EIIAI1DEI1 - niEUWS Overdenking GARAGE KNÖPS „Herr Kantor" 15% korting X A. Vroegindeweij X De heer P. C. Vervloed platseling overleden Uw huis verkopen? TAIVIBOER Uitslag Verloting uit de Heilige Schrift Uw huis verkopen? TAMBOER 2e blad Vrijdag 23 juni 1978 No. 47011 HET KVENSTER blik op ker en sanienlevln9 ir tV is: ir ir X GERO alt^d voor iedereen X op aUe komplete cassettes X Westdqk 46 - Middelharnis t Dierenbescherming BOEKBESPREKING Het jaar 1903 Vauxhall maakt z'n eerste auto. 1978 Vauxhall viert 75jaar Vauxhall en trakteert op de Chevette Celebration. Een speciale Super-Chevette met een heleboel extra's, maar toch voor de standaard prijs (f 12.337,- incl. BTW*) van de Chevette 2 dr. L. Bovendien is er de Celebration Plus. Dezelfde riante auto, maar als extra-extra uitgevoerd met gedistingeerde licht-metalen velgen, waardoor het totale ,Jubileumpakket'' van de /'^ff^MuiMm.^^''^ bijna f1400,- is, terwijl u maar f350,- hoeft bij te betalen. Zien? Kom meteen kijken dan. Het aantal van deze prachtige Jubileum-wagens is beperkt. Uw Vauxhall/GM Ranger/Bedford dealer: Langeweg 113, Tel. 01870-20 43/22 22, Middelharnis. Financiering mogelijk via het GM ACN-plan. VERVOLGVEBHAAU Christen en socialist Politieke theologie Wees gewaarschuwd Enige tijd geleden ontstond er bin nen de GerefKerken een discussie over de vraag of een predikant lid kon zijn van de Partij van de Arbeid. Het was naar aanleiding van een beroepings kwestie in Dordrecht, waar een be geerd predikant tóch niet beroepen werd omdat de meerderheid van de kerkeraad hem wegens het lidmaat schap van genoemde partij niet accep tabel achtte. We hebben aan deze zaak destijds in dit hoekje aandacht besteed. De zaak zelf behoort alweer tot het verleden, want we leven snel en er zijn sindsdien weer zoveel andere dingen die de aandacht vragen. Maar de kwes tie als zodanig is uiteraard nog volop aktueel: heeft ons geloof, onze levens beschouwing politieke consequenties? Of concreet gezegd: kan iemand zich christen noemen, predikant zijn binnen een Reformatorische kerk, en tevens lid zijn van de Partij van de Arbeid? In het bekende blad van Ds. H. J. Hegger, „In de Rechte Straat" van juni 1978 antwoordde Drs. J. A. E. Vermaat met een ondubbelzinnig „nee". Hij schrijft onder andere: „Een partij die niets begrijpt van de bijbelse gerechtigheid, die die ge rechtigheid heeft nagebootst, door een socialistische gerechtigheids idee, die de abortus en de vrije zeden pro pageert, is een partij van de revolu tie, waartegen nu juist Groen van Prinsterer in de negentiende eeuw gestreden heeft. Wie zulk een partij toebehoort is doorgebroken naar de valse profetie, dat is: het imitatie- denken En even verder: Nog afgezien van de vraag of een christen wel mag doorbreken naar niet-christelijke partijen, die niet- christelijke beginselen aanhangen, dient te worden gesteld dat het lid maatschap van de P.v.d.A. de zaak van het Rijk Gods niet dient, maar schaadt, omdat de nieuwe PvdA re volutionair is en steeds revolutio nairder, dat is: ideologischer wordt. Men loopt met CPN en PSP te hoop tegen de neutronenbom en wie is niet tegen dit moordwapen?! maar een massademonstratie ter nagedach tenis van de miljoenen die in Cam bodja en Vietnam reeds gedood zyn is er in die kring nog nooit geweest. Met de linkerarm roept men op te gen een wapen dat dood en verderf zal zaaien als het ooit wordt ingezet, met de rechterarm ondersteunt men de beulshand die het ongeboren kind van het leven berooft. Over commu nistische infiltratie gesproken!" Drs. Vermaat toont dan aan dat een politieke theologie onherroepeUjk leidt tot een ideologie die hoogst-onverdraag- zaam is. De voorbeelden zijn ervan, in Rusland en in China. Eerst moet de kerk spreekbuis worden van de staat, later wordt de kerk door de staat de mond gesnoerd. In Nederland zo stelt hij dreigt eenzelfde tendens: „Nu roept men: een predikant mag lid zijn van de PvdA. Wie dat belet tast de vrijheid van de dienst des Woords aan! Morgen roept men: predikanten mogen lid van de PSP of de CPN zijn. Overmorgen is de kreet: Wie niet lid is van een linkse club kan beter ophouden theologie te bedrijven. En tenslotte wordt de leus: het oordeel over allen die nog niet politiek gekozen hebben". Wanneer Drs. Vermaat geUjk heeft en hij hééft gelijk! dan is het een zorgwekkende ontwikkeling. De kerk en de kerken worden van binnenuit onder mijnd. Dat is nu juist de taktiek van het marxisme: predikanten, leraren, onderwijzers, kortom, alle leidinggeven de personen „omturnen". Maar in de kerken wordt dat niet of slechts ten de le gezien. Men brengt er begrip voor op, men tracht goed te praten. Je moet -vooral genuanceerd denken. De tijd van Kuyper, de tijd van Groen is voorbij. Toen wist men precies wat er kon en wat er niet kon. Tegenwoordig weten we dat niet zo goed meer. En zo krijgt het socialisme, het communisme z'n kans. We kunnen niet zeggen dat we niet gewaarschuwd zijn. Maar degenen die er hun stem tegen verheffen zijn he laas als roependen in de woestijn WAARNEMER. OOLTGENSPLAAT Op de vroege morgen van zondag 18 juni j.l. overleed vrijwel plotseling in zijn woning Slikdijk 24, de heer Petrus Comelis Vervloed. Hij bereikte de leef tijd van slechts 39 jaar. Voor de dorpsgemeenschap heeft de overledene zich in enkele verenigingen en organisaties verdienstelijk gemaakt. Speciaal het werk van het Rode Kruis had zijn volle inzet. Hlen groot deel van de jaarlijkse campagne (veelal buiten het dorp) nam hij voor zijn rekening. Als Rode-Kruis Kolonnelid nam hij actief aan de oefeningen deel. Enkele weken geleden slaagde hij voor Helper 2e klasse. Ook was de heer Vervloed lid van de Vereniging E.H.B.O.; hij had zitting in de Stichting voor Sociaal en Cultureel werk „Oostflakkee", afdeling Ooltgensplaat Jeugdwerk i.o. en maakte een tijdlang deel uit van de Oudercom- missie van de Openbare Kleuterschool. Van de Vereniging voor Openbaar On derwijs ter plaatse was de heer Ver vloed bestuurslid. Zijn persoon zal als een hulpvaardig mens bij al deze in stellingen blijven voortleven. Nooit werd een tevergeefs beroep op hem gedaan. De heer Vervloed die zijn vrouw en nog drie jeugdige kinderen nalaat, is woensdag 21 juni op de Algemene Be graafplaats te Ooltgensplaat ter aarde besteld. Uitslag verloting van de Schietver eniging M.S.V. „Flakkee" van juni 1978. Nrs. 2124, 2052, 1527, 2083, 2453, 2500, 2221, 1502, 1229, 2154, 1298, 1484, 1767, 1627, 1416, 2194, 1952, 2322, 2343, 1741, 1299, 1510, 1058, 1425, 1692, 1008, 2184, 2364, 1897, 2236, 1444, 1964, 1433, 1426, 2192, 1249, 1168, 1366, 1784, 1559, 1101, 1407, 2062, 2036, 1501, 1311, 2141. De prijzen kunnen worden afgehaald bij: A. Klepper, Duivenwaardsedijk 7 te Nieuwe Tonge. HOND ZOEK. Wie heeft Waldo ge zien? Bastaard coUie, vrij klein, draagt halsband met penning en naamkokertje. Fam. Koote, Enkele Ring 13, Sommels- dijk, tel. 4772. GOED TEHUIS GEZOCHT. Wegens emigratie goed tehuis gezocht voor 3 jaar oude lapjespoes, A. R. Trim, Oude- landsedijk 14, Sommelsdijk, tel. 2956. SIGNS UITBREIDING En van Sion zal gezegd worden; Die en die is daarin geboren, en de Allerhoogste Zelf zal hen be vestigen. Psalm 87 5. I Sion is de naam van Gods kinderen. Zij worden in het uur der wedergeboor te van God gevonden. Hoe vindt God dan Zijn Sion? God vindt een mens beroofd van Zijn beeld, gescheiden van Zijn Geest, dood in de zonde en de misdaden, blind in het verstand, onbekwaam om de Goddelijke waarheden te zien en daarover recht te oordelen. Wat voor een vermeend licht hij ook denkt te hebben, hoe beschou wend een mens kan oordelen over God, Zijn Woord en Zijn volk, de rechte ken nis bezit hij van nature niet. De rechte kennis van God en van zichzelf is deze waar God op het hoogst verheerUjkt en de zondaar op het diepst vernederd wordt. Het geeft een harteUjk leedwe zen over de zonde, de walging van zich zelf, ja, dat hij verkeerd, verdraaid is. onbekwaam tot enig goed, en geneigd tot alle kwaad, het werkt een levend gemis en een levende vraag: hoe kom ik ooit tot God bekeerd? De wedergeboorte is een daad van een drieënig God, aan de Vader toegeschre ven: Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons we dergeboren heeft tot een levende hoop. Doch ook aan Christus toegekend: Hij heeft Zijn gemeente gereinigd met het bad des waters door het woord. Zo ook aan de HeiUge Geest: Hetgeen uit de Geest geboren is, dat is Geest. Kan een natuurlijke dode zichzelf le vend maken? Kan een geestelijke dode zichzelf het geestelijk leven geven? Kom, het is God Die het leven in hen uitstort. En ik zal u een nieuw hart ge ven en een nieuwe geest in het binnen ste van u. Hierin werkt de zondaar niet mee. God vindt de mens onder de doods- heerschappij. Hoe onze levensopenba ring dan ook zij. Wij zijn wedergeboren of niet wedergeboren, levend of dood. Van tweeën één. De wedergeboorte komt in zijn le vensvruchten openbaar. De vruchten van waarachtige bekering. De ware boetvaardigheid, het ware berouw, het treuren over de zonde, dat schreeuwen naar God: Gelijk een hert gejaagd, o Heere, frisse wateren begeert. Hun on geluk, dat zij niet verklaren kunnen, een heimwee in de ziel naar God, de oefe ning van de breuk door de zonde gesla gen. Zie, ze gaan rusteloos over de we reld. De zonde wordt met hete tranen beweend. En toch dat vastkleven aan God. Ja, zij rullen komen met geween en met smekingen zal ik ze voeren. Een natuurUjke geboorte gaat niet zonder angst, pijn en smart. Waar we dergeboorte is, is ook angst, pijn en smart. Hoor de pinksterlingen: Wat zul len wij doen, mannen broeders? Zie Psalm 38: Mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd, ik ben bekommerd vanwege mijn zonden. Waar geboorte is, is leven. Hij leeft Gode, zijn wil is gebogen, zijn verstand is verlicht, de hartstochten worden ge regeld. Waar leven is, is begeerte naar voed sel. Zijt zeer begeerlijk naar de redehjke en onvervalste melk, opdat gij door de zelfde mag opwassen. Waar leven is, is begeerte naar gemeenschap. Het hun kert naar God. Die zij door de zonde vertoornd hebben. Die zij missen moeten en niet kunnen missen. Hun ziel kleeft God achterna bij dagen en nachten. De wet vloekt, de consciëntie verklaagt, de satan briest. En... God is rechtvaardig. Zie dan dat ootmoedige bukken, als zij bij aanvang onder Gods recht leren bukken. God recht en gerechtigheid gaan toeschrij ven, instemmen wat de dichter zingt: Ik schatte mij geheel verloren. Ja, de wet drijft ze VOort als een aangedreven zee en eist: betaal wat gij schuldig zijt. En hoe zal dat kunnen? Alles van hun zijde te kort en te smal. Hun dodelijke on macht moeten ze inleven. Dat hoe? Zij weten het niet. Geen heil bij God, ge schud, verbrijzeld, verloren. En dan dat wonder, als wordt bewaarheid: Op deze zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest, en die voor Mijn Woord beeft. Als het de Heere behaagt om hun te gaan ontsluiten, waar het kan van Godswege. O, alle gij dorstigen, komt tot de wa teren, ja, komt herwaarts tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Zie, daarspringt de ziel op van vreugde, als zij een weg ontsloten zien, dat zij nog kunnen zalig worden. En hoewel dat geboortewerk en zijn vrucht bestreden worden, hoe verdacht, zij zul len niet omkomen. Want, de Heere zal haar bevestigen. Hier is het onderscheid. Het bevesti gen Gods. Dat kent de naamchristen niet Hoogstens een bijna bewogen worden. De ware bekommering kennen zij niet, zij gaan gerust heen, en gronden hun zaligheid op allerlei dingen buiten Chris tus. Ook zijn zij vreemd van de strijd, waar Gods volk mee worstelt. Of hun werk wel in der waarheid is, of zij met God, of God met hen begonnen is. Dat staan naar verzekering of de Heere toch Zijn eigen werk wil bevestigen. Neen, dat kent de naam-Christen niet. De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Hij kan ze ook niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden. Het ware Sion wordt van God geleerd en bevestigd en geeft de rechte ontdek kende prediking. Waar het nabij ko mende leven vijand van is, daarvan is het ware leven vriend. Dirksland. Ds. P. Blok. „Vgftig brieven van Mientje Vry- dag te Rijssen", geschreven aan haar zielsvriendin Aaltje Smelt te Vriezenveen. Uitgave Boekhandel P. Stuut, Sparrenlaan 17 te Rijssen, Telefoon 05480 - 2094. We hebben onlangs een boekje van dezelfde uitgever besproken over het leven en sterven van Mientje Vrijdag (Wed. J. ter Haar) te Rijssen, samen gesteld door de heer Bart Roest. Dit boekjeheeft grote aftrek gevonden. Thans is er weer een boekje van haar verschenen met vijftig brieven, die zij aan haar zielsvriendin Aaltje Smelt heeft geschreven. In deze corresponden tie die loopt van 1930 tot kort voor haar dood in 1943, worden de ups en downs het op-en-neer in het genadele ven uitgewisseld. Er worden échte har- tezaken in besproken, geen bepraten, maar beleven! Zij weet in deze brieven bijna geen woorden te vinden om haar gezegende en beminnelijke Bloedbruide- mmmmmimifmmmmmBmmmimmmKmmmmm gom aan te prijzen, ondanks alle tegen- heden, zwakheden in het lichaam, die ze in haar leven heeft gekend. Die druk zorgde er voor, dat ze geen voornaam mens werd, maar bracht haar steeds in de diepte en de laagte: „Op deze zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft". Menige brief is geschreven in de be zettingstijd; wat hadden die mensen in hun bidvertrek ook veel m.et land en volk te doen en wat gaf de Heere dik wijls wonderlijke uitkomsten. Bij het lezen van deze brieven vroegen wij ons af, waar vindt of hoort men het nog? Hoe is het fijne goud verdonkerd! We bevelen de lezing van deze brie ven van harte aan. Indien uw boekhan delaar het niet heeft, kunt u het recht streeks bestellen bij de uitgever. De prijs is thans nog 9,90; né 15 juli wordt dit 11,50 per exemplaar. „Op saffieren gegrondvest". Bundel met twaalf predikaties, door ds. J. M. Kleppe. Den Hertog's Uitgeverij, Postbus 2421 te Utrecht. Van de hand van ds. J. M. Kleppe, sedert 1971 predikant der Geref. Ge meente Woerden zijn onder bovenstaan de titel een 12-tal predikaties (vrije stoffen) verschenen. Wij vonden daarin twee voorberei dingspredikaties voor het H. Avond maal; een over Ps. 130 3 en 4, met als thema „Een lied uit de diepte" en de tweede over Markus 1 40 t.m. 45, waar gehandeld wordt over de won dere genezing van een melaatse. De volgende predikatie heeft het thema: „Sions heerlijkheid"; over Jesaja 54 en 12, naar welke tekst „Ik zal u op saf fieren grondvesten", de titel van deze bundel is gekozen. Verder een preek over Hoséa 11 4: „De liefdebetrekkingen des Heeren"; een Adventspredikatie over Matth. 1 1: „Het geslachtboek van de Heere Je zus Christus"; vervolgens een drietal predikaties over de verzoekingen van de Heere Jezus in de woestijn uit Matth. 4 1 tot 11; een Kerstpreek over Lucas 2 14, over „Het hemelse lied in de vel den Efratha"; een lijdenspredikatie uit Johannes 19 23 en 24 over de verde ling van Jezus' klederen; een verhande- Ung over „de Petrusweg", uit Joh. 21 18 en 19 en tenslotte een predikatie over „De grote voorbidder in de hemel", genomen uit Hebr. 7 25. Het zijn Schriftuurlijk-bevindelijke predikaties, die we zeer ter lezing kun nen aanbevelen. Ze zijn ook geschikt om in vakante gemeenten te worden voorgelezen. Mooi uitgevoerd, fraai gebonden in prachtbandje, met goudtitel op rug en plat. En niet duur: 12 preken voor 22,50, is nog geen twee gulden per preek! D. Th. d. W, Zwart vinyl di' Celebration naamaanduiding. Hoofdsteunen Strips (met rubber inleg). Verchroomd uitlaatsierstuk. Rubber Bumperrozetten voor. Rubber bumperrozetten achter. Lichtmetalen velgen (Celebration plus). Ex. General Motors Condnental - Rotterdam. iWj trakteren u op de hevede Cekbratiaii, door Barend de Graaff Uitgevery B.V. „De Banier" - Utrecht 24 Manuel bonkte op de gesloten luiken van het huis. Er werd al gauw open ge daan en Manuel stond even te fluisteren met de houthakker. „In orde man zei die. Ik zal Heinz roepen en we gaan mee!" Het kon eigenlijk niet vreemder. Want na enkele minuten liepen Heinz en Ru- dolf, die feUe vijanden, achter de beide mannen aan in de richting van de Teu- felskluft. Eerst zeiden ze geen woord tegen el kaar, maar toen Heinz vroeg wat er nu precies aan de hand was, vertelde Ru- dolf waar ze zo bang voor waren. Pas nu besefte hij ten volle, dat Manuel ook vreesde dat vader in de Teufedskluft ge vallen was. Dat zou verschrikkelijk zijn! Ze sloegen links af, verheten de post weg en begonnen het pad langs het ra vijn te bestijgen. Voorop Uep Manuel, daar achter houthakker Ziegler, dan Rudolf en ten laatste de stevige Heinz, die behalve een grote streng touw ook een houweel droeg. De maan was al een eind gedaald, maar toch lag de woeste bergstreek nog in helder nachtlicht. Ze passeerden het stenen kruis. Rudolf neep zijn ogen dicht en ©en rDling doorvoer hem. Daar pas werd het pad gevaarlijk steil. Ook hadden ze al gemerkt, dat het erg glad was. NatuurUjk, het had gisteren op de dag even gedooid en nu was het op sommige plaatsen zo glad als een spie gel. „Hier", riep Manuel, bleef staan en reikte Ziegler een stuk touw aan. Zonder dat hij verder iets behoefde te verkla ren, begrepen ze zijn bedoeling en toen ze even later verder gingen, waren ze saamverbonden door het sterke touw. Nu kon er niet één uitglijden en in de diepte verdwijnen. Het was geen won der, dat de mensen van oudsher dit woeste oord de Teufelskluft gedoopt hadden. Grülig rezen de rotsen omhoog en het ravijn zelf leek een zwarte af grond, waar geen bodem te zien was. Manuel bleef staan, daar waar het pad smal was naast de loodrecht omhoog rijzende bergwand. Hij haalde diep adem en riep: „Schneider! Wilhelm Schneider! Wij zijn hier! Waar ben je! Schneider! Wilhelm Schneider!" Het echode tussen de bergen door. Rudolf kon niet verwerken wat er in hem om ging. Stel je voor! Stel je voor! Angstig blikte hij in de afgrond. Een snik kwam tussen zijn saamgeknepen Uppen en tranen rolden over zijn wang. Toen ge beurde iets, dat hij nooit meer vergeten zou. Heinz, zij vijand, sloeg beschut tend zijn arm om. hem heen. „Stil maar, Rudolf! 't Valt misschien wel mee". Manuel riep nog een paar keer, maar geen antwoord uit de afgrond. Ze liepen verder en juist voorbij de bergmuur herhaalde Manuel zijn roep. Zijn stem weergalmde en echode weer tegen de bergwanden. Telkens wachtte hij even en dan spitsten alle vier hun oren. Maar niets! Nog een eind verder en ineens bleef Manuel staan, wenkte met zijn hand en ja, waarUjk! Zwak, bijna onhoorbaar klonk van beneden een geluid. Geen woord was te verstaan. Maar ongetwij feld, het was het klagelijk geroep van een mens. Manuel riep: „Stil maar, Schneider! We komen, stil maar!" Rudolf kon niet meer denken. Het balde samen in zijn hoofd. Schrik, blijdschap, angst, alles dooreen; Ergens aan, hij kon niet zeggen waaraan, her kende hij in het geroep beneden, vaders stem. Dus... dus... Maar hoe zou hij daar liggen, hoe „Jij! Manuel tikte Heinz op zijn schouder. Jij Je bent een flinke vent. Je bent in de bergen thuis. Kom!" Manuel en Heinz' vader bonden een touw onder Heinz z'n schouders. Nog een touw om zijn middel. Ziegler gaf zijn zoon de lantaarn. Samen met Ma nuel liet hij hem in het ravijn afdalen. Dtis niet Manuel zelf, zoals toen bij de ree. Maar daar was het niet zo diep en beter konden twee sterke mannen een jongen laten afdalen, dan een man. Rudolf begreep dat wel. En Heinz was in de bergen thuis, al was hij dan ook nog zo'n rakker. Langzaam daalde de jongen. Zolang hij nog in het maanlicht was konden ze hem volgen, maar een maal in het zwarte donker van de kloof, zagen de drie op het pad alleen maar meer het licht van de lantaarn, die slechts zo nu en dan en ook nog zeer wazig de jongen zelf bescheen. Van de schoenmaker was niets meer te horen. Manuel trok telkens Rudolf terug van de ravijnwand. „Pas toch op, jong!" Ze luisterden in spanning. Voor Ru dolf was die ondrageUjk. Eindelijk! Och, in feite maar een paar minuten nadat Heinz was afgedaald, klonk zijn stem: „Ik ben er! Ik heb hem gevonden! Hij is gewond Er is bloed aan zijn kleren!" „Is hij bij kennis?" riep Manuel naar beneden. Heinz dacht van niet. Nu niet meer. Daarnet toch nog wel. Slap en bewegingloos lag de schoen maker op een niet eens zo groot plat tussen de struiken. Die hadden zijn val gebroken. „We hebben te weinig mannen zei Manuel Het is te gevaarlijk, dat wij samen in het donker afdalen. Dat houdt de jongen nooit, als er wat opdoet, en alleen kunnen ook wij niets beginnen met een bewusteloze man". Hij dacht even diep na. Ziegler zei: „Onze kleren naar beneden. Heinz moet hem in onze jassen rollen. Dan deze jongen naar het dorp". „Dat is het beste", oordeelde Manuel en hy riep omlaag naar Heinz: „Klauter maar omhoog, jong, dan krijg je jassen om hem te beschutten". De koene, bekwame Heinz klom om hoog. Zijn vader en Manuel trokken het touw telkens wat op en alle drie trok ken ze hun jassen uit. Die werden weer samen gebonden en aan het touw vast geknoopt. Heinz' vader zei: „Je blijft bij de schoenmaker. Hier deze jongen gaat naar het dorp". Maar nee daar was Ma nuel het niet mee eens. „Jij bUjft hier en ik ga met Rudolf naar het dorp. Ik laat die jongen niet alleen gaan. 't Is Heinz van jou niet". Manuel wachtte tot Heinz, weer bij de verongelukte schoenmaker aangeko men naar boven riep, dat alles in orde was. Toen ging hij met RudoU het steile pad af. Ze rilden van de kou, maar daar voelde Rudolf weinig van. Het was wel heel erg met vader gesteld, maar hij leefde toch en als de mannen van het dorp meehielpen, dan kregen ze hem er wel uit. Het was een hele consternatie in het dorp. De zon was nog niet helemaal verrezen en alleen de top van de hoge Sonnenkoppe, ver boven het huis van Manuel, werd nog maar flauw verlicht. Maar als een lopend vuurtje ging het van huis tot huis, dat de schoenmaker verongelukt was en dat de hele red dingsploeg in touw moest komen. Ja, letterhjk in het touw. Burgemeester Böhm nam de leiding van de reddingsploeg. Niet dat hij zelf mee ging de bergen in, dat zou niet gaan. Maar liij liet de mensen oproepen en ontving hen in zijn café. Ieder kreeg een flinke hartverster- king tegen de snijdende kou en met touwen en haken gewapend en ook met een soort brancard, die aan vier touwen omlaag gelaten kon worden, trokken zij er op uit. Rudolf mocht niet mee. De burge meester zei: „Jij kunt niet helpen. Je moeder heeft je nodig. Die is helemaal van streek, en je zuster niet minder. Naar huis jij!" Hij gaf Rudolf een fles wijn. „Opwarmen en laten de vrouwen maar flink drinken. Daar bekomen ze van. En jijJe rilt als een juffershondje. Vooruit naar huis, jong!" Het was alle maal zo goed gemeend, maar de burge meester had nu eenmaal een echte snauwstem. Rudolf vond thuis zijn moeder en Lotte met opgedroogde tranen. Hun ogen stonden vreemd in hun hoofd. De oog leden rood gezwollen. Het was koud in de kamer. Rudolf zette de fles op tafel, maar niemand stak er een hand naar uit.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 5