EIIAriDEtl - niEUWS
Ter bedevaart als straf
Overdenking
Zeeuwse wandelingen
HET MEISJE MET
DESCHELDNMM
uit de
Heilige Schrift
2e Uad
Vrij(|ag 13 janiiari 1978
No. 4657
--£l.
KVENSTER
HEX
ir Tür
it ir
AUTOWASSEN
EEN PROBLEEM?
auto-wasserette
JAC. DE GAST
Paardrijden in 14 da
gen onder de icnie
VEBVOLGVERHAAL
Fiakiceeërs weer met
Rabobanken
op vakantie
Uw huls verkopen?
TAIVIBOER
(Wordt vcrvolsfd)
blik op ker
en samenleving
Putten
VARA en VPRO
Er zijn van die plaatsnamen die in de
Tweede Wereldoorlog tot een begrip
zijn geworden. Plaatsnamen, die tot dan
toe vrijwel onbekend wEiren, maar sinds
dien voorgoed verbonden zijn met de
ontaarde praktijken van de Duitse be
zetter. Ik denk aan plaatsen waar de be-
rucMe concentratiekampen waren ge
vestigd: Vught, St. Michielsgestel, Wes-
terbork. Maar ik denk ook aan andere
plaatsen waar de bezetter gruwelijk
heeft huisgehouden. En dan komt al
spoedig de naam Putten voor onze geest.
Putten, het dorp op de Veluwe, waar de
Duitsers als een represaille-maatregel
voor de moordaanslag op Rauter 660
jonge mannen en zonen bijeendreven in
de kerk, en hun zonder gelegenheid om
afscheid te nemen van hun familie, weg
voerden naar Duitsland. Na de oorlog
keerden nauwelijks 100 van hen naar
huis terug. Onnoemelijk leed werd uit
gegoten over di-t rustige Veluwse dorp,
dat na de oorlog „het weduwendorp"
werd genoemd.
U kent de geschiedenis. De VARA
heeft het nodig gevonden al dit leed nog
weer eens op te rakelen door de uitzen
ding van een televisie-documentaire.
Oorspronkelijk zou het stuk worden
uitgezonden op 2de Kerstdag, maar on
der de druk van de protesten is de da
tum verschoven naar 30 december. Ver
zoeken, talrijke verzoeken aan de VARA
om geheel van de uitzending af te zien
mochten niet baten. Koste wat het kost,
maar Putten zou nogeens uitvoerig wor
den geconfronteerd met het nameloze
verdriet dat over dit dorp gekomen is,
in oktober 1944.
Nu zou het nog niet zó erg zijn ge
weest, wanneer de VARA van deze de
portatie een waarheidsgetrouw beeld
had getekend. Maar dat is het nu juist
deze uitzending was tendentieus. Er
werd niet in gezegd, maar wel duidelijk
gesuggereerd, dat Putten deze ramp aan
zichzelf te wijten had. De schuld werd
namelijk geschoven op de godsdienst
van Putten en op de beleving daarvan.
Immers, Putten is een gemeente die be
hoort tot de Ger. Bond in de Herv. Kerk.
Welnu, deze richting predikt trouw aan
de overheid, dus ook aan de bezettende
de macht. Bovendien waren deze men
sen door hun lijdelijke inslag niet opge
wassen tegen de vijand. Geen wonder
dat zo weinigen van hen naar huis te
rugkeerden
We hebben hier weer het zoveelste
symptoom van vijandschap van de pu
bliciteitsmedia tegen de mensen die wil
len leven bij het Woord. Want dat deze
visie ongegrond is, is al overtuigend aan
getoond door de bekende» en onbevoor
oordeelde Dr, L. de Jong, die een spe
cialist is in de kennis van al wat in de
Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Het
drama van Putten heeft dan ook met
lijdelijkheid of met pro-duitse gezind
heid niets te maken.
Maar de VARA heeft deze geschiede
nis weer aangegrepen om een lak te leg
gen op een bepaald deel van de bevol
king. En de duizenden die het stuk ge
zien hebben weten het weer: Dat hèb je
nu van die zware godsdienst.
Ik schreef vorige week dat het ver
zet „grimmiger" wordt. Dat geldt niet in
het minst van de publiciteitsmedia, ra
dio en televisie. De VARA kan er wat
van, de VPRO nog iets meer.
Wie toevallig de radio heeft aanstaan
als de VPRO in de ether is, die kan wat
aanhoren! Zoveel reeksen vloeken, gods
lasteringen, beledigingen van het gezag
en van de regering hoor je niet vaak
achter elkaar. En 's maandags is er
steeds een rubriek „antwoord", waarin
luisteraars telefonisch kunnen reageren
en desgewenst protesteren tegen be
paalde uitlatingen.
Ik raad echter niemand aan van deze
gelegenheid gebruik te maken, want
men laat de klagers toch niet uitspreken
óf ze worden overbluft. Bovendien, ik
raad iedereen af naar de uitzendingen
van de VPRO te luisteren. Eigenlijk
snap ik niet goed dat dat allemaal door
de beugel kan. Maar ach, wat kan er nu
niet in dit land?
WAARNEMER.
Hoeft helemaal niet!
Wij hebben nu een
Automoblelbedrüf
Korteweegje 41 - 42
DIRKSIi AND
Het paardrijcentrum „Kleebauer" in
het Oostenrijkse plaatsje Altenfelden im
Mühlviertel gaat wat doen om begin
nende paardrijders gauw zelfvertrouwen
bij te brengen. Van 28 januari tot 18 ju
ni a.s. wordt in cursussen van 14 dagen
geleerd het paard letterlijk en figuurlijk
onder de knie te krijgen. De opzet van
de cursus is dat men geen angst meer
heeft om te vallen en dat men rustig
zittend in het zadel fijne tochten kan
maken. De cursus wordt dan ook als
demonstratie van zelfvertrouwen beslo
ten met een tocht door het nabijgelegen
Böhmerwald.
In de cursusprijs van ös 5700 (ca.
850,zijn inbegrepen de paardtijlessen,
het rij diploma en 14 dagen logies In ka
mers met bad/douche op basis van half
pension.
Gevorderde paardrijders kunnen
trouwens ook bij „Kleebauer" terecht.
Ze kunnen een „ruiterpas" (een soort
rijbewijs voor paardrijders) halen tij
dens een cursus van 7 of 14 dagen. Die
omvat 25 a 40 lesuren, bestaande uit de
onderdelen dressuur, terreinritten en
theorie. Kosten ös 4750 (ca. 710,—)
voor een week en ös 6800 (ca 1020,
voor 14 dagen (ook op basis van half
pension in kamers niet bad en toilet).
Nadere inlichtingen bijFamilie Klee
bauer, A 4121 Altenfelden óf bij het
Oostenrijks Verkeersbureau in Amster
dam, Singel 464, tel. 020 - 25 59 33.
't Is weer al enige jaren geleden dat
ik een paar artikelen heb geschreven
over 3 Zeeuwse bedevaartsplaatsen. Dat
was in de tijd toen er in ons land maar
één kerk was, de roomse kerk.
In Vrouwenpolder was er in de kerk
een vreemd schilderijtje van Maria. Het
was door een onbekende werldoze schil-
dersgezel geschilderd.
Plotseling was de man verdwenen en
is nooit meer teruggezien. Sommigen
meenden dat het een engel was. De
schilderij hangt nog in een zijkapel van
de r.k. kerk in Middelburg.
Op Souburg hing er een wonderdoend
Mariabeeld in een nis van de kerktoren.
Veel weten we er niet van, tijdens de
beeldenstorm van 1566 is het vernietigd
en de nis is toegemetseld.
In Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen
vereerde raen Maria met de inktpot.
Hieraan is het verhaal verbonden 'van
een jonge man, die wegens moord ter
dood was veroordeeld. Maar hij had de
moord niet gepleegd, Maria is hem in
de gevangenis verschenen en heeft zijn
onschuld aan het licht gebracht.
Bedevaartsplaatsen.
Deze drie plaatsen werden vóór de
Hervorming druk bezocht door duizen
den pelgrims, die er kwamen om te bid
den om de vervulling van een of andere
wens. Naar dergelijke plaatsen werden
er echter ook opgelegde bedevaarten ge
maakt. Men was ertoe gedwongen om
boete te doen voor iets verkeerds dat
men had gedaan. Had men de pelgrims
tocht gemaakt, dan was het kwaad ge
boet en kon men aflaat, vergeving van
zonden krijgen.
Ook geestelijken, die gezondigd had
den, werden gedwongen tot een bede
vaartstocht. Hoe erger hun misdrijf was,
des te verder moesten ze naar zo'n
plaats der verzoening.
In de Middeleeuwen was het reizen
moeilijk en viel het niet mee om ver
weg te treliken.
Daarom maakte de overheid het in
sommige gevallen wat gemakkelijker:
men kon de boetetocht afkopen. Dat was
wel aantrekkelijlc, men was dan niet zo
lang van huis en weg uit het werk.
In Gent moet er een Ujst geweest zijn
niet 250 bedevaartsplaatsen en achter
iedere plaats de afkoopsom. Hoe verder
de plaats, hoe hoger de som. Maar
men moest er het geld voor hebben en
dat had niet iedereen.
Ook kon men soms de lange reis af
kopen door een paar duizend stenen te
leveren. Bakstenen, op veel plaatsen
waren er toen steenbakkerijen. Dat was
voordelig voor de gemeente of de kerk
en de straf was toch voltrokken.
Vooral bij de gevallen in Goes, die ik
heb gelezen, kon men de lange reis dik
wijls afkopen door het leveren van ste
nen. Behalve dan dat ene geval, waarbij
iemand werd veroordeeld wegens bele
diging en oproerig gedrag tot twee be
devaarten: naar Rome en naar Spanje.
Bovendien moest hij nog 25.000 stenen
leveren!
Als men van de tocht terug kwam,
moest men het bewijs leveren, dat men
in bedoelde plaats geweest was. Een
paar keer is het gebeurd, dat iemand
terugkwam zonder zijn straftocht vol
ledig te hebben gemaakt. Hij had er on
derweg zeker genoeg van gekregen.
Maar hij kreeg er een nieuwe boete-
Wlllibrordusput te HeUoo
(bedevaartsplaats)
door T. Mateboer
N.V. Uitgevera „De Banier^^ - Utrecht
32
Ma^r de volgende dag had ze er niet
meer aan gedacht.
„Dus u hebt Luusje in het bos gevon
den? Nou juffrouw, daarvoor bUjft u bij
ons eten. Moet u toch eens zien hoe die
robbedoes met de hond ravot. Er blijft
geen spaander in de kamer heel".
Jannetje moet Roda bij zijn halsband
pakken en in een hoek neerleggen.
„Foei Roda, je zet hier alles op stel
ten".
„Juffou bijft bij ons", juicht helt klei
ne ding en ze trekt Jannetje aan haar
rok naar een stoel.
„Ik moet echt naar huis", zegt ze.
Hij draait zich om. „Als het moet,
juffrouw, zal ik u met de wagen even
brengen. Het is donker geworden".
„Juffrou hier bijfe roept Luusje.
Hondje ook bijfe".
Roda Ugt met zijn kop tussen zijn
dikke poten en hij kijkt van de één naar
de ander. Straks zal hij opspringen en
de stoeipartij opnieuw doen beginnen.
Jannetje steekt haar vinger op.
„Pas op, hoor".
Daar is Luusje warempel al bij de
juffrouw op de schoot geklauterd.
„Dat heeft ze bij Greet nog nooit ge
daan zegt hij. Kom, ik ga brood snij
den. U blijft immers hier?"
„Als het dan moet, dan zal ik het eten
klaar maiken. Luusje kan me wel even
helpen".
Hij valt in een stoel en grijpt de krant.
In de modem ingerichte keuken
maakt ze het avondeten klaar, terwijl
Luusje bordje voor bordje naar de ka
mer brengt.
Als de tafel gedekt is, wordt er gege
ten.
Luusje zit naast de juffrouw en eet
tegen alle gewoonten in twee sneedjes.
Roda mag ook op een stoel aan tafel
zitten, en hij krijgt ook zijn deel mee,
maar hij moet zich helemaal koest hou
den.
„Is uw vrouw al lang dood", vraagt
Jannetje en meteen begrijpt ze dat ze
een pijnlijke vraag heeft gesteld.
„Twee jaar", zegt Enting.
Zij ziet, dat hij moeite doet om zich
te beheersen. Daarom wijdt ze haar aan
dacht aan het kind dat honderduit bab
belt.
Na het eten gaat Jannetje afwassen.
Luusje mag nog even spelen met de
hond, voordat ze naar bed moet.
Als het zo ver is, vindt Jannetje dat
ze nu naar huis moet. Maar dat is niet
naar de zin van het kind. De „juffou"
moet haar naar bed brengen, daar komt
ze niet van onderuit.
In optocht gaan ze naar de slaapka
mer.
„Nu, u redt zich wel", vindt Enting en
hij keert terug.
Jannetje kleedt het kind uit en laat
haar, als had ze nooit anders gedaan,
het avondgebedje opzeggen.
De hond is warempel al in het bedje
gesprongen. Het wordt een heel ge
schreeuw en gelach voor die er weer uit
is. Dan wil ze het kind toedekken, dat
haar opeens om de hals vliegt en fluis
tert: „Liefe moesie, hier bijfe".
Jannetje stopt haar gauw onder en
dan gaat ze vlug weg. De hond rommelt
voor haar uit.
Voor de kamerdeur schieten haar de
tranen in de ogen. Wat heeft ze? Laat
ze zich beheersen. Wat moet hij wel van
haar denken?
Als ze haar aandoening meester is,
opent ze de deur.
„Nu zal ik toch wegmoeten", zegt ze
met afgewend gelaat. Hij staat op. „Ik
zal u even brengen".
„Maar dat kind vindt ze kunnen
we dat zomaar aUeen laten? Nee, ik zal
alleen gaan. Ik vind het wel".
„Geen denken aan, juffrouw. Ik breng
u weg. 't Is aardedonker buiten. En 't is
TOT DE WET EN DE GETUIGENIS!
Maar het land, dat beangstigd
was, zal niet gans verduisterd
worden Jes. 8 20-23
In de dagen van Jesaja ziet het er in
het land Juda niet zo best uit! Vooral
onder Koning Achaz gaat het van
kwaad tot erger. Zo diep als hij was nog
geen Koning uit het huis van David ge
vallen. Hoewel hij de zoon was van
Jotham, van wie verteld wordt, dat hij
juist in de wegen des Heeren wandelt...
Achaz breekt echter alles af.
Zo'n Koning moet wel iets verschrik
kelijks zijn voor een volk. En vooral als
dat volk de naam „Juda" draagt en als
dat volk het volk is, waaraan de Heere
zelf Zijn Naam verbonden heeft! De ge
volgen blijven dan ook niet uit, want er
komt oorlog. Dat is de straf, die de
Heere zendt om de ongehoorzaamheid
van Koning en volk. Die straf is des te
zwaarder, omdat het gaat om een Bur
geroorlog tussen Juda en Israël.
En komt Koning Achaz daardoor tot
inkeer? Zeker niet! Zelfs van de komst
van de profeet Jesaja trekt hij zich
niets aan, hoewel deze hem de gelegen
heid geeft een teken van de Heere te
vragen. Maar Achaz wil dat onder geen
voorwaarde. Hij ziet een betere Bond
genoot: Assyrië, de grote wereldmacht
van die dagen. Maar de gevolgen blij
ven niet uit; tenslotte moet Koning
Achaz blikken voor de Koning van As
syrië.
Onder dergelijke omstandigheden van
allerlei wantoestanden valt het Jesaja
niet gemakkelijk om te profeteren.
Jesaja is een eenzame figuur, maar ook
een sterke figuur. Want het geloof in de
reis bij en moest de eerste ook nog he
lemaal volbrengen.
Na 1500 is er teruggang in deze soort
reizen. Het reizen was moeilijk, er was
veel oorlog in Europa en de invloed van
de Reformatie nam meer en meer toe.
Ik heb bijna 600 gevallen nagegaan in
Middelburg, Zierikzee, Reimerswaal en
Goes, tussen de jaren 1400 en 1550 on
geveer.
Van de 3 plaatsen, die ik in het begin
van dit artikel noemde, komen Aarden-
burg en Vrouwenpolder ook voor. De
laatste plaats heet dan Onze Lieve Vrou
we in de poldere. Misschien is dit wel
hetzelfde als Onze Lieve Vrouwe op
Zee, die ook enkele keren genoemd
wordt. Eén keer staat er bij „in den
duyne".
In de meeste gevallen werd men ver
oordeeld om naar Keulen te gaan, naar
de Drie Koningen staat er soms bij. De
naam wordt verschillend geschreven:
Coelen, Cuelen, Ceiilen.
Ook Aken is nogal eens aan de beurt
geweest. En niet te vergeten Rome. Nog
verder lag Compostella in Spanje, een
heel bekend bedevaartsoord.
Misschien was Einsiedeln (Insele) in
Zwitserland nog moeüijker te bereiken.
Daar zijn er veel naar toegestuurd. De
hervormer Zwingli is er nog pastoor
geweest.
Zeeuwse namen zijn nog: St. WUle-
boords in Oostkapelle, dat heyligen cru-
ce te Tole (Tholen), St. Adriaan in Drei-
schor. Wat daar voor bijzonders was is
me niet bekend. Ook de Nederlandse
plaatsen Amersfoort, Egmond, 's Herto-
genbosch worden genoemd. De reis er
heen was niet ver.
Het verste is wel geweest Jeruzalem,
dat maar een paar keer voorkomt.
De misdaad.
Het woord misdaad is een zwaar
woord. Het waren bijna nooit erge mis
daden waarvoor men gestraft werd. Wat
we nu onbetekenende vergrijpen noe
men, werd in de Middeleeuwen als een
misdaad beschouwd. De straffen wa
ren toen erg zwaar, juist het tegenover
gestelde van tegenwoordig.
Heel dikwijls lees ik van lasteren en
beledigen. Gold dit de magistraat of een
regeringspersoon, dan was men onver
biddelijk. Behalve de boetetocht kwam
er soms nog enkele jaren verbanning
uit de stad bij. Men behoorde eerbied
voor de overheid te hebben, gezag moet
er zijn. En begin dan maar niet met be
ledigingen of scheldwoorden of een op-
roerig gedrag". Dat gold ook als men
zijn moeder sloeg of in opstand kwam
tegen zijn vader. Die behoren ook bij
het gezag dat over ons gesteld is.
Ook op straat behoorde men zich fat
soenlijk te gedragen. Ook 's nachts, dan
is het de tijd om te slapen en niet „bij
I nacht lawaai maken of tieren" of 's
nog wel een half uur fietsen".
„Kunnen we dan niet beter even
wachten tot ze slaapt?"
„Beter wel", vindt hij.
De hond knuffelt zich in haar schoot
als ze zich in een diepe fauteuil neer
laat. Enting heeft de houtblokken in de
open baard aangestoken. Een paar
schemerlampen verspreiden een gezelUg
licht.
„U woont hier eenzaam" begint ze.
„Valt erg mee hoor zegt hij Hier
naast loopt de weg naar het dorp. Maar
dat is wel een kwartiertje rijden. Ik zou
hier niet graag weg wUlen en ook niet
weg kunnen".
„Hebt u hier uw werk?"
„Ja, de leemgroeve is van mij. Hier
achter staat de fabriek. We bakken
steen, buizen, dakpannen enzovoort".
„Hebt u veel mensen in 't werk?"
„Een twintigtal. U moet eens een keer
overdag komen als het bedrijf volop aan
de gang is. Ik denk, dat u het wel inte
ressant zult vinden. Dit huis hebben we
ook zeU gebouwd. Van onze eigen
steen".
„Maar de ingang niet", lacht ze.
Hij kijkt haar vragend aan.
„De ingang is van Bentheimer zand
steen en de hal van Solnhöfer".
„Hoe weet u dat?" vraagt hij verwon
derd.
„Heb Uc gezien daarnet".
„Hebt u verstand van steen?"
„Nou verstand'k Heb vanmiddag
God van het Verbond maakt sterk. In de
strijd, die de profeet Jesaja nu gaat
voeren, is het wachtwoord: Tot de wet
en tot de getuigenis! Dat is de leus, die
Jesaja opheft tegen de ongehoorzaam
heid en de afvalligheid van Koning en
volk. En wie daar niet aan wil, zal het
moeten ervaren, dat er voor hem geen
dageraad zal zijn.
Want de Heere leeft! En Zijn Woord
is levend en krachtig. Het houdt stand
in eeuwigheid, zowel in de bedreigin
gen als in de beloften.
Tot de wet en tot de getuigenis! Dat
wil zeggen: Naar het Woord! Dat Woord
predikt ons God. God in Zijn majesteit.
God in Zijn heiligheid. Maar datzelfde
Woord spreekt ook van genade en ont
ferming. Het predikt vergeving, ver
zoening in de Heere Jezus Christus. Het
Woord, die wet en dat getuigenis, kan
slaan en niets is er dan tegen bestand.
Maar datzeUde Woord kan ook redding
brengen en verlossing. Naar dat Woord
dan heen! Daar moet de wereld naar
toe, daar moeten wij allen naar toe!
Telkens weer. Naar het Woord van God
en naar de God van het Woord. En an
dersgeen dageraad!
De Heere geeft ons nog zoveel. Leven
we daar echter ook naar? Hij geeft ons
nog Zijn Woord. Luisteren we daar ech
ter ook naar? Tot de wet en tot de ge
tuigenis! En zo nietgeen dageraad!
Wie het licht bij God niet zoekt, zegt
Jesaja, die zal daardoor gaan hard ge
drukt en hongerig; en het zal geschie
den, wanneer hem hongert en hij zeer
toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op
zijn Koning en zijn God, als hij opwaarts
zal zien; als hij de aarde aanschouwen
zal, zie daar zal benauwdheid en duis
ternis zijn, hij zal verduisterd zijn door
angst en voortgedreven door donker
heid
Dat betekent zoveel als: de gevolgen
zullen niet uitblijven. Er zal dan aan
alles gebrek gaan komen. En daar blij
ven de mensen geestelijk niet onberoerd
bij. Want als de nood bUjft, gaan de
mensen vloeken. Vloeken op hun Ko
ning, maar ook vloeken op hun God. Ze
vloeken, want het is zo donker om hen
heen
Sinds 1976 organiseren de Raboban
ken op Goeree-Overflakkee speciale
busreizen voor de streekbewoners.
Voorzichtig met één reis begonnen,
bleek de anim.o dermate groot dat vorig
jaar reeds een extra bus moest worden
ingezet. Die grote belangstelling is
waarschijnlijk te danken aan de zeer
goede verzorging van deze reizen, die
nachts huisvredebreuk plegen en ver
nielingen aanrichten, ruiten ingooien en
de poortwachter beledigen omdat hij de
poort niet wU opendoen, wat hij 's
nachts niet verplicht is.
De meeste veroordeelden zijn man
nen, die ook 's nachts wel eens meisjes
durfden aanranden en verkrachten.
Dronkenschap kwam maar een enkele
keer voor.
Bij de vrouwen is het meestal prosti
tutie, waarvan ze beschuldigd worden
en een straftocht moeten maken. Een
keer waren zowel de moeder als de
dochter schuldig. Een andere keer had
den een man en een vrouw gemeenschap
met elkaar in een gewijde kerk. Na de
bedevaartstocht naar Rome werd de
man „voor eeuwig" verbannen.
En dan zijn er zulke vergrijpen, die
altijd en overal gestraft worden, ook nu.
Ik wU er tenslotte enkele noemen:
Diefstal in een sterfhuis, bedelen en
vagabonderen, het vernielen van een
deur en de bewoner het huls uitjagen,
het voorbij varen van de tol bij Dord
recht zonder te betalen, diefstal van
hout van de dijken, verwonden van een
priester, het laten ontsnappen van ge
vangenen door een cipier, het niet goed
verbeteren van een dijk, het begraven
van zijn kind zonder kennisgeving en
kerkehjke ceremoniën (de vader had
berouw, had het gedaan omdat er pest
heerste), het wegblijven toen hij een
misdadiger ter executie moest brengen,
ondeugdelijk vlees verkopen en voor
zetten aan de leden van het stadsbe
stuur, goederen kopen van minderjari
gen, een priester in de kerk dreigen met
een mes, brand door schuld verosrza-
ken, het stelen van bomen van het
klooster Slon, een valse eed zweren,
verkopen bulten de vastgestelde uren,
weghalen van palen van de gemeente,
naar de molen brengen van koren zon
der toestemming.
Dat is heel wat, ik zou het nog kun
nen uitbreiden. Ernstige en minder ern
stige vergrijpen, maar aUe gestraft met
een bedevaartstocht, die in sommige
gevallen kon afgekocht worden.
Middelburg. L. van Wallenburg.
wat steentjes gezocht in uw groeve.
Mijn fietstas zit er vol van. Ik verzamel
zo'n beetje".
Hij springt op. „Dat is interessant.
Gaat u eens mee".
Hij gaat haar voor naar zijn kantoor
tje opzij van de kamer, waar ze in gla
zen vitrines een prachtige kollektie ste
nen en ertsen ziet.
„Maar die hebt u hier niet gevonden",
zegt ze.
„Dat klopt lacht hij. 'k Heb mijn
vak geleerd in Duitsland en ook gewerkt
in Franse en Belgische steengroeven".
„Dan weet u er wel veel van", peinst ze.
Plotseling valt haar oog op het por
tret van een jonge vrouw op de schrijf
tafel. Ze merkt, dat hij er ook naar
kijkt, de handen diep in z'n zakken.
„Ze was 24 jaar toen ze stierf zegt
hij. Nu twee jaar geleden".
Jannetje neemt het lijstje voorzichtig
op. „Kwam ze hier uit het dorp?"
„Nee, ze was een Duitse van geboorte".
Er volgt een pijnlijke stilte. Jannetje
weet niet wat ze verder moet vragen.
Hij neemt het portret van haar over en
zegt: „Zulke dingen zijn onbegrijpelijk,
juffrouw. OnbegrijpeUjk en onaan
vaardbaar. Ik geloof, dat ik het nooit te
boven zal komen en nooit bülijken zal.
Soms wel, als ik eens geloven mag dat
we Boven weer zullen verenigd worden.
Maar die ogenblikken zijn zo kort en ze
komen zo weinig voor".
Jannetje knikt. Ze kan er wel iets van
Maaromdat ze vLoeken, blijft het
ook zo donker! Geen dageraad!
Wat komen we soms gemakkelijk tot
zulk vloeken, helaas. Het moet allemaal
maar tegenzitten in je leven en het moet
je allemaal maar bij de handen afbre
ken. Dan valt het niet mee om niet te
gaan vloekenOm niet mee te doen
met het vloeken van de mensen om ons
heen. Wat stemmen we gemakkelijk in
met dat koor! Om niet mee te doen, dat
kan alleen maar door de kracht Gods.
Door Zijn genade.
We moeten weer leren vertrouwen op
de almacht van de Vader in de hemel,
in plaats van op andere machten. Daar
om: Terug naar het Woord! Tot de wet
en tot de getuigenis. Laat het Woord
van God geen dood kapitaal zijn. Door
het geloof zien we de schatten, die God
geeft; horen we de stemmen, waardoor
Hij ons roept tot de Bron van alle goed.
Gelukkig is dat „verduisterd zijn door
angst" en dat „voortgedreven worden
door donkerheid" niet het laatste woord,
dat Jesaja hier tot het in zonden leven
de volk mag zeggen. Juist als Juda on
der de goddeloze Koning Achaz het
diepst is gezonken, komt de profeet in
Gods Naam met een heerlijke Evange
lieboodschap. Hij profeteert van het
Licht.
En het Licht is gekomen! God heeft
Zijn belofte van genade wdar gemaakt.
De ongelovigen hebben geen dageraad.
Maar wie gelooft, die heeft het Licht.
In ons leven kan het soms donker en
duister zijnDan komt het erop aan,
dat we werkelijk geloven in de Heere
Jezus Christus. Dat we leven in ge
meenschap met de Heiland. Als we dat
niet kennen en als Gods bemoeienissen
met ons ons niet tot bekering brengen,
is er voor ons geen dageraad.
Maar wie gelooft, weet dat Jezus
Christus de verlatenheid en de duister
nis heeft gekend. Daarom is er redding.
En al blijft ons leven nog vol zorgen,
de nóód is er niet meerEn de duis
ternis óók niet! Er is Ucht. Hét Licht!
Dirksland. M. van der Linden.
worden georganiseerd in samenwer-
Idng met Snel Reizen te Rotterdam.
Deze onderneming beschikt over prima
bussen, terwijl ook de hotels waarin de
gasten verblijven erg goed zijn.
Een en ander wordt bevestigd door die
genen die in voorgaande jaren een der
gelijke reis meemaakten.
Voor dit jaar staan voorlopig twee
reizen op het programma, die allebei
beginnen op 22 mei a.s.
In de eerste plaats is dat een 5-daagse
busreis naar Riedener Mühlen, een
plaatsje in het Duitse Eifelgebied.
Het is een prachtig landschap, geken
merkt door golvende hoogvlakten, uit
gestrekte bossen, heidevelden en kleu
rige landerijen, afgewisseld door berg
toppen en diepe meren.
In het rustige dorpje Riedener Müh
len verblijft men in het moderne en ge
zellige hotel Haus Hubertus. Dit hotel
heeft een geweldig mooi aangelegde
tuin met verschUlende hoogteniveaus.
Het hotel is voorzien van alle gemakken:
groot terras, overdekt en verwarmd
zwembad, sauna, solarium etc. De mo
derne kamers zijn gezeUig ingericht. Het
gebied is rijk aan wandelpaden.
Tijdens het verbhjf zijn er excursies
door het Ahrdal, langs de Rijn (met be
zoek aan o.a. Rüdesheim) en naar Co-
chem.
Prijzen vanaf 390,p.p. (kamer met
douche). Geheel verzorgd en met excur
sies.
Omdat wij het verzoek kregen om
ook eens een wat langere reis te orga
niseren, gaan we dit jaar een 10-daagse
busreis maken naar Eben lm Pongau.
Eben ligt op 855 meter hoogte in de
streek Pongau in de Oostenrijkse pro
vincie Salzburg.
De plaats ligt tussen bosrijke bergen:
de „Dachstein" en de „Hochkönig" in
het westen en de bergketens van de
„Radstadter Tauem" in het zuiden. De
bevolking is zeer gastvrij en vriendelijk,
ledere zaterdag speelt de dorpskapel in
klederdracht.
De eigenaar van het hotel waar we
verblijven, Hotel Kohier, doet al het
mogelijke om het de gasten naar de zin
te malten.
Excursies worden o.a. gemaakt naar
Salzburg, de Obertauem en St. Wolf
gang („lm weissen Rössl").
Prijzen vanaf 615,p.p. Geheel ver
zorgd en inclusief de excursies.
Meer informatie omtrent deze reizen
is te verkrijgen bij alle Rabobanken op
Goeree-Overflakkee.
begrijpen en het ook wel aanvoelen.
Ze is ontroerd.
„In die dingen staan we ons zelf vaak
in de weg zegt ze. Wanneer we
wat meer Gods Geest in ons hart Ueten
spreken, zouden we met meer hoop en
vertrouwen leven".
Hij is blij verrast.
Ze zijn in de kamer teruggekomen.
„Hebt u dat ook wel eens?"
„Ja zeker antwoordt ze en ze staart
In de gloeiende houtblokken. Maar
verder moet u niets van mij denken,
hoor. Ik heb nooit iets ondervonden, *k
Ben vol zonneschijn door het leven ge
gaan tot nu toe. En wat ik zeg, is maar
napraterij van anderen".
Haar stem stokt.
Ze staat op. „Nu moet ik weg, hoor",
zegt ze met afgewend gezicht.
„'t Is goed", zucht hij.
Even later zit ze naast hem in de ka-
bine. De hond ligt op haar schoot. Er
wordt tijdens de rit niet gesproken, 't Is
maar een eindje, dan zijn ze voor haar
huis. Hij tilt haar fiets uit de laadbak,
terwijl de motor blijft draaien.
„Maar gauw terug naar dat lieve Idnd
zegt ze hartelijk. En wel bedankt
hoor".
„En moet ik u op een vrije woensdag
middag eens halen om het bedrijf te
zien?"
„Heel graag", zegt ze.