EiimnDEn hieuws 150 jaar Stoombootdienst April droog.... mei vochtiger Zeeuwse wandelingen „Herr Kantor" X 15% korting X X A. Vroegindeweij X 2e Mad Vrijdag 12 mei 1978 No. 4690 WEERPRAATJE Bejaardenavond N.C.V.B. Dag te gast op vliegveld Lelystad Uw huis verkopen? TAIVIBOER Uitbetaling naar kwaliteit consumptieaardappel Bejaardenrit 1978 Planten en hun verzorging GEROt altijd voor iedeieen X op alle komplete cassettes X X Westdijk 46 - Middelharnis VERVOLGVERHAAU Op 22 mei is het precies 150 jaar geleden, dat de stoombootdienst over de Westerschelde begon (1828). In de mid deleeuwen was van een geregelde dienst geen sprake. Wie de Schelde over wilde, moest maar zien een bootje te pakken te krijgen. Zo zal de evangelieprediker Willebrord het wel gedaan hebben. Volgens de overlevering is hij van de plaats waar later Vlissingen ontstond naar de overkant gevaren. Er wordt verteld dat enkele mensen die daar toen woonden, zijn zilveren drinkfles gestolen hebben. Uit deze gebeurtenis hebben de Vlissingers de scheldnaam „flessedieven" overgehouden. Een fles is het wapen van Vlissingen. De oudste oorkonde over dit veer is van 1311, toen de Graaf aan een zekere Pape Gerolfszoone de bediening van dit veer opdroeg, telkens voor 4 jaar. Hij wordt „bewaarder" genoemd. Onder de rechten van de Graaf of van de am bachtsheer behoorde ook het veerrecht, waardoor hij het veer kon verpachten. Bij de verenwet van 1921 werd bepaald, dat dit recht teniet ging als het veer reeds 5 jaar verlaten was, niet meer ge bruikt werd. Een vaste dienstregeling zal deze Pa pe wel niet gehad hebben. Deze kwam in 1712, toen er een geregelde dienst kwam tussen Vlissingen en Sluis, dat toen door het Zwin nog met schepen te bereiken was. 's Woensdags voer er een boot van Vlissingen en vrijdags van Sluis. Men nam ook post mee. De dienst werd uitgevoerd met plat- boomde steigerschuiten van ongeveer 10 meter lang, ze leken veel op de vroe gere Amemuidse hoogaarzen. Het wa ren open boten, die wel een flinke storm doorstaan konden, maar aan de passa giers weinig comfort boden. Deze zaten op een bank rondom de binnenkant van het schip, blootgesteld aan weer en wind, in gezelschap van vee en goede ren. De bemanning bestond uit een schip per en twee knechts, bij windstilte moesten ze roeien. Aan de wal waren altijd twee mannen beschikbaar, die moesten helpen bij het lossen. Ze wer den dragers genoemd. Wanneer de boot bij laag water niet kon aanleggen, liet men deze eenvoudig op het strand lo pen. Dan moesten de twee mannen niet alleen de goederen maar ook de passa giers aan land dragen. Stoomboten. In het begin van de vorige eeuw kwamen de stoomboten in de vaart. Een mooie gelegenheid dus om een vaste veerdienst in te stellen, veel geriefeUj- ker dan met de oude steigerschuiten. Onze koning Willem I, wel genoemd de koopman-koning, interesseerde zich nogal voor deze uitvinding. Hij was ook koning van België en om een gemakke lijke en snelle (wat men toen snel noemde!) verbinding te hebben tussen Noord- en Zuid-Nederland werd in 1817 de stoombootdienst Rotterdam - Ant werpen ingesteld. Treinen waren er toen nog niet. Het duurde nog 8 jaar eer de dienst Middelburg - Rotterdam werd geopend met het stoomjacht „Prinses Marianne", genoemd naar de enige dochter van de koning. Het heeft nog tot 1828 geduurd, vóór men in Zeeland met een veerdienst per stoomschip klaar was. Men kon een stoomboot kopen, die dienst deed op de Moerdijk. Maar de proefvaart beviel niet en de boot werd niet overgenomen. Daarom liet men op de werf van de Commercie-Compagnie te Middelburg voor 18.000,— de hou ten raderboot „De Schelde" bouwen. Voor 24.000,werden er twee „stoomwerktuigen" van 20 pk in ge plaatst, een dubbele stoommachine dus. Terwijl in Vlissingen de vlaggen wap perden en de klokken luidden, werd op 3 mei 1828 de proefvaart gehouden. Op 28 mei begon de geregelde dienst van Vlissingen naar Breskens en omgekeerd. Er werd 2 keer per dag heen en terug gevaren, in juni werd de dienst uitge breid tot 3 keer per dag. Ook maakte men tweemaal per week een reis naar Terneuzen. Omdat Temeuzen er weinig prijs op stelde, werden de vaarten naar deze plaats in 1842 gestaakt, maar 10 jaar later weer hervat. Er waren toen nog 8 steigerschuiten over met 16 schip pers. Vier van hen werden voor 3650,- uitgekocht. De overgebleven schuiten bleven dienst doen: voor personen die te laat kwamen voor de stoomboot, voor mensen die plotseling 's nachts naar de overkant moesten, en voor hen die uit angst of vooroordeel niet met een stoomboot durfden varen. Het tarief met een steigerschuit was 65 cent, met „de Schelde" 1,en voor de kajuit 1,50. Met zijn ronde voor- en achtersteven kreeg dit schip al gauw de scheldnaam tobbe of padde. Het rijk gaf een bedrag voor het ver voer van de post. Toch leverde haast ieder jaar een tekort op, in 1828 ruim 2.000,—, in 1829 ruim 4.000,—. Al leen de jaren 1830 en 1831 toen er van wege de Belgische Opstand veel mili tairen vervoerd werden, gaf een klein voordelig saldo. Maar het bleef huilen. Telkens moest men om verhoging van de subsidies vragen. In het begin had men hiermee wel succes, maar op den duur werd de dienst zo kostbaar, ook door reparaties aan de schepen en motoren, dat het niet meer te doen was. We moeten niet ver geten, dat het een particuliere maat schappij was, die de veerdienst exploi teerde. Er werd zelfs gesproken over opheffing van de dienst. Maar zoiets kon de provincie Zeeland niet toestaan. Daarom nam ze in 1842 de boot over en droeg de dienst op aan de machinist De Haas. Later ging ze in handen van de aannemer van publieke werken D. Dronkers. Deze bekende Zeeuw ontwik kelde grote activiteit met betrekking tot het verkeer in Zeeland, ook voor het aanleggen van spoorlijnen. Een Com missie van Toezicht uit de Gedeputeerde Staten hield een waakzaam oog op het bedrijf. Provinciaal bedrijf. Het bleef modderen, de kosten en daardoor ook de tekorten waren te hoog, het regende aanvragen om subsidiever hoging. Toen besloot de provincie in 1866 zelf het bedrijf ter hand te nemen, ook van andere veren. Voor het veer Vlissingen Breskens v.v. werden twee boten in de vaart gebracht. Van D. Dronkers kocht men de „Stad Vlissin gen I" voor 8.000,die de provincie na herstel en vernieuwingen op 29.000 kwam. In Londen kocht men de schroef- boot „Zeeland", die echter bij de proef vaart met de leden van de Prov. Staten allerminst voldeed. Ze werd dan ook niet in de geregelde dienst gebruikt, maar als reserve. Natuurlijk is er na bovengenoemd jaar heel wat veranderd. Allereerst werd in 1870 de dienst met de steiger schuiten opgeheven, waardoor heel wat geld werd bespaard. Niet alleen de lijn Vlissingen - Bres kens werd geëxploiteerd, maar ook tus sen andere plaatsen in onze waterrijke provincie werden diensten ingesteld. Daarvoor moesten aanlegsteigers wor den vernieuwd of gebouwd en havens in orde gemaakt. Nieuwe boten werden gebouwd, eerst nog houten raderboten, daarna van staal. In het begin van deze eeuw kwamen de schroefboten in de vaart, de laatste jaren de mooie ferry boten met koplading. Op het traject Kruiningen - Perkpolder werden dat dubbeldekkers. Dit is met Vlissingen - Breskens nu de enige veerdienst, de an dere in noordelijk Zeeland zijn o.a. door de aanleg van de Zeelandbrug overbo dig geworden. Middelburg. L. van WaUenburg. (van onze weerkundige medewerker) „Een droge maart en een natte april. Dat is wat de boer graag wil". Maar geen mens krijgt in deze we reld altijd wat hij graag zou willen. Ook de weideboer en akkerbouwer niet. Dat is deze lente in alle duidelijkheid aan het licht gekomen. Terwijl maart een overmaat aan regen produceerde, is april een te droge maand geworden. In de laatste dagen zijn er hier en daar nog een paar buien gevallen, maar door hun plaatselijk karakter heinvloeden ze het algemeen landelijke neerslagtotaal nauwelijks meer. Ik heb door gesprekken de indruk gekregen, dat de landbouwers de april- droogte met meer pijn in het hart over zich zagen komen dan de grasboeren. Een periode van droogte verhardt im mers de bovenlaag van de grond voor al in de kleigebieden, en dit belemmert de werkzaamheden, die in deze tijd hun begin vinden. Aan de andere kantgras blijft gras. Wanneer mei zodadelijk eindelijk eens met wat warmer weer op de prop pen komt, staat het er vrij snel goed bij, al realiseert men zich wel, dat de grasdrogerijen dit jaar later gaan draaien dan vorig jaar. Meibloeimaand. In de nu pas ge starte maand zal er steeds meer kleur en fleur om ons heen in de natuur te zien zijn. Maar kalkuleer uit veilig heidsoverwegingen beslist ook een hand vol koude dagen in. U voelt al waar ik naar toe wilnaar de IJsheiligen, het tijdvak van 11-14 mei, dat door de eeuwen heen zo'n slechte naam heeft gekregen. Nu zijn deze beruchte heiligen niet kalendervast. De koudegolf komt in sommige jaren wat later, in andere wat vroeger. Het gebeurt ook wel dat de natuur de nachtvorsten zonder meer eens overslaat. Voor het overige zijn ook bepaalde zomers niet eens nachtvorstvrij. Het is bijna verantwoord te zeggen: Het hele jaar rond kan het vriezen. Zo gingen van 21 op 22 augustus 1973 veel bloei ende dahlia's voor de bijl en deden zich volgens de KNMI-publicatie „Nacht vorst", geschreven door ing. M. Schar- ringa, op 15 en 16 juli 1921 en op 19 juli 1971 zware nachtvorsten voor met schade in het Noordoosten van het land. Op een fraaie zomerzondagmorgen tus sen 1910 en 1920 vroor het o.m. in het Gelderse Oosterwolde zo hard, dat de in volle bloei staande aardappelen to taal waren afgevroren en de boeren gewoon opnieuw moesten beginnen Op aarde zijn alleen de tropen vrij VEin nachtvorst. Het verschijnsel doet zich niet voor tussen 20 a 25 graden noorder- en 20 a 25 graden zuiderbreed te. Wel kan het in die gebieden hogerop tegen berghellingen vriezen en lopen koffie- en theeplantages daarbij soms schade op. April dit jaar droogmei vochti ger? Er lijkt, gelet op de depressie avontuurtjes en de weer ingezette buüg- heid van eind april, wel een kansje in te zitten. Maar het jaar 1473 verslaan zal onmogelijk lukken. In oude kronie ken staat verm.eld, dat men destijds in de laatste aprüweek in Overmaas de rogge al zag bloeien DIRKSLAND De afd. Dirksland van de N.C.V.B. nodigt hierbij de bejaarden van Dirks land, Herkingen en Melissant mt voor het bijwonen van haar vergadering die D.V. gehouden zal worden op 17 mei a.s. in „Onder de Wiek", aanvang 7.45 u. De meditatie zal gehouden worden door ds. Goudswaard. Verder wordt de avond gevuld met films over het Oran jehuis. Het bestuur. De regionale winnaars van de Rabo- bank-prijsvraag „Ontdek Europa" stond op dinsdag 2 mei een feestelijke uitrei king van de prijzen te wachten. Wat de prijzen waren, bleef tot die dag geheim. Maar alle provinciale winnaars waren al wel verzekerd van een fijn dagje uit. Het hoogtepunt daarvan, in zowel let terlijke als figuurlijke zin, was een on geveer half uur durende rondvlucht bo ven een deel van Nederland. De winnaars werden op het vliegveld Lelystad ontvangen. Daar werd hen ge toond wat er zoal nodig is voor een re- klamevUegtuig de lucht in kan, er werd uit 'de doeken gedaan wat de zogehe ten „kleine luchtvaart' 'omvat, er was een dia-presentatie, uiteraard een maal- Het Landbouwschap heeft in de open bare bestuursvergadering van 3 mei j.l. een nieuwe regeling inzake uitbetaling naar kwaliteit van consixmptieaardappe- len aangenomen. Hiertoe werden de Al gemene Modelvoorwaarden Teler/Col- lecteur goedgekeiird. De overigens vrij willige regeling is het resultaat vain overleg tussen de georganiseerde aard- appelhandel. Vereniging tot Behartiging van den Nederlandschen AardappeUian- del (VBNA) en het Landbouwschap. Teler en collecteur kunnen nu op ba sis van de Algemene Modelvoorwaarden een overeenkomst sluiten voor een na dere kwaliteitsindeling. De belangrijk ste eigenschappen blauwgevoeligheid, onderhuidse verkleuringen en glazig heid bepalen dan de klasse, waarin het produkt terecht komt. Voor een bete re partij consumptieaardappel ontvangt de teler een hogere prijs. Na een langdurige voorbereiding, waarbij alle sectoren van het aardap pelbedrijfsleven waren betrokken en waarbij veel voor-studie is verricht door Wageningse instellingen, is over de re geling nu volledige overeenstemming bereikt met de georganiseerde aardap- pelhandel. De hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap heeft vanaf het begin positief gestaan tegenover uitbetaling naar kwaüteit van de consumptieaard appelen. Gelet op een aantal minder gunstige perspectieven voor de afzet in de nabije toekom.st zal het behoud van de afzetpositie voor een belangrijk deel worden bepaald door de vraag of Nederland in staat is te concurreren met een betere kwaliteit. Uitbetaling naar kwaliteit, waarbij de producent be ter wordt beloond, is volgens het Land bouwschap de beste stimiulans tot ver betering. De regeling, die ongetwijfeld een aan loopperiode nodig heeft, zal hopenlijk het begin zijn van een ontwikkeling naar een kwaUtatief beter produkt. Daarmee wordt de mogelijkheid ge geven tot het behoud van een goede afzet hetgeen voor de producenten gun stig is terwijl uiteindelijk ook de consumenten een beter produkt moeten kunnen betrekken. Binnenkort zal de gehele regeling, inclusief de technische voorschriften e.d. door het Landbouwschap en VBNA bekend worden gemaakt. OOLTGENSPLAAT Traditie getrouw organiseerde de Oranjevereniging Ooltgensplaat ook dit jaar weer een bejaardenrit voor de be jaarden van Ooltgensplaat. Op zater dag 6 mei j.l. was het zover. Voor de ze rit hadden zich 38 „oudjes" aange meld. Deze bejaardenrit was ook nu weer uitvoerbaar, omdat 16 mensen hun auto beschikbaar stelden en geheel belangenloos deze bejaarden-rit meere den. Het bestuur van de Oranjever eniging dankt de chauffeurs daarvoor. Om 13.00 uur vertrok de stoet met vro lijke gezichten. Via Sluishaven-Oude- Tonge-Bruinisse-langs het Zijpe naar de Zeelandbrug. Alvorens daarover te gaan eerst een kopje koffie met een prachtig uitzicht op de brug. Vervolgens via Colijnsplaat langs de Roompot naar het Veerse meer met in Veere een verfrissing in de vorm van ijs e.d. Vanaf Veere ging de stoet via Mid delburg-Nieuw en St. Joosland naar 's Heernhoek waar een voortreffelijke kof fietafel gereed stond. Dit was voor de „oudjes" het einde, temeer zij daar helemaal niet op hadden gerekend. Zij dankten dan ook het be stuur van de Oranjevereniging hartelijk voor dit alles. Vanaf 's Heerenhoek terug naar Ooltgensplaat. Ongeveer om. 20.00 uur was iedereen weer thuis. Het was een fijne zonnige dag geweest, waar een ieder met genoegen aan zal terug denken. Al met al kan de Oranjever eniging Ooltgensplaat terugzien op een geslaagd jaar. Als planten konden praten Wat zouden ze veel wensen en klach ten hebben. Over hun standplaats, over teveel of te weinig zon. Over teveel of te weinig vocht en de temperatuur van het gietwater. Over de kwaliteit van de potgrond, een tekort aanvoedsel, dof fe bladeren en aantasting door ongedier te, temperatuur en atmosfeer en het gebruik van stenen of plastic potten. Er is veel te vertellen over planten en hun verzorging. Meer voorlichting blijft noodzakelijk! De beste informatie over bloemen en planten die wij kennen, komt van de overbekende Pokon-plantenplaatjes, wel ke bij iedere bloemist of zaadwinkel gratis verkrijgbaar zijn. Deze handige plaatjes geven naast een afbeelding in kleijr van de plant duidelijke aanwijzingen voor de verzor ging. Licht, water, voeding het wordt al lemaal duidelijk uiteengezet. Attent voor de plantenUefhebber. Tijdbesparend voor de bloemist, deze hoeft niet meer bij elke verkochte plant onnodig veel tijd te besteden aan voor lichting. tijd en een aantal traktaties; de moeite waard dus! Na thuiskomst konden de regionale prijswinnaars dus trots vertellen, dat zij nu eens niet met beide benen op de grond hoefden te blijven staan. Zij kun nen dat ook jarenlang aantonen. Want als herinnering aan deze dag kregen zij een luchtdoopcertifikaat mee naar huis. Op de foto de Zeeuwse en Flak- keese winnaars. VOORBEREIDINGEN OPVANG OESTERBROED IN DE GREVELINGEN Hoewel de grote moederoesters, die drie jaar geleden bij toeval op het Gre- velingenmeer werden ontdekt thans maar sporadisch meer worden gevonden (ook een oester heeft maar een bepaalde levensduur), hebben deze oesters daar bij geholpen door het R.I.V.O., dat de laatste jaren intensief heeft gewerkt om de Zeeuwse oester terug te kweken, voor zoveel nakomelingen gezorgd, dat de nieuwe oesterbroedval op de Greve- lingen met vertrouwen tegemoet wordt gezien. Voor de nieuwe broedval periode (juni - juli) worden door de Inspectie Visserijen, een nieuw terrein klaar ge maakt waar Franse coUecteurs zullen worden geplaatst. De in gebruik te nemen gronden voor dit doel liggen in de buurt van Ouddorp waar men al eerder 20 ha. met succes voor deze proeven gebruikte. Door nu nog 40 ha. erbij te nemen heeft men daar voor het a.s. seizoen een terrein van 60 ha. Het terrein in het dijkwater en onder de wal bij Bruinisse heeft men verlaten en men concentreert zich nu alleen on der Ouddorp. In het Dijkwater was er overmatig veel mosselzaadval en dat kwam ook op het oesterbroed terecht. Dat men thans weer over gaat op de grote ijzeren Franse collecteurs (instru menten om oesterbroed op te vangen) is een gevolg van het feit dat de vorig jaar gebruikte z.g. „enveloppen" niet hebben voldaan, men verwacht meer succes met de Franse ijzeren korven. -O- SOMMELSDIJK Morgen, zaterdag 13 mei, zal er weer OUD PAPIER opgehaald worden voor de restauratie van de Herv. Kerk van Sommelsdijk. Wilt u het tijdig bmten zetten? Dat werkt mee aan een vlot ver loop. Deze maand zijn de nieuwe wijken weer aan de beurt. door Barend de Graaff Uitgever^ B.V. „Dq Banier" - Utrecht 13 „Hetzelfde", zei ze en maakte een vreemde beweging met haar hand. „Wat zeg je?" vroeg moeder. Ze was alweer in de huiskamer gekomen. „O niets, moe! Hier zijn de schoenen. RudoU „En je hebt ze niet betaald? Die men sen kunnen niet op hun geld wachten". „Hy was ineens weg, moe. Ik heb er niet aan gedacht". „Nou goed. Hier is mijn beurs en ga direkt betalen". Met de beurs in haar hand liep ze de straat over. Wat was het heerlijk weer! Zo'n strak blauwe lucht! Als RudoLE de deur opendeed, dan zou ze hem plagend aan kijken en zeggen: „Jochie, wat was je toch in de war!" Maar vrouw Schneider zelf kwam voor. Ze betaalde en trippelde terug naar huis. Rudolf was het bergpad opgegaan naar de rmne. Hij zou fijn van z'n vrije dag genieten. Moeder had hem boter hammen en een fles melk meegegeven. Dat droeg hij in z'n rugzak, 's Jonge, wat mooi weer! De zon stond hoog bo ven de bergen. De lucht was helder en over alle bomen en huizen, over de velden langs de beek straalde het zo- merlicht. De beek leek van zilver en als overdekt met lichtflitsjes langs de brui sende golven. Het was zo stil, dat je het geklater van de beek kon horen. Was hij helemaal over zijn verlegen heid heen? Of schaamde hij zich nog een beetje omdat hij toch wel heel raar gedaan had? Hij wilde er maar niet aan denken. Andere jongens gingen wel eens met een meisje mee. Ja! En pas had hij gehoord dat Lotte al zo'n beetje met Heinz ging. Notabene, juist met Heinz! Dat zouden vader en moeder nooit goed vinden. Vader had het hele maal niet op jongens, die zo maar rond- lummelden en geen vak leerden. Van zulke lui komt niets terecht, zei hij. Als ze het thuis horen van Lotte! Dat hij toen toch zo vreemd had wü- len doen en tegen vader op had willen staan. O, hij begreep dat nu wel. Dat was eigenlijk alleen maar bangheid ge weest. Angst! Nu was thuis alles weer goed. Vader iedere donderdag naar de stad. Laat in de nacht thuiskomen en dan de volgende dag zeggen: „Dolf, jongen, wat hebben we weer mooi ge zongen". Hij zong dan zijn pas geleerde partij en maakte er gebaren bij. „Zo mooi, jongen. Als je wat ouder bent, dan moet je meegaan. Maar je moet eerst twintig zijn. Meneer Förster is een strenge baas, die laat niet toe dat het reglement wordt overtreden". Als hij twintig was, hoe oud was Kla- ra dan? Och, Klara! Wat kon hem Klara, schelen? Dacht je dat de burgemeester ooitZelfs niet als Klara wel zou willen. Dat deftige dametje! Moeder zei: verschil van dag en nacht, dat meisje of die jongen van de burgemeester. En dat was ook zo, al gingen ze beiden naar een deftige school in de stad. Wat zou Filip moeten worden? Misschien wel dokter of dominee, net als zijn grootva der, 'n Mooie dominee! Hij was boven op de berg gekomen bij de ruïne. ledere jongen in het dorp kende wel iets van de geschiedenis van de ruïne. De middeleeuwen, dat was een tijd geweest! Hier hij was door de gerestaureerde poort gegaan was het kasteelplein, met links en rechts de stallen, de schuren en de keukens, die aansloten bij de vierkante toren. Ze wilden de oude ruïne weer geheel res taureren. Maar daar waren ze nog lang niet mee klaar. Trouwens, nu lag het werk al weer jaren stil. Er was geen geld meer. Het kostte duizenden, 't Zou wel prachtig zijn als er op de Adlerhöhe weer een echt kasteel stond. Daar in die hoge toren woonden de ridders zelf. Daar was nog iets van de ridderzaal te zien. Natuurlijk niet meer zoals vroeger, toen de ridders en de jonkvrouwen nog leefden. Onder de toren waren de gevangenissen. Hu, gruwelijke krochten moeten dat ge weest zijn! De ene was expres een beet je hersteld. De burgemeester vooral drong op algehele restauratie aan. Dan zouden nog meer toeristen naar het dorp komen. Maar wie zou dat betalen? De ene gevangenkelder was weer aardig in zijn oude staat gebracht. Die was trou wens ook niet zo erg vervallen geweest. Alleen de zware eiken deur met het ijzerbeslag hadden ze moeten vernieu wen. De grendels konden er weer voor geschoven worden. Als er buitenlanders naar boven gingen om de ruïne te be kijken, dan zei de oude Bemhard, die als gids fungeerde: „Ga er maar eens in, dan zal ik de deur sluiten. Dan weet je er iets van hoe de gevangenen zich vroeger hebben gevoeld". Als de men sen er in waren, had de oude Bemhard altijd hetzelfde grapje: „Lieve mensen riep hij dan, zo hard als hij kon, zo dat zijn stem door de deur heen klonk nu kan ik hem niet meer open krij gen. Och, och, nu moet ik helemaal naar het dorp om de smid te halen". De meeste mensen schrokken er niet van omdat zijn grapje te bekend was ge worden. Maar de eerste keer moet er van schrik een Frans meneertje bijna flauw gevallen zijn, of was het een En gelse lord? Dat wordt verschillend ver teld. Er waren timmerlui bezig om de tri bunes op te slaan voor het komende feest. „Grüss Gott", groette hij en de mannen groetten terug. Hij klom de trap van de toren op. Dat kon nog heel goed. Die hadden ze ook opgeknapt omdat je boven op de toren zo'n machtig uitzicht had. Verder nog dan de stad kon je kijken. Je kon de Rijn zien en als je een verrekijker had kon je de schepen er op zien varen. Even dacht hij dat het oude verhaal niet helemaal waar kon zijn. Die roof ridders hadden immers geen verrekij kers? Hij ook niet, maar het uitzicht was ongeloofUjk mooi. Je zag het gol vende berglandschap tot uren ver in het rond. Allemaal dorpjes in de dalen, waarvan je soms alleen maar de toren spits kon zien. En dan al die boeren hoeven en die akkers, die als rijzende rechthoekjes tegen de berghelling lagen. Groen en geel. Prachtig! Lang bleef hij staan kijken. Ook naar de ambachtslui, die beneden met de tribunes bezig wa ren. De planken en de balken hadden ze uit de vroegere gevangenis gehaald. Daar werden ze heel de winter door be waard, veilig achter de zware grendels. Vandaag gingen de werklui vroeg naar huis, want het was zaterdag. Ze bergden dan hun gereedschappen en zo weer in de gevangenis en sloten de deur. Ze be gonnen er al mee. Rudolf ging op het plat van de toren zitten met zijn rug tegen de rest van de oude weergang. Hij maakte de rugzak open en begon te eten. Natuurlijk vouwde hij eerst zijn handen en sloot zijn ogen. Dat had men hem thuis wel geleerd. De wandeling en de pittige berglucht hadden hem hongerig gemaakt. Slechts zwak klonken de ge luiden van de mannen tot hem door; hun stemmen en ook het gerucht, dat ze maakten, terwijl ze in de oude krocht hun spullen opbergden. Het was lekker warm op de toren, want de rest van de oude weergang schermde het kleine zuchtje wind af en de zon had er vrije toegang. Na het eten werd hij doezelig. „Ik Ujk grootvader wel", stelde hy vast. Die leefde niet meer, maar hij wist nog heel goed dat grootvader na het eten altijd een dutje ging doen. Alle geluiden verstomden. De man nen waren klaar voor vandaag. Ze had den de planken en balken en ook hun gereedschap opgeborgen en daalden de berg af. Hun stemnien drongen niet meer tot Rudolf door. Zo nu en dan vloog een vogel over de toren. Die zal wel even vreemd naar de jongen ge keken hebben. Misschien wilde hij ook wel op het plat van de toren gaan zit ten, maar vond het nu beter maar een andere rustplaats te zoeken. Mensen staan nu eenmaal niet al te gunstig be kend in de dierenwereld. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 5