Vervoer per tram,
postkar en fiets
Lokale
krant
wint aan
waarde
We zeiden
de boot vaarwel!
Tenslotteeen gelukwens
van net personeel
Late fouslichting en drie bestellingen per dag
Een abonnee
in Roodeschool
In dit nederige hoeik je tenslotte nog een hiartelijke gelukwens en wat kant
tekeningen van het personeel. Met al die anderen die in deze bijlage hun
blijdschap over het 50-jarig bestaan van onze krant neerschreven zijn ook
wij verheugd over het feit dat „Eüanden-^nleuws" deze igouden mijlpaal heeft
mogen bereiken. De herdenking van het jubileum zal een kort intermezzo
betekenen in heit ritme van het dagelijks bezig zijn. Voor ons drieën, die
het kantoor bemannen, A. J. Grinwis als redacteur, B. Both als admini
strateur en P. Brinkman als aidvertentie aquisiteur is het werken aan
„Eülanden-nieuws" een boeiende maar hoogst inspannende bezigheid. Wij
kennen echter de voorgeschiedenis van ons blad en dat geeft ons een extra
bezieling ons werk zo goed mogeUjk te doen. EHk van ons heeft zijn eigen
levensbeschouwing diie slechts in nuances verschilt. Dat hebben we gemeen
dat we vanuit die levensbeschouwing niet trots- maar dankbaar zijn dit
mooie werk tot dusver te hebben mogen doen.
Vrijdag 2 juni 1978.
„KILANDEN-NIEUWS^
Bladz. 4
De P.T.T. in 1928
Een krant als „Eilanden-nieuws", die
het bestaan van een halve eeuw her
denkt heeft in die tijd met vele vormen
van vervoer te maken gehad. Naast be
steldienst van tram en bode komt de
dienstverlening van P.T.T. wel op de
eerste rij. De post heeft die 50 jaar ge
zorgd voor de ontvangst van de copy en
de verzending van „Eilanden-nieuws"
naar die plaatsen w^aar geen bezorger
was en naar de adressen buiten de be
bouwde kom en naar de vele abonné's
buiten Goeree-Overflakkee, door geheel
Nederland en zelfs naar de lezers die
in alle werelddelen woonachtig zijn.
Contrast.
De vorm van verzending nu is wel een
groot contrast met die van toen. Alleen
de tijdsduur van verzending maakt nog
niet zo'n groot verschil met de uitvoe
ring omstreeks de dertiger jaren. Moge
lijk ging het toen nog vlugger met de
primitieve vervoersmiddelen die men
ter beschikking had. Nu gaat alles van
Flakkee practisch per auto en dan
rechtstreeks naar Rotterdam.
In 1928 bestond het vervoer uit tram,
boot, postkar en fiets. De buslichtingen
voor aansluiting op de posttreinen had
den meer dan een uur later plaats dan
nu, ener werden toen per dag
zelfs drie bestellingen uitgevoerd.
Vraagt dan maar niet hoe, want de
laatste bestelling was dikwijls nacht
werk. Vooral in de winter een onver
antwoorde en een bijna niet uit te voe
ren bezigheid die voor de bestellers
soms weleens kon uitlopen tot bijna de
andere dag.
Postconducteur.
Drie bestellingen per dag, hoe ging
dat in zijn werk? 's Morgens kwam de
post per tram uit Rotterdam, werd
overgeladen op de veerboot Hellevoet-
sluis - Middelhamis waar te Middelhar-
nis op het Havenhoofd de zakken weer
in de tram werden gedeponeerd met
richting Ouddorp en Ooltgensplaat. De
conducteur van de tram had dan de
taak om bij ieder station de juiste zak
ken aan de aldaar wachtende bestellers
over te dragen. Tussen zeven en acht
uur was de tram dan te Ouddorp en
Ooltgensplaat en na sortering op de
kantoren ging de bestelling beginnen.
In het dorp lopend en buitendorp per
fiets (heel vroeger ook met de benen-
wagen).
Omstreeks vier uur 's middags was er
dan weer een bestelling, maar dan wel
in een beperkte hoeveelheid. De uit
gaande post werd 's morgens vroeg naar
de tram gebracht. De uitgaande post 's
avonds werd begeleid door een z.g.n.
postconducteur.
Ooltgensplaat - Middelharnis.
We maken nu een rit mee met de
tram Ooltgensplaat - Middelhamis.
Na lichting van de bussen en het sorte
ren op het kantoor werden de zakken
met pakketten en brieven in de postkar
(vorm van een broodbestelkar) geladen
en werd de veelal zware vracht naar de
tram gebracht en daar in de postwagen
overgeladen. Op het traject was bij de
opritten dikwijls de hulp nodig van
burgers die de „post" wel even een
handje hielpen. Met de postkar werd
ook de blikken trommel vervoerd, waar
in zich de stempels, touw, labels, lak en
wat meer nodig was bevonden.
Dit werk is toen veel gedaan door de
bestellers C. Paasse, P. van der Griend
en B. van den Nieuwendijk. Later door
de bestellers Anth. Hokke, H. Hartman,
Wijlen dhr. P. van der Griend (in
1957 op 80-jarige leeftijd overleden)
mét de postkar op de Tram- of
Dorpsdijk. Boven op de kar de blik
ken trommel met nog enkele zakken
post. Op de achtergrond ziet men
de huizen van de Slikdijk.
P. Jordaan en T. Remus om er maar
enkele te noemen. Vooral de eerst ge
noemde drie hebben heel wat afge-
zwoegd in die tijd, waarbij de maanden
januari, februari en maart de topdrukte
brachten door de zaad verzending van de
Firma's Hobbel. De heren Hokke, Hart
man en Jordaan zouden u daar veel
over kunnen vertellen. De andere ge
noemde bestellers zijn al veel jaren ge
leden overleden.
Vierkant stempel.
Met deze tram, die 's avonds om 7.25
uur van Ooltgensplaat vertrok ging de
besteller als postconducteur mee. In de
postwagen zat een brievenbus. De post
hierin gedeponeerd of aan de deur afge
geven kreeg In tegenstelling met het
kantoor, waar een rond stempel werd
gebruikt, een vierkant stempel. Oolt
gensplaat - Middelhamis stond daarop
met er tussen de datum en uur van ver
zending. Als de tram terug kwam van
Middelhamis - Ooltgensplaat gebruikt.
De om 7.25 uur op de tram gebrachte
post werd in de postwagen gesorteerd en
gebundeld op de diverse uitgangen.
Deze post was ook de andere morgen
overal op z'n bestemming.
Tegenwoordig is de laatste buslich-
tmg 's avonds om 6 uur.
Sortering.
Naar richting Ouddorp was de post
wagen meest bemand door een postcon
ducteur uit Rotterdam die de zending
begeleidde en later weer terugging naar
de Maasstad, waar de post van Flakkee
op de nachtposttremen werd gebracht.
Op de terugrit naar Ooltgensplaat
probeerde de besteller de post te sorte
ren op straat en huisnummer, zodat hij
direct na aankomst op het kantoor te
Ooltgensplaat met de bestelling kon
gaan beginnen. De waardepapieren gin
gen dan In de kast. De „postmeester"
van toen dhr. C. Verschoor (later dhr.
P. V. d. Wouden) stond de besteller dan
al op te wachten.
In de zomer was het nog doenbaar,
maar in de winter als de tram dikwijls
nog een kwartier of zelfs een half uur
of meer overtijd was, liep daar de be
steller eenzaam door De Plaat met een
slechte straatverlichting. Aan een knoop
van het uniform hing een zaklantaarn
om de adressen te kunnen lezen. Hoor
den de bew^oners, die bijna allemaal te
ruste lagen, de brievenbus dan werd de
nieuwsgierigheid toch te veel en stapte
men uit de wol om te zien wat de post
had gebracht. Soms voor een onnozel
drukwerkje
De laatste tram was omstreeks half
tien of tegen tienen weer terug. Bij te
genslag van het weer: sneeuw, IJzel,
regen en storm was het dikwijls de an
dere dag dat ook de besteller „de kooi"
op kon zoeken. Wat een tijd, nu niet
meer denkbaar.
Veel veranderd.'
Met de oorlog ging dit nachtwerk er
af. Een tweede bestelling bleef, maar
dan om vijf uur n.m. Nu slechts één be
stelling meer. De oude postkar werd
later vervangen voor een open kar op
banden, de blikken trommel mocht in
het wachtlokaal van de Fam. W. Korte
weg blijven staan en worden opgehaald
als de tram vertrok. Voor de fietsen
kwamen brommers en nu is heel het
postvervoer gemoderniseerd.
Bijna alles maakte plaats voor de
„rode postwagens". Het oude is voorbij,
geen drie bestellingen meer of late bus-
lichtingen voor de nachtposttreinen,
maar wel een enorm groter aanbod van
poststukken dan in 1928. Miljoenen
meerwaaronder ook „Eilanden-
nieuws". Dit streekblad heeft de halve
eeuw getrotseerd. Het werd vervoerd
en besteld bij de mensen van buiten:
lopend, per fiets en nu per auto. Wij
danken alle P.T.T.-ers die hiertoe het
hunne hebben bijgedragen!!
Besteller P. van der Griend in het oude uniform met op de pet de posthoorn.
Op zijn voertuig, de fiets, heeft hij heel wat kilometers afgelegd. Det ketting was
niet beschermd en daarom de broekveer aan het rechterbeen.
De heer J. H. Boom, voorz. v. d. Ned.
Nieuwsblad Pers zorgde er voor dat we
in deze bijlage een plezierig geluid kun
nen laten horen over de toekomstper
spectieven voor het Nieuwsblad, waar
van Eilanden-nieuws er één is.
In zijn jaarrede tijdens de algemene
ledenvergadering van de Nederlandse
Nieuwsblad Pers, liet dhr. Boom zich
optimistisch uit over de resultaten van
het afgelopen jaar. Ook de nabije toe
komst laat zich nog niet ongunstig aan
zien voor wat de nieuwsbladen betreft.
De heer Boom wees erop, dat de tech
nische veranderingen door het fotogra
fisch zetten, die zich in de meeste gra
fische bedrijven voltrekken, een verbre
ding van de mogelijkheden geven en
daarmee uiteindelijk een versterking
van de werkgelegenheid in deze indu
strietak.
„Met goede sociale zorg omgeven moe
ten wij deze technische vooruitgang niet
vrezen, doch haar in dank aanvaarden.
Want evenals destijds de zetmachine
zal zij op langere termijn gerekend min
der w^erkvernietigend, doch meer pro-
duktieverbeterend werken en daarmee
de werkgelegenheid zij het ook met
funktieverschuivingen voor langere
tijd veilig kunnen stellen.
De heer Boom vreesde, dat mogelijk
de krantenabonnementen ook aan een
B.T.W.-tarief zullen worden onderwor
pen, hetgeen hij ten zeerste betreurde,
omdat daardoor het krantenlezen al
weer duurder wordt zonder dat dit me
dewerkt om de kostenstijging te bestrij
den.
Hij deelde voorts mede, dat juist de
nieuwsbladpers zich m toenemende mate
bewust wordt van haar specifieke funk-
tle als communicatie-orgaan in de loka
le gemeenschappen. De trend naar her
stel van de eigen indentiteit, van de
vermenselijking der verhoudingen en
afmetingen in de gemeenschap, werkt
duidelijk in de richting van de typische
funktie van de plaatselijke krant. Ook
de adverteerders beginnen dit persoon
lijke aspekt van de krant als gebruiks
voorwerp steeds meer te herkennen.
De rol van de lokale krant is niet uit
gespeeld, zoals sommige onheilsprofe
ten in het verleden voorspelden. Inte
gendeel, zij wint aan waarde omdat de
behoefte aan het herkenbare In deze ge
computeriseerde wereld steeds meer
toeneemt.
Eilanden-nieuws wordt welis
waar overwegend op Flakkee ge
lezen, maar ook aan de „over
kant" tellen we heel wat abon
nees. We hebben eens nagezien
waar de in Nederland verst wo
nende abormee zich bevindt. Het
bleek de fam. L. Maring-Fokker
uit Roodeschool te zijn. Mevr. Ma
ring, Bommelse van kom-af eva
cueerde in 1944 naar het Gro
ningse waar ze haar man leerde
kennen. Smds 1945 zijn ze al op
„Eilanden-nieuws" geabonneerd
en blijft vooral mevr. Maring op
de hoogte van het nieuws uit haar
geboortestreek. We hadden hen
graag een bezoekje gebracht voor
een vraaggesprekje maar de tijd
heeft ons daartoe ontbroken. Roo
deschool ligt ook maar liefst 325
km van Middelhamis verwijderd.
We danken de Fam. Maring
niettemin voor het toegezegde
welkom waarvan we helaas
geen gebruik konden maken
en we spreken de hoop uit dat wij
tot m lengte van dagen hun Flak-
keese nieuwsbron mogen zijn.
't Ja, we zeiden de boot vaarwel! Het was één van de voor Flakkee
spectaculaire ontwikkelingen in de voorbije periode. Er kwamen dammen
en er kwam een brug waardoor het eiland uit haar isolement werd ver
lost. Vele nieuwe mogelijkheden lagen er open, goede en kwade en in
middels zijn we geheel met die nieuwe situatie vertrouwd geraakt. We
gaan nu „even" naar Rotterdam en we denken er nauwelijks meer aan
hoe het is geweest tot in het begin van de zestiger jaren. Toen nog was
het traditionele Flakkeese volkslied van kracht:
Flakkee is een eUand en 'f waeter is tateèd,
Wie d'r weunt kan daer over praete,
Jae 't is ongelokkig mar zonder de boat
Kan j' ons eiland onmeuglijk verlaete
Mar 'k gloave dat juust deur dat waeter zO' wied,
Waer j' op plekken niet over kan kieken.
Hier een volkje weijnt met eige Idee
Tussen gorzen en slikken en dieken.
Refrein:
Kom saem gezongen van 't mooie Flakkee,
Waer m'n wete van zweèten en zwoegen,
En al motte m'n sjouwen, m'n binne tevreè
Bie 't wiejen bie 't oesten en ploegen
Want van ons kan je leèren hoe deur aerbeid en kracht 2 x
De bester vrucht as een zegen je wacht.
2
As de zunne in 't Oasten de wolken kleurt
Dan staen m'n hier klaer op den akker,
M'n hao al een schoft in de kluten gesjouwd
En dan wordt een stadsmens pas wakker.
Mar komt in de zeumer is an op Flakkee
En kuiert is over de velden
Dan zie je pas goed, wat een boer hier bereikt.
Hie wint vruchten, zoa zie je zelden.
Refrein.
3
En as op d'n aevond het werk is gedaen.
Dan gaen m'n gezellig staen praete
Mit een dampende pupe en een doaze tabak
Op de kaoie, de heule of de straete.
Daer wordt wat verhandeld, daer hoar je wat an,
Daer stea je recht voor je genoegen.
Dan lache m'n smaekelijk en verzaemle weer moed.
Voor den aören dag om te zwoegen.
Refrein.
Later, nadat de boot verdween schreef mevr. J. B. Tanis-v. d. Wekke, af
komstig uit Dirksland een nieuwe versie van het lied. Beide versies zijn
overigens een ode aan het plekje grond dat ons lief is:
Flakkee was een eiland en 't waeter was diep
Wie der weunde kan daer over praete
De boat en den trem die zurgden ervoor
Dat je 't eiland, as 't most, kon verlaete
Mar noe hao men een brugge, een pracht van een dleng
Z' is gebouwd in mar ienfcele jaeren
Ze bewiest hier: Mit durf en met aarbeid en kracht
Overwin je de groatste bezwaeren.
Refrein
Kom, saemen gezonge van 't mooie Flakkee
Mit z'n durpen en polders en dieken
Mit z'n vruchtbaere akkers, z'n weien zo groen
Nergens vin je toch zo d'r gelieke
Op Flakkee kan je leêren hoe deur aarbeid en kracht
De beste vrucht als een zegen je wacht.
2
Want al hao men meschines, toch bluuve men boer
We stae altied nog graeg in de kluten
En 's ochends al vroeg, dan stae men gereed
Onze plicht en ons waark dat leit buuten.
We ruuke de geur van 't geploegde land
Voor ons gaet daer toch mar niks boven
Men bin groas op den opbrengst, op 't waark onzer hand.
Op de aerpels, de juun en de schoven.
Refrein.
3
En as in den aevend het waark is gedaen
Dan stae men nog even te praeten
Op de kaoie of de heule, we bekieke de locht
Want dat kan hier een boer toch nooit laete.
Dan bin men te vree mit dat klein stik je land
Waer de rust nog bewaerd is gebleve.
En we weten het zeker, al zégge we 't niet,
Hier bie ons is het goed om te leven.
Refrein.