EIIAI1DEI1 - niEUWS
Overdenking
GARAGE KNÖPS
„Herr Kantor"
15% korting
X A. Vroegindeweij X
De heer P. C. Vervloed
platseling overleden
Uw huis verkopen?
TAIVIBOER
Uitslag Verloting
uit de
Heilige Schrift
Uw huis verkopen?
TAMBOER
2e blad
Vrijdag 23 juni 1978
No. 47011
HET
KVENSTER
blik op ker
en sanienlevln9
ir
tV is:
ir ir
X GERO
alt^d voor iedereen
X op aUe komplete cassettes
X Westdqk 46 - Middelharnis t
Dierenbescherming
BOEKBESPREKING
Het jaar 1903 Vauxhall maakt z'n
eerste auto.
1978 Vauxhall viert 75jaar
Vauxhall en trakteert op de Chevette
Celebration. Een speciale
Super-Chevette met een heleboel
extra's, maar toch voor de standaard
prijs (f 12.337,- incl. BTW*) van de
Chevette 2 dr. L.
Bovendien is er de Celebration
Plus. Dezelfde riante auto, maar als
extra-extra uitgevoerd met
gedistingeerde licht-metalen velgen,
waardoor het totale ,Jubileumpakket''
van de /'^ff^MuiMm.^^''^
bijna f1400,- is, terwijl u maar f350,-
hoeft bij te betalen.
Zien? Kom meteen kijken dan.
Het aantal van deze prachtige
Jubileum-wagens is beperkt.
Uw Vauxhall/GM Ranger/Bedford dealer:
Langeweg 113, Tel. 01870-20 43/22 22, Middelharnis.
Financiering mogelijk via het GM ACN-plan.
VERVOLGVEBHAAU
Christen en socialist
Politieke theologie
Wees gewaarschuwd
Enige tijd geleden ontstond er bin
nen de GerefKerken een discussie over
de vraag of een predikant lid kon zijn
van de Partij van de Arbeid. Het was
naar aanleiding van een beroepings
kwestie in Dordrecht, waar een be
geerd predikant tóch niet beroepen
werd omdat de meerderheid van de
kerkeraad hem wegens het lidmaat
schap van genoemde partij niet accep
tabel achtte. We hebben aan deze zaak
destijds in dit hoekje aandacht besteed.
De zaak zelf behoort alweer tot het
verleden, want we leven snel en er zijn
sindsdien weer zoveel andere dingen
die de aandacht vragen. Maar de kwes
tie als zodanig is uiteraard nog volop
aktueel: heeft ons geloof, onze levens
beschouwing politieke consequenties?
Of concreet gezegd: kan iemand zich
christen noemen, predikant zijn binnen
een Reformatorische kerk, en tevens lid
zijn van de Partij van de Arbeid?
In het bekende blad van Ds. H. J.
Hegger, „In de Rechte Straat" van juni
1978 antwoordde Drs. J. A. E. Vermaat
met een ondubbelzinnig „nee". Hij
schrijft onder andere:
„Een partij die niets begrijpt van de
bijbelse gerechtigheid, die die ge
rechtigheid heeft nagebootst, door
een socialistische gerechtigheids idee,
die de abortus en de vrije zeden pro
pageert, is een partij van de revolu
tie, waartegen nu juist Groen van
Prinsterer in de negentiende eeuw
gestreden heeft. Wie zulk een partij
toebehoort is doorgebroken naar de
valse profetie, dat is: het imitatie-
denken
En even verder:
Nog afgezien van de vraag of een
christen wel mag doorbreken naar
niet-christelijke partijen, die niet-
christelijke beginselen aanhangen,
dient te worden gesteld dat het lid
maatschap van de P.v.d.A. de zaak
van het Rijk Gods niet dient, maar
schaadt, omdat de nieuwe PvdA re
volutionair is en steeds revolutio
nairder, dat is: ideologischer wordt.
Men loopt met CPN en PSP te hoop
tegen de neutronenbom en wie is
niet tegen dit moordwapen?! maar
een massademonstratie ter nagedach
tenis van de miljoenen die in Cam
bodja en Vietnam reeds gedood zyn
is er in die kring nog nooit geweest.
Met de linkerarm roept men op te
gen een wapen dat dood en verderf
zal zaaien als het ooit wordt ingezet,
met de rechterarm ondersteunt men
de beulshand die het ongeboren kind
van het leven berooft. Over commu
nistische infiltratie gesproken!"
Drs. Vermaat toont dan aan dat een
politieke theologie onherroepeUjk leidt
tot een ideologie die hoogst-onverdraag-
zaam is. De voorbeelden zijn ervan, in
Rusland en in China. Eerst moet de kerk
spreekbuis worden van de staat, later
wordt de kerk door de staat de mond
gesnoerd.
In Nederland zo stelt hij dreigt
eenzelfde tendens:
„Nu roept men: een predikant mag
lid zijn van de PvdA. Wie dat belet
tast de vrijheid van de dienst des
Woords aan! Morgen roept men:
predikanten mogen lid van de PSP
of de CPN zijn. Overmorgen is de
kreet: Wie niet lid is van een linkse
club kan beter ophouden theologie
te bedrijven. En tenslotte wordt de
leus: het oordeel over allen die nog
niet politiek gekozen hebben".
Wanneer Drs. Vermaat geUjk heeft
en hij hééft gelijk! dan is het een
zorgwekkende ontwikkeling. De kerk en
de kerken worden van binnenuit onder
mijnd. Dat is nu juist de taktiek van
het marxisme: predikanten, leraren,
onderwijzers, kortom, alle leidinggeven
de personen „omturnen". Maar in de
kerken wordt dat niet of slechts ten de
le gezien. Men brengt er begrip voor op,
men tracht goed te praten. Je moet
-vooral genuanceerd denken. De tijd van
Kuyper, de tijd van Groen is voorbij.
Toen wist men precies wat er kon en
wat er niet kon. Tegenwoordig weten
we dat niet zo goed meer. En zo krijgt
het socialisme, het communisme z'n
kans.
We kunnen niet zeggen dat we niet
gewaarschuwd zijn. Maar degenen die
er hun stem tegen verheffen zijn he
laas als roependen in de woestijn
WAARNEMER.
OOLTGENSPLAAT
Op de vroege morgen van zondag 18
juni j.l. overleed vrijwel plotseling in
zijn woning Slikdijk 24, de heer Petrus
Comelis Vervloed. Hij bereikte de leef
tijd van slechts 39 jaar.
Voor de dorpsgemeenschap heeft de
overledene zich in enkele verenigingen
en organisaties verdienstelijk gemaakt.
Speciaal het werk van het Rode Kruis
had zijn volle inzet. Hlen groot deel van
de jaarlijkse campagne (veelal buiten
het dorp) nam hij voor zijn rekening.
Als Rode-Kruis Kolonnelid nam hij
actief aan de oefeningen deel. Enkele
weken geleden slaagde hij voor Helper
2e klasse. Ook was de heer Vervloed
lid van de Vereniging E.H.B.O.; hij had
zitting in de Stichting voor Sociaal en
Cultureel werk „Oostflakkee", afdeling
Ooltgensplaat Jeugdwerk i.o. en maakte
een tijdlang deel uit van de Oudercom-
missie van de Openbare Kleuterschool.
Van de Vereniging voor Openbaar On
derwijs ter plaatse was de heer Ver
vloed bestuurslid. Zijn persoon zal als
een hulpvaardig mens bij al deze in
stellingen blijven voortleven. Nooit werd
een tevergeefs beroep op hem gedaan.
De heer Vervloed die zijn vrouw en
nog drie jeugdige kinderen nalaat, is
woensdag 21 juni op de Algemene Be
graafplaats te Ooltgensplaat ter aarde
besteld.
Uitslag verloting van de Schietver
eniging M.S.V. „Flakkee" van juni 1978.
Nrs. 2124, 2052, 1527, 2083, 2453, 2500,
2221, 1502, 1229, 2154, 1298, 1484, 1767,
1627, 1416, 2194, 1952, 2322, 2343, 1741,
1299, 1510, 1058, 1425, 1692, 1008, 2184,
2364, 1897, 2236, 1444, 1964, 1433, 1426,
2192, 1249, 1168, 1366, 1784, 1559, 1101,
1407, 2062, 2036, 1501, 1311, 2141.
De prijzen kunnen worden afgehaald
bij: A. Klepper, Duivenwaardsedijk 7 te
Nieuwe Tonge.
HOND ZOEK. Wie heeft Waldo ge
zien? Bastaard coUie, vrij klein, draagt
halsband met penning en naamkokertje.
Fam. Koote, Enkele Ring 13, Sommels-
dijk, tel. 4772.
GOED TEHUIS GEZOCHT. Wegens
emigratie goed tehuis gezocht voor 3
jaar oude lapjespoes, A. R. Trim, Oude-
landsedijk 14, Sommelsdijk, tel. 2956.
SIGNS UITBREIDING
En van Sion zal gezegd worden;
Die en die is daarin geboren, en
de Allerhoogste Zelf zal hen be
vestigen. Psalm 87 5.
I
Sion is de naam van Gods kinderen.
Zij worden in het uur der wedergeboor
te van God gevonden. Hoe vindt God
dan Zijn Sion?
God vindt een mens beroofd van Zijn
beeld, gescheiden van Zijn Geest, dood
in de zonde en de misdaden, blind in het
verstand, onbekwaam om de Goddelijke
waarheden te zien en daarover recht te
oordelen. Wat voor een vermeend licht
hij ook denkt te hebben, hoe beschou
wend een mens kan oordelen over God,
Zijn Woord en Zijn volk, de rechte ken
nis bezit hij van nature niet. De rechte
kennis van God en van zichzelf is deze
waar God op het hoogst verheerUjkt en
de zondaar op het diepst vernederd
wordt. Het geeft een harteUjk leedwe
zen over de zonde, de walging van zich
zelf, ja, dat hij verkeerd, verdraaid is.
onbekwaam tot enig goed, en geneigd
tot alle kwaad, het werkt een levend
gemis en een levende vraag: hoe kom ik
ooit tot God bekeerd?
De wedergeboorte is een daad van een
drieënig God, aan de Vader toegeschre
ven: Geloofd zij de God en Vader van
onze Heere Jezus Christus, Die ons we
dergeboren heeft tot een levende hoop.
Doch ook aan Christus toegekend: Hij
heeft Zijn gemeente gereinigd met het
bad des waters door het woord. Zo ook
aan de HeiUge Geest: Hetgeen uit de
Geest geboren is, dat is Geest.
Kan een natuurlijke dode zichzelf le
vend maken? Kan een geestelijke dode
zichzelf het geestelijk leven geven?
Kom, het is God Die het leven in hen
uitstort. En ik zal u een nieuw hart ge
ven en een nieuwe geest in het binnen
ste van u. Hierin werkt de zondaar niet
mee. God vindt de mens onder de doods-
heerschappij. Hoe onze levensopenba
ring dan ook zij. Wij zijn wedergeboren
of niet wedergeboren, levend of dood.
Van tweeën één.
De wedergeboorte komt in zijn le
vensvruchten openbaar. De vruchten
van waarachtige bekering. De ware
boetvaardigheid, het ware berouw, het
treuren over de zonde, dat schreeuwen
naar God: Gelijk een hert gejaagd, o
Heere, frisse wateren begeert. Hun on
geluk, dat zij niet verklaren kunnen, een
heimwee in de ziel naar God, de oefe
ning van de breuk door de zonde gesla
gen. Zie, ze gaan rusteloos over de we
reld. De zonde wordt met hete tranen
beweend. En toch dat vastkleven aan
God. Ja, zij rullen komen met geween
en met smekingen zal ik ze voeren.
Een natuurUjke geboorte gaat niet
zonder angst, pijn en smart. Waar we
dergeboorte is, is ook angst, pijn en
smart. Hoor de pinksterlingen: Wat zul
len wij doen, mannen broeders? Zie
Psalm 38: Mijn ongerechtigheden gaan
over mijn hoofd, ik ben bekommerd
vanwege mijn zonden.
Waar geboorte is, is leven. Hij leeft
Gode, zijn wil is gebogen, zijn verstand
is verlicht, de hartstochten worden ge
regeld.
Waar leven is, is begeerte naar voed
sel. Zijt zeer begeerlijk naar de redehjke
en onvervalste melk, opdat gij door de
zelfde mag opwassen. Waar leven is, is
begeerte naar gemeenschap. Het hun
kert naar God.
Die zij door de zonde vertoornd hebben.
Die zij missen moeten en niet kunnen
missen. Hun ziel kleeft God achterna bij
dagen en nachten. De wet vloekt, de
consciëntie verklaagt, de satan briest.
En... God is rechtvaardig. Zie dan dat
ootmoedige bukken, als zij bij aanvang
onder Gods recht leren bukken. God
recht en gerechtigheid gaan toeschrij
ven, instemmen wat de dichter zingt: Ik
schatte mij geheel verloren. Ja, de wet
drijft ze VOort als een aangedreven zee
en eist: betaal wat gij schuldig zijt. En
hoe zal dat kunnen? Alles van hun zijde
te kort en te smal. Hun dodelijke on
macht moeten ze inleven. Dat hoe? Zij
weten het niet. Geen heil bij God, ge
schud, verbrijzeld, verloren. En dan dat
wonder, als wordt bewaarheid: Op deze
zal Ik zien, op de arme en verslagene
van geest, en die voor Mijn Woord beeft.
Als het de Heere behaagt om hun te
gaan ontsluiten, waar het kan van
Godswege.
O, alle gij dorstigen, komt tot de wa
teren, ja, komt herwaarts tot Mij, die
vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust
geven. Zie, daarspringt de ziel op van
vreugde, als zij een weg ontsloten zien,
dat zij nog kunnen zalig worden. En
hoewel dat geboortewerk en zijn vrucht
bestreden worden, hoe verdacht, zij zul
len niet omkomen. Want, de Heere zal
haar bevestigen.
Hier is het onderscheid. Het bevesti
gen Gods. Dat kent de naamchristen niet
Hoogstens een bijna bewogen worden.
De ware bekommering kennen zij niet,
zij gaan gerust heen, en gronden hun
zaligheid op allerlei dingen buiten Chris
tus. Ook zijn zij vreemd van de strijd,
waar Gods volk mee worstelt. Of hun
werk wel in der waarheid is, of zij met
God, of God met hen begonnen is. Dat
staan naar verzekering of de Heere toch
Zijn eigen werk wil bevestigen. Neen,
dat kent de naam-Christen niet.
De natuurlijke mens verstaat niet de
dingen die des Geestes Gods zijn.
Hij kan ze ook niet verstaan, omdat zij
geestelijk onderscheiden worden.
Het ware Sion wordt van God geleerd
en bevestigd en geeft de rechte ontdek
kende prediking. Waar het nabij ko
mende leven vijand van is, daarvan is
het ware leven vriend.
Dirksland.
Ds. P. Blok.
„Vgftig brieven van Mientje Vry-
dag te Rijssen", geschreven aan
haar zielsvriendin Aaltje Smelt te
Vriezenveen. Uitgave Boekhandel
P. Stuut, Sparrenlaan 17 te Rijssen,
Telefoon 05480 - 2094.
We hebben onlangs een boekje van
dezelfde uitgever besproken over het
leven en sterven van Mientje Vrijdag
(Wed. J. ter Haar) te Rijssen, samen
gesteld door de heer Bart Roest. Dit
boekjeheeft grote aftrek gevonden.
Thans is er weer een boekje van haar
verschenen met vijftig brieven, die zij
aan haar zielsvriendin Aaltje Smelt
heeft geschreven. In deze corresponden
tie die loopt van 1930 tot kort voor haar
dood in 1943, worden de ups en downs
het op-en-neer in het genadele
ven uitgewisseld. Er worden échte har-
tezaken in besproken, geen bepraten,
maar beleven! Zij weet in deze brieven
bijna geen woorden te vinden om haar
gezegende en beminnelijke Bloedbruide-
mmmmmimifmmmmmBmmmimmmKmmmmm
gom aan te prijzen, ondanks alle tegen-
heden, zwakheden in het lichaam, die
ze in haar leven heeft gekend. Die druk
zorgde er voor, dat ze geen voornaam
mens werd, maar bracht haar steeds in
de diepte en de laagte: „Op deze zal Ik
zien, op de arme en verslagene van geest
en die voor Mijn Woord beeft".
Menige brief is geschreven in de be
zettingstijd; wat hadden die mensen in
hun bidvertrek ook veel m.et land en
volk te doen en wat gaf de Heere dik
wijls wonderlijke uitkomsten. Bij het
lezen van deze brieven vroegen wij ons
af, waar vindt of hoort men het nog?
Hoe is het fijne goud verdonkerd!
We bevelen de lezing van deze brie
ven van harte aan. Indien uw boekhan
delaar het niet heeft, kunt u het recht
streeks bestellen bij de uitgever. De
prijs is thans nog 9,90; né 15 juli wordt
dit 11,50 per exemplaar.
„Op saffieren gegrondvest". Bundel
met twaalf predikaties, door ds. J.
M. Kleppe. Den Hertog's Uitgeverij,
Postbus 2421 te Utrecht.
Van de hand van ds. J. M. Kleppe,
sedert 1971 predikant der Geref. Ge
meente Woerden zijn onder bovenstaan
de titel een 12-tal predikaties (vrije
stoffen) verschenen.
Wij vonden daarin twee voorberei
dingspredikaties voor het H. Avond
maal; een over Ps. 130 3 en 4, met als
thema „Een lied uit de diepte" en de
tweede over Markus 1 40 t.m. 45,
waar gehandeld wordt over de won
dere genezing van een melaatse. De
volgende predikatie heeft het thema:
„Sions heerlijkheid"; over Jesaja 54 en
12, naar welke tekst „Ik zal u op saf
fieren grondvesten", de titel van deze
bundel is gekozen.
Verder een preek over Hoséa 11 4:
„De liefdebetrekkingen des Heeren";
een Adventspredikatie over Matth. 1
1: „Het geslachtboek van de Heere Je
zus Christus"; vervolgens een drietal
predikaties over de verzoekingen van
de Heere Jezus in de woestijn uit Matth.
4 1 tot 11; een Kerstpreek over Lucas
2 14, over „Het hemelse lied in de vel
den Efratha"; een lijdenspredikatie uit
Johannes 19 23 en 24 over de verde
ling van Jezus' klederen; een verhande-
Ung over „de Petrusweg", uit Joh. 21
18 en 19 en tenslotte een predikatie over
„De grote voorbidder in de hemel",
genomen uit Hebr. 7 25.
Het zijn Schriftuurlijk-bevindelijke
predikaties, die we zeer ter lezing kun
nen aanbevelen. Ze zijn ook geschikt
om in vakante gemeenten te worden
voorgelezen.
Mooi uitgevoerd, fraai gebonden in
prachtbandje, met goudtitel op rug en
plat. En niet duur: 12 preken voor
22,50, is nog geen twee gulden per
preek!
D. Th. d. W,
Zwart vinyl
di'
Celebration
naamaanduiding.
Hoofdsteunen
Strips
(met rubber inleg).
Verchroomd
uitlaatsierstuk.
Rubber
Bumperrozetten
voor.
Rubber
bumperrozetten
achter.
Lichtmetalen velgen
(Celebration plus).
Ex. General Motors Condnental - Rotterdam.
iWj trakteren u op de
hevede Cekbratiaii,
door Barend de Graaff
Uitgevery B.V. „De Banier" - Utrecht
24
Manuel bonkte op de gesloten luiken
van het huis. Er werd al gauw open ge
daan en Manuel stond even te fluisteren
met de houthakker. „In orde man zei
die. Ik zal Heinz roepen en we gaan
mee!"
Het kon eigenlijk niet vreemder. Want
na enkele minuten liepen Heinz en Ru-
dolf, die feUe vijanden, achter de beide
mannen aan in de richting van de Teu-
felskluft.
Eerst zeiden ze geen woord tegen el
kaar, maar toen Heinz vroeg wat er nu
precies aan de hand was, vertelde Ru-
dolf waar ze zo bang voor waren. Pas
nu besefte hij ten volle, dat Manuel ook
vreesde dat vader in de Teufedskluft ge
vallen was. Dat zou verschrikkelijk zijn!
Ze sloegen links af, verheten de post
weg en begonnen het pad langs het ra
vijn te bestijgen. Voorop Uep Manuel,
daar achter houthakker Ziegler, dan
Rudolf en ten laatste de stevige Heinz,
die behalve een grote streng touw ook
een houweel droeg.
De maan was al een eind gedaald,
maar toch lag de woeste bergstreek nog
in helder nachtlicht. Ze passeerden het
stenen kruis. Rudolf neep zijn ogen
dicht en ©en rDling doorvoer hem. Daar
pas werd het pad gevaarlijk steil. Ook
hadden ze al gemerkt, dat het erg glad
was. NatuurUjk, het had gisteren op de
dag even gedooid en nu was het op
sommige plaatsen zo glad als een spie
gel. „Hier", riep Manuel, bleef staan en
reikte Ziegler een stuk touw aan. Zonder
dat hij verder iets behoefde te verkla
ren, begrepen ze zijn bedoeling en toen
ze even later verder gingen, waren ze
saamverbonden door het sterke touw.
Nu kon er niet één uitglijden en in de
diepte verdwijnen. Het was geen won
der, dat de mensen van oudsher dit
woeste oord de Teufelskluft gedoopt
hadden. Grülig rezen de rotsen omhoog
en het ravijn zelf leek een zwarte af
grond, waar geen bodem te zien was.
Manuel bleef staan, daar waar het
pad smal was naast de loodrecht omhoog
rijzende bergwand. Hij haalde diep
adem en riep: „Schneider! Wilhelm
Schneider! Wij zijn hier! Waar ben je!
Schneider! Wilhelm Schneider!" Het
echode tussen de bergen door. Rudolf
kon niet verwerken wat er in hem om
ging. Stel je voor! Stel je voor! Angstig
blikte hij in de afgrond. Een snik kwam
tussen zijn saamgeknepen Uppen en
tranen rolden over zijn wang. Toen ge
beurde iets, dat hij nooit meer vergeten
zou. Heinz, zij vijand, sloeg beschut
tend zijn arm om. hem heen.
„Stil maar, Rudolf! 't Valt misschien
wel mee".
Manuel riep nog een paar keer, maar
geen antwoord uit de afgrond. Ze liepen
verder en juist voorbij de bergmuur
herhaalde Manuel zijn roep. Zijn stem
weergalmde en echode weer tegen de
bergwanden. Telkens wachtte hij even
en dan spitsten alle vier hun oren.
Maar niets!
Nog een eind verder en ineens bleef
Manuel staan, wenkte met zijn hand en
ja, waarUjk! Zwak, bijna onhoorbaar
klonk van beneden een geluid. Geen
woord was te verstaan. Maar ongetwij
feld, het was het klagelijk geroep van
een mens.
Manuel riep: „Stil maar, Schneider!
We komen, stil maar!"
Rudolf kon niet meer denken. Het
balde samen in zijn hoofd. Schrik,
blijdschap, angst, alles dooreen; Ergens
aan, hij kon niet zeggen waaraan, her
kende hij in het geroep beneden, vaders
stem. Dus... dus... Maar hoe zou hij
daar liggen, hoe
„Jij! Manuel tikte Heinz op zijn
schouder. Jij Je bent een flinke vent.
Je bent in de bergen thuis. Kom!"
Manuel en Heinz' vader bonden een
touw onder Heinz z'n schouders. Nog
een touw om zijn middel. Ziegler gaf
zijn zoon de lantaarn. Samen met Ma
nuel liet hij hem in het ravijn afdalen.
Dtis niet Manuel zelf, zoals toen bij de
ree. Maar daar was het niet zo diep en
beter konden twee sterke mannen een
jongen laten afdalen, dan een man.
Rudolf begreep dat wel. En Heinz was
in de bergen thuis, al was hij dan ook
nog zo'n rakker. Langzaam daalde de
jongen. Zolang hij nog in het maanlicht
was konden ze hem volgen, maar een
maal in het zwarte donker van de kloof,
zagen de drie op het pad alleen maar
meer het licht van de lantaarn, die
slechts zo nu en dan en ook nog zeer
wazig de jongen zelf bescheen. Van de
schoenmaker was niets meer te horen.
Manuel trok telkens Rudolf terug van
de ravijnwand. „Pas toch op, jong!"
Ze luisterden in spanning. Voor Ru
dolf was die ondrageUjk.
Eindelijk! Och, in feite maar een paar
minuten nadat Heinz was afgedaald,
klonk zijn stem: „Ik ben er! Ik heb hem
gevonden! Hij is gewond Er is bloed
aan zijn kleren!"
„Is hij bij kennis?" riep Manuel naar
beneden.
Heinz dacht van niet. Nu niet meer.
Daarnet toch nog wel.
Slap en bewegingloos lag de schoen
maker op een niet eens zo groot plat
tussen de struiken. Die hadden zijn val
gebroken.
„We hebben te weinig mannen zei
Manuel Het is te gevaarlijk, dat wij
samen in het donker afdalen. Dat houdt
de jongen nooit, als er wat opdoet, en
alleen kunnen ook wij niets beginnen
met een bewusteloze man". Hij dacht
even diep na. Ziegler zei: „Onze kleren
naar beneden. Heinz moet hem in onze
jassen rollen. Dan deze jongen naar het
dorp".
„Dat is het beste", oordeelde Manuel
en hy riep omlaag naar Heinz: „Klauter
maar omhoog, jong, dan krijg je jassen
om hem te beschutten".
De koene, bekwame Heinz klom om
hoog. Zijn vader en Manuel trokken het
touw telkens wat op en alle drie trok
ken ze hun jassen uit. Die werden weer
samen gebonden en aan het touw vast
geknoopt. Heinz' vader zei: „Je blijft bij
de schoenmaker. Hier deze jongen gaat
naar het dorp". Maar nee daar was Ma
nuel het niet mee eens. „Jij bUjft hier en
ik ga met Rudolf naar het dorp. Ik laat
die jongen niet alleen gaan. 't Is Heinz
van jou niet".
Manuel wachtte tot Heinz, weer bij
de verongelukte schoenmaker aangeko
men naar boven riep, dat alles in orde
was. Toen ging hij met RudoU het steile
pad af. Ze rilden van de kou, maar daar
voelde Rudolf weinig van. Het was wel
heel erg met vader gesteld, maar hij
leefde toch en als de mannen van het
dorp meehielpen, dan kregen ze hem er
wel uit.
Het was een hele consternatie in het
dorp. De zon was nog niet helemaal
verrezen en alleen de top van de hoge
Sonnenkoppe, ver boven het huis van
Manuel, werd nog maar flauw verlicht.
Maar als een lopend vuurtje ging het
van huis tot huis, dat de schoenmaker
verongelukt was en dat de hele red
dingsploeg in touw moest komen.
Ja, letterhjk in het touw.
Burgemeester Böhm nam de leiding
van de reddingsploeg.
Niet dat hij zelf mee ging de bergen
in, dat zou niet gaan. Maar liij liet de
mensen oproepen en ontving hen in zijn
café. Ieder kreeg een flinke hartverster-
king tegen de snijdende kou en met
touwen en haken gewapend en ook met
een soort brancard, die aan vier touwen
omlaag gelaten kon worden, trokken zij
er op uit.
Rudolf mocht niet mee. De burge
meester zei: „Jij kunt niet helpen. Je
moeder heeft je nodig. Die is helemaal
van streek, en je zuster niet minder.
Naar huis jij!" Hij gaf Rudolf een fles
wijn. „Opwarmen en laten de vrouwen
maar flink drinken. Daar bekomen ze
van. En jijJe rilt als een juffershondje.
Vooruit naar huis, jong!" Het was alle
maal zo goed gemeend, maar de burge
meester had nu eenmaal een echte
snauwstem.
Rudolf vond thuis zijn moeder en
Lotte met opgedroogde tranen. Hun ogen
stonden vreemd in hun hoofd. De oog
leden rood gezwollen. Het was koud in
de kamer. Rudolf zette de fles op tafel,
maar niemand stak er een hand naar
uit.