EIIAIIDEII - niEUWS Overdenking vondcfhcydcA HET MEISJE MET DE SCHELDNABM uit de Heilige Schrift 2e blad Vrijdag 6 jajiuaoi 1978 Nö, i655 HET' KVENSTER it tV WASAUTOMAAT o voor snelle reparatie 01877-1286 KORFBAL Uw huis verkopen? TAMBOER DE HEERE STRAFT DE ZONDAAR BTJIVENiNIEUWS Schoonheids-specialist Piet Lazeroms wil dit seizoen nog eenmaal schitteren in Oude Tonge X GERO X altijd voor iedereen X 20% icorting X A. Vroegindeweij X t Westdijk 46 - Middelharnis Opicnapbeurt voor korenmolen Uw huis verkopen? TAIVIBOER 1 1 l. 3 k 5 6 7 8 3 blikcp k«rk •n «ammlavini Een nieuw jaar Anti-christelgke machten De verlossing nabq Ik vlei me niet mett de gedachte dat iemand mijn wekelijkse praatje in het Oudejaarsnummer zal hebben gemist. Voor heft geval dat U het tussen de vele Nieuwjaarswensen tevergeefs hebt ge zocht: het ontbrak inderdaad. Nu we de denkbeeldige grensovergang weer heb ben gemaakt kan ik toch niet zomaar beginnen alsof er niets gebeurd is. Hoe wel wat is er eigenlijk gebeurd? We schrijven nu 1978 inplaa/ts van 1977, en vooral de eerste maand geeft dat nog weleens problemen bij de aanhef van een brief doordat we nog gedachteloos een zeven neerzetten inplaaits van een achtMaar verder is alles gewoon doorgegaan, doordat we wel een nieuw jaar hebben, maar nog steeds een oude wereld met al z'n zorgen, verdriet, el lende en pijn. Het is de stereotiepe vraag die telken- jare weer wordt gesteld: Wat zal dit nieuwe jaar ons weer brengen? U ver wacht van mij geen antwoord op die vraag. Erg rooskleurig ziet het er alle maal niet uit. In de wereld niet, al zijn Israël en Egypte hardnekkig begonnen aan onderhandelingen over vrede. In de politiek ook niet, al hebben we dan na zeven maanden tobben eindelijk toch nog een kabinet. En in de kerk ook niet, al wil men ons van bepaalde zijde doen geloven dat de kerken steeds meer naar elkaar toegroeien. En zo zou er nog wel meer te noemen zijn Allerlei scribenten in allerlei bladen hebben een blik terug geworpen op het jaar dait achter ons Ugt en wat gemij merd over de toekomst die onzeker is. In De Waarheidsvriend trof ik een redak- tioneel stukje aan van Ir. J. van der Graaf, onder de titel: „Op de drempel van Oud en Nieuw". Van der Graaf sig naleert dat de strijd tussen links en rechts aldoor grimmiger wordt. Ik citeer hem: „Maskers worden afgeworpen. Bru ter komen de machten van het on geloof openbaar. Het is enerzijds waar wat de Prediker zegt dat er niets nieuws onder de zon is. Het is ook waar dat élke tijdgeest in zich heeft de geest van de mens, die in opstand kwam en is tegen God, de geest van het „laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen". Maar heeft anderzijds een tijd die gekenmerkt is door ontker stening, niet een toespitsing van deze geest van de mens, zeg van de mens der wetteloosheid in zich? Daar waar het Evangelie nog nimmer is geweest openbaren zich de anti-christelijke machten niet zó als in een samenle ving waarin het Evangelie diepe spo ren heeft getrokken. Dóér komt het bewuste verzet, de strijd ertegen, b.v. het opzettelijk vloeken én lasteren, het opzettelijk afrekenen met alles wart met het gebod Gods te maken heeft." Het kunnen voor Iemand die bij het Woord leeft geen vreemde dingen zijn die we zien gebeuren, en die we wel licht nog ztdlen zien gebeuren. Christus heeft in zijn profetische rede al gespro ken: „Ziet, Ik heb het ulieden voorzegd". Van der Graaf merkt dat ook op als hij verder schrijft: „Wie de gebeurtenissen van de tijd legt naast de Schrift, liever, ze ziet dóór de Schrift heen, onderkent de tekenen van de tijden. Het hele poli tieke gebeuren gaat daarin mee. Niet voor niets is Romeinen 13 (de over heid Gods dienaresse) altijd weer ge steld naast Openbaring 13, waarin het beest uit de zee ook alles te ma ken heeft met het gebeuren onder de mensen, de volkeren, zeg in het politieke gebeuren: allen die op de aarde wonen zullen het aanbidden". Ik kan meit deze woorden volledig in- Oranje Zwart - 2 D.B.G.C. - 2 3-5 Het was de tweede uitwedstrijd voor het korfbalteam uit Oude-Tonge en er moest nu gespeeld worden tegen Oranje Zwart in Mijnsheerenland. Daar Oranje Zwart koploper was en D.B.G.C. in de achtervolging zat hiervan was het voor beide teams dus een belangrijke wed strijd. Want bij winst voor Oranje Zwart betekende dit voor hen een twee punten voorsprong op naaste achtervol ger Z.S.C.-l. Maar als D.B.G.C. uit dit duel de winst mee naar Oude-Tonge wist te nemen dan hield dit voor de Oude Tongenaren een gedeelde eerste plaats in op de ranglijst van deze comi- petitie. Al met al een ietewat nerveuze wed strijd voor beide teams, want niemand wilde in deze wedstrijd een steek laten vaUen. Dit kwam ook wel tot uiting want van beide kanten werd er voor zichtig gespeeld en waren er in de eer ste 15 minuten ook maar enkele kansen naar voren gekomen die door beide teams onbenut werden gelaten. En zo bleef het dan ook een kwartier lang in de eerste helft O0. Toch maakte de Oranje Zwart verde diging hierna een fout door de bal uit de handen te slaan van een D.B.G.C- dame en dit betekende dan ook een strafworp voor D.B.G.C. Het weis Jo- han van der Welle die deze verzilverde en de stand op 0-1 bracht voor de blauw-witten. Oranje Zwart zag nu wel degelijk in dat er gewerkt moest worden om weer op gelijke hoogte te komen met D.B.G.C. Dit lukte dan ook en vlak voor rust was het Oranje Zwart dat van afstand inschoot en hiermee tevens de ruststand op 1-1 mee bepaalde. Oranje Zwart ging na rust nog even d0or en scoorde hieruit al snel 2-1. Het leek erop dat de D.B.G.C. verslagen was. Maar D.B.G.C. kwam terug. En dit re sulteerde er dan ook in dat Jan Ha- meete even later de Oude-Tongenaren weer op gelijke hoogte bracht door van afstand in te schieten dus 2-2. D.B.G.C. ging nu door In flink tempo en dit werd dan ook te veel voor de Oranje Zwart verdediging en men ging nu weer hard ingrijpen wat weer een strafworp op leverde voor de blauw-witten. Johan van der WeUe greep deze kans aan om D.B.G.C. weer aan de leiding te helpen en bracht nu de stand op 2-3. D.B.G.C. ging nu door en hieruit kwam even later een doorloopbal van Sjaak de Geus die hiermee de blauw-witten verder deed uitlopen naar 2-4. Oranje Zwart bleef hard ingrijpen en leverde alweer een strafworp op voor D.B.G.C. en deze werd benut door Jan Hameete die hier mee de stand op 2-5 bracht. Nu ging D.B.G.C. op bal-bezit spelen maar door een combinatiefout wist Oranje Zwart toch de bal te onderscheppen en met nog enkele minuten te gaan toch nog tegen te scoren. Hierna lukte het D.B.G.C. wel om de bal in bezit te houden en zo de wedstrijd uit te spelen. De eindstand was dus 3-5 en de Oude-Tongenaren namen dus de winst mee naar huls en tevens een plaats aan de kop van de ranglijst. Frogramma: Donderdag 5 januari 1978, D.B.G.C.-3 Good Luck 4 19.00 uur. stemmen. Als d© voortekenen niet be driegen, dan gaan we ook in 1978 naar een steeds sterkere concentratie van de macht van het beest. Wat is het dan no dig te behoren bij die Gemeente tegen Wie de Heere Jezus gezegd heeft: „Als ge deze dingen zult zien geschieden, heft dan uw hoofden op, wanit uw verlossing is nabij". WAARNEMER. Want de vergelding zijner handen zal hem geschieden- Jes. 3 11b. Onze eeuw is de eeuw van de tech niek. De tijd waarin wij leven is dyna misch en vol van machtige veranderin gen. Wat is er overgebleven van de ko ningshuizen in Europa? Praktisch niets. De volksmenners beheersen het politie ke .leven in de wereld. De geest van de volkeren der aarde verandert op snelle wijze. De gekleurde rassen nemen de vrijheid en nemen zelfs stelling in tegen de cultuurvolkeren. Overal verandering. Het oude heidendom herleeft. Het Is lamisme predikt haar leer aan de zwar te volkeren van Afrika. Het brute onge loof openbaart zich in allerlei fasen. Het communisme is de erfgenaam geworden van de Franse revolutie. Overal strijden de atheïsten tegen de Kerk van Chris tus. We moeten echter niet denken dat het atheïsme geboren is in de 20e eeuw. Neen, reeds in de dagen van Jesaja openbaarde het zich, al was haar ver schijningsvorm anders dan vandaag. God heeft een boodschap voor de atheïsten en alle goddelozen. De Al machtige ziet alle dingen. Hij schouwt uit de hemel op alle inwoners der aarde. Er is een boek, een gedenkboek voor Zijn aangezicht waarin Hij alles op schrijft wat er in de wereld gebeurt. Niets ontgaat Zijn alziend oog. God neemt van alles zeer nauwkeurig notitie. Er is geen macht ter wereld welke in staat is om de teugels van de Godsrege ring Hem uit handen te nemen. Daar komt een dag, dat Hij de wereld rechtvaardiglijk zal oordelen door een Man die Hij daartoe verordineerd heeft. Christus zal eens als Rechter komen op de wolken des hemels om de mensheid te oordelen. Wat zal de Zone Gods dan doen met de goddelozen? Het lot van de zondaren zal allerverschrikkelijkst zijn. Ieder die in zonde sterft gaat voor eeuwig verlo ren. De atheïsten zullen in Gods konink rijk niet komen. De agnosticisten wacht de eeuwige nacht. De heidenen zullen in de hel nederstorten. De beeldendienaars en allen, die de heiligen aanbidden, ko men niet in de hemel der heerlijkheid. Wanneer we niet wederomgeboren zijn gaan we voor eeuwig verloren. In de hemel komt alleen het volk dat zaUge gemeenschap met de Heere beleefd heeft en in Christus geloven als de enige mid delaar Gods en der mensen. God zal ons leven eens oordelen en recht spreken over alle mensen. In de grote dag der dagen zal Christus de vol keren der wereld oordelen. Dan zal Hij de goddelozen verwijzen naar de plaats die brandt van vuur en sulfer. De zon daars worden dan geheel overgegeven aan de duivelen der hel, die ze reeds op aarde gediend hebben. Christus zal tot de uitverkorenen zeg gen: „Komt in gij rechtvaardigen beërft het koninkrijk dat u weggelegd is van voor de grondlegging der wereld". God zal de zondaars straffen en hun daden vergelden. De grote afrekening komt! De mens is geen rechter over on sterfelijke zielen. De leiders van de roomse kerk zijn geen wachters aan de poorten van het nieuwe Jeruzalem. Al les wat Rome vertelt over Petrus, dat hij de deurwaarder aan de hemelpoort is, is klare onzin en zelfs profanie. Jezus heeft het wee uitgesproken over de stad Jeruzalem, omdat ze Gods pro feten gedood hebben. God heeft het ro meinse wereldrijk gestraft omdat ze de christenen voor de leeuw hebben ge worpen. De Heere zal de pauselijke we reldmacht eens vernietigen, omdat ze dronken is geworden van het bloed van Gods heiligen. We lezen in de Openba ringen zeer duidelijk van de verwoes ting van het antichristelijke en godde loze Rome. Gods molens malen lang zaam maar zeker. Wij zien bet in de wereld dat de god delozen dikwijls ereplaatsen innemen, terwijl de godvrezenden dikwijls ver drukt worden. De Heere zal zeker de zondaar straf fen, God vergeldt hem voor al zijn kwaad. Wee, wee, wee de goddeloze. De Rechter staat voor de deur. Wat zal God ons geven, de vrijspraak of veroorde ling? Eeuwig wee of eeuwige blijdschap en zaligheid? Ds. G. A. Zijderveld. De periode van tentoonstellingen en duivenkeuringen, behalve nog een te Oude Tonge op 14 januari, is voorbij, ledere liefhebber is begonnen met de kweek of treft daartoe voorbereidingen. Er is weer heel wat melkerslatijn ge sproken in de diverse zalen bij de dui- venshows. Vele teleurstellingen zijn ge- incasseerd, de betweters hebben hun zegje gezegd, maar het zal allemaal snel vergeten zijn als de dagen gaan lengen. Tenminste één liefhebber zal het echter spijten dat het showseizoen weer voor bij is. Het is de schoonheidsspecialist P. Lazeroms uit Zegge, die wekelijks met een vrachtwagen de prijzen moest afha len, die zijn weergaloos mooie showdui- ven voor hem hadden verdiend. Laze roms bracht de keurmeesters deze win ter weer tot wanhoop, want ook al is er een groeiend verzet tegen showduiven met hun dikke zware lichamen en hun uitdrukkingloze ogen, juist hij heeft kans gezien een type te kweken dat on danks de schoonheid, het aanzien heeft van een supervUegduif. Een paar puur voor de show aangekochte duiven uit gezonderd, zijn zijn schone vogels van de middelmaat en vergeet niet ze zijn gekweekt uit geweldige sportduiven. EX - FONDKAMPIOEN Was hij niet voor jaren terug de grote fondman van West-Brabant. Telken- jare verscheen hij op het erepodium van de fondclub Zuid-Nederland en het is nauwelijks drie jaar geleden dat hij met een paar jaarUngen de snelste serie van Dax vloog. Op het hoogste punt van die vliegroem Is hij plotseling omge turnd naar de schoonheidsduiven. En wat Piet Lazeroms doet, doet hij voor lOOVo. Daarom heeft hij nu in West-Bra bant en ver daarbuiten alleen nog maar concurrentie van door hem verkochte duiven. Zijn prestaties op de show zijn nauweüjks te evenaren. De voor ons onbegrijpeUjke overscha keling van „vlieg" naar „schoon" zou komen omdat eerst zijn dochter en daar na zijn zoon zich aan de wielersport wijden. Lazeroms is dan het hele week end op stap en kan in het vliegseizoen geen tijd vrij maken voor de duiven. De geweldige fondduiven van weleer zijn grotendeels verkocht. Toch zitten er nog wat oude vliegers te kweken en er is veel vraag naar want de nazaten blijken het elders goed te doen. Deze duiven leven een vrijbuitersleventje, altijd open hok, ze krijgen zelfs geen drinkwater, maar doen aan zelfbedie ning in zwembad en vijver die voor het hok liggen. Piet houdt van het keiharde, hij is nooit zo'n hokkuiser geweest, dus daarin is niet veel veranderd. DE SCHOONHEIDSDUIVEN We hebben ons vaak afgevraagd met welke middelen die schoonheidsduiven week voor week worden opgepept en warmgestookt om als goudhaantjes op de show te verschijnen. Niets van dit alles bUjkt nodig. Deze duiven krijgen het gehele jaar kippevoer, alleen één dag voor de inzending normaal duiven- voer. Er wordt niet bij gestookt, geen enkel middel wordt verstrekt, ze leven zelfs voor melkersbegrippen onder bijna erbarmelijke omstandigheden. Ze ko men nooit buiten, 's winters wel ge scheiden maar met velen in een hok. Er zitten er wel zo'n 150 voor de show en er zijn er zeker 50 bij die In staat zijn op elke tentoonstelling een eerste prijs te winnen. „Vele mensen blijven krabbers, omdat ze te flauw zijn met de duiven" zegt Lazeroms. Hij kan erover meepra ten want voorheen wierp hij soms 50 jaarlingen op St. Vincent of Dax. Een goed fondhok moet volgens hem niet steunen op een paar oude cracks; hij zou nooit aankopen bij iemand die zijn jaarlingen niet op de lijst weet te krij gen en steeds uitblinkt met een paar zelfde duiven. Dat is ondergang. In die showduiven steekt toch nog fondkwali- teit, want zo nu en dan haalt iemand een duif, probeert die uit en maakt er geweldige fonduitslagen mee. DE TOEKOMST. Voorlopig zal hij de coureur blijven steunen en niet aan vliegen toekomen. Een jaar lang zullen de mooie beestjes weer opgesloten zitten om in 1978 op- nieuwe de fietsen, de ameublementen, de televisies en de fraaie andere prijzen te winnen. Op de shows wordt tegen woordig ook niet op een prijs gekeken. Te zijner tijd zal hij weer herbegin nen met vliegduiven en opnieuw in drie jaar aan de top zijn, zo zegt hij. Geen grootspraak als men zijn staat van dienst in de duivensport over een aan tal jaren nagaat. X op alle komplete cassettes X OOSTERLAND Het ziet er nu wel naar uit dat Ooster- lands' korenmolen, bouwjaar 1752, dit jaar een fikse restauratiebeurt zal on dergaan. In hoofdzaak bestaande uit een nieuw wiekenkruis met toebehoren. Er is al lang uitgezien naar een geschikt molenmakersbedrij f dat deze renovatie uitvoeren kan en thans is er één aange troffen uit Zeeuws-Vlaanderen die het werk, onder auspiciën van de Rijks dienst voor Monumentenzorg, kan uit voeren. Wanneer in de loop van dit jaar deze restauratie gereed komt, kan er ook weer graan gemalen worden. Het wordt zelfs van Monumentenzorg ge vergd dat een molen, die gerestaureerd is, van tijd tot tijd malen moet, en liefst zelfs graanmalen. Misschien is de mo gelijkheid dan wel geschapen dat er dan weer op bescheiden schaal echt Zeeuwsch tarwemeel te krijgen zal zijn, waar voor broodberelding, volgens vak mensen, niets boven gaat. HALLO, JONGELUI, Daar zijn we dan voor de eerste keer in het nieuwe jaar. Het is toch altijd opnieuw een aparte gewaarwording als we weer aan een nieuw jaar mogen be ginnen. Er is in het afgelopen jaar zo veel gebeurd, maar wij zijn allemaal ge lukkig gespaard. We hopen dat we het jaar, dat we zopas zijn ingegaan ook weer gespaard mogen blijven, en dat het ons op aUe terreinen des levens goed mag gaan. Wij kunnen niet in de toe komst kijken, dat is voor ons, mensen verborgen. Dat moeten we allemaal overgeven aan Hem, Die alles in Zijn hand heeft. Zoals julUe zien is er iets veranderd. Het KINDERHOEKJE is nu JEUGD- HOEKJE geworden. Niet dat de naam Ktnderhoekje niet goed was, maar Jeugdhoekje strekt wat verder. We dachten aan de wens van een aantal deelnemers voldaan te hebben, en we hopen dat jullie allemaal net zo trouw mee zullen doen met het Jeugdhoekje als jullie altijd gedaan hebben met het Kinderhoekje. Verder verandert er na tuurlijk niets. Volgens de berichten is het „oude jaar" nogal rustig verlopen, hoewel er toch weer enkele doden zijn gevallen bij de „jaarwisseling", ook wel door on voorzichtigheid. Hebben jullie nog aan „nieuwjaar- wensen" gedaan? Je ziet dat tegenwoor dig niet meer zo. In vroeger tijd, en dan spreek ik uit mijn kinderjaren en ook nog wel van voor mijn eigen jeugd, was dat anders. Je ging dan bij de buren en de familie Nieuwjaar wensen. Dan kreeg je immers wat! Je moet weten dat het toen anders was dan tegenwoordig. Nu hebben alle mensen wat hun hart be geert, maar dat was in die tijd niet zo. Je had toen allemaal niets! En wilde je wat hebben, dan was Nieuwjaar bij uit stek de dag om enkele centen te verdie nen. Vandaar waren er ook wel die van huis tot huis „van huusje tot deurtje" nieuwjaar gingen wensen. Bij de één kreeg je een paar centen, soms deed je een stuiver op. Maar dan moest je wel bij de eersten zijn, want op de duur kwamen er teveel, en vele varkens ma ken de spoeling dun. Het gebeurde ook dat je een stuk koek kreeg, en dan was je ook al bUj. Je kon echter ook mee maken dat het niets opleverde als „ik wens je hetzelfde" of „ik wens je geen haar minder". Daar kon je het dan mee doen. Zelf heb ik er nooit aan mee ge daan, want het was al een hele opgaaf om de familie af te lopen. Meestal was de wens „ik wens je veel heil en zegen in het nieuwe jaar". Ook wel „al wat wenseUjk is". Er waren nog wel meer van gebruikelijke wensen in omloop. Het kon ook gebeuren dat klei ne kinderen er bij voorbaat al aan toe voegden „ik hao mien portemonnee bie m'n". Meestal moesten de „opgewenste centjes" aan moeder worden afgedragen. Want de moeders zaten er ook niet zo dik in, denk dat niet. Zij kon elke cent heel goed gebruiken, 'k Heb oudere mensen wel horen ver tellen, dat ze tot ver buiten het dorp gingen om Nieuwjaar te wensen, en dat alleen om een paar nieuwe klompen te kunnen kopen. En die waren toen toch ook niet zo duur voor onze begrippen. Schoenen was helemaal niet mogelijk. Vraag er je grootouders maar eens naar als je die nog mag hebben. Wat dat be treft mogen we die tijd natuurlijk niet terug verlangen, maar tochergens waren er van die dingen waar je nu nog dikwijls naar hunkert. Men was een keer dankbaar als men iets kreeg, er was blijdschap wanneer men iets extra's ontving. En dat hoefde niet eens zoveel, bijzonders te zijn. Waar vindt men nu nog dankbaarheid? Tevredenheid? Uitzonderingen daargelaten vinden wij alles maar zo gewoon, niet waar? Wij zijn zo gewoon alles te hebben en alles te kunnen kopen. Er leeft zoveel als „we hebben er recht op". Een ander heeft het toch ook! Vandaar is er zo weinig echte vreugde en oprechte dank baarheid. Ondanks al ons bezit zijn v/e dikwijls armer als vele mensen vroeger. Ik hoop dat dit bij jullie niet zo is. Dat jullie nog weten wat dankbaarheid is. Dat julUe ook tevreden zijn met hetgeen jullie hebben. Dan heb je ook vreugde in je leven. Dan doe je je werk met ple zier, je helpt je vader of moeder zonder tegenspreken, en dat geeft zijn weer slag op het hele gezin. Dat kweekt liefde enwaar liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen, daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heü verkregen en 't le ven tot in eeuwigheid. We gaan nu weer aan de slag. Het is weer werken geblazen en dus gaan we beginnen met JANUARIRAADSEL 1 1. letter 2. waterdier 3. dienares der Gemeente te Kenchreën (Rom. 16) 4. werd door PhUippus onderwezen en gedoopt (Han. 8) 5. plaats in Zeeland 6. begraafplaats 7. grote leider van het volk van Israël (Ex.) 8. vader van Abner (2 Sam. 2) 9. letter 1 van boven naar beneden geeft dezelfde naam als gevraagd bij 5. ALLEMAAL: Voor deze keer zullen we het er bij laten, want er zijn nog maar enkele brieven binnengekomen. Volgende week bij leven en welzijn gaan we dus weer brieven beantwoorden en misschien de oplossingen van de decemberraadsels. Enhet zou kunnen van prijswin naars. Even afwachten dus. Allen de hartelijke groeten van jullie OOM KO! VBKTOLGVBRHAAKi door T. Matebo» W.T. TOHfvr<> JJe Banier^ - Ptrcoht 30 Maanden geleden had de Heere haar eens bepaald bij haar eigen onwaardig heid. Tot op de nieren en het merg had ze gevoeld hoe leeg een mens voor God is, als een verrotte vrucht zonder pit. Toen had ze geschreeuwd om Gods ont ferming. Er was wel een zekere rust in haar ziel gedaald, maar wat was er van overgebleven? Niets. Christen in de Pel grimsreis van Bunyan tobde door, on danks tegenslagen, wangeloof, twijfel... Maar zij had de strijd opgegeven. Ze was op de weg naar Sion teruggekeerd. Terug naar de stad Verderf. En nu had ze in de kerk geen andere bezigheid dan een oordeel te vellen over anderen, die beter waren dan zij, en die misschien wel in waarheid als een christen met het pak der zonde op de rug probeerden de komende toom te ontvluchten. Zij niet Zij had wel andere diagen aan het hoofd. Maar hoor, er werd gezongen. Ze had er niet eens op gelet dat er een psalm opgegeven was. Keer eind'Ujk Heer' toch weder. Mijn ziel buigt zich temeder. Ai, red mij van 't verderf. Sla mijn eUend© gade, Tot roem van Uw genade, En help mij eer ik sterf. Een prop schiet Jannetje in de keel als ze aan de derde regel gekomen zijn. Een traan rolt langs haar neus op haar mantelpakje. Nu moet ze zich verman nen. Stel je voor dat de mensen naast en achter haar het zagen. Ze knijpt het zakdoekje in haar vuist en probeert weer mee te zingen, als het volgende vers wordt ingezet: De Heer' wild' op mijn kermen Zich over mij ontfermen; Hij heeft mijn stem verhoord Haar ziel zingt het psalmvers mee, terwijl haar ogen vol tranen staan. En als Agterop in de toepassing van de preek het heeft over die armen van geest, die zichzelf niets kunnen toeëige- nen, daar ze niets bezitten. Die door het leven gaan met een verbroken hart, maar die dag en nacht naar Gods ge rechtigheid haken. Die nieits anders kun nen voortbrengen dan: Heere, wees mij zondaar genadig. Die niets van zichzelf, maar alles van Boven verwachten, en van wie de Heere gezegd heeft: Hunner is het Koninkrijk der hemelen. Dan breekt er iets in haar: Een onuitspreke lijke droefheid, maar ook een zachte, stiUe blijdschap. Dan zegt haar hart: Heere, mag ik er ook zo één zijn? U hoeft mij niets te geven, want dan zou ik toch maar hoogmoedig worden. Als ik maar steeds stU naar U verlangen mag en U nooit ■weer vertoornen zal door mijn zonde en ongeloof. Als ik maar altijd mocht zijn zo ik nu ben. O, als dat eens kon, wat zou ik dan boven aards gelukkig zijn. En als ze de slotzang zingen: Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen. Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen. De gunst waarmee Hij hen wil gadeslaan... dan is ze er opeens van overtuigd dat de Heere ook haar schuld en zonde heeft weggedaan. Ze ziet niet de treiterende gezichten van de ridders van Lubbert, die opzij van de kerkingang spottende opmer kingen over haar maken. Maar als ze linksaf wü slaan in de richting van haar woning, dan tikt op eens vrouw Westhuis haar op de schou der. „En nu gaat u mee naar mijn huis". „Maar u woont toch niet meer in het winkeltje?" „Dat is waar. En ik neem het u daar om ook niet kwalijk, dat u nog niet bij me bent geweest. Ik woon nu bij mijn zoon Harm in. 't Is hier vlakbij. Ik heb daar een eigen kamer. Het eten maak ik niet meer klaar, maar verder doe ik al les zelf nog". Als de oude vrouw koffie heeft gezet, en ze beiden aan de tafel schikken, dan komt de vraag: „En hoe vond je het vanmorgen, mijn kind?" De koffie wordt koud, als Jannetje vertelt hoe opstandig ze was en hoe ze vol was van gekwetste trots en iedereen die Ze in de kerk zag over de hekel haal de, maar hoe haar hart brak onder het zingen van: Sla mijn ellende gade tot roem van Uw genade en help mij eer ik sterf. En dan is het net of zij zeM niet meer spreekt, maar alsof haar tong wordt losgemaakt om Gods eer en deug den te verkondigen. Ze spreekt van Gods onbegrijpelijke zondaarsliefde, over haar eigen kleinheid en Zijn ma jesteit. Zij weet geen woorden te vin den om Zijn lof uit te spreken. En vrouw Westhuis zegt maar: „Kind toch, kind toch, wat een wonder dat God Zijn volk nog bezoekt". Het wordt een heerlijke dag bij de weduwe Westhuis. Ze eten samen. Ze gaan samen naar de middagdienst en 's avonds als het al donker is, wordt ze door zoon Harm naar huls gebracht. Boven op haar slaapkamertje prikt ze een foto van Jan tegen de wand, die ze van de oude vrouw heeft gekregen. Ze kijkt er lang naar. Zij alleen zal deze foto zien. Niemand zal immers ooit op haar slaapkamer komen. Dan gaat ze naar beneden Als ze kof fie gezet heeft, slaat ze de Bijbel op. Ik ben moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed de ganse nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijn tranen. Mijn oog is doorknaagd van verdriet; is verouderd wegens al mijn wederpartij ders. Wijk van mij, al gij werkers der ongerechtigheid, want de Heere heeft de stem mijns geweens gehoord; de Heere heeft mijn smeking gehoord; de Heere zal mijn gebed aannemen. Al mijn vijanden zuUen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zuUen terugkeren; zij zullen In een ogenblik beschaamd worden; Hoofdstuk XIII Op een morgen komt Kareltje Wü- lems opgetogen bij de juffrouw. „Juf, nu moet u vanmiddag eens bij ons thuis komen". Die Kareltje heeft zijn trouwplannen zeker nog steeds niet uit zijn hoofd ge zet. „Wat moet ik dan bij jullie thuis?" „Dat mag ik niet zeggen. Maar u zult het wel zien. Vader is vandaag niet naar zijn werk". „Hebben jullie dan feest?.Is er iemand jarig?" „O nee lacht het jongetje, r- Ik vertel lekker niets, maar u moet om vier uur komen". Als Teunis en Geert na de middag het lokaal vlug in orde hebben gebracht, stapt ze op haar fiets en Kareltje mag achterop zitten. Ze wordt door heel de familie Wil- lems binnengehaald. De thee staat klaar. Maar Jannetje ontdekt geen gebakjes of iets dergelijks. Er is dus niemand jarig. Maar wat be tekenen dan al die opgetogen gezichten? „We zuUen eerst eens theedrinken", zegt vrouw Willems „En hebt u 't daar niet eenzaam in dait huis?" vraagt haar man. „In 't begin wel bekent ze maar Ik ben er nu al aardig aan gewend". Ze praten nog wat en dan vraagt Wil lems opeens: „Zou u het huis niet met iemand willen delen?" Ze schrikt op. „Met een kostganger of zoiets? Ik denk er niet aan". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1978 | | pagina 3