EIIAIIDEn rtlEUW! Michiel de Ruyter groot Godsvertrouwen Overdenking Zeeuwse wandelingen Grootvader vertelt uit de Heilige Schrift I 2e blad Vrijdag 23 aprilJ.976_ No. 4482 HET KVENSTER piniiiiiniiniiiniiiiiiiiiniiinininiiiiiiiiiiinniiiniiniiiiii I altijd voor I iedereen I i rnim en overzichtelijk 1 in onze speciale 1 1 sbowToom. I I A. Vroegindeweij I Westdljk 46 - Middelliarnis C. KIEVIT ZN. Centrale Verwarming SOMMELSDIJK Telefoon (01870) 26 09 Speciaal inbouwstation voor L.P.G. gasinstallaties in elk merk automobiel. Garage Nijsse B.V. Oostdijk 15 - Oude-Tonge Tel. 01874-235-385 VERVOLGVERHAAL ir ir Ook Flakkee heeft al schrijvers in die tiJd 'gekend. De krohieksdhrijvers Van der Waal-Vervoom maken in hun „Beschrijving van 'het Eiland 'Goederee- de en' Overfiakkee, zijne wording en zijn voortbestaan tot op heden", uitgawe van W. Boekhoven 1895, gC'Wag van een auteur Admiraal, die een boek sdireef „■Hoe hij koning werd." Ik heb mijn hele leven lang 'gezocht om 'het boek in handen te krij'gen, maar het is nüj niet gelukt. Ook al zijn andere werk schijnt verloren te zijn .gegaan. De .ge noemde kroniekschrijvers verhalen van blik op kerk en samenleving Preek in teamverband Wat centraal staat Opdracht en belofte Ik wil deze keer beginnen met een stukje door te geven dat ik tegenkwam in het Hervormd Weekblad van donder- dag 15 april, van de hand van Ds. C. Jongeboer. Hier volgt het: „Laatst las ik in een krant dat een student nogal wat kritiek had op de kerk. Deze was nog veel te veel domi- neeskerk. Al die preken, die door deze heren worden gemaakt als solowerk en daarna voorgedragen, dat moest anders worden. Volgens hem moet een preek gemaakt worden in teamver band. Dus een aantal gemeenteleden gaan bij elkaar zitten en stellen de preek samen. En dan mag de dominee deze uitspreken nadat hij de opmer kingen en de „aangedragen stenen" heeft verwerkt. Ik vind dat een rare methode. De student zal van zijn mooie gedachten over dit soort preek- maken wel gauw bekeerd worden als hij zelf predikant is geworden. Want hoe kim je een preek houden die niet van jtzelf is? Waar blijft de theologie, de studie, als niet-theologen de theo logische inhoud bepalen? Bovendien, wat een tijd gaat erin zit ten om eerst een soort plenaire zitting te houden met een aantal mensen die hun zegje zeggen? De keren dat ik zelf zo'n preek hoorde die op zulk een manier was ontstaan vond ik deze bijzonder mager. Waarom we trou wens een domineeskerk zijn als de dominee zelf een preek maakt en houdt is me een raadsel. Maar ja, als je jong bent weet je alles, en hoe vreemder de ideeën, des te gauwer kom je in de krant. Gelukkig dat iemand al spoedig wat ouder wordt. En als dan de schade die aangericht is nog hersteld kan worden valt het al lemaal nog wel mee". Ik heb Ds. Jongeboer eerst helemaal laten uitspraten, omdat ik uiteraard zijn mening ten volle deel. Toch zou ik er graag nog iets aan toe willen voegen. Ik vind namelijk dat hij deze zaak nogal relativeert en één en ander onderbrengt onder „jeugdverschijnselen" die op z'n tijd wel overgaan. En dat laatste, daar ben ik nog niet zo zeker van. Het blijkt in ieder geval dat verschil lende predikanten en studenten deerlijk in hun maag zitten met één van de be langrijkste onderdelen van hun taak: de prediking van het Woord. Ik vraag me af, wanneer ze dat wekelijkse preek- maken „niet zien zitten", of bezwaar hebben tegen de „monoloog" die de pre dikant moet houden, wat hen ertoe brengt theologie te studeren en predi kant te worden. Men weet nu eenmaal dat van een dominee verwacht wordt dat hij een preek maakt en een preek houdt. Kan men dat niet en wU men dat niet, dan moet men eerlijkheidshalve geen theologie gaan studeren. Dan brengt men zichzelf niet in een gewe tensconflict, maar wat nog veel in grijpender is dan onthoudt men de gemeente ook niet het meest wezenlijke deel van het werk: de verkondiging van het Evangelie. Want daar zit toch wel de denkfout, die deze student en alle an dere preekheren maken, alsof de preek een persoonlijke mening van de dominee of van een aantal gemeenteleden is. Preken is niet een mening doorgeven, maar het Woord van de levende God verkondigen. En dat laatste vereist, behalve dat de prediker persoonlijk gegrepen is door het Woord, ook een gedegen vooroplei ding en een nauwgezette wekelijkse stu die. Eli met aUe respect voor het ge loofsleven van verschillende gemeente leden, daarin kunnen ze toch hun predi kant niet assisteren of zelfs vervangen. De Heidelbergse Catechismus zegt te recht dat elk lidmaat van de gemeente verplicht is zijn of haar gaven ten nutte van de andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden. Dat kan op al- 1 GERO a H K ai 1 lerlei manieren gebeuren. Ik denk aan het bezoeken van zieken en bejaarden, aan het behulpzaam zijn in dagen van ziekte en nood, aan het elkaar met raad en daad bijstaan. Maar dat kan niet door de preek voor de dominee te ma ken. Dat moet hij zelf en alléén doen. Niet omdat hij het beter weet dan ieder ander, maar omdat hij daarvoor een specialistische opleiding heeft genoten. Wanneer al het gemeentewerk niet bepaald wordt en niet gedragen wordt door de wekelijkse bediening van het Woord, dan kan er nóg zoveel aktiviteit ontplooid worden, maar dan zal er een vermagering en een verschraling optre den waarvan de gevolgen niet zijn te overzien. Dat is dan ook de nood van vele gemeenten, dat er wel veel wordt georganiseerd en dat alles bruist van aktiviteit, maar de ziel, het leven is er uit weg, omdat al dat werk niet wordt gevoed vanuit het Woord. En daarom ben ik er niet zo gerust op als Ds. Jongeboer, die het afdoet met „Het gaat wel over"Predikanten, studenten en gemeenteleden moeten weer leren dat het Woord van God le vend en krachtig is. En waar de bedie ning van het Woord ook geschiedt in be toning van Geest en kracht, daar zitten we niet met de preek in onze maag, en daar klagen we niet dat de dominee al les alleen doet, maar daar geschiedt het wonder dat de Heilige Geest mensen meeneemt in de vaart van het Evan gelie. Toen de opgestane Christus Zijn apos telen uitzond met de opdracht: „Predik het EvangeUe aan alle creaturen", toen hebben ze niet gezegd: „Dat is een on mogelijke opgave, moeten we dat alléén doen?" Maar toen zijn ze de wereld in gegaan en ze gingen onder de belofte: „Ik ben met ulieden alle dagen tot aan de voleinding der wereld". WAARNEMER. Al vroeg kwam De Ruyter met de kerk in aanraking: op dezelfde dag dat hij geboren werd (24 maart 1607) werd hij in de St. Jacobskerk in Vlissingen gedoopt. Of hij er ook belijdenis van zijn geloof heeft afgelegd, heb ik ner gens kunnen vinden, maar dat zal-ver moedelijk wel het geval zijn geweest. Trouwe kerkganger. Zeelieden moeten dikwijls de zondag se kerkdienst missen. Vooral in de tijd van De Ruyter, toen de schepen vaak maandenlang op zee waren. En van ra dio had men toen nog geen weet. Maar als hij thuis was ging hij trouw. Toen hij later in Amsterdam woonde, was hij volgens zijn levensbeschrijver Brandt „inzonderheid godvruchtig in al zijn wandel, vindende zijn hoogste ver maak in de kerken en in 't horen van stichtelijke predikaties, niet alleen des zondags maar ook in de week". Als 't enigszins mogeUjk was liet hij zijn plaats in de Oude Kerk niet onbezet. Thuis las hij veel in de Bijbel, las ook zijn vrouw voor en samen met de kin deren zongen ze de psalmen van Da theen. Aan boord had hij het boekje „Ver troosting der gelovige ziel tegen de ver- schrikkehjkheden des doods", dat hij driemaal achtereen uitlas. Na behouden thuiskomst vergat hij de kerk niet. Zoals in 1666 na de Vierdaagse zeeslag en in 1673 na de slagen bij Schooneveld en Kijkduin, toen hij de kerk van Vlis singen een dankoffer stuurde voor de armen, hoewel hij al lang weg was uit zijn geboorteplaats. Zo mogelijk wüde hij op ieder groot schip een predikant hebben. Deze preekte en bediende het H, Avondmaal, dat meestal gevierd werd vóór een gro te tocht of bij het begin van een grote zeeslag. „Op die dag werd op De Ruyters schip het Avondmaal des Heeren ge houden. Hij verstond dat men, de vijand in 't gezicht hebbende, daarom die plicht niet moest uitstellen, maar zich door het brood en de wijn des heiligen Nacht- maals ook naar de ziele sterken om al lerlei gevaarUjkheden te rustiger door te staan". Vanzelf had hij ook persoonlijk con tact met de bemanning. Dat was hard nodig, want de zeelui waren ruwe ke rels, die verschrikkelijk konden vloe ken. De vlootpredikant Jan Snoep (Jo- liannes Snoepius in 't Latijn) vond het aan boord een „zwijnenboel". Was er geen predikant aan boord, dan behoorde het tot de taak van de kapitein om een predikatie te lezen. Gebed en Godsvertrouwen. De Ruyter was een man die volkomen op God vertrouwde, ook in de moeilyk- ste omstandigheden. Admiraalschip „De zeven provinciën" Een man die in het gebed zijn noden aan God bekend maakte en Hem om hulp smeekte. In een herberg te Rotterdam hoorde iemand hem eens bidden „om een dee moedige geest opdat ik mij op mijn ver heffing niet verhovaardige, om sterkte in het bedienen van mijn hoogwichtig ambt, om mij een heldenhart te geven en te sparen ten dienste en nut van 't vaderland". Dat was in 1666 toen hij admiraal van de vloot was geworden en op het punt stond de Engelsen aan te vallen, kort vóór de bekende Vierdaagse zeeslag. Was een onderneming goed afgelo pen, dan vergat hij ook de dankbaarheid niet. Zoals b.v. na de slag bij Kijkduin in 1673: „Monden en tongen ontbreken ons om Gods goedheid te vermelden, die Hij aan ons gedaan heeft". Na een zware storm is het hem een behoefte „God te kunnen loven en dan ken voor de vaderlijke zorg die Hij voor ons draagt". Zoals een geschiedschrijver van hem zegt: „Nooit kuste hij zijn eigen handen, maar gaf God altijd de eer". Ook zijn scheepsjournalen eindigen dikwijls met een overgave aan Gods wil en leiding. Heel sterk blijkt dit bij zijn verwon ding in de Middellandse Zee, toen hij de onbetekenende Spaanse vloot moest helpen tegen de Fransen, met wie wij eveneens in oorlog waren. Zijn linker voet werd gedeeltelijk weggeschoten, zijn rechter boven de enkel. Tijdens de hevige pijnen zocht hij troost in gebed en bij de Psalmen en bijbelse spreuken, waarbij de scheepspredikant Westhovius hem bijstond. „Heere, bewaar 's Lands vloot, spaar genadiglijk onze officieren, matrozen en soldaten, die voor een klein geld zoveel ongemak en gevaar uit staan", smeekte hij. Toen hij zijn einde voelde naderen, zei hij: „Aan dit ellendig lichaam is weinig gelegen als de kostelijke ziel behouden wordt. Mijn pijn is niet te achten bij de onuitsprekelijke smart en smaad, die onze Heiland onschul dig leed om ons van de eeuwige pij nen te verlossen". In dat geloof stierf hij aan zijn ver wondingen op 29 april 1676, juist 300 jaar geleden. Op 30 januari van het vol gend jaar werd zijn gebalsemd lichaam de haven van Heïlevoetsluis binnenge bracht. Hongaarse predikanten. Twee maanden vóór zijn dood heeft De Ruyter hier in de Middellandse Zee nog een mooie daad verricht. Hij had gehoord dat op de Spaanse vloot te Na pels enkele Hongaarse predikanten als galeislaven moesten werken. Hij wilde niet rusten vóór deze arme mensen vrij waren en hij heeft succes gehad. Met drie sloepen werden er 23 predikanten van de galeien naar zijn vloot gebracht. De volgende dag werd er een die ziek was uit het gasthuis gehaald en twee uit de gevangenis. Negen maanden hadden ze de galei- schepen moeten roeien, een bovenmen selijk zwaar werk. De 26 bevrijde predikanten zagen er dan ook erbarmelijk;uit. Uitgemergeld en overdekt met wonden en builen. Er waren 21 Calvinisten en 5 Luthersen. De vijand had geen onderscheid gemaakt in de marteling tussen deze twee groe pen, die dikwijls scherp tegenover el kaar stonden. De Ruyter vermaande ze in het vervolg hun kleine verschillen te laten rusten en één te zijn. Zo toonde deze zeeheld ook hier zijn liefde tot de eenheid van de kerk en schaamde hij zich niet voor zijn geloof. In de Hongaarse stad Öebreczin is een monument voor De Ruyter opgericht. Ik heb wel eens gelezen dat daar nog nakomelingen van deze bevrijde predi kanten leven. Middelburg. L. van Wallenburg. OOLXGENSPLAAT Geslaagd. Aaïi het Instituut voor Lichamelijike Opivoeding en de Sport te Utrecht slaagde de heer H. P. M. Ver- donik, alhier, voor het eindexamen fy siotherapie. De heer Verdonk is als fy siotherapeut momenteel wenkaaam te Amersfoort. DIRKSLAND - MELISSANT - HERKINGEN - WIJZIGING OPHALEN HUISVUIL - I.v.m. Koninginnedag wordt het huis vuil in Herkingen en Melissant op woensdag 28 aprü opgehaald en in Dirksland op donderdag 29 april. LEVEN DOOR HET GELOOF „En hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof van de Zoon van God, Die nxvj liefgehad heeft en Ziclizelf voor mij overgegeven heeft". (Gal. 2 20 Jj) Vlees, dat betekent hier niet: de oude mens, het lichaam der zonde. Die bete kenis hééft het wel vaak in het Nieuwe Testament. Maar hier betekent „vlees": mijn aardse bestaan, mijn aardse leven, met aUe zwakheden en gebreken. In het vlees leven, dat wil zeggen: op aarde leven, onderworpen zijn aan de sterfelijkheid en aan de vergankelijk heid. En nu krijgt in dat zwakke, sterfelijke vergankelijke vlees Christus een ge stalte; Dat is een wonder! Hoe kan het? Wel, door het geloof. Hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het ge loof. Wat is dat voor een geloof? Kunt u zeggen dat u geloof hebt, en wat voor een geloof u hebt? Wat moet je nu eigenlijk geloven? Dat je bekeerd bent, wedergeboren bent, een kind van God bent? Dat je, als je sterft, naar de hemel gaat? Ach nee, daar maken sommige mensen zich erg druk om: Ik ben een gelovige, ik ben een kind van God, ik denk wel dat ik in de hemel kom Dat is het ware geloof niet. Het ware geloof is niet op zichzelf gericht, het ware geloof is op de Heere gericht. U hoort Paulus toch niet zeggen: Ik geloof wel dat er iets met me gebeurd is op de weg naar Damascus? Hij zegt: Wat ik leef, dat leef ik door het geloof van de Zoon van God. En nu moet u goed luisteren, nu gaat zijn betoog over in een lofzang. „Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij overgegeven heeft". Het is alsof zijn stem trUt van ontroering: mij liefgehad. Zich voor mij overgegeven Want Wie is Hij? De eeuwige Zoon van de Vader, de onverderfelijke, de on zienlijke, de aUéén wijze GodDe Koning der koningen en de Heere der heren. De Alpha en de Oméga, het Be gin en het Einde. En ik, wie ben ik? Een lasteraar en een vervolger. Ik had Hem naar de kroon gestoken. Ik haatte Hem met een vol komen haat. En desondanks heeft HIJ mij liefgehad. Mij, schuldige, onreine, afvallige, goddeloze. Liefgehad met een eeuwige liefde. Daar is geen verklaring voor te geven. Daar kan Paulus ook geen reden voor bedenken. Daar is geen andere reden voor dan deze liefde zélf. Welbehagen, eeuwig welbehagen. Vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog. En Hij heeft die liefde getoond. Hij heeft het niet bij woorden gelaten. Hij heeft de daad bij het woord gevoegd, het bewijs geleverd van die liefde. Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij overgegeven hééft. Hij heeft het hoogste gegeven wat Hij geven kón: Zichzelf. Het kón ook niet minder. Met alle schatten van de wereld konden we onze schuld niet betalen. Al het bloed van stieren en bokken kon de zonde niet verzoenen. Er was niets minder nodig dan de dood van de Zoon van God. Hij heeft Zijn ziel tot een schuldoffer ge steld. Zijn leven gegeven tot een los prijs voor velen. Voor velen? Ja, zegt Paulus, voor mij. Oók voor mij. Hij kan het niet op van verwondering. Mij, zo heeft hij ergens anders gezegd, mij, de minste van aUe heiligen, is deze genade gegeven. En wéér ergens anders: Mij, de grootste der zondaren, mij is barmhartigheid ge schied. Hebt u zich daarover ook al eens ver wonderd? Hij voor mij? Een geloof waaraan de verwondering ontbreekt, is geen geloof. Wie ben ik, dat Gij naar mij hebt omgezien? U zegt misschien: Wist ik dat nu maar, kon ik dat nu Paulus maar nazeggen: Hij voor mij. Hoe kan ik dat te weten komen? Wel, door het geloof. Door het geloof zegt Paulus in de Zoon van God Die mij liefgehad heeft, en Zich zelf voor mij overgegeven heeft. Maar het geloof, is dat niet een gave Gods? Kan ik dat mezelf geven? Nee, gelukkig niet. Maar u hoeft het ook uzelf niet te geven. De Heilige Geest werkt het, door het Woord. Het Woord, dat zegt dat Hij in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. Het Woord dat zegt dat Hij het Lam Gods is dat de zonde der wereld wegneemt. Zondaren worden geroepen, en daarom wordt nie mand uitgesloten dan die zj-chzelf uit sluit. Wie gelooft wordt niet veroor deeld, maar wie niet gelooft is reeds veroordeeld, daar hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. En als we dan terugzien, dan was er toch niets van ons bij. Uit genade zijt ge zalig geworden, door het geloof. Dan gaan we aldoor slechter van onszelf denken en spreken, en aldoor groter van Hem. Hij voor mij „En zó zullen wij, die door het waar achtig geloof Christus ingelijfd zijn, door broederUjke liefde om Christus, onzes lieven Zaligmakers wil. Die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad, allen tesamen één lichaam zijn, en dat niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen Ridderkerk W, van Gorsel. DELTA - SOUSTENCONCOURS STELLENDAM Voor de goede orde deelt het organi serend comité mede dat wegens gebrek aan voldoende deelname dit concours alleen gehouden wordt op zaterdag 1 mei a.s. om 2 en 6 uur. Belangstellenden zijn hartelijk welkom. THOLEN Bankdirecteur krijgt 1 jaar gevangenisstraf Nadat op 2 april tegen de ex-directeur van de Nutsspaarbank en ex-beheerder van de Bondsspaarbank J. van E. 2 jaar gevangenisstraf was geëist wegens ver duistering van ruim 300.000,heeft de arrondissementsrechtbank te Middel burg op 14 april hem veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf. In de loop der ja ren sinds 1946 schreef hij vaak geld af van zgn. „slapende rekeningen". Toen in augustus j.l. een notaris voor een er feniskwestie op de bank ging informe ren kwam de fraude aan het licht. De verdediger van Van E., mr. G.T.C, van den Bilt, voerde aan dat de ver duistering in feite door de bank zelf was uitgelokt omdat de beheerder moest werken in een systeem van zelfcontrole. Daar kon Van E. niet tegen op en be zweek voor de verleiding. SINT MAARTENSDIJK Pas op voor de eenden Bij het plotseling remmen voor over stekende eenden in Onder de Linden bij de L.T.S. is de autobestuurder A.J.R. uit Stavenisse gewond geraakt. De auto slipte tegen een boom en een zitbank en werd totaal vernield. SINT MAARTENSDIJK Inbraken en diefstallen Op de camping De Muye werden dezer dagen enkele inbraken gepleegd. Twee caravans werden opengebroken en t.v. en radio meegenomen. Van een kraan bij Gorishoek van de Pirma Van Oord uit Werkendam werd de cabine open gebroken en een cassette-recorder en fototoestel waren verdwenen. THOLEN Aanbesteding. De rijkswaterstaat heeft dinsdag aanbesteed het aanbren gen van nieuwe verdedigingswerken en/of aanpassingen van bestaande ver dedigingen op bermtalud en aan de teen van de hoogwaterkeringen en omkadin- gen van grondbergingen langs de Een dracht en in de Oosterschelde, alsmede op de kruin van de leidam over de slik ken van de Heen, het vastleggen van de kanaalinsteek van het noordelijk ka- naalpand van de Schelde - Rijnverbin- ding in de gemeenten Steenbergen, Nw. Vossemeer - Oud Vossemeer, Halsteren, Tholen en Bergen op Zoom. Het Aann. Bedrijf Zinkcon B.V. uit Werkendam was de laagste inschrijver met 4.190.000,—. OUD VOSSEMEER Beroepen. Ds. G. J. Voortman, herv. predikant, heeft dezer dagen een be roep ontvangen naar Halfweg en Zwa nenburg (N.H.) KoUekte Hartstichting. De te Oud Vossemeer gehouden koUekte voor de Hartstichting heeft 1800,opgebracht. SINT MAARTENSDIJK Clandestine zenders. De rijkspolitie heeft in samenwerking met de P.T.T. bij de famUies D. en W. een clandestiene zender in beslag genomen. door Jan Kiiape M.zn. 36 EEN HOOFDSTUK UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE ARMEN ZORG OP HET EILAND. Hij had een zuster van even in de twintig jaar, 'die wat we nu noemen adhtërlijik was. Toen nxaakte men geen fijne anderscheidingen tussen de ze miensen, mien! zei er kortweg van: „ze toinne niet as een aore, ze bihne niet goed wies." ESn met dat vonnis werden ze buiten de maatschappij igestoten. Het meisje meldde zich bij de Kerkeraad om „aangenoimen" te worden, want ze was erg godsdienstig en een trouwe kerkgangster. „Aangenomen wordien" was een andere mtdrukkiing voor: „'be lijdenis doen van zijn geloof in het mi'dden der gemeente". Dat laatste klonk meer Gereformeerd, maar in fei- te kwam het een met het ander over een. Het meisje werd niet aanigenömert! De Kerkeraad overwoog, dat ze te eni ger tijd, als haar ouders er ndet meer waren, ten laste van ide Diakonie ziou komen!Mijn Zegsman vroeg: „wat zei je daer noe van?lIk heb er niets van gezegd, maar er wel veel ojver nagedacht De soosjalisten van het eerste uur op deze eilanden waren vurige propagan- idisten voor hun. leer. Maar de grote massa hield zich aanvankelijk afzijdig, mien durfde 'Openlijk geen aanhanger te worden. Daar stond straf op! Want soosjalisten kregen van de boeren al leen m.aar weife als: ze igëbrek hadden aan werkvolk. En als men geen werk had betekende dat bittere armoe voor het (gezin. Socisile voorzieaaingen waren er tiiet, men was op de liefdadigheid aangewezen. Bij de Armbesturen 'be hoefde men niet aan te kloppen. De Regenten stonden op het standipimt, dat er weric was voor ieder die wenken wil de. Als men 'geen 'gulden op een 'dag kon verdienen dan moest men! maar genoe gen nemen met vijf en zeventig cents: Werkloos zijn was een gevolg van eigen schuld. De seizoien-werkloosheid was een natuurlijk venschijnsel; de anbeider moest in de zomer zorgen, dat hij wat achter de 'hand had om de werkloze wintermaanden' 'door te komen. Hij moest zorgen, dat hij een stukje hof land had om aardappelen en groentenl te telen^ en hij moest een varkentje mesten. Bn in de winter ■viel er voor 'een ijverige arbeider todh nog wel wat te vendienen 'met het „opdoen" van veldrwrudhten. Als mien 'goed oppaste was er ook nog de P'articuUere liefda- 'digheid, 'die wel een handje toestak zodat men .'het hoofd boven water kon houden. Maar -de klagende kin'derstem- m'etjes aan de voordeur:„man, 'krieg ik .asjeblieft eenl stik"ben ik nooit vergeten. En 'het is todh al bijna ze ventig jaar geleden!Daarom heb ik altijd bewondering gehad voor de so cialisten van 'het eerste uur, want er wanen ontzachtelijke misstanden in de samenleiving van toen. En men mag waardering heiblben voor mensen, die martelaar 'diuwen te zij'n voor hun be ginsel, ook al is men het niet ten volle eens' met 'dat beginsel. Wie de literatuur kent van die tijd weet, dat de O'gen wel opengingen voor misstandenin de samenleving. De ar men begonnen de aandacht te trekken, maar tot protesten kwam het aanvan- kleijk niet. In 1839 publiceerde de theo logisch student Nicolaas Beets' onder de schuUnaam Hildeibrand zijn Camera Obsoura, waarin opgen'omen 'het aan doenlijke verhaal van het Diacenhuis- mannetje, dat zijn trieste historie ver telt. Er is in dat verhaal ongetwijfeld een grote Ibewogenheid te vinden met een 'ouide mian, die vanwege zijn ouder dom is ondergebracht in een Kerkelijik Bejaardenhuis Om d'aar het einde van zijn vreugdel'O'OS leven af te wachten. lËj is nog niet „versleten 'geno'eg" om ■geheel ap non-activiteit te worden 'ge steld, 'daarom moet hij nog 'klusjes op- iknappen bij de ruike lui in huis en tuin. De sohrij'ver heeft er een prachtig schilderij van gemaakt, maar verder kwam hij niet: ik mis een protest te gen de wijze waarop in 'die tijd oude- lieden werden „verpleegd". Dominee Beets was ongetwijfeld een sociaal voe lend m.an, maar verder 'dan het schrij ven van veel stichtelijke verzen en! pro za kwam hü ook op rijpere leeftijd niet. Door mannen, die ziJn werk uit voeriger hebben kunnen (bestuderen dan ik wordt hij getekend >als iemand, die in zijn studententijd wel een beetje de weg ikwijt was. De buitenlandse roman tiek had 'ziJn bijzondere belangstelling. In het bijzonder Byron, wiens genie als een komeet aan 'de letterkundige hemel was verschenen. Maar de romantiek kwami over het .algemeen niet verder dan het schilderen van armoe en ellen de. En zij nam v;an de rauwe werke- lykheid zover afstand, dat het nog mooi wend ookBeets werd eenl gevierd kanselredenaar, die de kerken vol aan dachtige toehoorders pieekte. Als pre dikant vond 'hij weer de goede weg. Hij werd een trouw belijder van -de leer, die hij in de Nederlands Hervormde Keife vond, maar dan in 'de 'geest van het Reveil zijner dagen. Hij was tC'gen de formulierendwang. In zijn vele ge dichten en prozageschriften bleek hij een inneg vroom 'mens, die velen heeft 'gesticht. Maar voor de misstan'den in de samenleving 'bleven zijn ogen geslo ten: met het Diakenhuismannetje was hij 'daarover uitgeschreven De romansohrijiver J. J. Cremer ging nu en dan eenl stap vender. Zijn oeuvre is zeer oonvangrijk en een enkele maal stuit men 'daarin op heftig verzet tegen de misstanden in 'de maatschappij. In 1863 trok zijn novelle „Fabriekskinde ren"" de aandacht. Het korte verhaal is een fel paxrtest tegen 'de 'kinderarbeid in de Leidise wolweverijen. Hier niet alleen een aandoenlijk schilderijtje, maar ook een rauwe noodkreet: hier heeft de Overheid -een taak. Maar de Overheid bleef voorlopig nog doof Het wachten was op een volgenlde gene ratie, literatoren van allerlei richting zouden steeds schriller de misstanden in de samenleving aan de fcaak gaan stellen. Het geeft ons voldoening, 'dat de erepalm ten deze 'niet alleen door sociaUstische en revolutionaire schrij vers kan worden weggedragen. hem op pagina 162 van 'hxin werk het volgende: „Voor zoover ons bekend is, bestaan geene „werken" of „werkjes" in 't echt Flakkeesoh geschreven. Wel worden in couranten, die op 't iEüland verschijnen 'Soms ingezon-den stiJcken 'geplaatst in 't dialect. Het werk van A. Admiraal „Hoe hij 'koning werd", 2 deelen in de Bibliotheek van de afde ling Sommelsdij'k en! Middelhamis der Maats'chappii tot Nut van 't Al'gemeen te venkrijigen, handelt wel over personen in Flakkee. Sommigen hetoben 'beweerd, dat 'de tendenz van het boek geene an dere was, 'dan om sommige mannen, met wie Admiraal in betrekking ston-d, te 'geeselen. De pseudoniemen in het werk zijn voor vele .geboren Flakfceeënaars, slechts namen van 'hun zeer be'kende personen, 'die te Nieuwe-Tonge en el ders woonden". Een literaire wraakne ming dus. Daarom juist bijzonder in teressant, want een Auteur 'gaat als re- .gel niet licht daartoe over omdat het eenl wapen is waartegen ziJn te'genpar- ty toegenaamd geen verweer heeft. En om. wraak te nemen moet de schrijver afstand 'doen, van zijn fantasie 'en wordt 'daardoor min of meer een geschied- schrij/ver. Welliciit zjouden we in Admi raals' weilk iets meer vinden 'omtrent de sociale en maatschappelijke toestanden op dit Eiland, zoals die in zijn tijd waren. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1976 | | pagina 5