EiiAnoEn - niEuws
ANNEKEJANSZ
Dit was de Spiegel
Overdenking
Zeeuwse wandelingen
I GERO I
uit de
Heilige Schrift
IVIuziel( op de tent
2e blad
Vrijdag 13 "augustus 1976
No. 4513
HET
KVENSTER
Lestijden gym. ver.
Middelharnis-
Sommelsdïjk
C. KIEVIT ZN.
Centrale Verwarming
SOMMËLSDUE
Telefoon (01870) 26 09
I altijd voor
I iedereen 1
I mim en overzichtelijk I
I in onze speciale I
1 showroom.
I A. Vroegindeweij
i Westdqk 46 - Bliddelharnis i
L.E.I. RAPPORT:
Visserij in cijfers 1975
X Speciaal inboawstation voor X
L.P.G.
gasinstallaties f
X in elk merk automobiel.
I Garage Nijsse B.V.
Oostd^k 15 - Oude-Tonge
Tel. 01874 -1235 -1385
ALFA ROMEO DEALER
voor geheel
GOEREE-OVERFLAKItEE
blik op kerk
en samenlevino
Bultmann overleden
Mythe en verkondiging
Een aangepast evangelie
Het is u misschien ook wel eens
overkomen. U vertelde in een gezel
schap dat iemand, hoogbejaard, overle
den was. Eén van degenen aan wie u
het vertelde, keek u verwonderd aan
en vroeg: „Maar lééfde die man dan
nog?" Zo'n vraag verraadt wel onze
betrekkelijkheid: men kan ncfg leven en
dan blijkbaar al vergeten zijn.
Een dergelijke reaktie kwam bijna
bij me boven, toen de radio het over
lijden meldde van de grote Duitse the
oloog Rudolf Bultmann. Geen wonder,
hij was bijna 92 jaar, en de laatste tijd
hoorden we uiteraard niet meer van
hem. Toch is hij de man geweest die
in zijn betere dagen de moderne theo
logie in hoge mate heeft beïnvloed en
die invloed doet zich gelden tot op de
dag van vandaag.
Rudolf Bultmann werd op 20 aug.
1884 geboren als zoon van een Evan-
gelisch-Luthers predikant. Hij studeer
de te Marburg en werd eerst privaat-
docent en op zijn 32ste jaar al hoog
leraar te Breslau, weer later te Mar
burg, waar hij in 1951 met epaeritaat
ging en waar hij nu ook overleden is.
Bultmann is dus nooit predikant ge
weest, wel lange jaren hoogleraar.
Bultmann gold en geldt nog als één
van de voornaamste vertegenwoordigers
van de wetenschappelijke radicale bij
belkritiek in Duitsland. Enerzijds stond
hij in de traditie van de godsdiensthis-
torische school, anderzijds trachtte hij
de resultaten van deze kritische metho-
de te gebruiken om het Nieuwe Testa
ment aannemelijk te maken voor de
„moderne mens".
Het sleutelwoord van Bultmann's
theologie is het woord „Entmythologi-
sierung". We verstaan daaronder zijn
streven omi het Nieuwe Testament te
ontdoen van de mythische voorstellin
gen waarin het volgens Bultmann is
ingekleed.
Bultmann maakt dan onderscheid
tussen de vorm en de inhoud van de
heilsboodschap. De vorm is volgens
hem zuiver mythisch. „Geen volwassen
mens", aldus zijn eigen woorden,
stelt zich God voor als een wezen dat
hierboven in de hemel te vinden is. Een
hemel in de oude zin van het woord
bestaat ook niet. Daarmee hebben de
verhalen over een hellevaart en een
hemelvaart van Jezus afgedaan. Afge
daan heeft ook de verwachting dat de
Zoon des mensen komt op de wolken
des hemels en dat de gelovigen weg
gevoerd worden, Hem tegemoet in de
lucht".
Maar wanneer Bultmann zegt dat
iets afgedaan heeft, dan zegt hij daar
mee nog niet dat dat ook niets te be
tekenen heeft! Dat was bijvoorbeeld
wel het geval bij de oude vrijzinnig
heid. Wonderen waren in strijd met de
rede, dus die werden afgeschreven.
Men kon al die verhalen zonder meer
naar het rijk der fabelen verwijzen.
Bultmann doet dat niet. In de oude,
volgens hem dus mythische voorstel
lingen, zit namelijk altijd een „gerug-
ma", een prediking, een verkondiging.
De oude mythen vormen slechts het
„verpakkingsmateriaal", waarin het
heil tot ons komt.
Maar hoe kunnen we nu weten wat
de betekenis is van die zgn. mythische
voorstellingen? Daarvoor roept Bult
mann de hulp in van de existen-filo-
sofie. Het komt erop neer dat de „mo
derne mens" het moet kunnen begrij
pen eh aanvaarden. Elke uitleg van het
Nieuwe Testament die voor de mo
derne mens onaanvaardbaar is, wordt
door Bultmann afgewezen.
Zoals men ziet, het uitgangpvmt voor
Bultmann is niet: Wat zegt de Schrift?
Het uitgangsptint is: Wat kan de mo
derne mens ervan geloven? Hij onder
werpt de bijbel en zijn boodschap aan
het levensgevoel van de moderne mens.
Het Evangelie is voor de mens al
léén van betekenis als hij het zo er-
YERVOLOVERHAAIi
Historisch verhaal uit de eerste tijd
der hervorming
door
M. VAN DER STAAL
9
Want, vader, zie, ik verkondig u grote
blijdschap, dat ook voor u geboren is
Jezus, de Zaligmaker. Hij vergaf Petrus
eens zijn zonde. En ook tegen u zal Hij
zeggen, dat Zijne genade u genoeg is...
Maar, ga nu rusten, vader", zei ze
nogmaals. En ze knielde neer bij zijn
bed en lei als vertroostend haar blanke
hand op zijn hoofd, gelijk een moeder
haar schreiend kind in slaap sust... tot
ook hij insliep
Diezelfde dag nog en ook vele dagen
daarna, ja tot de dood in Februari van
dit jaar'voor de moede strijder kwam,
werd Meester Jansz's komst in het huis
van de koopman met spanning verheid.
De zieke zowel als zijn dochter verlang
den, en verlangden steeds meer, naar de
bekende, voorzichtige stap, die de Mees
ter eigen was. Gelijk allen in de stad,
die hem bij een zieke hadden gehaald,
moesten ook zij erkennen, dat er van
vaart. Jezus bestaat niet meer, Hij is
gekruisigd en dus gestorven. Maar Hij
leeft in de prediking, in de verkondi
ging. Zoals een schrijver, die allang
overleden is, tot leven komt als iets
uit zijnwerk wordt voorgedragen, zo
herleeft Jezus in de prediking.
Er is weleens opgemerkt dat deze
theologie als ze nog zo heten mag!
frauduleus is. Als ik iets geloof met
betrekking tot Christus, maar dat ge
loof berust niet op feiten, dan heb ik
een bankbiljet in handen, dat schijn
baar hoge waarde heeft, maar dat niet
door goud wordt gedekt.
Het is een trieste zaak dat deze theo
logie ook in ons land z'n duizenden ver
slagen heeft. Niet de Christus der
Schriften, Die gestorven is en opge
staan, maar het levensgevoel van de
moderne mens staat centraal. Een boek
als „Christelijk Geloof" van de voor
aanstaande Nederlandse theoloog H.
Berkhof is niets anders dan één grote
poging om het Evangelie aannemelijk
te maken. Maar het is een poging die
altijd mislukken zal. Want het Evan
gelie is niet naar de mens. Maar toch
heeft het God behaagd door de dwaas
heid van de prediking van de Gekrui
sigde en Opgestane Christus zalig te
maken die geloven. Dat Evangelie be
vat alles wat ik nodig heb om té leven
en te sterven. Maar een aangepast evan
gelie is geen evangelie. De sterke te
ruggang van het kerkelijk leven in
Duitsland en in ons land bewijst het
ondubbelzinnig.
Waarnemer.
Met ingang van 14 augustus starten
de lessen weer van de gym. ver. Mid-
delharnis-Sommelsdijk.
De lesuren zijn als volgt ingedeeld:
Zaterdag van 9-10 uur jongens van 12
tot 15 jaar, van 10-11 uur jongens van
7 tot 12 jaar in de gymzaal van de J.
C. van Gentschool te Sommelsdijk.
De trimgroep voor heren traint iede
re maandagavond in de gymzaal van de
basis-school aan het Zandpad van 9-10
uur.
De dames turnafdeling,' dit is voor
dames vanaf 16 jaar traint in de gym
zaal aan de Juliana van Stolberglaan
op donderdagavond van half negen tot
half tien.
De overige groepen trainen in de
Sporthal.
Op maandagmiddag de kleuters van
4 t.m. 6 jaar van half 5 tot half zes.
Dinsdag de dames-rekreatief van
half negen tot half 10.
Woensdag van 6-7 uur meisjes van 7-9
jaar; van 7-8 uur meisjes van 1012 jaar;
van 8-9 uud meisjes van 12-15 jaar.
Vrijdagavond de heren turngroep van
7-8 uur.
Kent u dit grote boek met veel illus
traties? Terwijl ik dit schrijf, ligt de 2e
druk al voor me. Piet Terlouw heeft een
uittreksel van ongeveer 150 bladzijden
gemaakt uit het geïllustreerde week
blad De Spiegel van 1906 tot 1969, het
begin en het einde ervan. Daarvoor
heeft hij meer dan 100.000 bladzijden
moeten omslaan. Dat valt niet mee om
er dan de meest interessante bladzijden
met foto's uit te halen.
Het eerste nummer verscheen op 22
september 1906. Aan de lezers wordt
meegedeeld: „De Spiegel wenst weer te
geven wat zich belangrijks voordoet in
het leven om ons heen, opdat v/ij de
hand Gods in alles mogen opmerken.
Zo zal ook dit blad, dat in hoofdzaak
bedoelt een ontspanningsblad te zijn
voor het Christelijk huisgezin, een'mid
del wezen om ons met dankbaarheid te
vervullen voor al het goede, dat God
geeft, maar ook zal het overvloedig ge
legenheid geven het hart te bepalen bij
Gods oordelen, die over de wereld gaan,
opdat haar inwoners gerechtigheid zou
den leren".
Er waren meer geïllustreerde bladen:
de Prins, het Panorama, het Leven (be
rucht om zijn badnummer in de zomer
met veel bloot), maar in veel christelij
ke gezinnen kwamen deze niet op tafel.
Wel de Spiegel.
Koninklijk huis.
De eerste bladzijde van de eerste Spie
gel wordt gevuld met een mooie foto
van Koningin Wilhelmina (toen net 26
jaar oud) en prins Hendrik.
Alle jaren door heeft men de gebeur
tenissen in het Oranjehuis niet verge
ten. Op 30 april 1909 werd prinses Ju
liana geboren en nauwelijks een jaar
later zien we een glimp van haar als ze
in een koets rijdt.
Een mooie foto van haar met een bos
zonnebloemen in de hand staat in 'het
nummer vaii 23 december 1911.
Tijdens de eerste wereldoorlog bezoe
ken Koningin en Prins de gemobiliseer
de soldaten. Van de tweede wereldoor
log zijn maar weinig foto's bekend om
de eenvoudige reden, dat de Spiegel
toen niet meer uitkwam. De Duitsers
eisten dat men hun artikelen en foto's
opnam en dat weigerde de redactie: de
Spiegel hield op te bestaan, van oktober
1941 tot oktober 1945.
Ook een moeilijke tijd waren de der-'
tiger jaren, toen een crisis-comité werd
opgericht, dat door prinses Juliana
werd geïnstalleerd, haar moeder was er
beschermvrouw van.
Blijde en droeve jaren wisselden el
kaar af: In 1926 vierden Koningin en
Prins hun zilveren bruiloft.
In 1934 geeft de Spiegel een bladzijde
vol foto's van de „uitvaart van koningin
Emma", in 1962 de begrafenis van de
vroegere koningin, nu prinses Wilhel
mina.
De laatste jaren komt prinses Beatrix
nogal eens voor in het blad: 1954 als
bruidsmeisje bij het huwelijk van Thijs
Booy, de secretaris van haar moeder. In
1958 bezoekt ze Suriname.
Personen.
Jubilerende predikanten en onderwij
zers komen nogal eens voor met een
foto en een korte levensbeschrijving.
Behalve door de naaste familie zijn ze
door het grote publiek spoedig vergeten.
Dat is niet het geval met enkelen, die
door de jeugd misschien niet herkend
worden, maar waarvan de oudere lezers
zich nog heel wat kunnen herinneren.
Dr. A. Kuyper werd 29 okt. 1917 80
jaar, een man-in-rust, die een werk
zaam leven achter de rug heeft.
In 1911 wordt Cqlijn (in officiers-uni
form) minister van oorlog, in 1925
spreekt hij ons volk toe voor de nieuwe
uitvinding, die radio heet.
Wie heeft niet de boeken over Zuid-
Afrika gelezen van L. Penning, die in
1924 70 jaar werd?
Joh. de Heer trok er met zijn vrouw
op uit, hij sprak de Maranatha-taood-
schap uit en samen zongen ze bij het
kleine orgeltje, dat hij bespeelde. Ook
zong en sprak hij voor de radio. Even
als de bekende Jo Vincet met haar
kwartet.
Na de oorlog (1946) zien we Churchill
op Soestdijk met de kleine prinses Mar
griet. We bezoeken Anne de Vries,
schrijver o.a. van Bartje en kinderbij
bels, op een afgelegen plaats in Drente,
enkele km's van de bewoonde wereld.
Cort van der Linden was minister
president tijdens de eerste wereldoorlog
en met zijn collega's is het hem gelukt
onze neutraliteit te handhaven.
Een kapper in het Drentse dorp Een
weet een middel om kaalkoppen weer
|IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIiniUIIIIIUUIIllllll!IIIIIUIIIIilIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIiilllllll|
een welige haardos te geven (we horen
later nooit meer van hem, evenmin als
van zijn klanten!). En een zekere me
neer Bron kan met geheimzinnige dure
kastjes aardstralen ontdekken. Ook al
uit de roulatie, evenals Sjoukje Dijkstra,
die op de schaats wereldtitels behaalde.
Zeker mag ik niet vergeten David
Kodde, burgemeester van Zoutelande,
lid van de Prov. Staten en de Tweede
Kamer voor de S.G.P. Zijn Walchers
costuum heeft hij altijd gedragen. Toen
er in 1959 sprake was van de samen
voeging van verschillende gemeenten
op Walcheren, zei hij als tegenstander
hiervan: „Ik werk niet mee aan de be
grafenis van Zoutelande".
Het verzoek om na zijn 38 jaar als
burgemeester nog even aan te blijven,
heeft hij afgewezen. Hij heeft de strijd
verloren: Zoutelande bestaat niet meer,
ik bedoel als zelfstandige gemeente.
De Spiegel heeft ook dikwijls vereni
gingen afgebeeld, als ze zoveel jaar be
stonden of haar jaarlijkse toogdag hiel
den. Zo zongen in 1937 na e en rede van
prof. Waterink in Zwolle 10.000 meisjes:
„Daar klinkt een lied vol levensdrang".
Diversen.
Dat wordt dus van alles en nog wat!
Erg moeilijk. Uit 150 Spiegel-bladzijden
is zoveel te halen, dat ik me beperken
moet.
Wij zijn het eerste land in Europa
(1912), dat een vierkant muntstuk
maakt: het stuivertje, nu niet meer
gangbaar, maar voor verzamelaars een
waardevolle aanwinst.
Op een landbouwtentoonstelling in
Goes (1919) werd een prachtig koppel
van vier hengsten vertoond. Vroeger
werden deze rondgevoerd van boerderij
naar boerderij. Je ziet ze niet meer, ook
hun vrouwen worden schaars vanwege
de mechanisatie in de landbouw.
De eerste vliegtuigen uit 1906 waren
maar primitieve bouwsels, een paar jaar
later kon je er een paar minuten mee
in de lucht blijven tot 400 a 500 m hoog
te. Vergelijk daarmee eens de vlucht
van de Uiver in 1934 naar Batavia. Dat
is trouwens nog maar kinderspel, ver
geleken met de vliegerij van tegenwoor
dig.
In 1934 onderhoudt de Engelse koning
zich met een voetbalelftal, dat Enge-
lands roem heeft hooggehouden. Er
wordt een en ander bijgeschreven: „Is
het geen dwaasheid, dat het ooggetuige
verslag van een wedstrijd ook per radio
naar O.- en West-Indië wordt gezonden?
Is het niet erger dan dwaasheid, dat dit
alles bij voorkeur op zondag plaats
heeft? Een sport, die tot zulk een dwaas
heid aanleiding geeft, verdient tijdelijk
in de ban gedaan te worden, ook al is er
tegen het voetballen op zichzelf geen
overwegend bezwaar". De tijden veran
deren, velen denken er nu anders over,
hoewel de sportverdwazing en sport-
verheerlijking (bijna schreef ik aan
bidding, zo is het bij menigeen) nog
steeds afgekeurd- moeten worden, meen
ik.
De dood door een ongeluk van konin
gin Astrid (1935) trof het Belgische ko
ningshuis wel bijzonder erg.
De afsluitdijk van de Zuiderzee komt
klaar (1932), de invloed van Hitler in
Duitsland wordt steeds groter, wat ten
slotte uitloopt op mobilisatie en oorlog
in 1940, met distributie, tirannie, hon
ger, moord, rechteloosheid en al de el
lende, die de meeste lezers zich nog wel
zullen herinneren.
Hierbij wü ik het laten. Ik zou nog
veel en veel meer kunnen noemen.
Maar de ruimte die ik gewoonlijk nodig
heb is verbruikt en daarom besluit ik
met enz., enz., enzovoort.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
Door de afdeling Visserij en Bosbouw
van het Landbouw-Economisch Insti
tuut is een rapport gepubliceerd over
de voorlopige bedrijfsresultaten van de
zeevisserij in 1975.
Uit het rapport blijkt dat in het al
gemeen de kotters van de kleine zee
visserij grotere verliezen hebben gele
den dan in 1974. Ondanks een in aantal
schepen kleinere vloot bleek de nawer
king van de investeringsgolf van de
laatste jaren, de vlootvermlndering door
saneringsmaatregelen nog ruimschoots
te compenseren; in 1975 was het totale
motorvermogen in bedrijf enigszins ho
ger dan in 1974. Tezamen met een we
derom wat hoger prijsniveau van de
kosten, betekende dit een verdere stij
ging van de exploitatietekorten. Het to
tale nettotekort van de gehele kleine
zeevisserij liep op van 29 miljoen gul
den in 1974 tot 44 miljoen in 1975, hoe
wél de totale besomming steeg van 268
tot 282 miljoen.
De trawlers van de grote zeevisserij
hebben in 1975 gemiddeld minder be-
somd dan in 1974. Vooral voor de zij-
trawlers daalde de besomming scherp,
hem een weldadig-aandoende kalmte
en rust scheen uit te gaan. Noemde men
daarom in Brielle en omstreken de bar
bier-chirurgijn de wonderdokter?
Anneke wist hem zijn levensgeschie
denis te ontlokken. De Meester sprak
niet dan ongaarne over zich-zelf en ver
telde zeer sober.
Zijn vader en moeder, zo deelde hij
n>ee, hadden hem, toen ze nog te Dor
drecht woonden, op zeven-jarige leef
tijd daar naar de school bij de Lieve
Vrouwen-kerk gezonden, waar hij onder
strenge tucht had gestaan. Later waren
zijn ouders naar Delft verhuisd. Toen
was hij een leerling geworden van de
school van het Fraterhuis en daar maak
te hij goede vorderingen, zodat men er
ernstig over dacht, hem eerlang naar
het Zwolse Fraterhuis te zenden. Maar
een ernstige ramp, die zijn familie trof,
had al die plannen omver geworpen. Bij
een brand, die huis en have verteerde,
had vader zijn leven gewaagd, om
Geertruy, zijn zuster te redden. Geer-
truy was gered, maar vader liet het
leven
Toen had men zijn moeder het aan
bod gedaan, om haar zoon door de in
komsten van het huis te alimenteren.
Ze had echter geweigerd, daar ze te
hooghartig was om aalmoezen aan te
nemen. En daardoor is het gekomen,
eindigde Meester Jansz zijn kort ver
haal, dat ik slechts barbier geworden
ben.
„Maar vanwaar komt 't dan, dat gij
zoveel mensen geneest, Meester?"
vroeg Anneke. „Mij dunkt, dat iede
re chirurgijn dit niet kan".
„Ik heb enige studie van de kruid-
kunde gemaakt, mejuffer", was 't
antwoord „Maar aan God dank ik
het in de allereerste plaats, wanneer er
een mijner zieken herstellen mag".
Als de Meester het koopmanshuis
verliet, staarde Anneke hem meestal na
door de kleine in lood gezette venster
tjes. Haar vader merkte het, maar zei
niets. Doch een paar dagen vóór zijn
dood riep hij haar tot zich.
„Anneke", zei hij, „als ik je
straks verlaten ga, geloof ik, dat er eeh
vriend en raadsman is, die je veilig
vertrouwen kunt. Ik zie wel, dat je be
grijpt, wie ik bedoel. Ik zegen u, mijn
lieve dochter en ik zegen ook hem, die
u tot een broeder, tot een vriend zal
zijn. Bedenk steeds, dat geld en goed u
niet verheffen boven enig mens en dat
je de rijkdom, die ik je nalaat, hebt te
beschouwen als leengoed slechts. Zult
gij, mijn kind?"
„Ja, vader", snikte Anneke, nauw
hoorbaar.
„Dan verlaat ik mij hierop en beveel
je verder ih Godes trouwe zorg", zei
haar vader, zijn dorre magere hand, als
zegenend, op haar rijk gelokt hoofd
leggend.
Toen Arend Jansz diezelfde dag zijn
gewone dagelijkse bezoek bracht, ver
wijderde Anneke zich, om, naar hij
dacht, enige ogenblikken te kunnen
rusten. Hij wist, dat ze de laatste tijd
hier dag en nacht in de ziekenkamer
verbleef, om de lijdende bij te staan.
De zieke koopman verzocht de Mees
ter hem rechtop te wUlen helpen. Hij
voelde in 't geheel geen pijn, zei hij, en
voegde hij er met een enigszins droe
vige glimlach aan toe het was wel
licht ook voor 't laatst, dat de Meester
hem deze vriendendienst bewijzen kon.
Arend Jansz voldeed aan het verzoek
en weldra zat de koopman, zijn zwakke
lichaam gestut door de zachte kussens,
overeind.
„Nu kan ik beter en gemakkelijker
spreken", zei hij plotseling en strak
vestigde hij zijn ogen op Meester Jansz.
„Als ik zo lig, is 't mij soms, of de
tong haar dienst weigert. Bovendien:
een zittende houding is ook meer ge
past, als men iemand danken wil. En ik
moet u danken. Meester
„Mij danken?" viel deze hem ver
wonderd in de rede. „Waarom? Ik
weet niet, wat ik gedaan zou hebben!"
„Ja," u danken. Meester", zei de
koopman met nadruk en voor een zieke
als hij klonk zijn stem buitengewoon
krachtig, „want gij zijt het geweest,
die mij weer hebt doen hopen, toen ik
meende, reddeloos verloren te zijn, om
dat ik de Zaligmaker verloochend had.
Ik vreesde de dood en toen gij kwaamt,
koesterde ik eigenlijk maar één wens:
BETH-EL
„En hij noemde de naam dier
plaats Beth-El" Genesis 28 19a.
II
Jacob is door de Heere naar Beth-El
geleid.
De reis naar Beth-El zal door Jacob
nimmer meer worden vergeten.
Hij heeft Barseba verlaten. Zijn
ouderlijke woning is al lang uit het ge
zicht verdwenen. Met grote haast loopt
hij verder, de dood zit hem immers op
de hielen. Hij is een gevonnist mens, hij
draagt het oordeel van de dood bij zich.
Ruim negentig kilometer heeft hij ge
lopen als de avond valt. Zijn tred wordt
al langzamer. Hij kan bijna niet meer
verder. De duisternis wordt al groter,
dan wordt het nacht, hij kan geen hand
voor ogen meer zien. Zijn tastende vin
gers vinden een steen, hij bukt en legt
zich neer op de aarde.
Jacobs leven is geëindigd in een
vlucht van de dood en eindigt in de
nacht. Nergens kan hij op hopen, niets
kan hij meer bezien.
Verder kan hij ook al niet, nu ligt hij
als een verslagen mens op de aarde.
Trachten wij de overleggingen van zijn
hart te overdenken. Als hij zijn leven
terugdenkt en zijn leven terug komt,
kan hij als slotsom alleen maar vast
stellen dat alles mislukt is. Al het vo
rige van zijn leven is tekort voor de
eeuwigheid. Nergens heeft hij vastig
heid in.
Nu zouden wij kunnen vragen: „Ja
cob' je hebt toch een eerstegeboorte-
recht? Je hebt dat toch gekocht van je
broer Ezau?" Jacob! Je moeder had toch
zulke treffende werkzaamheden met je,
voor de grote eeuwigheid? „Jacob! Je
draagt toch de zegen van je vader Izak?"
Weet je, wat hij ons beschaamd zou
antwoorden? Het is alles tekort, het is
alles tekort. Om een bestaan voor God
te hebben moet er wat anders zijn dan
al deze zaken.
Wij zouden een vraag aan U kunnen
stellen. Zijn wij ook door de Heere uit
onze bezittingen geleid geworden? Of
leven wij ook op eigen werken en toe
zeggingen welke voor de eeuwigheid
geen'grond kunnen zijn? Hoe groot zou
het dan zijn om uitgeleid te worden en
dat ook voor ons de tijd mocht aanbre
ken van een verlies van het onze om
door een Ander behouden te worden.
Zullen wij nog even stilstaan bij de
nacht van Jacobs leven?
Jacob ligt van alles en allen verlaten
alleen te Beth-El. Om hem heen is het
een donkere nacht. Het roofgedierte
sluipt om hem heen. Zichzelf kan hij
niet meer helpen, overstelpt van alles
valt hij in slaap. Nu is hij een zekere
prooi van alles, zelfs de waakzaamheid
ontbreekt. Wie moet nu nog voor de
zaligheid van Jacob zorgen?
Daarom wordt Beth El een Goddelijk
wonder voor een vastgelopen mens die
ervaren moet zelfs niet meer te kunnen
waken.
Het wonder van Beth-El is, dat Jacob
daar zal ervaren voor Gods rekening te
liggen.
Zien wij Jacob daar liggen? Deze uit
geschakelde zondaar?
Dan gaan wij nu beluisteren wat hij
daar mag ervaren.
Wij lezen: „En hij geraakte aan een
plaats, waar hij vernachtte; want de
zon was ondergegaan; en hij nam van
de stenen dier plaats en maakte zijn
hoofdpeluw en legde zich te slapen te
dierzelver plaats. En hij droomde". Wat
openbaarde de Heere in die droom?
Ten eerste de scheiding welke er was
tussen de Heere en Jacob.
Ten tweede de herstelling zoals de
Heere die alleen maar werken kan.
Ten derde de weg van de gemeen
schap welke daardoor werd ervaren.
Zie de Heere daalt af in de diepte van
Jacobs val.
Dat wij niet vergeten dat er tussen
de Heere en ons en dat door de val een
scheiding is. Wij liggen niet alleen in
een staat des ongeloofs, maar in een
staat des doods. Als wij in een staat des
ongeloofs lagen, zouden wij alleen van
ongelovig, gelovig moeten worden.
Maar wanneer wij in een staat des
doods leven, moeten wij van dood le
vend gemaakt worden.
Omdat wij door onze staat van God
gescheiden zijn, moeten wij weer in de
gemeenschap met God hersteld worden.
Omdat de gemeenschap voorgoed ver
broken is en nimmer meer door ons kan
hersteld worden, moet er een weg ont
sloten worden om daardoor weer op
nieuw Gods vriendelijk aangezicht te
kunnen aanschouwen.
De betekenis van Jacobs droom is dan
ook duidelijk. Jacob ziet en leert de weg
van genadige herstelling. Er wordt voor
hem een weg ontsloten waarin hij weer
kan zalig worden.
Christus is de weg en de waarheid en
het leven. Maar dat voor een mens die
geen weg meer heeft en ziet. Er is nog
een levensles te vinden in Jacobs ver
toeven te Beth-El.
Waarom leert Jacob dit nu in de
nacht en in de droom?
Wij moeten wel denken, dat Jacob
leefde in de z.g.n. patriarchale bedeling.
De Heere sprak toen vaak door aan
spraken, dromen en verschijnselen. Het
is dus een extra ordinaire bedeling.
Maar er is meer te lezen. Als Jacob
slaapt, is hij totaal lijdelijk.
Dat leert o ns dat in elke Godsdaad
de mens totaal lijdelijk wordt gemaakt.
Dat wil ons leren, dat er van Jacob niets
meer bij is. Als de Heere zich open
baart is er geen waardigheid meer te
vinden. Geen werkzaamheden tellen
hier nog mee. Het is God Die in ons
werkt, beide het wiUen en het werken
naar zijn welbehagen.
De Heere zag op Jacob neer.
God had hem uitverkoren.
In Beth-El is niets van Jacob meer.
God had hem hulp beschoren.
Dirksland
Ds. P. Blok.
hetgeen zeer grote tekorten opleverde.
Echter ook de hektrawlers hadden net
totekorten, welke voor de grootste
vaartuigen overigens relatief klein wa
ren. Het totale nettotekort van de grote
zeevisserij steeg van 9,5 in 1974 tot 12
miljoen gulden in 1975.
De garnalenvisserij heeft in 1975, on
danks een toeneming van de vloot,
gunstige resultaten opgeleverd, een en
ander vooral dank zij een hoog prijs
niveau van de garnalen. Vooral in het
Noorden bleek men belangrijk betere
nettoresultaten te hebben dan in het
voorafgaande jaar. Daardoor [verbeter
de het totale nettoresultaat van deze tak
van visserij met bijna een miljoen gulr
den.
Het rapport bevat voorts een raming
van de bedrijfsresultaten van de ge
noemde takken van visserij in 1976.
Uitgaande van de bestaande vloot en
tevens van de aan Nederland toege
kende quota voor tong, schol, haring en
rondvis, zullen naar verwachting de
tekorten van de kleine en grote zee
visserij wederom enigszins groter zijn
dan in 1975. Voor de kleine zeevisserij
zou het geraamde tekort kleinerzijn
dan in 1975, indien de vlootomvang
verder werd aangepast aan de vermin
derde vangstmagelijkheden. Overigens
kan voor het merendeel van de kotter
eigenaren, de exploitatie op kasbasis
waarbij onder meer geen rekening
wordt gehouden met afschrijvingen, wel
echter met aflossingen op leningen
nog positieve uitkomsten opleveren.
Deze publikatie kan uitsluitend
worden besteld door overschrijving
van 5,50 op girorekening no.
41.22.35 t.n.v. het Landbouw-Eco
nomisch Instituut te Den Haag.
Vermeld dient te worden: „Zend
Publikatie No. 5.40".
NIEUWERKERK
Het was zaterdagavond op de Kerk-
ring in Nieuwerkerk weer eens gezel
lig druk. Het Fanfare Corps „de Hoop"
uit Stellendam gaf een zeer geslaagd
concert op de muziektent.
Verschillende muzieknummers werden
op bekwame wijze gespeeld.
Het was' dan ook voor muzieklief
hebbers (ook van verschillende omrin
gende plaatsen) een waar genot zo'n
corps, uit een andere streek te horen.
De belangstelling mag gerust goed
zijn te noemen. Het is dan ook te ho
pen dat voor het najaar aanbreekt nog
meerdere concerten op de ten zullen
worden geboden. Het wordt gewaar
deerd!
dat uw kundigheden mijn kwaal zouden
wegnemen. Maar nu weet ik al sinds
lang, dat uw kunde mij niet kan baten.
Ik voel, ook al zoudt gij-zelf het mij
niet gezegd hebben, dat heel spoedig al
misschien mijn aardse leven voorbij zal
zijn. Maar gij zijt in des Heeren Hand
het middel geworden, dat mij de ver
loren zielevrede heeft doen terugvinden.
Ja, dat zijt ge!" zei hij en zijn stem
verhief zich, zodat de Meester, bezorgd,
hem met een enkel woord vermaande,
kalm te zijn. „Dat zijt ge. Gij hebt
ontdekt, dat lichaam en ziel beide krank
warenO", en de koopman ver-
bergde zijn gelaat in de handen, „ik
had Gods gebod niet vergeten, maar ik
weigerde het op te volgen, omdat ik mijn
kind zo lief had
„Het is goed te wenen over zijn zon
de. Maar als men verzekerd is, dat de
schuld is weggedaan, mag men vrijelijk
het hoofd opheffen. Dat móógt gij im
mers en dat moet gij doen ook!"
Het was de zachte, warme stem van
Meester Jansz, die deze woorden zeide.
Deze wankelmoedige, wist hij, had tel
kens nodig, op zijn Schuld-uitdelger
gewezen te worden. En waar hij de me
dicijn kende, diende hij haar ook toe.
„Dat is zo" stemde de zieke na en
kele ogenblikken toe, „ik mag en wil
roemen in de grote genade, die mijn
deel is geworden. Ja, nu voel ik het
weer, hoe oneindig dierbaar mij Jezus
is. Ik heb hem lief; 'k verlang er naar,
om tot Hem te gaan en Hem, mijn Ko
ning te zien. Heere Jezus!" riep hij
in vervoering uit „kom, kom haaste-
lijk!"
In Meester Jansz's oog schitterde een
glans van heilige vreugde. Hij was er
van overtuigd, dat geen koortshitte de
ze lijder deed ijlen. Neen, maar de ze
kerheid des geloofs gaf de zo fel aan
gevochten man nu deze roemtaal op de
lippen. Hoe heerlijk, dat hij deze woor
den vernemen mocht! Hoe zalig was
toch de wetenschap, zich in Christus ge
borgen te weten!
Hij knielde neer bij het ziekbed en
eerst heel zacht, alsof hij voor zich-zelf
bad, maar daarna luider, zodat ook de
koopman het horen kon, dankte hij er
de Vader voor, dat Hij bij 't naderen van
de dood dit leven-wekkend geloof had
wUlen schenken.
„Laat dit geloof, deze zekerheid blij
ven!" eindigde hij zijn gebed.
„Straks zal de boze weer komen, om
dit Uw kind zo mogelijk opnieuw in een
donkere nacht van wankelmoedigheid
en twijfel te storten. Maar Gij zijt de
Machtige Jacobs, die hem uit die don
kere diepten hebt opgehaald. Laat de
boze nu niet meer de rust en de vrede
van dit ogenblik van hem wegnemen..."
Toen Meester Jansz van zijn Imieën
opstond, zag hij een glimlach op het
vermagerd gelaat van de lijder. En zacht
bewogen zich diens lippen. Hij had mee-
gedankt en gebeden; hij bad nog.