EIIAIIDEn - rt lEUWS Overdenking 200 jaar U.S.A. (3) Zeeuwse wandelingen Steekpenningei in het jaar 1323 Grootvader vertelt uit de Heilige Schrift X L.P.G. I X 2e blad Vrijdag 2 april 1976 No. 4477 HET' KIJKVENSTER C. KIEVIT ZN. Centrale Verwarming SOMMELSDUK Telefoon (01870) 26 09 piiiiiiiinuiniiinninniiHiniiiniiHiiiiimiii^^^^^^ 1 GERO g I aitijd voor I iediereest I ruim en overzichtelijk 1 1 in onze speciale i g showroom. I A. Vroegindeweij I Westdijk 46 - Middelharnis DE BIDDENDE KNECHÏ DES HEEBEN Speciaal inbouwstation voor I gasinstallaties X in elk merk automobiel. X l Garage Nijsse B.V. Oostdijk 15 - Oude-Tonge Tel. 01874-235-385 ir Het paard wordt verwisseld met de auto Indianen zijn de dupe van de opmars der blanken Amerika wordt wereldmogendheid Ten koste van de Indianen. Ontzagwekkende groei. Industriële ontwikkeling. blik op kerk en samenleving De Stille Omgang Het mirakel van Amsterdam Öemieuwde belangstelling „Hernieuwde belangstelling voor de Stille Omgang in Amsterdam", zo meld den de krantekoppen in het midden van de maand maart. Voor de negenstigste achtereenvolgende maal trok de welbe kende processie in het middernachtelijk uur door de straten van de hoofdstad. Welbekend, zeg ik, maar dat was ze bij de jongere generatie eigenhjk niet meer. In de vijftiger jaren liepen er nog bij na 70-duizend mensen mee in de stoet, maar dat aantal verminderde tot 5000 een paar jaar geleden. De laatste jaren gaven ineens een flinke opleving te zien, zó zelfs dat de processie opnieuw de aandacht van de landelijke pers trok. Waaraan hebben we die Amsterdam se processie eigenlijk te danken? Dan moeten we terug naar de Middeleeuwen, toen op 15 maart 1345 het zogenaamde „mirakel van Amsterdam" zou hebben plaats gevonden. Het verhaal komt in het kort hierop neer. In genoemde nacht het was de dinsdag voor Palmzondag was er op de plaats waar nu de Nieuwe Zij ds Kapel staat, een ernstige zieke, IJsbrand Dommer, die het sacra ment der stervenden ontving. Enkele ogenblikken later moest de man over geven. De vrouw die hem verzorgde wierp het braaksel in het open haard vuur dat de hele nacht bleef branden om de kamer te verwarmen. De volgen de morgen ontdekte de vrouw dat de hostie die de man had overgegeven on geschonden in het vuur lag. Zij haalde de hostie uit de haard zonder daarbij haar handen te branden. Daarop legde zij de hostie in een kist en waarschuwde een priester die de hostie meenam naar de kerk (de huidige Oude Kerk). Maar de volgende dag lag de hostie weer in de kist waarin de vrouw haar gelegd had. Dat wonder herhaalde zich nog en kele malen waaruit de priester opmaak te dat het de wil van God moest zijn dat op de plaats van het mirakel een kerk zou worden gebouwd. Dat werd dan de tegenwoordige Nieuwe Zij ds Ka pel, in de Middeleeuwen steeds de „Hei lige Stede" genoemd. Deze plek werd het middelpunt van veel vrome devotie en van vele wonderen. Verschillende genezingen geschiedden voor het altaar waarin de hostie werd bewaard en na de brand van 1452, waar bij ook de Nieuwe Zij ds Kapel werd verwoest, kwam dezelfde hostie weer ongeschonden tevoorschijn. Dr. R. B. Evenhuis, die uiteraard ook deze historie vermeldt in het eerste deel van zijn standaardwerk „Ook dat was Amsterdam", verhaalt ons dat vele rooms-katolieken de mening zijn toege daan dat de geweldige bloei van Am sterdam in de Middeleeuwen te danken is aan het mirakel van de heUige hostie. Natuurlijk, de jaarUjlcse sacramentspro cessie trok veel pelgrims die hun goede geld meebrachten naar Amsterdam, maar dat deed het 'm niet. De roomsen zagen de economische bloei van de hoofdstad veel meer als een bevestiging van het wonder. En nog he den ten dage zijn er vele roomse Am sterdammers die beweren dat de hoofd stad in de Tweede Wereldoorlog voor oorlogsgeweld is gespaard gebleven van wege de verering van de heUige hostie. Dr. Evenhuis, die nimmer nalaat ons zijn (reformatorische) visie op de ge schiedenis te geven, merkt daarbij op dat de verhalen rondom het mirakel be ter bmten beschouwing kunnen bhjven, „omdat voor hun historische be trouwbaarheid geen enkel doorslaand bewijs kan worden aangevoerd. Dat zij indertijd gretig werden aanvaard lag voor de hand, gezien de lichtge lovigheid en de bijgelovigheid van het gewone volk in de Middeleeuwen. Het christendom was nog maar een heel dun vemisje over een onder grond van puur heidendom. De sa cramenten werden beschouwd als tovermiddelen en het gerucht van datgene wat in de Heilige Stede ge beurd zou zijn moest dus wel in slaan". Toen in 1578 Amsterdam overging tot de Reformatie werd de sacramentspro cessie uiteraard onmiddellijk afgeschaft. Maar in 1886 werd ze weer In ere her steld, echter nu niet meer als een open lijke processie, maar als een StUle Om gang. Het is opvallend dat er in een tijd, waarin ook de rooms-katholieken in ons land veel minder waarde hechten aan wonderen, weer een hernieuwde belang stelling is voor deze stille omgang. Is het heimwee naar de dagen van „het rijke roomse leven"? Of is het een stU protest tegen de nieuwe koers van de roomse kerk en de roomse theologie? Het is duidelijk dat we als reformato rische christenen noch met het één, noch met het ander erg gelukkig zijn. Niet met de nieuwe koers van de roomse kerk, die hoe langer hoe meer in huma nistisch vaarwater terecht komt, maar evenmin met een herleving van het mi- rakelgeloof, dat door onze vaderen stee vast voor „Paapse superstitie" is gehou den. WAARNEMER. Iedereen heeft er wel van gehoord, ik bedoel van de steekpennlnigen, die de liOCkheedlabriek in Amerika 'gege ven heeft om daardoor grote toestelltn- een te kunnen' uitvoeren. Terwijl ik dit schrijf is de zaaik nog in onderzoek. Daarna is er noig veel meer los ge- teomen. Zo heeft Werkspoor het grote bedrag van 30' miljoen gulden -aan Ar gentinië gegeven om er een order van 258 miljoen te kunnen plaatsen. Ande re bedrijven hebben eveneenig bekend met stedEpenningen te hdbbenj gewerkt, al beloopt het niet zulke grote bedra gen. Het is een systeem dat geregeld wordt toegepast. De naam steekpenning gen zegt het al: iemand wat geld toeste ken om daardoor veel mceer terug te krijgen in de vorm van leveranties, goe de .diensten, een mooie betrekking of iets dergelijks. Bij het laatste zegt nnen ook wel: je moet een kruiwagen heb ben. Maar wat is er in het „ryden in die kruiwagen" aan voorafgegaan? Mis schien' ook wel met steekpenningen ge werkt. De wijze Salomo heeft gezegd dat er niets nieuws onder de zon is. In dit geval had hij zeker gelijk, want in een oud boek met schetsen uit de Middel eeuwen las ik een steekpenlngen-ge- sdhiedenis uit het jaar 1323. Men sprak toen nog niet over steekpenninigen en niemand zag er iets verkeerds in. Het verlhaal speelde zidh af in de provincie Utrecht. Jan van Diest De foissch'Op van Utrecht was gestor ven en niu had' men dus een nieuwe no dig. Dat werd Jan van Diest, de proost van Kamerijk, in het jaar 1323. Alleen ■ging dat niet zomaar, het heeft hem duizenden 'guldens gekost. Er waren nog twee candidaten eri .die moesten met geld omgekoicht worden om afstand te doen van hun rechten op de bisschops zetel. Een ervan was de bissdhop van Lu- den, een beschermeling van de pausi Het kostte Jan van Diest '2200 pond zwarte Toumoysen om hem tevreden te stellen, zodat hij niet meer meedeed (een pond was in die tijd ongeveer 4V2 gulden waard). De andere gegadigde was de proost van Oudmunster. Hij rekende er al half op dat hij benoemd zou worden en had ES 5 liiiiiiflimiiiiraiiiiiiiiniininiiiiUJiiiraHigniiiifliHBni^^^^^ alvast de bissdhopszetel bezet en het bestuur van het bisdom op zioh geno men. Voor ruim 6000 pond werd hij uit gekocht. Nu was de paus bereid Jan van Diest te benoemen. Maar het kostte hem 8000 gouden florijnen; aan legesgeld, looien aan hoge dignitarissen, enz. voordat hij zich in het vervolg bisschop van Utrecht kon noemen. Een bisschop was in die tijd niet al leen een vcomsaae geestelijke, maar ook een wereldlijk vorst. Soinmigen konden 'beter vedhten dan kerkelijke plechtigheden verrichten. De paus gal hem. ring en staf als teken van het gees telijk ambt, de keizer beleende hem met de wereldlijke macht. Bisschop Jan van Diest regeerde -over wat ongeveer de tagenwoordige provincie Utrecht is (Ne- dersticht genoemd) en over wat we nu Overijsel noemen (Oversticht). Eert ge bied tussen vijanden. Aan de ''ene kant de graaf van HoUand, die begerig lonk te naar het bisdom en geregeld pro beerde zijn grenzen te verschuiven en zijn graafschap uit te breiden. Aan de andere kant de graaf van Geb-e (Gel derland), die ook niet vies was van een stukje grond ertiij. Daarom gaf bisschop Jan van Diest 500 pond aan de stad Utrecht en ruim 2200 pond aan verschillende Utrechtse burgers om deze invloedrijke onderda nen te bewegen hem als heer te erken nen. Ook had 'hij nog een oude schuld van 800 pond van zijn voorganger te betalen. Als Dom,proost van Ketmerijk had hij igeldelijke verplichtingen; aan gagaan van 1100 pond. Ook moest hij 30O0 pon'd betalen 'om verpande 'goede ren in het Oversticht te lossen. De Heer van Abcoude kreeg 20O0 pond, waarom 'kimnen we uit de reke- rüngen niet opmaken, m.aar het ziülen wel siteekpenningen zijn geweest om diens trouw en gehoorzaamheid te ko pen. 'De feestelijke intocht in Utrecht kostte hem 2200 pond en dan zijn we er ongeveer. '•^ijn familie Hoe moest 'hij deze vele duizenden ■guldens terug krijgen? Zijn onderdanen zullen wel flink wat belasitlngen betaald heibben'. Ook kon hij bezittingen in pand geven -en betrekkin'gen verkopen. Hij kon ook geld lenen bij de Lombarden, de geldschieters uit die tijd. Daar schoot je niet veel mee op, want deze ban kiers vroegen soms 30 "/o rente voor hTin mtgeleende geld. Als ik lees dat hij in 1334 nog een grote schuld had, vermoed ik dat zijn schuld in de korte periode van zijn regering (1323-1341) nooit is afgelost. 'Hij bracht ook een talrijke familie mee, 'die hij gedeeltelijk moest onder houden, maar waarvan sommigen 'hem financieel geholpen hebben. Allereerst zijn kinderen. Daar mioet u niet gek van opkijken, dat was 'heel normaal in die tijd. In de eerste 800 jaar van de Chris telijke kerk zijn er 40 gehuv^de pausen geweest en veel getrouwde bisschop pen'. Later 'adviseerde men het celibaat (de ongehuwde staat der geestelijken), dat in 1139 op het 2e Lateraans conci lie verpHdht werd gesteld. U weet mis- sdhien, dat er tegenw^oiordig weer ver zet komt tegen 'dit celibaat. Bisschop Jan van Diest had een zoon Jan en nog andere zoons, waarvan we 'de naam niet kennen. Ook kwam met hem, mee zijn dochter Lisebet, later ge trouwd met de weduwnaar Herman van Laghe. Deize had uit zijn eerste huwe lijk een dochter, die voor 200 Brabant se marken uit het erfrecht werd afge kocht. Zijn jongste 'dochter Willemette woonde met haar moeder janikvrouw Delye op het slot Ter Horst bij Hhenen, waar de bisschop ook graag vertoefde. Deze dochter is later getrouwd met jO'n- ker Jahan van Woudenberch. Zijn oudste broer Gerard, was heer van Diest {ki Brabant) en ve'itoleef daar meestal. Maar zijn andere broers Tho- .mas -en Aemt ontmoeten we dikwijls in de oimgevlng van de toisschop. Ze zijn erbij sis er een akte gepasseerd wordt, zijn getuigen bij het 'afleggen van -de re keningen der amibtenareri. Herhaaldelijk zijn ze borg voor hem. bij verschillen de schuldeisers, eien enkele keer beta len ze zelf zijn schuld. Hetzelfde is het geval met zijn neefs, de twee zonen van Maria, de zuster van de ibissch'op: Willem van Aemt van I. „Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen". (Lukas 23 34a.) II Hij is het Lam Gods, de Knecht Zijns Vaders, de Leeuw uit Juda's stam. Hij is de Banier der volkeren Jes. 11 10. Hy is de wens der heidenen. Hij is de Apos tel onzer belijdenis zegt de apostel, Hebr. 3 1. Zijn bede is verhoord: want Zijn voor bede is onafwijsbaar. Zie daar hangt Hij aan het kruis tussen twee moordenaars; En de ene, ook eerst Hem lasterende valt voor Hem in, wij toch ontvangen straf waardig hetgeen wD gedaan hebben, maar -Deze heeft niets onbehoorlijks ge daan. Hij veroordeelt zichzelf en recht vaardigt God. Dat zijn de vruchten van genade. Want van nature is het ons juist anders om, dan rechtvaardigen wij onszelf en veroordelen we God. De moordenaar 'bad, omdat Christus het voor hem eerst gedaan had. Ja God zoekt de ziel eer wij Hem zoeken konden en wie Hem zoekt is reeds van Hem gevonden. Hij smeekt gedenk mijner als Gij in Uw koninkrijk zult gekomen zijn en de Heere heeft hem verhoord. Ik zeg u, he den zult gij met Mij in het Paradijs zijn. Daar staat een Romeinse hoofdman aan de voet van het kruis, nog nooit heeft hij zo'n kruiseling zo horen spre ken en meegemaakt. En het gevolg? Hij verheerlijkt God en sprak; waarlijk de ze mens was Gods Zoon. Daar, om nog enkele voorbeelden te noemen, staat Petrus ^op de Pinksterdag en drieduizend worden er tot God be keerd op zijn prediking, wat moeten wij doen om zalig te worden. Ook van hen gold dat ze eerst geroepen hadden, kruist Hem, kruist Hem. Daar een Paulus op weg naar Damas- kus. En door alle tyden en nu tot aan de voleinding der wereld zal dit werk doorgaan. Elke zondaar die een halt wordt toegeroepen, door God tot Hem bekeerd wordt is verhoring van deze bede. Dat is het loon op Zyn arbeid. Dat is Hem beloofd Jesaja 53 12. Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen en Hij zal de machtige als een roof delen, om dat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in de dood en met de overtreders is geteld geweest en Hij veler zonden gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft. Nu is Hij verhoogd, in Zijn hemels Heiligdom ingegaan als bedienaar voor Zijn kerk. Ps. 21. Zo leeft die Vorst al toos, zo leeft Hij eindeloos, om voor hen te bidden, hen te bewaren en te regeren. Dit had niet mogeUjk geweest als HU Zich niet eerst zo diep had vernederd, waar zou Zijn kerk anders uit kunnen, moeten leven? Hij is de voorspraak bij de Vader, in alles verzocht geweest, om een medeüjdende Hogepriester te kun nen zlJn. Geve de Heere dat we in aan- of voortgang buiten de Heere en zijn voor bede niet konden leven. Hij wendt Zich tot het gebed desgenen die gans ont bloot is, 't komt wel openbaar, hoedanig ons leven is want de arme spreekt sme kingen. Van nature zijn we rijk en ver rijkt, zijn we vijanden Gods, kruisigers van Christus, overtreders van Zijn Wet, verachters van het Evangelie. Dat we het leerden Inleven en bekennen, zonde zou zonde worden en we zouden gaan vragen om bekeerd, geleerd, geleid en onderwezen te worden. Nu kan het nog bij en door Hem, zoekt dan de Heere en leeft. De Heere moge de Zijnen veel hun liefdeloosheid, blindheid, hoogmoed des harten ontdekken, om Zijn voorbede ge durig te benodigen dan wordt die on misbaar maar ook dierbaar, want Zijn voorbede: Vader vergeef het hxm is on afwijsbaar, omdat Zij is rustende op Zijn volkomen voldoening. Wie Hem mist, mist alles, wie Hem tot zijn deel heeft, bezit alles. Y. Ds. V. d. Poel. 10 april 1878. Een legerorder vaardi'gt uit dat een zekere Comandhe tot be- velvoarenid officier van het 7e regiment ■der Cavalerie wordt 'benoemid. Op zich zelf zou dit geen merkwaardige 'gebeur tenis zijn ais de Comanche een mens was, maar Coananche was geen m^ens maar een paardi T.a.v. de toehandeling van het dier werden er enkele regels vastgesteld. Het paard 'kreeg een speciale stal, het zou met door iemand meer 'bereden wor den. Geen enkele aifceid zou het dier meer behoeven te verrichten. En het zo'U aan ieders parade moeten deelne men, 'gezadeld en wel, begeleid 'door een cavalerist, die, zelf te paard gezeten het 'dier 'bij 'de teugels moest nemien. Co- manche moest bij elke gelegenheid een rouwkleed dragen, want het paard was de enige levende getuige van het bloed bad aan de Little Big Hom rivier op 25 jimi 1876. Op die dag was het 7e regi ment Cavalerie van de Verenigde Sta ten, dat Fort Lincoln uit het Dakota territorium binnenrukte, onder leiding van Generaal Custer, vernietigend ver slagen, do'or een krijigsmacht, bestaan de uit de Cheyenne en Sioux-indianen. Deze veldslag werd „Custers Laatste Tegenstan'd" genoemd. In werkelijkheid was de strijd echter de „Laatste' Tegen stand van 'de' trotse Prairie-Indianen. Reeds tijdens de Amerikaanse Bur geroorlog ginig de expiansie in Westelij- 'ke richting door. In geweldigee aantal len' trokken de pioniers over de prai ries. De „Homestead Act" stelde het Westen kosteloos 'open. Ieder kon een stuk grond van 64 ha. krijgen. Dat daar bij de oorspronkelijke bewoners, de In dianen, volledig onder de voet werden 'gelopen, was blijiWbaar bijzaak. Voor 'de zeer interessante maar primitieve cul tuur van de Boodhuiden konden de pi oniers niet het minste begrip opbren gen. Hun optrekken naar Westelijke richting, het verschuiven van de „fron tier" werd bescih'0<uwd als het verplaat- Bucstal, die een krachtige steun voor hem, zlJn. Als beloning worden ze be leend met 'goederen in het Oversticht of met een belanigrij-k ;ambt. De opvolger van bisschop Jan van Diest in 1341 was de energieke Jan van Aikel, een gunsteling van de graven van HoUand, idie het bisdom Utrecht van schuld wist te bevrij'den en het weer tot aanzien te brengen. Middelburg. L, van Wallenburg. sen van de beschaving. Ondanks de overwinning van de Indian'en -bij Little Big Hom rivier, waar generaal Custer met meer dan 250 man totaal in de pan werden gehakt, moesten de Indianen toch het 'Onderspit delven. Bij Wotinded Knee werd aan de Indianen' een neder laag toegebracht. Maar toch was het niet in de eerste plaats de militaire over macht die de Indianen dwcaig zich in de aangeweeen resen^ten terug te ta^k- ken. De Indiaan leefde van de bison - niet alleen als voedselvoorziening maar ook als kledingvoorziening. IMet 'de komst van 'de blanken en vooral na het aanleggen van spoorlijnen door het Indian'en-gebied werd het aan tal bisons gedecimeerd. Als sport werd vanuit rijdende treinen geschoten op het voor de Indianen zo belangrijke vee. Waren er in 1870 nog 7 miljoen bisons, in 1833 waren er nauwelij'ks nog een lOOO-tal over. Indianen', beroofd van hun levensbehoefte, igaven de stryd op In 1863 kwam de treinverbinding van Oostkust tot Westkust tot stand. In Ca- lifomië en later ook in Colorado en Ne vada werd 'goud gevonden. Voorts nog in Montana en Wyoming en in Zuid- Dakota. De „gold-Rush" de „run" om het goud, begon. Lelijke houten huizen werden verenigd tot dorpen, die, zodra het 'goud op was, weer werden verla ten, de 'dorpen werden ,^ghast-towns". Maar niet altijd vertrokken 'de 'goud zoekers. Vaak bleven zij ter plaatse om dat 'de aarde vruchtbaar was. Een boe renbevolking ontstond. In Texas be gon men met het laten igraizen van gro te kudden vee op de vlakten. Cowboys 'dreven die enorme kudden maandenlang voort. Zij schiepen een eigen folklore en spreken nu nog tot de verbeelding van de mensen, die ho'uden van avontuur en ro'mantiek. Tussen 1866 en 1888 werdenl niet minder dan 6 miljoen stuks vee van Texas naar de hoogvlakten van Colorado, Wyoming en Montana gedreven. Hoewel op de duur het land werd afgegraasd bleef in Texas veeteelt toch het middel van bestaan. Ook landbouw ontwikkelde zich in gunstige richting. Eindeloze maïsvelden werden aangelegd in lowa. Even ein deloze velden in Kansas. Hier en daar een silo. Machines bewerkten het veld. Planten, zaaien, oogsten, alles 'geschied de machinaal. Methoden te'r bestrijding van natuurrampen, sto'rmen, droogten 'koude, lnsektenp'la!^n, erosie, werden- ontworpen. 'Op gebied van de land- bouwontwikkelinig bezetten de Verenig de Staten een eerste plaats in de we reld. De Amerikaanse aanpak had d© in dustriële ontwikkeling in hoge mate be vorderd. Het 'gebruik van ijzer, stroom en electridteit nam snel toe. Een paar voorbeel'den ter illustratie; in 1876 de monstreerde Alexander Graham de te lefoon. In 1880 werden Bdisons gloei lampen in toenemende mate door de burgerij gebruikt. Sdhrijfmaohines en' rekenmachines deden hun intrede. Te lefoon en krant veranderden Amerika op radicale manier, later de film. Hol lywood was in l&n al het centrum van de film. Heniry Ford ontwierp de T-ford, waarvan hij er in 1912 een half miljoen' produceerde. Wegen werden aangelegd. De „Car-cavllisation", de „auto bescha ving" ontstond. In 1903 waren de ge broeders Wright de eersten, die er in slaagden om 'de Kitty Hawk in iNoord Carolina, een vliegtuig, 59 secO'nden in de lucht te houden. De luchtvaart was gestart. Op industrieel gebied waren er de ongekroonde koningen: Andrew Oar- nagie, staal, John Rockefeller; olie, van der Bilt: spoorwegen, Geld-aristocraten. Zij leefden op .grote voet. Positief hier bij was het kimstschattén uit Europa werden aangevoerd, en fondsen die de wetenschap stimuleerden;. Ben nadeel van het scheppen van „trusts" of „pools" en 'gezamenlijfce verdeling van kapitaal en technische vindingen. Theodoire Roosevelt, die in 1904 werd gekozen tot „first-man" kreeg de naam van „trust breker". Maar meer dan dat 'bereikte hij veel met het aanwenden van de natuurlijke hiüpbronnen van het immense land. Zyn zogenaamde „con servation" program" werd een succes. Erosie werd bestreden stuwdammen voor het 'opwekken van goedkope ener gie werden gebouwd. Toen al maakte Roosevelt zich zorgen om het ©erwnaal opraken' van delfstof fen als kolen, ijzer, olie en gas. Na Roosevelt kwam Woodrow Wil son, de eerste president uit het Zmden. Hy kwam. van Virginia en in Prince- town, 'de universitetitsstad, was hij in 'de politiek gegaan. Hij werd gouverneur van New Jersey. In de Clayton Act een strenge wet tegen de trusts zette hij in zekere zin het werk- van Roosevelt voort. M 1917 nam Amerika deel aan de strijd in Europa aan de zijde van de geallieerden, Amerika maakte zo een einde .aan 'de Eerste Wereldoorlog. Ame rika begon een rol te spelen in de we reldpolitiek. (Nadrwk verboden) OUDDORP Paasinlevering Vahantlehonnen v.d. Landbouw. Van vrijdag 9 .april tot en met vrijdag 16 april kunnen weer Land- bouwb'onnen worden ingeleverd tot een bedrag van 500j(gulden bij D. v. d. Linde, Julianaweg 22, Ouddorp. VERVOtiGVEBHAAI. door Jan Knape M-znu 31 EEN HOOFDSTUK UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE ARMEN- ZORG OP HET EILAND, Het kan best zijn! De ■geschiedenis van de bekeerde moorde naar aan het kruis zou ook op een scheiirkalenderblaadje vertelt kimnen worden, zo weinig wO'Orden zijij er voor nodigWe kunnen de Dood wel uit onze gedachten bannen, maar niet uit ons leven! De dode, 'die de Kerk 'en de dominee, die God niet nodig had gehad in zijn leven, werd begraven. De dominees voeten schuifelden mee achter de lijk baar en mijn voeten schuifelden mee, want ik had enige jaren lang met de gestorvene 'samengewerkt in het Be stuur van een' Vereniging. De klanken van de torenklok vielen zwaar neer in de straten. Op het sterfhuisi had 'de dominee ge sproken over de 'kortheid en ijdelheid van het menselijk leven, over zonde en genade. En hij zou dat aan het 'graf nog eens doen. Aan het graf zou hij nog een 'groter gehoor hebben, want in een dorp zijn er altijd mensen, die graag komen luisteren wat daar zoal .gezegd wordt. Eerst >geelt de Lijkebidder het 'Woord aan vriendenl en bekenden. Die maiken daar al naar de mate hiinner vrijmoeidigheid korter of langer gebruik van. Ze brengen in herinnering al het goede, dat de overledene in zijn leven gedaan heeft. Er worden alleen igoede mensen begraven, daarom zegt een ge ijkt© uitdrukking „van de doden niets dan goeds." Als er iets verkeerds ge weest is in het leven van den do'de dan wordt dat aan zijn graf in geen 'geval opgerakeld. Er zijn sprekers, die ziöh aan het einde van hun speech over de igrafkull heenbuigen om de ge storvene nog te igroeten en) dank te zeg gen voor 'de genoten vri'endschap en voor alles wat daarbij behoort. Ik heb dat altijd erg armoedig (gevonden. En het aal voor een dominee wel 'moeilijk recht te breienIk vrees, dat ze aan de Universiteit geen onderricht hebben gekregen hoe ze zulke zaakjes m'oeten opknapi>en. Dat zal de praktijk des le vens hen geleerd hebben. Ik 'heb niet altijd waarderi'ng 'gehad voor 'die evangeliserende dominees. iEferst op rijpere leeftijd ben ik langza- meriiand gaan 'begrijpen, dat de'dominee van de gelegenheid gebruik maakte om de onkerkelijke begralenisgangersi te waarschuwen voor het 'onheU, 'dat ze te gemoet holden als ze Jezus niet zodhtën als een Borg en Middelaar bij den Va der. En dat ze eenmaal rekenschap zou den moeten afleggen voor het leven, dat ze hier op aarde geleefd hadden, want 'Ook voor hen zou eenmaal het uur van sterven komen. De 'genade en' de vergiffenis werd hen heden nog aange boden, die moesten ze aannemen: in de dag 'des oordeels zou deze begrafenis nog tegen hen 'getuigen!De troost voor de achtergeblevenen kwam 'helaas wel eens in het gedrang. Ik kan dat de 'doiminees niet kwalijk nemen, want men kan .alleen troosten met de Bijbel in de hand. En als men die Bijibel alleen: nodig heeft om een „nette begrafenis" te organiseren, dan 'kan er weinig troost geput worden uit het „Grote BO'ek", zoals deze mensen -de Bijbel dan nog wel noemen wiU'enOnze Vaderlandse dichter Vondel die helaagi zoi weinig meer gelezen wordt heeft het igoed beigrepen; toen hij zijn vriend Gerard Vossi'US troostte om het verlies van een zoon. Hij schreef hem: „Ay, staeek dees ydle tranen wat J En offer, welgetroost en blij, Den alletrbesten Vader vrij Het puyck van uwen aerdsohen schat. Maer niet, wanneerse, ryck gelaen, Uyt 'denl verbolgen Oceaan In een be- houde haven landt. Men klaagt, indien de balsem stort, Om 't spil len van den dieren reuck, Maer niet, Soo 't glas bekoomt een breuck, Als 't edel nat .geborgen wordt. Waaruit men kan concluderen, dat 'men niet bepaald predikant behoeft te zijn om troostrijke wo'orden te sprekenl. Maar 'de Bybel heeft men er wel bij nodig, want dat Bosk wijst alleen de weg naar -de veilige haven. En de Oce aan van ons leven is nog altijd zo on stuimig Als feuilletonschrijver heb ik mij voorgenomen om een schets te geven' van het leven van zo ongeveer een hal ve eeuw (geleden. Sporen daarvan 'vindt men in onze dagen nog terug. Ik kan het nog anders en beter zeggen: men kan 'het gebeuren van onze tijd niet verstaan als men niets afweet van die vroegere jaren. D'aarom vertel ik ervan: van wat ik zelf ibeleefd heb', van wat oude anensen die er mij van verteld hebtoen, van wat ik er van (gelezen heb in stukgelezen boeken; en vergeelde pa pieren. 'Misschien heeft 'de lezer wel eens ge dacht, dat de schrijver van zajn onder werp is afgedwaald. Laat hij geduld hebben, het zal blijken dat het ene ver haal in 'het andere past zoals de stukjes gekleinsd papier in een m;oeilijke leg- puzle Het menselijik leven is een eenheid, maar het valt wel in versdhUlende fa cetten uiteen. Niettemin behoren die fa cetten bij elkander. Het sociale en po litieke leven van toen en ook van nu I is onlosmakelij'k veifbonden aan de godsdienstige opvatting der mensen. ook al Wordt (dat vaak anders 'beweerd. Daarom 'ben ik over „begrafenissen" nog niet klaar met vertellen. Ik heb families gekend, die het niet nodig vonden, dat ©en dominee aan de 'begrafenis te pas kwam. De Lljkebid- (der en de Afleigster moesten er maar voor zorgen, dat aUes een 'ordelij(k ver loop had. Daar werden ze voor betaald en ze hadden ervaring. Het kwam hierop neer, dat de (geno digden op het sterfhuis elkander zwij gend zaten aan te kij'ken. Nu en dan keek men verstolen op zijn horloge Wie 'het (anders 'gewend was realiseerde zidh, dat deze mensen totaal met God' en Godsdienst gebroken hadden. Daar waren meestal verschillende redenen voor, want men kwam dit tegen onder rtjk en armAls men toevallig naast een bekende kwam te zitten' begon men een fliaisterend 'gesprek; over de dode, die een mooie leeftijd had (bereikt of „jong weg was"; zulks naardat het ge val was. En men overwoog wat er van de nabestaanden worden moest, ook al naar dat het geval was. Men was er meestal gauw over uitgepraat. Dan was er rdets anders meer om. de tyd door te komen dan stil voor zich vat te sta ren of het gesprek te (brengen op het weer; 'op de veldvruchten, die er goed of slecht voorstondenOnderwijl serveerde de Aflegster koffie en er was gerommel van kojspen en sch'Oteltjes De Lijkebidder kwam vragen wie van de aanweziigen! nog afscheid wilde ne men van de overledene. De naaste fa milie deed het, en enkele 'goede kennis sen. Er was enig rumoer in de kamer, van begrafenisgangers, die van hun stoelen opstonden om wat ruimte te ma ken zodat men kon passeren. De lijk kist stond in een zijkamertje of in een achterkamer als men enigszins ruim behuisd was. Door 'de halfo'pen kamer deur kwamen jammerklachten en het (geluid van snikken. Men; kwam terug onet zakdoeken voor het (gezicht. Buiten de kamerdeur, die nu dichtgetrokken was, klonk gestommtOl en het geluid van zachte stemmen: de dode werd uit gedragen Dan kwam de Lijkebidder, die later Bedienaar 'der begrafenissen zou gaan heten, om met zangerige stem aan te kan(digen, „dat de tijd was aangebroken om de dienbare overledene (grafwaarts te dragen." In mijn jeugd 'kende men nog geen lijkkoetsen en nog minder lijkautoos in deze dorpen. De lijkbaar werd door mannen gedragen', soms op de schouders, soms aan de hand. De Lijkebidder ston'd bij de deurope ning, in zij'n hand de hoge hoed met de kreppen sliert die als een rouwvlag af hing, en een papier waarvan hij namen las. Ieder hield zidh (gereed, men had de hoge hoed al van onder de stoel ge vist, waarop men gezeten had. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1976 | | pagina 5