EIIAIIDEII - niEUWS
Overdenking
vondcfhcydcA
HET MEISJE MET
DE SCHELDNABM
uit de
Heilige Schrift
2e blad
Vrijdag 6 jajiuaoi 1978
Nö, i655
HET'
KVENSTER
it tV
WASAUTOMAAT
o
voor snelle reparatie
01877-1286
KORFBAL
Uw huis verkopen?
TAMBOER
DE HEERE STRAFT DE ZONDAAR
BTJIVENiNIEUWS
Schoonheids-specialist Piet Lazeroms
wil dit seizoen nog eenmaal
schitteren in Oude Tonge
X GERO X
altijd voor iedereen
X 20% icorting
X A. Vroegindeweij X
t Westdijk 46 - Middelharnis
Opicnapbeurt voor
korenmolen
Uw huis verkopen?
TAIVIBOER
1
1
l.
3
k
5
6
7
8
3
blikcp k«rk
•n «ammlavini
Een nieuw jaar
Anti-christelgke machten
De verlossing nabq
Ik vlei me niet mett de gedachte dat
iemand mijn wekelijkse praatje in het
Oudejaarsnummer zal hebben gemist.
Voor heft geval dat U het tussen de vele
Nieuwjaarswensen tevergeefs hebt ge
zocht: het ontbrak inderdaad. Nu we de
denkbeeldige grensovergang weer heb
ben gemaakt kan ik toch niet zomaar
beginnen alsof er niets gebeurd is. Hoe
wel wat is er eigenlijk gebeurd? We
schrijven nu 1978 inplaa/ts van 1977, en
vooral de eerste maand geeft dat nog
weleens problemen bij de aanhef van
een brief doordat we nog gedachteloos
een zeven neerzetten inplaaits van een
achtMaar verder is alles gewoon
doorgegaan, doordat we wel een nieuw
jaar hebben, maar nog steeds een oude
wereld met al z'n zorgen, verdriet, el
lende en pijn.
Het is de stereotiepe vraag die telken-
jare weer wordt gesteld: Wat zal dit
nieuwe jaar ons weer brengen? U ver
wacht van mij geen antwoord op die
vraag. Erg rooskleurig ziet het er alle
maal niet uit. In de wereld niet, al zijn
Israël en Egypte hardnekkig begonnen
aan onderhandelingen over vrede. In de
politiek ook niet, al hebben we dan na
zeven maanden tobben eindelijk toch
nog een kabinet. En in de kerk ook niet,
al wil men ons van bepaalde zijde doen
geloven dat de kerken steeds meer naar
elkaar toegroeien. En zo zou er nog wel
meer te noemen zijn
Allerlei scribenten in allerlei bladen
hebben een blik terug geworpen op het
jaar dait achter ons Ugt en wat gemij
merd over de toekomst die onzeker is. In
De Waarheidsvriend trof ik een redak-
tioneel stukje aan van Ir. J. van der
Graaf, onder de titel: „Op de drempel
van Oud en Nieuw". Van der Graaf sig
naleert dat de strijd tussen links en
rechts aldoor grimmiger wordt.
Ik citeer hem:
„Maskers worden afgeworpen. Bru
ter komen de machten van het on
geloof openbaar. Het is enerzijds
waar wat de Prediker zegt dat er
niets nieuws onder de zon is. Het is
ook waar dat élke tijdgeest in zich
heeft de geest van de mens, die in
opstand kwam en is tegen God, de
geest van het „laat ons hun banden
verscheuren en hun touwen van ons
werpen". Maar heeft anderzijds een
tijd die gekenmerkt is door ontker
stening, niet een toespitsing van deze
geest van de mens, zeg van de mens
der wetteloosheid in zich? Daar waar
het Evangelie nog nimmer is geweest
openbaren zich de anti-christelijke
machten niet zó als in een samenle
ving waarin het Evangelie diepe spo
ren heeft getrokken. Dóér komt het
bewuste verzet, de strijd ertegen, b.v.
het opzettelijk vloeken én lasteren,
het opzettelijk afrekenen met alles
wart met het gebod Gods te maken
heeft."
Het kunnen voor Iemand die bij het
Woord leeft geen vreemde dingen zijn
die we zien gebeuren, en die we wel
licht nog ztdlen zien gebeuren. Christus
heeft in zijn profetische rede al gespro
ken: „Ziet, Ik heb het ulieden voorzegd".
Van der Graaf merkt dat ook op als hij
verder schrijft:
„Wie de gebeurtenissen van de tijd
legt naast de Schrift, liever, ze ziet
dóór de Schrift heen, onderkent de
tekenen van de tijden. Het hele poli
tieke gebeuren gaat daarin mee. Niet
voor niets is Romeinen 13 (de over
heid Gods dienaresse) altijd weer ge
steld naast Openbaring 13, waarin
het beest uit de zee ook alles te ma
ken heeft met het gebeuren onder
de mensen, de volkeren, zeg in het
politieke gebeuren: allen die op de
aarde wonen zullen het aanbidden".
Ik kan meit deze woorden volledig in-
Oranje Zwart - 2 D.B.G.C. - 2 3-5
Het was de tweede uitwedstrijd voor
het korfbalteam uit Oude-Tonge en er
moest nu gespeeld worden tegen Oranje
Zwart in Mijnsheerenland. Daar Oranje
Zwart koploper was en D.B.G.C. in de
achtervolging zat hiervan was het voor
beide teams dus een belangrijke wed
strijd. Want bij winst voor Oranje
Zwart betekende dit voor hen een twee
punten voorsprong op naaste achtervol
ger Z.S.C.-l. Maar als D.B.G.C. uit dit
duel de winst mee naar Oude-Tonge
wist te nemen dan hield dit voor de
Oude Tongenaren een gedeelde eerste
plaats in op de ranglijst van deze comi-
petitie.
Al met al een ietewat nerveuze wed
strijd voor beide teams, want niemand
wilde in deze wedstrijd een steek laten
vaUen. Dit kwam ook wel tot uiting
want van beide kanten werd er voor
zichtig gespeeld en waren er in de eer
ste 15 minuten ook maar enkele kansen
naar voren gekomen die door beide
teams onbenut werden gelaten. En zo
bleef het dan ook een kwartier lang in
de eerste helft O0.
Toch maakte de Oranje Zwart verde
diging hierna een fout door de bal uit
de handen te slaan van een D.B.G.C-
dame en dit betekende dan ook een
strafworp voor D.B.G.C. Het weis Jo-
han van der Welle die deze verzilverde
en de stand op 0-1 bracht voor de
blauw-witten. Oranje Zwart zag nu wel
degelijk in dat er gewerkt moest worden
om weer op gelijke hoogte te komen
met D.B.G.C. Dit lukte dan ook en vlak
voor rust was het Oranje Zwart dat van
afstand inschoot en hiermee tevens de
ruststand op 1-1 mee bepaalde.
Oranje Zwart ging na rust nog even
d0or en scoorde hieruit al snel 2-1. Het
leek erop dat de D.B.G.C. verslagen was.
Maar D.B.G.C. kwam terug. En dit re
sulteerde er dan ook in dat Jan Ha-
meete even later de Oude-Tongenaren
weer op gelijke hoogte bracht door van
afstand in te schieten dus 2-2. D.B.G.C.
ging nu door In flink tempo en dit werd
dan ook te veel voor de Oranje Zwart
verdediging en men ging nu weer hard
ingrijpen wat weer een strafworp op
leverde voor de blauw-witten. Johan
van der WeUe greep deze kans aan om
D.B.G.C. weer aan de leiding te helpen
en bracht nu de stand op 2-3. D.B.G.C.
ging nu door en hieruit kwam even later
een doorloopbal van Sjaak de Geus die
hiermee de blauw-witten verder deed
uitlopen naar 2-4. Oranje Zwart bleef
hard ingrijpen en leverde alweer een
strafworp op voor D.B.G.C. en deze
werd benut door Jan Hameete die hier
mee de stand op 2-5 bracht. Nu ging
D.B.G.C. op bal-bezit spelen maar door
een combinatiefout wist Oranje Zwart
toch de bal te onderscheppen en met
nog enkele minuten te gaan toch nog
tegen te scoren.
Hierna lukte het D.B.G.C. wel om de
bal in bezit te houden en zo de wedstrijd
uit te spelen. De eindstand was dus 3-5
en de Oude-Tongenaren namen dus de
winst mee naar huls en tevens een
plaats aan de kop van de ranglijst.
Frogramma:
Donderdag 5 januari 1978,
D.B.G.C.-3 Good Luck 4 19.00 uur.
stemmen. Als d© voortekenen niet be
driegen, dan gaan we ook in 1978 naar
een steeds sterkere concentratie van de
macht van het beest. Wat is het dan no
dig te behoren bij die Gemeente tegen
Wie de Heere Jezus gezegd heeft: „Als
ge deze dingen zult zien geschieden, heft
dan uw hoofden op, wanit uw verlossing
is nabij".
WAARNEMER.
Want de vergelding zijner handen
zal hem geschieden- Jes. 3 11b.
Onze eeuw is de eeuw van de tech
niek. De tijd waarin wij leven is dyna
misch en vol van machtige veranderin
gen.
Wat is er overgebleven van de ko
ningshuizen in Europa? Praktisch niets.
De volksmenners beheersen het politie
ke .leven in de wereld.
De geest van de volkeren der aarde
verandert op snelle wijze. De gekleurde
rassen nemen de vrijheid en nemen zelfs
stelling in tegen de cultuurvolkeren.
Overal verandering.
Het oude heidendom herleeft. Het Is
lamisme predikt haar leer aan de zwar
te volkeren van Afrika. Het brute onge
loof openbaart zich in allerlei fasen. Het
communisme is de erfgenaam geworden
van de Franse revolutie. Overal strijden
de atheïsten tegen de Kerk van Chris
tus. We moeten echter niet denken dat
het atheïsme geboren is in de 20e eeuw.
Neen, reeds in de dagen van Jesaja
openbaarde het zich, al was haar ver
schijningsvorm anders dan vandaag.
God heeft een boodschap voor de
atheïsten en alle goddelozen. De Al
machtige ziet alle dingen. Hij schouwt
uit de hemel op alle inwoners der aarde.
Er is een boek, een gedenkboek voor
Zijn aangezicht waarin Hij alles op
schrijft wat er in de wereld gebeurt.
Niets ontgaat Zijn alziend oog. God
neemt van alles zeer nauwkeurig notitie.
Er is geen macht ter wereld welke in
staat is om de teugels van de Godsrege
ring Hem uit handen te nemen.
Daar komt een dag, dat Hij de wereld
rechtvaardiglijk zal oordelen door een
Man die Hij daartoe verordineerd heeft.
Christus zal eens als Rechter komen op
de wolken des hemels om de mensheid
te oordelen.
Wat zal de Zone Gods dan doen met
de goddelozen? Het lot van de zondaren
zal allerverschrikkelijkst zijn. Ieder die
in zonde sterft gaat voor eeuwig verlo
ren. De atheïsten zullen in Gods konink
rijk niet komen. De agnosticisten wacht
de eeuwige nacht. De heidenen zullen in
de hel nederstorten. De beeldendienaars
en allen, die de heiligen aanbidden, ko
men niet in de hemel der heerlijkheid.
Wanneer we niet wederomgeboren
zijn gaan we voor eeuwig verloren. In
de hemel komt alleen het volk dat zaUge
gemeenschap met de Heere beleefd heeft
en in Christus geloven als de enige mid
delaar Gods en der mensen.
God zal ons leven eens oordelen en
recht spreken over alle mensen. In de
grote dag der dagen zal Christus de vol
keren der wereld oordelen. Dan zal Hij
de goddelozen verwijzen naar de plaats
die brandt van vuur en sulfer. De zon
daars worden dan geheel overgegeven
aan de duivelen der hel, die ze reeds op
aarde gediend hebben.
Christus zal tot de uitverkorenen zeg
gen: „Komt in gij rechtvaardigen beërft
het koninkrijk dat u weggelegd is van
voor de grondlegging der wereld".
God zal de zondaars straffen en hun
daden vergelden. De grote afrekening
komt! De mens is geen rechter over on
sterfelijke zielen. De leiders van de
roomse kerk zijn geen wachters aan de
poorten van het nieuwe Jeruzalem. Al
les wat Rome vertelt over Petrus, dat hij
de deurwaarder aan de hemelpoort is,
is klare onzin en zelfs profanie.
Jezus heeft het wee uitgesproken over
de stad Jeruzalem, omdat ze Gods pro
feten gedood hebben. God heeft het ro
meinse wereldrijk gestraft omdat ze de
christenen voor de leeuw hebben ge
worpen. De Heere zal de pauselijke we
reldmacht eens vernietigen, omdat ze
dronken is geworden van het bloed van
Gods heiligen. We lezen in de Openba
ringen zeer duidelijk van de verwoes
ting van het antichristelijke en godde
loze Rome. Gods molens malen lang
zaam maar zeker.
Wij zien bet in de wereld dat de god
delozen dikwijls ereplaatsen innemen,
terwijl de godvrezenden dikwijls ver
drukt worden.
De Heere zal zeker de zondaar straf
fen, God vergeldt hem voor al zijn
kwaad. Wee, wee, wee de goddeloze. De
Rechter staat voor de deur. Wat zal God
ons geven, de vrijspraak of veroorde
ling? Eeuwig wee of eeuwige blijdschap
en zaligheid?
Ds. G. A. Zijderveld.
De periode van tentoonstellingen en
duivenkeuringen, behalve nog een te
Oude Tonge op 14 januari, is voorbij,
ledere liefhebber is begonnen met de
kweek of treft daartoe voorbereidingen.
Er is weer heel wat melkerslatijn ge
sproken in de diverse zalen bij de dui-
venshows. Vele teleurstellingen zijn ge-
incasseerd, de betweters hebben hun
zegje gezegd, maar het zal allemaal snel
vergeten zijn als de dagen gaan lengen.
Tenminste één liefhebber zal het echter
spijten dat het showseizoen weer voor
bij is. Het is de schoonheidsspecialist P.
Lazeroms uit Zegge, die wekelijks met
een vrachtwagen de prijzen moest afha
len, die zijn weergaloos mooie showdui-
ven voor hem hadden verdiend. Laze
roms bracht de keurmeesters deze win
ter weer tot wanhoop, want ook al is er
een groeiend verzet tegen showduiven
met hun dikke zware lichamen en hun
uitdrukkingloze ogen, juist hij heeft
kans gezien een type te kweken dat on
danks de schoonheid, het aanzien heeft
van een supervUegduif. Een paar puur
voor de show aangekochte duiven uit
gezonderd, zijn zijn schone vogels van
de middelmaat en vergeet niet ze zijn
gekweekt uit geweldige sportduiven.
EX - FONDKAMPIOEN
Was hij niet voor jaren terug de grote
fondman van West-Brabant. Telken-
jare verscheen hij op het erepodium
van de fondclub Zuid-Nederland en het
is nauwelijks drie jaar geleden dat hij
met een paar jaarUngen de snelste serie
van Dax vloog. Op het hoogste punt van
die vliegroem Is hij plotseling omge
turnd naar de schoonheidsduiven. En
wat Piet Lazeroms doet, doet hij voor
lOOVo. Daarom heeft hij nu in West-Bra
bant en ver daarbuiten alleen nog maar
concurrentie van door hem verkochte
duiven. Zijn prestaties op de show zijn
nauweüjks te evenaren.
De voor ons onbegrijpeUjke overscha
keling van „vlieg" naar „schoon" zou
komen omdat eerst zijn dochter en daar
na zijn zoon zich aan de wielersport
wijden. Lazeroms is dan het hele week
end op stap en kan in het vliegseizoen
geen tijd vrij maken voor de duiven.
De geweldige fondduiven van weleer
zijn grotendeels verkocht. Toch zitten
er nog wat oude vliegers te kweken en
er is veel vraag naar want de nazaten
blijken het elders goed te doen. Deze
duiven leven een vrijbuitersleventje,
altijd open hok, ze krijgen zelfs geen
drinkwater, maar doen aan zelfbedie
ning in zwembad en vijver die voor het
hok liggen. Piet houdt van het keiharde,
hij is nooit zo'n hokkuiser geweest, dus
daarin is niet veel veranderd.
DE SCHOONHEIDSDUIVEN
We hebben ons vaak afgevraagd met
welke middelen die schoonheidsduiven
week voor week worden opgepept en
warmgestookt om als goudhaantjes op
de show te verschijnen. Niets van dit
alles bUjkt nodig. Deze duiven krijgen
het gehele jaar kippevoer, alleen één
dag voor de inzending normaal duiven-
voer. Er wordt niet bij gestookt, geen
enkel middel wordt verstrekt, ze leven
zelfs voor melkersbegrippen onder bijna
erbarmelijke omstandigheden. Ze ko
men nooit buiten, 's winters wel ge
scheiden maar met velen in een hok. Er
zitten er wel zo'n 150 voor de show en
er zijn er zeker 50 bij die In staat zijn op
elke tentoonstelling een eerste prijs te
winnen. „Vele mensen blijven krabbers,
omdat ze te flauw zijn met de duiven"
zegt Lazeroms. Hij kan erover meepra
ten want voorheen wierp hij soms 50
jaarlingen op St. Vincent of Dax. Een
goed fondhok moet volgens hem niet
steunen op een paar oude cracks; hij zou
nooit aankopen bij iemand die zijn
jaarlingen niet op de lijst weet te krij
gen en steeds uitblinkt met een paar
zelfde duiven. Dat is ondergang. In die
showduiven steekt toch nog fondkwali-
teit, want zo nu en dan haalt iemand
een duif, probeert die uit en maakt er
geweldige fonduitslagen mee.
DE TOEKOMST.
Voorlopig zal hij de coureur blijven
steunen en niet aan vliegen toekomen.
Een jaar lang zullen de mooie beestjes
weer opgesloten zitten om in 1978 op-
nieuwe de fietsen, de ameublementen,
de televisies en de fraaie andere prijzen
te winnen. Op de shows wordt tegen
woordig ook niet op een prijs gekeken.
Te zijner tijd zal hij weer herbegin
nen met vliegduiven en opnieuw in drie
jaar aan de top zijn, zo zegt hij. Geen
grootspraak als men zijn staat van
dienst in de duivensport over een aan
tal jaren nagaat.
X op alle komplete cassettes X
OOSTERLAND
Het ziet er nu wel naar uit dat Ooster-
lands' korenmolen, bouwjaar 1752, dit
jaar een fikse restauratiebeurt zal on
dergaan. In hoofdzaak bestaande uit een
nieuw wiekenkruis met toebehoren. Er
is al lang uitgezien naar een geschikt
molenmakersbedrij f dat deze renovatie
uitvoeren kan en thans is er één aange
troffen uit Zeeuws-Vlaanderen die het
werk, onder auspiciën van de Rijks
dienst voor Monumentenzorg, kan uit
voeren. Wanneer in de loop van dit jaar
deze restauratie gereed komt, kan er
ook weer graan gemalen worden. Het
wordt zelfs van Monumentenzorg ge
vergd dat een molen, die gerestaureerd
is, van tijd tot tijd malen moet, en liefst
zelfs graanmalen. Misschien is de mo
gelijkheid dan wel geschapen dat er dan
weer op bescheiden schaal echt
Zeeuwsch tarwemeel te krijgen zal zijn,
waar voor broodberelding, volgens vak
mensen, niets boven gaat.
HALLO, JONGELUI,
Daar zijn we dan voor de eerste keer
in het nieuwe jaar. Het is toch altijd
opnieuw een aparte gewaarwording als
we weer aan een nieuw jaar mogen be
ginnen. Er is in het afgelopen jaar zo
veel gebeurd, maar wij zijn allemaal ge
lukkig gespaard. We hopen dat we het
jaar, dat we zopas zijn ingegaan ook
weer gespaard mogen blijven, en dat het
ons op aUe terreinen des levens goed
mag gaan. Wij kunnen niet in de toe
komst kijken, dat is voor ons, mensen
verborgen. Dat moeten we allemaal
overgeven aan Hem, Die alles in Zijn
hand heeft.
Zoals julUe zien is er iets veranderd.
Het KINDERHOEKJE is nu JEUGD-
HOEKJE geworden. Niet dat de naam
Ktnderhoekje niet goed was, maar
Jeugdhoekje strekt wat verder. We
dachten aan de wens van een aantal
deelnemers voldaan te hebben, en we
hopen dat jullie allemaal net zo trouw
mee zullen doen met het Jeugdhoekje
als jullie altijd gedaan hebben met het
Kinderhoekje. Verder verandert er na
tuurlijk niets.
Volgens de berichten is het „oude
jaar" nogal rustig verlopen, hoewel er
toch weer enkele doden zijn gevallen bij
de „jaarwisseling", ook wel door on
voorzichtigheid.
Hebben jullie nog aan „nieuwjaar-
wensen" gedaan? Je ziet dat tegenwoor
dig niet meer zo. In vroeger tijd, en dan
spreek ik uit mijn kinderjaren en ook
nog wel van voor mijn eigen jeugd, was
dat anders. Je ging dan bij de buren en
de familie Nieuwjaar wensen. Dan kreeg
je immers wat! Je moet weten dat het
toen anders was dan tegenwoordig. Nu
hebben alle mensen wat hun hart be
geert, maar dat was in die tijd niet zo.
Je had toen allemaal niets! En wilde je
wat hebben, dan was Nieuwjaar bij uit
stek de dag om enkele centen te verdie
nen. Vandaar waren er ook wel die van
huis tot huis „van huusje tot deurtje"
nieuwjaar gingen wensen. Bij de één
kreeg je een paar centen, soms deed je
een stuiver op. Maar dan moest je wel
bij de eersten zijn, want op de duur
kwamen er teveel, en vele varkens ma
ken de spoeling dun. Het gebeurde ook
dat je een stuk koek kreeg, en dan was
je ook al bUj. Je kon echter ook mee
maken dat het niets opleverde als „ik
wens je hetzelfde" of „ik wens je geen
haar minder". Daar kon je het dan mee
doen. Zelf heb ik er nooit aan mee ge
daan, want het was al een hele opgaaf
om de familie af te lopen.
Meestal was de wens „ik wens je veel
heil en zegen in het nieuwe jaar". Ook
wel „al wat wenseUjk is". Er waren nog
wel meer van gebruikelijke wensen in
omloop. Het kon ook gebeuren dat klei
ne kinderen er bij voorbaat al aan toe
voegden „ik hao mien portemonnee bie
m'n". Meestal moesten de „opgewenste
centjes" aan moeder worden afgedragen.
Want de moeders zaten er ook niet zo
dik in, denk dat niet. Zij kon elke cent
heel goed gebruiken,
'k Heb oudere mensen wel horen ver
tellen, dat ze tot ver buiten het dorp
gingen om Nieuwjaar te wensen, en dat
alleen om een paar nieuwe klompen te
kunnen kopen. En die waren toen toch
ook niet zo duur voor onze begrippen.
Schoenen was helemaal niet mogelijk.
Vraag er je grootouders maar eens naar
als je die nog mag hebben. Wat dat be
treft mogen we die tijd natuurlijk niet
terug verlangen, maar tochergens
waren er van die dingen waar je nu nog
dikwijls naar hunkert. Men was een
keer dankbaar als men iets kreeg, er
was blijdschap wanneer men iets extra's
ontving. En dat hoefde niet eens zoveel,
bijzonders te zijn. Waar vindt men nu
nog dankbaarheid? Tevredenheid?
Uitzonderingen daargelaten vinden
wij alles maar zo gewoon, niet waar?
Wij zijn zo gewoon alles te hebben en
alles te kunnen kopen. Er leeft zoveel
als „we hebben er recht op". Een ander
heeft het toch ook! Vandaar is er zo
weinig echte vreugde en oprechte dank
baarheid. Ondanks al ons bezit zijn v/e
dikwijls armer als vele mensen vroeger.
Ik hoop dat dit bij jullie niet zo is. Dat
jullie nog weten wat dankbaarheid is.
Dat julUe ook tevreden zijn met hetgeen
jullie hebben. Dan heb je ook vreugde
in je leven. Dan doe je je werk met ple
zier, je helpt je vader of moeder zonder
tegenspreken, en dat geeft zijn weer
slag op het hele gezin. Dat kweekt liefde
enwaar liefde woont, gebiedt de
Heere Zijn zegen, daar woont Hij Zelf,
daar wordt Zijn heü verkregen en 't le
ven tot in eeuwigheid.
We gaan nu weer aan de slag. Het is
weer werken geblazen en dus gaan we
beginnen met
JANUARIRAADSEL 1
1. letter
2. waterdier
3. dienares der Gemeente te
Kenchreën (Rom. 16)
4. werd door PhUippus onderwezen en
gedoopt (Han. 8)
5. plaats in Zeeland
6. begraafplaats
7. grote leider van het volk van
Israël (Ex.)
8. vader van Abner (2 Sam. 2)
9. letter
1 van boven naar beneden geeft
dezelfde naam als gevraagd bij 5.
ALLEMAAL:
Voor deze keer zullen we het er bij
laten, want er zijn nog maar enkele
brieven binnengekomen. Volgende week
bij leven en welzijn gaan we dus weer
brieven beantwoorden en misschien de
oplossingen van de decemberraadsels.
Enhet zou kunnen van prijswin
naars. Even afwachten dus.
Allen de hartelijke groeten van jullie
OOM KO!
VBKTOLGVBRHAAKi
door T. Matebo»
W.T. TOHfvr<> JJe Banier^ - Ptrcoht
30
Maanden geleden had de Heere haar
eens bepaald bij haar eigen onwaardig
heid. Tot op de nieren en het merg had
ze gevoeld hoe leeg een mens voor God
is, als een verrotte vrucht zonder pit.
Toen had ze geschreeuwd om Gods ont
ferming. Er was wel een zekere rust in
haar ziel gedaald, maar wat was er van
overgebleven? Niets. Christen in de Pel
grimsreis van Bunyan tobde door, on
danks tegenslagen, wangeloof, twijfel...
Maar zij had de strijd opgegeven. Ze
was op de weg naar Sion teruggekeerd.
Terug naar de stad Verderf. En nu had
ze in de kerk geen andere bezigheid dan
een oordeel te vellen over anderen, die
beter waren dan zij, en die misschien
wel in waarheid als een christen met het
pak der zonde op de rug probeerden de
komende toom te ontvluchten.
Zij niet Zij had wel andere diagen
aan het hoofd.
Maar hoor, er werd gezongen. Ze had
er niet eens op gelet dat er een psalm
opgegeven was.
Keer eind'Ujk Heer' toch weder.
Mijn ziel buigt zich temeder.
Ai, red mij van 't verderf.
Sla mijn eUend© gade,
Tot roem van Uw genade,
En help mij eer ik sterf.
Een prop schiet Jannetje in de keel
als ze aan de derde regel gekomen zijn.
Een traan rolt langs haar neus op haar
mantelpakje. Nu moet ze zich verman
nen. Stel je voor dat de mensen naast
en achter haar het zagen. Ze knijpt het
zakdoekje in haar vuist en probeert
weer mee te zingen, als het volgende
vers wordt ingezet:
De Heer' wild' op mijn kermen
Zich over mij ontfermen;
Hij heeft mijn stem verhoord
Haar ziel zingt het psalmvers mee,
terwijl haar ogen vol tranen staan. En
als Agterop in de toepassing van de
preek het heeft over die armen van
geest, die zichzelf niets kunnen toeëige-
nen, daar ze niets bezitten. Die door het
leven gaan met een verbroken hart,
maar die dag en nacht naar Gods ge
rechtigheid haken. Die nieits anders kun
nen voortbrengen dan: Heere, wees mij
zondaar genadig. Die niets van zichzelf,
maar alles van Boven verwachten, en
van wie de Heere gezegd heeft: Hunner
is het Koninkrijk der hemelen. Dan
breekt er iets in haar: Een onuitspreke
lijke droefheid, maar ook een zachte,
stiUe blijdschap. Dan zegt haar hart:
Heere, mag ik er ook zo één zijn? U
hoeft mij niets te geven, want dan zou
ik toch maar hoogmoedig worden. Als
ik maar steeds stU naar U verlangen
mag en U nooit ■weer vertoornen zal
door mijn zonde en ongeloof. Als ik
maar altijd mocht zijn zo ik nu ben. O,
als dat eens kon, wat zou ik dan boven
aards gelukkig zijn.
En als ze de slotzang zingen:
Zo hoog Zijn troon moog'
boven d' aarde wezen.
Zo groot is ook voor allen,
die Hem vrezen.
De gunst waarmee Hij hen
wil gadeslaan...
dan is ze er opeens van overtuigd dat de
Heere ook haar schuld en zonde heeft
weggedaan.
Ze ziet niet de treiterende gezichten
van de ridders van Lubbert, die opzij
van de kerkingang spottende opmer
kingen over haar maken.
Maar als ze linksaf wü slaan in de
richting van haar woning, dan tikt op
eens vrouw Westhuis haar op de schou
der.
„En nu gaat u mee naar mijn huis".
„Maar u woont toch niet meer in het
winkeltje?"
„Dat is waar. En ik neem het u daar
om ook niet kwalijk, dat u nog niet bij
me bent geweest. Ik woon nu bij mijn
zoon Harm in. 't Is hier vlakbij. Ik heb
daar een eigen kamer. Het eten maak ik
niet meer klaar, maar verder doe ik al
les zelf nog".
Als de oude vrouw koffie heeft gezet,
en ze beiden aan de tafel schikken, dan
komt de vraag: „En hoe vond je het
vanmorgen, mijn kind?"
De koffie wordt koud, als Jannetje
vertelt hoe opstandig ze was en hoe ze
vol was van gekwetste trots en iedereen
die Ze in de kerk zag over de hekel haal
de, maar hoe haar hart brak onder het
zingen van: Sla mijn ellende gade tot
roem van Uw genade en help mij eer ik
sterf. En dan is het net of zij zeM niet
meer spreekt, maar alsof haar tong
wordt losgemaakt om Gods eer en deug
den te verkondigen. Ze spreekt van
Gods onbegrijpelijke zondaarsliefde,
over haar eigen kleinheid en Zijn ma
jesteit. Zij weet geen woorden te vin
den om Zijn lof uit te spreken.
En vrouw Westhuis zegt maar: „Kind
toch, kind toch, wat een wonder dat
God Zijn volk nog bezoekt".
Het wordt een heerlijke dag bij de
weduwe Westhuis. Ze eten samen. Ze
gaan samen naar de middagdienst en 's
avonds als het al donker is, wordt ze
door zoon Harm naar huls gebracht.
Boven op haar slaapkamertje prikt ze
een foto van Jan tegen de wand, die ze
van de oude vrouw heeft gekregen. Ze
kijkt er lang naar. Zij alleen zal deze
foto zien. Niemand zal immers ooit op
haar slaapkamer komen.
Dan gaat ze naar beneden Als ze kof
fie gezet heeft, slaat ze de Bijbel op.
Ik ben moede van mijn zuchten;
ik doe mijn bed de ganse nacht
zwemmen;
ik doornat mijn bedstede met
mijn tranen.
Mijn oog is doorknaagd van verdriet;
is verouderd wegens al mijn
wederpartij ders.
Wijk van mij, al gij werkers der
ongerechtigheid,
want de Heere heeft de stem
mijns geweens gehoord;
de Heere heeft mijn smeking gehoord;
de Heere zal mijn gebed aannemen.
Al mijn vijanden zuUen zeer
beschaamd en verbaasd worden;
zij zuUen terugkeren;
zij zullen In een ogenblik
beschaamd worden;
Hoofdstuk XIII
Op een morgen komt Kareltje Wü-
lems opgetogen bij de juffrouw.
„Juf, nu moet u vanmiddag eens bij
ons thuis komen".
Die Kareltje heeft zijn trouwplannen
zeker nog steeds niet uit zijn hoofd ge
zet.
„Wat moet ik dan bij jullie thuis?"
„Dat mag ik niet zeggen. Maar u zult
het wel zien. Vader is vandaag niet naar
zijn werk".
„Hebben jullie dan feest?.Is er iemand
jarig?"
„O nee lacht het jongetje, r- Ik
vertel lekker niets, maar u moet om vier
uur komen".
Als Teunis en Geert na de middag het
lokaal vlug in orde hebben gebracht,
stapt ze op haar fiets en Kareltje mag
achterop zitten.
Ze wordt door heel de familie Wil-
lems binnengehaald.
De thee staat klaar. Maar Jannetje
ontdekt geen gebakjes of iets dergelijks.
Er is dus niemand jarig. Maar wat be
tekenen dan al die opgetogen gezichten?
„We zuUen eerst eens theedrinken",
zegt vrouw Willems
„En hebt u 't daar niet eenzaam in dait
huis?" vraagt haar man.
„In 't begin wel bekent ze maar
Ik ben er nu al aardig aan gewend".
Ze praten nog wat en dan vraagt Wil
lems opeens: „Zou u het huis niet met
iemand willen delen?"
Ze schrikt op.
„Met een kostganger of zoiets? Ik
denk er niet aan".
(Wordt vervolgd)