ElüVriDEII - niEUWS
vcAdwheijdcfi
spaafvoraien
Rabobank Q
Grootvader vertelt
HierspARBnl
2e blad
Dinsdag 5 juli 1977
No. 4603
TV DEFECT?
voor Biaelle reparatie
I 01877 -1236 I
5MAANPEM
SPAREN VOOR
iOMR
SP/iReN O,
VOOR BBN
0V6RWINT6RING-
IN D6ZON?
Uw Rabobank ziet 't zo: bij
elk spaardoel hoort een per
soonlijk spaaradvies. We kun
nen de hele krant wel volzetten
met percentages, opzegtermij
nen, voorwaarden, voordelen
en voorbeelden, maar dan zul
je zien dat we nou net üw
vragen niet beantwoorden.
En dat willen we zo graass; wèl.
Kom daarom even langs.
Dat is de beste start voor de
meest ideale, persoonlijke
spaarafspraak.
Met 3100 vestigingen is et
altijd een Rabobank in de
buurt. En goede raad kost niets.
Welkom bij de Rabobank.
TAALPRAATJE
Bewaren van geopen
de flessen vooral
lastig in de zomer
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten di<>nste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
/ragen op velerlei gebied kunt u stureii
aan: Redactie Eilanden-nieuws, postbus
8, Middelhamis, met in de linkerboven
hoek „Vragen - rubriek" vermeld. De
vragen worden door deskundigen be
antwoord en zullen binnen enkele wekec
ia de inzending compleet met antwoorb
m deze rubriek worden gepubliceerd.
MOEILIJKE KLEMTOON.
Collega's van mij spreken altijd van
LeeuWARden met de klemtoon op de
middelste lettergreep. Moet dat niet zijn
LEEUWarden met de klemtoon op de
1ste? Je zegt toch ook AMsterdam en
ROTterdam?
Antwoord: U haalt te vergelijking
voorbeelden aan, die ook alweer ver
schil van mening oproepen. Want in
het oosten des lands is men geneigd te
zeggen: AMsterdam en ROTterdam en
dus is het LEEUWarden. Maar de ge
boren en getogen Amsterdammers en
Rotterdamm.ers spreken over hun eigen
steden met de klemtoon op de laatste
lettergreep, dus AmsterDAM en Rot-
terDAM. Denkt u ook maar eens aan
's-HertogenBOSCH en aan Maas-
TRICHT, aan MichielsGESTEL en aan
PurmerEND, aan Koog-ZaanDIJK en
BreDA. Daarom zal de HILversummer
tot in lengte van dagen over AMster
dam en LEEUWarden blijven spreken,
maar houden uw HilligersBERGse col
lega's het op LeeuWARden en Rotter-
DAM. Als u het niet met ons eens bent,
vraagt u het maar eens aan onze re
gering in's GravenHAge.
BRUINE AANSLAG.
Ik heb last van een bruine aanslag
in de woonkamer, waarin beslist niet
wordt gekookt of gebakken. Er staat
alleen een normale gashaard. Waar
moet ik de oorzaak zoeken?
Antwoord: De oorzaak ligt dan ver
moedelijk in het onvoldoende vegen
van de schoorsteen. Juist als een gas
haard is aangesloten op een afvoerka
naal dat vroeger voor een andere kachel
is gebruikt, weekt er geregld roest los,
dat zich nog in die schoorsteen bevindt
en dat kan het kanaal doen verstoppen.
Ook bevindt zich in de lucht die een
gashaard aanzuigt voor verbranding,
een hoeveelheid zgn. atmosferisch stof,
dat in de convector gedeeltelijk ver
brandt en deels ontleed wordt. Nor
maal worden die deeltjes met de ver
brandingsgassen naar bmten afgevoerd,
maar funktioneert uw schoorsteen niet
voldoende, dan kunnen er verbrandings
gassen met verbrande en ontlede stof
deeltjes via de trek-onderbreker in de
kamer komen. Omdat die gassen lichter
zijn dan de overige lucht, zullen zij
opstijgen. De stofdeeltjes zullen zich
daarna afzetten tegen het plafond en
de muren, hetgeen de bruine aanslag
veroorzaakt. U moet de schoorsteen
jaarlijks laten vegen en nu voor alle
zekerheid ook even de gashaard laten
controleren, want die kan natuurlijk
ook een lek vertonen. Neem zonodig
kontakt op met het gasbedrijf.
ROUWKAARTEN.
Is het mogelijk overlijdensberichten
zodanig met de PTT te verzenden dat
ze niet tussen het drukwerk geraken,
zodat ze mogelijk te laat bezorgd wor
den?
Antwoord: Rouwkaarten en -brieven
worden door de PTT met voorrang be
handeld en niet tot het drukwerk gere
kend, al plakt u er wel het porto voor
drukwerk op. Als u de gedrukte over
lijdensberichten, zodra ze van de druk
ker komen, persoonlijk naar het dichtst
bijzijnde (hoofd) postkantoor brengt en
daar aan het loket afgeeft, worden ze
als expressestukken verzonden en in
de plaats van aankomst zo spoedig mo
gelijk besteld. De rouwkaarten moeten
natuurlijk wel als zodanig herkenbaar
zijn, dus een rouwrand(je) tonen aan
de buitenzijde. (Het adresseren van de
enveloppen kan natuurlijk al geschie
den in de tijd dat de kaarten bedrukt
worden.)
DE ZELFDE NAAM.
Mogen wij straks het nu verwachte
kind de zelfde voornamen geven als
de vorig jaar overleden peuter?
Antwoord: Ja, de naamgeving is ge
heel vrij.
MUSSERT.
Een collega van mij beweert, dat er
2 Musserts zouden zijn geweest, die
broers van elkaar waren. Eén zou er
in de meidagen zijn doodgeschoten en
de ander was ondergedoken op een
boerderij toen de Duitsers ons land
binnenvielen. Wat is daar van waar?
Antwoord: Antoon Adriaan Mussert,
de, leider van de N.S.B., werd geboren
op IX mei 1894. In de éérste wereld
oorlog deed hij dienst in het Neder
landse leger als tweede luitenant. Op
grond van zijn studie weg- en water
bouwkunde werd hij ingenieur bij de
Rijkswaterstaat en later hoofdingeni
eur bij de Prov. Waterstaat in Utrecht.
Op 14 december 1931 richtte hij de
Nationaal-socialistische beweging op.
Zijn broer had daarmee niets van doen.
Hij was in de tweede wereldoorlog
overste (luitenant-kolonel) in het le
ger. Maar een onder geschikte verdacht
hem ten onrechte van verraad en schoot
hem dood in Dordrecht. A. A. Mus
sert dook bij de komst der Duitse troe
pen onder omdat de Nederlandse auto
riteiten in de meidagen de belangrijk
ste NSB'ers liet interneren. Na de be
vrijding is A. A. Mussert op 7 mei
1946 na een proces gefusilleerd.
BESCHUIT MET MUISJES.
Hoe komen ze toch aan het gebruik
om na een geboorte op beschuit met
muisjes te tracteren? Die muisjes zijn
nog niet lang geleden uitgevonden en
beschuit bestaat toch ook nog niet zo
lang?
Antwoord: U hebt wel gelijk wat be
treft onze moderne beschuiten en de
hedendaagse muisjes. Deze vervangen
echter de vroegere tractatie, die be
stond uit de zgn. „poffen". Dat waren
van tarwemeel vervaardigde broodbol
len die warm werden opgediend aan
de kraamvisite. De poffen werden door
midden gesneden en van binnen ge
vuld met kandijsuiker (in die tijd in
klontjes te koop). Men gaf er dan vaak
een glas melk -bij. Onze beschuiten wa
ren dus oorspronkelijk een soort be
schuitbollen, waartussen later muisjes
werden gestrooid ter vervanging van
de kandijklontjes.
GEEN ALIMENTATIE.
Ik ontving bijgevoegde eis tot be
taling van alimentatie, terwijl ik alles
voor mijn vrouw achterlaat. Wat nu?
Antwoord: Deze eis lijkt nergens op.
Uw vrouw mag het huis met de zaak
en alle voorraden plus de inboedel be
houden. Zij heeft altijd deze winkel be
heerd en kan ruimschoots leven van de
winst. Daar staat tegenover, dat u we
gens uw invaliditeit niet meer kan wer
ken en bent aangewezen op een mtke-
ring W.A.O. De rechtter zal de beide
inkomens wel vergelijken en haar eis
vermoedelijk afwijzen. U hebt wel een
advocaat nodig, maar u kunt Pro Deo
procederen. Gaat u maar een bewijs
van overmogen halen bij de afd. Bevol
king.
THERMOMETER IJKEN.
Ik wil mijn thermometer precies O
en 100° C laten aanwijzen. Moet ik ze
dan tussen ijs leggen en in een ketel
kokend water houden en kunnen er
dan geen verschillen ontstaan?
Antwoord: Water kent drie aggrega-
Zoveel mensen,
zoveelw
I
Vandaar die gc^de
geld en goede raad
I I
HOOFDLETTER OF NIET
DAGEN
Vroeger schreef men de namen van
dagen en maanden met een hoofdletter.
Nu niet meer. Goed is derhalve: In
januari vroor het dat het kraakte. Er
is elke donderdag een weekmarkt.
Ditzelfde geldt voor de voornaam
woorden u en uw.
Zonder hoofdletter: Blijkens de po
litieverordening bent u verplicht uw
hond aan de lijn te houden.
Eigennamen worden met hoofdletters
geschreven: Jan de Vries. Ook de bij
gevoegde namen die ter onderscheiding
dienen: Ka^el de Stoute, Lodewijk de
Veertiende, Richard Leeuw^enhart, Ka-
rel de Grote. Ook Sint in Sint-Pieter
en dergelijke namen. De Sint-Jan van
's-Hertogenbosch.
We vervolgen dit onderwerp met een
serie begrippen, die alle met een hoofd
letter worden geschreven.
Aardrijkskundige namen en die van
pleinen, straten en talen: Utrecht, En
geland, Rijn, Land van Maas en Waal,
Kalverstraat, Domplein, Latijn, Frans.
De laatste tijd ziet men vaak Neder
lands, Engels, Duits enz. met een klei
ne letter geschreven. Dat is niet goed:
Het Engels is een veelgesproken taal.
(niet: het engels enz.).
een vloeibare fase (water) en een gas
fase (waterdamp). Bij elke fase-over
gang blijft de tempartuur tijdelijk ge
lijk tot de gehelehoeveelheid stof is
overgegaan in de nieuwe fase. Bij smel
tend ijs blijft de tem.peratuur O graden
tot al het ijs is gesmolten. Als u water
kookt en er komt stoom af, dan blijft
het water konstant 100 graden C tot
alle water verdampt is. U kxint dus uw
tehrmometers beurtelings in smeltend
ijs en (later) in kokend water houden
en dan moeten ze alle resp. O en 100°
C aanwijzen. Tenminste als de lucht
druk die dag 1 atmosfeer 76 cm
kwikdruk) bedraagt .U zult de barome
ter er daarom eerst voor moeten raad
plegen, want is de druk van de bui
tenlucht lager dan zal het water eerder
koken, en omgekeerd.
Namen van kerkelijke feestdagen,
sterren, sterrengroepen en geologische
tijdperken: Goede Vrijdag, Pasen,
Tweede Kerstdag, Orion, de Grote
Beer, het Mioceen, het Tertiair.
Namen van couranten, openbare en
andere bekende lichamen, van schepen
en vliegtuigen; Nieuwe Rotterdamsche
Courant, Tweede Kamer, Raad van
State, Hoge Raad, de Willem Ruys, de
Goede Hoop, de Uiver, de Pelikaan.
Denkt men aan een belangrijk his
torisch feit, dan met hoofdletter. Dus:
de Tweede Wereldoorlog.
In het algemeen gebezigd met kleine
letter: Na de moord te Serajewo brak
een wereldoorlog uit. Deze kreeg later
de naam van Eerste Wereldoorlog.
Samenstellingen met een eigennaam
als eerste lid worden met een kleine
letter geschreven: adamsappel, java-
suiker, pinkstervakantie, kerstbrood,
havannasigaar.
Hetzelfde geldt voor soortnamen
ontleend aan een eigen-naam: astrakan,
sherry, cognac, diesel, dieselmotor.
Wel met een hoofdletter: een Rem
brandt, een echte Jan Steen, omdat
men daarbij nog aan de eigennaam
Rembrandt of Jan Steen denkt.
Is dit begrip verzwakt, dan weer met
een kleine letter: guillotine, jeremiade,
hopje (het Haagse hopje is genoemd
naar baron Hop, de Oostenrijkse ge
zant in Den Haag van 1773 tot 1794).
Bij mooi zomerweer wordt altijd meer
fris gedronken dan in de winter. In de
koelkast staan vaker open flessen waar
op eigenlijk tijdelijk een dop of dek
seltje zou moeten. Een stiikje folie
helpt wel, maar sluit niet luchtdicht af,
zodat de prik gauwer uit de frisdrank
gaat en koffiemelk eerder zuur wordt.
Thuis is dat allemaal nog overkome
lijk. Het wordt pas echt lastig wanneer
we tijdens het kamperen minder voor
zieningen hebben om open flessen te
bewaren. Om nog maar niet te spreken
van de problemen bij het raeenemen
van halfvolle flessen van en naar het
strand.
Flessensleutel opent en sluit de fles.
Toch is er een heel handige manier
sluitend te krijgen: een flessensleutel.
Dat is een bijzonder soort flesopener
met een afsluitmogelijkheid erop. Twee
in één dus. De opener wipt de kroon-
kurk van de fles en later wordt de
sleutel over de rand van de fles ge
schoven: de inhoud is dan luchtdicht en
waterdicht afgesloten.
Plessensleutels worden gemaakt door
Brabantia, bekend van allerlei andere
dingen die het huishouden makkelijker
maken. Zij zijn voor nog geen 2,te
koop in speciaalzaken in huishoudelijke
artikelen, onder meer in de kleuren
oranje, groen en geel. Die paar gulden
hebt u er natuurlijk al weer gauw uit
Flessen kunnen met een flessensleutel van Bra
bantia handig worden geopenden ook weer
gesloten. Ideaal in de zomermaanden wanneer
veel frisdrank wordt gedronken en flessen vaak
voor korte tyd open staan.
VERVOLGVERHAAL
door Jan Knape Mzn.
62
De naaste buurman van de boer, die op
een kwartier afstand van hem woonde,
had van de herstelling van het arbei
dershuisje gezegd: „je bint gek, maek
d'r een bewaerplaes van voor zetpoters,
dat haw ik oak gedaen". Maar Jaos had
driftig „nee" geschud.
Ik zei, tegen Jilles, dat ze hier zo
heerlijk rustig woonden en zodoende
kwam de watersnood weer ter sprake.
Ze wisten er eigenlijk niet veel meer
van te vertellen dan ze al eens eerder
gedaan hadden. Ze hebben me nooit
duidelijk kunnen maken waar ze ergens
aan „de overkant" geweest waren, ze
prezen telkens alleen: „goeie mensen,
lieve mensen". Soms w^as er een korte
uitwijding over een boot, een reis met
een tram, een groot gebouw vol mensen,
vrouwen in witte jassen; en lieve men
sen, die hen hadden meegenomen in een
automobiel. Jilles had aanvankelijk ge
weigerd om er in te worden neergezet,
hij zei: „Ik bin d'r nie bie opgebrocht".
De mensen hadden hem niet verstaan en
hij had de woorden niet verstaan, waar
mee ze hem toch in de auto kregen.
Maar hij had doodsangsten uitgestaan,
die pas over gingen toen Neelemaotje
zijn hand ging vasthouden.
Jilles keurde het af, dat zijn vrouw
alles zo haarfijn vertelde van zijn op
standigheid en van de lelijke woorden
die hij toen gezegd had. Hij zei het niet,
maar het was aan zijn gezicht te zien.
Maar eindelijk praatte hij er over mee:
„'t is zoa, de Duuvel had m'n te pakken
in die daegen en ik kon niet van z'n los
komme. Totdat ik bepaeld wier bie de
geschiedenis van Job. Wat is die niet
overkomme! Lees het mar nae in den
Biebel. De geschiedenis van Job is voor
ons bewaerd gebleve om ons weer op
het goeie pad te helpen. Die verloor
aoUes! Zelfs z'n vrouw en z'n vrinden
lieten 'em in de steek. En ik bin van
aoUe kanten geholpe! goed gegeve, want
ik hadde niks meer as natte rommel an
m'n lief
Zijn vrouw viel hardnekkig in de rede
„Die kleren wou je eerst geen eens
hawe, je zei: ik wil nie van den Ermen
haEn je wou in geen ledekant
slaepe, je wou persé een bedstee ha en
die was d'r niet"
Jilles keek weer gramstorig naar zijn
vrouw maar gaf dan gewillig toe: „Jae,
zoa is een mens!..."
Ze zei: „daer kruup joe aoltoas mar
achter weg!Zoa is een mens!"...
Hij knikte: „jae, 't was erg toen..."
En zij: en nóg wel es as-ie z'n
handen op een lege plekke slaet! En dat
spreekt: dat beur nog al es
Hij wou zich verdedigen: „de Duuvel"'
Neelemaatje liet hem niet los: „Oak
weer één, die je de schuld ken geve! Nee
je eige verwarde nature, je bint soms
een bos prikkeldraedJe mo' nog
mar es dait boekje leze van Bunyan „De
Heilige oorlog!"Wees dankbaar,
foei
Hij zei triestig: „Dat bin ik oak
As ik zoa in de rondte kieke dan zeg ik:
'tl ieken wel of m'n huusje noait in 't
waeter gestaen heit, daer hei Jaos voor
gezurgd. Mar in 't hof wil noe nog
geen eens van aolles groeie, dat komt
van 't zoute waeterEn m'nvrouwe
zeit daer: je mot de „Heilige oorlog"
nog mar es lezenDat boekje zal
wel erges in de polder terecht gekom-
me weze. Ik bin een hoap kwiet daer ik
an gehecht was. Diengen daer ik an
gehecht was en die van m'n ouwers
geweest binne en van m'n vrouwe d'r
ouwers. Ik hadde een minke boeken,
kwiet. Mijn mooie Staetenbiebel hawe
ze een paer jaer laeter in de sloat ge
vende bie 't riet hakken, hie was an
flarden. Ik hawe 'em in 't hof be-
graeve, diep onder de grond, want dat
hoart zoaDat is een getob geweest
mit een Biebel! De eerste daegen deej
Neelemaotje heele hoofdstukken uut
d'r hoad opzegge, want ze heit een op-
sluutend memorieToen kreege m'n
d'r eenik weet niet meer van wie.
van de Gemeente gloaf ikHij
zocht in zijn geheugen en ik vertelde
gelukkig niet, dat ik er een beetje
schuldig aan was, want ik was toen
Secretaris van de Stichting voor Maat
schappelijk Werk en die heeft toen
veel Bijbels uitgedeeld, die beschikbaar
gesteld waren door het Nederlands Bij
belgenootschap. Jilles zei afkeurend:
„'t was d'r een mit „waeterdruk" alsof
het een geweun boek was!En toen
'k er uut begon te lezen zei ik trek
tegen m'n vrouwwe: dat stieng in ónzen
Biebel aores, d'r is an geknoeid
De Kerke heit gelokkig voor een aoren
gezurgd, 't was d'r oak wel een mit
„waeterdruk", mar 't wazze toch de
eigenste woorden van de oud-vaoders
en die ken geen mens verbetere
Jilles wijdde nog lang uit over zijn
Bijbel en over zijn verloren gegane
kleine boekenschatEn de „schilde
rijen", die hij en zijn vrouw gekregen
hadden bij het verlaten van de Zon
dagsschool waren ook al wegEn
het mooie schilderijtje, dat ze van de
kinderen gekregen hadden, op fluweel
geschilderd „Gedenk de weg, waarin de
Heere U deze vijf en twintig jaar ge
holpen heeft" was totaal bedorven, het
was teruggevonden in een hoek van de
kamer
Neelemaatje onderbrak hem: „Je
bint tussenbeie een ondankbaeren
hond, JillesMar je hei wel geliek:
zoa is een mens als God z'n hand nie
vast houdtIk zal nog es een bakje
inschinkeMe hawe er t leven
ofgebrocht!
En Jilles zei: „dat hawe m'n, mar 't
is zoa moeilijk om dankbaerte wezen..."
Hij zuchtteDe vertellende Groot
vader zucht met hem mee omdat het de
waarheid is
We hebben Jilles horen protesteren
tegen de door het Nederlands Bijbel
genootschap in omloop gebrachte Ver
taling van onze Bijbel. En hij staat met
zijn protest niet alleen, er zijn er veel
meer die dat doen. Ik wil niet in het ge
ding treden van voor- en tegenstan
ders, ik wil alleen zeggen: ik geef de
voorkeur aan de vertaling, die inder
tijd gemaakt is op last van de „Hoog-
mogende Heeren Staten-Generaal der
Verenigde Nederlanden", en waarvan
de tekst is vastgesteld „volgens het be
sluit van de Synode Nationaal, gehou
den te Dordrecht in de jaren MDCX
VIII en MDCXIX, uit de oorspronkelij
ke talen in onze Nederlandsche getrou
welijk overgezet".
Terwijl Jilles aan tafel diepzinnig zit
te suffen heb ik gelegenheid om van
mijn voorkeur in „de gauwigheid"
verslag te doen. Eigenlijk komt mijn
voorkeur voor de Statenvertaling in
hoofdzaak neer op dezelfde motieven
als die van Jilles zijn vrouw; we zijn
er aan gewend, we zijn er bij opge
voed. Wat mij aangaat heeft de studie
nog een handje geholpen om de voor-
keiu- te verstevigen, want ik lees Von
del, Hooft, Huygens en andere schrij
vers uit die tijd, nog voor mijn genoe
gen. Jilles en Neelemaotje hebben van
Vondel en al die anderen nog nooit ge
hoord. En deze schrijvers zijn voor de
leerlingen van de scholen, die in mijn
jeugd Hogere-burgerscholen en Gym
nasia heetten, een ware plaag gewor
den.
Om dezelfde reden geef ik aan de
oude Psalmberijming van 1773 de voor
keur boven de nieuwe. Ik ga dus
niet terug tot die van Dathenus, hoe
wel ik die van psalm 1 tot psalm 150
voor het schrijven van deze paragraaf
heb doorgenomen. Maar ik kon niet
verder komen dan tot het oordeel: goed
bedoeld, goed Calvinistisch, maar él te
veel rijmelarij. Maar bij de Psalm
berijming van 1773 ben ik opgevoed.
Vader heeft ze mij als knaapje leren
zingen, want hij had ook jarenlang op
de „ziengschole" gegaan en kon de eer
ste verzen van de psalmen zonder ge
bruik te maken van het vierstemmig
„Ziengboek" zingen. Aan Jilles heb ik
wel eens gevraagd of ze op de „Zieng
schole" de psalmen rhytmisch zongen.
Hij viel tegen me uit: „bin je betoeterd,
onze ziengschole was geen dansclub,
foei, hoe kom je d'r bie!Me zonge
wel iedere keer een psalm, of een paar
psalmen, op halve en hele neuten, mar
rhytmisch, nee, geen sprake van"