging weer
functioneren, ja er kwam weer gevoel
Zo herschept de Heere ook zondaren.
Hij werkt het ware geloof, dat onvoor
waardelijk, leert gehoorzamen en zich
volledig aan Hem leert overgeven. Zo
werkt Hij die wondere wedergeboorte,
waardoor Hij maakt, dat die wil, die
dood was, levend wordt, die boos was,
goed wordt, die niet wilde nu metter
daad wU, die wederspannig was, ge
hoorzaam wordt. Hij beweegt en sterkt
die wil zó, dat hij als een goede boom
vruchten van goede werken kan voort
brengen. En alsdan wordt de wU, zijnde
nu vernieuwd, niet alleen van God ge
dreven en bewogen maar, van God be
wogen zijnde, werkt hij ook zelf.
Zó formeert de Heere Zich een volk,
dat Zijn lof zal vertellen. Looft de Hee
re, die wonderen werkt.
Ontkennen wij onze „verdorde" staat?
Bespreken wij alleen onze „verdorde"
staat of kennen wij reeds iets van dat
uitsteken van onze „ellendige" handen
tot de Heere om ontferming? Zo neen,
dan zijn wij nog dood in onze zonden.
Zo ja, dan heeft de Geest Gods ook ons
levend gemaakt en dan zal Hij niet rus
ten tot Hij de volkomen genezing tot
stand heeft gebracht.
Zo Hij vertoeft, verbeidt Hem.
E.
bracht. In 1950 is de tram opgeheven.
Hoofdplaat is geen aparte gemeente
meer, het behoort met al de dorpen in
deze streek tot de gemeente Oostburg.
Ik ben er kort geleden nog geweest, er
zou namelijk een boek verschijnen in
verband met het 200-jarig bestaan, maar
men vertelde me dat het nog niet klaar
was. Inmiddels heeft de bevolking in
jimi al feest gevierd voor deze blijde
gebeurtenis.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
MELISSANT
Zangdienst: Op zondag 1 oktober a.s.
's middags om 5.00 uur zal er in de Ge
reformeerde Kerk aan de Nieuweweg te
MeUssant een zangdienst worden ge
houden.
Medewerking wordt verleend door
het interkerkelijk koor „Samen op weg"
uit Heinennoord onder leiding van dhr.
K. Kleynendorst.
Voorganger is Ds. Willems; de orga
nist Sjaak Melissant.
Iederéén is van harte welkom!
GEMEENTELIJK
WONINGBEHOEFTEONDERZOEK
IN OOSTFLAKKEE
Oostflakkee, het college van B. en W.
van Oostflakkee heeft aan het stede
bouwkundig bureau Zandvoort opdracht
gegeven een woningbehoefteonderzoek
te houden. Het doel van dit onderzoek
is inzicht te verwerven in de kwantita
tieve en kwalitatieve woonwensen van
de woningzoekenden.
Het gemeentebestuur w^il hiermee be
reiken, dat de woningbouw zoveel mo
gelijk afgestemd wordt op de wensen
van de bewoners.
Met het oog hierop wordt in de perio
de eind september - begin oktober een
enquête gehouden onder alle woningzoe
kenden van Oostflakkee. De enquête
formulieren zullen toegezonden worden
aan alle bij de gemeente officieel gere
gistreerde woningzoekenden. Daarnaast
zullen vragenlijsten toegestuurd worden
aan iedere bewoner, die in principe be
langstelling heeft voor een andere wo
ning of denkt in de nabije toekomst (bij
voorbeeld binnen 5 jaar) een woning
nodig te hebben. Deze groep belangstel
lenden kunnen zich vanaf vandaag mel
den bij de gemeente (tel. 01873 - 1525),
vragen naar de heer Sturris).
Verdere bijzonderheden betreffende
het woningbehoefteonderzoek zullen
volgende week in deze krant verschij
nen.
NIEUWERKERK
Extra kerkdienst Geref. Gemeente
Op woensdagavond 4 oktober zal in de
Geref. Gemeente, Molenstraat, aanvang
half acht D.V. voorgaan: Ds. A. Moer
kerken uit Zuid-Beijerland.
Zangavond in de Ned. Herv. Kerk
Woensdagavond 4 okt. aanvang 8 uur
zal er in de Ned. Herv. Kerk, Kerkring
te Nieuwerkerk een zangavond ■worden
gehouden. Deze gaat uit van de Blinden
Stichting Bartimeus te Zeist.
Medewerking verlenen: de Chr. Gem.
Zangvereniging „Eén Naam is onze Ho
pe" en het Jeugdkoor uit Middelhamis,
beide koren o.l.v. dhr. P. H. Wessels uit
Middelhamis.
De leerlingen van de lagere Land-
bou^wschool te Sommelsdijk hebben
maandag j.l. een hoeraatje aangeheven
toen er op hun school een tractor werd
afgeleverd. De trekker werd beschik
baar gesteld door dhr. v. d. Velde te
Nieuwe Tonge om te worden gebruikt
voor het trekkeronderricht.
Jongeren vanaf 16 jaar die een trek
ker ■willen besturen moeten in het bezit
zijn van een trekker-rijvaardigheids
bewijs. De opleiding daartoe is aan
landbouwscholen gedelegeerd, zonder
dat aan deze scholen overigens een trac
tor ter beschikking wordt gesteld. Dhr.
V. d. Velde van CEBECO, Nieuwe Tonge
heeft in dat manco ■willen voorzien,
vandaar dat nu ook op de Sommels-
dijkse Landbouwschool de lessen kun
nen beginnen.
Die lessen vallen overigens niet bin
nen het normale lesrooster. Dat bete
kent dat ze ook door niet-leerlingen van
de school zullen kunnen worden ge
volgd. Gemiddeld zal een leerling t^win-
tig uren theoretische- en praktische les
sen moeten volgen om voor de rijvaar-
digheidsproef te slagen.
Zoals u weet bestaat een plant uit
wortels, stengels, bladeren en bloemen.
Deze onderdelen van een plant hebben
elk een specifieke funktie bij de groei.
Als nu een bloem afgesneden wordt,
zal de plant hierop reageren.
U heeft haar door het maken van een
wond uit haar even^wicht gebracht.
De plant gaat deze wond helen. Is dit
gebeurd, dan heeft de plant haar even
wicht hervonden. Voor de afgesneden
bloem is de mogeUjkheid van herstel
veel kleiner.
Waarom? Welnu, het evenwicht in de
plant is totaal verstoord (er zijn immers
geen wortels meer). Er is daardoor ook
geen stroom meer van plantensappen
van de wortels naar de stengels, blade
ren en omgekeerd. De bloem zal slap
gaan hangen als u er niet voor zorgt dat
de bloem meer ■water op kan nemen dan
de bloem verdampt.
Om deze problemen op te lossen heeft
men snijbloemenvoedsel ontwikkeld
(b.v. Chrysal). Dit bevat naast voeding,
stoffen die het vaaswater schoonhouden
en stoffen die ervoorzorgen dat de va
ten, nodig voor het vervoer van water
en voedingsstoffen, open blijven. Met
andere woorden: de wond moet open
blijven! Gebeurt dit niet, dan ontstaan
er vatverstoppingen en vergiftigt de
bloem zichzelf.
Het volgende moet u doen om uw
bloemen optimaal te verzorgen:
a. Gebruik schone vazen.
b. Bladeren die in het vaaswater
komen verwijderen.
c. De juiste oplossing Chrysal maken
en de vaas vullen.
d. Snij met een scherp mes een stukje
steel schuin af.
CONCERT IN DE GROTE KERK
VAN MIDDELHARNIS,
A.S. ZATERDAGAVOND
Met het boeiende concert van vorig
jaar nog in het geheugen, is het de
Stichting Kerkconcerten Goeree-Over-
flakkee weer gelukt de befaamde orga
nist Hans van Nieuwkoop uit te nodigen
een concert te verzorgen in Middeüiar-
nis.
Hans van Nieuwkoop die organist is
van de Ned. Herv. Kerk in Sassenheim
studeerde orgel en piano aan het Am
sterdams Conservatorium bij Albert de
Klerk en Liesbet.h Vel. Hier ook ver
wierf hij in 1974 dei Prix d' Excellence.
Hij studeerde vervolgens muziekweten
schappen aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht.
Geopend wordt met de bekende Pre
ludium en Fuga in a moll van J. S. Bach.
Het levendige Fuga-thema vormt hier
de bouwstenen naar een stralend slot
van dit werk.
Van J. L. Krebs, de beste leerling van
Bach, eens door Bach zelf gezegd, speelt
de organist Trio in F-dur, waarin dui
delijk de draad van de leermeester tot
uitdrukking komt.
Eén van de weinige werken die
W. A. Mozart voor orgel schreef n.l. de
Fantasie in. F-moll staat dan op het pro
gramma.
Van Claude Balbastre, voormalig or
ganist van de Notre Dame in Parijs en
Alexandre Boëly die eveneens organist
in Parijs is geweest, speelt Hans van
Nieuwkoop resp. Deux Noëls en Trois
versets de Kyrie pour les fêtes sollen-
nelles.
Met de Suite Gothique op 25 vsm L.
Boëlman, het meest gespeelde werk van
deze componist, hoopt Hans van Nieuw
koop dit concert te besluiten.
Het concert zal om 8.00 uur beginnen,
terwijl de kerk om 7.30 uur geopend
wordt.
Toegangsprijs 3,scholieren 2,
Organisatie Stichting Kerkconcerten
Goeree-Overflakkee.
door Barend de Graaft
Ultgeverg B.V. „De Banier" - Utrecht
V E K V o L GVERHAAU ze er. Toen wist ze, dat het alles goed
zou gaan.
RudoU! Kantor Rudolf!
Ja, het ging goed. Beter dan goed. Het
was een openbaring. Geen koorlid t^wij-
felde meer. Geen violist dacht: ik speel
niet mee.
De jonge meester voerde hen aan.
Niet alleen precies, zodat de partijen
stipt op tijd invielen, maar met bezie
ling.
Burgemeester Böhm geloofde zijn
ogen niet. Pas toen PUip fluisterde: „'t
Is SpiUebeen!" keek hij scherp toe en
ja, het kon. MaarMaar? Raadsel
achtig! Pas toen zijn vrouw zei: „Ja, het
is Rudolf!" besefte hij wat dit beteken
de. Solisten met beroemde namen zon
gen en keken naar de jonge Kantor op.
Koorstemmen zetten in op zijn wenk.
De vioolsolist speelde de beroemde solo,
die Klara dwars door de ziel ging. Het
werd schoner en heerlijker tot aan de
grote cUmax: het slotkoor, dat alles
overtrof.
RudoU legde de dirigeerstok neer,
sloot de partituur, boog naar de solisten
en naar de andere uitvoerenden.
't Bleef stil in de kerk.
Manuel nam de oude schoenmaker bij
de arm: „'t Is uit. Wilhelm!"
Vader Schneider had al die tijd met
de handen geklemd om de lessenaar van
de kerkbank gezeten, één en al ontroe
ring.
52
Zijn handen hieven zich. Het stokje
stond licht trillend boven koor en or
kest.
Niemand peUde wat er in het hart
van de jonge Kantor omging. Aller ogen
waren op hem gericht. Toen de eerste
beweging. En dan: muziek! Dan: de ver
lossing!
Want het wonder gebeurde weer. Net
als met zijn eerste directie, nu maanden
geleden op de repetitie. Alles week. Er
was alleen muziek. De andere wereld,
zijn wereld.
Klara kon hem niet goed meer zien.
Tranen, waar ze niet tegen vocht. Er
brak iets in haar. FiUp stond op. Ze wist
niet dat het op een wenk van moeder
was. En juist, toen op een wenk van
Rudolf, overweldigend schoon het koor
inzette, voelde ze moeders hand om de
hare. Ze keek op zij, zag moeders ogen,
Even nog een zenuwsnikje en toen was
Rudolf verliet met de solisten het
podium.
Het orgel begon te spelen en lang
zaam verheten allen de kerk.
En toen
Ja, wat: en toen?
Koster Rodenstein wachtte bij de uit
gang op Herr Wühelm Schneider. Er
was geen tijd om lang over deze bijzon
dere ontmoeting te doen. „De compli
menten van je zoon. Jullie moet maar
even op hem wachten in „Zum goldenen
Baren". Kantor Kuhlenkampf wil hem
nog spreken".
„Kantor Kuhlenkampf?"
Ja, die heeft alles gehoord en gezien.
Hij had er de pijn voor over. Hij zegt,
dat het een wonder is".
De club uit Gnadendorf ging naar de
oude herberg. Niemand van hen, vooral
vader en moeder Schneider niet, kon
verwerken, wat er gebeurd was. Hun
zoon, hun dorpsgenoot!
Rudolf liep met de solisten het podium
af naar de kapel, waar ze allen bij el
kaar zouden komen. Daar was, tot zijn
grote verwondering zijn meester, die
hem zwijgend aan het hart drukte, hem
aankeek en alleen maar zei: „Het was
meesterlijk, jongen!"
Vrouw Rodenstein drukte hem aan
haar borst en kuste hem op beide wan
gen: „Maar Dolf toch! Dolf toch!"
Toen waren er ineens verschillende
mensen in de gang van de kapel, dron
gen tussen de koorleden door. Iemand
zei: „Onze burgemeester!" En dat was
zo. De burgemeester van de stad trad
op Rudolf toe, die daar nog in zijn def
tige kleren een beetje verwezen tussen
de anderen stond, naast de stoel van
Herr Kuhlenkampf. „Ik weet niet wie
u bent, jonge man". De stadse burge
meester had een deftige stem. Het leek
ook een heel voornaam heer. „Maar ik
ben toch expres even hier gekomen om
mijn bewondering uit te spreken". Hij
drukte Rudolfs hand.
En toen gebeurde er iets, dat Klara
nooit zou vergeten. Zij was met haar
vader en moeder meegegaan door de
deur naast de preekstoel. Schuü gaande
achter de brede figuur van haar vader,
zag Rudolf haar nog niet. Trouwens, de
zware basstem van Herr Burgemeester
Böhm deed ieder naar hem opkijken.
Hij boog voor zijn collega uit de stad en
zei: „Dat is Rudolf Schneider, collega.
Een jongen uit ons dorp. Ik ben trots op
je, Rudolf. Je zult het nog ver brengen".
De beide heren wendden zich toen tot
Kantor Kuhlenkampf, betoonden hun
leedwezen in verband met het ongeluk,
dat hem getroffen had. Klara's moeder
stak ook haar hand naar Rudolf uit.
„Jongen, wat heb je dat goed gedaan".
Toen kwam Klara achter haar ouders
vandaan. Om hen heen was een kring
gevormd van koor- en orkestleden, die
ook nog wel eens wat wilden zeggen.
Ze keken verrast naar het jonge meisje.
En het was of iedereen het begreep.
Er kwamen welwUlende trekken op de
gezichten, glimlachjes, men stootte el
kaar eens aan en men maakte plaats.
„Rudolf". Klara's hand kwam naar hem
toe. Ze wilde nog wat meer zeggen,
maar ze kon niet.
„Klara!"
Ze waren zo maar stil geworden, de
mensen om hen heen. De beide burge
meesters keken ook toe: „Is dat ook
iemand uit uw dorp, collega?" vroeg de
stadse burgemeester. „Dat is mijn doch
ter". Burgemeester Böhms gezicht
straalde.
Rudolf stelde Klara aan Herr Kuhlen
kampf voor en ook aan vrouw koster
Rodenstein, die in haar overvloed van
gemoedeUjkheid ook „dat lieve kind"
aan haar hart drukte.
Klara vond zich helemaal geen kind.
Ze wasZe was
Vrijmoedig ging ze naast RudoU
staan.
Twee jonge mensen tussen de anderen
De jonge Kantor en de dochter van de
rijke voorname burgemeester Böhm
van Gnadendorf.
UIT!
Niet voldaan? Och, het is een beetje
feest geworden en niet in Hotel Rössli
alleen, maar vooral in de oude herberg
„Zum goldenen Baren". De rest van
het deftige gezelschap was naar het ho
tel gegaan. Maar Klara wilde naar de
kennissen van Rudolf en daarom gingen
haar vader en moeder ook mee. Ze von
den dat ze vader en moeder Schneider
toch ook moesten feliciteren.
Het werd heel gezellig in „Zum gol
denen Baren". Manuel klopte vertrou
welijk de burgemeester op de schouder
en zei: „Zie je nu wel, dat ik gelijk
had?"
Klara en Rudolf zaten, alsof het van
zelf sprak, naast elkaar op een bank bij
de haard.
„Hij zal er nu niets meer tegen kun
nen doen", fluisterde Manuel in het oor
van zijn vrouw.
Trouwens, dat heeft Herr Burgemeis
ter von Gnadendorf ook niet gedaan.
Hij toonde zich een man van zijn
woord.
Want ongeveer twee en een half jaar
later het was toen mei heeft domi
nee Blass zijn deftige toga aangetrokken
De kleine witte kerk bij de houtzaag
molen was met bloemen versierd. Heel
Gnadendorf zat op de banken. Luthers
en rooms door elkaar. Het orgel speelde
de Hochzeitmars van Mendelsohn en
keurig in het wit trad een bruidje door
het midden pad, en naast haar?
EINDE