EIIAI1DEI1 - HIEUWS Hoofdplaat bestaat tweehonderd jaar Overdenking Tractor op Landbouwschool Sommelsdijk met gejuich ontvangen „Herr Kantor" uit de Heilige Schrift 2e blad Vrijdag 29 september 1978 No. 4729 ZEEUWSE WANDELiNCEN Uw huis verkopen? TAMBOER -o- Snijbloemenvoedsel een noodzaak! Eindelijk was het dan zover: op 14 aug. 1778 viel de paS ingedijkte Hoofd- plaatpolder droog. Dat kunnen we dus als de geboorte beschouwen van het nieuwe dorp Hoofdplaat, juist 200 jaar geleden. Maar hieraan was heel wat voorafgegaan, we zouden het de geboorte-weeën kunnen noemen. De hoge plaat. Vele eeuwen geleden lag hier al een tamelijk hoge schor, een overblijfsel van het verdronken Oud-Gatemisse. In 1624 was deze schor verpacht voor de tijd van 23 jaar. Een mooie gelegenheid om er schapen op te laten weiden. Maar door dijkvallen en doorbraken werd de ze schor steeds kleiner, zo klein dat de pachter er weinig profijt van had en de pacht niet meer kon betalen. Maar zo gaat het nu eenmaal in Zee land: er vloeide weer nieuw slib tegen en over de schor, die zodoende weer groeide en tenslotte rijp was om inge polderd te worden. Dat was ongeveer 200 jaar geleden. Maar we zijn nog niet aan de inpol dering toe. Er moest nog een belangrijk probleem worden opgelost, namelijk: van wie was die hoge plaat nu eigenlijk? Er waren heel wat gegadigden, die zich als eigenaar opwierpen. Allereerst de provincie Zeeland, die recht meende te hebben op alles wat aan nieuw land tegen de dijken aangroeide. Wacht even u vergeet, dat het tegenwoordige Zeeuws -Vlaanderen toen niet door de Staten van Zeeland bestuurd werd. Bij de vre de van Munster in 1648 was bepaald, dat het rechtstreeks door de Algemene Sta ten Staten-Generaal) van ons land zou geregeerd worden, het werd naar die Staten-Generaal een generaliteitsland genoemd (dat heeft geduurd tot aan de Franse tijd). Die Algemene Staten maakten dus ook aanspraak op deze ho ge schor en de toekomstige polder. Dan waren er de gemeenten Biervliet en Breskens die er aan grensden en graag wat uitbreiding van hun gebied wensten. Verder het coUege van het Waterschap „Het Vrije van Sluis", dat zorgde voor de afwatering van deze streek. Tenslotte de erven van de dichter Jacob Cats. U weet misschien, dat deze dichter hier voor een prikje heel wat ondergelopen land had gekocht en tij dens het 12-jarig Bestand had ingepol derd. Hij is er rijk door geworden, met de oogst van het nieuwe land kon soms in één jaar de koopsom voldaan worden. Het nageslacht van Cats beschouwde deze aanstaande polder als een verleng stuk van hun bezittingen. De oplossing. U ziet: moeilijkheden in overvloed. In 1771 zijn er ook een paar boekjes verschenen over deze kwestie. Leendert van Oosdorp was landbouwer in Bier vliet en ook schepen van dit stadje, bo vendien een bekend en bekwaam land meten Hij schreef een boekje: „Het recht van de Staten van Zeeland over de Hoofdplaat". Hij kiest dus voor Zeeland als eigenaar. In hetzelfde jaar verscheen een boekje van mr. Wülem Schorer, ge titeld „Het nut der bedijking". Deze rechtsgeleerde woonde in Mid delburg, de Schorers waren een beken de voorname familie in Zeeland. Zijn moeder HUlegonda Paspoort had hem in Staats-Vlaanderen uitgestrekte be zittingen nagelaten. Hij vertoefde dan ook dikwijls in deze streek. Op zijn wens is hij in december 180O temidden van zijn bezittingen begraven op de dijk tus sen Amalia- en St. Pieterspolder. Er ligt een grote steen op zijn graf. Het ligt niet aan de hoofdweg, maar aan een binnen weg tussen IJzendijke en Biervliet, niet zo gemakkelijk te vinden. Maar als u daar vraagt naar Schorers graf kan iedereen u inlichten. In het jaar 1775 is men tenslotte tot een vergelijk gekomen. De hoge plaat kon ingepolderd worden en de ontstane plaats werd hiernaar genoemd Hoofd plaat. De indijking zou plaats hebben voor gezamenlijke rekening de provincie Zeeland zou öOVo krijgen en de Algeme ne Staten (de Generaliteit) 40% van het gebied. Er werden ongeveer 2500 polderwer kers aangenomen om dit karwei te vol brengen. Omdat men onder zo'n grote menigte bang was voor ongeregeldhe den, werden er in de omgeving solda ten ingekwartierd: één compagnie in Biervliet en 6 in IJzendijke. Ze hebben maar één keer met kracht moeten op treden, dat was op 26 mei 1778, dus kort vóór de voltooiing van het ■werk. Toen brak er een staking uit onder de werk lieden. De miUtatren traden krachtig op; ze voerden de stakers weg met het ver bod, dat ze hier nooit meer mochten te rugkomen. Toen was de rust hersteld en een paar maanden later was het werk klaar. De nieuwe plaats Hoofdplaat was ontstaan te midden van een vruchtbaar landbouwgebied. Een zinkend schip werd het wapen: op het water kon men niet meer terecht, het water was land geworden. Na die tijd zijn er wel 90 dijkvallen en grondverschuivingen geweest, bij de storm van 1 febr. 1953 zijn er ook nog een paar gaten in de dijk geslagen, maar het dorp bleef gespaard. In 1785 werd er een Protestantse kerk gebouwd en in 1795 bovendien een r.k. kerk, die in 1860 vernieuwd is. Door een haven stond het nieuwe dorp in verbinding met de Westerschelde. Vanwege het Deltaplan moest de dijk worden opgehoogd en heeft men het ha ventje gedempt (1969) nu heet het Spui- komplein en dient als parkeerterrein. Voordien had Hoofdplaat een beurtvaart -verbinding met Middelburg en Rotter dam. Ook werden er aan de haven dui zenden kilo's suikerbieten aangevoerd, meest met de stoomtram, die reed tussen Biervliet en Breskens en onderweg de bieten oplaadde en naar het haventje Voormalig stadhuis, erachter de toren van de Neid. Herv. Kerk. „En aldaar was een mens, heb bende een verdorde hand. En Hij zeide tot de mens: strek uw hand uit en hq strekte zijn hand uit. En deze werd hersteld, gezond gelyk de andere". Markus 3 1-6. Een verdorde hand, een verlamde hand, een hand die niet meer fimctio- neert. Daarover gaat het bij dit wonder. Een hand, geformeerd tot heilige acti viteit, maar tengevolge van de val en zijn nasleep, niet meer in staat tot zulk functioneren, ja volkomen passief, is het voorwerp van 's Heeren ontfermen. Daaraan zal de Heere een wonder, een teken doen. Die verdorde hand heeft gelijkenis met de toestand van de gevallen mens. De mens, eens naar het beeld van God geschapen en volkomen in staat tot het doen van het Gode-behaaglijke, is door de zonde geheel ongeschikt geworden voor het werk, waartoe God hem for meerde. Enzoi min er voor een ver lamde hand medicijnen zijn, zO' min is er enig menselijk hulpmiddel om de ontaarde zondaar „gezond" te maken. Ons trotse hart zal of wil dat nooit er kennen, maar ontdekkende genade leert zondaren zichzelf als „hopeloze geval len" zien. Hoe pijnlijk is die weg voor vlees en bloed. Toch is het hoogst nood zakelijk om dit „bevindeUjk" te leren kennen om vatbaar te worden voor de genadewonderen Gods en om in w^aar- heid alleen in het werk des Vaders, des Zoons en des Heüigen Geestes te leren roemen. Wat echter onmogelijk is bij de men sen, is mogeUjk bij God. Daartoe zond de Vader Zijn Zoon in deze wereld, daartoe kwam Gods Zoon op aarde, om zich over hopeloze gevallen te ontfer men, ja om zondaren te herstellen, op dat zij waarlijk „gezond" zullen worden. Daartoe moest Hij zelf de dood ingaan om hun schuld te verzoenen en het le ven te verwerven. Daartoe wendt Hij zich door Woord en Geest tot zondaren en roept hen toe: „Strek uw hand uit, wend u naar Mij toe en wordt behou den". Neen, nu is het niet zó, dat de Heere nu maar af moet wachten wat die mens zal gaan doen, omdat wanneer de mens niets doet. God ook niets kan of zal doen. Wanneer dit waar zou zijn, zou er nooit één mens bekeerd en zaUg gewor den zijn. Zo'n voorstelliag van zaken of leer betekent een verloochening van de geestelijke doodstaat van de mens, maaikt God afhankelijk van de mens en degradeert Christus' verlossingswerk tot een goed-bedoelde poging om zon daren zalig te maken, maar meer niet. Hoewel wij volkomen verantwoorde lijk zijn en blijven voor het niet-doen wat de Heere van ons verlangt en wij de rechtvaardige vergelding van onze on gehoorzaamheid niet zullen ontlopen, toch leert ons de Heilige Schrift en de praktijk, dat het verlossingswerk van Christus meer omvat dan slechts het goede aanraden. Hij werkt ook het wil len en werken naar Zijn welbehagen. De mens strekte zijn hand uit. Dit was een daad van geloof. Zo werkt God het uitsteken van onze „handen" tot de Held waarbij God hulp bestelde, om barm hartigheid, genade en hulp te bekwamer tijd. En de hand werd hersteld, gezond gelijk de andere. De hand ging weer functioneren, ja er kwam weer gevoel Zo herschept de Heere ook zondaren. Hij werkt het ware geloof, dat onvoor waardelijk, leert gehoorzamen en zich volledig aan Hem leert overgeven. Zo werkt Hij die wondere wedergeboorte, waardoor Hij maakt, dat die wil, die dood was, levend wordt, die boos was, goed wordt, die niet wilde nu metter daad wU, die wederspannig was, ge hoorzaam wordt. Hij beweegt en sterkt die wil zó, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voort brengen. En alsdan wordt de wU, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God ge dreven en bewogen maar, van God be wogen zijnde, werkt hij ook zelf. Zó formeert de Heere Zich een volk, dat Zijn lof zal vertellen. Looft de Hee re, die wonderen werkt. Ontkennen wij onze „verdorde" staat? Bespreken wij alleen onze „verdorde" staat of kennen wij reeds iets van dat uitsteken van onze „ellendige" handen tot de Heere om ontferming? Zo neen, dan zijn wij nog dood in onze zonden. Zo ja, dan heeft de Geest Gods ook ons levend gemaakt en dan zal Hij niet rus ten tot Hij de volkomen genezing tot stand heeft gebracht. Zo Hij vertoeft, verbeidt Hem. E. bracht. In 1950 is de tram opgeheven. Hoofdplaat is geen aparte gemeente meer, het behoort met al de dorpen in deze streek tot de gemeente Oostburg. Ik ben er kort geleden nog geweest, er zou namelijk een boek verschijnen in verband met het 200-jarig bestaan, maar men vertelde me dat het nog niet klaar was. Inmiddels heeft de bevolking in jimi al feest gevierd voor deze blijde gebeurtenis. Middelburg. L. van Wallenburg. MELISSANT Zangdienst: Op zondag 1 oktober a.s. 's middags om 5.00 uur zal er in de Ge reformeerde Kerk aan de Nieuweweg te MeUssant een zangdienst worden ge houden. Medewerking wordt verleend door het interkerkelijk koor „Samen op weg" uit Heinennoord onder leiding van dhr. K. Kleynendorst. Voorganger is Ds. Willems; de orga nist Sjaak Melissant. Iederéén is van harte welkom! GEMEENTELIJK WONINGBEHOEFTEONDERZOEK IN OOSTFLAKKEE Oostflakkee, het college van B. en W. van Oostflakkee heeft aan het stede bouwkundig bureau Zandvoort opdracht gegeven een woningbehoefteonderzoek te houden. Het doel van dit onderzoek is inzicht te verwerven in de kwantita tieve en kwalitatieve woonwensen van de woningzoekenden. Het gemeentebestuur w^il hiermee be reiken, dat de woningbouw zoveel mo gelijk afgestemd wordt op de wensen van de bewoners. Met het oog hierop wordt in de perio de eind september - begin oktober een enquête gehouden onder alle woningzoe kenden van Oostflakkee. De enquête formulieren zullen toegezonden worden aan alle bij de gemeente officieel gere gistreerde woningzoekenden. Daarnaast zullen vragenlijsten toegestuurd worden aan iedere bewoner, die in principe be langstelling heeft voor een andere wo ning of denkt in de nabije toekomst (bij voorbeeld binnen 5 jaar) een woning nodig te hebben. Deze groep belangstel lenden kunnen zich vanaf vandaag mel den bij de gemeente (tel. 01873 - 1525), vragen naar de heer Sturris). Verdere bijzonderheden betreffende het woningbehoefteonderzoek zullen volgende week in deze krant verschij nen. NIEUWERKERK Extra kerkdienst Geref. Gemeente Op woensdagavond 4 oktober zal in de Geref. Gemeente, Molenstraat, aanvang half acht D.V. voorgaan: Ds. A. Moer kerken uit Zuid-Beijerland. Zangavond in de Ned. Herv. Kerk Woensdagavond 4 okt. aanvang 8 uur zal er in de Ned. Herv. Kerk, Kerkring te Nieuwerkerk een zangavond ■worden gehouden. Deze gaat uit van de Blinden Stichting Bartimeus te Zeist. Medewerking verlenen: de Chr. Gem. Zangvereniging „Eén Naam is onze Ho pe" en het Jeugdkoor uit Middelhamis, beide koren o.l.v. dhr. P. H. Wessels uit Middelhamis. De leerlingen van de lagere Land- bou^wschool te Sommelsdijk hebben maandag j.l. een hoeraatje aangeheven toen er op hun school een tractor werd afgeleverd. De trekker werd beschik baar gesteld door dhr. v. d. Velde te Nieuwe Tonge om te worden gebruikt voor het trekkeronderricht. Jongeren vanaf 16 jaar die een trek ker ■willen besturen moeten in het bezit zijn van een trekker-rijvaardigheids bewijs. De opleiding daartoe is aan landbouwscholen gedelegeerd, zonder dat aan deze scholen overigens een trac tor ter beschikking wordt gesteld. Dhr. V. d. Velde van CEBECO, Nieuwe Tonge heeft in dat manco ■willen voorzien, vandaar dat nu ook op de Sommels- dijkse Landbouwschool de lessen kun nen beginnen. Die lessen vallen overigens niet bin nen het normale lesrooster. Dat bete kent dat ze ook door niet-leerlingen van de school zullen kunnen worden ge volgd. Gemiddeld zal een leerling t^win- tig uren theoretische- en praktische les sen moeten volgen om voor de rijvaar- digheidsproef te slagen. Zoals u weet bestaat een plant uit wortels, stengels, bladeren en bloemen. Deze onderdelen van een plant hebben elk een specifieke funktie bij de groei. Als nu een bloem afgesneden wordt, zal de plant hierop reageren. U heeft haar door het maken van een wond uit haar even^wicht gebracht. De plant gaat deze wond helen. Is dit gebeurd, dan heeft de plant haar even wicht hervonden. Voor de afgesneden bloem is de mogeUjkheid van herstel veel kleiner. Waarom? Welnu, het evenwicht in de plant is totaal verstoord (er zijn immers geen wortels meer). Er is daardoor ook geen stroom meer van plantensappen van de wortels naar de stengels, blade ren en omgekeerd. De bloem zal slap gaan hangen als u er niet voor zorgt dat de bloem meer ■water op kan nemen dan de bloem verdampt. Om deze problemen op te lossen heeft men snijbloemenvoedsel ontwikkeld (b.v. Chrysal). Dit bevat naast voeding, stoffen die het vaaswater schoonhouden en stoffen die ervoorzorgen dat de va ten, nodig voor het vervoer van water en voedingsstoffen, open blijven. Met andere woorden: de wond moet open blijven! Gebeurt dit niet, dan ontstaan er vatverstoppingen en vergiftigt de bloem zichzelf. Het volgende moet u doen om uw bloemen optimaal te verzorgen: a. Gebruik schone vazen. b. Bladeren die in het vaaswater komen verwijderen. c. De juiste oplossing Chrysal maken en de vaas vullen. d. Snij met een scherp mes een stukje steel schuin af. CONCERT IN DE GROTE KERK VAN MIDDELHARNIS, A.S. ZATERDAGAVOND Met het boeiende concert van vorig jaar nog in het geheugen, is het de Stichting Kerkconcerten Goeree-Over- flakkee weer gelukt de befaamde orga nist Hans van Nieuwkoop uit te nodigen een concert te verzorgen in Middeüiar- nis. Hans van Nieuwkoop die organist is van de Ned. Herv. Kerk in Sassenheim studeerde orgel en piano aan het Am sterdams Conservatorium bij Albert de Klerk en Liesbet.h Vel. Hier ook ver wierf hij in 1974 dei Prix d' Excellence. Hij studeerde vervolgens muziekweten schappen aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Geopend wordt met de bekende Pre ludium en Fuga in a moll van J. S. Bach. Het levendige Fuga-thema vormt hier de bouwstenen naar een stralend slot van dit werk. Van J. L. Krebs, de beste leerling van Bach, eens door Bach zelf gezegd, speelt de organist Trio in F-dur, waarin dui delijk de draad van de leermeester tot uitdrukking komt. Eén van de weinige werken die W. A. Mozart voor orgel schreef n.l. de Fantasie in. F-moll staat dan op het pro gramma. Van Claude Balbastre, voormalig or ganist van de Notre Dame in Parijs en Alexandre Boëly die eveneens organist in Parijs is geweest, speelt Hans van Nieuwkoop resp. Deux Noëls en Trois versets de Kyrie pour les fêtes sollen- nelles. Met de Suite Gothique op 25 vsm L. Boëlman, het meest gespeelde werk van deze componist, hoopt Hans van Nieuw koop dit concert te besluiten. Het concert zal om 8.00 uur beginnen, terwijl de kerk om 7.30 uur geopend wordt. Toegangsprijs 3,scholieren 2, Organisatie Stichting Kerkconcerten Goeree-Overflakkee. door Barend de Graaft Ultgeverg B.V. „De Banier" - Utrecht V E K V o L GVERHAAU ze er. Toen wist ze, dat het alles goed zou gaan. RudoU! Kantor Rudolf! Ja, het ging goed. Beter dan goed. Het was een openbaring. Geen koorlid t^wij- felde meer. Geen violist dacht: ik speel niet mee. De jonge meester voerde hen aan. Niet alleen precies, zodat de partijen stipt op tijd invielen, maar met bezie ling. Burgemeester Böhm geloofde zijn ogen niet. Pas toen PUip fluisterde: „'t Is SpiUebeen!" keek hij scherp toe en ja, het kon. MaarMaar? Raadsel achtig! Pas toen zijn vrouw zei: „Ja, het is Rudolf!" besefte hij wat dit beteken de. Solisten met beroemde namen zon gen en keken naar de jonge Kantor op. Koorstemmen zetten in op zijn wenk. De vioolsolist speelde de beroemde solo, die Klara dwars door de ziel ging. Het werd schoner en heerlijker tot aan de grote cUmax: het slotkoor, dat alles overtrof. RudoU legde de dirigeerstok neer, sloot de partituur, boog naar de solisten en naar de andere uitvoerenden. 't Bleef stil in de kerk. Manuel nam de oude schoenmaker bij de arm: „'t Is uit. Wilhelm!" Vader Schneider had al die tijd met de handen geklemd om de lessenaar van de kerkbank gezeten, één en al ontroe ring. 52 Zijn handen hieven zich. Het stokje stond licht trillend boven koor en or kest. Niemand peUde wat er in het hart van de jonge Kantor omging. Aller ogen waren op hem gericht. Toen de eerste beweging. En dan: muziek! Dan: de ver lossing! Want het wonder gebeurde weer. Net als met zijn eerste directie, nu maanden geleden op de repetitie. Alles week. Er was alleen muziek. De andere wereld, zijn wereld. Klara kon hem niet goed meer zien. Tranen, waar ze niet tegen vocht. Er brak iets in haar. FiUp stond op. Ze wist niet dat het op een wenk van moeder was. En juist, toen op een wenk van Rudolf, overweldigend schoon het koor inzette, voelde ze moeders hand om de hare. Ze keek op zij, zag moeders ogen, Even nog een zenuwsnikje en toen was Rudolf verliet met de solisten het podium. Het orgel begon te spelen en lang zaam verheten allen de kerk. En toen Ja, wat: en toen? Koster Rodenstein wachtte bij de uit gang op Herr Wühelm Schneider. Er was geen tijd om lang over deze bijzon dere ontmoeting te doen. „De compli menten van je zoon. Jullie moet maar even op hem wachten in „Zum goldenen Baren". Kantor Kuhlenkampf wil hem nog spreken". „Kantor Kuhlenkampf?" Ja, die heeft alles gehoord en gezien. Hij had er de pijn voor over. Hij zegt, dat het een wonder is". De club uit Gnadendorf ging naar de oude herberg. Niemand van hen, vooral vader en moeder Schneider niet, kon verwerken, wat er gebeurd was. Hun zoon, hun dorpsgenoot! Rudolf liep met de solisten het podium af naar de kapel, waar ze allen bij el kaar zouden komen. Daar was, tot zijn grote verwondering zijn meester, die hem zwijgend aan het hart drukte, hem aankeek en alleen maar zei: „Het was meesterlijk, jongen!" Vrouw Rodenstein drukte hem aan haar borst en kuste hem op beide wan gen: „Maar Dolf toch! Dolf toch!" Toen waren er ineens verschillende mensen in de gang van de kapel, dron gen tussen de koorleden door. Iemand zei: „Onze burgemeester!" En dat was zo. De burgemeester van de stad trad op Rudolf toe, die daar nog in zijn def tige kleren een beetje verwezen tussen de anderen stond, naast de stoel van Herr Kuhlenkampf. „Ik weet niet wie u bent, jonge man". De stadse burge meester had een deftige stem. Het leek ook een heel voornaam heer. „Maar ik ben toch expres even hier gekomen om mijn bewondering uit te spreken". Hij drukte Rudolfs hand. En toen gebeurde er iets, dat Klara nooit zou vergeten. Zij was met haar vader en moeder meegegaan door de deur naast de preekstoel. Schuü gaande achter de brede figuur van haar vader, zag Rudolf haar nog niet. Trouwens, de zware basstem van Herr Burgemeester Böhm deed ieder naar hem opkijken. Hij boog voor zijn collega uit de stad en zei: „Dat is Rudolf Schneider, collega. Een jongen uit ons dorp. Ik ben trots op je, Rudolf. Je zult het nog ver brengen". De beide heren wendden zich toen tot Kantor Kuhlenkampf, betoonden hun leedwezen in verband met het ongeluk, dat hem getroffen had. Klara's moeder stak ook haar hand naar Rudolf uit. „Jongen, wat heb je dat goed gedaan". Toen kwam Klara achter haar ouders vandaan. Om hen heen was een kring gevormd van koor- en orkestleden, die ook nog wel eens wat wilden zeggen. Ze keken verrast naar het jonge meisje. En het was of iedereen het begreep. Er kwamen welwUlende trekken op de gezichten, glimlachjes, men stootte el kaar eens aan en men maakte plaats. „Rudolf". Klara's hand kwam naar hem toe. Ze wilde nog wat meer zeggen, maar ze kon niet. „Klara!" Ze waren zo maar stil geworden, de mensen om hen heen. De beide burge meesters keken ook toe: „Is dat ook iemand uit uw dorp, collega?" vroeg de stadse burgemeester. „Dat is mijn doch ter". Burgemeester Böhms gezicht straalde. Rudolf stelde Klara aan Herr Kuhlen kampf voor en ook aan vrouw koster Rodenstein, die in haar overvloed van gemoedeUjkheid ook „dat lieve kind" aan haar hart drukte. Klara vond zich helemaal geen kind. Ze wasZe was Vrijmoedig ging ze naast RudoU staan. Twee jonge mensen tussen de anderen De jonge Kantor en de dochter van de rijke voorname burgemeester Böhm van Gnadendorf. UIT! Niet voldaan? Och, het is een beetje feest geworden en niet in Hotel Rössli alleen, maar vooral in de oude herberg „Zum goldenen Baren". De rest van het deftige gezelschap was naar het ho tel gegaan. Maar Klara wilde naar de kennissen van Rudolf en daarom gingen haar vader en moeder ook mee. Ze von den dat ze vader en moeder Schneider toch ook moesten feliciteren. Het werd heel gezellig in „Zum gol denen Baren". Manuel klopte vertrou welijk de burgemeester op de schouder en zei: „Zie je nu wel, dat ik gelijk had?" Klara en Rudolf zaten, alsof het van zelf sprak, naast elkaar op een bank bij de haard. „Hij zal er nu niets meer tegen kun nen doen", fluisterde Manuel in het oor van zijn vrouw. Trouwens, dat heeft Herr Burgemeis ter von Gnadendorf ook niet gedaan. Hij toonde zich een man van zijn woord. Want ongeveer twee en een half jaar later het was toen mei heeft domi nee Blass zijn deftige toga aangetrokken De kleine witte kerk bij de houtzaag molen was met bloemen versierd. Heel Gnadendorf zat op de banken. Luthers en rooms door elkaar. Het orgel speelde de Hochzeitmars van Mendelsohn en keurig in het wit trad een bruidje door het midden pad, en naast haar? EINDE

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 5