EiiAnoEn - niEuws ANNEKEJANSZ Dit was de Spiegel Overdenking Zeeuwse wandelingen I GERO I uit de Heilige Schrift IVIuziel( op de tent 2e blad Vrijdag 13 "augustus 1976 No. 4513 HET KVENSTER Lestijden gym. ver. Middelharnis- Sommelsdïjk C. KIEVIT ZN. Centrale Verwarming SOMMËLSDUE Telefoon (01870) 26 09 I altijd voor I iedereen 1 I mim en overzichtelijk I I in onze speciale I 1 showroom. I A. Vroegindeweij i Westdqk 46 - Bliddelharnis i L.E.I. RAPPORT: Visserij in cijfers 1975 X Speciaal inboawstation voor X L.P.G. gasinstallaties f X in elk merk automobiel. I Garage Nijsse B.V. Oostd^k 15 - Oude-Tonge Tel. 01874 -1235 -1385 ALFA ROMEO DEALER voor geheel GOEREE-OVERFLAKItEE blik op kerk en samenlevino Bultmann overleden Mythe en verkondiging Een aangepast evangelie Het is u misschien ook wel eens overkomen. U vertelde in een gezel schap dat iemand, hoogbejaard, overle den was. Eén van degenen aan wie u het vertelde, keek u verwonderd aan en vroeg: „Maar lééfde die man dan nog?" Zo'n vraag verraadt wel onze betrekkelijkheid: men kan ncfg leven en dan blijkbaar al vergeten zijn. Een dergelijke reaktie kwam bijna bij me boven, toen de radio het over lijden meldde van de grote Duitse the oloog Rudolf Bultmann. Geen wonder, hij was bijna 92 jaar, en de laatste tijd hoorden we uiteraard niet meer van hem. Toch is hij de man geweest die in zijn betere dagen de moderne theo logie in hoge mate heeft beïnvloed en die invloed doet zich gelden tot op de dag van vandaag. Rudolf Bultmann werd op 20 aug. 1884 geboren als zoon van een Evan- gelisch-Luthers predikant. Hij studeer de te Marburg en werd eerst privaat- docent en op zijn 32ste jaar al hoog leraar te Breslau, weer later te Mar burg, waar hij in 1951 met epaeritaat ging en waar hij nu ook overleden is. Bultmann is dus nooit predikant ge weest, wel lange jaren hoogleraar. Bultmann gold en geldt nog als één van de voornaamste vertegenwoordigers van de wetenschappelijke radicale bij belkritiek in Duitsland. Enerzijds stond hij in de traditie van de godsdiensthis- torische school, anderzijds trachtte hij de resultaten van deze kritische metho- de te gebruiken om het Nieuwe Testa ment aannemelijk te maken voor de „moderne mens". Het sleutelwoord van Bultmann's theologie is het woord „Entmythologi- sierung". We verstaan daaronder zijn streven omi het Nieuwe Testament te ontdoen van de mythische voorstellin gen waarin het volgens Bultmann is ingekleed. Bultmann maakt dan onderscheid tussen de vorm en de inhoud van de heilsboodschap. De vorm is volgens hem zuiver mythisch. „Geen volwassen mens", aldus zijn eigen woorden, stelt zich God voor als een wezen dat hierboven in de hemel te vinden is. Een hemel in de oude zin van het woord bestaat ook niet. Daarmee hebben de verhalen over een hellevaart en een hemelvaart van Jezus afgedaan. Afge daan heeft ook de verwachting dat de Zoon des mensen komt op de wolken des hemels en dat de gelovigen weg gevoerd worden, Hem tegemoet in de lucht". Maar wanneer Bultmann zegt dat iets afgedaan heeft, dan zegt hij daar mee nog niet dat dat ook niets te be tekenen heeft! Dat was bijvoorbeeld wel het geval bij de oude vrijzinnig heid. Wonderen waren in strijd met de rede, dus die werden afgeschreven. Men kon al die verhalen zonder meer naar het rijk der fabelen verwijzen. Bultmann doet dat niet. In de oude, volgens hem dus mythische voorstel lingen, zit namelijk altijd een „gerug- ma", een prediking, een verkondiging. De oude mythen vormen slechts het „verpakkingsmateriaal", waarin het heil tot ons komt. Maar hoe kunnen we nu weten wat de betekenis is van die zgn. mythische voorstellingen? Daarvoor roept Bult mann de hulp in van de existen-filo- sofie. Het komt erop neer dat de „mo derne mens" het moet kunnen begrij pen eh aanvaarden. Elke uitleg van het Nieuwe Testament die voor de mo derne mens onaanvaardbaar is, wordt door Bultmann afgewezen. Zoals men ziet, het uitgangpvmt voor Bultmann is niet: Wat zegt de Schrift? Het uitgangsptint is: Wat kan de mo derne mens ervan geloven? Hij onder werpt de bijbel en zijn boodschap aan het levensgevoel van de moderne mens. Het Evangelie is voor de mens al léén van betekenis als hij het zo er- YERVOLOVERHAAIi Historisch verhaal uit de eerste tijd der hervorming door M. VAN DER STAAL 9 Want, vader, zie, ik verkondig u grote blijdschap, dat ook voor u geboren is Jezus, de Zaligmaker. Hij vergaf Petrus eens zijn zonde. En ook tegen u zal Hij zeggen, dat Zijne genade u genoeg is... Maar, ga nu rusten, vader", zei ze nogmaals. En ze knielde neer bij zijn bed en lei als vertroostend haar blanke hand op zijn hoofd, gelijk een moeder haar schreiend kind in slaap sust... tot ook hij insliep Diezelfde dag nog en ook vele dagen daarna, ja tot de dood in Februari van dit jaar'voor de moede strijder kwam, werd Meester Jansz's komst in het huis van de koopman met spanning verheid. De zieke zowel als zijn dochter verlang den, en verlangden steeds meer, naar de bekende, voorzichtige stap, die de Mees ter eigen was. Gelijk allen in de stad, die hem bij een zieke hadden gehaald, moesten ook zij erkennen, dat er van vaart. Jezus bestaat niet meer, Hij is gekruisigd en dus gestorven. Maar Hij leeft in de prediking, in de verkondi ging. Zoals een schrijver, die allang overleden is, tot leven komt als iets uit zijnwerk wordt voorgedragen, zo herleeft Jezus in de prediking. Er is weleens opgemerkt dat deze theologie als ze nog zo heten mag! frauduleus is. Als ik iets geloof met betrekking tot Christus, maar dat ge loof berust niet op feiten, dan heb ik een bankbiljet in handen, dat schijn baar hoge waarde heeft, maar dat niet door goud wordt gedekt. Het is een trieste zaak dat deze theo logie ook in ons land z'n duizenden ver slagen heeft. Niet de Christus der Schriften, Die gestorven is en opge staan, maar het levensgevoel van de moderne mens staat centraal. Een boek als „Christelijk Geloof" van de voor aanstaande Nederlandse theoloog H. Berkhof is niets anders dan één grote poging om het Evangelie aannemelijk te maken. Maar het is een poging die altijd mislukken zal. Want het Evan gelie is niet naar de mens. Maar toch heeft het God behaagd door de dwaas heid van de prediking van de Gekrui sigde en Opgestane Christus zalig te maken die geloven. Dat Evangelie be vat alles wat ik nodig heb om té leven en te sterven. Maar een aangepast evan gelie is geen evangelie. De sterke te ruggang van het kerkelijk leven in Duitsland en in ons land bewijst het ondubbelzinnig. Waarnemer. Met ingang van 14 augustus starten de lessen weer van de gym. ver. Mid- delharnis-Sommelsdijk. De lesuren zijn als volgt ingedeeld: Zaterdag van 9-10 uur jongens van 12 tot 15 jaar, van 10-11 uur jongens van 7 tot 12 jaar in de gymzaal van de J. C. van Gentschool te Sommelsdijk. De trimgroep voor heren traint iede re maandagavond in de gymzaal van de basis-school aan het Zandpad van 9-10 uur. De dames turnafdeling,' dit is voor dames vanaf 16 jaar traint in de gym zaal aan de Juliana van Stolberglaan op donderdagavond van half negen tot half tien. De overige groepen trainen in de Sporthal. Op maandagmiddag de kleuters van 4 t.m. 6 jaar van half 5 tot half zes. Dinsdag de dames-rekreatief van half negen tot half 10. Woensdag van 6-7 uur meisjes van 7-9 jaar; van 7-8 uur meisjes van 1012 jaar; van 8-9 uud meisjes van 12-15 jaar. Vrijdagavond de heren turngroep van 7-8 uur. Kent u dit grote boek met veel illus traties? Terwijl ik dit schrijf, ligt de 2e druk al voor me. Piet Terlouw heeft een uittreksel van ongeveer 150 bladzijden gemaakt uit het geïllustreerde week blad De Spiegel van 1906 tot 1969, het begin en het einde ervan. Daarvoor heeft hij meer dan 100.000 bladzijden moeten omslaan. Dat valt niet mee om er dan de meest interessante bladzijden met foto's uit te halen. Het eerste nummer verscheen op 22 september 1906. Aan de lezers wordt meegedeeld: „De Spiegel wenst weer te geven wat zich belangrijks voordoet in het leven om ons heen, opdat v/ij de hand Gods in alles mogen opmerken. Zo zal ook dit blad, dat in hoofdzaak bedoelt een ontspanningsblad te zijn voor het Christelijk huisgezin, een'mid del wezen om ons met dankbaarheid te vervullen voor al het goede, dat God geeft, maar ook zal het overvloedig ge legenheid geven het hart te bepalen bij Gods oordelen, die over de wereld gaan, opdat haar inwoners gerechtigheid zou den leren". Er waren meer geïllustreerde bladen: de Prins, het Panorama, het Leven (be rucht om zijn badnummer in de zomer met veel bloot), maar in veel christelij ke gezinnen kwamen deze niet op tafel. Wel de Spiegel. Koninklijk huis. De eerste bladzijde van de eerste Spie gel wordt gevuld met een mooie foto van Koningin Wilhelmina (toen net 26 jaar oud) en prins Hendrik. Alle jaren door heeft men de gebeur tenissen in het Oranjehuis niet verge ten. Op 30 april 1909 werd prinses Ju liana geboren en nauwelijks een jaar later zien we een glimp van haar als ze in een koets rijdt. Een mooie foto van haar met een bos zonnebloemen in de hand staat in 'het nummer vaii 23 december 1911. Tijdens de eerste wereldoorlog bezoe ken Koningin en Prins de gemobiliseer de soldaten. Van de tweede wereldoor log zijn maar weinig foto's bekend om de eenvoudige reden, dat de Spiegel toen niet meer uitkwam. De Duitsers eisten dat men hun artikelen en foto's opnam en dat weigerde de redactie: de Spiegel hield op te bestaan, van oktober 1941 tot oktober 1945. Ook een moeilijke tijd waren de der-' tiger jaren, toen een crisis-comité werd opgericht, dat door prinses Juliana werd geïnstalleerd, haar moeder was er beschermvrouw van. Blijde en droeve jaren wisselden el kaar af: In 1926 vierden Koningin en Prins hun zilveren bruiloft. In 1934 geeft de Spiegel een bladzijde vol foto's van de „uitvaart van koningin Emma", in 1962 de begrafenis van de vroegere koningin, nu prinses Wilhel mina. De laatste jaren komt prinses Beatrix nogal eens voor in het blad: 1954 als bruidsmeisje bij het huwelijk van Thijs Booy, de secretaris van haar moeder. In 1958 bezoekt ze Suriname. Personen. Jubilerende predikanten en onderwij zers komen nogal eens voor met een foto en een korte levensbeschrijving. Behalve door de naaste familie zijn ze door het grote publiek spoedig vergeten. Dat is niet het geval met enkelen, die door de jeugd misschien niet herkend worden, maar waarvan de oudere lezers zich nog heel wat kunnen herinneren. Dr. A. Kuyper werd 29 okt. 1917 80 jaar, een man-in-rust, die een werk zaam leven achter de rug heeft. In 1911 wordt Cqlijn (in officiers-uni form) minister van oorlog, in 1925 spreekt hij ons volk toe voor de nieuwe uitvinding, die radio heet. Wie heeft niet de boeken over Zuid- Afrika gelezen van L. Penning, die in 1924 70 jaar werd? Joh. de Heer trok er met zijn vrouw op uit, hij sprak de Maranatha-taood- schap uit en samen zongen ze bij het kleine orgeltje, dat hij bespeelde. Ook zong en sprak hij voor de radio. Even als de bekende Jo Vincet met haar kwartet. Na de oorlog (1946) zien we Churchill op Soestdijk met de kleine prinses Mar griet. We bezoeken Anne de Vries, schrijver o.a. van Bartje en kinderbij bels, op een afgelegen plaats in Drente, enkele km's van de bewoonde wereld. Cort van der Linden was minister president tijdens de eerste wereldoorlog en met zijn collega's is het hem gelukt onze neutraliteit te handhaven. Een kapper in het Drentse dorp Een weet een middel om kaalkoppen weer |IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIiniUIIIIIUUIIllllll!IIIIIUIIIIilIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIiilllllll| een welige haardos te geven (we horen later nooit meer van hem, evenmin als van zijn klanten!). En een zekere me neer Bron kan met geheimzinnige dure kastjes aardstralen ontdekken. Ook al uit de roulatie, evenals Sjoukje Dijkstra, die op de schaats wereldtitels behaalde. Zeker mag ik niet vergeten David Kodde, burgemeester van Zoutelande, lid van de Prov. Staten en de Tweede Kamer voor de S.G.P. Zijn Walchers costuum heeft hij altijd gedragen. Toen er in 1959 sprake was van de samen voeging van verschillende gemeenten op Walcheren, zei hij als tegenstander hiervan: „Ik werk niet mee aan de be grafenis van Zoutelande". Het verzoek om na zijn 38 jaar als burgemeester nog even aan te blijven, heeft hij afgewezen. Hij heeft de strijd verloren: Zoutelande bestaat niet meer, ik bedoel als zelfstandige gemeente. De Spiegel heeft ook dikwijls vereni gingen afgebeeld, als ze zoveel jaar be stonden of haar jaarlijkse toogdag hiel den. Zo zongen in 1937 na e en rede van prof. Waterink in Zwolle 10.000 meisjes: „Daar klinkt een lied vol levensdrang". Diversen. Dat wordt dus van alles en nog wat! Erg moeilijk. Uit 150 Spiegel-bladzijden is zoveel te halen, dat ik me beperken moet. Wij zijn het eerste land in Europa (1912), dat een vierkant muntstuk maakt: het stuivertje, nu niet meer gangbaar, maar voor verzamelaars een waardevolle aanwinst. Op een landbouwtentoonstelling in Goes (1919) werd een prachtig koppel van vier hengsten vertoond. Vroeger werden deze rondgevoerd van boerderij naar boerderij. Je ziet ze niet meer, ook hun vrouwen worden schaars vanwege de mechanisatie in de landbouw. De eerste vliegtuigen uit 1906 waren maar primitieve bouwsels, een paar jaar later kon je er een paar minuten mee in de lucht blijven tot 400 a 500 m hoog te. Vergelijk daarmee eens de vlucht van de Uiver in 1934 naar Batavia. Dat is trouwens nog maar kinderspel, ver geleken met de vliegerij van tegenwoor dig. In 1934 onderhoudt de Engelse koning zich met een voetbalelftal, dat Enge- lands roem heeft hooggehouden. Er wordt een en ander bijgeschreven: „Is het geen dwaasheid, dat het ooggetuige verslag van een wedstrijd ook per radio naar O.- en West-Indië wordt gezonden? Is het niet erger dan dwaasheid, dat dit alles bij voorkeur op zondag plaats heeft? Een sport, die tot zulk een dwaas heid aanleiding geeft, verdient tijdelijk in de ban gedaan te worden, ook al is er tegen het voetballen op zichzelf geen overwegend bezwaar". De tijden veran deren, velen denken er nu anders over, hoewel de sportverdwazing en sport- verheerlijking (bijna schreef ik aan bidding, zo is het bij menigeen) nog steeds afgekeurd- moeten worden, meen ik. De dood door een ongeluk van konin gin Astrid (1935) trof het Belgische ko ningshuis wel bijzonder erg. De afsluitdijk van de Zuiderzee komt klaar (1932), de invloed van Hitler in Duitsland wordt steeds groter, wat ten slotte uitloopt op mobilisatie en oorlog in 1940, met distributie, tirannie, hon ger, moord, rechteloosheid en al de el lende, die de meeste lezers zich nog wel zullen herinneren. Hierbij wü ik het laten. Ik zou nog veel en veel meer kunnen noemen. Maar de ruimte die ik gewoonlijk nodig heb is verbruikt en daarom besluit ik met enz., enz., enzovoort. Middelburg. L. van Wallenburg. Door de afdeling Visserij en Bosbouw van het Landbouw-Economisch Insti tuut is een rapport gepubliceerd over de voorlopige bedrijfsresultaten van de zeevisserij in 1975. Uit het rapport blijkt dat in het al gemeen de kotters van de kleine zee visserij grotere verliezen hebben gele den dan in 1974. Ondanks een in aantal schepen kleinere vloot bleek de nawer king van de investeringsgolf van de laatste jaren, de vlootvermlndering door saneringsmaatregelen nog ruimschoots te compenseren; in 1975 was het totale motorvermogen in bedrijf enigszins ho ger dan in 1974. Tezamen met een we derom wat hoger prijsniveau van de kosten, betekende dit een verdere stij ging van de exploitatietekorten. Het to tale nettotekort van de gehele kleine zeevisserij liep op van 29 miljoen gul den in 1974 tot 44 miljoen in 1975, hoe wél de totale besomming steeg van 268 tot 282 miljoen. De trawlers van de grote zeevisserij hebben in 1975 gemiddeld minder be- somd dan in 1974. Vooral voor de zij- trawlers daalde de besomming scherp, hem een weldadig-aandoende kalmte en rust scheen uit te gaan. Noemde men daarom in Brielle en omstreken de bar bier-chirurgijn de wonderdokter? Anneke wist hem zijn levensgeschie denis te ontlokken. De Meester sprak niet dan ongaarne over zich-zelf en ver telde zeer sober. Zijn vader en moeder, zo deelde hij n>ee, hadden hem, toen ze nog te Dor drecht woonden, op zeven-jarige leef tijd daar naar de school bij de Lieve Vrouwen-kerk gezonden, waar hij onder strenge tucht had gestaan. Later waren zijn ouders naar Delft verhuisd. Toen was hij een leerling geworden van de school van het Fraterhuis en daar maak te hij goede vorderingen, zodat men er ernstig over dacht, hem eerlang naar het Zwolse Fraterhuis te zenden. Maar een ernstige ramp, die zijn familie trof, had al die plannen omver geworpen. Bij een brand, die huis en have verteerde, had vader zijn leven gewaagd, om Geertruy, zijn zuster te redden. Geer- truy was gered, maar vader liet het leven Toen had men zijn moeder het aan bod gedaan, om haar zoon door de in komsten van het huis te alimenteren. Ze had echter geweigerd, daar ze te hooghartig was om aalmoezen aan te nemen. En daardoor is het gekomen, eindigde Meester Jansz zijn kort ver haal, dat ik slechts barbier geworden ben. „Maar vanwaar komt 't dan, dat gij zoveel mensen geneest, Meester?" vroeg Anneke. „Mij dunkt, dat iede re chirurgijn dit niet kan". „Ik heb enige studie van de kruid- kunde gemaakt, mejuffer", was 't antwoord „Maar aan God dank ik het in de allereerste plaats, wanneer er een mijner zieken herstellen mag". Als de Meester het koopmanshuis verliet, staarde Anneke hem meestal na door de kleine in lood gezette venster tjes. Haar vader merkte het, maar zei niets. Doch een paar dagen vóór zijn dood riep hij haar tot zich. „Anneke", zei hij, „als ik je straks verlaten ga, geloof ik, dat er eeh vriend en raadsman is, die je veilig vertrouwen kunt. Ik zie wel, dat je be grijpt, wie ik bedoel. Ik zegen u, mijn lieve dochter en ik zegen ook hem, die u tot een broeder, tot een vriend zal zijn. Bedenk steeds, dat geld en goed u niet verheffen boven enig mens en dat je de rijkdom, die ik je nalaat, hebt te beschouwen als leengoed slechts. Zult gij, mijn kind?" „Ja, vader", snikte Anneke, nauw hoorbaar. „Dan verlaat ik mij hierop en beveel je verder ih Godes trouwe zorg", zei haar vader, zijn dorre magere hand, als zegenend, op haar rijk gelokt hoofd leggend. Toen Arend Jansz diezelfde dag zijn gewone dagelijkse bezoek bracht, ver wijderde Anneke zich, om, naar hij dacht, enige ogenblikken te kunnen rusten. Hij wist, dat ze de laatste tijd hier dag en nacht in de ziekenkamer verbleef, om de lijdende bij te staan. De zieke koopman verzocht de Mees ter hem rechtop te wUlen helpen. Hij voelde in 't geheel geen pijn, zei hij, en voegde hij er met een enigszins droe vige glimlach aan toe het was wel licht ook voor 't laatst, dat de Meester hem deze vriendendienst bewijzen kon. Arend Jansz voldeed aan het verzoek en weldra zat de koopman, zijn zwakke lichaam gestut door de zachte kussens, overeind. „Nu kan ik beter en gemakkelijker spreken", zei hij plotseling en strak vestigde hij zijn ogen op Meester Jansz. „Als ik zo lig, is 't mij soms, of de tong haar dienst weigert. Bovendien: een zittende houding is ook meer ge past, als men iemand danken wil. En ik moet u danken. Meester „Mij danken?" viel deze hem ver wonderd in de rede. „Waarom? Ik weet niet, wat ik gedaan zou hebben!" „Ja," u danken. Meester", zei de koopman met nadruk en voor een zieke als hij klonk zijn stem buitengewoon krachtig, „want gij zijt het geweest, die mij weer hebt doen hopen, toen ik meende, reddeloos verloren te zijn, om dat ik de Zaligmaker verloochend had. Ik vreesde de dood en toen gij kwaamt, koesterde ik eigenlijk maar één wens: BETH-EL „En hij noemde de naam dier plaats Beth-El" Genesis 28 19a. II Jacob is door de Heere naar Beth-El geleid. De reis naar Beth-El zal door Jacob nimmer meer worden vergeten. Hij heeft Barseba verlaten. Zijn ouderlijke woning is al lang uit het ge zicht verdwenen. Met grote haast loopt hij verder, de dood zit hem immers op de hielen. Hij is een gevonnist mens, hij draagt het oordeel van de dood bij zich. Ruim negentig kilometer heeft hij ge lopen als de avond valt. Zijn tred wordt al langzamer. Hij kan bijna niet meer verder. De duisternis wordt al groter, dan wordt het nacht, hij kan geen hand voor ogen meer zien. Zijn tastende vin gers vinden een steen, hij bukt en legt zich neer op de aarde. Jacobs leven is geëindigd in een vlucht van de dood en eindigt in de nacht. Nergens kan hij op hopen, niets kan hij meer bezien. Verder kan hij ook al niet, nu ligt hij als een verslagen mens op de aarde. Trachten wij de overleggingen van zijn hart te overdenken. Als hij zijn leven terugdenkt en zijn leven terug komt, kan hij als slotsom alleen maar vast stellen dat alles mislukt is. Al het vo rige van zijn leven is tekort voor de eeuwigheid. Nergens heeft hij vastig heid in. Nu zouden wij kunnen vragen: „Ja cob' je hebt toch een eerstegeboorte- recht? Je hebt dat toch gekocht van je broer Ezau?" Jacob! Je moeder had toch zulke treffende werkzaamheden met je, voor de grote eeuwigheid? „Jacob! Je draagt toch de zegen van je vader Izak?" Weet je, wat hij ons beschaamd zou antwoorden? Het is alles tekort, het is alles tekort. Om een bestaan voor God te hebben moet er wat anders zijn dan al deze zaken. Wij zouden een vraag aan U kunnen stellen. Zijn wij ook door de Heere uit onze bezittingen geleid geworden? Of leven wij ook op eigen werken en toe zeggingen welke voor de eeuwigheid geen'grond kunnen zijn? Hoe groot zou het dan zijn om uitgeleid te worden en dat ook voor ons de tijd mocht aanbre ken van een verlies van het onze om door een Ander behouden te worden. Zullen wij nog even stilstaan bij de nacht van Jacobs leven? Jacob ligt van alles en allen verlaten alleen te Beth-El. Om hem heen is het een donkere nacht. Het roofgedierte sluipt om hem heen. Zichzelf kan hij niet meer helpen, overstelpt van alles valt hij in slaap. Nu is hij een zekere prooi van alles, zelfs de waakzaamheid ontbreekt. Wie moet nu nog voor de zaligheid van Jacob zorgen? Daarom wordt Beth El een Goddelijk wonder voor een vastgelopen mens die ervaren moet zelfs niet meer te kunnen waken. Het wonder van Beth-El is, dat Jacob daar zal ervaren voor Gods rekening te liggen. Zien wij Jacob daar liggen? Deze uit geschakelde zondaar? Dan gaan wij nu beluisteren wat hij daar mag ervaren. Wij lezen: „En hij geraakte aan een plaats, waar hij vernachtte; want de zon was ondergegaan; en hij nam van de stenen dier plaats en maakte zijn hoofdpeluw en legde zich te slapen te dierzelver plaats. En hij droomde". Wat openbaarde de Heere in die droom? Ten eerste de scheiding welke er was tussen de Heere en Jacob. Ten tweede de herstelling zoals de Heere die alleen maar werken kan. Ten derde de weg van de gemeen schap welke daardoor werd ervaren. Zie de Heere daalt af in de diepte van Jacobs val. Dat wij niet vergeten dat er tussen de Heere en ons en dat door de val een scheiding is. Wij liggen niet alleen in een staat des ongeloofs, maar in een staat des doods. Als wij in een staat des ongeloofs lagen, zouden wij alleen van ongelovig, gelovig moeten worden. Maar wanneer wij in een staat des doods leven, moeten wij van dood le vend gemaakt worden. Omdat wij door onze staat van God gescheiden zijn, moeten wij weer in de gemeenschap met God hersteld worden. Omdat de gemeenschap voorgoed ver broken is en nimmer meer door ons kan hersteld worden, moet er een weg ont sloten worden om daardoor weer op nieuw Gods vriendelijk aangezicht te kunnen aanschouwen. De betekenis van Jacobs droom is dan ook duidelijk. Jacob ziet en leert de weg van genadige herstelling. Er wordt voor hem een weg ontsloten waarin hij weer kan zalig worden. Christus is de weg en de waarheid en het leven. Maar dat voor een mens die geen weg meer heeft en ziet. Er is nog een levensles te vinden in Jacobs ver toeven te Beth-El. Waarom leert Jacob dit nu in de nacht en in de droom? Wij moeten wel denken, dat Jacob leefde in de z.g.n. patriarchale bedeling. De Heere sprak toen vaak door aan spraken, dromen en verschijnselen. Het is dus een extra ordinaire bedeling. Maar er is meer te lezen. Als Jacob slaapt, is hij totaal lijdelijk. Dat leert o ns dat in elke Godsdaad de mens totaal lijdelijk wordt gemaakt. Dat wil ons leren, dat er van Jacob niets meer bij is. Als de Heere zich open baart is er geen waardigheid meer te vinden. Geen werkzaamheden tellen hier nog mee. Het is God Die in ons werkt, beide het wiUen en het werken naar zijn welbehagen. De Heere zag op Jacob neer. God had hem uitverkoren. In Beth-El is niets van Jacob meer. God had hem hulp beschoren. Dirksland Ds. P. Blok. hetgeen zeer grote tekorten opleverde. Echter ook de hektrawlers hadden net totekorten, welke voor de grootste vaartuigen overigens relatief klein wa ren. Het totale nettotekort van de grote zeevisserij steeg van 9,5 in 1974 tot 12 miljoen gulden in 1975. De garnalenvisserij heeft in 1975, on danks een toeneming van de vloot, gunstige resultaten opgeleverd, een en ander vooral dank zij een hoog prijs niveau van de garnalen. Vooral in het Noorden bleek men belangrijk betere nettoresultaten te hebben dan in het voorafgaande jaar. Daardoor [verbeter de het totale nettoresultaat van deze tak van visserij met bijna een miljoen gulr den. Het rapport bevat voorts een raming van de bedrijfsresultaten van de ge noemde takken van visserij in 1976. Uitgaande van de bestaande vloot en tevens van de aan Nederland toege kende quota voor tong, schol, haring en rondvis, zullen naar verwachting de tekorten van de kleine en grote zee visserij wederom enigszins groter zijn dan in 1975. Voor de kleine zeevisserij zou het geraamde tekort kleinerzijn dan in 1975, indien de vlootomvang verder werd aangepast aan de vermin derde vangstmagelijkheden. Overigens kan voor het merendeel van de kotter eigenaren, de exploitatie op kasbasis waarbij onder meer geen rekening wordt gehouden met afschrijvingen, wel echter met aflossingen op leningen nog positieve uitkomsten opleveren. Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 5,50 op girorekening no. 41.22.35 t.n.v. het Landbouw-Eco nomisch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: „Zend Publikatie No. 5.40". NIEUWERKERK Het was zaterdagavond op de Kerk- ring in Nieuwerkerk weer eens gezel lig druk. Het Fanfare Corps „de Hoop" uit Stellendam gaf een zeer geslaagd concert op de muziektent. Verschillende muzieknummers werden op bekwame wijze gespeeld. Het was' dan ook voor muzieklief hebbers (ook van verschillende omrin gende plaatsen) een waar genot zo'n corps, uit een andere streek te horen. De belangstelling mag gerust goed zijn te noemen. Het is dan ook te ho pen dat voor het najaar aanbreekt nog meerdere concerten op de ten zullen worden geboden. Het wordt gewaar deerd! dat uw kundigheden mijn kwaal zouden wegnemen. Maar nu weet ik al sinds lang, dat uw kunde mij niet kan baten. Ik voel, ook al zoudt gij-zelf het mij niet gezegd hebben, dat heel spoedig al misschien mijn aardse leven voorbij zal zijn. Maar gij zijt in des Heeren Hand het middel geworden, dat mij de ver loren zielevrede heeft doen terugvinden. Ja, dat zijt ge!" zei hij en zijn stem verhief zich, zodat de Meester, bezorgd, hem met een enkel woord vermaande, kalm te zijn. „Dat zijt ge. Gij hebt ontdekt, dat lichaam en ziel beide krank warenO", en de koopman ver- bergde zijn gelaat in de handen, „ik had Gods gebod niet vergeten, maar ik weigerde het op te volgen, omdat ik mijn kind zo lief had „Het is goed te wenen over zijn zon de. Maar als men verzekerd is, dat de schuld is weggedaan, mag men vrijelijk het hoofd opheffen. Dat móógt gij im mers en dat moet gij doen ook!" Het was de zachte, warme stem van Meester Jansz, die deze woorden zeide. Deze wankelmoedige, wist hij, had tel kens nodig, op zijn Schuld-uitdelger gewezen te worden. En waar hij de me dicijn kende, diende hij haar ook toe. „Dat is zo" stemde de zieke na en kele ogenblikken toe, „ik mag en wil roemen in de grote genade, die mijn deel is geworden. Ja, nu voel ik het weer, hoe oneindig dierbaar mij Jezus is. Ik heb hem lief; 'k verlang er naar, om tot Hem te gaan en Hem, mijn Ko ning te zien. Heere Jezus!" riep hij in vervoering uit „kom, kom haaste- lijk!" In Meester Jansz's oog schitterde een glans van heilige vreugde. Hij was er van overtuigd, dat geen koortshitte de ze lijder deed ijlen. Neen, maar de ze kerheid des geloofs gaf de zo fel aan gevochten man nu deze roemtaal op de lippen. Hoe heerlijk, dat hij deze woor den vernemen mocht! Hoe zalig was toch de wetenschap, zich in Christus ge borgen te weten! Hij knielde neer bij het ziekbed en eerst heel zacht, alsof hij voor zich-zelf bad, maar daarna luider, zodat ook de koopman het horen kon, dankte hij er de Vader voor, dat Hij bij 't naderen van de dood dit leven-wekkend geloof had wUlen schenken. „Laat dit geloof, deze zekerheid blij ven!" eindigde hij zijn gebed. „Straks zal de boze weer komen, om dit Uw kind zo mogelijk opnieuw in een donkere nacht van wankelmoedigheid en twijfel te storten. Maar Gij zijt de Machtige Jacobs, die hem uit die don kere diepten hebt opgehaald. Laat de boze nu niet meer de rust en de vrede van dit ogenblik van hem wegnemen..." Toen Meester Jansz van zijn Imieën opstond, zag hij een glimlach op het vermagerd gelaat van de lijder. En zacht bewogen zich diens lippen. Hij had mee- gedankt en gebeden; hij bad nog.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1976 | | pagina 5