E IIAÜDEn niEUWS Ie honderdjarige oorlog Overdenking Kerstzang bij het Leger Zeeuwse wandelingen arts SEN EB uit de Heilige Schrift [blad Dinsdag 23 december 1975 No. 4450 AT IJK TENI ux laiflö" -rc tereiï gzis ONöE Jeugver. Ger. Gem. hoorde over het Vormingsonderwijs •it -iV mber tot ari amis Mi HOUT- RIJDING DirkslaMl clientèle enj tige Kerst-} voorspoe"'" BONT, eschenk H goedkoopste j derland. e en lange -TELS. ensationele en! m. 8^" soepele ONING RotterdaW- 117. Parke- terug (O* g tot 21 f .3 deceffloeri 21 uur. pe 80-jarige oorlog uit de geschiede- I van ons land is algemeen bekend. jiT weten we alles van. J)ok dat die oorlog eigenlijk maar 68 Ir heeft geduurd, want er gaat een kand af van 12 jaar. Maar de strijd hg over een periode van 80 jaar (1568 1648). De lOO-jarige oorlog liep over een tijd 116 jaar (1337 - 1453). Versclieidene in waren er, dat er niet gevochten ,jd. Dan werd er vrede gesloten, maar üele jaren later begonnen de gevech- opnieuw. Ik wil een paar voorbeel- noemen van een wapenstilstand: J-1345 en 1360-1367. Ook 1389-1404 dden er wemig oorlogshandelingen lats en heerste er een betrekkelijke |t. f}ü wilt u natuurlijk weten, wie er elkaar vochten. Dat waren Frank- en Engeland. Ver van Zeeland van- n, zult u zeggen. Dat moet u echter te vlug beweren. Vergeet niet, dat tanderen soms een bondgenoot van geland was. En in die tijd van de ddeleeuwen behoorde ons tegen- ordige Zeeuws-Vlaanderen niet tot eland, maar tot het graafschap Vlaan- In het nieuwe boek van de Franse bfessor MoUat, dat ik in handen kreeg en waaraan ik veel gegevens in dit ar tikel ontleend heb, kom ik enkele ke ren de naam Sluis tegen. Eens lag daar een Franse vloot van 200 schepen met de bedoeling om van daaruit een inval te doen in Engeland. Met zo'n groot aan tal schepen waren de Fransen al bij voorbaat zeker van het succes. Maar van de invasie is niets gekomen! Een andere keer houdt een Franse vloot de havens van Sluis en Damme bezet. In die tijd was het Zwin nog een prima vaarweg langs deze plaatsen naar Brugge. Deze stad dreef veel han del met Engeland, vooral de lakenhan- del bloeide, en nu wilde Frankrijk de scheepvaart van deze Engelse bondge noot blokkeren. „Nooit, sinds God dew ereld schiep, zag men zoveel vaartuigen en grote schepen bijeen als er dit jaar in de ha ven van Sluis lagen, want in september (1386 kon men er 87 schepen tellen. Wanneer men bij Sluis naar de zee keek, leken de masten een groot bos", schrijft een Frans geschiedschrijver. Ook onze gravin Jacoba van Beieren is nog enigszins betrokken geweest bij deze oorlog vanwege haar derde man, de Engelsman Humphrey van Glouces ter. Deze vond het veiliger het vasteland Standbeeld van Jeanne d' Are in Pargs. Mia Vamese bekeek in de spiegel van ar kleedkamer haar gezicht, waarvan voorzichtig de schminklaag verwy- Berde, terwijl achter haar de vaardige landen van haar kleedster haar inge- ffikkeld kapsel losvlochten en het in «nvoudige vlechten om haar slapen Begden. Poeh! Die televisie! Zij had gerepeteerd, uren lang. Voortdurend on- het onbarmhartige licht van die icWjnwerpers. Nu bespiedt door camera n, dan door twee, dan door drie, dan ta dichtbij, dan ten voeten uit en de veeleisende regisseur rustte niet voor pet helemaal naar zyn zin was. Tenslotte was het een Kerstavond- grogramma. Tenslotte was zij Mia Var- ^ese, de wereldberoemde alt, die spe- voor dit programma naar Holland Was overgevlogenen nog eens ten- kreeg zij zulk een vorstelijk ho- [norarium, zelfs voor het kleine Neder- dat zij daarvoor wel een beetje moeite mocht doen, vond hij, al Wachtte hij zich er wel voor dat te zeg- •Je wist nooit met die prima don- IJia's. Zij waren in staat je zonder^ meer |k iaten zitten. Contractbreuk? Geld ge- [loeg. En hij zat met de gebakken peren. Kerstavond, peinsde Mia Vamese en lopeens dacht zij terug aan die endere IKerstavond. Toen heette zij nog Mies «erstraeten. Haar stem was al ontdekt. iets dergelijks. Het was jammer. Greet was een lieve meid, maar van zulke mensen kwam niets terecht. Of zij pikten de verkeerde man en droegen daar haar gehele leven de gevolgen van, ef zij werden oude da metjes met schoenen voor moeilijke voeten en zaten op iedere pacifistische bijeenkomst. „Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart". (Lukas 2 19) Wat is het nodig, dat we rond het Kerstfeest ook uitzien naar de stille overdenking van de grote daden Gods. Er is zoveel te doen, dat dit gemakke lijk op de achtergrond zou kunnen ra ken. Maar dan wordt het een Kerstfeest zonder Christus. Eén ding is immers nodig: dat wij persoonlijk kennis krij gen aan de Heere Jezus, Die zich als de Borg wil openbaren in het leven van een zondaar, die de vergeving der zon den van Hem heeft leren verwachten. Deze stille overdenking vinden wij ook bij Maria, de moeder des Heeren. Veel is gebeurd, als zij het Kind Jezus in haar armen houdt. Zij heeft met Jo zef door Bethlehem gelopen, om een on derdak te vinden, en moest genoegen nemen met een stal. Daar werd de Heere Jezus geboren. En na verloop van tijd kwamen daar de haar onbekende her ders binnen, die verteld zullen hebben van de engelenzang en van de bood schap, die aan hen verkondigd werd. De hemel was opengescheurd, en le gioenen engelen hadden het „Ere zij God" gezongen. Want hèt welbehagen des Heeren was geopenbaard. Maar nu was het weer stil geworden in de stal van Bethlehem. De herders waren heengegaan, om aan een ieder te vertellen, wat er gebeurd was. En Ma ria bleef achter, samen met haar Kind, met Jezus. Van haar zegt Lukas nu, dat zij al deze woorden, die gesproken wa ren, bewaart, en die in haar hart over legt. Wat vinden wij hier een zuivere beschrijving van het bezig zijn met de grote daden des Heeren. Maria komt niet in een drukke bewe ging, maar laat al deze dingen tot haar komen. Zij mag daar in het geloof mee bezig zijn. Daar wordt dan ook een groot wonder geopenbaard: „Het Woord is vlees geworden". Daarin staat Maria temidden van de gehele Kerk des Hee ren, van alle tijden. De Heere geeft aan Zijn kinderen, in het geloof te mogen zien op het wonder van de komst van Christus. Dat geeft de stille verwonde ring over de trouw, die de Heere be toont. Dan zult ge misschien er wel eens behoefte aan hebben, om ook op deze Kerstdagen 's Heeren aangezicht te zoeken in de binnenkamer. Want het is bijna niet te zeggen, welk een vrede het is, als zo het oog op Hem zijn mag. Dan is het niet erg, als we niet alles direkt begrijpen. Als de Heere met Zijn Geest in het hart gaat werken, dan komt daar de levende behoefte naar de Persoon en het werk van Christus. Maar daar is oefening in nodig. Gods Kerk leert niet alles op één dag. Daarom le zen we van Maria, dat zij deze woorden bewaarde, om ze later nog eens te over denken, om er weer verder in onder wezen te worden. Zo gaan we de laatste dagen voor Kerstfeest in. Maar we hebben ook no dig, dat we steeds weer onderwezen worden in de getuigenissen des Heeren. Daarin lezen wij aangaande de komst des Heeren. Dat in zulk een overweldi gende zaak, dat we het niet zouden kunnen bevatten. Daarom wil de Heere voortgaan met Zijn onderwijs. Wie ge looft, zal daarin niet haasten, maar stil afwachten, welk een weg de Heere gaan wil, welk een onderwijs Hij geven wil. Daar is een heel leven voor nodig, om iets te verstaan van het wonder van Christus' geboorte; daar is een eeuwig heid voor nodig, om het ten volle te kunnen verstaan. Maria geeft al die dingen een plaats in haar hart. Ze overlegt al deze dingen. Dat was een nauwkeurig werk: zelfs de kleinste dingen worden gezien, en over dacht. En daarmee komt ook de rijkdom van Gods werk openbaar. In al die grote en kleine dingen ziet Maria, dat de Heere de prediking van zijn genade schenkt. En dan komen er telkens weer nieuwe schatten openbaar. Gods rechtvaardigheid, Zijn barm hartigheid, alles wordt gepredikt in de komst van Zijn Zoon. Later zal Maria er meer van gaan be grijpen. Als zij staat bij het kruis, dan zal haar hart, dat deze dingen bewaar de, schreien vanwege het lijden van de Middelaar, Die zij onder het hart ge dragen had. Dan zal het duidelijk wor den, waarom zij in de stal van Bethle hem haar Kind moest voortbrengen. Maar dan zal in Zijn lijden ook Zijn borgtochtelijk werk gepredikt worden. Al deze dingen bewaart Maria in haar hart. Er gaat vrede van mt, als we tij dens de Kerstdagen ook een ogenbUk rust kunnen vinden, om in stille over peinzing de komst van de Heere Jezus te overdenken. Ons leven is jachtig, maar we hebben rust nodig. We worden opgejaagd, zolang we die rust in Chris tus niet kennen. Dan glijden ook deze komende Kerstdagen zomaar aan ons voorbij. We hebben het nodig, dat we Christus leren kennen. Dat is een levensnood zaak. Het moet waarachtig Kerstfeest worden. Dat wil de Geest leren. Waar de Geest onderwijs gaat geven, daar komt de kennis van eigen verlorenheid. En dan bUjft er maar één uitweg over: Christus. Hebben we leren zien, wat wij door de zonde geworden zijn? Zie, dan is daar de uitweg in Christus' werk. Hij wil zichzelf wegschenken. Dat is een schat, die Gods kinderen in het hart bewaren, in de verborgen omgang met de Heere Jezus, om daar gedurig kracht en troost uit te putten. Dan krijgt het Kerstfeest de betekenis, om geoefend te worden In de bevindelijke kennis aan deze Borg. Als u zó leven mag, zal het a.s. Kerst feest in de eerste plaats spreken van de Christus der Schriften. Maar dan zal de veelheid van Zijn schatten zó groot zijn, dat u daarna elke dag nodig hebt, om Zijn grote daden te bewonderen. Want de Kerk des Heeren kan er niet over uitgedacht en uitgesproken komen: dat God uit enkel gunst in Christus Zijn welbehagen heeft geopenbaard. Zegveld. Ds. W. Arkeraats. te verlaten en naar Engeland terug te keren. Vrouwe Jacoba moest zichzelf maar zien te helpen! Haar opvolger Filips de Goede hielp als graaf van Bourgondië de Engelsen. Het begin. In 1337 begint dus deze oorlog. Toen regeerde in Engeland koning Eduard III die een groot deel van Frankrijk in be zit had, groter dan dat van de Franse koning. Hij noemde zich dan ook ko ning van Engeland en Frankrijk! Dat was een vreemde situatie. Om die toestand te kunnen begrijpen, moeten we even terug in de geschiede nis, tot het jaar 1066. Toen heersten de Noormannen over Engeland, zoals ze bijvoorbeeld ook verscheidene jaren het eiland Walcheren bezet hebben. Toen is de hertog van Normandië (in Frank rijk), Willem de Veroveraar, het Kanaal overgestoken en heeft de Noormahnen ,uit Engeland verdreven. Zodoende be zat Engeland een stuk land aan de Franse kust. Zijn opvolgers waren niet tevreden met enkel Normandië, ze pro beerden andere delen van Frankrijk er bij te voegen. Dat is hun ook gelukt, tenminste in de eerste helft van deze oorlog. Maar de Franse koningen namen dat niet, dat spreekt vanzelf, en zo ontstond deze grote langdurige oorlog. De Fransen schepten wel op: „Waar om gaan we niet eens naar Engeland om land en volk te bekijken? En daar de weg te leren kennen zoals de Engelsen die destijds in Frankrijk hebben leren kennen?" Maar ze hebben Engeland alleen aan de zuidkust wat beschadigd, van een grote invasie is nooit iets gekomen, hoewel de Engelsen er dikwijls bang voor waren. De strijd werd op het vasteland, in Frankrijk, gevoerd. Een enkele keer had er ook een zeeslag plaats. De Engelsen hadden minder soldaten dan de Franse koning, maar ze waren uitstekend geoefend. Vooral oefenden ze met de boog. Ik las: „De Engelse boogschutters schoten hun witte pijlen zo snel achter elkaar, dat het wel een sneeuwbui leek. Men had ook kanon nen, maar dat betekende in die tijd nog niet veel. Een verliespunt voor Frankrijk waren ook de pest-epidemieën, die tijdens de ze oorlog veel slachtoffers hebben ge ëist, veel meer dan op het slagveld. In sommige plaatsen werd meer dan de helft door deze „zwarte dood" wegge rukt. Eerst in 1348, later tijdens de barre winter van 1361 en weer 13 jaar later in 1374, toen er grote hongersnood heer ste. U kunt wel begrijpen dat er veel ge leden is in die tijd. Op het slagveld, waar „de bloem van de ridderschap sneuvelde", edelen uit alle landen van Europa. In de dorp enen steden, die door de huursoldaten gebrandschat en gepliinderd werden. Van de geestelijkheid ging ook geen kracht uit: er waren twee pausen, één In Rome en een Franse paus in Avig non. Ze deden elkaar in de ban, be noemden ieder hun eigen bisschoppen. Op een concilie werden ze afgezet en een nieuwe gekozen. Ze weigerden ech ter heen te gaan, zodat er toen drie pau sen waren. Deze toestand heeft 5 jaar geduurd, tot het concilie van Konstanz (1414). In het begin van deze oorlog behaal den de Engelsen grote successen. In 1356 werd zelfs de Franse koning Jan de Goede gevangen genomen en naar Lon den gevoerd. Van de Fransen, werd ge zegd: „God is er getuige van, dat de edelen en het gewone volk alleen maar kunnen vluchten en niet overwinnen". Jeanne d' Are. Een eigenaardige figuur tijdens deze oorlog was Jeanne (Johanna) d' Arc, een eenvoudig boerenmeisje uit Domremy. In 1425 (ze was toen ongeveer 13 jaar oud) ontving ze volgens haar zeggen stemmen uit de hemel met de goddelijke boodschap: „Gij zult de dauphin naar Reims geleiden, opdat hij daar de heili ge zalving ontvange". Koning Karel VII was nog niet ge kroond in de oude kroningsstad Reims en droeg daarom nog slechts de titel van dauphin kroonprins). Zijn positie scheen hopeloos; slechts een deel van Zuid-Frankrijk erkende nog zijn gezag en de Engelsen sloegen het beleg voor Orleans, dat dreigde verloren te gaan. Toen plaatste Jeanne d' Are zich aan het hoofd van het Franse leger, dat met nieuwe heilige moed bezield werd. De stad Orleans werd ontzet en de „Maagd van Orleans" deed haar intocht erin. Drie maanden later wist ze haar be daar zou zij er niet vanaf kunnen te zingen. Licht, mensen, muziek, hulde, applaus, bewondering. Ze zuchtte. „Weet je de Nes, Albert?" „Zeker mevrouw". De stem van de chauffeur verried geen verwonde ring. „Dan moet je daar eens langzaam doorrijden". en naast haar een tengere blonde in een zelfde imiform. Net Greet, dacht Mia. En zij liep iets sneller tot zij gelijk kwam. Een schok ging door haar heen. Het was Greet. Tóch geen bevlieging! Greet heilssoldate! Zij was nu vast wel kapitein, glimlachte Mia verstolen, maar haar mond beefde bij het weer zien van haar vriendin. Zij liep met de KERSTVERHAAL Ze>; naar Rome gaan. Het was haar aaisie Kerstmis in het vaderland. En ^1]^ l'.ad zitten bomen met Greet. Greet, ™e net zoals zij, dol was op muziek. ^^y'}, die als zij maar had doorgezet, rai'iière had kunnen maken als sopraan- zar.geres. Maar terwijl zij. Mies, haar êehch toekomst in gedachten al had ™ge3tippeld, was Greet, altijd een °ept]e dweperig (vond Mies), een beetje 'Wevend, door een zotte bevlieging in- Sepaimd. Zij ging bij het Leger des "■^'■s! Mies had hard willen lachen, ™«ai- daarvoor hield zij teveel van Greet oaarvoor was het fijne gezichtje onder net blonde haar te ernstig. Ja, zo hadden 'J gezeten op haar kamer in Amster- [j f^: «ie Nes, notabene! En zij had fSwuisterd naar het enthousiasme van k vf*" gedacht: over twee maanden vlu ^^*s anders, de dierenbe- fcfterming of terug naar de natuur of Zij, Mies, was nu Mia Vamese. Graaf Giacomo Vamese, twintig jaar ouder dan zij, was de man geweest, die haar tot deze hoogte had opgevoerd. Zij glimlachte vertederd. Zulke man nen bestondentoen. Een gentleman, een edelman tot in zijn vingertoppen. Leefde en stierf voor de kunst. Zij was met hem getrouwd en het was niet de liefde geweest, waarvan zij in haar meisjesjaren had gedroomd. Het waren een diepe vriendschap en een volledig elkaar begrijpen, een hoge achting ook voor karakter en capacitei ten van deze man, die haar het besluit hadden doen nemen. Zij waren gelukkig geweest samen, zolang Giacomo leefde, gelukkig in hun leven van reizen en trekken, hij de vol maakte impressario, secretaris, vriend, beschermer en trouwe kameraad. Voor hem was het voldoende geweest en de leegte in haar hart werd opgevuld door het succes voor de stampvolle zalen, de schitterende kritieken, de bloemen, de hulde, de weelde en het opgaan in haar kunst, die zij met hart en ziel was toe gedaan. Zij had tournee gemaakt in Amerika, in alle landen van Europa, in Rusland zelfs; tien jaren geleden had zij voor één optreden in „Aida" een bezoek aan Ne derland gebracht. En nu was zij hier weer terug. Nu zat zij hier, enkele tien tallen kilometers van Amsterdam. Daar heen zou haar chauffeur haar straks brengen en dan zou ze nog naar een soi ree moeten, waar al wat smaak had en in aanzien was, verzameld zou zijn. En Werd zij sentimenteel, dat zij haar oude huis nog eens wilde zien? Zij reden door de nachtelijk-stille straat. Even verder was de rosse buurt. Warmoesstraat, Lange Niezel, Zeedijk, de wallen. Wat zou Albert zich afvra gen? dacht zij vermaakt. Zou hij in haar een Vrouw met een Verleden vermoe den? Maar Alberts onverstoorbaar ge zicht verried niets toen de grote wagen langzaam over het asfalt van de smalte straat zoefde en plotseling stopte. Mia hoorde zingen. „Wat is er, Albert?" „Het Heilsleger, mevrouw". Opeens nam Mia een besluit. „Ik ga even kijken, 't zijn tenslotte collega's. Zij zingen ook". „Niet zo mooi als U", waagde Albert. „Wil ik eens horen. Blijf maar in de buurt". Mia, in haar lange donkere mantel, haar gezicht schuilgaand onder de rand van haar helmhoedje, wandelde lang zaam naar de donkere groep. Een statige grijze vrouw sprak nu. ,;Komt, allemaal. Vanavond is het Kerstfeest voor U". Een harmonika-accoord weerklonk, stemmen zetten in, ongeschoolde stem men van mannen en vrouwen. „Het is feest in mijn hart want de Heiland kwam in". En zo gingen zij voort, recht naar de straten met de lichtreclames en de rode lampen. Mia volgde geboeid. Voor op liep de grijze vrouw in haar donker blauwe mantel met de „Halleluja-hoed" groep mee. Ze wist, dat Albert volgde met de wagen. Die liet haar niet in de steek. Het gaf haar een veilig gevoel. En ze wist, dat dit groepje in deze buurt werd beschermd door de sympa thie van de mensen van de zelfkant voor hen, die niet alleen preken, maar ook doen. Zij waren er. Bij de deur stond een jonge heilssoldaat, die de cinderen vro lijk groette, haar bevreemd aankeek. „Mevrouw, dit is alleen..." „Ik ben een vriendin vanzei Mia, ja hoe heette Greet hier? Zij knikte in haar richting. De jonge man glimlachte. „Komt U maar hier zitten, een beetje buiten het gedrang", zei hij goedmoedig en gaf haar een plaatsje achterin. Mia keek bevreemd rond. Hier waren alleen vrouwen. Grote, zware vrouwen met door het leven getekende gezichten, zeer jonge meisjes met hoog optorenend geblon deerd haar, onverschillige, harde ver drietige, vriendelijke, onnozele en vro lijke gezichten, alles door elkaar.. Ze begreep dit was het Kerstfeest voor de vrouwen uit deze buurt. En tussen haar allen zag zij alleen Greet, die hier blijk baar iedereen kende, die lachte en praatte. Een zware vrouw met donkere trekken, een halfbloed, dacht Mia, leg de haar hand op de uniformmouw en vroeg dringend iets. Greet schudde glimlachend het hoofd. Greet! Ouder was zij, ja en in dat blond zat grijs, dat zag je onder de lamp. Maar het gezicht was nog hetzelfde. De deur kierde open. Mia zag het ver- Zaterdagmiddag heeft de jeugd van de Ger. Gem., in distriktsverband bö- een, zich bezig gehouden met het onder was. Hoi>eIijk deed het merendeel het niet alleen zaterdag, omdat velen nog leerplichtig zijn, maar deze keer op een andere tijd, plaats en manier. Dhr. H. Doeleman, direkteur van het Chr. Vormingsinstituut in Ridderkerk, hield een betoog over onderwijs in het algemeen- en vormingsonderwijs in het bijzonder. Vooral de veranderde wettelijke be palingen zoals het verlengen van de melse opdracht te volbrengen; ze trok Reims binnen, w'aar in de machtige ka thedraal de plechtige zalving plaats had van de nieuwe koning Karel VII (1429). Nu is haar werk volbracht en ze wil teruggaan naar haar dorpje en haar ouders. Maar men laat haar niet los. Ze moet meehelpen om heel Frankrijk van vijanden te zuiveren. Het is haar niet gelukt. Het Franse leger werd een paar keer teruggeslagen en ze werd door de Bourgondiërs gevangen genomen. Graaf Filips verkocht haar aan de Engelsen, die haar naar Rouaan bren gen. Na een langdurig proces werd ze van ketterij beschuldigd en daar als heks verbrand (1431). Koning Karel VII heeft niets gedaan om haar van de vuurdood te redden. Hij had het te druk met vredesonder handelingen met Bourgondië en met zijn schone bijzit Agnes Sorel. In 1920 is Jeanne d' Are door de paus heilig verklaard. De Franse koning zette na deze ge beurtenis de strijd tegen Engeland met kracht voort. Hij wist Filips van Bour gondië van het Engelse bondgenoot schap af te trekken en na drie maanden Normandië te veroveren. In 1453 ge beurde hetzelfde met Bordeaux en om geving en dit werd het einde van de 100-jarige oorlog. Middelburg. L. van Wallenburg. leerplicht en de partiële leerplicht kwa men ter sprake. Maar ook het veranderde doel: tegen woordig doet men alles voor het kind, dus de mens staat centraal. De manier waarop is veranderd, men gaat naar een scholengemeenschap en de frustraties van „zitten-blijven" zijn verdwenen, men verandert intern van onderwijs en men bezit na bepaalde tijd toch een papiertje (diploma). Het socialisme wordt overal doorge dreven, iedereen gelijke kansen, rijk of arm, maar wel via een van regerings wege opgelegd leerplan. Toch moet je gebruiken wat je van je Schepper hebt meegekregen zonder dat men voor on overkomelijke verzwaren komt te staan!? Zo zijn de levensnormen veranderd en het vormingsonderwijs ontstaan. Dit vormingswerk kan erg gevaarlijk zijn, omdat het dicht bij het levensdoel staat, het instituut moet de vragen bij de deelnemers over de maatschappij op lossen. U begrijpt daarom zijn Christelyke instituten zo hard nodig. Instellingen die als richtsnoer Gods Woord hebben met leiders die een eigen mening getoetst daaraan hebben. Tevens kan men via het vormingsonderwijs nog veel berei ken. Naast vormende vakken is er stu diebegeleiding bij div. cursussen. Gele genheid voor type- en steno opleiding etc. Het fijne hiervan is dat je dit kan doen op eigen niveau en tempo. Maar omdat het alles nog in een be ginstadium staat is het zo belangrijk dat ieder eraan meewerkt om het een eigen stempel te laten dragen. Want wanneer dit o.i.v. de regering tot stand komt zal het alles een zeer so cialistisch karakter dragen, zodat wij er als mensen van de Ger. Gem. geen deel aan kunnen nemen. Spreker vergeleek dit met het hijgend hert dat nauwelijks aan de arend was ontkomen met een vlucht over de rotsen en verlangde naar de frisse waterstro- mien. 's Avonds was er nog een vraagge sprek met diverse personen die onder wijs geven en genieten aan verschillen de vormen van onderwijs. Iedereen deed hieraan mee en vele dingen kwa men ter sprake. Al met al een leerzame dag in het ver. geb. van de Ger. Gem. in Dirksland. baasde gezicht van Albert en maakte een geruststellend gebaar. De deur ging weer dicht Albert zou wachten. De vrouwen letten nauwelijks op haar. Alle aandacht was voor de majoor met het witte haar, die de Kerstgeschiedenis vertelde. „Voor iedereen", zei ze, „voor iedereen". En er werd gezongen. Be vreemd hoorde Mia hoe verscheidene vrouwen meezongen. Konden die nog... Kerstliederen zingen...? Er kwam stemming in de zaal. Mia, gevoelig voor zoiets, wist het meteen. En toen was er weer die grote vrouw, die hier blijkbaar een zeker gezag had, en die met een schorre stem zei: „nou mot 't blonde kapiteintje voor ons zin gen". Toen zag zij Greet in het midden staan. „Hoor es", zei zij, en haar stem was hees, „ik heb de hele week op straat gezongen en nu ben ik zo schor als een kraai". Er werd gelachen. Zij mochten haar, bemerkte Mia. Daar stond Greet, haar vriendin Greet, te midden van hetgeen haar vrienden noemden: „het uitvaagsel der maat schappij", maar voor haar alleen maar mensen, zij voor hèn een medemens. En opeens was haar besluit genomen. Onzeker, nerveus, liep zij door het smalle pad en voelde al die verwonder de ogen in haar rug. „Zal ik vanavond voor jou zingen?" zei ze opeens. Zij keek in ontstelde grijsblauwe ogen, die bevreemd haar gezicht aftastten. „Is dat goed Greet?" De grijze majoor deed onrustig een stap naderbij. Zij hield niet van die di lettanten, die haar programma in de war stuurden. Hoe kwam die vrouw hier? Maar toen zag zij Greet, stralend. „Mies!" „Ja, gauw", zei zij, „straks praten we" En zij wendde zich tot de vrouwen, die haar verwonderd, bijna vijandig beke ken. Wat moest die dame hier? Een beetje sensationeel doen? Straks aan haar vrienden vertellen, dat zij voor de rosse buurt gezongen had? Mia voelde de stemming. „Het blonde kapiteintje", zei ze en opeens viel er een stilte, „en ikwij waren twintig jaren geleden vriendin nen. Vanavond zie ik haar voor het eerst weer. Zij kon toen goed zingen. Ik ook. En ik kan het nog wel een beetje". „Zij ook", riep de donkere vrouw en er was applaus. „Nu is zij verkouden en nu val ik voor haar in. Maar ik ken alleen maar Kerst liederen, die ik als kind heb geleerd. Is dat goed?" „O, da's best", zei de donkere vrouw. De majoor, haastig fluisterend met Greet, glimlachte opgelucht. En toen zong Mia, begeleid door een jonge soldate aan de piano, alls oude liederen en ze hoorde hoe er vanuit het zaaltje werd meegeneuried. Nu durfde zij haar gehoor aan te zien, al die gezichten, die naar haar waren toegewend. En opeens begreep zij Greet. „Nou", zei de donkere vrouw, „ik heb vanavond die, hoe heet ze ook weer, die Mia Vamees of zo, op de teevee ge hoord, maar die doet het niks beter. Ik vind dit wèl zo mooi. Wat jullie?" Mia lachte. De majoor kwam naar haar toe. „U wordt bedankt", zei ze en aan haar blik zag Mia, dat zij herkend was. „U wordt bedankt", zei ze, „ik was blij, dat ik het mocht doen". Met een opgewektheid, welke zij in jaren niet had gekend, stapte zij de lounge van haar hotel in. Morgen zou ze bij Greet gaan koffiedrinken, als vanouds. Niet zo lang, want Greet had het druk, 's middags weer kinderkerst feest. Op een bank zat, slaperig, haar impressario te wacht. „Heb je op me gewacht, René?" „Ja, ik wüde weten hoe het gegaan was". „Aardig van je. Nou, het ging prima" „Ben je nog bij hoe-heet-ze ge weest?" Mia, wist, dat hij de gastvrouw van de dure avondpartij bedoelde. „Ja", zei ze, „ik ben nog bij de hoe- heten-ze geweest". „Nog gezongen?" „Ja, ook. Ja, natuurlijk". „En?" „O, enthousiast". „Je straalt er nog van. Goed publiek zeker?" „O, ja", zei ze en haar ogen glim lachten naar iets, waarvan de erva ren René geen begrip had. „Nog nooit zo'n publiek gehad. Welterus ten René",

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 5