EIIAIiDEII - rtlEUWS Gunstige gemeente begroting voor 1976 Visser Meubelen nu ook in Perzisciie tapijten Van broedschotel tot Barcelona ANNEKElANSZ -k Nood-sportvelden in dorp Oude-Tonge 2e blad Dinsdag 14 september 1976 No. 4522 RAAD OOSTFLAKKEE ooltgensplAat 40 jaar Gymnastiekver. „D.O.S/' Comité van de Reformatorische Politieke Federatie opgericiit in Zeeland SOMMELSDIJK Oostflakkee zat goed Een verstandig bemestingsbeleid VERVOLGVEBHAAL De mededeling van burg. v. d. Harst, in de donderdagavond gehouden raads vergadering gedaan, dat de begroting '76 een voordelig saldo van ruim 4 ton laat zien was goed voor een opperbeste stemming! De raad gaf zich daar dan ook graag aan over en besloot, ter ver hoging van de allure, de raadszetels niet zomaar met een stofje maar met écht leer te bekleden. De daarvoor benodig de 6700,werden zonder veel plicht plegingen beschikbaar gesteld, alleen dhr. A. Both (P.v.d.A.) maakte wat be zwaren. Hij vond een stofje ook wel voldoende, „want", argumenteerde hij, „thuis zit je er dagelijks op en hier maar één keer in de maand!" Enige opwinding getroostte dhr. Both zich ook bij het voorstel tot aankoop van wat perceeltjes grond van de Am- bachtsheerlijkheid „Grijsoord", gelegen binnen en direct bij de bebouwde kom van Oude Tonge. Samen moesten de perceeltjes 50.000,kosten maar het merkwaardige was dat het ook stukjes betrof waarvan de eigendom werd be twist. We weten niet van wie ze zijn maar we kunnen ze van de Ambachts- heerlijkheid kopen!" verbaasde zich dhr. Both. Hij behoefde er maar aan te her inneren dat er in het verleden jarenlang was gezocht naar de eigenaar van de oprit naar de Molenstraat, waarna „Grijsoord" zich als zodanig opwierp toen de gemeente de verbetering had toegepast. Ook dhr. C. Quist (P.C.P.) vroeg zich het nut van de aankoop af. Z.i. was het voordeliger bij erfpacht te blijven. Dhr. Quist voorzag dat bij aankoop de rent meester („een gladde vogel") daarna weer metdiieuwe aanbiedingen zal ko men. Dhr. Groenendijk (S.G.P.) daarente gen voelde wel voor de aankoop omdat hij meer dan genoeg „bestuurlijke el lende" had ervaren wahneer de beno digde grond niet in 't bezit van de ge meente bleek. De raadsvoorzitter sloot zich daar graag bij aan. „Het is een rustige gedachte die stukjes in eigen dom te hebben omdat we het dan niet meer aan de stok kunnen krijgen met een verpachter", legde de voorz. de raad voor. Toch had dhr. Both nog geen vrede met de aankoop van „niet ten name staande" percelen, maar de voorz. maakte duidelijk dat „Grijsoord" het be- zittersrecht kan laten gelden ook al is de bewijsvoering niet altijd waterdicht en ze de onderhoudsplicht heeft ver zaakt. „Wanneer de gemeente het niet gedaan zou hebben zouden de School straat en de IJIieuwstraat nu nog mod derwegen zijn!" concludeerde de voorz. De raad ging overigens met de aankoop accoord. Opknapbeurten. De gemeentesecretarie op de Voor straat krijgt een interne opknapbeurt. De raad telde daar, overtuigd van de noodzaak, een krediet van 13.400, voor neer. Zelfs 45.000,kon het lij den voor het plegen van achterstallig onderhoud aan het Ver. gebouw 't Cen trum, zeer tot genoegen van de op de tribune aanwezige oud-weth. A. de Vos als voorzitter van 't Centrum. „We had den zeU wel een postje maar dat is op gegaan aan nieuwe dakbedekking" fluisterde hij. Het krediet van 45.000, zal overigens geput worden uit het fonds je dat vrijkomt als de aandelen van de N.V. Brugverbinding worden uit gekeerd. Bestemmingsplannen. Na een toelichting door dhr. Goud- kamp, directeur Gemeentewerken ging de raad accoord met de vaststelling van de bestemmingsplannen „Langstraat" en „Bedrijfsterrein Tonnisseweg". Het plan Langstraat biedt enig per spectief voor een recreatieve ontwikke ling. Er wordt een perceel grond (ge meenteeigendom) bestemd voor de bouw van een 26 tal recreatiewoningen (twee onder een kap). De wandelmogelijkhe- den die daarbij worden geschapen zul len pok voor de eigen bewoners toegan kelijk zijn. Voor het overige voorziet het best. plan een afronding van de be staande bebouwing en een matige uit- breidmgsmogelijkheid voor de bestaan de bedrijven. Dhr. Moerenhout (K.V.P.) kreeg op zijn vraag wanneer met de uitvoering van het recreatieplan kan worden be gonnen een niet geheel ontmoedigend antwoord: Wanneer de goedkeuring van G.S. is ontvangen kan een gegadigde die de grond van de gemeente wil kopen en het plan wil realiseren direct aan de slag." Het 'best. plan „Bedrijsterrein Tonis- seweg" voorziet in een uitbreiding van het bestaande terrein met een gebied van 5 ha. Wanneer dat volgeboekt zal zijn kan er opnieuw een uitbreiding tot stand worden gebracht. Voorshands lij ken de 5 beschikbare hectares de be hoefte te dekken al zal de ervaring ook een andere kunnen zijn. De raad ging met de vaststelling accoord. Rondom het terrein zal een weg worden aange legd via welke de bedrijven bereikbaar zijn. Er komt t.z.t. één toegangsweg tot het terrein, afgeleid van een nieuw aan te leggen lïruispunt. Die aanleg lijkt overigens naar een ver verschiet ver schoven te kunnen worden evenals de aanleg van de Rijksweg aan de andere zijde van het terrein, waarvan het tracé zelfs nog niet exact is vastgesteld. De drie ingekomen bezwaarschriften kon den ongegrond worden verklaard. De reclamanten die voor de aanleg van een toeleidende weg grond zullen verliezen zal vervangende grond kunnen worden geboden. Voetbalveldje In het best. plan „bedrijfsterrein" zal ook een voetbalveldje moeten worden aangelegd. Dat wordt verlangd opdat die arbeiders die 's middags overblijven na de middagboterlfam een partijtje kunnen trappen. Het heeft de raad een glimlach ontlokt, maar 't zal aldus ge schieden Subsidies. De raad stemde in (en kon moeilijk anders omdat het Ministerie al voor ging) met de beschikbaarstelling van een subsidie van 2500,aan de Peu terspeelzaal te Den Bommel en een be drag van 750,aan de „Stichting Jeugdcommissie" te Oude Tonge. „Nooit van gehoord en ik weet even min waar ze zitten", stelde dhr. C. Quist (P.C.P.), zelf inwoner van Oude- Tonge over laatstgenoemde vast. De Stichting bleek haar domicilie te hebben in het gebouwtje van de R.K. kerk aan de W. Achterweg. Bij de aan vrage om subsidie bij het Ministerie heeft de Stichting aan de normen vol daan die voor subsidiëring worden aan gelegd. „Ons nee zou daarom een brok ontwikkelingswerk tegenhouden", con stateerde de voorz. Sportvoorzieningen. Als aanvullend agendapunt werd het verzoek van de voetbalver. D.B.G.C. be handeld. I.v.m. de slechte toestand van de velden ten gevolge van de droogte werd gevraagd t.b.v. de korfbalsport ge bruik te mogen maken van een veld langs de Eisenhowerlaan. Het veldje zal voor het houden van korfbalwedstrijden worden ingericht. De raad, minus dhr. P. Groenendijk ging ermee accoord, zij het onder beding dat het veld niet voor de overige jeugd zal worden afgesloten. Omdat er ook behoefte is aan uitbrei ding van de voetbalvelden werd door D.B.G.C. ook gevraagd in afwach ting van een nieuw terrein tijdelijk gebruik te mogen maken van een per ceel grond achter de nieuwe openbare school aan de van Halenstraat. Het be doelde terrein is bestemd voor bijzon- Dit jaar (Officieel 1 november) bestaat D.O.S. 40 jaar. Het bestuur meende dit feit niet onopgemerkt voorbij te moeten laten gaan. Het grote probleem was (ge zien de kasmiddelen) hoe men hier toch, (in de eerste plaats voor de leden) hetzij dan op bescheiden wijze iets kon orga niseren. Nou hierin is men dus geslaagd door hét organiseren van een bezoek aan „Dolfirudam" te Scharendijke. Ieder lid van kleuter tot volwassenen mocht gratis hier naar toe. J.l. zaterdag 4 sept. ging men met 2 bussen de pad op. Eén en ander leek een wat experimen tele zaak, maar niettemin hebben wij kunnen konstateren dat de animo hier voor vrij groot was( waar bleven de oudere leden?). De jeugd heeft kunnen genieten van de spectaculaire sprongen (niet op de langemat) maar van de dolfijnen en alle intelligente demonstraties van deze dol fijnen. Vooral, het u weUicht bekende meevaren in het bootje-getrokken door een dolfijn was vooral voor de jeug dige Harold Boekholt een hele belevenis Na dit bezoek werd er nog een om metje gemaakt met de bussen en kwa men we te Zierikzee waar in het weg restaurant van de R.T.W. nog een con sumptie werd gebruikt. Vervolgens werd „weer via een ommetje" een korte stop bij de „Albert Corner" op „den dam" gehouden, waarom? Bij het verlaten van de bus kregen allen nog een ijsje aan geboden. Al met al een aardig bedacht „uitje voor de leden". Maar misschien toch voor de ouderen en ook wel jongeren een reisje om eens over na te denken. Wij hopen omstreeks november nog eens met een artikeltje de 40-jarige ge schiedenis van D.O.S. te belichten. In Goes is een dezer dagen een be spreking gehouden om te komen tot op richting van een Provinciaal Comité van de Reformatorische Politieke Federatie voor Zeeland. De RPF kwam tot stand op 15 maart 1975 en bestaat uit de volgende drie ini- tiatiefnemende groeperingen n.l. Nationaal Evangelisch Verband (NEV), Gespreksgroep van AR-gezinden en Reformatorisch Politiek Jongeren Contact (RPJC) die gezamenlijk thans de federatie vormen. Bij de federatie hebben zich sinds de oprichting een 20 kiesverenigingen aan gesloten. De RPF stelt het Gezag van Gods Woord in haar politieke denken en han delen voorop en wil zich daarbij dus la ten leiden door de Reformatorische Staat en Maatschappijbeschouwing. De RPF zet zich in voor een samen werking van alle reformatorische groe pen en partijen en streeft naar een hechte samenwerking met de SGP en GPV. De RPF heeft in principe besloten bij de Kamerverkiezingen in 1977 met een eigen lijst uit te komen en wil uiterste pogingen doen om te komen tot een lijstverbinding met bovenvermelde po litieke partijen op Reformatorische grondslag. In het bestuur van het Provinciaal Comité Zeeland hebben zitting geno men: Ds. C. A. den Hertog te Vlissingen, voorzitter. H. J. Colijn te Kloetinge, 2e voorzitter. L. Lous te Goes, secretaris. F. Paauwe te Kapelle, penningm. Het bestuur wordt in de provincie bij gestaan door Vijftal districtshoofden. Omstreeks medio oktober zal de fe deratie voor het eerst naar buiten tre den in Zeeland door het organiseren van een openbare voorlichtingsavond welke in Goes zal worden gehouden. dere bebouwing (scholen e.d.) maar zal de eerstkomende jaren niet voor dat doel gebezigd behoeven te worden. De raad ging ermee accoord het ter rein als noodveld aan D.B.G.C. beschik baar te stellen. De heren Mosselman, Quist en Groe nendijk verklaarden zich tegen omdat het veld ook op zondag bespeeld zal worden. Dhr. J. van Dam (S.G.P.) was deze vergadering als enige afwezig. Voor het bewonderen van de schoon heid van Perzische tapeten behoeft het Flakkeese publiek niet ver meer te rei zen, integendeel. Visser Meubelen heeft zijn bedrijf op de Oostdijk te Sommels- dijk speciaal voor de show van „Perzen" ingericht en ze zijn daar dan ook in een veelheid van kleur, prijs en kwaliteit te bekijken. Toen ook op Flakkee de vraag naar Perzen bleek te rijzen namen de heren Visser een snel besluit. Het bestaande bedrijf aan het Westhaveneind blijft het dorado voor alle moderne en klas sieke meubilair, stoffering, vloerbedek king e.a., maar het pand op de Oostdijk werd specifiek voor de Perzen ingericht. Dat werd bereikt door het aanbrengen van Oosters aandoende' nissen waar achter de prachtigste karpetten een plaatsje kregen. Al voor de prijs van enkele tientjes koopt-men een piepklein Perzisch kleedje, terwijl de prijzen voorts tot in de vele duizenden op kun nen lopen. De Vissers hebben hun best gedaan om Flakkee een zo rijk mogelijk sorti ment aan te bieden. Zij die de aanschaf van een Pers overwegen worden er graag verwacht! Het bedrijf van de Fa. Visser kreeg een eeuw geleden bekendheid door de toen verkochte matten. Nu de trend in de richting van de meer weelderige Per zen gaat schuwen ze ook die ontwikke ling niet. Evenals bij de mensen door de massa instinctief op dezelfde wijze wordt ge reageerd, schijnt dit bij de duiven het geval te zijn. Soms komen achterblij vers na weken op dezelfde of binnen een paar dagen terug, alsof ze op de zelfde plaatsen zijn achtergebleven, ge lijkelijk zijn gerecupereerd en met de zelfde weersomstandigheden weer de trek naar huis kregen. Vooral dit jaar goed te zien want zelden kwamen zoveel vogels na verloop van tijd weer naar het oude hok terug. Het gestadig goede weer zal er de oorzaak van zijn dat dé wegblijvers noch door ziekten noch door verdrinking ten onder gingen. Instinctief heeft de massa ook weer gereageerd op de wedvlucht vanaf Soig- nies op 4 september. 1531 duiven gingen met een N.W.-wind de lucht in. De vluchtweg bleek te liggen over het Ha ringvliet en de westelijker gelegen ver enigingen kregen de duiven veel later binnen. Toch zijn er altijd weer duiven die deze profijtelijke omstandigheden beter uitbuiten dan anderen en dat was in het bijzonder het geval bij A. v. d. Linde te Middelhamis die in taart eten onverzadigbaar blijkt de eerste duif te Middelhamis pakt wekelijks een taart en nli niet alleen de eerste twee te Middelhamis, maar bovendien nog de eerste twee van de F.C.C, vliegt. Daar naast heeft hij nog de 18e, de 27e en in totaal 18 prijzen. Ware het niet dat hij reeds thuis was, dan zijn dat vluchten om over naar huis te schrijven. J. de Boed te Stad aan 't Haringvliet heeft na een heel jaar tobben plotseling de vorm op het hok. Zijn vogel vliegen om te beginnen 3, 4, 6, 8, 21 en 28. Helaas is er nog maar één vlucht over om het jaar goed te maken, maar de „hoop" dat de vogels het wel kunnen is er weer. J. C. Wagner brandt meestal op de navluchten los, beginnend met 5 en 23 is dit nu met 17 prijzen ook weer het geval. C. Vreeswijk te Nieuwe Tonge, penningmeester van „De Luchtbode" te Herkingen vliegt in deze vereniging de eerste drie. De duiven hebben wellicht de oversteek op de scheidslijn Krammer -Haringvliet gemaakt waardoor de ma ten in Herkingen geslagen waren. Hij begint met de 7e FCC. A. de Gans te Stad heeft 9 en 11, terwijl Leo Nelis te Middelhamis nu ook kan zeggen in 1976 nog bij de eerste tien te hebben gevlogen. A. Zoon wint de 12e en is daarmee in eigen vereniging de snelste. 13 en 14 zijn voor M. van Assen en C. D. Human, die er mede voor zorgen dat de „Reisduif" ditmaal ook zijn part in de FCC behaald. De „207898" van J. v. Se- ters en Zn. is de 15e en de eerste van de 18 prijzen die hij ondanks de west noordwester weet te grijpen. Nieuweling J. Visser blijkt de goede van zijn vader te hebben, hij wordt 16e. J. Mijs grijpt 17 en 31 weer voor de kampioenspun- ten. P. C. Klink en M. Melissant te Stel- lendam zijn 19 en 20 en blijven daar mee plaatselijk J. Smit voor, die met 33 en 34 in de FCC genoegen moet nemen. Voor hem al beneden zijn stand. Het overwicht van Stad blijkt uit het feit dat B. D. Visser plaatselijk 13 nog de 24e FCC verdient. Even eerder pakten Gebr. Visser de 22ste, Joh. v. Rutten en Zn. te Dirksland draaien goed, ze be ginnen plaatselijk met nr. 2en 25ste FCC. C. Polder en J. van Heemst wor den te Middelhamis respectievelijk 26 LAND- EN TUINBOUW: De uitstrooi van de basisbemesting met fosforzuur en kali wordt steeds meer in de herfst toegepast. De stikstof komt dan in het voorjaar op het land. Deze werkwijze is sterk aan te bevelen, omdat zij verschillende voordelen heeft. In verband met de arbeidsverdeling op het bedrijf is er in het najaar meer tijd beschikbaar dan in het drukke voorjaar, wanneer al het werk tegelij kertijd moet worden uitgevoerd. Meststoffen die bij uitstek geschikt zijn voor toediening in de herfst zijn slakkenmeel en de chloorhoudende ka- lizouten. Fosforzuur spoelt niet uit en de meststof kan bij een vroege toedie ning intensief door de grond worden gemengd. Het gelijktijdig onderbrengen van slakkenmeel en de stoppelresten komt de werking van het fosforzuur zeer ten goede. De kalk in deze meststof bevor dert bovendien de vertering van de stoppelresten. Een belangrijk voordeel van de herfst- bemesting is wel de gunstige invloed op de bodemstruktuur. Immers des te min der er in het voorjaar over het land wordt gereden des te beter is dit voor de struktuur. Bovendien komt het nogal eens voor dat men in het voorjaar pas laat op het land kan komen wegens dé natte toestand der percelen. Met een basisbemesting in de herfst voorkomt men tevens de zoutschade die kan ontstaan indien men in het voor jaar alle meststoffen inééns moet toe dienen. Een belangrijk voordeel van uitstrooi in de herfst is ook dat de mest stoffen dan goedkoper zijn dan in het voorjaar. Daarom het fosforzuur en de kali in de herfst en straks in het voorjaar de stikstof. en 30 FCC. Jac. de Vos en L. Moeren hout te Stad 29 en 32. Beste Ouddorper wordt J. Bakelaar met plaatselijk de eerste twee, reikt slechts tot de 44e FCC. C. J. Tanis is er derde maar in de geza menlijke koers zijn dan al 165 prijzen vergeven. Op Herkingen zelve haalt M. Huizer nog juist het eerste blad van de prijslijst. Gelet op het huidige weertype en ,de toch wel geringe verliezen dit jaar laat het zich aanzien dat op de laatste wedvlucht St. Ghislain alle re cords aan deelname nog zullen sneuve len. Historisch verhaal uit de eerste tijd der hervorming door M. VAN DER STAAL 18 Ha, ha!" lachte hij, zich het eerste deel van Maertens woorden herinne rend. „zeggen de mensen, dat ik vast houdend ben? Nu, maar dat is wat goed ook! Ik gooi mijn geld zo maar niet in het water! Ha, ha!" Maerten klemde zijn lippen vast op een. En onverwacht stiet hij de boot van de wal af, zodat de dokter door de har de ruk bijkans achterover viel. Het la chen van die man in zijn boot klonk hem als een duivelslach in de oren. Had hij niet, nog maar enkele uren ge leden, de zilverstukken zien blinken in Machtelds hand? Neen, gewis, dat geld was ook al niet in het water gegooid. Daarmee waren zeker kostbare mede delingen gekocht! O, hij moest zich geweld aandoen, met buitengewone krachtsinspanning moest hij zijn wil beheersen, om zijn roeispaan niet op deze verraderskop neer te doen komen. Als de dokter in Maertens ziel had kunnen lezen, wat hij dacht; als hij de onheilspellende, schier woeste blik van de veerman had opgemerkt; ais hij ge weten had, hoe heel diens lichaam in siddering was, omdat hij zich weerhou den moest van zich op hem te werpen hij zou het vierdubbele veergeld hebben willen geven, als hij maar buiten" het bereik van deze geweldige had kunnen komen. Hij wist echter noch het een noch het ander. En nu, op de rivier gekomen, menerld, dat Maerten wel weer zou willen praten, vroeg hij „Ge spraakt daareven van boze tijden. Hebt „'k Heb nu geen tijd", viel deze hem, bits bijna, in de rede. „Ge wilt immers naar de overkant en dat zo vliag mogelijk? Dan moet ik werken". En of hij werkte! De roeiriemen bo gen onder de kracht, waarmee hij het water sloeg. De veerboot schoot vooruit. De dokter, die een tevreden blik ach teruit wierp, waar een breed spoor de weg aanwees, welke het vaartuig volg de, was er van overtuigd, dat hij met deze gang nog binnen de gewone tijd te Maaslandsluis zou zijn. Doch eensklaps verschrikte hij. De boot voer bijna in een evenwijdige lijn met 't Voomse! „Maerten!" riep hij. „'k Moet naar Maaslandsluis! En ge zet koers naar Blankenburg!" „Ik ben schipper en weet dus..." begon Maerten. Maar de ongeduldige man viel hem minachtend in de rede: „Wat woudt gij weten! Ik zeg, dat ge verkeerd vaart". „Ook goed", zei Maerten koud. „Als gij het wüt, heer dokter, dat ik in rechte lijn de boot naar de overkant zal brengen „Ja, dat wil ik". „Dan hebt ge kans, dat' ge straks heel de dag op de Hondeplaat blijft vast zit ten", antwoordde Maerten, terwijl hij de boot de door de dokter gewenste richting gaf. „Wat zegt ge?" riep deze ontsteld. De veerman deed, of hij die vraag niet gehoord had. „Ik roeide daarnet tegen de stroom in", vervolgde hij, terwijl hij met leedvermaak des dokters ontsteltenis zag. „En al 'k dan boven Maasland sluis was gekomen, had ik..." „Maerten, doe, wat ge het beste vindt", verzocht de dokter. „Gij hebt gelijk: gij zijt schipper en weet het dus beter dan ik, hoe ge op de rivier varen moet". „Dat zou ik ook denken", mompel de Maerten, „een veerman moet we ten, hoe met eb en vloed om te gaan en een dokter, hoe hij zieken moét gene zenAls hij dit tenminste kan en niet weigert om te komen", zei hij zacht voor zich heen. Na nog geruime tij3 in de eerste rich ting voortgeroeid te zijn oordeelde Maerten, dat hij hoog genoeg gekomen was. Hij wendde dus den steven der boot en nu leed het niet lang, of de dok ter zag het doel van de tocht reeds na bij. Hoe dichter Maerten bij de overkant kwam, hoe spraaklustiger hij werd. Hij had er spijt van, dat hij van des dokters goede stemming daar straks geen ge bruik had gemaakt, om te weten te ko men, waarom-deze zo vroeg uit Brielle vertrokken was. Maar nu was de dokter op zijn beurt kort-af in zijn antwoor den. Klaarblijkelijk had hij geen lust, Maerten omtrent het doel zijner reis in te lichten, of hem van de gedachten, die hem bezig hielden, deelgenoot te maken. Slechts dit ene werd de veerman ge waar, dat zijn passagier terstond door wilde reizen naar 't Gravenhage. Hij moest daar een oude vriend bezoeken, zei hij nog. Eindelijk was de tocht volbracht. De dokter toonde zich tevreden over Maer tens diensten en gaf hem zelfs boven het toegezegde loon een drinkgeld. „Dank u, heer dokter", zei de veer man, nu weer zeer beleefd. „En wan neer denkt u terug te komen? Als u een tijd noemt, zal ik u hier wachten". „Niet voor vier uur in de middag", zei de dokter. „Dan breng 'k mijn vriend misschien .mee. Kunt ge dan hier zijn?" „Dat zal ik". beloofde Maerten. „Ge schijnt vandaag een goede dag te zullen maken", zei de dokter, reeds aan land gestapt, maar nog toevende, toen hij twee mannen zag naderen, die met vlugge schreden op de aanlegplaats afkwamen. „Dat mag ik wel", lachte Maerten. „Want ge weet 't wel, heer dokter, dat het boze tijden zijn. Ik heb er u niet verder van verteld. Misschien, dat daar nog wel eens gelegenheid voor is". „'k Zal 't onthouden", zei de dok ter, schertsend, terug. Onderwijl tracht te hij de mannen op te nemen, die nu bij de aanlegplaats der boot stil stonden en aan de veerman vroegen, of hij hen naar Brielle kon brengen. „Dat kan ik", zei Maerten. „Ik zou zelfs niet weten, wie het beter zou kunnen doen". „Zijt gij dan de Brielse veerman?" vroeg de oudste der beide mannen, evenals zijn metgezel in het oog lopend eenvoudig gekleed. Die kleding: een paar effen zwarte kousen; een tot dicht bij de knieën reikende donkerbruine lijfrok, om het midden gegordeld, en van vrij ruime mouwen voorzien; daar overheen een slechts even lager dan de lijfrok hangende mantel, eveneens van bruine kleur; en eindelijk een hoofd deksel, dat het midden hield tussen de baret van een geleerde en de muts van een handwerksman of schipper, was bij beiden gelijk. Maar geheel onderschei den was de uitdrukking van hun gelaat. Dat van de oudste, die met Maerten in gesprek trad, was omzoomd door een zware, zwarte baard, die tot ver op de borst afhing. Daardoor ook kwam het wellicht, dat het onbedekte deel van zijn gezicht bleker en magerder scheen dan dat van zijn jongere metgezel, wie de gezondheid van zijn blozende wan gen straalde. Het grootste verschil tus sen de twee werd echter veroorzaakt door de oogopslag. Zo het ook de spie gel hunner ziel was, moest de oudste een man zijn, die uiterst verlegen en schroomvallig in zijn optreden was; de tweede daarentegen was dan de bezit ter eener heftige natuur. In diens kleine, zwarte ogen schitterde het vuur, dat eigen is aan geestdriftige strijders of aan dweepzieke ijveraars. Maerten lette echter minder op deze twee vreemdelingen dan wel op de dok ter. Het scheen hem toe, dat deze met meer dan buitengewone belangstelling de reizigers opnam, ja, hun gelaatstrek ken bestudeerde, alsof hij ze een voor een in zijn geheugen wilde prenten. Daaraan moest zo spoedig mogelijk een einde komen. En op de vraag, of hij de veerman van Brielle was, antwoord de hij met een: „Ja, die ben ik". „Dat treft waarlijk goed, David", wendde de vrager zich tot zijn metgezel. „Ik had (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1976 | | pagina 5