illAriDEII - niEUWS De Braderie '^^Urootvader vertelt blad Dinsdag 30 december 1975 No. 4451 ^IST BETER I lags geslotai. «AAIEN dorp ïshoek- ouddorp •k -k k k BOEKBESPREKING Saulus van Tarsen „Saulus van Tarsen", door ds. P. Blok. Uitgave Boekhuis ~~Ariese - Middelharnis Studie- en Informatiedag De straathandel vierde deze zomer hoogtij op de ia het winkelcentrum te Middelharnis gehouden braderie. Zou het jasje passen?... lijken de dames zich af te vragen. 3 dec- ■-mhe, j; B V o L G V E door Jan Knape M.zn Hè, vader," zei de kleine Rietje piot heel or Foto apait VOORRAAD CHE VOGEIS ANARIES l^nSN, eni p binnen- en -Tes, uit alle L de wereld irende sorterlni ,jblijvend onze ELHORST TONGE iaUst g met een mondvol aardappelen, jammer, zeg, dat moeder nou net ■k is, hè,... met Oudejaarsavond" Eet nou maar", vermaande Lies, de dste, die de taak van haar moeder ld overgenomen, „straks zijn wij klaar £t eten en dan moet jij nog beginnen". (pietje protesteerde zo goed als onver- lanbaar, omdat men met een mond ,1 eten nu eenmaal niet duidelijk kan •aten. Frans ze snibbig tegen Rietje: filijke stiefmoeder!" Maar ik had me- Jijden met de kleine meid, die als 'ngste moeders troetelkindje was, en troostte: „Mischien is moeder binnen paar dagen wel weer beterZe leeft alleen maar een beetje kou gevat." ,Ach, meid", vond Bram enthousiast, OU hoeven we vanavond immers niet lar de kerk!... Dat begrijp je toch ze- j wel" Ik poogde dadelijk dat ongepaste en- .ousiasme te smoren: „Maar Bram!" Ic zette een vermanend gezicht zo goed n zo kwaad als dat ging. „Maar, Bram, oeidat meen je toch niet?" Maar Bram meende het wel terdege, n met echte schooljongensbrutaliteit rierp hij tegen: „Nou, vader, maar we nagge moeder toch niet zo maar alleen ate ligge!" „Ik zal met Rietje wel op moeder assen en dan ga jij en Frans samen net Lies naar de kerkHeb je dat rerstaan?" „De dominee preekt net zo vervelend" am Frans zijn broer helpen. Dat kan wel", gaf ik toe, niet erg laedagogisch, maar wat doet een mens ;1 niet, als zijn vrouw op Oudejaarsdag ;iek op bed ligtHet werd een ogen lik stil, alleen was er het geluid van [vorken en messen „Vader" begon de kleine Rietje weer Ite zeuren, „wat jammer nou tooh hè, [dat moeder ziek is, nou net met Oude- I jaarsavond." Mijn medelijden was, tengevolge van lliet meningsverschil met de twee jon- |gens, plotseling beneden het nulpunt gedaald, en ik zei: „Ja, meid, eet nou naardat is nou eenmaal niet an- R H A A L „En hoeveel bakt u er?" Bram vroeg het natuurlijk. „Zo'n stapel." Ik wees met mijn hand een meter bov^en de tafel. „Zo'n grote berg!?"deed Bram verwonderd, en hij mikte ook met zijn hand, een halve meter boven de mij ne! Ik knikte maar,de vreugde deed mijn hart goed. Toen vroeg hij: „Van de grond af, vader?" Dat was tooh wat al te erg, daarom kalmeerde ik: „Natuurlijk niet, jongen, van de tafel af" „O"zei Bram, en zijn enthousi asme bedaarde aanmerkelijk. ?Mi prekers, o.a,: kaketoe's nkaketoe's Y- en gr^ze ntpapegaaien 10 stuks IS van Ned 12 RK 7680 of 21291 Uw harteweni De grootste te bontzaak v. uizenden korte NTMANTEIS de normale garantie. Des- ele kredietser- ONTKONING,! 7, Rotterdam' 117.117. Parkfr Bij kcop reis- rs. terug (ook •dag tot 21 uur AiNIS - OUDDORP 'eniden en he- n -aat 12 878 - 1356 ■gend BONiDE Ouddorp p,f. 6 VAJJ- DAM PEE 10 - Ouddorp vrienden en voorspoedig 1378 NIEMAND vriendenjn en eluldui 38 - Ouddoi? MEIJER' ING va-ie) i'ien en voorspoedig Tel. 2215 ORP JER vrienden en eluiktoS EZUIJEN vrient'en. en fvoorspi Ze begon te sdhreien en ze zei: „Moe- Ider had beloofd, dat ze oliebollen zou Ifcakfcen" Ik kon aanvankelijk niets zeggen. Ik werd ineens aangenaam herinnerd aan vroegere Oudejaarsavonden, toen we met z'n beidjes,.met z'n drietjes, met z'n vieren, met z'n vijven, met z'n zessen waren!Het waren altijd zulke mooie Oudejaarsavonden geweest, ondanks het groeiende aantal deelne mers aan de feestelijkheid,of juist misschien daaromDat begrijpen de mensen van de tegenwoordige tijd mis schien niet meer. En het waren altijd Oudejaarsavonden geweest met oliebol lenEn die zouden we moeten mis sen! Hartelijk zuchtte ik met de kleine Rietje mee: „Ja, echt jamimer, meid,... echt jammer,geen oliebollen van avond" Ze begon harder te huilen, daarom troostte ik maar weer: „Moed houden, meisje, over een paar dagen is moe der weer beter en dan bakt ze nóg wel olidboUen!" Ze begon haar tranen af te drogen en klaagde nog: „Maar dan is het geen Oudejaar meer!" Hoe ik toen op het stomme idee ge komen ben weet ik nog niet ik geef er 'de ongesteldheid van mijn vrouw de schuld van, want anders doe ik nooit domme dingen Heel Flakkee kan dat getuigen! „Weet je wat, Marietje, wij bakken oliebollen vandaag" Verwonderde gezichten aan tafel. Bram vond het eerst zijn spraak tenig,: „Hè ja, vader, vanavond" Hij juichte met zijn armen in de lucht. „Wij zullen helpen, vader, niewaar, Frans" Mijn stem klonk als een opkomend onweer: „Nee, niet vanavond, vader,... vanavond gaan jullie naar de kerk, heb ik toch gezegd" ,,0 jada's waar ook"Het viel hem ineens in. Hij kleurde niet eens. Bram is een olijkerdZijn inschik- kelijtoeid gaf mij dadelijk mijn goed humeur weer terug en ik stelde nog eens nadrukkelijk in het vooruitzicht: ,Vanavond eten we fijn oliebollen, jon gens" „Maar u meent dat toch niet, va der?"Lies vroeg het, bezorgd. „Wat, meid, oliebollen eten?Natuurlijk meen ik dat" „En moet U die bakken?! „Natuurlijk, wie anders! „En wij helpen!"Bram, met een braniegezioht, sloeg zich op zijn borst. Lies protesteerde: „En dat met de za terdagmiddagHoe komt u er bij?... Zo'n vette smeerboel!" Ik was niet meer van mijn voorne men af te brenlgen. Het heerlijke voor uitzicht had me hele-maal te pakken en haastig stelde ik gerust: „Daar heb je geen smeerboel van, meid" „Welnee!"Het klonk smalend. „We doen het tooh!',, zei Bram, ,,hè vader"Ik voelde dat hij een stille wraak nam op Lies, maar waarvoor, dat wist ik niet. Bram is ondoorgrondelijk... Ik preikkizeerde hoe ik het gezag van Lies kon redden zonder het mijne te graibbel te gooien, toen Frans mij uit de moeite hielp: „Vader, weet u nou wel hoe u oliebollen bakken moet?" Hij vroeg het bezorgd. „Aoh jongen", schepte ik op, „al hon derd keer gedaan van z'n leven, samen met je moeder" „Echt waar, vader?"Drie stem men vroegen het, opgetogen. „Echt waar, jongeris!"Ik glori eerde. Met ons vieren gingen we naar bo venLies wou niet mee, ze nam geen deel aan de algemene vreugde, pruilend ruimde ze de tafel af. Ik hoor de haar iets brommen over een „smeer boel", en ze zei woorden', idie ik haar niet geleerd had en waarin ze ook niet op de Christelijke School was onderwe zen. „Vader bakt oliebollen vanmiddag, moeder!"Het was een juiohkreet uit drie monden tegelijk. Van tussen het witte beddegoed keek mijn vrouw mij ongelovig aan. liep en telkens vroeg: „Waar zijn we nou mee bezig, vader?" Zó naderde het grote moment De olie knetterde in de panDe twee jongens en de kleine Rietje ver drongen zich voor de kachel en ze we zen elkander hoe de olie sputterde. Ik trachtte hen met .dringende woorden te overreden om plaats voor mij te ma ken. Het hielp niet. Ten einde raad deed ik over hun hoofden heen het eerste deeg in de pan. Bram zette een vrolijk gejuich in, dadelijk opgevolgd door de anderen. Frans sloeg de lepel met deeg uit mijn handen, die op de grond neer kwam „U doet het niet goed,, vader", zei Bram, „moeder heeft gezegd"Ach jongen,ga maar es uit de weg" „Kijik", zei Frans, en hij wees met zijn. vinger, „het wordt een eiland. Bram,gaat es weg, jo, laa 'k ook es goed kijke"Hij roeide met zijn ellebogen. „Schei uit"vermaande Bram. „Kijk, een groot eiland, Frans. Kun je het goed zien. RietjeGaat es op zij, Frans, Rietje kan het niet goed zien" Tot mijn söhrik zag ik, dat het inder daad een eiland werd inplaats van een oliebol. „Dat moet u zó doen, vader'', meen de Bram, en hij maakte aanstalte om vork en lepel uit mijn handen te ne men. „Ga weg, jongen", eri ik liet weer een lepel deeg in de pan vallen. „N6g een eiland", zei Bram, „leuk, vader't De 'kleine Rietje greep naar de scho tel: „Laa 'k ook es ruike" Drie neuzen bukten zich diep over de eerste vruoht van deze middag Ze snoven als varkens't Ruikt naar gabakkien' biefstuk," meende Frans, „lekker,wat zullen we smullen!" „Nou", vond Bram, naar gebakken visfijn jó!" Ik rook zelf ook eens. Gebakken vis!... Daarnet had het mij ook al toegesche nen of ik een vislucht gewaar werd, maar ik had er verder geen aandacht aan geschonken, want je ruikt op zo'n middag zoveel, dat je ten langen leste niet s meer ruikt. Nu kwam ineens mijn wantrouwen weer boven. Haastig on derzocht ik het restantje meel. Ik had todh, hoopte ik, bij vergissing niet Sluis' OQhtendvoer voor kippen gebruikt! Het meel leek me wel wat grauw, maar ik kon het niet uitmaken. Ik bemoeide me nooit met de lappen, dus ik had ook geen verstand van kippenvoer „Bram, ga jij es even aan moeder vra gen of dit het goede meel is. „Het goede meel, vader?!Ver wonderde ogen. „Ja, jongen" „Natuurlijk, vader, is dat het goede meel. En we zijn al aan 't bakken!"... „Ja jongen,, maar ga het toch maar es vragen" Hij schudde zijn hoofd in niet begrij pen. „Zal ik Schouwen en Duiveland voor moeder meenemen?" „Nee, ga nu maar" „Dan kan ze proeven of het meel goed is"Hij maakte aanstalten om de grote schotel met het ongelukkige misbaksel mee te nemen. „Laat je staan!!Ga je nou!!" Het deur. Ze zei geniepig: „Ik zal es in Eilandennieuws kijke wie van de dok ters met de feestdagen dienst heeft!" De deur viel met een klap dicht. Bram riep haar iets na, ik verstond niet pre cies wat het was, het leek op „stief- moêr", of iets dergelijks „Wéér eilanden, vader"moedigde Bram: aan. „J6, hou je snuit",Ik deed ver geefse pogingen om de vork weer m,ach- tig te wordenDe jongens gaven aanwijzingen! De keuken was één vette, vieze walm en met ons vieren gleden we als spo ken door de dikke nevel. De berg olie bollen groeide, groeideIk zweette als een kolensjouwer Het enthousiasme van de kinderen was van lieverlede iets geminderd. Nu het einde ging naderen leefde het weer belangerijk opDe smulpartij kwam in 't zicht!De jongens hadden, al herhaaldelijk gezeurd: „Magge we d'r eentje, vader?"Maar ik had het telkens tegen weten te houden. Ik deed dat voornamelijk uit overweging, dat ik al mijn aandacht bij het bakken no dig had, en mij niet kon bemoeien met de dingen, die achter mijn rug gebeur den. En daar was ook nog een andere reden. Ik wou straks naar boven met heel de berg oliebollen, en dan wou ik vragen: „En wat zeg je nou daar eens van, vrouw?"En dan zou de grote berg haar moeten., overbluffen want de kwaliteitNou,ik stapelde de exemplaren, die het minst mislukt wa ren, aan de taitenkant,en van die wolven rondom de oliebollen. Ik haalde eetgerei voor de dag. „Vlug, vader, 'k heb zo'n honger". Bram wreef met zijn hand over zijn buik, hij trappelde van ongeduud. „Eerst voor moeder, jongen"Ik. deed de oliebollen op een bord, de mooi ste, die ik vinden kon, en strooide sui ker. Ik deed dat met veel zorg, want de suiker m^oest nog heel wat onge rechtigheden veribergen' „Laat mij het maar doen,dat gaat vlugger"Vóór ik het verhinderen kon had Bram het bord uit mijn handen gegrist, ik hoorde hem al boven stom melen. De kleine Rietje begon te schreien. „Jij mag er straks nog een paar bij moeder brengen, hoor", troostte ik. „En nou zullen wij es gaan smullen", kondigde ik aan. Een daverend applaus volgde op deze korte rede. Toen kwam er plotseling een schreeuw van boven: „Kees!... Kees!"... Kees,dat ben ik. Ik stond te be ven op mijn benen. Er lag iets angstigs in die kreet, iets ontzettendsIk wist niet, dat mijn zieke vrouw zoveel ge luid kon gevenZe zou zich toch niet verslikt hebben in zo'n gloeiend olie eiland?!Ik had de mooiste nog al voor haar uitgezocht!Ik wilde al met water naar bovenNee, verslilct, dat kon niet,iemand, die zich ver slikt heeft, kan zóveel geluid niet ge venHaar mond verbrand dan? Maar zó gloeiend waren ze toch ook niet meer „Kees!Kees!" „Ja, kind, ik kom al"Ik begon te hollen, de kinderen holden voor mij uit. Boven aan de trap kon ik mij met moei- Oliebollen on Oudejaarsavond Ik knikte dat het inderdaad zo was, ik durfde het eigenlijk niet hardop te zeggen. Het leek wal of de jongens het begrepen, want Bram greep mijn hand bemoedigend beet en trok me tot vlak bij het ledikant: „Echt waar, hè vader?" Ik moest blijkibaar een plechtige ver klaring afleggen. „Wat mankeer je?" vroeg mijn vrouw, en in haar stem was veel afkeuring. Ik had het verwacht, daarom zei ik alleen: „Ik heb het beloofd!"Toen zei ze nog eens: „Wat mankeer je!" Ze schudde haar hoofd. En dan ineens, met minachting in haar stem: „Wat wou je daar nu van terecht brengen!" Ik zette mijn borst vooruit. „Kom!", zei ik, en in dat enkele woordje legde ik alles wat ik op dat ogenblik te ?.eg- gen had. „Vader kan het ibest!" Bram kwam me weer helpen. „En", beloofde Frans, „wij zullen de boel opruiimen, moeder" „Ja", zei de kleine Rietje, „en ik zal kijken of vader het goed doet, moe der" Toen begon mijn vrouw te lachen. „Nou"zei ze „dan moet je het zelf weten" Ik beschouwde dét als haar toestem ming „Laten we nou dadelijk gaan begin nen, vader"Bram trok aan de mouw van mijn jas. „Ga nou mee, an ders komen we niet klaar vóór kerk- tijd"Ik keek hem eens aan, maar op zijn ondoorgrondelijk gezicht was al leen te zien', dat hij het ditmaal toch wel echt kon menen, hoewel ik er op goede gronden aan twijfelde „Ik mag toch wel even moeder ge zelschap houden", vond ik. „Het is nog vroeg genoeg, en Lies is nog niet klaar in de keuken." „Ja, maar het wordt zo laat", zei hij nog. „En we jagen Lies wel weg!" Ek gal er geen antwoord op en ging naast het ledikant zitten. Voorzichtig informeerde ik: „Hoe kan ik dat nou het beste doen?" Mijn vrouw lachte: „En ik dacht, dat je zo goed oliebollen kon bakken! Ik denk, dat ik maar es zal proberen om iiit bed te komen" Ik weerde het ten stelligste af: „De dokter heeft gezegdik kon de zin niet eenïs afmaken. „Kom nou maar mee, vader", zei Bram, „dat weten wij wel!" Hij trok me van het bed weg. „Stil Bram"Ik stelde natuurlijk geen vertrouwen in de kennis van mijn oudste jongen, noch in mijn eigen er varingen op 'dit gebied. Geduldig wacht te ik op de aanwijzingen, die mijn vrouw zou igeven. En die kreeg ik, met veel omhaal van woorden: daar staat het meel, en daar de gist, en daar kun je olie vinden, en die pan moet je gebrui- gen, en die pot, en die lepel, en die vork. En oppassen hiervoor en' voor zichtig zijn daarvoor, en dit niet doen, en dat wél doenEr scheen geen ein de aan te komen. Ik knikte herhaal delijk, 'dat ik het begrepen had, repe teerde no'g enkele van de gewichtigste aanwijzingen, todat Bram niet meer te houden was en mij meetrok: „Koim nou maar, vader, nou hebben we het wel gesnapt!" Het hele gezelschap zakte de trap af en belandde in de keuken, waar Lies juist de laatste borden en pannen liet verdwijnen'. Ik streek haar langs de kin, maar ze weerde me -nijdig af en zei alleen: „Nou is de keuken schóón" Ze wilde nog meer zeggen, maar ik viel haar haastig in de rede: „Ja, kind, we zullen erg voorzichtig zijn, hoor" Ze sloeg de deur reeds achter zich dicht. „Ik ga boodsc'happen doen," zei ze nog. „Hoepel maar op, wat zegt u, vader", vond Bram. Hij keek met een onbe schrijfelijke blik naar de achter Lies diohtgevallen deur. Ik gaf geen ant woord, maar 'ging ijveri'g aan het werk. Ik sleepte potten en pannen |voor de 'dag, deeid bussen! open en weer dicht, onderzocht de inhoud van flessen en flacons, morste olie op de kachel en meel in het petroleumstel, zodat het niet branden! wilde,kortom, ik zette de ganse keuken op stelten, daarbij vu rig geholpen door de twee jongens, ter^- wijl de kleine Rietje voor mijn voeten gaat prachtig, kijk Frans, dat is Schou wen en Duiveland, zie je dat, zeg Vader, maakt u er nou St. Philipsland nog es bij, zo'n klein eilandje, dat kan ino'g best" „Laa 'k eis kijke"zeurde Rietje. „Jongens, als je nou niet uit 'de weg gaat, 'dan zal ik je es een ,St. Phi lipsland om je oren geven en nog een Beveland ei: bij! Heb je dat verstaan?!... Is het nog geen tij'd voor 'de kerk?" Ik keek 'op de klok, het was nog maar even drie uur! De jongens deden net of ik er niet was. ,,Kijk", zei Frans, met zijn vinger in de pan wijzend „er komen blaasjes op,... zie je dat? „Vuurspuwende bergen!"fanta seerde Bram. „Heb je nou «op Schouwen en Duive land vuurspuwende -bergen!" meende Frans minachtend. Braon nam geen notitie van die aan merking. Hij waarschu'wde: Vader Schouwen en Duiveland is haast gaar" Ik zag het ook en viste zo goed en zo kwaad als 'dat ging het olie-eiland uit de pan. Het eerste product van mijn moeizaam sloven zag er niet al te best uit, maar de jongens vonden het prach tig. „Wat ruikt-ie fijn", vond Bram, hij snoof hoorbaar. „Nou, fijn," stemde Frans in. klonk als een ontptoffing. De schaal kwam bijna op de grond terecht. Bram verdween 'haastig. Binnen vijf minuten was hij terug. In één adem raffelde hij zijn verhaal af: Het was het goede meel, eri moeder had gevraagd hoe het ging, en hij 'had ver teld van prachtig, en dat het geen olie-eilanden, en -dat we heel Zeeland aan het 'bakken warenEn als heel Zeeland gebakken was dan ging Goeree en Overflafckee in de olie!"Ik dacht, dat Goeree en Overflakkee al aardig in de olie lag, maar dat zei ik niet: de jongens zouden het toch niet beigrijpen. „Nou zullen wij Schouwen en Dui veland maar vast opefceri!" „Bram stond al met een mes in zijn handen. „Mag dat, vader?" Ik was bezig deeg in de pan te doen en stond met mijn rug naar 'hem toe. „Welnee, dat mag je niet!" „Waaro-m nou niet?" „Daarom niet"Ik stond te zweten als een paard. „Toe nou, vader" „Nee, zeg ik toohZie je nou, dat is nou jullie's schuld"De vork was in de pan gevallen. De kleine Rietje maakte aanstalten om er die met haar vingertjes uit te vissen, wat ik maar net op tijd beletten konLies stak net haar gezicht door een kier van de 'had ik alles nodig wat er was. En we gingeri naar boven naet 'de olie bollenZe fcoinden niet allemaal op één schaal. Ik droeg zelf éne grote, 't was eigenlijk geen schaal, 't was een soort afwas'kom, geloof ikEn de rest van de oogst had ik aan Bram en Franis toevertrouwd. Op de slaapkamer zetten we het ge valletje O'P de grond. M.ijn vrouw glun derde -bij het zien van de opgetogen ge zichten. Ik 'glorieerde. Met een gebaar, dat geen enkele toneelspeler me verbe terd zou 'hebben, zei ik: „Zie daar, vrouw" „Wilt u er eentje proeven, moeder?" vroeg Bram. Ik hield -hem tegen. „Rare jongen, je hebt toch geen bord, en' daar moet tooh suiker bij" „Zulke le'kkere oliebollen lust ik wel uit het vuistje, vader!" Mijn vrouw lachte. We zeulden de hele zaak de trap weer af. Frans begon te zingen: „We gaan naar Raume,de paus versohaune"... Bram waarschuwde: „Dat mag je niet zinge van vader" In de keuken bedelde de kleine Riet je: „Mag ik ze bij moeder brengen?" 'De jongens stonden als hongerige tè op zolder 'hijsen, de schrik had mijn benen 'haast verlamd. Op 'de -slaapkamer zonk ik op een stoel neer: „Ja, kind, wat is er?Ik 'hijigde naar adem. „Je laat me sohrik- 'fcen, meid" Mijn vrouw zat overeind in bed, een oliebol in haar handenl Haar stem klonk kalm toen ze vroeg: „Waar heb je die olie vandaan gehaald?" Diepe stilte „De olie?vroeg ik verbouwe reerd. Ik voelde, dat ik wit werd. Daar 'ging iets gebeurenDe jongens ston den er bij met -O'pen monden „Ja, de olie" Wel kind, uit -de kelderkast natuur lijk" „En ik heb igezegd, die stond in de keukenkast!" „Wel kind, 't was toch olie" „Wel nee, jongen, -dat was lever traan!" Ik was een 'bezwijming nabij' ,,A'h", juichte Bram, „vader, he-b ik nog niet gezegd: wat stinkt het hier ge meen naar ■vis!"...... (Bewerkt naar een eerder gepubli ceerde novelle in De Li'belle, 2e jaar gang nr. 3, 'dec. 1935, uitgave Bosch en Keuning, Baam). Van de hand van ds. P. Blok, predi kant der Gereformeerde Gemeente te Dirksland is een bundel van zes predi katies uitgekomen over: „Saulus van Tarsen." Deze predikaties zyn woor- deli[jk gedrukt zoals ze door hem zijn uitgesproken. Het zijn vyf vervolgstof- fen over de bekering van Saulus (later Paulus genaamd) uit Handelingen 9 en één predikatie over - Korinthe 15 8 „En ten laatste van allen is Hij ook van m\j, als van een ontydig geborene ge zien." De eerste predikatie han'delt over Saulus als een geopenbaarde en een 'gearresteerde zondaar. De tweede over een ontblote, een verootmoedigde en een affliankelijke zondaar. In de derde preek gaat het over Saulus' verborgen leven; in de vierde over Saulus' verkie zing want deze is Mij een uitverko ren vat. In de vijfde wordt het 'geloofs leven van Saulus belicht, waarin beluis terd wordt: 1. Christus verklaard. 2. Christus aanvaard; 3. Christus -gepre dikt. De zesde preek over 1 Kor. 15 8 is op een Paasmorgen uitgesproken. Met klem wordt in deze leerredenen een oproep tot bekering verno'men voor jo'ng en oud, om evenals Saulus de wa pens van vijandschap -neer te leggen en zich de God van Saulus (gewonnen te 'geven. Saulus werd geveld op kracht dadige wijze, maar duidelijk wordt aan getoond dat de Heere, zij het op onder- soheiden wijze in de heilsorde dezelfde weg 'houdt als mét Saulus, n.l. zondaar wordien voor God. Paulus moest later zeggen: „mij de grootste der zondaren" wat ieder recht ontdekte hem zal moeten nazeggen. Met de schuldbrief van totale verlorenheid in handen, wordt er een roepen geboren, is er nog een' middel om deze welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te ko'men. Dan pas wordt door de Werking van 'de Heilige Geest -Christus noodza kelijk en dierbaar. Dan wordt geleerd om de zaligheid buiten zichzelf in een Ander te leren zoeken. Kort saamge- vat zijn het Schriftuurlijk-bevindelij ke predikaties, leerzaam en ontdekkend, maar ook troostvol en bemoedigend voor de strijdende Kerk. De predikaties zijn niet alleen vo'or particulier geibruik, maar tevens uit nemend geschikt O'm in vakante ge meenten voor te leeen. 'De bundel is fraai uitgevoerd en! -ge bonden in een mooi bandje met gou'd- opdruk op rug en plat. Het is voor zo'n mooi 'boekje niet duur; de prijs is slechts 11,90. D. Th. d. W. Speciaal voor de DAMES van C.P.B, en C.B.T.B. op DONDERDAG 8 JANUARI 1976 in de OOSTERKERK, Bergweg 88, Goes. Programma: Vanaf 9.45 uur gelegenheid om kof fie te drinken. Om 10.00 uur OPENING door mevr. Wondergem, presidente C.P.B. Daarna spreekt Mr. G. W. Smalle- gange, sekretaris C.B.T.B. over ONZE TAAK ALS AGRARIëRS VOOR DE DERDE WERELD, waarbij het klankbeeld „Eten voor Allen" over het Pakistan-projekt vertoond wordt. Diskussie of vragen tot de LUNCHPAUZE, waarin u uw mee gebrachte boterhammen of het voor af bestelde lunchpakket kunt nutti gen. 's Middags spreekt dhr. W. de Wolf, soc. ekonomisch voorlichter over HOE KOMT HET GEZIN VAN DE ZELFSTANDIGE IN ONZE MAAT SCHAPPIJ AAN ZIJN TREKKEN? 16.00 uur SLUITING. Kosten p.p. 3,voor konsumpties of 6,50 indien u ook een lunchpakket wilt. Betaling aan de zaal. Opgave uiterlijk maandag 5 jan. 1976 bij de C.B.T.B., postbus 45, Goes, tel. (01100) 15448. THOLEN Sta-caravan „geruild". Voor het ver duisteren van een sta-caravan van de Sociale Dienst van de gemeente Gouda werd de in Tholen verblijfhouende J. S. door de politierechter te Middelburg veroordeeld tot 2 maanden gevange nisstraf. De man had van de 'gemeente Gouda een sta-caravan van 13.700, in -bruikleen. Bij het vervoer werd de caravan besohadi'gd en S. besloot toen de caravan te ruilen v-oor een ander en 'kreeg nog igeld toe. Onrechtmatig 3 cheques geïnd. Mej. C. H. schreef 3 cheques loit m'et een to- taalwaarde van 1200,Zij onderte kende 'deze met een naam van een fa milielid en gebruikte het geld O'm schul den! af te doen. Door de politierechter werd zij veroordeeld tot een boete van 200,en een voorwaardelijke gevan- 'geniS'Straf van 3 weken met een proef tijd van 2 jaar.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 13