illAriDEII - niEUWS
De Braderie
'^^Urootvader vertelt
blad
Dinsdag 30 december 1975
No. 4451
^IST BETER I
lags geslotai.
«AAIEN
dorp
ïshoek-
ouddorp
•k -k
k k
BOEKBESPREKING
Saulus van Tarsen
„Saulus van Tarsen", door
ds. P. Blok. Uitgave Boekhuis
~~Ariese - Middelharnis
Studie- en
Informatiedag
De straathandel vierde deze zomer hoogtij op de ia het winkelcentrum te
Middelharnis gehouden braderie. Zou het jasje passen?... lijken de dames
zich af te vragen.
3 dec-
■-mhe,
j; B V o L G V E
door Jan Knape M.zn
Hè, vader," zei de kleine Rietje piot
heel
or Foto
apait
VOORRAAD
CHE VOGEIS
ANARIES
l^nSN, eni
p binnen- en
-Tes, uit alle
L de wereld
irende sorterlni
,jblijvend onze
ELHORST
TONGE
iaUst
g met een mondvol aardappelen,
jammer, zeg, dat moeder nou net
■k is, hè,... met Oudejaarsavond"
Eet nou maar", vermaande Lies, de
dste, die de taak van haar moeder
ld overgenomen, „straks zijn wij klaar
£t eten en dan moet jij nog beginnen".
(pietje protesteerde zo goed als onver-
lanbaar, omdat men met een mond
,1 eten nu eenmaal niet duidelijk kan
•aten. Frans ze snibbig tegen Rietje:
filijke stiefmoeder!" Maar ik had me-
Jijden met de kleine meid, die als
'ngste moeders troetelkindje was, en
troostte: „Mischien is moeder binnen
paar dagen wel weer beterZe
leeft alleen maar een beetje kou gevat."
,Ach, meid", vond Bram enthousiast,
OU hoeven we vanavond immers niet
lar de kerk!... Dat begrijp je toch ze-
j wel"
Ik poogde dadelijk dat ongepaste en-
.ousiasme te smoren: „Maar Bram!"
Ic zette een vermanend gezicht zo goed
n zo kwaad als dat ging. „Maar, Bram,
oeidat meen je toch niet?"
Maar Bram meende het wel terdege,
n met echte schooljongensbrutaliteit
rierp hij tegen: „Nou, vader, maar we
nagge moeder toch niet zo maar alleen
ate ligge!"
„Ik zal met Rietje wel op moeder
assen en dan ga jij en Frans samen
net Lies naar de kerkHeb je dat
rerstaan?"
„De dominee preekt net zo vervelend"
am Frans zijn broer helpen.
Dat kan wel", gaf ik toe, niet erg
laedagogisch, maar wat doet een mens
;1 niet, als zijn vrouw op Oudejaarsdag
;iek op bed ligtHet werd een ogen
lik stil, alleen was er het geluid van
[vorken en messen
„Vader" begon de kleine Rietje weer
Ite zeuren, „wat jammer nou tooh hè,
[dat moeder ziek is, nou net met Oude-
I jaarsavond."
Mijn medelijden was, tengevolge van
lliet meningsverschil met de twee jon-
|gens, plotseling beneden het nulpunt
gedaald, en ik zei: „Ja, meid, eet nou
naardat is nou eenmaal niet an-
R H A A L „En hoeveel bakt u er?" Bram vroeg
het natuurlijk.
„Zo'n stapel." Ik wees met mijn hand
een meter bov^en de tafel.
„Zo'n grote berg!?"deed Bram
verwonderd, en hij mikte ook met zijn
hand, een halve meter boven de mij
ne! Ik knikte maar,de vreugde
deed mijn hart goed.
Toen vroeg hij: „Van de grond af,
vader?"
Dat was tooh wat al te erg, daarom
kalmeerde ik: „Natuurlijk niet, jongen,
van de tafel af"
„O"zei Bram, en zijn enthousi
asme bedaarde aanmerkelijk.
?Mi
prekers, o.a,:
kaketoe's
nkaketoe's
Y- en gr^ze
ntpapegaaien
10 stuks
IS van Ned
12
RK
7680 of 21291
Uw harteweni
De grootste
te bontzaak v.
uizenden korte
NTMANTEIS
de normale
garantie. Des-
ele kredietser-
ONTKONING,!
7, Rotterdam'
117.117. Parkfr
Bij kcop reis-
rs. terug (ook
•dag tot 21 uur
AiNIS
- OUDDORP
'eniden en he-
n
-aat 12
878 - 1356
■gend
BONiDE
Ouddorp
p,f.
6
VAJJ- DAM
PEE
10 - Ouddorp
vrienden en
voorspoedig
1378
NIEMAND
vriendenjn
en
eluldui
38 - Ouddoi?
MEIJER'
ING
va-ie) i'ien en
voorspoedig
Tel. 2215
ORP
JER
vrienden en
eluiktoS
EZUIJEN
vrient'en. en
fvoorspi
Ze begon te sdhreien en ze zei: „Moe-
Ider had beloofd, dat ze oliebollen zou
Ifcakfcen"
Ik kon aanvankelijk niets zeggen. Ik
werd ineens aangenaam herinnerd aan
vroegere Oudejaarsavonden, toen we
met z'n beidjes,.met z'n drietjes,
met z'n vieren, met z'n vijven, met z'n
zessen waren!Het waren altijd
zulke mooie Oudejaarsavonden geweest,
ondanks het groeiende aantal deelne
mers aan de feestelijkheid,of juist
misschien daaromDat begrijpen de
mensen van de tegenwoordige tijd mis
schien niet meer. En het waren altijd
Oudejaarsavonden geweest met oliebol
lenEn die zouden we moeten mis
sen! Hartelijk zuchtte ik met de kleine
Rietje mee: „Ja, echt jamimer, meid,...
echt jammer,geen oliebollen van
avond"
Ze begon harder te huilen, daarom
troostte ik maar weer: „Moed houden,
meisje, over een paar dagen is moe
der weer beter en dan bakt ze nóg wel
olidboUen!"
Ze begon haar tranen af te drogen
en klaagde nog: „Maar dan is het geen
Oudejaar meer!"
Hoe ik toen op het stomme idee ge
komen ben weet ik nog niet ik geef
er 'de ongesteldheid van mijn vrouw de
schuld van, want anders doe ik nooit
domme dingen Heel Flakkee kan dat
getuigen! „Weet je wat, Marietje, wij
bakken oliebollen vandaag"
Verwonderde gezichten aan tafel.
Bram vond het eerst zijn spraak tenig,:
„Hè ja, vader, vanavond"
Hij juichte met zijn armen in de
lucht. „Wij zullen helpen, vader,
niewaar, Frans"
Mijn stem klonk als een opkomend
onweer: „Nee, niet vanavond, vader,...
vanavond gaan jullie naar de kerk, heb
ik toch gezegd"
,,0 jada's waar ook"Het viel
hem ineens in. Hij kleurde niet eens.
Bram is een olijkerdZijn inschik-
kelijtoeid gaf mij dadelijk mijn goed
humeur weer terug en ik stelde nog
eens nadrukkelijk in het vooruitzicht:
,Vanavond eten we fijn oliebollen, jon
gens"
„Maar u meent dat toch niet, va
der?"Lies vroeg het, bezorgd. „Wat,
meid, oliebollen eten?Natuurlijk
meen ik dat"
„En moet U die bakken?!
„Natuurlijk, wie anders!
„En wij helpen!"Bram, met een
braniegezioht, sloeg zich op zijn borst.
Lies protesteerde: „En dat met de za
terdagmiddagHoe komt u er bij?...
Zo'n vette smeerboel!"
Ik was niet meer van mijn voorne
men af te brenlgen. Het heerlijke voor
uitzicht had me hele-maal te pakken en
haastig stelde ik gerust: „Daar heb je
geen smeerboel van, meid"
„Welnee!"Het klonk smalend.
„We doen het tooh!',, zei Bram, ,,hè
vader"Ik voelde dat hij een stille
wraak nam op Lies, maar waarvoor, dat
wist ik niet. Bram is ondoorgrondelijk...
Ik preikkizeerde hoe ik het gezag van
Lies kon redden zonder het mijne te
graibbel te gooien, toen Frans mij uit
de moeite hielp: „Vader, weet u nou
wel hoe u oliebollen bakken moet?"
Hij vroeg het bezorgd.
„Aoh jongen", schepte ik op, „al hon
derd keer gedaan van z'n leven,
samen met je moeder"
„Echt waar, vader?"Drie stem
men vroegen het, opgetogen.
„Echt waar, jongeris!"Ik glori
eerde.
Met ons vieren gingen we naar bo
venLies wou niet mee, ze nam
geen deel aan de algemene vreugde,
pruilend ruimde ze de tafel af. Ik hoor
de haar iets brommen over een „smeer
boel", en ze zei woorden', idie ik haar
niet geleerd had en waarin ze ook niet
op de Christelijke School was onderwe
zen.
„Vader bakt oliebollen vanmiddag,
moeder!"Het was een juiohkreet uit
drie monden tegelijk. Van tussen het
witte beddegoed keek mijn vrouw mij
ongelovig aan.
liep en telkens vroeg: „Waar zijn we
nou mee bezig, vader?"
Zó naderde het grote moment
De olie knetterde in de panDe
twee jongens en de kleine Rietje ver
drongen zich voor de kachel en ze we
zen elkander hoe de olie sputterde. Ik
trachtte hen met .dringende woorden
te overreden om plaats voor mij te ma
ken. Het hielp niet. Ten einde raad deed
ik over hun hoofden heen het eerste
deeg in de pan. Bram zette een vrolijk
gejuich in, dadelijk opgevolgd door de
anderen. Frans sloeg de lepel met deeg
uit mijn handen, die op de grond neer
kwam
„U doet het niet goed,, vader", zei
Bram, „moeder heeft gezegd"Ach
jongen,ga maar es uit de weg"
„Kijik", zei Frans, en hij wees met
zijn. vinger, „het wordt een eiland.
Bram,gaat es weg, jo, laa 'k ook
es goed kijke"Hij roeide met zijn
ellebogen.
„Schei uit"vermaande Bram.
„Kijk, een groot eiland, Frans. Kun je
het goed zien. RietjeGaat es op
zij, Frans, Rietje kan het niet goed
zien"
Tot mijn söhrik zag ik, dat het inder
daad een eiland werd inplaats van een
oliebol.
„Dat moet u zó doen, vader'', meen
de Bram, en hij maakte aanstalte om
vork en lepel uit mijn handen te ne
men.
„Ga weg, jongen", eri ik liet weer een
lepel deeg in de pan vallen. „N6g een
eiland", zei Bram, „leuk, vader't
De 'kleine Rietje greep naar de scho
tel: „Laa 'k ook es ruike"
Drie neuzen bukten zich diep over
de eerste vruoht van deze middag
Ze snoven als varkens't Ruikt naar
gabakkien' biefstuk," meende Frans,
„lekker,wat zullen we smullen!"
„Nou", vond Bram, naar gebakken
visfijn jó!"
Ik rook zelf ook eens. Gebakken vis!...
Daarnet had het mij ook al toegesche
nen of ik een vislucht gewaar werd,
maar ik had er verder geen aandacht
aan geschonken, want je ruikt op zo'n
middag zoveel, dat je ten langen leste
niet s meer ruikt. Nu kwam ineens mijn
wantrouwen weer boven. Haastig on
derzocht ik het restantje meel. Ik had
todh, hoopte ik, bij vergissing niet Sluis'
OQhtendvoer voor kippen gebruikt!
Het meel leek me wel wat grauw, maar
ik kon het niet uitmaken. Ik bemoeide
me nooit met de lappen, dus ik had
ook geen verstand van kippenvoer
„Bram, ga jij es even aan moeder vra
gen of dit het goede meel is.
„Het goede meel, vader?!Ver
wonderde ogen.
„Ja, jongen"
„Natuurlijk, vader, is dat het goede
meel. En we zijn al aan 't bakken!"...
„Ja jongen,, maar ga het toch maar es
vragen"
Hij schudde zijn hoofd in niet begrij
pen. „Zal ik Schouwen en Duiveland
voor moeder meenemen?"
„Nee, ga nu maar"
„Dan kan ze proeven of het meel
goed is"Hij maakte aanstalten om
de grote schotel met het ongelukkige
misbaksel mee te nemen.
„Laat je staan!!Ga je nou!!" Het
deur. Ze zei geniepig: „Ik zal es in
Eilandennieuws kijke wie van de dok
ters met de feestdagen dienst heeft!"
De deur viel met een klap dicht. Bram
riep haar iets na, ik verstond niet pre
cies wat het was, het leek op „stief-
moêr", of iets dergelijks
„Wéér eilanden, vader"moedigde
Bram: aan.
„J6, hou je snuit",Ik deed ver
geefse pogingen om de vork weer m,ach-
tig te wordenDe jongens gaven
aanwijzingen!
De keuken was één vette, vieze walm
en met ons vieren gleden we als spo
ken door de dikke nevel. De berg olie
bollen groeide, groeideIk zweette
als een kolensjouwer
Het enthousiasme van de kinderen
was van lieverlede iets geminderd. Nu
het einde ging naderen leefde het weer
belangerijk opDe smulpartij kwam
in 't zicht!De jongens hadden, al
herhaaldelijk gezeurd: „Magge we d'r
eentje, vader?"Maar ik had het
telkens tegen weten te houden. Ik deed
dat voornamelijk uit overweging, dat
ik al mijn aandacht bij het bakken no
dig had, en mij niet kon bemoeien met
de dingen, die achter mijn rug gebeur
den. En daar was ook nog een andere
reden. Ik wou straks naar boven met
heel de berg oliebollen, en dan wou ik
vragen: „En wat zeg je nou daar eens
van, vrouw?"En dan zou de grote
berg haar moeten., overbluffen want de
kwaliteitNou,ik stapelde de
exemplaren, die het minst mislukt wa
ren, aan de taitenkant,en van die
wolven rondom de oliebollen. Ik haalde
eetgerei voor de dag.
„Vlug, vader, 'k heb zo'n honger".
Bram wreef met zijn hand over zijn
buik, hij trappelde van ongeduud.
„Eerst voor moeder, jongen"Ik.
deed de oliebollen op een bord, de mooi
ste, die ik vinden kon, en strooide sui
ker. Ik deed dat met veel zorg, want
de suiker m^oest nog heel wat onge
rechtigheden veribergen'
„Laat mij het maar doen,dat gaat
vlugger"Vóór ik het verhinderen
kon had Bram het bord uit mijn handen
gegrist, ik hoorde hem al boven stom
melen. De kleine Rietje begon te
schreien. „Jij mag er straks nog een paar
bij moeder brengen, hoor", troostte ik.
„En nou zullen wij es gaan smullen",
kondigde ik aan.
Een daverend applaus volgde op deze
korte rede.
Toen kwam er plotseling een
schreeuw van boven: „Kees!... Kees!"...
Kees,dat ben ik. Ik stond te be
ven op mijn benen. Er lag iets angstigs
in die kreet, iets ontzettendsIk wist
niet, dat mijn zieke vrouw zoveel ge
luid kon gevenZe zou zich toch niet
verslikt hebben in zo'n gloeiend olie
eiland?!Ik had de mooiste nog al
voor haar uitgezocht!Ik wilde al
met water naar bovenNee, verslilct,
dat kon niet,iemand, die zich ver
slikt heeft, kan zóveel geluid niet ge
venHaar mond verbrand dan?
Maar zó gloeiend waren ze toch ook
niet meer
„Kees!Kees!"
„Ja, kind, ik kom al"Ik begon te
hollen, de kinderen holden voor mij uit.
Boven aan de trap kon ik mij met moei-
Oliebollen on Oudejaarsavond
Ik knikte dat het inderdaad zo was,
ik durfde het eigenlijk niet hardop te
zeggen. Het leek wal of de jongens het
begrepen, want Bram greep mijn hand
bemoedigend beet en trok me tot vlak
bij het ledikant: „Echt waar, hè vader?"
Ik moest blijkibaar een plechtige ver
klaring afleggen.
„Wat mankeer je?" vroeg mijn vrouw,
en in haar stem was veel afkeuring.
Ik had het verwacht, daarom zei ik
alleen: „Ik heb het beloofd!"Toen
zei ze nog eens: „Wat mankeer je!"
Ze schudde haar hoofd. En dan ineens,
met minachting in haar stem: „Wat wou
je daar nu van terecht brengen!"
Ik zette mijn borst vooruit. „Kom!",
zei ik, en in dat enkele woordje legde
ik alles wat ik op dat ogenblik te ?.eg-
gen had.
„Vader kan het ibest!" Bram kwam me
weer helpen.
„En", beloofde Frans, „wij zullen de
boel opruiimen, moeder"
„Ja", zei de kleine Rietje, „en ik zal
kijken of vader het goed doet, moe
der"
Toen begon mijn vrouw te lachen.
„Nou"zei ze „dan moet je het zelf
weten"
Ik beschouwde dét als haar toestem
ming
„Laten we nou dadelijk gaan begin
nen, vader"Bram trok aan de
mouw van mijn jas. „Ga nou mee, an
ders komen we niet klaar vóór kerk-
tijd"Ik keek hem eens aan, maar
op zijn ondoorgrondelijk gezicht was al
leen te zien', dat hij het ditmaal toch wel
echt kon menen, hoewel ik er op goede
gronden aan twijfelde
„Ik mag toch wel even moeder ge
zelschap houden", vond ik. „Het is nog
vroeg genoeg, en Lies is nog niet klaar
in de keuken."
„Ja, maar het wordt zo laat", zei hij
nog. „En we jagen Lies wel weg!"
Ek gal er geen antwoord op en ging
naast het ledikant zitten. Voorzichtig
informeerde ik: „Hoe kan ik dat nou
het beste doen?"
Mijn vrouw lachte: „En ik dacht, dat
je zo goed oliebollen kon bakken!
Ik denk, dat ik maar es zal proberen
om iiit bed te komen"
Ik weerde het ten stelligste af: „De
dokter heeft gezegdik kon de zin
niet eenïs afmaken. „Kom nou maar mee,
vader", zei Bram, „dat weten wij wel!"
Hij trok me van het bed weg.
„Stil Bram"Ik stelde natuurlijk
geen vertrouwen in de kennis van mijn
oudste jongen, noch in mijn eigen er
varingen op 'dit gebied. Geduldig wacht
te ik op de aanwijzingen, die mijn vrouw
zou igeven. En die kreeg ik, met veel
omhaal van woorden: daar staat het
meel, en daar de gist, en daar kun je
olie vinden, en die pan moet je gebrui-
gen, en die pot, en die lepel, en die
vork. En oppassen hiervoor en' voor
zichtig zijn daarvoor, en dit niet doen,
en dat wél doenEr scheen geen ein
de aan te komen. Ik knikte herhaal
delijk, 'dat ik het begrepen had, repe
teerde no'g enkele van de gewichtigste
aanwijzingen, todat Bram niet meer te
houden was en mij meetrok: „Koim nou
maar, vader, nou hebben we het wel
gesnapt!"
Het hele gezelschap zakte de trap af
en belandde in de keuken, waar Lies
juist de laatste borden en pannen liet
verdwijnen'. Ik streek haar langs de
kin, maar ze weerde me -nijdig af en zei
alleen: „Nou is de keuken schóón"
Ze wilde nog meer zeggen, maar ik viel
haar haastig in de rede: „Ja, kind, we
zullen erg voorzichtig zijn, hoor"
Ze sloeg de deur reeds achter zich
dicht. „Ik ga boodsc'happen doen," zei
ze nog.
„Hoepel maar op, wat zegt u, vader",
vond Bram. Hij keek met een onbe
schrijfelijke blik naar de achter Lies
diohtgevallen deur. Ik gaf geen ant
woord, maar 'ging ijveri'g aan het werk.
Ik sleepte potten en pannen |voor de
'dag, deeid bussen! open en weer dicht,
onderzocht de inhoud van flessen en
flacons, morste olie op de kachel en
meel in het petroleumstel, zodat het
niet branden! wilde,kortom, ik zette
de ganse keuken op stelten, daarbij vu
rig geholpen door de twee jongens, ter^-
wijl de kleine Rietje voor mijn voeten
gaat prachtig, kijk Frans, dat is Schou
wen en Duiveland, zie je dat, zeg
Vader, maakt u er nou St. Philipsland
nog es bij, zo'n klein eilandje, dat kan
ino'g best"
„Laa 'k eis kijke"zeurde Rietje.
„Jongens, als je nou niet uit 'de weg
gaat, 'dan zal ik je es een ,St. Phi
lipsland om je oren geven en nog een
Beveland ei: bij! Heb je dat verstaan?!...
Is het nog geen tij'd voor 'de kerk?"
Ik keek 'op de klok, het was nog maar
even drie uur! De jongens deden net of
ik er niet was.
,,Kijk", zei Frans, met zijn vinger in
de pan wijzend „er komen blaasjes op,...
zie je dat?
„Vuurspuwende bergen!"fanta
seerde Bram.
„Heb je nou «op Schouwen en Duive
land vuurspuwende -bergen!" meende
Frans minachtend.
Braon nam geen notitie van die aan
merking. Hij waarschu'wde: Vader
Schouwen en Duiveland is haast
gaar"
Ik zag het ook en viste zo goed en
zo kwaad als 'dat ging het olie-eiland
uit de pan. Het eerste product van mijn
moeizaam sloven zag er niet al te best
uit, maar de jongens vonden het prach
tig.
„Wat ruikt-ie fijn", vond Bram, hij
snoof hoorbaar.
„Nou, fijn," stemde Frans in.
klonk als een ontptoffing. De schaal
kwam bijna op de grond terecht. Bram
verdween 'haastig.
Binnen vijf minuten was hij terug. In
één adem raffelde hij zijn verhaal af:
Het was het goede meel, eri moeder had
gevraagd hoe het ging, en hij 'had ver
teld van prachtig, en dat het geen
olie-eilanden, en -dat we heel Zeeland
aan het 'bakken warenEn als heel
Zeeland gebakken was dan ging Goeree
en Overflafckee in de olie!"Ik dacht,
dat Goeree en Overflakkee al aardig in
de olie lag, maar dat zei ik niet: de
jongens zouden het toch niet beigrijpen.
„Nou zullen wij Schouwen en Dui
veland maar vast opefceri!"
„Bram stond al met een mes in zijn
handen. „Mag dat, vader?"
Ik was bezig deeg in de pan te doen
en stond met mijn rug naar 'hem toe.
„Welnee, dat mag je niet!"
„Waaro-m nou niet?"
„Daarom niet"Ik stond te zweten
als een paard.
„Toe nou, vader"
„Nee, zeg ik toohZie je nou, dat
is nou jullie's schuld"De vork was
in de pan gevallen. De kleine Rietje
maakte aanstalten om er die met haar
vingertjes uit te vissen, wat ik maar
net op tijd beletten konLies stak
net haar gezicht door een kier van de
'had ik alles nodig wat er was.
En we gingeri naar boven naet 'de olie
bollenZe fcoinden niet allemaal op
één schaal. Ik droeg zelf éne grote,
't was eigenlijk geen schaal, 't was een
soort afwas'kom, geloof ikEn de
rest van de oogst had ik aan Bram en
Franis toevertrouwd.
Op de slaapkamer zetten we het ge
valletje O'P de grond. M.ijn vrouw glun
derde -bij het zien van de opgetogen ge
zichten. Ik 'glorieerde. Met een gebaar,
dat geen enkele toneelspeler me verbe
terd zou 'hebben, zei ik: „Zie daar,
vrouw"
„Wilt u er eentje proeven, moeder?"
vroeg Bram.
Ik hield -hem tegen. „Rare jongen, je
hebt toch geen bord, en' daar moet tooh
suiker bij"
„Zulke le'kkere oliebollen lust ik wel
uit het vuistje, vader!"
Mijn vrouw lachte.
We zeulden de hele zaak de trap weer
af. Frans begon te zingen: „We gaan
naar Raume,de paus versohaune"...
Bram waarschuwde: „Dat mag je niet
zinge van vader"
In de keuken bedelde de kleine Riet
je: „Mag ik ze bij moeder brengen?"
'De jongens stonden als hongerige
tè op zolder 'hijsen, de schrik had mijn
benen 'haast verlamd.
Op 'de -slaapkamer zonk ik op een
stoel neer: „Ja, kind, wat is er?Ik
'hijigde naar adem. „Je laat me sohrik-
'fcen, meid"
Mijn vrouw zat overeind in bed, een
oliebol in haar handenl Haar stem
klonk kalm toen ze vroeg: „Waar heb
je die olie vandaan gehaald?"
Diepe stilte
„De olie?vroeg ik verbouwe
reerd. Ik voelde, dat ik wit werd. Daar
'ging iets gebeurenDe jongens ston
den er bij met -O'pen monden
„Ja, de olie"
Wel kind, uit -de kelderkast natuur
lijk"
„En ik heb igezegd, die stond in de
keukenkast!"
„Wel kind, 't was toch olie"
„Wel nee, jongen, -dat was lever
traan!"
Ik was een 'bezwijming nabij'
,,A'h", juichte Bram, „vader, he-b ik nog
niet gezegd: wat stinkt het hier ge
meen naar ■vis!"......
(Bewerkt naar een eerder gepubli
ceerde novelle in De Li'belle, 2e jaar
gang nr. 3, 'dec. 1935, uitgave Bosch
en Keuning, Baam).
Van de hand van ds. P. Blok, predi
kant der Gereformeerde Gemeente te
Dirksland is een bundel van zes predi
katies uitgekomen over: „Saulus van
Tarsen." Deze predikaties zyn woor-
deli[jk gedrukt zoals ze door hem zijn
uitgesproken. Het zijn vyf vervolgstof-
fen over de bekering van Saulus (later
Paulus genaamd) uit Handelingen 9 en
één predikatie over - Korinthe 15 8
„En ten laatste van allen is Hij ook van
m\j, als van een ontydig geborene ge
zien."
De eerste predikatie han'delt over
Saulus als een geopenbaarde en een
'gearresteerde zondaar. De tweede over
een ontblote, een verootmoedigde en een
affliankelijke zondaar. In de derde
preek gaat het over Saulus' verborgen
leven; in de vierde over Saulus' verkie
zing want deze is Mij een uitverko
ren vat. In de vijfde wordt het 'geloofs
leven van Saulus belicht, waarin beluis
terd wordt: 1. Christus verklaard. 2.
Christus aanvaard; 3. Christus -gepre
dikt. De zesde preek over 1 Kor. 15 8
is op een Paasmorgen uitgesproken.
Met klem wordt in deze leerredenen
een oproep tot bekering verno'men voor
jo'ng en oud, om evenals Saulus de wa
pens van vijandschap -neer te leggen en
zich de God van Saulus (gewonnen te
'geven. Saulus werd geveld op kracht
dadige wijze, maar duidelijk wordt aan
getoond dat de Heere, zij het op onder-
soheiden wijze in de heilsorde dezelfde
weg 'houdt als mét Saulus, n.l. zondaar
wordien voor God. Paulus moest later
zeggen: „mij de grootste der zondaren"
wat ieder recht ontdekte hem zal
moeten nazeggen. Met de schuldbrief
van totale verlorenheid in handen,
wordt er een roepen geboren, is er nog
een' middel om deze welverdiende straf
te ontgaan en wederom tot genade te
ko'men. Dan pas wordt door de Werking
van 'de Heilige Geest -Christus noodza
kelijk en dierbaar. Dan wordt geleerd
om de zaligheid buiten zichzelf in een
Ander te leren zoeken. Kort saamge-
vat zijn het Schriftuurlijk-bevindelij
ke predikaties, leerzaam en ontdekkend,
maar ook troostvol en bemoedigend voor
de strijdende Kerk.
De predikaties zijn niet alleen vo'or
particulier geibruik, maar tevens uit
nemend geschikt O'm in vakante ge
meenten voor te leeen.
'De bundel is fraai uitgevoerd en! -ge
bonden in een mooi bandje met gou'd-
opdruk op rug en plat. Het is voor zo'n
mooi 'boekje niet duur; de prijs is
slechts 11,90.
D.
Th. d. W.
Speciaal voor de DAMES van C.P.B, en
C.B.T.B. op DONDERDAG 8 JANUARI
1976 in de OOSTERKERK, Bergweg 88,
Goes.
Programma:
Vanaf 9.45 uur gelegenheid om kof
fie te drinken.
Om 10.00 uur OPENING door mevr.
Wondergem, presidente C.P.B.
Daarna spreekt Mr. G. W. Smalle-
gange, sekretaris C.B.T.B. over
ONZE TAAK ALS AGRARIëRS
VOOR DE DERDE WERELD,
waarbij het klankbeeld „Eten voor
Allen" over het Pakistan-projekt
vertoond wordt. Diskussie of vragen
tot de
LUNCHPAUZE, waarin u uw mee
gebrachte boterhammen of het voor
af bestelde lunchpakket kunt nutti
gen.
's Middags spreekt dhr. W. de Wolf,
soc. ekonomisch voorlichter over
HOE KOMT HET GEZIN VAN DE
ZELFSTANDIGE IN ONZE MAAT
SCHAPPIJ AAN ZIJN TREKKEN?
16.00 uur SLUITING.
Kosten p.p. 3,voor konsumpties
of 6,50 indien u ook een lunchpakket
wilt. Betaling aan de zaal.
Opgave uiterlijk maandag 5 jan. 1976
bij de C.B.T.B., postbus 45, Goes, tel.
(01100) 15448.
THOLEN
Sta-caravan „geruild". Voor het ver
duisteren van een sta-caravan van de
Sociale Dienst van de gemeente Gouda
werd de in Tholen verblijfhouende J.
S. door de politierechter te Middelburg
veroordeeld tot 2 maanden gevange
nisstraf. De man had van de 'gemeente
Gouda een sta-caravan van 13.700,
in -bruikleen. Bij het vervoer werd de
caravan besohadi'gd en S. besloot toen
de caravan te ruilen v-oor een ander en
'kreeg nog igeld toe.
Onrechtmatig 3 cheques geïnd. Mej.
C. H. schreef 3 cheques loit m'et een to-
taalwaarde van 1200,Zij onderte
kende 'deze met een naam van een fa
milielid en gebruikte het geld O'm schul
den! af te doen. Door de politierechter
werd zij veroordeeld tot een boete van
200,en een voorwaardelijke gevan-
'geniS'Straf van 3 weken met een proef
tijd van 2 jaar.