EIIAtlDEn - niEUWS Overdenking Smeekschrift aan de Koning VQücIcfheijdcii „Hert Kantor" Doornen worden dennebomen uit de Heilige Schrift 2e blad Vrijdag 18 augustus 1978 No, 4717 HET KVENSTER 'ir ir ir ir Hiermee zijn we in een hoogst-be- denkelijke ontwikkeling terechtgeko men. De rechter kan de wet niet meer vrijuit toepassen, omdat een deel van het volk, dat een grote mond heeft, met een stok achter de deur gereed staat. Als we die kant opgaan, dat aktiegroe pen de gewone rechtspleging kunnen verhinderen en zelfs blokkeren, dan kan er in Nederland nog meer gebeuren. Maar dan struikelt straks het recht op de straten! WASAUTOMAAT DEFECT? voor snelle reparatie I 01877 -1236 I Vakbeurs tuin en park 78 Utrecht ZEEUWSE WANDELINGEN Uw iiuis verkopen? TAMBOER Verhoging tarieven huisartsen voor particuliere patiënten PREDIKBEURTEN ZEELAND VERVOLGVERHAAL! blik op kerk en samenSavIng Kerk - Marokkanen Continu - kerkdiensten Rechtspraak onder druk „Kerk - Marokkanen". Zo worden de buitenlanders genoemd die illegaal ons land zijn binnengekomen, hier al gerui me tijd illegaal verblijven, uitgewezen zijn, tegen die uitwijzing hebben ge protesteerd en zich nu al geruime tijd schuilhouden in het Amsterdamse kerk gebouw „De Duif". Alles wat in ons land links en rood is, is op de been gekomen om door middel van aktiegroepen tegen de uitwijzing van deze Marokkanen te ageren. Zelfs viel het onzalige besluit van 18 predi kanten en roomse geestelijken om in „De Duif" continu-kerkdiensten te houden. Doorlopend, dag en nacht, was er beur telings een roomse mis en daarna weer een protestantse preek. Met geen ander doel dan om^ dé vreemdelingen-politie buiten de deur te houden. De Neder landse wet staat namelijk niet toe men sen te arresteren tijdens het bijwonen van een godsdienstoefening. Dat is toch wel je reinste profanatie van de eredienst. In een kerkdienst wordt Gods Naam aangeroepen, wordt Zijn Woord verkondigd, worden liederen gezongen tot Gods eer. En dat moest allemaal gebeuren om op die manier het wettig gezag aan ban den te leggen. De Overheid als dienaresse Gods werd verhinderd om een wettig besluit uit te voeren door middel van„kerk diensten". En dat gebeurt dan op initiatief van mensen die anders zeggen dat kerk diensten hun tijd hebben gehad. Er is al genoeg gepreekt, er moet nu maar eens gehandeld worden! Maar nu blijkt er ineens wèl gepreekt te moeten worden om de naaste in nood te helpen: om uitgewezen Marokkanen te hulp te ko men in him verzet tegen de politie. Dr. E. E. Stem, de Amsterdamse predi kant, die laatstelijk al in het nieuws was door een zeer afwijkende opvatting aan gaande de verzoening, zei het openlijk in een vraaggesprek met journalisten, dat er nu eindelijk eens zinvolle kerk diensten gehouden werden, kerkdiens ten namelijk om de naaste een hand toe te steken. Mevrouw Haars, de staatssecretaris van justitie, leek aanvankelijk voet bij stuk te zullen houden. Haar besluit om de Marokkanen uit te wijzen was on wrikbaar. Dat was mijns inziens ook juist. Wie illegaal ons land binnenge komen is en daar al lange tijd onwettig verblijft, kan weten dat hij op den duur wordt uitgewezen. Maar Mevrouw Haars is op haar be sluit terug gekomen. Wat is het geval? Onder de Marokkanen zijn twee groe pen: één groep die al uitgewezen is en een tweede groep die nog op de beslis sing van de Raad van State wacht. En nu heeft Mevrouw Haars gezegd: die eerste groep mag ook nog blijven, tot de Raad van State over de tweede groep een uitspraak heeft gedaan. Mocht de Raad besluiten dat de tweede groep mag blijven, dan hoeft de eerste ook niet weg! Dat vind ik nu een onverteerbaar be sluit. Want' het komt erop neer dat een wettig besluit tot uitwijzing op deze manier niet uitgevoerd mag worden, zonder dat daarvoor ook maar één re den te bedenken is. Ik kan het dan ook niet anders zien dan dat Mevrouw Haars door de knieën gegaan is onder druk van linkse aktiegroepen en politici. Als staatssecretaris heeft zij niets anders te doen dan het besluit van de Raad van State uit te voeren. Maar in de praktijk vraagt zij de Raad van State op het be sluit terug te komen. En dat is het tweede daardoor brengt zij ook de Raad van State in een lastig parket. Want deze Raad staat uiteraard straks ook onder dezelfde zware politiek-linkse druk. En als de Raad desondanks dan toch blijft bij het besluit tot uitwijzing op grond van de wet, dan zal de publieke opinie zich ook wel tegen de Raad keren. WAARNEMER. Nevels warr'len door mijn denken als ik dwaal door 't wereldland. Alles wankelt, schijnt verloren, waarvoor wordt de mens geboren? 't is of heel de wereld brandt. Brandt van haat en boos begeren. Kaïnsgeesteen waren rond. Wordt de tijd dan al maar kwader? Is er dan geen God, geen Vader die aan 't schepsel zich verbond? „Mensen hebben Mij verlaten. Ze verwerpen Mij, Mijn Woord! Daarom is het dat het duistert, Hem, die naar Mijn woorden luistert breng Ik in een vruchtbaar oord". Doornen worden dennebomen, Distel wordt een mirtenboom. die in de woestijn gaat groeien Heel de wildernis zal bloeien als een rozenhof, zó schoon. (Jer. 17 5-8 - Jes. 41 19, 55 13) LANERTA (17 tot en met 21 oktober 1978) Voor de achtste maal wordt in de hal len van de Jaarbeurs te Utrecht de vak beurs Tuin en Park gehouden en w^el van dinsdag 17 tot en met zaterdag 21 oktober a.s. De beurs wordt georgani seerd door de Jaarbeurs in nauwe sa menwerking met een adviescommissie waarin onder meer zijn vertegenwoor digd de Federatie „Het Landbouwwerk- tuig", de Vereniging „De Nederlandse Bloemisterij" en de Nederlandse Vere niging van producenten van tuinbouw- zaden. Tuin en Park is een vakbeurs en richt zich in de eerste plaats tot de vakman. De laatste twee dagen heeft echter het publiek ook toegang om zich te oriënte ren. Het aanbod op Tuin en Park is te verdelen in drie hoofdgroepen: de zaden en kwekerijproducten, machines en gereedschappen, en overige tuinbenodigdheden. Het aanbod is zeer evenredig verdeeld en is nagenoeg kompleet. Tuin en Park herbergt ook weer veel groen en bloe men waardoor een bezoek aan deze beurs niet alleen interessant is maar ook bijzonder plezierig. De totale netto oppervlakte van Tuin en Park 1978 bedraagt 13.200 m^. Hier mee is alle voor deze beurs beschikbare ruimte in gebruik genomen. Het aantal deelnemers is 206. Tuin en Park werd in 1976 door 22.500 personen bezocht; 67''/o van hen bezocht de beurs met een zakeUjk doel. Voor dit jaar wordt rekening gehouden met een stijging van dit aantal, vooral nu er ook vakbezoek uit België en West Duitsland wordt verwacht. Tuin en Park is dagelijks geopend van 9.00 tot 18.00 uur; bovendien op vrijdag van 9.00 tot 22.00 uur. CHRISTUS' LIEFDE VOOR ZIJN BRUIDSKERK Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm, geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn ar moede zoudt rijk worden. (2 Cor. 8 9)- Vrienden, we zijn allen reizigers naar de grote eeuwigheid. De Heere Jezus is arm geworden orn Zijn Bruid rijk te maken. Er zijn zeer veel mensen die zich bezondigen, omdat ze niet luiste ren naar de verkondiging van het Evan gelie van Christus. We willen eens stilstaan bij drie soor ten mensen. 1. De zorgelozen. De Heere roept het wee over hen uit: „Wee de genisten te Sion en de zekeren op de berg van Sa maria! Moab is van zijn jeugd af stil geweest en is van vat in vat niet gele digd." 2. De mensen die roemen dat ze rijk zijn. Waarin bestaat hun zogenaamde rijkdom? De Heere zegt: Waar iemands schat is, daar zal ook zijn hart zijn. Zo dra zij wakker worden en hun ogen op slaan, vliegen hun gedachten en ogen naar de ijdelheid van de wereld. Dat is w^el een bewijs dat ze niet rijk zijn in genade. De schatten en goederen, die Christus door Zijn armoede en dood verworven heeft, bezitten ze niet. Deze aardsgeztnde mensen zetten hun hart en vertrouwen op de zienlijke dingen van de wereld. 3. Openbare goddelozen. Dezen zijn rijk in boosheid. Zij wandelen naar het goeddunken van hun goddeloos hart. Toch zijn zij in hun eigen oog goede mensen. Zij beelden zich soms in dat zij discipelen zijn op de school van Christus. De Heere klaagt over deze zondaren: Zij lopen als een onbesuisd paard in de strijd. Zij zijn zo wild en woest in het zondigen, dat ze niet te stuiten zijn. Neem de raad van Christus aan: „Ik raad u, dat gij van Mij koopt goud, dat door het vuur is beproefd; ogenzalfop dat gij moogt zien en witte klederen, opdat de schande van,uw naaktheid niet wordt gezien." Zeg toch niet: „Ik ben rijk en verrijkt geworden en heb aan geen ding gebrek. Weet, dat gij zijt el lendig, arm, naakt en bUnd." Het volk des Heeren beleeft zijn ar moede en in de weg van geloofsoefenin- gen wordt het geestelijk rijk. In Chris tus zijn veel rijkdommien verborgen, maar het is de vraag voor ons: hoe krijgen wij er deel aan? Hier zijn mid delen welke God ons geeft: Zie op Christus. Om uw armoede werd Hij arm. De Heere wil zien op de ar men en verslagenen van geest en op hen, die voor Zijn Woord beven. In ons zelf moeten we geen goed zien, want hij die meent, dat hij iets is, daar hij niets is, bedriegt zichzelf. Dat is het geslacht, dat rein is in eigen oog, maar die van hun zonden niet zijn gewassen. Wacht u voor deze- gevaarlijke farizeese hou ding. De Farizeeën vroegen aan Chris tus: Zijn wij dan ook blind? En zij kregen ten antwoord: Gij zegt: „Wij zien", zo blijft dan in uw zonden. Gebruik iedere gelegenheid om het Evangelie te beluisteren, waarin rijk dommen van Jezus u worden aangebo den. Veracht de vrijheid van Christus niet. Wat een teleurstelling beloofde de bruid, toen zij uit traagheid haar hart voor Jezus niet opende. Hoe vriendelijk was zij genodigd: Doe Mij open, Mijn duif, Mijn volmaakte en schone. Mijn hoofd is vervuld met dauw en Mijn haarlakken met nachtdruppels, om u de genade van Mijn lijden deelachtig te maken. Wanneer God door Zijn knechten ons tot bekeriQg nodigt, moeten wij al on ze krachten gebruiken om te worstelen om genade. God eist van ons, dat wij onze hoogmoed en al de andere zonden zullen haten en vlieden. Wij mogen niet, zoals Jeschurum, achteruit slaan en zondigen tegen de liefde Gods. Met David moeten we bidden: „Wees mij genadig, o God, naar Uw grote goeder tierenheid. Delg mijn overtreding uit en reinig mij van mijn zonden." Toen de Heere sprak: „Zoek Mijn aangezicht", antwoordde de man naar Gods hart: „Ik zoek Uw aangezicht, o^ Heere." Neem de geestelijke m.arktdagen waar. Kom inzonderheid op de Dag des Heeren naar Zijn huis. De Heere heeft het zelf beloofd: „Ik zal ze verheugen in Mijn bedehuis". Bidt God, dat Hij uw hart opent en dat u acht moogt geven op Zijn dier baar Woord. Om iets te mogen ontvangen, moeten we de marktdagen waarnemen. Gods kinderen "loeten dit ook doen. Zij moe ten elke gelegenheid van de godsdienst aangrijpen om Gods Geest in hen tte laten werken. Op de geestelijke markt dagen worden de geestelijke waren uit gedeeld en zonder prijs verkocht. Jezus nodigt ons. Neem Hem door het geschonken geloof aan. Die in Hem ge looft, heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden. Luister naiar het sa- menspreken van Gods kinderen en spreek met elkaar over het geestelijke leven. Laat ons onze onderlinge bijeen komsten niet nalaten. Laat ons opgaan tot de berg des Heeren, opdat Hij ons Zijn wegen lere en wij in Zijn paden zullen wandelen. Verberg uw talent dat God u gegeven heeft niet in de aarde. Graaf naar die Scheie Parel, de Heere Jezus, en al Zijn schatten. Maria had het beste deel uit gekozen, dat nooit van haar weggeno men zou worden. Stel de natuurlijke rijkdom eens te genover de geestelijke rijkdom. Wij kunnen wel veel goederen bezitten en rijk zijn in landerijen en huizen, maar het is niets anders dan slijk. Zoek geen grote dingen, want deze zijn zeer veranderlijk en verdwijnen soms onverwachts. Zij hebben vleuge len gelijk een arend, die naar het aas toevliegt. Ook trekken ze de mens van God af. Eer zal een kameel gaan door het oog van een naald, dan dat een rij ke zal ingaan in het Koninkrijk Gods. De geestelijke rijkdommen zijn on veranderlijk en eeuwig. Zij maken de mens rijk in God, omdat Christus en Zijn dierbare gerechtigheid geschon ken worden. Een martelaar, die op zijn ellende en armoede gewezen werd, sprak: „Hoe kan ik arm zijn, daar ik God tot mijn deel heb? Ik ben rijk." Een druppel van deze rijkdom is meer dan al het goed van de wereld. De gerechtigheid van Christus redt onze ziel van de dood. Als Paulus de rijkdom van Christus ziet, roept hij uit: „Hetgeen mij gewin was, heb ik schade en drek gerekend om de uitnemende kennis van Christus mijn Heere." Deze overvloedige rijkdom zal een maal aan Gods kinderen in volkomen heid geschonken worden in de hemel der heerlijkheid. O, hoe groot is Uw goed, dat Gij, Hee re, hebt weggelegd voor degenen die U vrezen! De Bruidskerk zal verzadigd worden met Uw beeld als zij zal opwaken. Wij zullen verzadigd worden met het goed van Uw huis en het heUige van Uw paleis. Verzadiging van vreugde is voor Uw aangezicht, o Heere! Liefelijkheden zijn aan Uw rechter hand, eeuwig en altoos. Jodocus van Lodenstein. Dat was op zaterdag 3 augustus 1878. De eigenlijke naam was Petitionnement. Wat was er gebeurd? Wel, de liberale minister Kappeyne van de Coppello had een nieuwe on derwijswet ingediend. Op 18 juli 1878 was deze wet door de Tweede Kamer aangenomen met 52 tegen 30 stemmen. In die tijd had elke plaats een open bare school. Er stond immers in de wet: „Er wordt overal in het Rijk van over heidswege voldoend openbaar onderwijs gegeven". Overal, dus ook als er op een erg klein dorpje maar enkele leerlingen woonden. Want het openbaar onderwijs was immers een voorwerp van aan houdende zorg van de Regering. Dat stond ook in de wet. Christelijke scholen. Waren er dan geen christelijke scho len? Het begon er m.ee. Ieder jaar kw^a- men er meer, sinds bij de nieuwe grond wet van 1848 het onderwijs vrij was. In dat jaar waren er nog maar 150, vol gens een vijand van christelijk onder wijs „meest overtollige en schadelijke instellingen". De eerste christelijke school op de Klokkenberg te Nijmegen dateert van 1844, Amsterdam volgde in 1849. In Zeeland werd in de Gravenstraat te Middelburg op 15 aug. 1860 de eerste geopend, deze bestaat nog. Men begon met 125 leerlingen, dat later toenam tot 300. De eerste hoofdonderwijzer was de heer Versevelt. Hij verdiende 600, per jaar en had een vrije woning met tuin. Waren de openbare scholen dan niet goed genoeg? In de onderwijswet van 1806 werd gesproken van een opvoeding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. Wat dat geen mooi ideaal? Nee, dat was het niet. Het was een neutrale school, die geschikt moest zijn voor alle kinderen: gelovig, ongelovig, protestants, rooms, jood. Hoe moest er dan uit de Bijbel verteld worden? Voor een Israëliet bestaat er geen Zaligma ker Jezus. Hoe moest men de vaderlandse ge schiedenis behandelen? Voor rooms-katholieken was de Re formatie en de geloofsoorlog tegen Spanje onzin. En als men Gods naam noemde, kon de atheïst daardoor beledigd zijn. De christelijke ouders hadden bij de doop van hun kinderen toch beloofd, deze in de leer van de bijbel, zoals die is uitgewerkt in de belijdenisgeschriften, te onderwijzen. Zulk onderwijs kon niet op een neu trale school gegeven worden. Tenminste niet in het algemeen. Hier hing veel af van de onderwijzers. Er waren op ver schillende dorpen, die maar één protes tantse kerk hadden, heel wat onderwij zers die uit de bijbel vertelden en psal men lieten zingen. Die dus eigenlijk christelijk onderwijs gaven. Maar dat werd steeds minder, sinds er meer socialistische onderwijzers kwa men, soms vijanden van het konings huis en bestrijders van de godsdienst. Hoe licht konden ze hun marxistische overtuiging overbrengen op hun leer lingen! De bekende staatsman Groen van Prinsterer zei, dat het onderwijs on christelijk en anti-christelijk was, maar met gelukkig veel uitzonderingen. Daartegen ging het nu bij het chris telijk onderwijs. Ze hadden veel over voor hun eigen scholen. Moesten alles zelf betalen en door middel van de be lastingen hielpen ze indirect mee de openbare school in stand te houden. Deze werd door het Rijk en de gemeente onderhouden, ook de salarissen van de onderwijzers werden door de Regering betaald. De onderwijzers van de chris telijke school moesten het dan ook haast altijd met minder doen, veel minder soms. De wet Kappeyne. Nu komt in 1878 minister Kappeyne van de Coppello met een nieuwe onder wijswet, die met grote meerderheid werd aangenomen. Toen waren er nog niet veel voorstanders van christelijk onderwijs in de Volksvertegenwoordi ging, vandaar. Groen van Prinsterer heeft er zijn hele leven voor gevochten, hij was in 1876 gestorven. Zijn opvolger was dr. A. Kuyper, hij en de Savomin Lohman en nog anderen namen zijn werk over. Die nieuwe wet hield in, dat de klas sen verkleind zouden ■worden en dat de schooUokalen aan verschillende voor waarden moesten voldoen, terwille van de gezondheid der kinderen, voegde men erbij. Op zichzelf wel een goede wet, maar door kleinere klassen zouden er meer onderwijzers moeten komen en dat moest allemaal door de voorstanders van het christelijk onderwijs betaald worden. En veranderingen aan de soms primitieve schoolgebouwen kostte ook een hoop geld. Op die manier kon men niet concur reren met de resultaten van de openbare school, in onze tijd zouden we het dis criminatie noemen. Daar was het Kap peyne misschien wel om te doen, want een paar jaar geleden had hij deze be ledigende woorden gesproken: „Dan moet die minderheid maar onderdrukt worden, want dan is ze de vlieg die de ganse zalf bederft en heeft ze in onze maatschappij geen recht van bestaan". Die minderheden stelden nog voor aan de christelijke scholen een uitkering te geven of de salarissen van de onder wijzers te betalen, maar daar kon niets van komen. Daarom wenden ze zich regelrecht tot de Koning met het verzoek deze wet niet te tekenen. In een week tijd ver zamelen ze 305.000 handtekeningen voor 114.375 schoolgaande kinderen. Op 22 juli wordt er een bidstond gehouden en op zaterdag 3 augustus gaat een depu tatie van 25 personen naar de Koning. De voorzitter ervan jhr. mr. Elout van Soeterwoude doet het woord. Hij zet het doel van deze deputatie uiteen en de Koning ontvangt hen hartelijk en luis tert met grote belangstelling. Hij be- dcinkt het gezelschap voor „de wijsheid, de gematigdheid en de orde", die door hen in acht is genomen en voor de blijk van gehechtheid aan het Oranjehuis. „Ik weet het, het betreft de toekomst van ons lieve Nederland, het betreft het geluk van onze lieve kinderen", zo zegt de Koning. Na afloop wordt Elout van Soeter woude op het paleis aan het middag maal genodigd. Men leeft op moed. De voorzitter had gevraagd: „Plaats, Sire, onder zulk een wetsvoordracht uw koninklijke handte kening nooit". Ook is er een gelijk verzoek ingeko men van ruim 400 kerkeraden en de handtekeningen van 164.000 rooitis- katholieke hoofden van gezinnen. Toen heeft minister Kappeyne met de Koning gepraat en gepleit voor de openbare school met als gevolg: Op 17 augustus tekent de Koning dit wets voorstel dat dus nu wet geworden is. Dat is juist 100 jaar geleden. In het begin van het volgend jaar (23 januari 1879) werd toen de „Unie een school met de Bijbel" opgericht, die ieder jaar op 17 augustus of daarom trent de Unie-collecte houdt. In dat jaar bracht deze op 43.188,63V2. Honderd jaar later, in 1977, was dat een bedrag van 2.250.000,—. In 1968 heeft men de naam van de Unie veranderd in „School en Evange lie". Een deel van het geld wordt nu be steed aan onderwijs-projecten in on ontwikkelde landen. Sinds de gelijkstel ling van 1920 bij d© wet De Visser heeft men niet zoveel extra geld meer nodig. Op 't ogenblik gaat ongeveer 70% van de kinderen naar een bijzondere pro testantse en r.k. school. Middelburg. L. van Wallenburg. DIRKSLAND Vrijdagavond a.s. zal in het kader van de Bijbeltentdagen een contact avond worden gehouden onder het mot to „achteraf bekeken". Gast is dhr. Kattenberg die de avond zal leiden. De contact-avond is bedoeld voor de ouderen die dan tevens in de gelegenheid worden gesteld het werk van de kinderen te bezichtigen. Plaats: Bijbeltent op het padvinderij- veld. De Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Volksgezond heid en Milieuhygiëne hebben, na over leg met de Landelijke Huisartsen Vere niging (L.H.V.), ermee ingestemd dat het consult- en visite-tarief in de par ticuliere praktijk met 0,50 wordt ver hoogd. Deze tarieven zullen daardoor in het algemeen 20,50 en 30,50 gaan bedra gen. Deze verhoging is in overeenstemming met de algemene voor vrije beroepsbe oefenaren aanvaardbaar geachte aan passing van de tarieven in tweede fase met 2% op of na 1 augustus 1978. De desbetreffende wijziging van de Prijzenbeschikking Medische Hulp aan particuliere patiënten 1978 is gepubli ceerd in de Staatscourant van 10 augus tus 1978. HERV. GEMEENTEN - THOLEN ZONDAG 20 AUGUSTUS Tholen 9.30 uur ds. A. de Reuver, 18.30 uur ds. L. Wüllschleger Poortvliet 10 uur ds. L. Kruijmer, Schoonrewoerd, 18.00 uur ds. G. Abma Scherpenisse 9.30 uur ds. L. Wüllschleger, 18.30 uur ds. M. D. Geuze St. Maartensdijk 9.30 uur en 18.30 uur ds. J. Blom Stave- nisse 10 uur kand. M. Aangeenbrug, 18.00 uur ds. D. Heikoop St. Anna- land 10 uur ds. M. D. Geuze, 18.00 uur ds. P. Vermaat, Vlaardingen Oud- Vossemeer 10 uur ds. G. Abma, beves tiging ds. V. d. Heijden, 14.30 uur ds. T. W. V. d. Heijden, intrede St. PhUips- land 9.30 uur kand. A. C. Rijken, Sprang -Kapelle, 14.30 uur drs. L. Westland, Dinteloord. THOLEN Diensten Ten Anker Woensdag 16 aug. 18.45 uur ds. A. G. v. d. Stoel, Bergen op Zoom; Woensdag 23 aug. 18.45 uur ds. G. Mouw, Tholen. door Barend de Graaft Uitgeverij B.V. „De Banier" - Utrecht 40 De knapste leerling van de beroemde muziekschool van Herr Kuhlenkampf wist zich geen houding te geven tegen over twee van die hupse dametjes van Instituut Dr. Blass. Stijf jes liep hij naast Klara de Marktplatz af. Hij wist bijna geen woord te zeggen. Alleen als Klara wat vroeg, gaf hij ant woord. Hoe het thuis ging, vroeg ze. En of het waar was, dat hij nu muziek stu deerde en wat hij dan wel worden wilde. En hoe het Lotte ging. Of die nog niet ging trouwen. Het bleef een stijf ge sprek. Ze liepen in de richting van de Von Bismarckanlagen, het grootste park van de stad. Daar in de buurt was immers de kostschool van Klara en Liesel. Liesel, de ondeugd, had al lopen be denken hoe ze Klara en haar vriend, waarvan ze al zoveel verhalen gehoord had, gelegenheid zou geven om even sa men te zijn. Wat een joch nog, stelde ze vast. Ze had hem nu dan voor het eerst gezien, Klara's vriend. Een knappe, slanke jongen, met een mooi gezicht, maar o, wat een pummel! Er was een brug over de vroegere stadsgracht. Een brede brug met hard stenen ballustrade. Je zag het zwarte water van de gracht tussen de spijlen door. Aan de overkant begon het park. „Zeg zei ze en bleef plots staan willen jullie niet even samen zijn? Ik vermaak me wel. Een klein wandelin getje door het park. Leuk zo met z'n tweeën". En weg was ze. Rudolf was natuurUjk volkomen onbekend met de avontuurtjes, die meerdere pupillen van het deftige pensionaat in het park beleefden. Want hoe streng het toezicht ook was, ze wisten nog al eens aan het waakzame oog van de directrice te ont snappen. Klara toonde meer initiatief dan Ru- dolf. „Kom maar zei ze. Ben je wel eens in het park geweest?" Ze nam hem bij de arm, alsof hij een school jongen was. Ze wilde beslist niet, dat Liesel zou merken, dat er eigenlijk maar heel weinig waar was van hetgeen ze, al fantaserend over haar en Rudolf, verteld had. Het park was duister. Slechts hier en daar stond een lantaarn bescheiden te lichten. Onder de oude bomen, tussen de dichte struiken, waren ze weldra zo alleen bij elkaar, als ze nog nooit ge weest waren. Jammer, dat het geen lente was^ Maar iets van de lente kwam toch. Niet van de lente vol crocussen en lelies. Wel iets van die andere lente, waarvoor een mens zo'n jaar of zeven tien moet zijn. Zo'n droogpruim was Rudolf nu ook weer niet of hij sloeg zijn arm om Kla ra's leest en zo wandelden ze samen voort. De jongen, die op zijn zolder een heel orkest en koor dirigeerde, had blijkbaar geen fantasie genoeg om met een meisje te praten en haar de woor den te zeggen, die ze graag wilde horen. Zwijgend liepen ze. Als ze bij één van de lantaarns kwa men, zag Rudolf het deftige meisje. Het was een warboel van gedachten in hem. Nu waren ze samen. Dat wilden ze toch. Maar het mocht niet. Ze mocht niet eens op hem wachten als de kerk uitging. Hij wist heel goed wat de jon gens en de meisjes deden als ze samen in het donker wandelden. Maar Kla ra Zou Klara „Speel je zaterdagavond weer, Ru- dolf?" „Ja! Even later: Ik vind het fijn, als je luistert". „Ik houd heel erg van muziek, Ru- dolf". „Ik ook!" Nog al glad, dacht Klara. Zou hij niets beters te zeggen hebben? „We moeten nu Liesel weer opzoeken", zei ze. „Ja!" En toen ineens kreeg Rudolf wat hij nodig had. Het brak onweerstaanbaar bij hem door. Sterker knelde zijn arm om haar heen. Hij bleef staan, trok haar tegen zich aan en„Klara! Ik houd van je! KlaraIk weet wel, jouw vader:Wij zijn maarEn toch..." Ze legde haar hand achter tegen zijn hoofd. In de schemer zag hij alleen maar haar gezicht. Zuiverder en scho ner dan iets kon zijn. De ogen. De lijn van haar mond, haar neus, de fijne wenkbrauwen. Hij keek maar, keek maar. En alle schuwheid week toen ze voor zichtig, met een bijna onhoorbaar ge luid zei: „Ik ook, Rudolf". Ze kusten elkaar. Het was stil in het park. Althans voor de twee mensen, die voor het eerst hun lippen op elkaar drukten. Toen zij in de armen stond en haar hoofd achterover boog, straalden haar ogen in de zijne. Het was mooi en goed. Hij zag haar zuiver gezicht. Haar blije ogen en zei: „Ik hou van je, Klara". Zij knikte alleen maar en trok zijn gezicht heftig tegen haar wang. Ze waren ineens een jongen en een meisje, die met elkaar „gingen", zoals er duizenden op de wereld waren. Maar zij vonden het volmaakt. Zoiets als nog nooit gebeurd was. Toen klonk de lage stem van Liesel: „'t Is tijd hoor! Denk aan Fraulein Dr. Blass". Klara maakte zich los uit zijn arr men, gaf hem nog een zoen en zei: „Ik ben zo gelukkig". Toen ze bij Liesel kwam, riepen bei de meisjes: „Dag Rudolf! Tot ziens!" En daar stond hij. 't Duurde even voor de wereld om hem heen terug kwam. Hoofd en hart waren te klein om het wonder te be vatten. Klara! Ik ben zo gelukkig! Zijn ogen staarden wijd open de duis ternis in. Langzaam ging hij in de richting van de brug. Het was of hij anders was. Hij kon niet meer dezelfde jongen zijn, het arme schoenmakers- joch of de muziekstudent. Maar hij was en bleef het voorlo pig wel. Trappen lager op de maat schappelijke ladder dan het kind in haar rijke kleren, op een deftige school, dat morgen door Peterchen met de koets gehaald werd en niet eens met hem uit de kerk naar huis mocht wan delen. Nu deerde hem dat niet. Nu was het of er een macht gekomen was, waar tegen geen andere bestand was: de liefde. Hij had geen toekomstgedach- ten nodig. Nu was het onmetelijk groot. Later? Och wat, later! Hij speelde die avond in het orkest met zoveel vuur, dat Herr Kantor een paar maal dreigend zijn vinger hief. „Met minder vuur, Rudolf. Foca a poco!" De volgende week hadden ze weer een vluchtige ontmoeting op dezelfde plaats. Ze hadden elkaar veel te ver tellen. Dat ze ieder ogenblik aan el kaar dachten en dat ze hoopten dat het eens volkomen goed zou zijn. Net zoals bij Lotte en Heinz. Maar wat zat voor hen daartussen een hoge berg! Rudolf zei: als ik kimstschilder was, dan zou ik een portret van je kunnen schüderen, zonder dat je bij me was. Zo goed zie ik ieder ogenblik je gezicht. „Ik heb een briefje geschreven. Hier! Ze gaf hem een keurig gevouwen blaadje. Het is maar heel gewoon, hoor". Voorzichtig bergde Rudolf het in zijn tas, tussen de muziekboeken. Hier kon hij het niet lezen. Ze wisselden nog enkele van die blije woorden, zoals jonge geliefden dat doen. Vóór Liesel waarschuwde, vroeg Ru- dolf: „Kom je naar het kerkconcert? Dan zul je me zien zitten bij de eerste violen. Ja?" „Maar natuurlijk. Dolf je! Kom hier, dan krijg je nog een zoen". Na de zoen: „Je weet toch wel, dat wij altijd alle vier naar de concerten gaan. Vader dweept met de muziek. Dat zou je zo niet zeggen, als je hem hoort brom men. Maar we slaan nooit over. Er is eigenlijk niets voornamers voor hem en voor al onze rijke kennissen, dan de echte, klassieke muziek. Daarover zit ten ze soms hele avonden te praten. Zeg Dolf je

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 5