EiimnDEn hieuws
150 jaar
Stoombootdienst
April droog....
mei vochtiger
Zeeuwse wandelingen
„Herr Kantor"
X 15% korting X
X A. Vroegindeweij X
2e Mad
Vrijdag 12 mei 1978
No. 4690
WEERPRAATJE
Bejaardenavond
N.C.V.B.
Dag te gast op
vliegveld Lelystad
Uw huis verkopen?
TAIVIBOER
Uitbetaling naar
kwaliteit
consumptieaardappel
Bejaardenrit 1978
Planten en hun
verzorging
GEROt
altijd voor iedeieen
X op alle komplete cassettes X
X Westdijk 46 - Middelharnis
VERVOLGVERHAAU
Op 22 mei is het precies 150 jaar
geleden, dat de stoombootdienst over de
Westerschelde begon (1828). In de mid
deleeuwen was van een geregelde dienst
geen sprake. Wie de Schelde over wilde,
moest maar zien een bootje te pakken te
krijgen. Zo zal de evangelieprediker
Willebrord het wel gedaan hebben.
Volgens de overlevering is hij van de
plaats waar later Vlissingen ontstond
naar de overkant gevaren. Er wordt
verteld dat enkele mensen die daar
toen woonden, zijn zilveren drinkfles
gestolen hebben. Uit deze gebeurtenis
hebben de Vlissingers de scheldnaam
„flessedieven" overgehouden. Een fles
is het wapen van Vlissingen.
De oudste oorkonde over dit veer is
van 1311, toen de Graaf aan een zekere
Pape Gerolfszoone de bediening van dit
veer opdroeg, telkens voor 4 jaar. Hij
wordt „bewaarder" genoemd. Onder de
rechten van de Graaf of van de am
bachtsheer behoorde ook het veerrecht,
waardoor hij het veer kon verpachten.
Bij de verenwet van 1921 werd bepaald,
dat dit recht teniet ging als het veer
reeds 5 jaar verlaten was, niet meer ge
bruikt werd.
Een vaste dienstregeling zal deze Pa
pe wel niet gehad hebben. Deze kwam
in 1712, toen er een geregelde dienst
kwam tussen Vlissingen en Sluis, dat
toen door het Zwin nog met schepen te
bereiken was.
's Woensdags voer er een boot van
Vlissingen en vrijdags van Sluis. Men
nam ook post mee.
De dienst werd uitgevoerd met plat-
boomde steigerschuiten van ongeveer
10 meter lang, ze leken veel op de vroe
gere Amemuidse hoogaarzen. Het wa
ren open boten, die wel een flinke storm
doorstaan konden, maar aan de passa
giers weinig comfort boden. Deze zaten
op een bank rondom de binnenkant van
het schip, blootgesteld aan weer en
wind, in gezelschap van vee en goede
ren.
De bemanning bestond uit een schip
per en twee knechts, bij windstilte
moesten ze roeien. Aan de wal waren
altijd twee mannen beschikbaar, die
moesten helpen bij het lossen. Ze wer
den dragers genoemd. Wanneer de boot
bij laag water niet kon aanleggen, liet
men deze eenvoudig op het strand lo
pen. Dan moesten de twee mannen niet
alleen de goederen maar ook de passa
giers aan land dragen.
Stoomboten.
In het begin van de vorige eeuw
kwamen de stoomboten in de vaart.
Een mooie gelegenheid dus om een vaste
veerdienst in te stellen, veel geriefeUj-
ker dan met de oude steigerschuiten.
Onze koning Willem I, wel genoemd de
koopman-koning, interesseerde zich
nogal voor deze uitvinding. Hij was ook
koning van België en om een gemakke
lijke en snelle (wat men toen snel
noemde!) verbinding te hebben tussen
Noord- en Zuid-Nederland werd in 1817
de stoombootdienst Rotterdam - Ant
werpen ingesteld. Treinen waren er
toen nog niet. Het duurde nog 8 jaar eer
de dienst Middelburg - Rotterdam werd
geopend met het stoomjacht „Prinses
Marianne", genoemd naar de enige
dochter van de koning. Het heeft nog
tot 1828 geduurd, vóór men in Zeeland
met een veerdienst per stoomschip
klaar was.
Men kon een stoomboot kopen, die
dienst deed op de Moerdijk. Maar de
proefvaart beviel niet en de boot werd
niet overgenomen. Daarom liet men op
de werf van de Commercie-Compagnie
te Middelburg voor 18.000,— de hou
ten raderboot „De Schelde" bouwen.
Voor 24.000,werden er twee
„stoomwerktuigen" van 20 pk in ge
plaatst, een dubbele stoommachine dus.
Terwijl in Vlissingen de vlaggen wap
perden en de klokken luidden, werd op
3 mei 1828 de proefvaart gehouden. Op
28 mei begon de geregelde dienst van
Vlissingen naar Breskens en omgekeerd.
Er werd 2 keer per dag heen en terug
gevaren, in juni werd de dienst uitge
breid tot 3 keer per dag. Ook maakte
men tweemaal per week een reis naar
Terneuzen. Omdat Temeuzen er weinig
prijs op stelde, werden de vaarten naar
deze plaats in 1842 gestaakt, maar 10
jaar later weer hervat. Er waren toen
nog 8 steigerschuiten over met 16 schip
pers. Vier van hen werden voor 3650,-
uitgekocht. De overgebleven schuiten
bleven dienst doen: voor personen die
te laat kwamen voor de stoomboot, voor
mensen die plotseling 's nachts naar de
overkant moesten, en voor hen die uit
angst of vooroordeel niet met een
stoomboot durfden varen.
Het tarief met een steigerschuit was
65 cent, met „de Schelde" 1,en voor
de kajuit 1,50. Met zijn ronde voor- en
achtersteven kreeg dit schip al gauw de
scheldnaam tobbe of padde.
Het rijk gaf een bedrag voor het ver
voer van de post. Toch leverde haast
ieder jaar een tekort op, in 1828 ruim
2.000,—, in 1829 ruim 4.000,—. Al
leen de jaren 1830 en 1831 toen er van
wege de Belgische Opstand veel mili
tairen vervoerd werden, gaf een klein
voordelig saldo.
Maar het bleef huilen. Telkens moest
men om verhoging van de subsidies
vragen. In het begin had men hiermee
wel succes, maar op den duur werd de
dienst zo kostbaar, ook door reparaties
aan de schepen en motoren, dat het niet
meer te doen was. We moeten niet ver
geten, dat het een particuliere maat
schappij was, die de veerdienst exploi
teerde. Er werd zelfs gesproken over
opheffing van de dienst. Maar zoiets
kon de provincie Zeeland niet toestaan.
Daarom nam ze in 1842 de boot over en
droeg de dienst op aan de machinist De
Haas. Later ging ze in handen van de
aannemer van publieke werken D.
Dronkers. Deze bekende Zeeuw ontwik
kelde grote activiteit met betrekking tot
het verkeer in Zeeland, ook voor het
aanleggen van spoorlijnen. Een Com
missie van Toezicht uit de Gedeputeerde
Staten hield een waakzaam oog op het
bedrijf.
Provinciaal bedrijf.
Het bleef modderen, de kosten en
daardoor ook de tekorten waren te hoog,
het regende aanvragen om subsidiever
hoging. Toen besloot de provincie in
1866 zelf het bedrijf ter hand te nemen,
ook van andere veren. Voor het veer
Vlissingen Breskens v.v. werden twee
boten in de vaart gebracht. Van D.
Dronkers kocht men de „Stad Vlissin
gen I" voor 8.000,die de provincie
na herstel en vernieuwingen op 29.000
kwam. In Londen kocht men de schroef-
boot „Zeeland", die echter bij de proef
vaart met de leden van de Prov. Staten
allerminst voldeed. Ze werd dan ook
niet in de geregelde dienst gebruikt,
maar als reserve.
Natuurlijk is er na bovengenoemd
jaar heel wat veranderd. Allereerst
werd in 1870 de dienst met de steiger
schuiten opgeheven, waardoor heel wat
geld werd bespaard.
Niet alleen de lijn Vlissingen - Bres
kens werd geëxploiteerd, maar ook tus
sen andere plaatsen in onze waterrijke
provincie werden diensten ingesteld.
Daarvoor moesten aanlegsteigers wor
den vernieuwd of gebouwd en havens
in orde gemaakt. Nieuwe boten werden
gebouwd, eerst nog houten raderboten,
daarna van staal. In het begin van deze
eeuw kwamen de schroefboten in de
vaart, de laatste jaren de mooie ferry
boten met koplading. Op het traject
Kruiningen - Perkpolder werden dat
dubbeldekkers. Dit is met Vlissingen -
Breskens nu de enige veerdienst, de an
dere in noordelijk Zeeland zijn o.a. door
de aanleg van de Zeelandbrug overbo
dig geworden.
Middelburg.
L. van WaUenburg.
(van onze weerkundige medewerker)
„Een droge maart en een natte april.
Dat is wat de boer graag wil".
Maar geen mens krijgt in deze we
reld altijd wat hij graag zou willen.
Ook de weideboer en akkerbouwer niet.
Dat is deze lente in alle duidelijkheid
aan het licht gekomen. Terwijl maart
een overmaat aan regen produceerde, is
april een te droge maand geworden. In
de laatste dagen zijn er hier en daar
nog een paar buien gevallen, maar door
hun plaatselijk karakter heinvloeden ze
het algemeen landelijke neerslagtotaal
nauwelijks meer.
Ik heb door gesprekken de indruk
gekregen, dat de landbouwers de april-
droogte met meer pijn in het hart over
zich zagen komen dan de grasboeren.
Een periode van droogte verhardt im
mers de bovenlaag van de grond voor
al in de kleigebieden, en dit belemmert
de werkzaamheden, die in deze tijd hun
begin vinden.
Aan de andere kantgras blijft
gras. Wanneer mei zodadelijk eindelijk
eens met wat warmer weer op de prop
pen komt, staat het er vrij snel goed
bij, al realiseert men zich wel, dat de
grasdrogerijen dit jaar later gaan
draaien dan vorig jaar.
Meibloeimaand. In de nu pas ge
starte maand zal er steeds meer kleur
en fleur om ons heen in de natuur te
zien zijn. Maar kalkuleer uit veilig
heidsoverwegingen beslist ook een hand
vol koude dagen in. U voelt al waar
ik naar toe wilnaar de IJsheiligen,
het tijdvak van 11-14 mei, dat door de
eeuwen heen zo'n slechte naam heeft
gekregen.
Nu zijn deze beruchte heiligen niet
kalendervast. De koudegolf komt in
sommige jaren wat later, in andere wat
vroeger. Het gebeurt ook wel dat de
natuur de nachtvorsten zonder meer
eens overslaat.
Voor het overige zijn ook bepaalde
zomers niet eens nachtvorstvrij. Het is
bijna verantwoord te zeggen: Het hele
jaar rond kan het vriezen. Zo gingen
van 21 op 22 augustus 1973 veel bloei
ende dahlia's voor de bijl en deden zich
volgens de KNMI-publicatie „Nacht
vorst", geschreven door ing. M. Schar-
ringa, op 15 en 16 juli 1921 en op 19
juli 1971 zware nachtvorsten voor met
schade in het Noordoosten van het land.
Op een fraaie zomerzondagmorgen tus
sen 1910 en 1920 vroor het o.m. in het
Gelderse Oosterwolde zo hard, dat de
in volle bloei staande aardappelen to
taal waren afgevroren en de boeren
gewoon opnieuw moesten beginnen
Op aarde zijn alleen de tropen vrij
VEin nachtvorst. Het verschijnsel doet
zich niet voor tussen 20 a 25 graden
noorder- en 20 a 25 graden zuiderbreed
te. Wel kan het in die gebieden hogerop
tegen berghellingen vriezen en lopen
koffie- en theeplantages daarbij soms
schade op.
April dit jaar droogmei vochti
ger? Er lijkt, gelet op de depressie
avontuurtjes en de weer ingezette buüg-
heid van eind april, wel een kansje in
te zitten. Maar het jaar 1473 verslaan
zal onmogelijk lukken. In oude kronie
ken staat verm.eld, dat men destijds in
de laatste aprüweek in Overmaas de
rogge al zag bloeien
DIRKSLAND
De afd. Dirksland van de N.C.V.B.
nodigt hierbij de bejaarden van Dirks
land, Herkingen en Melissant mt voor
het bijwonen van haar vergadering
die D.V. gehouden zal worden op 17 mei
a.s. in „Onder de Wiek", aanvang 7.45 u.
De meditatie zal gehouden worden
door ds. Goudswaard. Verder wordt de
avond gevuld met films over het Oran
jehuis.
Het bestuur.
De regionale winnaars van de Rabo-
bank-prijsvraag „Ontdek Europa" stond
op dinsdag 2 mei een feestelijke uitrei
king van de prijzen te wachten. Wat de
prijzen waren, bleef tot die dag geheim.
Maar alle provinciale winnaars waren
al wel verzekerd van een fijn dagje uit.
Het hoogtepunt daarvan, in zowel let
terlijke als figuurlijke zin, was een on
geveer half uur durende rondvlucht bo
ven een deel van Nederland.
De winnaars werden op het vliegveld
Lelystad ontvangen. Daar werd hen ge
toond wat er zoal nodig is voor een re-
klamevUegtuig de lucht in kan, er werd
uit 'de doeken gedaan wat de zogehe
ten „kleine luchtvaart' 'omvat, er was
een dia-presentatie, uiteraard een maal-
Het Landbouwschap heeft in de open
bare bestuursvergadering van 3 mei j.l.
een nieuwe regeling inzake uitbetaling
naar kwaliteit van consixmptieaardappe-
len aangenomen. Hiertoe werden de Al
gemene Modelvoorwaarden Teler/Col-
lecteur goedgekeiird. De overigens vrij
willige regeling is het resultaat vain
overleg tussen de georganiseerde aard-
appelhandel. Vereniging tot Behartiging
van den Nederlandschen AardappeUian-
del (VBNA) en het Landbouwschap.
Teler en collecteur kunnen nu op ba
sis van de Algemene Modelvoorwaarden
een overeenkomst sluiten voor een na
dere kwaliteitsindeling. De belangrijk
ste eigenschappen blauwgevoeligheid,
onderhuidse verkleuringen en glazig
heid bepalen dan de klasse, waarin het
produkt terecht komt. Voor een bete
re partij consumptieaardappel ontvangt
de teler een hogere prijs.
Na een langdurige voorbereiding,
waarbij alle sectoren van het aardap
pelbedrijfsleven waren betrokken en
waarbij veel voor-studie is verricht door
Wageningse instellingen, is over de re
geling nu volledige overeenstemming
bereikt met de georganiseerde aardap-
pelhandel.
De hoofdafdeling Akkerbouw van het
Landbouwschap heeft vanaf het begin
positief gestaan tegenover uitbetaling
naar kwaüteit van de consumptieaard
appelen. Gelet op een aantal minder
gunstige perspectieven voor de afzet
in de nabije toekom.st zal het behoud
van de afzetpositie voor een belangrijk
deel worden bepaald door de vraag of
Nederland in staat is te concurreren
met een betere kwaliteit. Uitbetaling
naar kwaliteit, waarbij de producent be
ter wordt beloond, is volgens het Land
bouwschap de beste stimiulans tot ver
betering.
De regeling, die ongetwijfeld een aan
loopperiode nodig heeft, zal hopenlijk
het begin zijn van een ontwikkeling
naar een kwaUtatief beter produkt.
Daarmee wordt de mogelijkheid ge
geven tot het behoud van een goede
afzet hetgeen voor de producenten gun
stig is terwijl uiteindelijk ook de
consumenten een beter produkt moeten
kunnen betrekken.
Binnenkort zal de gehele regeling,
inclusief de technische voorschriften
e.d. door het Landbouwschap en VBNA
bekend worden gemaakt.
OOLTGENSPLAAT
Traditie getrouw organiseerde de
Oranjevereniging Ooltgensplaat ook dit
jaar weer een bejaardenrit voor de be
jaarden van Ooltgensplaat. Op zater
dag 6 mei j.l. was het zover. Voor de
ze rit hadden zich 38 „oudjes" aange
meld. Deze bejaardenrit was ook nu
weer uitvoerbaar, omdat 16 mensen
hun auto beschikbaar stelden en geheel
belangenloos deze bejaarden-rit meere
den. Het bestuur van de Oranjever
eniging dankt de chauffeurs daarvoor.
Om 13.00 uur vertrok de stoet met vro
lijke gezichten. Via Sluishaven-Oude-
Tonge-Bruinisse-langs het Zijpe naar de
Zeelandbrug.
Alvorens daarover te gaan eerst een
kopje koffie met een prachtig uitzicht
op de brug. Vervolgens via Colijnsplaat
langs de Roompot naar het Veerse meer
met in Veere een verfrissing in de
vorm van ijs e.d.
Vanaf Veere ging de stoet via Mid
delburg-Nieuw en St. Joosland naar 's
Heernhoek waar een voortreffelijke kof
fietafel gereed stond.
Dit was voor de „oudjes" het einde,
temeer zij daar helemaal niet op hadden
gerekend. Zij dankten dan ook het be
stuur van de Oranjevereniging hartelijk
voor dit alles. Vanaf 's Heerenhoek
terug naar Ooltgensplaat. Ongeveer om.
20.00 uur was iedereen weer thuis. Het
was een fijne zonnige dag geweest, waar
een ieder met genoegen aan zal terug
denken. Al met al kan de Oranjever
eniging Ooltgensplaat terugzien op een
geslaagd jaar.
Als planten konden praten
Wat zouden ze veel wensen en klach
ten hebben. Over hun standplaats, over
teveel of te weinig zon. Over teveel of
te weinig vocht en de temperatuur van
het gietwater. Over de kwaliteit van
de potgrond, een tekort aanvoedsel, dof
fe bladeren en aantasting door ongedier
te, temperatuur en atmosfeer en het
gebruik van stenen of plastic potten.
Er is veel te vertellen over planten
en hun verzorging.
Meer voorlichting blijft noodzakelijk!
De beste informatie over bloemen en
planten die wij kennen, komt van de
overbekende Pokon-plantenplaatjes, wel
ke bij iedere bloemist of zaadwinkel
gratis verkrijgbaar zijn.
Deze handige plaatjes geven naast
een afbeelding in kleijr van de plant
duidelijke aanwijzingen voor de verzor
ging.
Licht, water, voeding het wordt al
lemaal duidelijk uiteengezet.
Attent voor de plantenUefhebber.
Tijdbesparend voor de bloemist, deze
hoeft niet meer bij elke verkochte plant
onnodig veel tijd te besteden aan voor
lichting.
tijd en een aantal traktaties; de moeite
waard dus!
Na thuiskomst konden de regionale
prijswinnaars dus trots vertellen, dat zij
nu eens niet met beide benen op de
grond hoefden te blijven staan. Zij kun
nen dat ook jarenlang aantonen. Want
als herinnering aan deze dag kregen
zij een luchtdoopcertifikaat mee naar
huis. Op de foto de Zeeuwse en Flak-
keese winnaars.
VOORBEREIDINGEN
OPVANG OESTERBROED IN DE
GREVELINGEN
Hoewel de grote moederoesters, die
drie jaar geleden bij toeval op het Gre-
velingenmeer werden ontdekt thans
maar sporadisch meer worden gevonden
(ook een oester heeft maar een bepaalde
levensduur), hebben deze oesters daar
bij geholpen door het R.I.V.O., dat de
laatste jaren intensief heeft gewerkt om
de Zeeuwse oester terug te kweken,
voor zoveel nakomelingen gezorgd, dat
de nieuwe oesterbroedval op de Greve-
lingen met vertrouwen tegemoet wordt
gezien.
Voor de nieuwe broedval periode
(juni - juli) worden door de Inspectie
Visserijen, een nieuw terrein klaar ge
maakt waar Franse coUecteurs zullen
worden geplaatst.
De in gebruik te nemen gronden voor
dit doel liggen in de buurt van Ouddorp
waar men al eerder 20 ha. met succes
voor deze proeven gebruikte. Door nu
nog 40 ha. erbij te nemen heeft men
daar voor het a.s. seizoen een terrein
van 60 ha.
Het terrein in het dijkwater en onder
de wal bij Bruinisse heeft men verlaten
en men concentreert zich nu alleen on
der Ouddorp. In het Dijkwater was er
overmatig veel mosselzaadval en dat
kwam ook op het oesterbroed terecht.
Dat men thans weer over gaat op de
grote ijzeren Franse collecteurs (instru
menten om oesterbroed op te vangen) is
een gevolg van het feit dat de vorig jaar
gebruikte z.g. „enveloppen" niet hebben
voldaan, men verwacht meer succes
met de Franse ijzeren korven.
-O-
SOMMELSDIJK
Morgen, zaterdag 13 mei, zal er weer
OUD PAPIER opgehaald worden voor
de restauratie van de Herv. Kerk van
Sommelsdijk. Wilt u het tijdig bmten
zetten? Dat werkt mee aan een vlot ver
loop. Deze maand zijn de nieuwe wijken
weer aan de beurt.
door Barend de Graaff
Uitgever^ B.V. „Dq Banier" - Utrecht
13
„Hetzelfde", zei ze en maakte een
vreemde beweging met haar hand.
„Wat zeg je?" vroeg moeder. Ze was
alweer in de huiskamer gekomen.
„O niets, moe! Hier zijn de schoenen.
RudoU
„En je hebt ze niet betaald? Die men
sen kunnen niet op hun geld wachten".
„Hy was ineens weg, moe. Ik heb er
niet aan gedacht".
„Nou goed. Hier is mijn beurs en ga
direkt betalen". Met de beurs in haar
hand liep ze de straat over.
Wat was het heerlijk weer! Zo'n
strak blauwe lucht! Als RudoLE de deur
opendeed, dan zou ze hem plagend aan
kijken en zeggen: „Jochie, wat was je
toch in de war!"
Maar vrouw Schneider zelf kwam
voor. Ze betaalde en trippelde terug
naar huis.
Rudolf was het bergpad opgegaan
naar de rmne. Hij zou fijn van z'n vrije
dag genieten. Moeder had hem boter
hammen en een fles melk meegegeven.
Dat droeg hij in z'n rugzak, 's Jonge,
wat mooi weer! De zon stond hoog bo
ven de bergen. De lucht was helder en
over alle bomen en huizen, over de
velden langs de beek straalde het zo-
merlicht. De beek leek van zilver en als
overdekt met lichtflitsjes langs de brui
sende golven. Het was zo stil, dat je het
geklater van de beek kon horen.
Was hij helemaal over zijn verlegen
heid heen? Of schaamde hij zich nog
een beetje omdat hij toch wel heel raar
gedaan had? Hij wilde er maar niet aan
denken. Andere jongens gingen wel
eens met een meisje mee. Ja! En pas
had hij gehoord dat Lotte al zo'n beetje
met Heinz ging. Notabene, juist met
Heinz! Dat zouden vader en moeder
nooit goed vinden. Vader had het hele
maal niet op jongens, die zo maar rond-
lummelden en geen vak leerden. Van
zulke lui komt niets terecht, zei hij. Als
ze het thuis horen van Lotte!
Dat hij toen toch zo vreemd had wü-
len doen en tegen vader op had willen
staan. O, hij begreep dat nu wel. Dat
was eigenlijk alleen maar bangheid ge
weest. Angst! Nu was thuis alles weer
goed. Vader iedere donderdag naar de
stad. Laat in de nacht thuiskomen en
dan de volgende dag zeggen: „Dolf,
jongen, wat hebben we weer mooi ge
zongen". Hij zong dan zijn pas geleerde
partij en maakte er gebaren bij. „Zo
mooi, jongen. Als je wat ouder bent, dan
moet je meegaan. Maar je moet eerst
twintig zijn. Meneer Förster is een
strenge baas, die laat niet toe dat het
reglement wordt overtreden".
Als hij twintig was, hoe oud was Kla-
ra dan?
Och, Klara! Wat kon hem Klara,
schelen? Dacht je dat de burgemeester
ooitZelfs niet als Klara wel zou
willen. Dat deftige dametje! Moeder zei:
verschil van dag en nacht, dat meisje
of die jongen van de burgemeester. En
dat was ook zo, al gingen ze beiden naar
een deftige school in de stad. Wat zou
Filip moeten worden? Misschien wel
dokter of dominee, net als zijn grootva
der, 'n Mooie dominee!
Hij was boven op de berg gekomen
bij de ruïne. ledere jongen in het dorp
kende wel iets van de geschiedenis van
de ruïne. De middeleeuwen, dat was
een tijd geweest! Hier hij was door
de gerestaureerde poort gegaan was
het kasteelplein, met links en rechts de
stallen, de schuren en de keukens, die
aansloten bij de vierkante toren. Ze
wilden de oude ruïne weer geheel res
taureren. Maar daar waren ze nog lang
niet mee klaar. Trouwens, nu lag het
werk al weer jaren stil. Er was geen
geld meer. Het kostte duizenden, 't Zou
wel prachtig zijn als er op de Adlerhöhe
weer een echt kasteel stond.
Daar in die hoge toren woonden de
ridders zelf. Daar was nog iets van de
ridderzaal te zien. Natuurlijk niet meer
zoals vroeger, toen de ridders en de
jonkvrouwen nog leefden. Onder de
toren waren de gevangenissen. Hu,
gruwelijke krochten moeten dat ge
weest zijn! De ene was expres een beet
je hersteld. De burgemeester vooral
drong op algehele restauratie aan. Dan
zouden nog meer toeristen naar het dorp
komen. Maar wie zou dat betalen? De
ene gevangenkelder was weer aardig in
zijn oude staat gebracht. Die was trou
wens ook niet zo erg vervallen geweest.
Alleen de zware eiken deur met het
ijzerbeslag hadden ze moeten vernieu
wen. De grendels konden er weer voor
geschoven worden. Als er buitenlanders
naar boven gingen om de ruïne te be
kijken, dan zei de oude Bemhard, die
als gids fungeerde: „Ga er maar eens
in, dan zal ik de deur sluiten. Dan weet
je er iets van hoe de gevangenen zich
vroeger hebben gevoeld". Als de men
sen er in waren, had de oude Bemhard
altijd hetzelfde grapje: „Lieve mensen
riep hij dan, zo hard als hij kon, zo
dat zijn stem door de deur heen klonk
nu kan ik hem niet meer open krij
gen. Och, och, nu moet ik helemaal
naar het dorp om de smid te halen". De
meeste mensen schrokken er niet van
omdat zijn grapje te bekend was ge
worden. Maar de eerste keer moet er
van schrik een Frans meneertje bijna
flauw gevallen zijn, of was het een En
gelse lord? Dat wordt verschillend ver
teld.
Er waren timmerlui bezig om de tri
bunes op te slaan voor het komende
feest. „Grüss Gott", groette hij en de
mannen groetten terug.
Hij klom de trap van de toren op. Dat
kon nog heel goed. Die hadden ze ook
opgeknapt omdat je boven op de toren
zo'n machtig uitzicht had. Verder nog
dan de stad kon je kijken. Je kon de
Rijn zien en als je een verrekijker had
kon je de schepen er op zien varen.
Even dacht hij dat het oude verhaal
niet helemaal waar kon zijn. Die roof
ridders hadden immers geen verrekij
kers? Hij ook niet, maar het uitzicht
was ongeloofUjk mooi. Je zag het gol
vende berglandschap tot uren ver in
het rond. Allemaal dorpjes in de dalen,
waarvan je soms alleen maar de toren
spits kon zien. En dan al die boeren
hoeven en die akkers, die als rijzende
rechthoekjes tegen de berghelling lagen.
Groen en geel. Prachtig! Lang bleef hij
staan kijken. Ook naar de ambachtslui,
die beneden met de tribunes bezig wa
ren. De planken en de balken hadden ze
uit de vroegere gevangenis gehaald.
Daar werden ze heel de winter door be
waard, veilig achter de zware grendels.
Vandaag gingen de werklui vroeg naar
huis, want het was zaterdag. Ze bergden
dan hun gereedschappen en zo weer in
de gevangenis en sloten de deur. Ze be
gonnen er al mee. Rudolf ging op het
plat van de toren zitten met zijn rug
tegen de rest van de oude weergang. Hij
maakte de rugzak open en begon te eten.
Natuurlijk vouwde hij eerst zijn handen
en sloot zijn ogen. Dat had men hem
thuis wel geleerd. De wandeling en de
pittige berglucht hadden hem hongerig
gemaakt. Slechts zwak klonken de ge
luiden van de mannen tot hem door;
hun stemmen en ook het gerucht, dat ze
maakten, terwijl ze in de oude krocht
hun spullen opbergden.
Het was lekker warm op de toren,
want de rest van de oude weergang
schermde het kleine zuchtje wind af en
de zon had er vrije toegang. Na het eten
werd hij doezelig. „Ik Ujk grootvader
wel", stelde hy vast. Die leefde niet
meer, maar hij wist nog heel goed dat
grootvader na het eten altijd een dutje
ging doen.
Alle geluiden verstomden. De man
nen waren klaar voor vandaag. Ze had
den de planken en balken en ook hun
gereedschap opgeborgen en daalden de
berg af. Hun stemnien drongen niet
meer tot Rudolf door. Zo nu en dan
vloog een vogel over de toren. Die zal
wel even vreemd naar de jongen ge
keken hebben. Misschien wilde hij ook
wel op het plat van de toren gaan zit
ten, maar vond het nu beter maar een
andere rustplaats te zoeken. Mensen
staan nu eenmaal niet al te gunstig be
kend in de dierenwereld.
(Wordt vervolgd)