EiiAnoEn - rtiEUWS
Prins Hendrik de Zeevaarder
Overdenking
Met z'n drieën geweest
Zeeuwse wandelingen
Grootvader vertelt
2e blad
Vrijdag 16 januari 1976
No. 4455
KVENSTER
HET
VERVOLGVERHAAI.
uit de
Heilige Schrift
LANDBOUW
Rassen keuze
bij zomergerst
C. KIEVIT ZN.
Centrale Verwarming
SOMMELSDIJE
Telefoon (01870) 2609
Klaas J. Mulder
geeft concert in de
Singeilcerk te
Ridderkerk
SCHAKEN
Speciaal inbouwstation voor
L.P.G.
gasinstallaties
4 in elk merk automobiel.
Garage Nijsse B.V.
t Oostdijk 15 - Oude-Tonge
i Tel. 01874-235-385
VOLLEYBAL
o^^
blik op kerk
en samenteving
Onderwijs-vemieuwing
Voorlopig van de baan
Reeds eerder schreven we over de
plannen van onderwij s-minister Van
Kemenade. Deze bewindsman heeft nog
al wat onrust veroorzaakt, met name in
de kringen van het bijzonder onderwijs.
Het moet worden toegegeven dat hij
een hoogst bekwaam man is, en zeer
deskundig op het gebied van het onder
wijs. Maar dat maakt het juist nodig
zijn beleid met des te meer oplettend
heid te volgen. Want tot nog toe heeft
hij de indruk gemaakt het bijzonder
onderwijs op z'n zachtst gezegd
minder gunstig gezind te zijn. Dat is een
beschuldiging die uiterasird om nader
bewijs vraagt.
Sinds de Onderwijswet van 1920 in
werking trad, zijn er normen van kracht
voor de stichting van bijzondere scho
len. Dat is begrijpelijk. Niet iedereen
kan zomaar een school oprichten. In ge
meenten van minder dan 25.000 inwo
ners moet er voor een op te richten
school een aantal van minstens 50 leer
lingen zijn, bij grotere gemeenten is dat
aantal vanzelfsprekend weer hoger.
Nu heeft de minister echter in zijn
toelichting op de begroting van 1976 een
wetsontwerp aangekondigd, waarin de
ze norm gewijzigd zou worden. Een
nieuwe school zou pas kunnen begin
nen, wanneer daarvoor 120 leerlingen
zouden zijn opgegeven. En voor de gro
tere plaatsen zou dat aantal bijna ver
dubbeld moeten worden.
Dat past helemaal in het beleid van
deze regering, die streeft naar grote
concentraties, ook op het terrein van
het onderwijs. Argument daarvoor is de
kwaliteit van het te geven onderwijs,
dat in kleinere scholen niet tot z'n recht
zou k\innen komen. Bovendien heeft de
minister in de toelichting op zijn wets
ontwerp gewezen op de vele leegstaande
scholen en lokalen die destijds gebouwd
zijn om de grote toeloop van het ge
boorteoverschot van na de oorlog op te
vangen, maar die nu geen functie meer
hebben. Dat laatste argument bevredigt
zéker niet, want met de verhoging van
het aantal leerlingen zijn die lege scho
len en leslokalen nog niet gevuld
In de kringen van het bijzonder on
derwijs kreeg men dan ook argwaan en
verdacht men de minister ervan, het
openbaar onderwijs te willen bevoorde
len. Immers, in dorpen en nieuwe stads
wijken, waar nog geen christelijke
school is, of waar de bestaande christe
lijke school niet meer een reformatori
sche koers vaart, zou het bijna onmoge
lijk worden een nieuwe school op te
richten. Waar haalt men zo gauw 120
leerlingen vandaan?
De minister heeft' zich gehaast om te
verklaren dat hij een groot voorstander
is van onderwijsvrijheid en dat hij geen
enkel plan koestert het bijzonder onder
wijs ook maar een strobreed in de weg
te leggen. De vraag is dan toch welke
argumentatie hem gedreven heeft tot
dit wetsontwerp
Hij heeft zijn plannen voorlopig in de
ijskast gezet, voornamelijk onder druk
van het bijzonder onderwijs. Maar dat
hij die plannen toch had uitgebroed, en
die ook zeker zou hebben doorgevoerd,
als er geen felle kritiek op was geko
men, is een teken aan de wand. We
kunnen ons voor gewaairschuwd hou
den. Van deze minister en van deze re
gering is weinig goeds te verwachten.
WAARNEMER.
Uit de aard der zaak kom ik nogal
eens in de Provinciale Bibliotheek al
hier, die gevestigd is in de Abdijgebou
wen. In een gang bij de toegangsdeur
hangt een groot aanplakbiljet met een
man op een schip. Het is een afbeelding
van prins Hendrik de Zeevaarder. Het
hangt daar omdat er ter gelegenheid
van het 100-jarig bestaan van de Prins
Hendrikstichting in Rotterdam een ten
toonstelling wordt gehouden.
Ik had wel meer gehoord van deze
Prins, 'taaar wist er toch niet zo erg veel
van. Daarom ben ik aan het snuffelen
gegaan, hieronder ziet u het resultaat.
Hij is meermalen in Vlissingen geweest,
van waar hij met zijn schepen zee koos.
Prins Willem van Oranje (de latere
koning Willem II) was getrouwd met de
Russische prinses Anna Paulowna.
's Zomers woonden ze in hun paleis te
Soestdijk (waar nu koningin Juliana en
prins Bemhard wonen), 's winters op de
Kneuterdijk in Den Haag.
In een korte tijd hebben ze 5 kinderen
gehad: in 1817 prins Willem; de kroon
prins, later koning Willem III, in 1818
prins Elexander, in 1820 Willem Frede-
rik Hendrik, dat is prins Hendrik de
Zeevaarder uit dit artikel.
In 1822 werd een zoon geboren, die
maar 4 maanden heeft geleefd en in 1824
een dochter.
Zijn vader bestemde prins (WUlem
Frederik) Hendrik voor de zeedienst. In
1830 benoemde hij de jongen van 10 jaar
tot adelborst. Hij heeft de verschillende
rangen van zeeofficier doorlopen met
als hoogste rang opperbevelhebber van
de Nederlandse vloot. Maar toen was
hij ook 50. jaar oud.
Eerst maakt hij enkele kleine reizen.
Naar Spanje, Scandinavië, St. Peters
burg in Rusland, waar zijn grootvader
de tsaar woonde, naar Engeland. Kapi
tein Arriëns was op al de reizen zijn
leermeester.
Iets verder was de reis in 1835 op het
fregat de Maas naar Paramaribo in Su
riname, waar een nieuwe kerk werd in
gewijd, en naar Curagao.
Reis van 2 jaar.
Op 17 oktober 1836 begint een grote
wereldreis van bijna 2 jaar op het fre
gat Bellona. Er voer nog een fregat mee,
de „Snelheid". Drie weken geleden had
prins Hendrik in Den Haag belijdenis
van zijn geloof afgelegd.
Na ruim een maand kwam men in
BrazUië in Rio de Janeiro. Via Kaap de
MIDDELHARNIS (naast Ford)
Tel. (01870) 39 75
Reparatie en inruil van g
alle merken.
door Jan Knape M.zn.
9
Zo gaat het in het leven: men telt
het eerst bij dagen, dan bij weken, bij
maanden, en eindelijk telt men het bij
jaren:. Zo doet men ook met het hu
welijk.
Ik heib verteld van de viering van de
eerste jaardag van het huwelijk van
Hendrik en Jacorrdna. „Het is mooi ge
weest", zei Jacomina, en Hendrik heeft
het toegestemd. En samen hebben ze
ook nog gezegd: „We hebben nog geen
kind."
De schrijver zou 'dit veiliaal kunnen
repeteren, vele malen. Want ze vieren
elk jaar deze dag op gelijke wijze. Het
woandt een traditie. AUeen de vrieniden-
sohaar wisselt door vertrek naar elders;
(door nieuw-aangekomenen; en een en
kele keer moet de droeve tocht wor
den gemaakt naar het kerkhof. Ook
schrijft neef Jan niet meer over het
trouwboekje, omdat dit nu geen pas
meer geeft, maar zijn brieven zijn nog
even lanig en ze staan vol met rheuma-
tiek en jicht omdat hij en zijn vrouw
al zo oud gaan worden. En Arie van
de buurman behoeft niet meer te wor
den vermaand, dat hij aan tafel niet
met een volle mond mag praten, want
hij gaat al op de Ambachtsschool. En de
kleine Ria is niet eens klein meer, ze
voelt zidh al heel erg groot; tegen d'r
vriendinnetjes zegt ze: „'t is eigenlijk
niet eenls m'n echte tante, 't is maar zo
maar"Maar ze komt nog wel elk
jaar bloemen brengen, ze vraagt niet
meer of ze mag blijven slapenZo
gaat dat onder mensen; er is niets blij
vends.
En de lijst van weldaden en zegenin
gen is ook al zeer veranderd, want er
komt niet meer op voor, dat ze zo heer
lijk hun vaoantie hebben doorgebradht
toij de ouders, want de ouders zijn dood.
En van de nieuiwe winterjas en een
nieuwe wintermantel wondt geen bijzon
dere melding meer gemaakt, omdat
Hendrik nu zoveel geld verdient, dat
deze kladingstukken tot de gewone din- i
igeh des levens zijn gaan behoren. Maar
de lijst van weldaden en zegeningen
is nog even lang als 'die eerste jkeer; de
lijst is eigenlijk wel langer 'geworden.
Het einde van de a'vonid is echter door
de jaren 'heen 'hetzelfde gebleven: „We,
hebben nog geen kind"j
En zie nu welk een rijke troost het i
gelO'Of geeft in dit leven, waar de Ca- i
techismus zo mooi van spreekt in de
eerste Zondag. Wanneer het 'begonnen
is weet ik niet, maar Hendrik doet als
vader Izak, waarvan de Bijbel tref
fend veiihaalt, dat hij het aangezicht
Gods vuriglijk zocht in de tegeruwoor-
'digheid zijner huisvrouw. D'at geeft
hoop voor de toekomst. Ze zijn immers
nog j'ong genoeg? En als 'die hoop tel
kens opnieuw wordt teleurgesteld geeft
het troost, want dan zeigt Henidrik: „Och,
vrouw, als het nou toch zo wezen moet...
Het zijn toch niet de mensen, die O'ns
deze zaak onthouden, het is onze Vader,
die weet wat goed voor ons is"
Maar zij wil nog altijd niet geloven,
dat het zó wezen moet. Och, ze zou
tooh met zo heel weinig tevreiden zijn:
„Eén kindje toetoe, Hendrik"
En hij bidt opnieuwom dat éne
kindje. In de stilte van him eenzame
htiis Idinkt liiid zijn zangerige stem,
die tot God spreekt van hun groot ver
langen. En als 'hij „amen" zegt is ze zo
van Gods nabijheid verzekerd, dat ze
uitroept: „O, Lieve Heere, geeft dat we
nog ééns met z'n drieën zijn"
2jo is de profetie van de Burgemees-
Goede Ho.op in Zuid-Afrika kwamen de
beide schepen op 9 febr. 1837 in Bata
via aan.
Per schip en ook over land wordt van
hier uit een mooie reis van een half jaar
door Oost-Indië gemaakt. Ze zijn ook op
Celebes en in de Molukken (Ambon,
Banda) geweest, maar de meeste tijd
werd besteed aan het eiland Java. Ge
weldig was overal de ontvangst die de
jonge prins te beurt viel. Toen had men
in Indië nog grote eerbied voor konüik-
üjke personen, al waren ze ook nog
maar 17 jaar. En een afstammeling uit
het huis van Oranje stond bovenaan.
Zo begroette de sultan van Soerakarta
(Solo) hem in een rijkvergulde statie-
koets, bespannen met acht paarden.
Hierin werd hij de volgende dag afge
haald om de kraton (het paleis) met de
harem te bezoeken. De sultan van Djok-
jokarta verwelkomde prins Hendrik met
een stoet olifanten.
De meest bekende bezienswaardig
heden bezochten ze: de beroemde tem
pel Boroboedoer, de plaats waar eet
bare vogelnestjes werden verzameld,
vulkanen en druipsteengrotten. Overal
vierde men feest en werd de Prins
geestdriftig ontvangen. Het werd een
ware triomftocht.
Na 6 maanden was men weer in Ba
tavia terug (21 aug. 1837).
Daarna bracht men een bezoek aan
Engels Indië (het tegenwoordige India).
De Prins wilde ook de goevemeur-gene-
raal Lord Auckland ontmoeten, maar
deze maakte juist een dienstreis door
zijn land.
Geen nood, er werd een karavaan van
38 personen beschikbaar gesteld, die nu
en dan gebruik maakte van draagstoe
len, door 4 personen gedragen. Zo vond
men de goevemeur-generaal.
Op 18 juli 1838 was men weer in ons
land terug.
Andere reizen.
Het volgend jaar bezocht prins Hen
drik met het fregat de Rijn de landen
rond de Middellandse Zee. Veel plaat
sen werden er bezocht, o.a. Florence met
de oude kunstschatten, de scheve toren
van Pisa, de opgravingen van Pompeji,
de Vesuvius. Allemaal bezienswaardig
heden, die de toeristen van vandaag
ook bezoeken.
Op 16 oktober 1840 was hij terug in
Vlissingen. Juist op tijd om de volgende
maand de troonbestijging van zijn va
der (koning WUlem II) te kunnen bij
wonen. Zijn grootvader Willem I had
vrijwillig afstand gedaan van de troon.
De volgende jaren heeft hij weer ver
scheidene reizen gemaakt. Zijn bijnaam
zeevaarder deed hij eer aan. Eerst een
oefeningstocht met een eskader van 5
schepen vanuit Vlissingen naar Portu
gal met een bezoek aan Lissabon.
Het jaar daarop met de fregatten de
Rijn en Jason vanuit Vlissingen naar
St. Petersburg, waar zijn grootouders
tsaar Nicolaas en zijn vrouw hun zilve
ren bruiloft vierden. Hij is er juist op
zijn 22ste verjaardag (13 juni 1842).
De volgende jaren maakte hij reizen
naar de Middellandse zee, naar Schot
land en IJsland en Halifax in Noord-
Amerika.
Minder plezierig was de tocht op 1
nov. 1947, toen hij zijn zieke broer
Alexander naar het warme eiland Ma
deira bracht. Het heeft niet geholpen,
hij is er op 20 febr. 1848 gestorven, bijna
30 jaar oud.
Een. jaar later (17 maart 1849) stierf
zijn vader en werd zijn broer koning
(Willem III).
Stadhouder.
Nu was het klaar met de zeereizen.
Behalve koning was Willem III ook
groothertog van Luxemburg. Als u
soms nog een oude rijksdaalder uit die
tijd hebt, staat het er op: G. h. v. L. Nu
stelde de nieuwe koning zijn broer prins
Hendrik aan als stadhouder over dat
land, waar ongeveer 200.000 mensen
woonden. Hij wordt geprezen als een
uitstekend regent, die veel gedaan heeft
om het land vooruit te brengen: „eeuwig
zal hij in de harten zijner dankbare Lu
xemburgers blijven leven", schrijft
iemand van hem. Land- en tuinbouw
heeft hij bevorderd, het onderwijs ver
beterd, spoorwegen aangelegd.
De omgang met de bevolking was niet
uit de hoogte, maar eenvoudig, zoals dat
trouwens op zee met de hele bemanning
van hoog tot laag op democratische wij
ze plaats vond, om eens een term van
deze tijd te gebruiken.
Prins Hendrik had nu ook tijd om te
gaan trouwen, wat als zwervende zee
vaarder niet zo gemakkelijk was.
DE GETROUWE DIENSTKNECHT
Zalig is de dienstknecht, welke
zijn heer, als hij komt zal vinden,
alzo doende.
Lucas 12 43.
Christus heeft in zijn omwandeling op
aarde het volk van Israël het Woord
des levens verkondigd. Met grote ernst
en heilige bezieling heeft hij de weg der
zaligheid gepredikt. De Zone Gods heeft
dikwijls beelden uit het natuurlijk le
ven genomen om het leven der genade
te tekenen. Hoe wonderschoon zijn de
gelijkenissen van de Koning Israels,
waarin hij aan het volk de weg der za
ligheid in beeldrijke vorm voorschUder-
de. Jezus spreekt over het werk van de
dienstknecht die voor zijn heer werkte.
In het Oosten had een rijk persoon
meestal een vertrouwde dienstknecht
welke hij alles toevertrouwde. Zo had
Abraham een trouwe dienstltnecht in
Eliëzer, die over alles ging. Christus
spreekt over een dienstknecht die Zijn
heer trouw dient. Wanneer de eigenaar
van het huis onverwacht komt vindt hij
een getrouwe dienstknecht aan de ar
beid. Er zijn ook vele ontrouwe dienst
knechten, die bij de afwezigheid van
hun heer niet werken maar luieren.
De ijverige goede dienstknecht ont
vangt van zijn heer lof, de luie knecht
een berisping. Ja, we lezen, dat de
dienstknecht, die niets heeft gedaan
door zijn heer met slagen wordt gekas
tijd, ja zelfs in de gevangenis wordt op
gesloten.
De Heere weet alles wat er gebeurt in
hemel en op aarde. Zijn ogen zien de
mensenkinderen en Hij oordeelt de ge
dachten des harten.
Adam was versierd met Gods beeld
en toch was hij een dienstknecht des
Heeren. Adam was in de staat der recht
heid volkomen gelukkig, het dienen
van God was de lust van zijn leven.
Wij zijn gevallen zondaren en toch is
het onze plicht gebleven om de Heere
te dienen en Zijn naam te verheerlijken.
Wanneer genade in ons hart geschon
ken wordt, begeren we ons leven in de
dienst des Heeren te besteden. Ieder,
die de Heere vreest, leeft temidden van
allerlei verleiding. De duivel bestrijdt
de zielen van Gods volk, de wereld be
nauwt het volk des Heeren.
God vraagt van ons getrouw
heid en 'opreohttieid in handel en
wandel. Het is de eis des Heeren om in
heiligmaking te leven. Christus spreekt
de mens zalig die bezig is in de dingen
van Gods koninkrijk. De Heere kan on
verwacht ons leven afsnijden en dan
zijn we niet meer. Er wordt wel eens
gevraagd mag ik dit doen of dat heb
ben of naar die plaats gaan.
We moeten niet naar een plaats gaan
waar we niet kimnen sterven. Laat het
gevoel van Gods alomtegenwoordigheid
ons altijd bij mogen blijven. Vergeet
nooit dat het alziend oog des Heeren
ons overal ziet.
We moeten veel in het gebed tot God
spreken. Het is zo nodig dat we Gods
woord voortdurend onderzoeken. Dat
we toch veel over geestelijke dingen
met elkaar spreken. Oefen uzelf tot
godzaligheid. Zoek veel in het verbor
gen het aangezicht des Heeren.
De Heere zal de ziel die Hem vreest
eens opnemen in Zijn heerlijkheid.
Ieder die Gods liefde in het hart heeft
ontvangen zal eens eeuwig met de Hee
re leven.
Zijn alle dienstknechten getrouw?
Neen, velen zijn ontrouw aan hun heer.
Zo is het ook in de wereld met de men
sen. We ontvangen weldaden. Vereren
we God voor Zijn goedheid? Helaas,
miljoenen leven alleen voor de wereld
en de zonde. Wat zal het einde zijn van
de ontrouwe, goddeloze zondaren? De
mens die de weg der zaligheid geweten
heeft en goddeloos gewandeld, zal met
vele slagen geslagen worden. O, wat zal
het vreseUjk voor de zondaar zijn, die
onder het Evangelie heeft geleefd en
Gods roepstem in de wind geslagen
heeft. Zijn consciëntie zal hem tot een
voortdurende kwelling zijn, een vuur
dat niet uitgeblust wordt in zijn hart.
Daarom, vlucht tot God voor dat het
voor eeuwig te laat is.
Het is nóg de dag van zaligheid.
Middelburg. Ds. G. A. Zijderveld.
De oppervlakte zomergranen in ons
land is nog altijd belangrijk te noemen,
waaPbij zomergerst het meest wordt
verbouwd.
Ook 'bij zoimerigranen is het noo'dza-
kedijk om 'een juiste rassenkeuze te ma
ken.
In 1975 zijn een serie rassen zomer
gerst beproefd, waaruit blijikt dat zeer
'goede res'ultaten met zomengerst zijn
bereikt.
Als voergerstras koant in alle teelt-
igebieden in de eerste plaats Aramir in
aanmerking. Dit ras is geschikt voor
alle igrondsoorten, heeft kort en stevig
stro (zeer weinig legering), een uitste
kende resistentie tegen' meeldauw en
gele roest en een goed vermogen om
vrij ho'ge N^gtften te verdragen, waar
door de opbrengst -wondt verhoogd.
Door de uitstekende resitentie tegen
meeldauw behoeft zaaizaad niet extra
te worden 'behandeld tegen meeldauw.
Dit betekent 'direkt al -een aanmerke
lijke besparing op zaaizaadkosten.
Mede 'door al deze 'goede eigenschap
pen gaat dit ras een goede toekomst te
gemoet.
Op 19 mei 1853 trouwde hij met de
Duitse prinses Amalia van Saksen-
Weimar-Eisenach. Ze gingen wonen in
het lustslot Walferdingen. Na de dood
van zijn moeder Anna Paulowna (1865)
erfde hij het paleis Soestdijk en ook
daar vertoefde het nieuwe paar wel.
Samen hebben ze een zeereis gemaakt
in 1869 toert het Suez-kaniaal werd ge
opend.
Het huwelijksgeluk heeft niet zo erg
lang geduurd, in 1872 is prinses Amalia
gestorven. In 1878 is prins Hendrik her
trouwd met een nicht, van de Duitse
keizer, prinses Marie, een meisje van
23 jaar. Vijf maanden later stierf hij (14
jan. 1879), enkele dagen nadat zijn broer
koning Willem III met prinses Emma
van Waldeck-Pyrmont getrouwd was.
Hij had ook op deze bmiloft moeten
komen, maar voelde zich toen niet goed.
De Prins Hendrikstichting, die ik in
het begin van dit artikel noemde, is
naar hem genoemd. Hij heeft 100 jaar
geleden de eerste steen gelegd. Het is
een tehuis voor arme oude zeelieden.
Middelburg. L. van Wallenburg.
Zaterdag 24 januari hoopt de bekende
Kamper organist Klaas J. Mulder het
drieklaviers orgel in de Singelkerk te
Ridderkerk te bespelen.
Het concert begint 's avonds om acht
uur en is gratis toegankelijk.
Klaas J. Mulder is geen onbekende
in de Singelkerk. Hij maakte drie jaar
geleden de eerste grammofoonplaat van
het orgel, die ook nu nog na afloop in
de consistorie te verkrijgen is. Deze or
ganist geniet veel bekendheid, ook over
de grenzen. Vorige zomer maakte hij
een concertreis door Canada. Hij werd
daar o.i. zeer terecht genoemd: „De or
ganist van het publiek" en „De man die
het orgel kan laten zingen".
Ook voor zijn concert in Ridderkerk
heeft Klaas J. Mulder een bijzonder
aantrekkelijk programma samenge
steld. Hij speelt naast een koraal van
Bach, diens bekende Toccata en fuga
in d-moll. Verder het Arioso van Handel
in een eigen bewerking, waarna de vir
tuose toccata in f-mineur van Driffel
volgt. Hij besluit zijn bespeling met het
bekende Carillon de Westminster van
Vieme en het fraai klinkende Cantilene
van Piemé. Daarnaast zal er samenzang
zijn van bekende psalmen, waarover
tevens geïmproviseerd zal worden met
tot slot het gezang „Ruwe stormen mo
gen woeden", een improvisatie die Klaas
Mulder veel bekendheid gaf. Ongetwij
feld belooft dit een zeer mooie avond te
worden.
De kerkvoogdij, die de gratis concer
ten organiseert, nodigt een ieder uit om
tesamen met familie, vrienden en be
kenden zoveel als maar mogelijk is op
deze avond aanwezig te zijn.
SCHAAKVERENIGING
„DE ZWARTE PION"
Uitslagen 12 januari
Groep 1:
J. Boeter C. Vis 1—0
C. Littel M. L. v. d. Waal 0—1
W. MaPkwat P. Lesuis 1—0
W. I. Peeman C. J. Smit 0—1
M. Verolme G. de Jager ViVa
Groep 2:
A. de Vos C V. d. Groef 1-0
J. Non J. Albrechts O1
Groep 3:
D. J. Tieleman D. A. Spahr-
V. d. Hoek 1—0
R.S.W. - wedstrijd:
„„De Zwarte Pion' 2 Numans-
doip 1 2V2—SVa
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦4
Intermezzo-heren kansloos
tegen Schovocomca
De heren van Intermezzo hebben za
terdag kanslo'os verloren van Schovo
comca in Capelle a.d. IJssel. Men werd
verrast door het snelle spel van de
gastheren en Intermezzo paste zidh
slecht aan aan de zaalruimte. In alle
drie sets wisten de gasten tot de acht
redelijk stand te 'houden om daarna over
troefd te woiPden door Sdhovocomoa.
Intermezzo trof het slecht dat de bei
de hoofdaanvallers Joop van Rumpt en
André Driesse een „off-day" hadden en
aanvallend niets presteerden. De nadruk
kwam nu te veel te liggen op een tak-
tisdhe zachte aanval, waar Schovocomca
weinig moeite mee 'had. Het werd een
3O nederlaag met de cijfers 15-11,
15-11 en 15-7, een sledhte generale voor
het bezoek aan 'kokloper Pendrecht a.s.
'donderdag.
Dames: DIK jun. -
Intermezzo jun, A 0-3
De meisjes junioren A, van Inter
mezzo, twee weken geleden distri'kt-
kamipioen 'gewoaden, moesten op bezoek
bij WIK/BW in Groot Ammers, een
ploeg die één punt boven Intermezzo
stond. Na afgelopen zaterdag niet meer,
want Intermezzo won met 3-0 en de rol
len zijn nu omgedraaid.
Intermezzo legde de basis voor de
overwinning 'door 'goed en hard te ser
veren, waar WIK het antwoiord op
schuldi'g bleef. In de Ie set werd een
9-0 voorsprong uitgebouwd tot een 15-9
setzege. In de 2e set het zelfde beeld.
Nu was de setuitslag 15-8. De 3e set
gaf een wat spannender verloop te zien.
WIK hield tot 10-9 stand maar moest
toen zwichten, 15-12, waardoor Inter
mezzo een knappe en belangrijke over
winning behaalde.
Heren: Data Center adsp. 2 -
Intermezzo adsp. 1 0-3
Intermezzo had vrijdagavond in Oud-
Beijerland weinig moeite met Data Cen
ter 2. Er was weinig spanning en Inter
mezzo kon naar hartelust combineren
en aanvallen.
De setstanden waren 15-3, 15-8 en
15-2.
ter in vervulling 'gegaan, dat de vaart
van het scheepje niet altijd even voor
spoedig zou zijn. En de dominee, die
over het kruis gesproken 'heeft, krijgt
ook al gelijk. Maar Hendrik bemoedigt
zijn vrouw elke 'dag m.et de belijdenis,
dat ze niet hun eigen leven le'ven, maar
dat ze Jeizus toebehoren, en dat het al
les Gods wil is, en dat ze ook zonder
kindje voor 'hem willen leven: „Heere,
Uw wil gesöhiede"En Jacomina
'heeft geleerd om dasir uit de grond van
haar hart „amen" op te zeggen. Maar
een enkele keer kost het nog wel eens
tranen, de nood is 'Ook al te igroot, „en
voor de verhoring van hun menigvul-
'dige gebeden. Want ze weten, 'dat ze al-
leibei hun. harten wijd hebben openge
legd als een boek en dat God bezig is
oan de danklbaailheid rechtstreeks uit
hun hart te lezen.
Het kindje groeit in het lidhaam van
de 'moeder en als het een p-aar maanden
gegroeid heeft wordt het nieuws be
scheidenlijk naar heinde en ver ver
spreid. Er is veel tolij'dsohap onder de
talloze vrienden en bekenden, en veel
(Dit verhaal begint db anno 1900)
een 'mens is niet altijd zonder."
Als ze samion zover gekomen zijn, ge
schiedt het wonder. Op een stille len
teavond, bij het lioht van een schemer
lamp, vertelt ze er van: een' igroot, won-
dervol en 'diep -geheim. Ein het geheim
is zo 'groot en wondervol en diep, dat
■hij dien eigen avond geen woorden
heeft om God voor deze boodschap te
danken. Ze zitten zomaar stil tegen el
kander geleund, hand in han'd, alsof ze
pas getrouwde mensen zijn. En hun
hoofden zijn 'boordev'Ol 'gedachten en in
'hun harten is zoveel dankbaarheid, dat
het niet in woorden kan worden saam-
geibrachtWoordeloze gebeden wor
den door God misschien beter verstaan
dan ellenlange dankzeggingen!
Ein zie nu 'hoe wonderlijk het met een
Christen gesteld is. Ze voelen het niet
eens als een gemis, dat er vanavond
geen woorden zijn oim God te danken
verwondering
Er isi ook 'droefenis, want Jacomina
d'r zuster schrijft: „O, meid, als vader
en moeder dit todh eens hadiden mogen
beleven, wat zouden' ze dan blij zijn
geweest!" Dat hebben Hendrik en Jaco
mina zelf ook al bedacht en ze hebben
déze waarheid 'daarmee bevestigd ge
vonden, dat er 'hier op aarde geen on
verdeeld geluk te vinden is.
Uit het verre geboorte-dorp komen
brieven met .gelukwensen bij voorbaat,
en raadgevingen voor de aanstaande
moeder, en' ook voor de aanstaande va
der. Die raadgevingen komen van oude
tantes en andere oude mensen: De aan^
staande moeder moet zioh hier voor
wachten .en daarvoor wachten. En de
aanstaande vader moet toezien, dat zijn
vrouw dit niet 'doet en dèt wel doet.
En als er soms dit 'gebeurt dan moet er
dÉA gedaan worden. Ik zal daar niet veel
van vertellen, want alle vaders en moe
ders hebben dat zelf een keer meege
maakt.
Voor Hendrik en Jacomina gaan de
'dagen nu zeer snel. En elke avond zit
ten ze in de tuin, want het is zomer.
De dagew zijn heet, maar 's avonds
komt er een frisse koelte aangewaaid
van de 'kant 'der rivier. En op een hoge
schoorsteen ergens in de buurt zing(
een vogel zijn lied.
Jacomina heeft het nog nooit zo druk
gehad. Tegen Hendrik doet ze eng ge
wichtig en ze legt hem uit, dat zo'n
klein kindje al een heldboel werk in de
wereld brengt nog voordat het zelf
in de wereld is. Ze naait luiers en on
derleggers en 'kleine hemdjes, die een
man nauwelijks vast kan houden om
dat ze zo prutserig klein zijn, en al
les wat er verder nodig is. Hij 2!it er
een hele avond stil toij met een 'boek of
©en 'krant, want de tekentafel komt
maar zelden! meer voor de -daig. Nu en
dan legt hij zijn leetuiu- weg om zich in
haar bezige 'handen te verdiep-en. Sorns
rookt 'hij daar een sigaar bij en draagt
dan lachend zorg dat de rook niet naar
haar toedrijft, want een van 'de vele
nichten heeft gesdhreven, -dat taftiaksrook
zo heel slecht is voor een zwangere
vrouw! Hij leest haar voor uit de krant.
Daarbij maakt hij een nauwkeurige se
lectie, want nog een andere nicht heeft
hem op de hoogte 'gebracht hoe gevaar
lijk het is 'Om aan een vroviw, die in
verwaöhting is, sdhokkende gebeurtenis
sen mede te delen van ongelukken,
moord en doodslag, en dergelijke. Hij
doet die selectie nauwkeurig, want van
de vele raadgevingen wU -hij deze ente
wel serieus nemen. En er staan nog al
eens toerichten in de -kranten over erger-
lij'ke misdrijven, want de misdadigers
worden tegenwoordig niet meer ge
straft, ze worden naar de gevangenis
gestuurd om -daar verbeterd te wor
den!En een enkele keer bemoeit
hij zidh met de voorbereidingen met te
zeggen, dat hij nooit zal geloven, dat
zo'-n pietepeut«riig hemdje 'groot genoeg
is voor een pasgeboren kin-d. Ze moet
er hartelijk -om lachen en ze zegt, dat
hij daar volstrekt geen! verstand van
heeft. Ze toekijkt het hemdje van alle
kanten, haar gezddht is zonnig van ge
luk en ze zegt: „Wonderlijk, is het
niet!"
„Ja", zegt hij, „wonderlijk"Het
is even stil. Dan vervolgt hij alsof hij
tegen zichzelf spreekt: „God's doen is
dikwijls onbegrijpelijkonbegrijpe-
lij'k'Hij doet zware halen aan zijn
sigaar -en trekt diepe rimpels in zijn
voorhoofd alsof hij deze openbaring ten
volle wil omvatten.
Ze knikt: „En Zijn do-en ia altijd goed,
■nietwaar -Hendrik"
„Enkel Majesteit -en aanbiddelijke
HeerlijikheidWat een troost, kln-d,
dat te -mo'gen belijden."
■A-
De dagen van een zwangere vrouw
worden geteld bij maanden', -en de oude
Bijlbel zegt het telkens zo mooi: als
haar tijd vervuld werdWat is dat
ou'de Nederlands mooi"! D-at wordt te
genwoordig niet meer verstaan, omdat
het op de scholen niet meer wordt on
derwezen. Toen de schrijver van deze
novellenreaks nog -op de schoolbanken
zat heeft hij leren lezen met leesboek-
jes, waarin nog lessen voorlowamen, die
afgedrukt waren in Gothische letters;
„Biebel'druk" noemden de oude mensen
dat. Dat vindt men tegenwoordig niet
meer nodig. Ouwe Kees van wie ik
in deze feuilletons nog wel eens zal ver
tellen!, zegt, als we eens een keer over
dit onderwerp praten, maar ik ga het
zo mogelijk uit de weg; „Wat wou het!
Ze haiwe -de Biebel overgebrocht in de
taal van de Kaaigagten en van de straat-
j-ongers"En dat ben ik nu weer
niet met hem eens
Slot volgt.