EIIAriDEtl - niEUWS Ter bedevaart als straf Overdenking Zeeuwse wandelingen HET MEISJE MET DESCHELDNMM uit de Heilige Schrift 2e Uad Vrij(|ag 13 janiiari 1978 No. 4657 --£l. KVENSTER HEX ir Tür it ir AUTOWASSEN EEN PROBLEEM? auto-wasserette JAC. DE GAST Paardrijden in 14 da gen onder de icnie VEBVOLGVERHAAL Fiakiceeërs weer met Rabobanken op vakantie Uw huls verkopen? TAIVIBOER (Wordt vcrvolsfd) blik op ker en samenleving Putten VARA en VPRO Er zijn van die plaatsnamen die in de Tweede Wereldoorlog tot een begrip zijn geworden. Plaatsnamen, die tot dan toe vrijwel onbekend wEiren, maar sinds dien voorgoed verbonden zijn met de ontaarde praktijken van de Duitse be zetter. Ik denk aan plaatsen waar de be- rucMe concentratiekampen waren ge vestigd: Vught, St. Michielsgestel, Wes- terbork. Maar ik denk ook aan andere plaatsen waar de bezetter gruwelijk heeft huisgehouden. En dan komt al spoedig de naam Putten voor onze geest. Putten, het dorp op de Veluwe, waar de Duitsers als een represaille-maatregel voor de moordaanslag op Rauter 660 jonge mannen en zonen bijeendreven in de kerk, en hun zonder gelegenheid om afscheid te nemen van hun familie, weg voerden naar Duitsland. Na de oorlog keerden nauwelijks 100 van hen naar huis terug. Onnoemelijk leed werd uit gegoten over di-t rustige Veluwse dorp, dat na de oorlog „het weduwendorp" werd genoemd. U kent de geschiedenis. De VARA heeft het nodig gevonden al dit leed nog weer eens op te rakelen door de uitzen ding van een televisie-documentaire. Oorspronkelijk zou het stuk worden uitgezonden op 2de Kerstdag, maar on der de druk van de protesten is de da tum verschoven naar 30 december. Ver zoeken, talrijke verzoeken aan de VARA om geheel van de uitzending af te zien mochten niet baten. Koste wat het kost, maar Putten zou nogeens uitvoerig wor den geconfronteerd met het nameloze verdriet dat over dit dorp gekomen is, in oktober 1944. Nu zou het nog niet zó erg zijn ge weest, wanneer de VARA van deze de portatie een waarheidsgetrouw beeld had getekend. Maar dat is het nu juist deze uitzending was tendentieus. Er werd niet in gezegd, maar wel duidelijk gesuggereerd, dat Putten deze ramp aan zichzelf te wijten had. De schuld werd namelijk geschoven op de godsdienst van Putten en op de beleving daarvan. Immers, Putten is een gemeente die be hoort tot de Ger. Bond in de Herv. Kerk. Welnu, deze richting predikt trouw aan de overheid, dus ook aan de bezettende de macht. Bovendien waren deze men sen door hun lijdelijke inslag niet opge wassen tegen de vijand. Geen wonder dat zo weinigen van hen naar huis te rugkeerden We hebben hier weer het zoveelste symptoom van vijandschap van de pu bliciteitsmedia tegen de mensen die wil len leven bij het Woord. Want dat deze visie ongegrond is, is al overtuigend aan getoond door de bekende» en onbevoor oordeelde Dr, L. de Jong, die een spe cialist is in de kennis van al wat in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Het drama van Putten heeft dan ook met lijdelijkheid of met pro-duitse gezind heid niets te maken. Maar de VARA heeft deze geschiede nis weer aangegrepen om een lak te leg gen op een bepaald deel van de bevol king. En de duizenden die het stuk ge zien hebben weten het weer: Dat hèb je nu van die zware godsdienst. Ik schreef vorige week dat het ver zet „grimmiger" wordt. Dat geldt niet in het minst van de publiciteitsmedia, ra dio en televisie. De VARA kan er wat van, de VPRO nog iets meer. Wie toevallig de radio heeft aanstaan als de VPRO in de ether is, die kan wat aanhoren! Zoveel reeksen vloeken, gods lasteringen, beledigingen van het gezag en van de regering hoor je niet vaak achter elkaar. En 's maandags is er steeds een rubriek „antwoord", waarin luisteraars telefonisch kunnen reageren en desgewenst protesteren tegen be paalde uitlatingen. Ik raad echter niemand aan van deze gelegenheid gebruik te maken, want men laat de klagers toch niet uitspreken óf ze worden overbluft. Bovendien, ik raad iedereen af naar de uitzendingen van de VPRO te luisteren. Eigenlijk snap ik niet goed dat dat allemaal door de beugel kan. Maar ach, wat kan er nu niet in dit land? WAARNEMER. Hoeft helemaal niet! Wij hebben nu een Automoblelbedrüf Korteweegje 41 - 42 DIRKSIi AND Het paardrijcentrum „Kleebauer" in het Oostenrijkse plaatsje Altenfelden im Mühlviertel gaat wat doen om begin nende paardrijders gauw zelfvertrouwen bij te brengen. Van 28 januari tot 18 ju ni a.s. wordt in cursussen van 14 dagen geleerd het paard letterlijk en figuurlijk onder de knie te krijgen. De opzet van de cursus is dat men geen angst meer heeft om te vallen en dat men rustig zittend in het zadel fijne tochten kan maken. De cursus wordt dan ook als demonstratie van zelfvertrouwen beslo ten met een tocht door het nabijgelegen Böhmerwald. In de cursusprijs van ös 5700 (ca. 850,zijn inbegrepen de paardtijlessen, het rij diploma en 14 dagen logies In ka mers met bad/douche op basis van half pension. Gevorderde paardrijders kunnen trouwens ook bij „Kleebauer" terecht. Ze kunnen een „ruiterpas" (een soort rijbewijs voor paardrijders) halen tij dens een cursus van 7 of 14 dagen. Die omvat 25 a 40 lesuren, bestaande uit de onderdelen dressuur, terreinritten en theorie. Kosten ös 4750 (ca. 710,—) voor een week en ös 6800 (ca 1020, voor 14 dagen (ook op basis van half pension in kamers niet bad en toilet). Nadere inlichtingen bijFamilie Klee bauer, A 4121 Altenfelden óf bij het Oostenrijks Verkeersbureau in Amster dam, Singel 464, tel. 020 - 25 59 33. 't Is weer al enige jaren geleden dat ik een paar artikelen heb geschreven over 3 Zeeuwse bedevaartsplaatsen. Dat was in de tijd toen er in ons land maar één kerk was, de roomse kerk. In Vrouwenpolder was er in de kerk een vreemd schilderijtje van Maria. Het was door een onbekende werldoze schil- dersgezel geschilderd. Plotseling was de man verdwenen en is nooit meer teruggezien. Sommigen meenden dat het een engel was. De schilderij hangt nog in een zijkapel van de r.k. kerk in Middelburg. Op Souburg hing er een wonderdoend Mariabeeld in een nis van de kerktoren. Veel weten we er niet van, tijdens de beeldenstorm van 1566 is het vernietigd en de nis is toegemetseld. In Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen vereerde raen Maria met de inktpot. Hieraan is het verhaal verbonden 'van een jonge man, die wegens moord ter dood was veroordeeld. Maar hij had de moord niet gepleegd, Maria is hem in de gevangenis verschenen en heeft zijn onschuld aan het licht gebracht. Bedevaartsplaatsen. Deze drie plaatsen werden vóór de Hervorming druk bezocht door duizen den pelgrims, die er kwamen om te bid den om de vervulling van een of andere wens. Naar dergelijke plaatsen werden er echter ook opgelegde bedevaarten ge maakt. Men was ertoe gedwongen om boete te doen voor iets verkeerds dat men had gedaan. Had men de pelgrims tocht gemaakt, dan was het kwaad ge boet en kon men aflaat, vergeving van zonden krijgen. Ook geestelijken, die gezondigd had den, werden gedwongen tot een bede vaartstocht. Hoe erger hun misdrijf was, des te verder moesten ze naar zo'n plaats der verzoening. In de Middeleeuwen was het reizen moeilijk en viel het niet mee om ver weg te treliken. Daarom maakte de overheid het in sommige gevallen wat gemakkelijker: men kon de boetetocht afkopen. Dat was wel aantrekkelijlc, men was dan niet zo lang van huis en weg uit het werk. In Gent moet er een Ujst geweest zijn niet 250 bedevaartsplaatsen en achter iedere plaats de afkoopsom. Hoe verder de plaats, hoe hoger de som. Maar men moest er het geld voor hebben en dat had niet iedereen. Ook kon men soms de lange reis af kopen door een paar duizend stenen te leveren. Bakstenen, op veel plaatsen waren er toen steenbakkerijen. Dat was voordelig voor de gemeente of de kerk en de straf was toch voltrokken. Vooral bij de gevallen in Goes, die ik heb gelezen, kon men de lange reis dik wijls afkopen door het leveren van ste nen. Behalve dan dat ene geval, waarbij iemand werd veroordeeld wegens bele diging en oproerig gedrag tot twee be devaarten: naar Rome en naar Spanje. Bovendien moest hij nog 25.000 stenen leveren! Als men van de tocht terug kwam, moest men het bewijs leveren, dat men in bedoelde plaats geweest was. Een paar keer is het gebeurd, dat iemand terugkwam zonder zijn straftocht vol ledig te hebben gemaakt. Hij had er on derweg zeker genoeg van gekregen. Maar hij kreeg er een nieuwe boete- Wlllibrordusput te HeUoo (bedevaartsplaats) door T. Mateboer N.V. Uitgevera „De Banier^^ - Utrecht 32 Ma^r de volgende dag had ze er niet meer aan gedacht. „Dus u hebt Luusje in het bos gevon den? Nou juffrouw, daarvoor bUjft u bij ons eten. Moet u toch eens zien hoe die robbedoes met de hond ravot. Er blijft geen spaander in de kamer heel". Jannetje moet Roda bij zijn halsband pakken en in een hoek neerleggen. „Foei Roda, je zet hier alles op stel ten". „Juffou bijft bij ons", juicht helt klei ne ding en ze trekt Jannetje aan haar rok naar een stoel. „Ik moet echt naar huis", zegt ze. Hij draait zich om. „Als het moet, juffrouw, zal ik u met de wagen even brengen. Het is donker geworden". „Juffrou hier bijfe roept Luusje. Hondje ook bijfe". Roda Ugt met zijn kop tussen zijn dikke poten en hij kijkt van de één naar de ander. Straks zal hij opspringen en de stoeipartij opnieuw doen beginnen. Jannetje steekt haar vinger op. „Pas op, hoor". Daar is Luusje warempel al bij de juffrouw op de schoot geklauterd. „Dat heeft ze bij Greet nog nooit ge daan zegt hij. Kom, ik ga brood snij den. U blijft immers hier?" „Als het dan moet, dan zal ik het eten klaar maiken. Luusje kan me wel even helpen". Hij valt in een stoel en grijpt de krant. In de modem ingerichte keuken maakt ze het avondeten klaar, terwijl Luusje bordje voor bordje naar de ka mer brengt. Als de tafel gedekt is, wordt er gege ten. Luusje zit naast de juffrouw en eet tegen alle gewoonten in twee sneedjes. Roda mag ook op een stoel aan tafel zitten, en hij krijgt ook zijn deel mee, maar hij moet zich helemaal koest hou den. „Is uw vrouw al lang dood", vraagt Jannetje en meteen begrijpt ze dat ze een pijnlijke vraag heeft gesteld. „Twee jaar", zegt Enting. Zij ziet, dat hij moeite doet om zich te beheersen. Daarom wijdt ze haar aan dacht aan het kind dat honderduit bab belt. Na het eten gaat Jannetje afwassen. Luusje mag nog even spelen met de hond, voordat ze naar bed moet. Als het zo ver is, vindt Jannetje dat ze nu naar huis moet. Maar dat is niet naar de zin van het kind. De „juffou" moet haar naar bed brengen, daar komt ze niet van onderuit. In optocht gaan ze naar de slaapka mer. „Nu, u redt zich wel", vindt Enting en hij keert terug. Jannetje kleedt het kind uit en laat haar, als had ze nooit anders gedaan, het avondgebedje opzeggen. De hond is warempel al in het bedje gesprongen. Het wordt een heel ge schreeuw en gelach voor die er weer uit is. Dan wil ze het kind toedekken, dat haar opeens om de hals vliegt en fluis tert: „Liefe moesie, hier bijfe". Jannetje stopt haar gauw onder en dan gaat ze vlug weg. De hond rommelt voor haar uit. Voor de kamerdeur schieten haar de tranen in de ogen. Wat heeft ze? Laat ze zich beheersen. Wat moet hij wel van haar denken? Als ze haar aandoening meester is, opent ze de deur. „Nu zal ik toch wegmoeten", zegt ze met afgewend gelaat. Hij staat op. „Ik zal u even brengen". „Maar dat kind vindt ze kunnen we dat zomaar aUeen laten? Nee, ik zal alleen gaan. Ik vind het wel". „Geen denken aan, juffrouw. Ik breng u weg. 't Is aardedonker buiten. En 't is TOT DE WET EN DE GETUIGENIS! Maar het land, dat beangstigd was, zal niet gans verduisterd worden Jes. 8 20-23 In de dagen van Jesaja ziet het er in het land Juda niet zo best uit! Vooral onder Koning Achaz gaat het van kwaad tot erger. Zo diep als hij was nog geen Koning uit het huis van David ge vallen. Hoewel hij de zoon was van Jotham, van wie verteld wordt, dat hij juist in de wegen des Heeren wandelt... Achaz breekt echter alles af. Zo'n Koning moet wel iets verschrik kelijks zijn voor een volk. En vooral als dat volk de naam „Juda" draagt en als dat volk het volk is, waaraan de Heere zelf Zijn Naam verbonden heeft! De ge volgen blijven dan ook niet uit, want er komt oorlog. Dat is de straf, die de Heere zendt om de ongehoorzaamheid van Koning en volk. Die straf is des te zwaarder, omdat het gaat om een Bur geroorlog tussen Juda en Israël. En komt Koning Achaz daardoor tot inkeer? Zeker niet! Zelfs van de komst van de profeet Jesaja trekt hij zich niets aan, hoewel deze hem de gelegen heid geeft een teken van de Heere te vragen. Maar Achaz wil dat onder geen voorwaarde. Hij ziet een betere Bond genoot: Assyrië, de grote wereldmacht van die dagen. Maar de gevolgen blij ven niet uit; tenslotte moet Koning Achaz blikken voor de Koning van As syrië. Onder dergelijke omstandigheden van allerlei wantoestanden valt het Jesaja niet gemakkelijk om te profeteren. Jesaja is een eenzame figuur, maar ook een sterke figuur. Want het geloof in de reis bij en moest de eerste ook nog he lemaal volbrengen. Na 1500 is er teruggang in deze soort reizen. Het reizen was moeilijk, er was veel oorlog in Europa en de invloed van de Reformatie nam meer en meer toe. Ik heb bijna 600 gevallen nagegaan in Middelburg, Zierikzee, Reimerswaal en Goes, tussen de jaren 1400 en 1550 on geveer. Van de 3 plaatsen, die ik in het begin van dit artikel noemde, komen Aarden- burg en Vrouwenpolder ook voor. De laatste plaats heet dan Onze Lieve Vrou we in de poldere. Misschien is dit wel hetzelfde als Onze Lieve Vrouwe op Zee, die ook enkele keren genoemd wordt. Eén keer staat er bij „in den duyne". In de meeste gevallen werd men ver oordeeld om naar Keulen te gaan, naar de Drie Koningen staat er soms bij. De naam wordt verschillend geschreven: Coelen, Cuelen, Ceiilen. Ook Aken is nogal eens aan de beurt geweest. En niet te vergeten Rome. Nog verder lag Compostella in Spanje, een heel bekend bedevaartsoord. Misschien was Einsiedeln (Insele) in Zwitserland nog moeüijker te bereiken. Daar zijn er veel naar toegestuurd. De hervormer Zwingli is er nog pastoor geweest. Zeeuwse namen zijn nog: St. WUle- boords in Oostkapelle, dat heyligen cru- ce te Tole (Tholen), St. Adriaan in Drei- schor. Wat daar voor bijzonders was is me niet bekend. Ook de Nederlandse plaatsen Amersfoort, Egmond, 's Herto- genbosch worden genoemd. De reis er heen was niet ver. Het verste is wel geweest Jeruzalem, dat maar een paar keer voorkomt. De misdaad. Het woord misdaad is een zwaar woord. Het waren bijna nooit erge mis daden waarvoor men gestraft werd. Wat we nu onbetekenende vergrijpen noe men, werd in de Middeleeuwen als een misdaad beschouwd. De straffen wa ren toen erg zwaar, juist het tegenover gestelde van tegenwoordig. Heel dikwijls lees ik van lasteren en beledigen. Gold dit de magistraat of een regeringspersoon, dan was men onver biddelijk. Behalve de boetetocht kwam er soms nog enkele jaren verbanning uit de stad bij. Men behoorde eerbied voor de overheid te hebben, gezag moet er zijn. En begin dan maar niet met be ledigingen of scheldwoorden of een op- roerig gedrag". Dat gold ook als men zijn moeder sloeg of in opstand kwam tegen zijn vader. Die behoren ook bij het gezag dat over ons gesteld is. Ook op straat behoorde men zich fat soenlijk te gedragen. Ook 's nachts, dan is het de tijd om te slapen en niet „bij I nacht lawaai maken of tieren" of 's nog wel een half uur fietsen". „Kunnen we dan niet beter even wachten tot ze slaapt?" „Beter wel", vindt hij. De hond knuffelt zich in haar schoot als ze zich in een diepe fauteuil neer laat. Enting heeft de houtblokken in de open baard aangestoken. Een paar schemerlampen verspreiden een gezelUg licht. „U woont hier eenzaam" begint ze. „Valt erg mee hoor zegt hij Hier naast loopt de weg naar het dorp. Maar dat is wel een kwartiertje rijden. Ik zou hier niet graag weg wUlen en ook niet weg kunnen". „Hebt u hier uw werk?" „Ja, de leemgroeve is van mij. Hier achter staat de fabriek. We bakken steen, buizen, dakpannen enzovoort". „Hebt u veel mensen in 't werk?" „Een twintigtal. U moet eens een keer overdag komen als het bedrijf volop aan de gang is. Ik denk, dat u het wel inte ressant zult vinden. Dit huis hebben we ook zeU gebouwd. Van onze eigen steen". „Maar de ingang niet", lacht ze. Hij kijkt haar vragend aan. „De ingang is van Bentheimer zand steen en de hal van Solnhöfer". „Hoe weet u dat?" vraagt hij verwon derd. „Heb Uc gezien daarnet". „Hebt u verstand van steen?" „Nou verstand'k Heb vanmiddag God van het Verbond maakt sterk. In de strijd, die de profeet Jesaja nu gaat voeren, is het wachtwoord: Tot de wet en tot de getuigenis! Dat is de leus, die Jesaja opheft tegen de ongehoorzaam heid en de afvalligheid van Koning en volk. En wie daar niet aan wil, zal het moeten ervaren, dat er voor hem geen dageraad zal zijn. Want de Heere leeft! En Zijn Woord is levend en krachtig. Het houdt stand in eeuwigheid, zowel in de bedreigin gen als in de beloften. Tot de wet en tot de getuigenis! Dat wil zeggen: Naar het Woord! Dat Woord predikt ons God. God in Zijn majesteit. God in Zijn heiligheid. Maar datzelfde Woord spreekt ook van genade en ont ferming. Het predikt vergeving, ver zoening in de Heere Jezus Christus. Het Woord, die wet en dat getuigenis, kan slaan en niets is er dan tegen bestand. Maar datzeUde Woord kan ook redding brengen en verlossing. Naar dat Woord dan heen! Daar moet de wereld naar toe, daar moeten wij allen naar toe! Telkens weer. Naar het Woord van God en naar de God van het Woord. En an dersgeen dageraad! De Heere geeft ons nog zoveel. Leven we daar echter ook naar? Hij geeft ons nog Zijn Woord. Luisteren we daar ech ter ook naar? Tot de wet en tot de ge tuigenis! En zo nietgeen dageraad! Wie het licht bij God niet zoekt, zegt Jesaja, die zal daardoor gaan hard ge drukt en hongerig; en het zal geschie den, wanneer hem hongert en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn Koning en zijn God, als hij opwaarts zal zien; als hij de aarde aanschouwen zal, zie daar zal benauwdheid en duis ternis zijn, hij zal verduisterd zijn door angst en voortgedreven door donker heid Dat betekent zoveel als: de gevolgen zullen niet uitblijven. Er zal dan aan alles gebrek gaan komen. En daar blij ven de mensen geestelijk niet onberoerd bij. Want als de nood bUjft, gaan de mensen vloeken. Vloeken op hun Ko ning, maar ook vloeken op hun God. Ze vloeken, want het is zo donker om hen heen Sinds 1976 organiseren de Raboban ken op Goeree-Overflakkee speciale busreizen voor de streekbewoners. Voorzichtig met één reis begonnen, bleek de anim.o dermate groot dat vorig jaar reeds een extra bus moest worden ingezet. Die grote belangstelling is waarschijnlijk te danken aan de zeer goede verzorging van deze reizen, die nachts huisvredebreuk plegen en ver nielingen aanrichten, ruiten ingooien en de poortwachter beledigen omdat hij de poort niet wU opendoen, wat hij 's nachts niet verplicht is. De meeste veroordeelden zijn man nen, die ook 's nachts wel eens meisjes durfden aanranden en verkrachten. Dronkenschap kwam maar een enkele keer voor. Bij de vrouwen is het meestal prosti tutie, waarvan ze beschuldigd worden en een straftocht moeten maken. Een keer waren zowel de moeder als de dochter schuldig. Een andere keer had den een man en een vrouw gemeenschap met elkaar in een gewijde kerk. Na de bedevaartstocht naar Rome werd de man „voor eeuwig" verbannen. En dan zijn er zulke vergrijpen, die altijd en overal gestraft worden, ook nu. Ik wU er tenslotte enkele noemen: Diefstal in een sterfhuis, bedelen en vagabonderen, het vernielen van een deur en de bewoner het huls uitjagen, het voorbij varen van de tol bij Dord recht zonder te betalen, diefstal van hout van de dijken, verwonden van een priester, het laten ontsnappen van ge vangenen door een cipier, het niet goed verbeteren van een dijk, het begraven van zijn kind zonder kennisgeving en kerkehjke ceremoniën (de vader had berouw, had het gedaan omdat er pest heerste), het wegblijven toen hij een misdadiger ter executie moest brengen, ondeugdelijk vlees verkopen en voor zetten aan de leden van het stadsbe stuur, goederen kopen van minderjari gen, een priester in de kerk dreigen met een mes, brand door schuld verosrza- ken, het stelen van bomen van het klooster Slon, een valse eed zweren, verkopen bulten de vastgestelde uren, weghalen van palen van de gemeente, naar de molen brengen van koren zon der toestemming. Dat is heel wat, ik zou het nog kun nen uitbreiden. Ernstige en minder ern stige vergrijpen, maar aUe gestraft met een bedevaartstocht, die in sommige gevallen kon afgekocht worden. Middelburg. L. van Wallenburg. wat steentjes gezocht in uw groeve. Mijn fietstas zit er vol van. Ik verzamel zo'n beetje". Hij springt op. „Dat is interessant. Gaat u eens mee". Hij gaat haar voor naar zijn kantoor tje opzij van de kamer, waar ze in gla zen vitrines een prachtige kollektie ste nen en ertsen ziet. „Maar die hebt u hier niet gevonden", zegt ze. „Dat klopt lacht hij. 'k Heb mijn vak geleerd in Duitsland en ook gewerkt in Franse en Belgische steengroeven". „Dan weet u er wel veel van", peinst ze. Plotseling valt haar oog op het por tret van een jonge vrouw op de schrijf tafel. Ze merkt, dat hij er ook naar kijkt, de handen diep in z'n zakken. „Ze was 24 jaar toen ze stierf zegt hij. Nu twee jaar geleden". Jannetje neemt het lijstje voorzichtig op. „Kwam ze hier uit het dorp?" „Nee, ze was een Duitse van geboorte". Er volgt een pijnlijke stilte. Jannetje weet niet wat ze verder moet vragen. Hij neemt het portret van haar over en zegt: „Zulke dingen zijn onbegrijpelijk, juffrouw. OnbegrijpeUjk en onaan vaardbaar. Ik geloof, dat ik het nooit te boven zal komen en nooit bülijken zal. Soms wel, als ik eens geloven mag dat we Boven weer zullen verenigd worden. Maar die ogenblikken zijn zo kort en ze komen zo weinig voor". Jannetje knikt. Ze kan er wel iets van Maaromdat ze vLoeken, blijft het ook zo donker! Geen dageraad! Wat komen we soms gemakkelijk tot zulk vloeken, helaas. Het moet allemaal maar tegenzitten in je leven en het moet je allemaal maar bij de handen afbre ken. Dan valt het niet mee om niet te gaan vloekenOm niet mee te doen met het vloeken van de mensen om ons heen. Wat stemmen we gemakkelijk in met dat koor! Om niet mee te doen, dat kan alleen maar door de kracht Gods. Door Zijn genade. We moeten weer leren vertrouwen op de almacht van de Vader in de hemel, in plaats van op andere machten. Daar om: Terug naar het Woord! Tot de wet en tot de getuigenis. Laat het Woord van God geen dood kapitaal zijn. Door het geloof zien we de schatten, die God geeft; horen we de stemmen, waardoor Hij ons roept tot de Bron van alle goed. Gelukkig is dat „verduisterd zijn door angst" en dat „voortgedreven worden door donkerheid" niet het laatste woord, dat Jesaja hier tot het in zonden leven de volk mag zeggen. Juist als Juda on der de goddeloze Koning Achaz het diepst is gezonken, komt de profeet in Gods Naam met een heerlijke Evange lieboodschap. Hij profeteert van het Licht. En het Licht is gekomen! God heeft Zijn belofte van genade wdar gemaakt. De ongelovigen hebben geen dageraad. Maar wie gelooft, die heeft het Licht. In ons leven kan het soms donker en duister zijnDan komt het erop aan, dat we werkelijk geloven in de Heere Jezus Christus. Dat we leven in ge meenschap met de Heiland. Als we dat niet kennen en als Gods bemoeienissen met ons ons niet tot bekering brengen, is er voor ons geen dageraad. Maar wie gelooft, weet dat Jezus Christus de verlatenheid en de duister nis heeft gekend. Daarom is er redding. En al blijft ons leven nog vol zorgen, de nóód is er niet meerEn de duis ternis óók niet! Er is Ucht. Hét Licht! Dirksland. M. van der Linden. worden georganiseerd in samenwer- Idng met Snel Reizen te Rotterdam. Deze onderneming beschikt over prima bussen, terwijl ook de hotels waarin de gasten verblijven erg goed zijn. Een en ander wordt bevestigd door die genen die in voorgaande jaren een der gelijke reis meemaakten. Voor dit jaar staan voorlopig twee reizen op het programma, die allebei beginnen op 22 mei a.s. In de eerste plaats is dat een 5-daagse busreis naar Riedener Mühlen, een plaatsje in het Duitse Eifelgebied. Het is een prachtig landschap, geken merkt door golvende hoogvlakten, uit gestrekte bossen, heidevelden en kleu rige landerijen, afgewisseld door berg toppen en diepe meren. In het rustige dorpje Riedener Müh len verblijft men in het moderne en ge zellige hotel Haus Hubertus. Dit hotel heeft een geweldig mooi aangelegde tuin met verschUlende hoogteniveaus. Het hotel is voorzien van alle gemakken: groot terras, overdekt en verwarmd zwembad, sauna, solarium etc. De mo derne kamers zijn gezeUig ingericht. Het gebied is rijk aan wandelpaden. Tijdens het verbhjf zijn er excursies door het Ahrdal, langs de Rijn (met be zoek aan o.a. Rüdesheim) en naar Co- chem. Prijzen vanaf 390,p.p. (kamer met douche). Geheel verzorgd en met excur sies. Omdat wij het verzoek kregen om ook eens een wat langere reis te orga niseren, gaan we dit jaar een 10-daagse busreis maken naar Eben lm Pongau. Eben ligt op 855 meter hoogte in de streek Pongau in de Oostenrijkse pro vincie Salzburg. De plaats ligt tussen bosrijke bergen: de „Dachstein" en de „Hochkönig" in het westen en de bergketens van de „Radstadter Tauem" in het zuiden. De bevolking is zeer gastvrij en vriendelijk, ledere zaterdag speelt de dorpskapel in klederdracht. De eigenaar van het hotel waar we verblijven, Hotel Kohier, doet al het mogelijke om het de gasten naar de zin te malten. Excursies worden o.a. gemaakt naar Salzburg, de Obertauem en St. Wolf gang („lm weissen Rössl"). Prijzen vanaf 615,p.p. Geheel ver zorgd en inclusief de excursies. Meer informatie omtrent deze reizen is te verkrijgen bij alle Rabobanken op Goeree-Overflakkee. begrijpen en het ook wel aanvoelen. Ze is ontroerd. „In die dingen staan we ons zelf vaak in de weg zegt ze. Wanneer we wat meer Gods Geest in ons hart Ueten spreken, zouden we met meer hoop en vertrouwen leven". Hij is blij verrast. Ze zijn in de kamer teruggekomen. „Hebt u dat ook wel eens?" „Ja zeker antwoordt ze en ze staart In de gloeiende houtblokken. Maar verder moet u niets van mij denken, hoor. Ik heb nooit iets ondervonden, *k Ben vol zonneschijn door het leven ge gaan tot nu toe. En wat ik zeg, is maar napraterij van anderen". Haar stem stokt. Ze staat op. „Nu moet ik weg, hoor", zegt ze met afgewend gezicht. „'t Is goed", zucht hij. Even later zit ze naast hem in de ka- bine. De hond ligt op haar schoot. Er wordt tijdens de rit niet gesproken, 't Is maar een eindje, dan zijn ze voor haar huis. Hij tilt haar fiets uit de laadbak, terwijl de motor blijft draaien. „Maar gauw terug naar dat lieve Idnd zegt ze hartelijk. En wel bedankt hoor". „En moet ik u op een vrije woensdag middag eens halen om het bedrijf te zien?" „Heel graag", zegt ze.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 5