eiiahdeii - niEuws
Dubbele en vreemde namen
Overdenking
Nieuvifs
Zeeuwse wandelingen
Grootvader vertelt
uit de
Heilige Schrift
uit de kerken
2e blad
Vrijdag 5 imaajrt 1976
No. 4469
HET
KVENSTER
C. KIEVIT ZN.
Centrale Verwarming
SOMMELSDIJK
Telefoon (01870) 26 09
in elk merk automobiel.
Speciaal inbouwstation voor
L.P.G. X
gasinstallaties
X
t Garage Nijsse B.V.
Oostdijk 15 - Oude-Tonge
I Tel. 01874-235-385
De Vraagbaak HVP
„WASIVIACHINES''
INGEZONDEN
„Verdeeiing der
kleeren"
-k it
blik op kerk
en samenleving
De Ger. Synode en Wiersinga
De verzoening
Een scheuring?
Naar de 'Generale Synode van de Ge-
refermeerde Kerken, éie deze week in
vergadering ibijeenkamt, wordt van ver-
scihillende zijdenmet spanRing uitge
zien. Dat is niet verwonderlijk, aan
gezien deze Synode de niet gemakkelij
ke taaik heeft zioh. te buigen over de
aankladhten die zijn ingediend tegen de
opvattingen van Dr. H. Wiersinga, stu-
dentenpredikant te Amsterdam. Tot nog
toe heeft men alles gedaan wat men kon
om ide eenlheid binnen de Gereformeerde
Kerken te bewaren. Het moderamen
van de Synode venklaarde zeer onlangs
dat er wel grote spanningen zijn bin
nen de Kerken, maar dat men elkaar
todh bleef herikennen en vinden in het
zelfde Evangelie. Dat is natuurlijk heel
fraai gezegd, maar het zal moeten blij
ken of de kloof niet 'dieper is dan deze
woorden willen doen vermoeden.
Wat leert Ds. Wiersinga nu eigenlijk?
Dat is uiteraard niet in enkele woorden
te zegigen'. In elk geval heeft hij dui
delijk en bewust ïifstand genomen van
de klassieke leer van de verzoening
door het bloed van Christus. Hij ont
kent dat de toom van God tegen de
zonde zó groot was dat die de dood
eiste van Zijn Zoon. Het werk van Chris
tus ziet hij meer als een voorbeeld van
de wijze waarop wij mensen de verzoe
ning tussen (mensen en volken hebben te
realiseren. Deze opvattingen heeft hij
reeds neergelegd in zijn bekend gewor
den dissertatie over de verzoening.
Daarnaast is er van de hand van
Wiersinga nog een boek versdhenenl on
der de titel: „Verzoening met het lij
den". Daarin stelt hij het oude probleem
aan de -orde waarom er zoveel lijden is
in de wereld en onder de mensen en
hoe wij dit lijden moeten verwerken.
Het lijden is voor hem geen straf op de
zonde, ook geen foepixjevinjg die ons
toekomt uit Gods Vadeiihand. We mjO-
©en dus, wanneer ons iemand ontvalt
of wanneer we tegenslagen of zielkte te
incasseren krljigen niet zeggen] dat de
Heere hier achter staat. Integendeel,
het lijden is iets waar ide Heere eigen
lijk ook niets aan doen kan. Hij is veel
meer solidair met ons lijden. Hieruit
volgt dat we ook niet behoeven te vra-
igen of de Heere het kruis wil wegne
men of het lijden wil verzachten. Dan
vragen we het onmoigelijke van God.
Het zijn maar enkele flitsen uit de
igedachtenigang van Wieiinsiga die ik in
dit kort bestek kan doorgeven. Maar
toch wel .genoeg 'Om te weten dat de bij
belse boodschap hier bijna onherken
baar is verminkt. Het probleem zit dan
ook vast op het gezag vam de Heilige
Schrift. Wiersinga ziet de bijbel niet als
eienl eenheid, maar als een boek met
verschillende „lagen", w^aarin weleens
sprake is van lijden 'dat uit Gods hand
ons toekomt, -maar soms ook van lijden
dat buiten Hem om gaat. Welk „stand
punt" de bijbelsdhrijver inneemt hangt
helemaal af van de tijd en de omstan
digheden waarin hij leefde. Er is dus
vanuit de bijbel ook geen algemene re
gel te geven voor „verzoening met het
lijden". Dat hangt ook helemaal van de
persoon en van de omstandigheden af.
Het is overigens maar „een schrale
troost" 'die Wiersinga te bieden heeft.
Maar dat is ook geen wonder, als men
het Woord loslaat, of althans niet se
rieus neem.t. .Dan wordt immers de
menla teruggeworpen op zidhzelf.
De grote vraag is op' dit .ogenblik: Wat
zal de Synode doen met alle aanklach
ten 'die tegen Wiersinga zijn ingediend?
Wanneer ze deze opnieuw naast zich
neerlegt is het gevaar igroot dat de ver
ontrusten in beweging katoen. Vo-rige
week hebben deze nog een igro'Ot aantal
handtekeningen op de synodetafel ge
legd, niet om 'op 'deze wijze pressie op
de Synode uit te oefenen, maar 'als een
laatste alarmkreet om. nu eindelijk eens
daden te stellen.
De verontinisten denken niet direkt
aan uittreding uit de Ger. Kerkenl of
aan het opridhten van een nieuwe kerk
gemeenschap'. Ze 'denken wèl aan het
stichten van „noodgemeenten" naast de
bestaande plaatselijke gemeenten. Als
dat idoomganig vindt op een enkele
plaats bestaat reeds zo'n noodgemeente
dan is toch een binnenkerkelijke
scheuring een feit geworden. En daar
over kunnen we, ondanks het begrip
dat we voor de verontruste Gerefor
meerden hebben', lons 'aUeen maar be
droeven, want er zijn al genoeg scheu
ren getrokken door het lichaam van
Christus
Waarnemer.
Voor een willekeurig persoon kiest
men altijd 'de naam Jansen. De dragers
van 'deze naam vinden het lang niet al
tijd plezierig, dat hun naam in anek
doten, moppen en ladhplaatjes gebruikt
(beter: 'misbruikt) wordt. Toch blijkt de
naaim Jansen niet de meest voorkomen
de in ons land te zijn. Toen men tn 1940
het beV'O'lkingsreigister van Amsterdam
naiginig, kwam: daar de naam de Vries
het meest voor (7O0O keer), -daarop
volgde 'de Jong (4700 keer). Bakker,
■Meyer, Visser en op de zesde plaats
kwam Jansen voor (3600 keer). In de
tweede stad van 'ons land Ro'tterdam
had men deze volgorde: de Jong, van
den Berg, Visser, Jansen, die hier dus
de vierde plaats inneemt.
In D'en Haag stond de Vries eveneens
aan de top, .gevolgd door de Jong, Bak
ker, Van den Berg, Visser en Jansen'.
Dit lijkt dus veel opi Amsterdam, o'ok
hier stond Jansen op nummer zes.
Dubbele namen
De reden om. een tweede familienaam
aan te nemen, was meestal dat deze
naam dreigde uit te sterven. Dat was
dan de naam van de moeder of soms
de grootmoeder, die vóór de eigenlijke
familienaam werd geplaatst. IJet nage
slacht bleef deze duibbele familienaam
voeren.
Ik wil hier op' de 'oorspranig van en
kele 'bekende Zeeuwse duibbele familie
namen inéaan.
In Middelburg trouwde Charles Ja-
ques Boogaert met Anna Maria Elisa
beth van Adrichem. Hun zoon Hendrik
Albert (1843—1927) noemde zich van
Adrichem Bogaert en de nakomelingen
hebitaen 'deze naam behouden.
De Aardenburgse p'redikant Harm
Dresselhuis was getrouwd met Catha-
rina ab Utrecht. Hun zoon was Johan
nes alb Utrecht Dresselhius, de 'beken!-
de Zeeuwse historicus en predikant te
Wolphaartsdijk, die daar in 1861 is .ge
storven en begraven.
Willem Lodewijk Vader was gehuwd
met Johanna Elisab'eth van Voorst. Hun
zoon Pieter Joharaie:? -van. Voorst Vader
was een eeuw geleden rechter in Goes.
Di'Ons 'kleinzo'on is .Ned. Herv. predikant
in 'Middelburg geweest.
In 'de Franse tij'd werd geboren Ul-
rich Eagginiger Auer, de zoon van Ul-
rich Auer en Wilhelmina Fagginiger.
De zoom van Johan Adolphus van de
Putte en Johanna Margaretha Fransen
werd naar zijn vader en moeder Johan
Fransen van de Putte genoemd (1798-
1875).
Mr. Jacob' Huirgronje, btu-gemeester
van Vlissinigen, trouwde met Erkenraad
Snouck uit Dordrecht. Toen 'de laatste
Snoucfc overleden was, noemde hun
zoon zich in 1762 Steven] Matthijs
Snouck Huirgronje.
Naar zijn grootmoeder Cornelia Ber-
denis noemde Daniël Alexander zich
Berdenis van Berlekom. (1767-1803).
Eveneens' Jan Gerard de Witt Hamer
naar grootmoeder de Witt. En Johan
iSchuurbeque Boeye naar 'grootmoeder
Anna Schuiu-beque.
Soms 'kwam. de 'Overgrootmoeder weer
tot gelding in de naam: Pieter Johan
Rethaan Macaré (overigrootm. Anna Be
thaan), Johan Reigersberg Versluys
(Maria van Reigerstoerg), Pieter Dumon
Tak (1802-1868) naar Maria D-umon, zijn
overgrootmoeder.
Een 'ander geval was dit: De zoon
van ds. Jutting te Nieuw 'en Joosland,
Christiaan Hermanns, ging in de boek
handel van zijn 'ooim Salom^on van Ben-
them te Middelburg. In 1829 voegde
hij deze naam bij zijn eigen naam Jut
ting en zo ontsotnd de 'bekende boek
handel' van Benthem Jutting, die .nog
'bestaat.
Andere bekende Zeeuwse namen, die
op dezeLÉde manier idoor huwelijken
ontstaan zijn, vo'lgen hier: Tak Brou
wer, M'Ogge Pous, Dobbelaar de Wind,
Bal Snij'ders, Saaymans Vader; Agelink
van Rentergem, van Asperen, Vervenne,
Ballegooyen 'de Jong, Van 'der Beke,
Callenfels, Cleyn Brem, de Vey Mes-
dagh, Pijnacker Hordijk, Ligthart
Schenk, enz.
Doordat sommige families zich naar
hun ambachtsheerlijkheid noemden],
ontstond een andere categorie van dra
gers van dubbele namen: Van Tuyll
van Serooskerke, Hoegen van Hoge-
lande, de Bruyn van 'Melis- en Marie
kerke, Van Doom van Koudekerke,
Gerladh van St. Joosland, Paspoort van
'Grijpskerke.
In Zeeuws-Vlaanderen, vooral in het
westelijk deel, voegen sommigen de
naam van hun vrauw bij hun eigen
naam. Deze namen komen niet als 'dub
bele namen in de reigisters van de Bur
gerlijke Stand voor ,ze zijn ook niet
erfelijk. Ze di'enen allen ter 'Onderschei-
'ding, omdat daar veel personen voor
komen, die dezelfde naam 'dira,gen. Zo
leest men daar de naam A. de HuUer-
Leenhouts, J. Risseuw-Provoost, Luteyn-
Bouwenls, Luteyn-Leenhouts. De laatste
naam isi die van de echtgenote.
Franse namen
Dat er, vooral in Zeeuws-Vlaande-
ren, veel Franse namen voorkomen, ver
wondert 'ons niet als we de geschiede
nis nagaan. Hoeveel vluchtelingen zijn
er niet naar hier uitgeweken?
Toen Parma in 1585 Antwerpen ver
overde en 'daar en in Vlaanderen al
leen de Roomse godsdienst toestond.
Toen de Franse koning Lodewijk XIV
in 1685 het Edict van Nantes ophief. De
Protestanten verloren him. gosdienstvrij-
heid en vele Hugenoten vluchtten' naar
ons la]nd, vo'oral naar Zeeland. Toen
werden in verschillende plaatsen Waal
se kerken gesticht, die nu -weer op'ge-
heven zijn.'
Maar 'de namen zijn gebleven: Fran-
?ois, 'du Fossé, du Bols, Orucq, Cappon,
Frelier, de Ligny, Lucieër, Ijuteyn, Bom-
meljé, Castel, Ie Cointre, Middavaine,
Labruyère, Lorier, Wattez, enz.
Somimige namen zijn verhollandst,
zijn ]niet meer te herkennen als Fran
se namen.
Baljeu (Baljé) .betekent beaulieu
schone plaats. In 1605 trou'wde te Vlis
sinigen Salomon Ie Sage met Agnes Be
aulieu.
Toussaint betelkent alle heiUgen.
Blo'ois, Bloos is een venbasterui'g van
Belois 'of Valois, «en Franse stad. Du-
sardeyn is eigenlijk du jardin (van de
tuin). Du Bols wordt ook wel geschre
ven Duibois en op zijn Hollaiids uitge
sproken.
In de volgende 'schijnbaar Holland^
se naimen zit toch de Franse oorsprong
verborgen:
'Geschiere (Gesquière), Passenier
(Poisonnier), 'de Kroo (du Crodx), Cozijn
(Cousin), Hennekey (Hennequin), Dodjse
(Louis'se), de Kok (Ie Cocq).
Ook komen er in Zeeland wel perso
nen vO'Or met Duitse namien: SchO'rer,
Altorffer, Auer, Kögeler, Lahr, Gemier,
Schütz, Neugefoauer, Wiessner, Matzin-
ger, Straub, EvHiardt. Hun voorouders
zullen we in Duitsland moeten zoeken
of zoals die van Hackenlberg In Zwit
serland.
Somimige zijn nakomelingen van de
Salaburgse vluchtelingen uit 1731-1733.
Middelburg.
L. van Wallenb'urg.
HET LAM GODS
Als een larji werd Hij ter slachting
geleid en als een schaap dat stem-
meloos is voor het aangezicht Zij>-
ner scheerder alzo deed Hij zijn
mond niet open.
(Jesaja 53 7b.)
Jesaja, de zo'on van Amos, was een
man Gods. Hij werd door de Heere .ge-
roep'en om. het woord .des levens te ver
kondigen aan de kinderen Israels. Deze
profeet heeft Zijn roeping getrouw ver
vuld en Gods boodschap aan het volk
gebracht. Jesaja heeft van God veel
ücht ontvangen om 'de genade-welda
den, die 'de Heere uit vrije igunst gee'ft,!
aan zijn ho'orders voor te stellen. j
Hoe wonderschoon heeft Hij gespro
ken over de komst van vorst Messias.
Hij tekent Hem als de Zone Gods, die
komen zou om verloren zondaren te
redden] van het verderf. Hij spreekt over
de grote liefde van Christus om god-
delozen te verlossen en verlorenen te
zaligen.
Jesaja heeft op 'duidelijke wijze ge
sproken tot Israël en zonde en genade
aan het volk voorgesteld.
Wij zijn 'door onze zondeval in name
loze ellende gekomen. De mens is door
de zonde in de macht van de vorst der
duisternis gekomen. We zijn door eigen
schuld olnderworpen aan een drievou-
'dige 'dood.
Onze ellende is onbeschrijfelijk. We
zijn zonder 'God in de wereld en in het
gevaar om voor eeuwig verloren! te 'gaan.
Wat is nodig voor ons allen? Dat 'God
ons redt uit onze ellende en doodstaat
en ons het leven der genade schenkt.
'Go'd heeft uit eeuiwi'ge liefde en vrije
ontferming de weg tot 'behoudenis 'ge
opend voor verloren zondaren.
'Christus de Zone Gods is mens ige-
worden om zondaren te redden van
het eeuwige verderf. Dat is een bewijs
van de verkiezende liefde des Vaders
voor schuldige zondaren. O, eeuwig
wonder van Gods liefde.
Jesaja spreekt over deze igrote liefde
Gods in Christus. Hij tekende de Mes
sias 'Gods als 'het lam tot verzoening
voor 'de zon'de van de uitverkorenen'.
Hoe prachtig is 'deze tekening voor het
heilig Godslam..
Israël bracht offers op Gods altar.en
in de tempel te Jeruzalem.. Dit was al
les symbolisch, want een lam kan de
zonde niet verzoenen.
Christus zou komen en als het heiUg
lam voor de zonde van Zijn volk te
betalen. Jesaja spreekt op ontroerende
wijze over de liefde van Christus. Vrij
willig 'gaf Hij zich om voor 'de zonde
van Zijn volk te 'boeten.
Ja, -gelijk een schaap, dat zfch over-
'geeft om 'geschoren te worden, zo' gaf
Christus in heilige zin Zich over aan
Zijn vijanden. De Zone Gods heeft aan
het recht des Heeren voldaan. Hij gaf
Zijn eigen dierbaar bloed tot uitdeliging
van de scharlaken rode zonde van Zijn
Brui'dskerk.
Hij heeft zijn leven (gegeven om te
sterven! voor Zijn volk. Deze liefde is
onpeilbaar 'diep, ze .gaat ons verstand te
boven. De liefde van Christus, het hei
lig laim is voor ons een reden tot bewon
dering en aanibiddtnig. De ve'riosten voor
'Gods troon roepen in heilige verwonde
ring uit: Het Lam dat geslacht is, is
waardig te ontvangen de lof en de aan
bidding tot in alle eeuwigheid.
Laat ons in stille eenzaamheid Chris
tus' werk 'Overdenken en bepeinzen. Dat
we de hefde van Jezus magen beleven,
'dat geeft aan onze ziel troost en blijd
schap.
Christus overwint door Zijn liefde het
hart van 2kwi'daiien. De Zone Gods geeft
Zijn 'gunst en goedheid aan Zijn disci
pelen. Jezus is 'het Lam Gods die stierf,
opdat Zijn kinderen! eeuwig zouden le-
Middelburg
Ds. G. A. Zijderveld.
MIDDELHARNIS (naast Ford)
TeL (01870) 39 75
Beparatle en InruU van
aUe merken.
Konsumenteniaformatie-Centrum
MIDDELHARNIS
Het is nog niet eens zo veel jaren ge
leden dat er op „wasdag" erg gezwoegd
werd door de huisvrouw. Die tijd is
voorbij, nu heeft men in de meeste ge
zinnen een wasmachine. Maar wanneer
men er één gaat aanschaffen bhjken er
wel 250 merken en typen te bestaan.
De meest voorkomende zijn de trom
melwasmachines, daar heeft men ook
weer verschillende types in:
a. de centrifugerende wasautomaat
b. de wasautomaat met aangebouwde
centrifuge
c. de niet centrifugerende was
automaat
d. de was-, droog- automaat
In 't kort iets over deze soorten.
Type a. komt wel 't meeste voor. De
was gaat er vuil in en komt er gecen
trifugeerd weer uit, men hoeft aUeen de
was nog op te hangen. De trommel doet
dus tevens dienst als centrifuge.
Maar let op, het ene type haalt 300
omwentelingen per minuut, het andere
1000 (en alles daar 'tussen in), terwijl
een losse centrifuge 2800 omwentelin
gen per min. kan halen. Bij 300 omwen
telingen zit er in 1 kg wasgoed nog 1,3
liter water. Dit is dus vrij nat. Bij 1000
omwentelingen 0,7 1, bij de genoemde
centrifuge 0,4 1 water.
Verder kent men voorladers, de was
gaat er voor in en bovenladers, de ma
chine wordt boven gevuld.
In b wordt de was gewassen en ge
spoeld. In 2 keer kan men de was cen
trifugeren in de aangebouwde centri
fuge. Hier komt de was droger uit, men
heeft iets meer werk en de machine
neemt wat meer plaats in.
Het is een bovenlader, men heeft een
betere werkhouding, dus minder gauw
last van uw rug.
Type c wast en spoelt. Heeft men een
losse centrifuge dan is dit de goed
koopste manier. Ook bij vervanging is
men goedkoper uit, of de machine of de
centrifuge is versleten en men hoeft
niet beide tegelijk nieuw te kopen.
Men heeft echter wel 2 toestellen
staan en er wordt wat meer met water
gemorst.
Type d. gaat nog verder dan centrifu
geren, die kan ook drogen. Dit toestel
neemt voor alles wat hij doet weinig
plaats in en men heeft geen vocht in het
vertrek van het drogen. Maar er zijn
veel nadelen aan verbonden.
De hele was kan niet tegelijk ge
droogd worden.
Als 't toestel droogt kunt U niet was
sen of centrifugeren en 't wassen en
drogen kan bij elkaar =t 7 8 uur du-
ren.
Voor 5 kg was kunt U per keer 400 a
500 liter water nodig hebben en het
stroomverbruik is erg hoog. Deze appa-
NiED. HERV. KERK
Beroepen te Vreeswijk L. Roetman
te Ermelo'. Wouterswoude L. Oosten
kand. te Driebergen. Nijkerk, Epe en
Ooltgensplaat, H. Vreekamip' te Oos-
terwolde. Mastenbroek kand. J. Goos
serts te Rijssen. Sommelsdijk J. v. As-
senbergh te Nijkerk. Hardinxveld A.
Vlietstra te Doomspijk. Veenendaal K.
Schipper te Domdredht.
Bedankt voor Bunschoten en Kinder-
dij'k J. 'de Raad te Stolwijk.
Eethen: Wegens vertrek naar Stad
aan 't Haringvliet, nam ds. J. Willeon-
sen afsioheid met Matth. 17 8.
I Streefkerk: Na bevestiging door ds.
G. Kunz van Werkendam met 2 Kor. 4
7, 'deed ds. H. A. Samson, igekomen
van Stavenisse, intrede met 2, Kor. 5
14, 15.
Emeritaat: Ds. W. v. Tuyl te Rijssen'
gaat wegens het bereiken van 'de 65-
jarige leeftijd met emieritaat. Hij werd
op latere leeftijd in 1949 predikant te
Lopik. In 1954 vertrok hij naar Rijssen.
Jubileum. Ds. I. Schipper em. pred.
te Ede staat 40 jaar in het ambt. Hij
werd in 1936 preidikant te Kockengen
en 'diende vervolgenls de 'gemeenten van
Bunschoten, iSchoonrewoerd, Voorthui-
zen en Ede.
Belangrijk legaat: De kerk van Tid-
derkerk-'Sli'kfcerveer ontving een legaat
van bijna honderd duizend igulden.
'GHREF. 'KERKEiN
Beroepen te Spijk en Raam'Sdonk kand
M. Heule te Kampen. Nieu-weroord W.
Paamsma te Boerakker. Heilo kand. H.
Wierda te Haarlem. Soest J. Baumfalk
te Diemen.
Aangenomen naar: Ede A. 'de Bruin
te Paessens. Heilo H. Wierda kand. te
Haarlem. Den Haag E. Haverkamp te
Assen. Alphen aan de Rijn J. Vree te
Broeksterwoude.
Emeritaat: Ds. H. v. d. Béng te Sas-
senheim ging niet emeritaat Hij werd
tn 1911 geboren' en in 1940 predikant te
Scharendijke. In 1946 vertrok hij naar
Soest eii sin'dg 1949 diende hij de kerk
van Sassenheim.
GEREF. KERKEN (Vrijigemaakt)
Beroepen te Houveen R. Urban te
Goes. Leiden P. iScthelling te Middel
burg. Graimsber.gen en Leerdam H.
Bouwkaimp kand. te Groningen, 's Her-
togenbosch H. Boiten te Zindwolde.
Spakenburg J. Post te Den .Helder.
Aangenomen naar Velp C. v. Kalkeren
te Onnen.
Bedankt voor; Pretoria G. Zomer te
Zwolle. Flevoland en IMeppel M. Nap
te Eindhoven'. Steenwijk (b.v.) H. van
Ommen te Arnhem.
raten zijn bij aanschaf vrij duur. Een
volgende keer iets meer over de pro
gramma's e.d.
Hebt u vragen, U kimt elke woensdag
terecht bij de Vraagbaak, TeL (01870)
22 44.
C. C. Noordermeer-v. Strien.
CHR. 'GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Zeist A. v. 'd. Waard
te Damwoude.
Bedankt voor: Alphen aan de Rijn
P. V. Zonneveld te Leerdam.
Drachten: Wegens vertrek naar Cha
tham (C) nam 'ds. C. Boe afscheid met
Philippenzen 1 6.
'GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Nieuwerkerk J. Kleppe
te Woerden. Kruiningen J. Karens te
Opheusden. Klaaswaal C. v. d. Poel te
Yerseke,
Bedankt ■yoor St. Atmaland, Nijkerk
en Melissant J. Karens te Opheiisden.
Oud-Beijerland J. Koster te Bameveld.
Meliskerke A. Bac te Boskoop. Zeist P.
Honkoop te Kampen. Dintetoord H. Lig-
tenberg te Terwolde.
'GER. GEMEENTEN IN NED.
Beroepen te Alblasserdam F. Mallan
te Vlaardingen'.
OUD GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Rijssen W. Kamp te
Grafhorst. Den Haag H. Vosman te
Rijssen.
Geachte redactie,
In uw vervolgserie „grootvader ver
telt", welke door ons met genoegen ge
lezen wordt werd in een van de vorige
afleveringen geschreven over de verde
ling van kleren, sokken, onderrokken en
banen. De schrijver verldaarde niet te
weten wat dat laatste precies inhield,
het verdelen van banen. Misschien kun
nen wij hem aan de oplossing helpen.
We hebben dat n.l. vernomen van onze
moeder die in 1866 werd geboren en in
1957 overleed, ze is dus heel oud gewor
den. Zij vertelde ons altijd dat ze in de
heel arme tijd in 't voorjaar een nieuwe
baan in haar rok kreeg die dan de ach-
terbaan werd, zodat de andere banen
van voren onder de schort kwamen, dus
voor de buitenstaander onzichtbaar. Aan
de achterzijde was de rok dus „nieuw".
Je zou er nu maar eens mee aan moeten
komen! Wat hebben onze ouders en
voorouders een vreselijke armoede ge
had. Wij denken daar nog dikwijls aan
terug, veel vrijheid of gemak hebben
onze ouders nooit gekend. In vergelijk
met die tijd hebben wij een grote weelde
en dat wordt maar heel gewoon gevon
den. Ik ben zelf 78 jaar en ik weet nog
heel goed dat de mensen zaterdagsmor-
gens naar de consistorie van de Herv.
Kerk moesten komen in de winter en
dan kregen ze naar de grootte van hun
gezin 20 turven, een brood en een gul
den. Wat een verschU met nu nu ieder
een naar de bijstand kan.
We hopen u met onze herinneringen
van dienst te zijn geweest.
Mevr. van Gorsel-Heyboer
en mevr. de Graaf-Heyboer,
St. Maartensdijk.
VERVOIiGVERHAAL
door Jan Knape M.za.
23
EEN HOOFDSTUK UIT DE
GESCHIEDENIS VAN DE ARMEN
ZORG OP HET EILAND.
(Zijnde een voor velen mis
schien wat saaie inleiding
op een volgend verhaal).
De bank, die mt het Weeshuis gehaald
werd, bracht daar alles in opschudding:
weesmeisjes kwamen met koffie en bo
terhammen. Meester Van der Waal vroeg
aan de mensen: „gaat het zo?, de gang
is wel niet warm, maar het waait hier
niet en er is geen sneeuwDe leer
lingen waren de gang binnengedrongen
en er ging een gejuich op toen de vrouw
zei: „Jawel, mijnheer dominee, God lo
ne hét U, we zullen vanavond de Moe
der Godsi voor uweledele bidden...De
meeste leerlingen zullen wel niet ge
hoord hebben dat meester verbijsterd en
overrompeld zei: „doe dat, moedertje",...
maar ik verstond het duidelijk, want ik
stond vlak naast hem. Meester keek tn
mijn beteuterd gezicht en toen begon
zijn Gereformeerde hart zeker onrustig
te slaan, want hij commandeerde als een
sergeant-majoor: „Op jullie plaatsen,
vort!"... Er was een gestommel van
klompenWe zagen Meester de ge
vreesde „kaartstok" grijpen, maar het
werden geen klappen, het werd een
leerzame schrijfles. De schrijfregel was:
„Werpt uw brood uit op het water en
gij zult het vinden na vele dagen". Ik
kreeg er een „acht" voor en het zou een
„tien" geweest zijn als ik niet twee keer
vergeten had om de punt achter de re
gel te zetten!...
Toen de school die morgen uit ging
was de gang verlaten, alleen meester's
stoel stond er nog, de bank was wegge
haald. Op meester's stoel lag een doosje
lucifers!
Buiten was het bitter koud, de wind
sneed schrijnend in onze gezichten, maar
het sneeuwde niet meer. We zochten de
modderplassen in het straatdek op om
er met onze klompen lekker in te plon
senMoeder vroeg met boze rimpels
in haar voorhoofd hoe ik aan die natte
kousen kwam en die modderspatten op
mijn broek: „moest ik wéér ziek wor
den?!" Ik had mijn smoesje al bij de
hand, want ik had die informatie zien
aankomen. Ik vertelde, dat Leen van
Keetje dat had gedaan, ik schilderde in
levendige kleuren hoe dat allemaal ge
komen was. En om te voorkomen, dat
moeder Leen ter verantwoording zou
roepen als hij straks aan de voordeur
zou roepen „Jan, ga je mee?"zei ik
er verontschuldigend bij: „het was
eigenlijk een ongeluk!"Ik heb in die
tijd leren liegen om op school en thuis
mijn gevoelige huid voor onheil te be
waren; toen ik ouder werd heb ik het
weer een beetje afgeleerdIk pro
beerde moeder's boze bui helemaal te
verdrijven door een opgetogen verhaal
aan tafel te vertellen van wat er die
morgen op school gebeurd was. Ik zal
de geschiedenis met mijn jongensfanta-
sie wel rijkelijk hebben aangedikt, het
was zo'n mooi onderwerp: die twee ar
me sloebers en die twee kindertjes; het
werd bijna een zondagsschoolboekje.
Als schooljongen doe je zoiets op een
manier, dat het verhaal ongeloofwaardig
wordt, althans het beoogde effect niet
verkrijgt, maar ik kwam er zelf weer
van onder de indruk. Helaas breidde
moeder een ongelukkig slot aan de kous;
ze zei iets, dat ze toch eigenlijlj niet had
moeten zeggen. Ze zei: „dan was er één
van die jongetjes bij haar aan de deur
geweest met schoenveters en lucifers.
Met zijn kapotte jas en lange verwaaide
haren, die van onder zijn gescheurde
pet kwamen, had hij haar een paar
schoenveters „aangesmeerd"; en toen
nog met zijn klagende stem een doosje
lucifers. De schoenveters waren twee
maal zo duur als bij Gerrit Breur, onze
schoenlapper; en ze waren niet van
paardenhaar, zoals het jongetje gelogen
had. En de lucifers wUden niet branden,
ze waren vochtig. Moeder had ze op de
kachel willen drogen en daar was het
doosje ontploft!"
Dat was het verhaal van moeder! Ze
bromde nog: „wég, vijf centen!"
Toen hoorde ik de vrouw nog tegen
Meester zeggen: „ik zal de Moeder Gods
voor Uweledele bidden". En ze had haar
zoontje mijn moeder laten „besalaman-
deren"; dat is een schooljongenswoord
voor „bedriegen", maar het mocht op
school en in huis niet worden gebruikt.
Het bracht mijn gedachten wel erg in de
war; zó erg, dat moeder vroeg: „heb je
geen honger?" Ik jokte in Christelijke
gezinnen werd vroeger niet „gelogen",
maar „gejokt", dat ik een beetje
buikpijn had. Tegenwoordig kun je
er zelfs mee in de W.W. belanden En
het had effect: moeder keek bezorgd en
ze zei: „wat moet er van je terecht ko
men?, aldoor maar die buikpijn!"
Dat had Meester van der Waal ook al
gevraagd, maar niet vanwege buikpijn,
hij vroeg het vanwege wat anders: ik
hoop tn de gelegenheid te zijn er nog
eens van te vertellen.
De geschiedenis had voor mij en mijn
broertjes die dag nog een gelukkig slot.
Ik leg de nadruk op „die dag", om mis
verstand te voorkomen: ik ben zo dik
wijls in mijn leven misverstaan. De lu
ciferstokjes waren als gevolg van de
„ontploffing" heel gebleven, alleen de
koppen waren verbrand, die werden er
door ons afgepunnikt en toen bleef er
speelgoed over! De kinderen waren
vroeger bUj met lege luciferdoosjes, lu
ciferstokjes, een houten paard zonder
kop, en met een karretje, dat maar drie
wieltjes had. Tegenwoordig spelen de
kinderen met electrische treinen! En ze
zijn zo goddeloos om niet meer in Sinter
klaas te geloven als-ie op z'n verjaar
dag niet alles door Zwarte Piet laat
brengen wat ze van pa en moe op him
„verlanglijstje" voor de goede Sint heb
ben mogen schrijven. Pa en moe zouden
wel zorgen, dat het „verlanglijstje" werd
opgestuurd naar Spanje; het lag vóór
de zomervakantie al voor transport ge
reed!
De geschiedenis van de arme leurders
had voor mij die andere dag op school
nog een nare nasleep. Want het geval
van „mijnheer dominee" en van de
„voorbede voor Meester tot de Moeder
Gods" werd ruchtbaar in de twee klas
sen, waar het voorval zich had afge
speeld. Ik durf nu wel te bekennen, dat
ik daar voor gezorgd heb: Meester van
der Waal is al jaren dood, dus er is geen
gevaar meer voor „lijfstraffelijke rechts
pleging" aan mijn belijdenis verbonden.
ledere leerling kwam „het naatje van de
kous" te weten: „het waren Roomse
paepen geweest!" Daarom moesten we
bij de volgende schrijfles in ons hoofd
prenten: „De Heere Jezus is onze Enige
Voorbidder bij den Vader!" Dat leverde
me als waarderingscijfer een O op en
honderd leerzame strafregels. En om
dat je zo'n groot aantal strafregels niet
stiekum op de plee kan schrijven als je
er mee thuiskomt kwam daar ook nog
bij het vonnis van Moeder: „na het eten
dadelijk naar bed", wat door Vader als
opperste Rechter verzacht werd tot: om
zeven uur!"
Meester foeterde mij uit ten aanhore
van de meer dan zestig leerlingen in het
lokaal in dezer voege: „Of ik niet wist,
dat het zeer oneerbiedig was om „Hee
re" met ééne e te schrijven, wat ik her
haaldelijk gedaan had? En het was bo
vendien in strijd met de wetenschappe
lijk geconstrueerde spelling van onze
mooie Nederlandse taal, zoals die door
De Vries en Te Winkel was uitgevonden!
En hoeveel kleine letters had ik niet
neergeschreven waar ik hoofdletters had
moeten gebruiken!" Het regende krijt
strepen op mijn lei We gebruikten
toen nog leien op school om het onder
wijs zo goedkoop mogelijk te houden!
Ik was oneerbiedig geweest! „Wat zou
den mijn vader en mijn moeder daar
wel van zeggen?!"Ik was er gerust
op, want het vonnis van de strafregels
was nog niet gevallen. En voor de kaart
stok was ik niet bang vanwege het feit,
dat ik pas ziek geweest was. Meester
was nog lang niet klaar met zijn repri
mande, het ging op een „repetitie-les"
gelij'ketï.
(Wordt vervolgd)