EiiivnDEn niEuws Overdenking Oktober roerige overgangsmaand Piel Westhoeve Oud- dorp concerteert in Herv. kerk Dirksland ANNEKE JUNSZ SALARIS REKENING NUTSSPAARBANK uit de Heilige Schrift WEERPRAATiE 2e blad Vrijdag 22 oktober 1976 No. 4533 KVENSTER HET ir Uw uitgaven zwart op wit. De vlotste manier van modern betalen. Hum; gas, licht, abonnementen. Natuurlijk automatisch! En elke maand een vast bedrag naar uw spaarrekening Orde op geldzaken: Salaris en pensioen via de C. KIEVIT ZN. Centrale Verwarming SOIUMELSDIJE Telefoon (01870) 26 09 Uw huis verkopen TAMBOER VERYOLOVERHAAL blik op kerk en samenleving Oecumene in Maastricht Incident in Tubbergen Duidelijkheid Prinses Margriet heeft in Maastricht, ter gelegenheid van een plechtige uit vaart, een eucharistie-viering meege maakt en zelfs daaraan deelgenomen. Dat is een gebeurtenis die ons reforma torisch volksdeel blijkbaar wat gelaten ondergaat, of waar het schouderopha lend aan voorbijgaat. Een jaar of tien vijftien geleden zou de verontwaardiging daarover nog heel wat luider opgeklon ken hebben dan nu. Maar we leven in een tijd van oecumene en zelfs de tegen standers van die hooggeroemde oecu mene wennen tenslotte aan alles Toch is één en ander' niet helemaal onopgemerkt voorbijgegaan. Met droef heid is in verschillende bladen gesigna- neerd dat blijkbaar ook de leden van ons vorstenhuis geen hindernissen zien op weg naar de eenheid tussen Rome en de Reformatie. Het argument dat hun functie meebrengt dat ze soms aan dit soort plechtigheden deelnemen is na tuurlijk bijzonder zwak: niemand ver plicht hen daartoe en niemand zou het hen kwalijk nemen als zij dit weigerden. Overigens is de suggestie dat wéér een lid van het Koninklijk Huis op weg zou zijn naar Rome; van de kant van de Rijksvoorlichtingsdienst onmiddellijk te gengesproken: Prinses Margriet is Her vormd en zal Hervormd blijven. Maar een droevige zaak blijft het, want de be lijdenis van de Kerk waartoe ook Prin ses Margriet behoort zegt in alle duide lijkheid dat „de Mis in de grond niets anders is dan een verloochening van het enige offer en van het lijden en ster ven van Jezus Christus en een vervloek te afgoderij". Dat laatste nu wil er bij vele protes tanten niet meer in. Dat kon misschien nog wel gezegd worden in de 16de eeuw, maar vandaag geldt dat niet meer. Men heeft elkaar herkend, men is samen op weg naar het Rijk, en men zit samen aan de Avondmaalstafel. Hoe Rome daarover denkt, dat is over duidelijk geworden in de Overijsselse gemeente Tubbergen. Daar was een groot feest ter gelegenheid van het zo veel jarig bestaan van de R.K. parochie. En de Hervormde predikant ds. Waar denburg, blijkbaar een zeer oecumenisch man, deelde in de feestvreugde en liet ook zijn gemeenteleden erin delen. Op de bewuste zondag, waarop kardinaal WiUebrands de Heilige Mis zou komen celebreren, wapperde van de Hervormde kerktoren de vlag en was de Hervormde Kerk gesloten. Het sprak immers van zelf dat men op die dag een gezamen lijke dienst had en dat de pastor van de Herv. parochie zou aanzitten aan de R.K. eucharistie-viering Helaas, toen Monseigneur Willebrands bezig was de hosties uit te delen en ge komen was bij Ds. Waardenburg sloeg hij deze doodgemoedereerd over Met tranen in zijn ogen, zeiden de ver slaggevers, maar hij deed het dan toch maarEn van zijn kant was dat zeer bewust en zeer terecht. Want Avond- maalsgemeenschap tussen Rome en de Reformatie, dat kan eenvoudig niet. Daar zit Trente tussen, dat de leer van de Reformatie getroffen heeft met de banvloek, en daar zit de Heidelbergse Catechismus tussen, die de Mis een ver vloekte afgoderij heeft genoemd. Wat Mgr. Willebrands deed in Tub bergen is natuurUjk een klap in het ge zicht van alle oecumenisch ingestelde lieden. Men moet de verontwaardigde reaktie in de pers maar eens lezen! Maar zonder enig leedvermaak zeg ik toch dat ik er blij mee ben. We weten nu tenminste weer wat we aan elkaar hebben. Want met Rome en de Reformatie is het als met die twee gelieven in dat Middeleeuwse lied: „Zij konden bij el kander niet komen, het water was véél te diep". WAARNEMER. 'n Bondsspaarbank Middelharnis, Voorstraat 36. Ooitgensplaat, Pieter Biggestraat 47. ZEEUWSE WERKGROEP „STEUN AAN ISRAëL" OPENT „ZEELAND PARK" IN ISRAëL Het „Zeeland Park", waarvoor de be volking van Zeeland gezorgd heeft dat het nu al meer dan 2000 bomen omvat, zal op 23 maart 1977 in Israël bij de ne derzetting Nir Etzion, ongeveer 10 km ten zuiden van Haïfa, met medewerking van de bewoners van Nir Etzion en an dere Israëlische autoriteiten geopend worden. Om zoveel mogelijk Zeeuwse mensen en andere belangstellende in de gelegenheid te stellen deze plechtige opening bij te wonen organiseert, de initiatiefneemster tot de stichting van het „Zeeland Park" de Zeeuwse werk groep „Steun aan Israël" van 12- tot 26 maart 1977, een veertiendaagse rondreis door Israël. Deze reis door Israël zal niet het ge ijkte patroon, zoveel jnogelijk heilige plaatsen bezoeken, volgen, maar wat meer gericht zijn op contact met de be woners van Israël en kennisname van specifieke Israëlische culturele waar den. De 23e maart zullen de deelnemer- (sters)ers aan de reis dan verblijven in de kibboets bij Nir Etzion. Naar de doelstelling van de werkgroep „Steun aan Israël" om optimale daad werkelijke steun aan Israël te verlenen zal naar en van Israël met de vliegtui gen van de „El-Al" gevlogen worden en in Israël zal in Israëlische drie sterren hotels gelogeerd worden. Het Ugt in de bedoeling de 13e decem ber te Middelburg een Israëlavond met informatie over- en gelegenheid tot aanmelding voor deze reis te houden. Als reisleider zal fungeren dhr. L. Plieger, Geraniumlaan 13 te Vlissingen, informatieadres dhr. J. Jasperse, Nieuwe Vlissingseweg 366 te Middelburg, telef. (01180) 133,87. MIDDELHARNIS DISCUSSIE-AVOND IN HET DIENSTENCENTRUM Op dinsdagavond 26 oktober om half acht organiseert peuterspeelzaal „Pip- peloentje" van de stichting Wijkgroep MiddeUiamis-Zuid een discussieavond in het Dienstencentrum aan de Doétin- chemsestraat. Tijdens deze avond zal onder leiding van het kinderteam van de Geestelijke Volksgezondheid gesproken worden over kleine en grote zorgen betreffende jon ge kinderen zoals b.v. slecht willen luis teren, angst om te gaan slapen enz.. Iedereen die belangstelling heeft is welkom op deze avond. DAT VERLOREN WAS „Want de Zoon des mensen is ge- komien om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was". Lukas 19 10 II De Heere Jezus had Zijn ogen wijd open, toen Hij het land doortrok. Hij was toch naar de aarde gekomen, om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Zijn zien was een zoeken. Speu rend zag Hij steeds rond, of er een mens was die op Zijn hulp wachtte. En zo is het nog altijd. Jezus speurt nog altijd rond. Hij ziet nog altijd de ellendige. Zien, zoeken dat is Zijn werk. Hij zoekt het verlorene. Hij zoekt het met Zijn hand, om het op te trekken uit de diepte der ellende. En Hij zoekt het met Zijn Woord als Hij het tot Zich nodigt. Maar eerst, allereerst zoekt Hij het met Zijn oog. De ogen van Jezus zoeken al tijd door. Zij zoeken de vrouw die Hem had aangeraakt, om tot haar het red dend woord van behoud te spreken. Zij zoeken Zacheüs.En zij zoeken de zon daar. Zij zoeken begerig om leven te gieten en licht in het zondaarshart. Zo zag Hij Zacheüs in de boom. Deze geschiedenis begint met het zoe ken van Zacheüs. Daarvan lezen we in vers 3: „Hij zocht Jezus te zien". En ze eindigt in vers 10 met het zoeken van Jezus: „Want de Zoon des mensen i's ge komen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was". Zacheüs zoekt, en Je zus zoekt. Dat is het begin, en het eind. In werkelijkheid gaat het zoeken van Jezus voorop. En volgt het zoeken van Zacheüs. Het zoeken van de Heere Je zus heeft tengevolge dat Zacheüs gaat zoeken. „Hij zag Zacheüs". Dat Middelaars- hart, en dat toUenaarshart zoeken el kaar. Ze trekken naar elkaar heen. Jezus en Zacheüs zoeken elkaar. Zacheüs zocht Jezus te zien. En de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken,, wat verloren is. En toch is hun zoeken niet gelijk. Wij zeggen: Het ijzer trekt naar de magneet. Maar, dat kan toch alleen, wanneer de magneet het ijzer nadert. Dat ijzer ligt in zichzelf roer loos. De beweging gaat uit van de mag neet. Jezus heeft eerst gezocht. En daar door heeft Zacheüs Hem gezocht. Als de Zaligmaker iemand zoekt, dan blijft het hart van die mens niet koud en dood. Dan gaat het trillen, trekken, vragen naar Hem. Dan gaat de naald trekken naar de magneet. Dan zoekt Zacheüs, Jezus te zien. Hier blinkt de schoonheid der genade. Hier straalt de grote ont ferming van de Zoon des mensen. De Heere roept Zacheüs uit de boom. En Hij gaat met de tollenaar mee naar diens huis. De mensen zijn het er niet mee eens. Zij murmureren: „Hij is tot een zondige man ingegaan om te her bergen". Een zondige man, een zondig mens. Dat geldt van iedere man, van iedere vrouw. Als hier echter in de Bijbel staat „een zondige man", heeft dat een bijzondere betekenis. Een zondige man, een zon daar, dat is iemand wiens leven erger lijk en schandelijk is. Zondaren, dat zijn mannen en vrouwen wier duistere prak tijken dóór ieder worden verfoeid: Boe ven en schurken. Tot zondaren rekent men ook de tollenaars. „Hij is tot een zondige man ingegaan, om te herber gen". De verontwaardiging van de men sen is te begrijpen. De tollenaars hebben zich stinkende gemaakt bij het volk. Zij hebben immers hun diensten aangebo den aan de gehate, Romeinse onder drukkers. En zij hebben bij het innen van belastingen hun volksgenoten geld afgeperst, om toch maar zo gauw moge lijk rijk te zijn. Het is daarom geen wonder dat men een afschuw had van een tollenaar. Zacheüs nu is zo'n tollenaar. Een zon dige man is hij. Niemand die het zal ontkennen. Zijn medeburgers niet. Maar ook Gbd niet. Maar ook de Heere Jezus niet. En ook'Zacheüs zelf niet. Hij weet het van zichzelf. En hij stemt het toe. Ja, dat ben ik. Ik ben een zondige man. En als er nu een „zondig mens" dit leest, dan kan hij van vreugde opsprin gen. Een zondig mens. En dan bedoeld een mens die zich zondaar weet voor God. Die zich aanklaagt bij God van wege zijn zonden. Hoor, zondige man, of zondige vrouw. Hoor zondaar de liefe lijke Evangelieboodschap. Jezus gaat tot zondige mensen in. Dat wekt ergernis op. Dat doet murmurering ontstaan. Maar het is niet anders. Gelukkig niet anders. „Hij is tot een zondige man ingegaan". U weet het toch ook, lezer, dat Jezus gekomen is om het verlorene te zoeken? Lexmond. A. Cysouw. (van onze weerkundige medewerker) In het najaar worden de nachten voortdurend langer. Vooral binnen de poolcirkel is de zon nauwelijks meer tot iets in staat. Als gevolg daarvan wordt het in het poolgebied voortdurend kou der. De koude lucht komt uiteindelijk der mate onder pressie te staan (eerder deze maand door een hogedrukgebied boven de Noordpool), dat hij in zuidelijke rich ting op avontuur gaat. Daarbij stoot de koude luchit op warmere. Vooral boven de Oceaan suddert de lucht nog na na de, voorbije zomer en daar worden de temperatuurtegenstellingen zeer groot. In de hogere niveau's ontwikkelt zich dan een z.g. straalstroming: een zeer sterke van west naar oost gaande storm- of orkaanwind met snelheden van 250 tot 350 km. per uur in een smalle bed ding. Onder zo'n straalstroming kunnen ge makkelijk lagedrukgebieden ontstaan, die, eenmaal opgepikt door de straal stroming, zeer snel naar West-Europa komen. Het minimum dat vorige week donderdagmorgen vroeg bij de Scilly- eilanden arriveerde, was een voorbeeld van zo'n hardloper. De barometers in het centrum zakten bijzonder laag, n.l. tot 962 mb. en de uitwerking van dat „gat in de luchtatmosfeer" was zeer sterk. Er staken orkaanwinden op met uitschieters van 100 tot 120 km. per uur en helaas zijn er daardoor scheepson- gelukken in het Kanaal en voor de kust van Bretagne voorgekomen. Het nare in deze was de bijzonder grote snelheid waarmee de depressie naderbij kwam en uitdiepte. Geen meteoroloog en geen computer kon dat voldoende tijdig voorzien. Toen er gewaarschuwd werd, was het in sommige gevallen al te laat om het onheil te ontlopen. In ons land is het gebleven bij een stormachtige zuidelijke wind langs de kust. Gevaar voor een herhaling van de stormen van november 1972 en april 1973 was er niet, omdat de depressie de weg naar Denemarken en de Oostzee geblokkeerd zag door een krachtig ho gedrukgebied boven Scandinavië. (1044 mb. Noord-Finland). Dit breidde zich in zuidelijke richting uit. Door die blokke ring is er in onze omgeving (dus) nog steeds geen felle najaarsstorm geweest, zoals na warme zomers in het verleden al wel ongeveer in deze tijd van het jaar. Ook met de regen viel het erg mee. Wel een verschil met andere gebieden in Europa: Locarno in één etmaal 112 mm., Belfast later 46 mm. in 36 uur. Het Noordpool-maximum deed in Scandinavië de winter vrij fors inval len. In Sodankyla, Noord-Finland, vroor het in enkele nachten twintig graden. In Oslo lag eind vorige week 4 tot 7 cm sneeuw. Koude lucht uit Midden-Rusland werd tot over het noordoostelijk deel van Denemarken aangevoerd. Doordat de Engelse depressie naar het noorden tot noordwesten verder trok, bleef bij ons de wind uit zuid tot zuid west waaien. Vrij koele lucht van Atlan tische oorsprong met hier en daar een bui bleef toestromen met ongeveer nor male middagtemperaturen van 12 a 13 graden. Geen invasie van Russische winterkou dus, zoals in 1908, toen er rond de 20ste door de jeugd geschaatst werd op sloten en bietenschepen in het ijs vastvroren. Op dit moment tikt een volgende oceaanstoring zij Zuidwest-Engeland aan de deur. Er zal inmiddels ongetwij feld een nieuwe golf onbestendigheid over ons gekomen zijn. De Ouddorpse Piet Westhoeve hoopt morgenavond, zaterdag, weer één van de hoogtepunten in zijn nog jonge leven tot een goed eind te brengen. Hij concerteert dan op het orgel in de Ned. Herv. Kerk te Dirksland en een 20 jarige mag daar bepaald trots op zijn, zeker wanneer hem een „volwas sen" programma wacht. Piet (zo wil hij nog best genoemd worden) heeft, afgezien nbg van zijn kwa liteiten, boven veel anderen nóg een streepje voor, hg heeft een eigen zo goed als professionele studio Die werd gebouwd achter de ouderlijke woning in de Koolweg, een ruimte met een goede akoe stiek, verlichting, verwarming en een luchtbevochtiger want de ap paratuur die zich in de studio be vindt is alle zorg meer dan waard. Voor Piet is de droom van elke ware orgelliefhebber vorig jaar werkelijkheid geworden; hij be schikt over een gloednieuw me chanisch huispijporgel, ontworpen door Jan Keyzer en gebouwd door de fa. Leeflang te Apeldoorn en dientengevolge een instrument van grote kwaliteit en uiterlijke charmes! Op dat pronkstuk kan Piet naar hartelust oefenen. Hij is 3e jaars op het Conservatorium en de stu- diemogelijkheid wordt dan ook terdege benut. De leerlingen die Piet onder zijn hoede heeft mogen daarvan mee profiteren. Ook dat doet hij van harte, want hij weet nog maar al te goed hoe hij als 7 jarige met zijn vader zondag aan zondag op de orgelbank in de Herv. Kerk van Goedereede zat, hunkerend naar het moment dat hij zo'n instrument ook de baas zou zijn. De leerlingen worden dan ook met bijzondere zorg om ringd. Veelal krijgen ze de „eerste beginselen" van Piets vader, dhr. Jaap Westhoeve waarna de zoon voor de verdere studie zorgt. Ook pianolessen worden er gegeven en voor de liefhebbers is er ook een electronisch instrument al be schouwt Piet dat duidelijk als een vreemde eend in de bijt. Een kapitale investering was met de studio en de instrumenten gemoeid, maar 't is de moeite waard gebleken nu er zo'n goed gebruik van wordt gemaakt. Piet zoekt zijn toekomst in de muziek en denkt die te vinden als orga nist, wellicht muziekleraar en mo gelijk ook in het geven van par ticuliere lessen. Hij was nog maar een flinke turf hoog toen hij al wekelijks van Ouddorp naar Mid delharnis ging om daar les te krij gen van Arie J. Keyzer, nu is Piet twintig en nog krijgt hij les van dezelfde Arie Keyzer, nu in diens kwaliteit van hoofdleraar aan het Rotterdams Conservatorium. „Nooit kom je erin uitgeleerd!" is Piets filosofie en blijmoedig gaat hij dan ook, samen met zijn vriend Rinus Verhage, de dage lijkse gang naar Rotterdam. Zaterdag zal Piet zijn kunnen tonen, nu met meer allure dan op de ettelijke solisten-concoursen waar hij de beste prijzen weg haalde. Aan „zijn" orgel (hij is kerkorganist te Dirksland) zal hij werken van Buxtehude, J. S. Bach Arie Keyzer en G. F. Handel ont lokken. Het programma noemt de werken met name en de periode waarin de componisten hebben geleefd als geldt die volt. verl. tijd gelukkig niet voor dhr. Keyzer Er wordt voor de bezoekers een korte maar doeltreffende toelich ting bij gegeven en dat alles maakt het concert compleet. Naar we stellig aannemen zal het zeker slagen. Het begint om 8 uur zater dagavond. Historisch verhaal uit de eerste tijd der hervorming door M. VAN DER STAAL 29 Weet dan, dat van middag Egbert, de onnozele broeder van Machteld, op de rivier verdronken is en dat deze man hier, deze heer dokter, mij heeft ver hinderd, de arme jongen te redden. Hij is een moordenaar, een ellendige moor denaar!" Onder 't uitspreken dezer laatste woorden hield hij de dokter met uitge strekte arm van zich af. En toen hij uit gesproken was, stiet hij de lafaard, die met neergeslagen ogen en bevend als een riet Maertens beschuldigingen over zich had laten heengaan, van zich, zodat hij gevallen zou zijn, als niet Arend Jansz was toegesprongen en hem in zijn armen opgevangen had. „Stadsdienaars!" beet nu Juan Pe rez de Savedra van zich af. „Kunt gij 't zo lijdelijk toezien, dat twee van de voornaamste burgers van Brielle door deze rabauw worden beledigd en ge scholden? Grijpt hem, zeg ik u. En sluit hem in de boeien, dat hij niet ontkomen kan!" „Rabauw!" knarste Maerten, zie dend van toom. „Durft gij dat zeg gen, gij, die mede schuldig staat om Eg berts dood? Gij „Hij liegt, mannen!" zeide Savedra, weer met die akelig-wrede lach, die zijn lippen verwrong, „hij-zelf stiet de jongen in het water. Hij is het, die schul dig staat aan manslag. Niet de dokter en niet ik!" Ontzet over deze betichting, stond de veerman een ogenblik verslagen. Maar toen, op de dokter wijzend, die nog altijd de ogen hield neergeslagen en w^iens ge hele uiterlijk vrees en schuld tekende, riep hij uit: „Ik lieg niet, BrieUenaars! Gij kent mij te goed, dan dat gij mij schuldig aan laffe leugentaal zoudt weten! Maar ziet slechts. Ziet naar de dokter! En zeg dan, wie hier de waarheid spreekt!" Een der stadsdienaar trad nu naar voren. „Gij hebt gelijk, Maerten Wülems. Wij allen kennen u reeds lang. En wij weten geen van allen u van een enkele on waarheid te beschuldigen". Savedra zag met een woedende bUk naar de moedige man. Doch deze door stond die zonder de minste vrees. Nu Maerten, van wie toch ieder wist, welk een trouw zoon, welk een kloeke gast hij was, op zo ruwe wijze van een mis daad beticht werd, die hij niet begaan kón hebben, moest hij voor hem in de bres springen. „Ik geloof u, Maerten", vervolgde de dappere kerel. En terwijl hij een blik zijwaarts op de dokter wierp, voegde hij er aan toe: „Ik zie het levend bewijs voor mij, dat aij waarheid spreekt". „En toch beveel ik u, dat gij die man in de boeien sluit!" knarssetandde Savedra. „Wordt Maerten dan van ketterij be schuldigd?" vroeg de stadsdienaar. Juan Perez de Savedra gaf op deze vraag geen antwoord. Hij begreep, dat de man wilde zeggen, dat de Inquisitie alleen in geloofszciken had te bevelen, maar niet in aangelegenheden, die door de wereldlijke rechter moesten worden berecht. Hij redde zich uit de verlegen heid, die hem een ogenblik beving, door te zeggen: „Ik ben u geen verantwoording schul dig. Ik zeg u, wat gij doen moet. En als gij het niet doen wilt, zullen de anderen hun plicht doen. En ik zal dan wel we ten, wat mij te doen staat. Voor de laat ste maal: neem die veerman gevangen!" De dokter trad nu echter op Savedra toe, trok hem ter zijde en sprak fluiste rend enige woorden. Maerten en al de anderen zagen, dat de Inquisitie-dienaar onwillig het hoofd schudde. Doch toen wenkte de dokter Hans, die reeds lang door Maerten aan zijn lot was overgelaten, tot zich en met hun drieën voerden ze nu een onder houd, dat wel door niemand verstaan werd, maar toch bij allen de levendigste belangstelling opwekte. Eindelijk schenen de drie tot overeen stemming gekomen te zijn. Ze traden op Maerten en de stadsdienaars toe en Sa vedra zeide: „Ik heb een voorslag. Gij allen zwijgt over hetgeen hier vanavond gebeurd is. De ketters, die wij zochten, zijn nu toch al sinds lang in veiligheid. En daarom hebben wij ook niets meer hier te doen. De dokter en Hans zullen zich wel be klagen over Maertens handelwijze je gens hen. Zij willen echter, dat gij er..." „Ja, dat is goed!" viel de man, die zich zo moedig voor Maerten in de bres had gesteld, hem op bijna vrolijke toon in de rede. „Dat is goed. Wij zullen geen van allen er iets van oververtellen, wat Maerten gezegd heeft". „Maar ikbegon Maerten. „Stil!" onderbrak hem de stads dienaar „Laten we er niet meer over spreken. Het is al laat geworden en wij doen beter, met nu heen te gaan". Meester Jansz wenkte de veerman toe, aan deze verstandige raad gevolg te geven. Deze liet zich dan ook gezeg gen en zweeg. Enige ogenblikken later hadden Save dra eri de twee geslagen verraders de woning verlaten. De stadsdienaars volg den hen op de voet, doch niet dan na dat zij een heimelijke blik met Maerten hadden gewisseld, waarin hij blijdschap las over de goede afloop van deze zaak. Toen Arend Jansz, na de deur achter de vertrokkenen gesloten te hebben, in de kamer terugkeerde, zag hij iets won derlijks. Midden in het vertrek stond Maerten en om hem heen, hun handen in de zijne stonden Anneke en Geertruyd en zijn moeder. „Neen, neen!" schudde Maerten, „dank mij niet. Ik deed, wat ik moest doen. En dat het nog zo'n goede afloop heeft gehad, is veeleer te danken aan de.sta.dsdie „Naast God danken wij u, Maerten!" zeide Anneke op bewogen toon. „Spreken wij er niet meer over", verzocht Maerten. „Zeg mij liever, waarheen Meester Adriaen de mensen gebracht heeft". „Zo dadelijk, vriend Maerten", voegde nu de Meester hem toe. „Maar laat ons eerst onze Vader in de Heme len danken voor de wondere uitredding, die Hij ons schonk". Allen knielden neer, de Meester en de vrouwen. En ook Maerten knielde. En toen Meester Jansz in eenvoudige bewoordingen dankte en met zoveel overtuiging zijn smeking om voortdu rende bewaring opzond, dat het Maer ten toescheen, als zag de bidder de On zienlijke, toen dankte hij mee en toen was 't ook hem, alsof een adem des le vens zijn ziele beroerde, zodat ook hij zag Hoofdstuk 6 Tot de vlucht besloten. De morgen, volgende op de avond, die de boze toeleg van het Brielse samen span zag mislukken, bevond Maerten Willems zich, reeds vóór de duisternis van de lange novembemacht geweken was, op de polderdijk, die van Brielle oostwaarts naar Zwartewaal leidde. Het gaan werd zeer bemoeilijkt, doordat een zware regen, voortgezwiept door een krachtige westenwind, de Kleiweg glib berig maakte. De doorweekte grond oefende een sterke zuigkracht uit, zodat Maertens voeten meermalen schenen vastgehouden door een geheimzinnige onderaardse macht. Maar met een ruk bevrijdde hij zich dan weer. Al ging het langzaam, toch vorderde hij. De stemming van de veerman scheen niet onder de minder gunstige weersge steldheid te lijden. Vrolijke liedekens zong hij althans en zo hij een metgezel had gehad, zou die in het licht van de matte schemering, die langzamerhand doorbrak, een heldere glimlach hebben opgemerkt, die nu en dan over die stoere trekken gleed. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1976 | | pagina 7