EIIAriDEfl niEUWS Particuliere sector is de pal(ezel van liet stelsel Raad Middelharnis over liet Padvinders buisje, 't duumslupertje subsidies en een dure gemeenschapsruimte (HSED Met zn drieën geweest L Grootvader vertelt In Nieuwjaarsrede voorz. Kamer van Koophandel Oostfiakkee groeide met 257 personen Schoolbegeleidings- en adviesdienst nog steeds in bespreking Landeiijke Vergadering Diabetes Vereniging Nederland 100,- Gulden korting op Pfaff 649,- Zeevisserij in 1975 verliesgevend 2e blad Dinsdag 13 januari 1976 No. 4454 Het padvindershuisje te Nieuwe Tonge, destijd geschonlien door scheepsbouwer Cor Verohne, zal een inwendige oplmapbeurt krij gen, waarvoor de raad van Middel harnis donderdagavond een crediet van 11000.beschikbaar stelde. Troep RAAD MIDDELHARNIS: Al eerder vermeldden we dat de schooladvies- en begeleidingsdienst Hoekse - Waard Goeree-Overflak- kee nog steeds niet gerealiseerd is. N.a.v. een aantal vragen uit de raad gaf weth. Koppelaar in de donderdagavond gehouden raads vergadering te kennen dat die sa- menwerldng er waarschijnlijk ook niet meer zal komen. „'t Duumslupertje" 'Gemeenschapsruimte KWALITEITS- NAAIMACHINE! W. RIKKEN B.V. VERVOLGVERHAAL In zqn nieuwjaarsrede sprekend over de economische moeilijkheden waar door tal van bedrijven in de zorgen kwamen heeft de kamervoorzitter L. C. van As een citaat verwerkt van dhr. Hoogland, waarin deze het volgende zegt: „de particuliere sector is te zien als de pakezel van het hele stelsel. De crisis komt daaruit voort dat de pak ezel te z-wraar belast is en bovendien ook onvoldoende te eten krijgt en als dat zo door zou gaan dan hoeft het niet te verbazen dat die pakezel zo af en toe struikelt en als die overbelasting en ondervoeding nog verder gaan dan zal die pakezel om hulp moeten gaan roepen en dan begint er inderdaad een verandering in ons stelsel op te treden, die ongewenst is omdat dan de men ging te sterk is". Dhr. van As wist de werkgelegenheid en weerbaarheid van de bedrijven aan getast door de teruggang van de con junctuur en de toenemende concurren tie. De Zeevisserij, het transport, de chemische industrie, de groothandel en de metaalindustrie vertonen de meest „Allerlei factoren binnen en buiten de zorgwekkende resultaten, onderneming dwingen ons aldus dhr. V. As om ons niet alleen met onze eigen zaken te bemoeien, maar ze te zien in een groter verband, in relatie tot de wereld waarin we leven en beïnvloed door politieke en sociologische ontwik kelingen waar wij niet op getraind zijn, niet op gebouwd zijn en niet op be dacht zijn". Spr. vreesde af te moeten van de idee dat de politiek in de onderneming niet thuishoort en te accepteren dat de poli tiek en alles wat daarmee samenhangt zich dusdanig met de ondernemers be zig gaat houden dat zij gedwongen worden kleur te bekennen, standpim- ten te verdedigen en misschien zelfs op de barricaden moeten gaan staan om partij te geven aan hen die langs poli tieke weg proberen de reeds op gang zijnde vermenging van ondernemer en collectiviteit te versnellen". Ot en Sten. Sprekend over de moeUijkheden waarmee de landbouw te kampen heeft en de kritiek waaraan deze bedrijfstak blootstaat constateerde dhr. v. Ast dat dat laatste een gevolg is van het feit dat de burger een buitenman wordt en ver wacht dat het zoete landelijke leven nog is zoals in de tijd van Ot en Sien. Zoals dhr. Wübers van de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw het onlangs uitdrukte: „of men schrikt verstoord wakker van het vroege ge luid van het kanonnetje, dat de spreeu wen uit de boomgaard van de buurman verjaagt, of men klaagt over de stank van de varkensstal of kippenschuur aan de overzijde van de sloot en dan zijn er onder de nieuwkomers teveel helaas die een klacht indienen bij de be voegde instanties en het is al te vaak gebeurd de varkens- of pluimvee houder, die soms al als zoveelste van voorgaande generaties op het bedrijf zit, kon óf zijn biezen pakken óf passende (lees: kostbare) maatregelen nemen om overlast te vermijden. Het lijkt er nogal eens op, dat de agra rische sector de sluitpost van de natio nale waardering en economie uitmaakt en dat ondanks de trieste omstandigheid dat zo'n SC/o van dit hardwerkende deel van onze beroepsbevolking een in komen heeft dat beneden het minimum loon ligt", aldus dhr. v. As. Ook en vooral verklaarde dhr. van As getroffen te zijn door de wanhoops kreten van kleine detailhandelaren, kleine ambachtslieden, wier bestaan hecht verbonden is aan hun bedrijfje, die bewust de voorkeur geven aan zelf standigheid boven afhankelijkheid, hoe wel dat financieel gezien voor hen veel aantrekkelijker zou zijn, maar veelal ook te oud zijn om nog in loondienst te gaan, zodat er voor hen geen keus is. Natuurlijk zijn er opmerkingen waar uit te proeven is dat de schuld voor het falen aan anderen wordt gegeven, zoals de regering, de fiscus, het grootwinkel bedrijf e.d. Maar feit is dat velen ploeteren van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat voor een inkomen, dat lager ligt dan het mi nimum loon, terwijl zij geen uitzicht meer hebben op een verbetering van hun bedrijfs- en levenssituatie. Het merendeel van onze 13.000 inge schrevenen bestaat uit kleine zakenlie den waarvan zeer velen aan de rand van het bestaansminimum leven en voor wie het nieuwe fenomeen in ons huidig be stel, namelijk de opbouwwerker of wel zijnswerker geen aandacht zal hebben. Politiek gezien is het ook geen interes sante groep. Het zijn over het algemeen hardwerkende individualisten, waarvon men zou kunnen zeggen dat zij, door bewust te opteren voor het zelfstandig zijn, geheel verantwoordelijk zijn voor hun eigen lot en voor hun falen. De middenstandsconsulent, onze in specteurs in de buitendienst en de dis trictscommissaris van het Borgstellings fonds doen wat zij kunnen om te hel pen daar waar hulp nodig is. Spr. ver klaarde zich bijzonder verheugd dat het sein op groen is gezet voor de ombouw van de borgstellingsfondsen tot centra voor dienstverlening voor het kleinbe drijf omdat ddn met een voor dit doel goed samengestelde personeelsbezetting op adequate wijze steun en begeleiding kan worden verleend. Zeevissery. Ook gaf dhr. v. As een beschouwing op de negatieve ontwikkelingen in de Zeevisserij. Sprekend over het falen van de quoteringsmaatregelen in 1975 zei hij Goedwillende vissers hebben met lede ogen moeten aanzien, dat zij, die zich niets van de regels aantroliken, voor deel hebben gehad. Dit heeft bijgedra gen tot veel verwarring en ongeregeld heden in de visserij-organisaties. De periode van expansie, welke in houdt de vergroting van de visopbrengst van tong en schol uit de Noordzee, is definitief voorbij. De tijd van vermindering van de vloot is aangebroken. Nu al is men erin ge slaagd ca. 20% van de schepen, die op gequoteerde soorten visten, aan de vloot te doen onttrekken. Dit jaar heeft nagenoeg elk individu eel bedrijf groot verlies geleden ondanks de oliesubsidie van overheidswege. De ze oliesubsidie zal met ingang van 1 januari 1976 niet meer worden verleend en er bestaan geen andere compense rende regelingen. Het is uiteraard hard voor hen die met hart en ziel visser zijn hun zwaar en thans zo moeilijke bedrijf te moeten opgeven. Er is echter geen andere uit weg. De Minister van Landbouw en Vis serij heeft dit in de op 11 december met het bedrijfsleven gehouden bespreking nog eens duidelijk gesteld: geen com penserende maatregelen voor 1976 al leen coördinerende. Indien dit zijn beslag zou krijgen en de vissersvloot tot ongeveer op de heUt zou zijn verminderd, dan zou er voor het overblijvende deel van de vloot ten aan zien van het voor 1976 toegewezen quo tum van 9.200 ton tong een redelijk be staan overblijven. Volgens het Ministe rie kan het bedrijf, dat In liquiditeits- moeilijkheden verkeert, een beroep doen op de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen. Indien in 1976 het bedrijfsleven het hoofd zou wUlen bieden aan de proble men dan zal de overheid met steun maatregelen dienen te komen. Al met al een zeer zorgbarend per spectief voor de visserij in 1976. LOOP DER BEVOLKING IN 1975 1 jan. 1975 göboorteni overlijden vesftiginigen vertreMdnigen 31 dec. 1975 m. vr. tot. 4342 4316 8658 63 59 122 4405 46 4375 31 8780 77 4359 192 4344 234 8703 426 4551 100 4578 114 9129 214 4451 4464 8915 In 1975 is de gemeente Oostfiakkee dus toegenomen met 257 pensonen. De ze toename zit hoofdzakelijk in het ^gro- ter aantal vestigingen (426) tegenover het aantal dat is vertrokken (214). Ver der is het geboorte oversdhot groter dan het aantal inwoners dat is overleden (122 tegenover 77). Meer vestigingen 212 plus 45 (meer geboren dan overleden) maaikt een totaal van 257. Dat een! en ander nodig is leed geen twijfel, want raadslid Arensman die er een bezoekje had gebracht verklaarde ervan geschrokken te zijn. Die schrik gold ook de staat waarin het door de gebruikers achtergelaten wordt en wan neer er geld aan besteed wordt wenst dhr. Arensman voori:aan ook meer ze kerheid dat het goed gebruikt zal wor den. Omdat hij üi de omgeving nage vraagd had weer de sleutel te bekom.en was waren hem oök ettelijke klachten over geluidsoverlast van de drumiband ter ore gekomen en dhr. Arensman vroeg en passant of daar wat tegen ge daan kan worden. Dhr. KI. v. d. Ketterij (SGP) ging van dezelfde gedachte uit. Ook hij wilde een beter beheer en hij gaf ook klach ten' over geluidsoverlast door. Ervan uitgaand dat er een huurder moet worden aangesteld die voor het gebruik verantwoordelijk is meende dhr Jacobs (WD) dat het Jeugdcomité daar voor de meest aangewezen Instantie is. Hij was er vervolgenr op dat er voor het Jeugdwerk in Nieuwe Tonge mee gedeeld kan worden van de 110.000, die op de begroting voor het Diekhuus werk zijn uitgetrokken. Het leek dhr. Jacobs gewenst dat een beroepskracht van „het Diekhuus" het jeugdwerk in Nieuwe Tonge gaat begeleiden, al wil het jeugdcomité wel een bepaalde zelf standigheid behouden. Dhr. Huijsen beek als bestuurder van de Stichting Doirpsgemeensdhap nog wat vreemd aan tegen zo'n ..inlijving" door het Diekhuus, maar idhr. A. van Alphen daarentegen' had geen zorgen maar wel een vrij grote mate van ze kerheid dat het voortaan beter zal gaan. Dat het inwendig ©en troep is zei de voorz. burg. van Es hartgrondig na en B. en W. beraden er zich dan ook op „Er leek perspectief te zijn maar de foespreikinigen met de Hoeikse Waard zijn in 't slop geraakt n.a.v. in de Twee de Kamer gestelde vraigen waardoor een aantal .gemeenten in de Hoekse Waard grote reserves kregen," verklaar de dhr. Koppelaar, in tussen is duide lijk (geworden dat de Minister aan deze vorm, van eamen'werldng zijn instem.- minig had willen geven, al zou bij voor baat voorop hebben (gestaan dat de al dus (gevormde regio te klein zou zijn en aansluiting bij een groter verband had moeten zoeken. Dhr. Koppelaar ver klaarde dat het Drechtsedengebied be- feid is de Hoekse Waard en Goeree- Overflakkee als een zelfstandige rege ling onder haar parapluie te nemen. De voorbereidingsoomimissie stelt een verder onderzoek naar 'die moigelijkheid in waarvan de resultaten zullen moeten worden afgewacht. Op de suggestie yan dhr. Huijsen am maar liever aansluiting bij Zeeland te zoelken meende dhr. Koppelaar dat de daar te 'betalen bijdrage een veelvoud bedraagt van wat in de Dredhtstelen ge heven wordt. hoe het toezidit geregeld kan worden. Ook ingevolge haar Stichtingsactie is het Diekhuus geroepen in Nieuwe Ton ge het jeugdwerk te begeleiden. Ech ter wordt door de Dieldiuus staf gezon nen op een geheel nieuwe s(tructuur waarom de voorz. vreesde dat dat nog wel enige tijd zal duren. De Chr. Jeugdtoonid van Natuurvrien den 't Duumslupertje te Middelharnis krijgt voor '76 een subsidie van 500,- -. Dat hO'Udt overigens geen' garantie in dat ook volgend jaar een subsidie zal worden verleend. Weth. Koppelaar was het er overigens niet mee eens, hij vindt dat een afd. zelf moet zorgen over voldoende inkomsten te beschik ken, „Wij denken er anders over dan de wethouder", gaf dhr. W. Villerius (SGP) te kennen. Hij en zijn overige fractiegenoten gingen accoord in 'de wetenschap dat het merendeel van de leden van 't Duumslupertje bestaat uit werkende jongeren en studerenden die zich geen grote contriubutie kunnen permitteren. Overigens kon dhr. Arensman zich wel in de gedachtengang van dhr. Kop pelaar vinden; „ieder die denkt een Vereniging of een klusje te zijn klopt maar bij 'de 'gemeente aan", mopperde ook 'dhr. Arenlsman. Overi'gens verzette hij zich niet tegen de subsidie. Zonder ook maar één woord commen taar (ging de raad accoord met het voor stel de subsidie aan. de Commisiie Vei lig Verkeer Middelhamis-Sommelsdijk met 500,tot een bedrag van duizend gulden te verhogen. Wel moeilijker zat het met het voor stel een aanvullend crediet van 47875,beschikbaar te stellen voor de aanteg van korfbalvelden t.b.v. de korf balver. „'Good-Luck". In sept. '74 was daarvoor al een cre diet bescUkbaar gesteld en nu dat aan zienlijk blee'k te moeten worden ver- Op donderdaig 15 januari a.s. houdt de afd. Goeree-Overflakkee van de •D.V.N, haar jaarlijkse ledenvergadering in „Vita Nova" te Sommelsdijk. Aanvang 19.30 uur. AUe 'belangstellenden,, ook niet-leden zijn hartelijk welkom. O.a. zal de (nieuwste D.V.N, film: „Ik ken ook iemandworden vertO'Ond waaruit zal blijken, dat ook Diabetes patiënten, normaal 'kunnen leven en werken. Verder zal het wO'Ord worden gevoerd door dr. H. F. Dankmeyer, in ternist, medisch adviseur D.V.N., die ook 'bereid is eventuele vragen te be antwoorden. In de pauze wordt u gra tis 'koffie aangeboden. Ook laat bovengenoemde afdeling van beide zijden van 't eiland bussen rij den, zodat het veivoer u niets kost. In lichtingen over plaats en tijd van ver trek 'der bussen worden u (gaarne ver strekt door S. de Vos, Nieuwstraat 11 Middelhamis, tel. 01870-3059. Gaarne opgaaf met hoeveel personen. U komt toch. ook? Er wordt op u „ge rekend! hoogd voelde dhr. W. Villerius zich wat genomen. „Nu zitten we In de boot maar de volgende keer, wanneer we niet meer zekerheden heibben, gaat bij ons de knip op de beursliet hij bij voorbaat weten. Geten moeite had de raad met de be schikbaarstelling van een crediet van 374.500,voor de beuw van een ge- imeenschapsruimte bij de J. C. van Gentsdiool te Sommelsdijk. Probleenüoze Pfaff lichtgewicht naaimachine met vrije arm en be roemde dubbelroterènde grijper, geheel compleet nu van 749,; voor maar Korte Meestraat 17, (01640) 35878 BERGEN OF ZOOM Alleenvertegenwoordiger voor Flakkee en Schouwen. Bij 'de af deUng Visserij van het Land- bouw-CEoonomisoh Instituut is een pu- blikatie verschenen*) betreiffende een herziene raming van de (bedrijfsresul taten van de Nederlandse zeevisserij In 1975. De reeds eerder in het jaar gepubliceerde raming blijkt in igrote lijnen 'door deze (berekening te worden bevestigd. Voor 'de zeevisserij is 1975 een verlies- igevend jaar. Vooral voor (de kotters van de kleine zeevisserij moet worden ge rekend met belan'grijke netto-tekorten. Ook voor de rederijen van de grote zeevisserij 'moet gemiddel op een tekort worden gerekend. Voor de garnalenvis serij als (geheel gaat een stij'ging van de 'besommtng gepaard met aanzienlijk hO(gere kosten doordat een deel van 'de 'kleinere 'boomkorkotters zich ook op de 'garnalenvisserij heeft toegelc'gd. Hier (door m'Oet de garnalenvisserij gemid deld ook met een, zij 'het vrij gering, netto-tekort rekening 'houden. Detze publikatie ikan W0(rden 'besteld door overschrijving van 3,op postrekening no. 41.22.35 t.n.v. het Landbouw-Economisch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te wor den: „Zend Inlichting no. 153". door Jan Knape M-zn. 8 Het pas begonnen huwelijksleven is natuurlijk erg vreemd, vooral voor Ja- comina. Hendrik heeft zijn werk bui tenshuis en elke morgen blijft ze een zaam achter. Het is iets waarvoor ze bang geweest is, maar ©en' verstandige m'oeder heeft haar een verstandige raad gegeven. Ze heeft gezegd: „Kin'd, als het je daar in den vreemde soms wat benauwd mocht worden vanwege de leegte om, je heen denk er dan aan, dat je daarheen gaat voor je man. Probeer je huis te vullen met je eigen 'gezellig heid. En julUe zullen zich zeker veel vrienden en vrienlinneh maken. Dat is voorlopig voldoenlde. „Ze legt een hoop volle klank in haar stem: „Voorlopig voldoende Het blijkt geen gemakkelij'ke opgaaf om het hioisi te vullen met eigen gezellig- 'heid. Want Hendrik heesft het ook 's avon'ds soms erg druk. Dan sleept hij een grote tekentafel op de vloer en hij tekent allerlei vierkanten en rechthoe ken en wat dies meer zij, en hij trekt er rechte en .kromme strepen doorfieen. Hij kladdert met groene verf om wed den te scthUderenl; met bruine verf om landerijen vruchtbaar te 'maken, en met blauwe verf om sloten en kreiken met water te vullen. Hij past en meet met een liniaal, met een cirkeltrekker en (gradenbogen, en hij maakt ellenlange becijferingen. Soms wil ze voor de ge zelligheid er wat tussendoor praten, maar dan zegt hij werikbrauwfronsend: „ssttEen andere vrouw zou 'haar pogingen misschien al dadelijk hebben opgegeven maar zij 'kent haar plicht, daarom komt ze hem een kus geven en zegt haastig: „Wat heb ik toch een heel knappe en een heel vlijtige en een erg (gezellige mari"En ze vermaant zidizelf: „sstt, niet praten meer" Dan lacht hij en vervolgt bemoedigd zijn moeilijke arbeid. De moeder van Jaoomina heeft voor speld: „jullie zullen zich zeker veel vrienden en vriendinnen maken". De voorspellin'g wordt bewaarheid. Het begint er met één, een oude vrij(geizel, die in zijn kosthuis niet roken mag, om dat de kostjuffrouw ervan gaat hoes ten. Hij komt bij hen 2iwij(gend een si gaartje roken. Maar de kring breidt zich snel uit met mensen die behalve roken ook kimnen praten. De dominee en zijn vrouw; het hoofd van de school; een paar collega's. De collega's bekijken altijd de vreemde tekeningen van Hen drik. Het hoofd van de school woont vlak naast hen, dat is een buitenkansje, want er is een groot gezin. De kinderen zeggen: „oom Hendrik en tante Mina". De jongste kinderen eten vaak aan tafel mee, dat is voor de kinderen een feest en Hendrik en Jacomina vermaken zi<±i alsof ze zelf weer kinderen gewor den zijn en „vader en moedertje" spe len. Dan vermaant Hendrik: „Niet met je thee knoeien, jongensNiet met een volle mond praten, Arie, eerst je mond leeg eten"Totdat ze hem' bestraft: „Je moet toch niet zo op de küideren brommen, man." En hij weer: „Kind, ik brom volstrekt niet, maar je kunt ze toch niet voor gal'g en rad op laten groeien!Tante, help jij Ria nog eens aan een nieuwe boterham. Kijk zo'n 'grote meid nou toch es, heeft al een hele boteiham 'opigegeten" Maar voor hun besef is het volstrekt 'geen kinderspel van „vader en moeder tje", hij zegt vrolij'k: „We zullen zó wei 'goed geslagen ten ijs komen, vrouw... Wat een oefensch'ool!" 2fe weert het lachend af: „Doe niet zo doL" Maar dan plotseling ernstig: ,Als 'dat nog es waar was, Hendiik" Als ze zes maanden getrouwd zijn be gint de eerste schaduw over hun hu welijksgeluk te vallen. Ze maken zich ongerust omdat er nog geen kindje op komst is. Sommige lezers zullen denken, dat de schrijver hier een grapje maakt, maar echtparen, die in 'dezelfde omstandig heid veiikeerd hebben als Hendrik en Jacomina zullen zeker willen bevestigen', dat het de volle waarheid is. Tenzij ze het beter vinden, dat er eerst een auto komt of iets van die aard! Dat zijn de mensen, die over het hoofd zien, dat - kinderen een erfdeel des Heeren zijn. Intussen, zes maanden getrouwd is toch nog zo'n heel lan^ tijd niet. Zo denkt Hendrik er ook over en daarom troost 'hij zijn vrouw, dat het nog best kan, ze mag vooral de moed niet verliezen. Hij verzekert het haar met vele en ern stige woorden. Er zijn toch wel meer ,men!sen, die eerst na een paar jaar hun eerste kindje krij'gen. Hij praat zó lang tot ze weer hoop ferij(gt en ze samen hun eigen onrust (belachelijk gaan vin den. Zo gaan ze opnieuw (huns weegs met blijdschap in het hart om het grote 'geluk, 'dat hun deel nog niet is maar het toch zeker eenmaal worden zal. En hij grappigt: „We zullen onderwijl maar goed oef ene, vrouwNiet met een volle mond praten, Ariezó, igrote jongen"..;... Ze zegt nog: „En neef zei dat nog wel van ons trouwboekje, weet je wel?" Hij knikt zwijgend. De maanden verstrijken en ze vieren 'de eerste jaardag van hxm. huwelij'k ■op het vreeonde eiland,, dat nu voor hen niet vreemd meer is. 's Morgens heel in de vroegte staan Arie en Theo al aan de deur met eeri er nog 'Over (om aan zijn 'vrouw voor te stellen de tekentafel voor de dag te ha len. Maar het (blijkt al spoedig, dat de komst van de kleine Ria een ware mt- komst is. Nu het kleine ding zich voor genomen heeft om oom Hendrik en tan te Mina bij te staan in 'de vele drukten van deze 'dag be'hoeft hij zich niet te vervelen. Ze loo'pt overal in de weg en hij 'komt ogen te (kort om haar na te .gaan. Om half elf komt de post en daarmee warden de feestelijkheden dan eindelijk ■geopend. Er komt een hele stapel brie ven. Jacomina komt er voor uit de keu ken op 'de voet gevolgd door Ria. De brieven worden haastig gesorteerd: van vader en! moe'der; van jouw vader en moeder; van Gerrit en Sien; van die en van die„O, kijk eens, Hendrik, van (Dit verhaal begint anno 1900) 'bos bloemen, en een ogenblik later komt Ria binnenvallen met de verzekering, dat de bloemen ook van haar zijn en van pa en moe. Ze geeft kusjes weg en informeert hoeveel taartjes de bakker gebracht heeft. Voorts vertelt ze, dat ze alle soorten limonade lust, rode li monade en gele limonade, „behalve van 'die zure, weet je wel, tante, die zo naar smaakt"En ze trekt een vies ge zichtje. Ze informeert of er ook zoiets bestaat als witte Um'onade, „iik bedoel niet water, tante, nee, heuse limonade". En of die witte limonade ook met een rietje kan worden gedronken en even lekker smaakt als rode en gele limona de. Tegen Arie en Theo zegt ze snib- (big, dat die lekker naar school moeten en dat zaj 'de hele dag bij oom en tante mag blijven om te helpen. 'Hendri'k blijft de hele 'dag thuis, om dat zijn vrouw gezegd heeft, dat ze dat zo bijzonder graag zou willen. Hij heeft gezegd: „Vooruit dan maar, laat ik es een hele dag feest vieren." -Maar in de morgenuren valt er nog weinig te feesten. Hij maakt zich onge rust, dat althans de morgeniuren wat traag voorbij zullen (gaan. Hij denkt neef Jano, wat aardig" 'Hendrik krijgt er een 'droge keel van om ze allemaal voor te lezen. Ria is bij tante Mina op schoot geklauterd en ze W'Ordt zoet gehouden met koekjes. De ze 'Oom en tante gaan uit van het begin sel, 'dat in bijzondere 0(mstan!digh6den ook 'by(zondere opvoedkundige middelen mogen worden toegepast. En in de tijd, waarin 'dit verhaal speelt, werd nog niet verkondigt in kranten en tijdschrif ten, 'dat zoetigheid slecht is voor kinder tandjes. En op 'het Eiland was nog geen Drinkwaterleidinig zodat men niet in de (gelegenheid was om de mensen met flu- or te vergiftigen. Hij (brengt het hele huwelijksfeest nog eens in herinnering, beginnende met de indrukwekkende toespraak van de Bur- (gemetester. Hij schrijft 'Over de vaart van het levensscheepje op een wijze, alsof de Burgemeester achter hem heeft gestaan om het verihaal te dicte ren. Ook vraagt hij of ze nog weten VEOi het trouwboekje, weten ze wel, toen hij dat zo zei van die tien kindertjes, en dat alle mensen daar zo om lachen moesten? Als Hendrik zover is met lezen fcijkt 'hij over de brief heen naar zijn vrouw. Maar hij kan haar gezichtje niet zien, ze heeft zich diep over Ria heen gebo gen, die in haar armen spartelt, en! ze vraagt aan het kind: „Wat (ben ik van je?" En het kind zegt (gesmoord: „Lieve tantemaar stoute oom Hendrik"... Die avond zijn ze een uur lang in de 'keuken bezig om de kopjes, schoteltjes, (glaasjes 'en wat dies meer zij, af te was sen en weer op zijn plaats te zetten, want de gasten zij^n vele geweest. Nadat dit werk (gedaan is strijken ze in de kamer neer bij de haard voor de nabetrachting alhoewel hij al dadeUjfc verkondigt, dat het hoog tijd is om naar bed te gaan. Ze zitten in een fau teuil teigenovar éïkander, maar naarma te de nabetrachting inniger wordt komt ze bij hem zitten op de zijleuning: „'t Was toch mooi, Hendrik". Het is niet duidelijk wat ze bedoelt. Is dit eerste huwelijksjaar zo mooi ge weest? Of deze feestdag? Of allebei? Hij vraagt (geen ■uitleig maar knikt en zegt: „Ja, 't was heel mooi, meisje----- Ze maken samen de bsJans op van (dit eerste jaar: een erg lief huisje ge- (kregen; gezellige buren; veel vrienden en ketnnissen; voor Hendrik prettig 'werk; een heerlijke vacantie (deze zo mer bij de ouders; de vaders en moe- (ders te loigeren gehadEn voor hem was er een nieuwe winterjas, anaar er was niet genoeg geld om voor haar een nieuwe mantel te kopen. Het heeft een kleine ruzie gegeven, die volgens haar wens is beslecht. Nu dat onderwerp nog ev enter tafel komt vlamt die ruzie weer op als !hij zegt: „Dat is de enige keer, dat je niet lief bent geweest: waar om 'heb je me nou toch die jas opge drongen?" Ze lacht er om: „Ik mag toch ook wel es een keer de (baas weze." Hij zegt lachend: „Hou je d'r reke ning mee, dat je op het Gemeentehuis 'beloofd hebt om mij ondemadig te we zen. En de dominee heeft nadrukkelijk igezsegd, dat je het hoofd van het gezin met „heer" moet aanspreken net als Sa rah haar man Abraha'm deed. Ik zal het je straks nog es precies voorlezen! Ze 'giechelt: „nou ja, dat was toen Ze knuffelt hem, en Ria zegt: „wat doen jiülie raar Ze verdiepen zich nog lang in hun herinneringen: wat kan er in zo'n jaar todh heel veel gebeuren! Hendrik zegt er van: „Wat een lijst van (onverdiende weldaden en zegeningenDe Heere heeft ons uit Sion rij'k gezegend, vrouwGunst ja, de dominee is al 'dood en de Burgemeester is met pen sioen Ze knikt. Dan wordt het een lange tijd stil. Op de schoorsteenmantel tikt 'd© pendule en in de haard flakkeren hoorbaar de vlammenHet lijkt wel of ze gaan vergeten om vanavond nog naar (bed te (gaan. Ria is in de armen van Jaoomina in slaap gevallen, ze wordt naar het bed gebracht zonder dat het weet. Ze zitten lang zwijgend naast elkan der, hand in handOp zolder is er een Ucht gerucht. Daar wendt Ria zich ■om in het igrote logeerbed. Ze heeft zo lang gesoebat of ze deze nacht bij oom Hendrik eri tante Mina mocht slapen vanwege deze bijizondere feestelijke ge legenheid, dat het ten laatste is toege staan. 'De twee mensen kijiken elkander aan. En hij buigt zich langzaam tot hem over, ze slaat haar arm om zijn hals en zegt zachtjes: „Maar nog igeen kindje, Hendrik" Hij kijkt haar lang en ónderzaékead aan lals wil hy elke trek van haar jon ge gezichtje ontcijferen en verklaren. Ze heeft een (kleur als een roos, die pas opengegaan is. Haar 'Ogen, met de lan ge wimjiers, zijn vochtig. Ze slaat haar ogen neer als schaamt ze zich over haar ongedtil'd. Htj strijkt met zijn hand door haar donkere (haar en! zegt: „Nee, nog geen kind" Ze rijst plotseling overeind en het (komt hard over haar lippen: ,J>at is toch het echt© niet" Hij verstaat het, want het logeerbed kra^d opnieuw en hij (geeft toe: ,,Nee, dét is het eOhte niet"Hij grijpt haar hand en terwijl hij diep in haar ogen Mjkt zegt hij zeer nadrukkelijk: „Foei,mag je dat zó zeggen" Ze schudt van nee, dat het niet mag, en ze houden elkander nog heel lang omvat Maar voordat ze gaan slapen moet hy haar nog een keer vermanen: „Foei, vrouw!" Want ze zegt verdrietig: „Als het zó blijft gaan, dan had neef Jan 2ich niet over het trouwboekje ongerust 'behoeven te maken"En als ze ziet hoe verdrietig 'hij wordt verontschul digt ze zich: „Och, een mens is niet al tijd eender, het zal wel weer over gaan" En hij zegt nog eens: „Foei, nog maar een jaar (getrouwdVrouw, wees todh wijzer!" (Slot volgt)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1976 | | pagina 5