LEDIKANTEN Nachtkastjes f 275 A. WIELHOUWER H^H^ Landbouwers Van Rumpt Stad a. 't Haringvliet Gevulde Stoelkussens Antiek met P. Sluis' Opfol<voer In n wip van kuiken tot kip Speciaal Tapijt en Beddenmagazijn DE FLAKKEE-RQL Werktuigenbureau X, Y of Z, en dan bij De kroontjespen Vernieuwingen Veel veranderd Een van de prachtige kleurenplaten waarmee de schoollokalen van toen waren opgesierd. Het brengt „de laatste hooivracht" in beeld. ADVERTENTIES UIT de OUDE DOOS Mooi geschilderd Z-pers. Ledikant f 3,95—4.35-4.95 Zwaar EIKEN Ledikant 2-pers. f 1050-11.75-13,95 37-49-75-79 cent SOMMELSDIJK Er is in de voorbije 50 jaar weinig veran derd, afgezien dan van het ledikant in één van de advertenties en de „moderne Ican- toor japon". Uit de advertenties blijkt dat er ook toen een klein© halve eeuw gele den al oog was voor de schoonheid van antiek meubilair en als Flakkee iets „eigens" had, al was het dan anaar een clo setrol, wilde men dat best weten! Eens geprobeerd, altijd betgeerd!" luidde de reclame slogan. Ook toen al werd een kuiken nauwehjks de tijd gegund in eigen tempo kip te worden, ook toen al moest het „in een wip". De onderste advertentie van Van Rumpt blijkt de sleutel te bevatten om „groot" te worden. Gewoon de poten tiële klanten eerst naar X, IJ en Z sturen in de wetenschap dat zij bij jou toch het beste zullen slagen! „De grondslag voor het eerste lees onderwijs'' Otbrulkt voor Uw closet uittluiteid Vraagt Uwen winkelier Keeper gezocht voor Antiek Kabinet Bgzonder mooi stuk werk. Te bevragen aan het Bureau van dit blad. Vraagt bg aankoop van Uw landbouw- werktuigen prQs bg Het onderwijs Het is precies vijftig jaar geleden, dat de zevenjarige leerplicht zijn be slag kreeg. Vergelijken we deze maatregel met de situatie van nu, dan zien we, dat de stormachtige ontwikkeling, die zich op allerlei gebied heeft voorgedaan, ook aan de schooldeur niet voorbijgegaan is. In het jaar, dat de eerste nummers van het Eilanden-Nieuws van de pers rolden, zaten de mensen, die nu al aardig op weg zijn naar hun pensioen, in sombere lokalen met hoge ramen, waardoor ze volkomen van de buiten wereld afgesloten waren. Ida Gerhardt geeft in enkele regels van een gedicht zo treffend weer hoe de school er in die tijd uitzag, als ze zegt: „Er is geen raam, dat werkt. De tocht der buitendeur dringt in de laatste hoek der schilferige gangen. En zwijg van de W.C.'s. Een nameloze geur blijft veertig we ken aan de klamme muren hangen." Aan de kant van de lange gang had je de W.C.'s; aan de andere kant een onafgebroken rij kapstokken m.et daar aan jassen en petjes en daaronder de klompjes, keurig netjes twee aan twee naast elkaar. En in de klas drie rijen banken, waarin zo'n 48 jongens en meis jes, de meesten met „staartjes", som migen zelfs met strikken met hun handen op de rug, of in het gunstigste geval met de armen over elkaar zaten te Imsteren naar de verhalen uit de Bij bel, die de meester, gekleed in kostuum met vest, zo boeiend kon vertellen. De scholen, die over wat meer dan de normale financiële middelen beschik ten, wisten het euvel van al te grote klassen te ondervangen door het aanstel len van een kwekeling met akte. Dit waren mensen, die in het bezit waren van de hoofdakte, vaak zelfs van een ULO-bevoegdheid. Omdat ze niet aan het werk konden komen, namen ze genoegen met een baan, waarvoor het bestuur ze per jaar zo'n 100,— tot 400,— betaalde. De banken, waarin de leerlingen za ten, waren onverwoestbaar, aangepast aan de lichaamsgrootte. De versierde ijzeren poten zaten vastgeschroefd op een houten onderstel, dat uit twee leg gers bestond met daartussen een voe tenplank. Deze banken waren ineenge- schoven tot lange rijen en de zittingen waren opklapbaar. Dit was makkelijk bij het aan- en uitgaan van de school; bij het zingen, waarbij de leerlingen meestal stonden en bij het schoonmaken van het lokaal. Achter in de klas stond een natuur- kundekast met onder meer de ring en het bolletje van 's-Gravenzande, de Maagdenburger halve boUen, de holle en bolle spiegels en de pomp met de glazen stolp. En aan de muren hingen prachtige wandplaten. Hoevelen zijn er niet opgegroeid tussen de kaarten uit de serie „Het volle leven", „Dieren in hun omgeving", of de wandplaten uit de ge schiedenis, met b.v. Luther voor de Rijksdag te Worms. Wat kon de meester met in zijn hand de aanwijsstok met gummldop daar spannend over ver tellen. En dan de schrijfles, waarbij je met kroontjespen en inkt uit het potje mid den in de bank zó mooi mogelijk dik en dun schreef! Maar behalve met pen en inkt werd er in die tijd ook nog met griffels op een lei geschreven. De griffels zaten opgeborgen in een houten doosje met schuifdeksel en in een ander doosje zaten het sponsje en zeem- pje om de lei weer schoon te maken. Wilde een leerling wat vragen, dan stak hij één vinger in de lucht. Wie graag antwoord wilde geven of een karweitje voor de meester wilde op knappen ging extra mooi zitten; span de z'n lichaam achterover, deed z'n ar men over elkaar en lichtte ze op, soms tot aan zijn kin. Wie „naar achteren" wilde, stak twee vingers op. Om de indruk te wekken, dat het hoog nodig was, wiebelde hij er dan ook nog wat bij. toen en nu I De problemen ontstonden pas echt, als de briefjes van thuis kwamen, met o.a. de volgende inhoud: „Meester, geef mientje een andere plaats, zij kom.p tel kens met ondier thuus. Vrouw van Swie- ten". In die tijd begon ook het schoolspa- ren. Dit werd aangemoedigd door het versje: „Wat kan je kopen voor een cent? Och, niet zo veel, dat is bekend. Een centje is zo weinig waard, Maar als j' er elke week één spaart. Dan heb je aan 't eind van het jaar toch al twee kwartjes bij elkaar. Hoe leuk om te verzinnen dan, wat je daarvoor wel kopen kan." Tijdens het speelkwartier speelden de kinderen met bikkels, holden ze achter de hoepel of de priktol, of liepen ze op stelten rond. Het schoolreisje was een gebeurtenis van je welste. Was er een kersenboom- gaard in de niet al te wijde omgeving, dan ging je er als school in optocht naar toe en mocht je er net zoveel kersen eten als je wilde, terwijl er tussen de bomen allerlei spelletjes werden ge daan. En woondje je in de buurt van het strand, dan trok je er met proviand in je blikken lunchtrommeltje, een zak olienoten en een flesje prik op uit om al pootje badend van het zUte nat te genieten. Een groepsfoto van de klas maakte een eind aan het heerlijk fes tijn. En na zeven jaar zat het erop. Dan was het werken geblazen. Verder stu deren was er voor de mensen niet bij, ook al was de begaafdheid volop aan wezig. De jaren gingen voorbij, en met de jaren kwamen de wijzigingen en ver nieuwingen. Om er maar enkele te noemen: Wie herinnert zich niet de zgn. nieu we spelling van Marchant: Niet zóó, maar zó! en de jaren van de oorlog, waarin de schilderijen met de leden van het Koninklijk huis moesten worden verwijderd, diverse liederen niet moch ten worden gezongen en uit leerboeken bepaalde bladzijden moesten worden verwijderd? Het was de tijd, waarin Joodse kin deren van de scholen moesten verdwij nen en Duits als leervak verplicht ge steld werd. En na de oorlog kwam de ramp. Scho len stonden onder water; andere scho len werden ingericht als opvangcentrum van vluchtelingen uit het watersnood gebied. En nu: na 50 jaar. De jeugd is ver plicht 10 jaar volledig dagonderwijs te volgen met in het elfde jaar nog twee dagen partieel onderwijs. Studeren móet, of men het kan of niet. En het zal wel niet zolang meer duren of de leer plicht wordt uitgebreid tot achttien jaar. De schoolgebouwen zijn paleizen, ver geleken bij de holen van vroeger, ook al weet het Rijk de financiële touwtjes nauwelijks aan elkaar geknoopt te krij gen. De verlichting en het ssLnitair vol doen aan de eisen van de tijd en tegen woordig heeft iedere leerling z'n eigen platte tafeltje met stoeltje. Of het hui dige schoolmeubUair nu wel dé oplos sing is wordt door deskundigen echter al weer betwijfeld. Het zou een schade lijke invloed op de leerprestaties van de kinderen hebben, concentratiestoor nissen veroorzaken, hoofdpijn tot gevolg hebben en tot een slechte lichaamshou ding leiden. Zij willen terug naar de schuine, verstelbare tafelbladen. Het klassegemiddelde is in de afge lopen halve eeuw gedaald van 48 naar 31. In de na-oorlogse jaren was er een schreeuwend tekort aan onderwijzend personeel. De regering trof maatrege len om mensen met ondèrwijsbevoegd- heden, die op een kantoor of in het za kenleven terechtgekomen waren, te be wegen weer een functie bij het onder wijs te aanvaarden. Ongeveer 1500 men sen gingen op dit aanbod is. Nu schijnt de tijd van de kwekeling met akte weer terug te keren. Zo'n 150 a 200 sollici tanten naar één betrekking bij het ba sisonderwijs is al lang geen uitzonde ring meer. De werkloosheidsvoorzieningen zullen er echter wel voor waken, dat de kwe keling met akte opnieuw voor de klas verschijnt. Het grote aanbod van onderwijzers en de daling van het geboortecijfer wekken de verwachting, dat de leer- lingenschaal bij het kleuter- en basis onderwijs binnen afzienbare tijd zal worden teruggebracht tot 24 a 25 leer lingen per klas. De griffels en de kroontjespennen hebben plaats gemaakt voor de balpen. Trouwens, wat is er niet veranderd? Het aanleren van plaatsnamenrijtjes en het opdreunen van tafels is een al lang achterhaalde 2jaak. Het zal niet zo lang meer duren, of het telraam van vroeger heeft plaatsgemaakt voor de rekenmachine van nu. Statistieken hebben uitgewezen, dat de diaprojector op QOVo van de basis scholen aanwezig is, de platenspeler op 65»/o, de bandrecorder op GOVo en de filmprojector op 30% van de scholen. Er is ontzaglijk veel veranderd. Is er ook even zoveel verbeterd? Onlangs nog verzuchtte een inspec teur: „Elk ogenbUk wordt de lesrooster onderbraken; telkens weer dringen al lerlei boodschappen en activiteiten via de schooldeur naar binnen en halen de klas uit z'n „gewone" werk. Zouden we ooit noig wel eens de zo hoog nodige rust in de school terug krij gen? De luistergrage aandacht is weg; de rustige bezinning is verdwenen; de concentratie op het werk is ver te zoe ken. We beleven allerlei aardige, nut tige, mooie en goede dingen in de school, maar de lagere schooUeerling heeft slechts behoefte aan orde en re gelmaat, aan tucht en bezinning, die tot uitdrukking komen in net werk. We worden overstelpt met examens; we moeten mee met radio en fihn; we wil len profiteren van allerlei mensen, die de school bezoeken. Maar uit een oog punt van gestage en geconcentreerde ar beid komt de school elk jaar meer te kort." Daarbij komt nog dat het christelijk onderwijs bij alle veranderingen van organisatorische, pedagogische en didac tische aard, naast alle vragen omtrent democratisering en modernisering zich telkens weer heeft te bezinnen op de inhoud, die het aan het predicaat Chris telijk geeft; dat het daarbij onverkort handhaaft wat Schrift en belijdenis le ren en dat het zich niet; aanpast aan de opvattingen van de moderne mens. Want dan zal het onderwijs dat uit de Reformatie geboren is in de deforma tie, dat is in de revolutie ten onder gaan. Het verheugt ons meer dan we in en kele regels schrijven kunnen, dat we in het Eilanden-Nieuws een blad hebben, dat zijn kolommen wil open stellen voor het onderwijs in het algemeen en voor het Christelijk onderwijs in het bijzon der. We zijn ervan overtuigd, dat de oud-hoofdredacteiir, die 50 jaar geleden de eerste kolommen van dit streekblad vulde en die zich in de loop der jaren zo zeer voor het Christelijk onderwijs heeft ingezet hij behoorde immers tot de mensen die de eerste stoot heb ben gegeven tot de komst van de on langs erkende Chr. HAVO niets lie ver zou zien dan dat het Christelijk on derwijs, mede door toedoen van zijn krant, zonder terreinverlies zou stand houden in de strijd tegen de geesten, die op haar afkomen. En ook de opvolgers van de heer De Waal zullen ongetwijfeld hieraan hun bijdrage wUlen leveren. Stelle de Heere het Eilanden-Nieuws ook in de tijd, die komt, nog tot een rijke zegen, ook voor het onderwijs op ons eiland. (Een werker in het onderwijsveld).

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 14