EIIAIiDEII - rtlEUWS
Gunstige gemeente
begroting voor 1976
Visser Meubelen nu ook in
Perzisciie tapijten
Van broedschotel tot Barcelona
ANNEKElANSZ
-k Nood-sportvelden in dorp
Oude-Tonge
2e blad
Dinsdag 14 september 1976
No. 4522
RAAD OOSTFLAKKEE
ooltgensplAat
40 jaar
Gymnastiekver.
„D.O.S/'
Comité van de
Reformatorische
Politieke Federatie
opgericiit in Zeeland
SOMMELSDIJK
Oostflakkee zat goed
Een verstandig
bemestingsbeleid
VERVOLGVEBHAAL
De mededeling van burg. v. d. Harst,
in de donderdagavond gehouden raads
vergadering gedaan, dat de begroting
'76 een voordelig saldo van ruim 4 ton
laat zien was goed voor een opperbeste
stemming! De raad gaf zich daar dan
ook graag aan over en besloot, ter ver
hoging van de allure, de raadszetels niet
zomaar met een stofje maar met écht
leer te bekleden. De daarvoor benodig
de 6700,werden zonder veel plicht
plegingen beschikbaar gesteld, alleen
dhr. A. Both (P.v.d.A.) maakte wat be
zwaren. Hij vond een stofje ook wel
voldoende, „want", argumenteerde hij,
„thuis zit je er dagelijks op en hier maar
één keer in de maand!"
Enige opwinding getroostte dhr. Both
zich ook bij het voorstel tot aankoop
van wat perceeltjes grond van de Am-
bachtsheerlijkheid „Grijsoord", gelegen
binnen en direct bij de bebouwde kom
van Oude Tonge. Samen moesten de
perceeltjes 50.000,kosten maar het
merkwaardige was dat het ook stukjes
betrof waarvan de eigendom werd be
twist.
We weten niet van wie ze zijn
maar we kunnen ze van de Ambachts-
heerlijkheid kopen!" verbaasde zich dhr.
Both. Hij behoefde er maar aan te her
inneren dat er in het verleden jarenlang
was gezocht naar de eigenaar van de
oprit naar de Molenstraat, waarna
„Grijsoord" zich als zodanig opwierp
toen de gemeente de verbetering had
toegepast.
Ook dhr. C. Quist (P.C.P.) vroeg zich
het nut van de aankoop af. Z.i. was het
voordeliger bij erfpacht te blijven. Dhr.
Quist voorzag dat bij aankoop de rent
meester („een gladde vogel") daarna
weer metdiieuwe aanbiedingen zal ko
men.
Dhr. Groenendijk (S.G.P.) daarente
gen voelde wel voor de aankoop omdat
hij meer dan genoeg „bestuurlijke el
lende" had ervaren wahneer de beno
digde grond niet in 't bezit van de ge
meente bleek. De raadsvoorzitter sloot
zich daar graag bij aan. „Het is een
rustige gedachte die stukjes in eigen
dom te hebben omdat we het dan niet
meer aan de stok kunnen krijgen met
een verpachter", legde de voorz. de
raad voor.
Toch had dhr. Both nog geen vrede
met de aankoop van „niet ten name
staande" percelen, maar de voorz.
maakte duidelijk dat „Grijsoord" het be-
zittersrecht kan laten gelden ook al is
de bewijsvoering niet altijd waterdicht
en ze de onderhoudsplicht heeft ver
zaakt. „Wanneer de gemeente het niet
gedaan zou hebben zouden de School
straat en de IJIieuwstraat nu nog mod
derwegen zijn!" concludeerde de voorz.
De raad ging overigens met de aankoop
accoord.
Opknapbeurten.
De gemeentesecretarie op de Voor
straat krijgt een interne opknapbeurt.
De raad telde daar, overtuigd van de
noodzaak, een krediet van 13.400,
voor neer. Zelfs 45.000,kon het lij
den voor het plegen van achterstallig
onderhoud aan het Ver. gebouw 't Cen
trum, zeer tot genoegen van de op de
tribune aanwezige oud-weth. A. de Vos
als voorzitter van 't Centrum. „We had
den zeU wel een postje maar dat is op
gegaan aan nieuwe dakbedekking"
fluisterde hij. Het krediet van 45.000,
zal overigens geput worden uit het
fonds je dat vrijkomt als de aandelen
van de N.V. Brugverbinding worden uit
gekeerd.
Bestemmingsplannen.
Na een toelichting door dhr. Goud-
kamp, directeur Gemeentewerken ging
de raad accoord met de vaststelling van
de bestemmingsplannen „Langstraat"
en „Bedrijfsterrein Tonnisseweg".
Het plan Langstraat biedt enig per
spectief voor een recreatieve ontwikke
ling. Er wordt een perceel grond (ge
meenteeigendom) bestemd voor de bouw
van een 26 tal recreatiewoningen (twee
onder een kap). De wandelmogelijkhe-
den die daarbij worden geschapen zul
len pok voor de eigen bewoners toegan
kelijk zijn. Voor het overige voorziet
het best. plan een afronding van de be
staande bebouwing en een matige uit-
breidmgsmogelijkheid voor de bestaan
de bedrijven.
Dhr. Moerenhout (K.V.P.) kreeg op
zijn vraag wanneer met de uitvoering
van het recreatieplan kan worden be
gonnen een niet geheel ontmoedigend
antwoord: Wanneer de goedkeuring van
G.S. is ontvangen kan een gegadigde
die de grond van de gemeente wil kopen
en het plan wil realiseren direct aan de
slag."
Het 'best. plan „Bedrijsterrein Tonis-
seweg" voorziet in een uitbreiding van
het bestaande terrein met een gebied
van 5 ha. Wanneer dat volgeboekt zal
zijn kan er opnieuw een uitbreiding tot
stand worden gebracht. Voorshands lij
ken de 5 beschikbare hectares de be
hoefte te dekken al zal de ervaring ook
een andere kunnen zijn. De raad ging
met de vaststelling accoord. Rondom
het terrein zal een weg worden aange
legd via welke de bedrijven bereikbaar
zijn. Er komt t.z.t. één toegangsweg tot
het terrein, afgeleid van een nieuw aan
te leggen lïruispunt. Die aanleg lijkt
overigens naar een ver verschiet ver
schoven te kunnen worden evenals de
aanleg van de Rijksweg aan de andere
zijde van het terrein, waarvan het tracé
zelfs nog niet exact is vastgesteld. De
drie ingekomen bezwaarschriften kon
den ongegrond worden verklaard. De
reclamanten die voor de aanleg van een
toeleidende weg grond zullen verliezen
zal vervangende grond kunnen worden
geboden.
Voetbalveldje
In het best. plan „bedrijfsterrein" zal
ook een voetbalveldje moeten worden
aangelegd. Dat wordt verlangd opdat
die arbeiders die 's middags overblijven
na de middagboterlfam een partijtje
kunnen trappen. Het heeft de raad een
glimlach ontlokt, maar 't zal aldus ge
schieden
Subsidies.
De raad stemde in (en kon moeilijk
anders omdat het Ministerie al voor
ging) met de beschikbaarstelling van
een subsidie van 2500,aan de Peu
terspeelzaal te Den Bommel en een be
drag van 750,aan de „Stichting
Jeugdcommissie" te Oude Tonge.
„Nooit van gehoord en ik weet even
min waar ze zitten", stelde dhr. C.
Quist (P.C.P.), zelf inwoner van Oude-
Tonge over laatstgenoemde vast.
De Stichting bleek haar domicilie te
hebben in het gebouwtje van de R.K.
kerk aan de W. Achterweg. Bij de aan
vrage om subsidie bij het Ministerie
heeft de Stichting aan de normen vol
daan die voor subsidiëring worden aan
gelegd. „Ons nee zou daarom een brok
ontwikkelingswerk tegenhouden", con
stateerde de voorz.
Sportvoorzieningen.
Als aanvullend agendapunt werd het
verzoek van de voetbalver. D.B.G.C. be
handeld. I.v.m. de slechte toestand van
de velden ten gevolge van de droogte
werd gevraagd t.b.v. de korfbalsport ge
bruik te mogen maken van een veld
langs de Eisenhowerlaan. Het veldje zal
voor het houden van korfbalwedstrijden
worden ingericht. De raad, minus dhr.
P. Groenendijk ging ermee accoord, zij
het onder beding dat het veld niet voor
de overige jeugd zal worden afgesloten.
Omdat er ook behoefte is aan uitbrei
ding van de voetbalvelden werd door
D.B.G.C. ook gevraagd in afwach
ting van een nieuw terrein tijdelijk
gebruik te mogen maken van een per
ceel grond achter de nieuwe openbare
school aan de van Halenstraat. Het be
doelde terrein is bestemd voor bijzon-
Dit jaar (Officieel 1 november) bestaat
D.O.S. 40 jaar. Het bestuur meende dit
feit niet onopgemerkt voorbij te moeten
laten gaan. Het grote probleem was (ge
zien de kasmiddelen) hoe men hier toch,
(in de eerste plaats voor de leden) hetzij
dan op bescheiden wijze iets kon orga
niseren. Nou hierin is men dus geslaagd
door hét organiseren van een bezoek
aan „Dolfirudam" te Scharendijke.
Ieder lid van kleuter tot volwassenen
mocht gratis hier naar toe.
J.l. zaterdag 4 sept. ging men met 2
bussen de pad op.
Eén en ander leek een wat experimen
tele zaak, maar niettemin hebben wij
kunnen konstateren dat de animo hier
voor vrij groot was( waar bleven de
oudere leden?).
De jeugd heeft kunnen genieten van
de spectaculaire sprongen (niet op de
langemat) maar van de dolfijnen en alle
intelligente demonstraties van deze dol
fijnen. Vooral, het u weUicht bekende
meevaren in het bootje-getrokken door
een dolfijn was vooral voor de jeug
dige Harold Boekholt een hele belevenis
Na dit bezoek werd er nog een om
metje gemaakt met de bussen en kwa
men we te Zierikzee waar in het weg
restaurant van de R.T.W. nog een con
sumptie werd gebruikt. Vervolgens werd
„weer via een ommetje" een korte stop
bij de „Albert Corner" op „den dam"
gehouden, waarom? Bij het verlaten van
de bus kregen allen nog een ijsje aan
geboden. Al met al een aardig bedacht
„uitje voor de leden".
Maar misschien toch voor de ouderen
en ook wel jongeren een reisje om eens
over na te denken.
Wij hopen omstreeks november nog
eens met een artikeltje de 40-jarige ge
schiedenis van D.O.S. te belichten.
In Goes is een dezer dagen een be
spreking gehouden om te komen tot op
richting van een Provinciaal Comité van
de Reformatorische Politieke Federatie
voor Zeeland.
De RPF kwam tot stand op 15 maart
1975 en bestaat uit de volgende drie ini-
tiatiefnemende groeperingen n.l.
Nationaal Evangelisch Verband
(NEV),
Gespreksgroep van AR-gezinden en
Reformatorisch Politiek Jongeren
Contact (RPJC)
die gezamenlijk thans de federatie
vormen.
Bij de federatie hebben zich sinds de
oprichting een 20 kiesverenigingen aan
gesloten.
De RPF stelt het Gezag van Gods
Woord in haar politieke denken en han
delen voorop en wil zich daarbij dus la
ten leiden door de Reformatorische
Staat en Maatschappijbeschouwing.
De RPF zet zich in voor een samen
werking van alle reformatorische groe
pen en partijen en streeft naar een
hechte samenwerking met de SGP en
GPV.
De RPF heeft in principe besloten bij
de Kamerverkiezingen in 1977 met een
eigen lijst uit te komen en wil uiterste
pogingen doen om te komen tot een
lijstverbinding met bovenvermelde po
litieke partijen op Reformatorische
grondslag.
In het bestuur van het Provinciaal
Comité Zeeland hebben zitting geno
men:
Ds. C. A. den Hertog te Vlissingen,
voorzitter.
H. J. Colijn te Kloetinge,
2e voorzitter.
L. Lous te Goes, secretaris.
F. Paauwe te Kapelle, penningm.
Het bestuur wordt in de provincie bij
gestaan door Vijftal districtshoofden.
Omstreeks medio oktober zal de fe
deratie voor het eerst naar buiten tre
den in Zeeland door het organiseren
van een openbare voorlichtingsavond
welke in Goes zal worden gehouden.
dere bebouwing (scholen e.d.) maar zal
de eerstkomende jaren niet voor dat
doel gebezigd behoeven te worden.
De raad ging ermee accoord het ter
rein als noodveld aan D.B.G.C. beschik
baar te stellen.
De heren Mosselman, Quist en Groe
nendijk verklaarden zich tegen omdat
het veld ook op zondag bespeeld zal
worden. Dhr. J. van Dam (S.G.P.) was
deze vergadering als enige afwezig.
Voor het bewonderen van de schoon
heid van Perzische tapeten behoeft het
Flakkeese publiek niet ver meer te rei
zen, integendeel. Visser Meubelen heeft
zijn bedrijf op de Oostdijk te Sommels-
dijk speciaal voor de show van „Perzen"
ingericht en ze zijn daar dan ook in een
veelheid van kleur, prijs en kwaliteit te
bekijken.
Toen ook op Flakkee de vraag naar
Perzen bleek te rijzen namen de heren
Visser een snel besluit. Het bestaande
bedrijf aan het Westhaveneind blijft
het dorado voor alle moderne en klas
sieke meubilair, stoffering, vloerbedek
king e.a., maar het pand op de Oostdijk
werd specifiek voor de Perzen ingericht.
Dat werd bereikt door het aanbrengen
van Oosters aandoende' nissen waar
achter de prachtigste karpetten een
plaatsje kregen. Al voor de prijs van
enkele tientjes koopt-men een piepklein
Perzisch kleedje, terwijl de prijzen
voorts tot in de vele duizenden op kun
nen lopen.
De Vissers hebben hun best gedaan
om Flakkee een zo rijk mogelijk sorti
ment aan te bieden. Zij die de aanschaf
van een Pers overwegen worden er
graag verwacht!
Het bedrijf van de Fa. Visser kreeg
een eeuw geleden bekendheid door de
toen verkochte matten. Nu de trend in
de richting van de meer weelderige Per
zen gaat schuwen ze ook die ontwikke
ling niet.
Evenals bij de mensen door de massa
instinctief op dezelfde wijze wordt ge
reageerd, schijnt dit bij de duiven het
geval te zijn. Soms komen achterblij
vers na weken op dezelfde of binnen
een paar dagen terug, alsof ze op de
zelfde plaatsen zijn achtergebleven, ge
lijkelijk zijn gerecupereerd en met de
zelfde weersomstandigheden weer de
trek naar huis kregen. Vooral dit jaar
goed te zien want zelden kwamen zoveel
vogels na verloop van tijd weer naar
het oude hok terug. Het gestadig goede
weer zal er de oorzaak van zijn dat dé
wegblijvers noch door ziekten noch door
verdrinking ten onder gingen.
Instinctief heeft de massa ook weer
gereageerd op de wedvlucht vanaf Soig-
nies op 4 september. 1531 duiven gingen
met een N.W.-wind de lucht in. De
vluchtweg bleek te liggen over het Ha
ringvliet en de westelijker gelegen ver
enigingen kregen de duiven veel later
binnen. Toch zijn er altijd weer duiven
die deze profijtelijke omstandigheden
beter uitbuiten dan anderen en dat was
in het bijzonder het geval bij A. v. d.
Linde te Middelhamis die in taart eten
onverzadigbaar blijkt de eerste duif
te Middelhamis pakt wekelijks een
taart en nli niet alleen de eerste twee
te Middelhamis, maar bovendien nog de
eerste twee van de F.C.C, vliegt. Daar
naast heeft hij nog de 18e, de 27e en in
totaal 18 prijzen. Ware het niet dat hij
reeds thuis was, dan zijn dat vluchten
om over naar huis te schrijven. J. de
Boed te Stad aan 't Haringvliet heeft
na een heel jaar tobben plotseling de
vorm op het hok. Zijn vogel vliegen om
te beginnen 3, 4, 6, 8, 21 en 28. Helaas
is er nog maar één vlucht over om het
jaar goed te maken, maar de „hoop" dat
de vogels het wel kunnen is er weer.
J. C. Wagner brandt meestal op de
navluchten los, beginnend met 5 en 23
is dit nu met 17 prijzen ook weer het
geval. C. Vreeswijk te Nieuwe Tonge,
penningmeester van „De Luchtbode" te
Herkingen vliegt in deze vereniging de
eerste drie. De duiven hebben wellicht
de oversteek op de scheidslijn Krammer
-Haringvliet gemaakt waardoor de ma
ten in Herkingen geslagen waren. Hij
begint met de 7e FCC. A. de Gans te
Stad heeft 9 en 11, terwijl Leo Nelis te
Middelhamis nu ook kan zeggen in
1976 nog bij de eerste tien te hebben
gevlogen. A. Zoon wint de 12e en is
daarmee in eigen vereniging de snelste.
13 en 14 zijn voor M. van Assen en C. D.
Human, die er mede voor zorgen dat de
„Reisduif" ditmaal ook zijn part in de
FCC behaald. De „207898" van J. v. Se-
ters en Zn. is de 15e en de eerste van
de 18 prijzen die hij ondanks de west
noordwester weet te grijpen. Nieuweling
J. Visser blijkt de goede van zijn vader
te hebben, hij wordt 16e. J. Mijs grijpt
17 en 31 weer voor de kampioenspun-
ten. P. C. Klink en M. Melissant te Stel-
lendam zijn 19 en 20 en blijven daar
mee plaatselijk J. Smit voor, die met 33
en 34 in de FCC genoegen moet nemen.
Voor hem al beneden zijn stand. Het
overwicht van Stad blijkt uit het feit
dat B. D. Visser plaatselijk 13 nog de
24e FCC verdient. Even eerder pakten
Gebr. Visser de 22ste, Joh. v. Rutten en
Zn. te Dirksland draaien goed, ze be
ginnen plaatselijk met nr. 2en 25ste
FCC. C. Polder en J. van Heemst wor
den te Middelhamis respectievelijk 26
LAND- EN TUINBOUW:
De uitstrooi van de basisbemesting
met fosforzuur en kali wordt steeds
meer in de herfst toegepast. De stikstof
komt dan in het voorjaar op het land.
Deze werkwijze is sterk aan te bevelen,
omdat zij verschillende voordelen heeft.
In verband met de arbeidsverdeling
op het bedrijf is er in het najaar meer
tijd beschikbaar dan in het drukke
voorjaar, wanneer al het werk tegelij
kertijd moet worden uitgevoerd.
Meststoffen die bij uitstek geschikt
zijn voor toediening in de herfst zijn
slakkenmeel en de chloorhoudende ka-
lizouten. Fosforzuur spoelt niet uit en
de meststof kan bij een vroege toedie
ning intensief door de grond worden
gemengd.
Het gelijktijdig onderbrengen van
slakkenmeel en de stoppelresten komt
de werking van het fosforzuur zeer ten
goede. De kalk in deze meststof bevor
dert bovendien de vertering van de
stoppelresten.
Een belangrijk voordeel van de herfst-
bemesting is wel de gunstige invloed op
de bodemstruktuur. Immers des te min
der er in het voorjaar over het land
wordt gereden des te beter is dit voor
de struktuur. Bovendien komt het nogal
eens voor dat men in het voorjaar pas
laat op het land kan komen wegens dé
natte toestand der percelen.
Met een basisbemesting in de herfst
voorkomt men tevens de zoutschade die
kan ontstaan indien men in het voor
jaar alle meststoffen inééns moet toe
dienen. Een belangrijk voordeel van
uitstrooi in de herfst is ook dat de mest
stoffen dan goedkoper zijn dan in het
voorjaar.
Daarom het fosforzuur en de kali in
de herfst en straks in het voorjaar de
stikstof.
en 30 FCC. Jac. de Vos en L. Moeren
hout te Stad 29 en 32. Beste Ouddorper
wordt J. Bakelaar met plaatselijk de
eerste twee, reikt slechts tot de 44e FCC.
C. J. Tanis is er derde maar in de geza
menlijke koers zijn dan al 165 prijzen
vergeven. Op Herkingen zelve haalt M.
Huizer nog juist het eerste blad van de
prijslijst. Gelet op het huidige weertype
en ,de toch wel geringe verliezen dit
jaar laat het zich aanzien dat op de
laatste wedvlucht St. Ghislain alle re
cords aan deelname nog zullen sneuve
len.
Historisch verhaal uit de eerste tijd
der hervorming
door
M. VAN DER STAAL
18
Ha, ha!" lachte hij, zich het eerste
deel van Maertens woorden herinne
rend. „zeggen de mensen, dat ik vast
houdend ben? Nu, maar dat is wat goed
ook! Ik gooi mijn geld zo maar niet in
het water! Ha, ha!"
Maerten klemde zijn lippen vast op
een. En onverwacht stiet hij de boot van
de wal af, zodat de dokter door de har
de ruk bijkans achterover viel. Het la
chen van die man in zijn boot klonk
hem als een duivelslach in de oren.
Had hij niet, nog maar enkele uren ge
leden, de zilverstukken zien blinken in
Machtelds hand? Neen, gewis, dat geld
was ook al niet in het water gegooid.
Daarmee waren zeker kostbare mede
delingen gekocht!
O, hij moest zich geweld aandoen,
met buitengewone krachtsinspanning
moest hij zijn wil beheersen, om zijn
roeispaan niet op deze verraderskop
neer te doen komen.
Als de dokter in Maertens ziel had
kunnen lezen, wat hij dacht; als hij de
onheilspellende, schier woeste blik van
de veerman had opgemerkt; ais hij ge
weten had, hoe heel diens lichaam in
siddering was, omdat hij zich weerhou
den moest van zich op hem te werpen
hij zou het vierdubbele veergeld hebben
willen geven, als hij maar buiten" het
bereik van deze geweldige had kunnen
komen.
Hij wist echter noch het een noch het
ander. En nu, op de rivier gekomen,
menerld, dat Maerten wel weer zou
willen praten, vroeg hij
„Ge spraakt daareven van boze tijden.
Hebt
„'k Heb nu geen tijd", viel deze
hem, bits bijna, in de rede. „Ge wilt
immers naar de overkant en dat zo vliag
mogelijk? Dan moet ik werken".
En of hij werkte! De roeiriemen bo
gen onder de kracht, waarmee hij het
water sloeg. De veerboot schoot vooruit.
De dokter, die een tevreden blik ach
teruit wierp, waar een breed spoor de
weg aanwees, welke het vaartuig volg
de, was er van overtuigd, dat hij met
deze gang nog binnen de gewone tijd te
Maaslandsluis zou zijn. Doch eensklaps
verschrikte hij. De boot voer bijna in
een evenwijdige lijn met 't Voomse!
„Maerten!" riep hij. „'k Moet
naar Maaslandsluis! En ge zet koers
naar Blankenburg!"
„Ik ben schipper en weet dus..."
begon Maerten. Maar de ongeduldige
man viel hem minachtend in de rede:
„Wat woudt gij weten! Ik zeg, dat ge
verkeerd vaart".
„Ook goed", zei Maerten koud.
„Als gij het wüt, heer dokter, dat ik in
rechte lijn de boot naar de overkant zal
brengen
„Ja, dat wil ik".
„Dan hebt ge kans, dat' ge straks heel
de dag op de Hondeplaat blijft vast zit
ten", antwoordde Maerten, terwijl hij
de boot de door de dokter gewenste
richting gaf.
„Wat zegt ge?" riep deze ontsteld.
De veerman deed, of hij die vraag
niet gehoord had.
„Ik roeide daarnet tegen de stroom
in", vervolgde hij, terwijl hij met
leedvermaak des dokters ontsteltenis
zag. „En al 'k dan boven Maasland
sluis was gekomen, had ik..."
„Maerten, doe, wat ge het beste
vindt", verzocht de dokter. „Gij
hebt gelijk: gij zijt schipper en weet het
dus beter dan ik, hoe ge op de rivier
varen moet".
„Dat zou ik ook denken", mompel
de Maerten, „een veerman moet we
ten, hoe met eb en vloed om te gaan en
een dokter, hoe hij zieken moét gene
zenAls hij dit tenminste kan en
niet weigert om te komen", zei hij
zacht voor zich heen.
Na nog geruime tij3 in de eerste rich
ting voortgeroeid te zijn oordeelde
Maerten, dat hij hoog genoeg gekomen
was. Hij wendde dus den steven der
boot en nu leed het niet lang, of de dok
ter zag het doel van de tocht reeds na
bij.
Hoe dichter Maerten bij de overkant
kwam, hoe spraaklustiger hij werd. Hij
had er spijt van, dat hij van des dokters
goede stemming daar straks geen ge
bruik had gemaakt, om te weten te ko
men, waarom-deze zo vroeg uit Brielle
vertrokken was. Maar nu was de dokter
op zijn beurt kort-af in zijn antwoor
den. Klaarblijkelijk had hij geen lust,
Maerten omtrent het doel zijner reis in
te lichten, of hem van de gedachten, die
hem bezig hielden, deelgenoot te maken.
Slechts dit ene werd de veerman ge
waar, dat zijn passagier terstond door
wilde reizen naar 't Gravenhage. Hij
moest daar een oude vriend bezoeken,
zei hij nog.
Eindelijk was de tocht volbracht. De
dokter toonde zich tevreden over Maer
tens diensten en gaf hem zelfs boven het
toegezegde loon een drinkgeld.
„Dank u, heer dokter", zei de veer
man, nu weer zeer beleefd. „En wan
neer denkt u terug te komen? Als u een
tijd noemt, zal ik u hier wachten".
„Niet voor vier uur in de middag",
zei de dokter. „Dan breng 'k mijn
vriend misschien .mee. Kunt ge dan hier
zijn?"
„Dat zal ik". beloofde Maerten.
„Ge schijnt vandaag een goede dag te
zullen maken", zei de dokter, reeds
aan land gestapt, maar nog toevende,
toen hij twee mannen zag naderen, die
met vlugge schreden op de aanlegplaats
afkwamen.
„Dat mag ik wel", lachte Maerten.
„Want ge weet 't wel, heer dokter,
dat het boze tijden zijn. Ik heb er u niet
verder van verteld. Misschien, dat daar
nog wel eens gelegenheid voor is".
„'k Zal 't onthouden", zei de dok
ter, schertsend, terug. Onderwijl tracht
te hij de mannen op te nemen, die nu
bij de aanlegplaats der boot stil stonden
en aan de veerman vroegen, of hij hen
naar Brielle kon brengen.
„Dat kan ik", zei Maerten. „Ik
zou zelfs niet weten, wie het beter zou
kunnen doen".
„Zijt gij dan de Brielse veerman?"
vroeg de oudste der beide mannen,
evenals zijn metgezel in het oog lopend
eenvoudig gekleed. Die kleding: een
paar effen zwarte kousen; een tot dicht
bij de knieën reikende donkerbruine
lijfrok, om het midden gegordeld, en
van vrij ruime mouwen voorzien; daar
overheen een slechts even lager dan de
lijfrok hangende mantel, eveneens van
bruine kleur; en eindelijk een hoofd
deksel, dat het midden hield tussen de
baret van een geleerde en de muts van
een handwerksman of schipper, was bij
beiden gelijk. Maar geheel onderschei
den was de uitdrukking van hun gelaat.
Dat van de oudste, die met Maerten in
gesprek trad, was omzoomd door een
zware, zwarte baard, die tot ver op de
borst afhing. Daardoor ook kwam het
wellicht, dat het onbedekte deel van
zijn gezicht bleker en magerder scheen
dan dat van zijn jongere metgezel, wie
de gezondheid van zijn blozende wan
gen straalde. Het grootste verschil tus
sen de twee werd echter veroorzaakt
door de oogopslag. Zo het ook de spie
gel hunner ziel was, moest de oudste
een man zijn, die uiterst verlegen en
schroomvallig in zijn optreden was; de
tweede daarentegen was dan de bezit
ter eener heftige natuur. In diens kleine,
zwarte ogen schitterde het vuur, dat
eigen is aan geestdriftige strijders of
aan dweepzieke ijveraars.
Maerten lette echter minder op deze
twee vreemdelingen dan wel op de dok
ter. Het scheen hem toe, dat deze met
meer dan buitengewone belangstelling
de reizigers opnam, ja, hun gelaatstrek
ken bestudeerde, alsof hij ze een voor
een in zijn geheugen wilde prenten.
Daaraan moest zo spoedig mogelijk
een einde komen. En op de vraag, of hij
de veerman van Brielle was, antwoord
de hij met een:
„Ja, die ben ik".
„Dat treft waarlijk goed, David",
wendde de vrager zich tot zijn metgezel.
„Ik had
(Wordt vervolgd)