E
IIAÜDEn niEUWS
Ie honderdjarige oorlog
Overdenking
Kerstzang bij het Leger
Zeeuwse wandelingen
arts
SEN
EB
uit de
Heilige Schrift
[blad
Dinsdag 23 december 1975
No. 4450
AT
IJK
TENI
ux
laiflö"
-rc
tereiï
gzis
ONöE
Jeugver. Ger. Gem.
hoorde over het
Vormingsonderwijs
•it -iV
mber tot
ari
amis
Mi HOUT-
RIJDING
DirkslaMl
clientèle enj
tige Kerst-}
voorspoe"'"
BONT,
eschenk H
goedkoopste j
derland.
e en lange
-TELS.
ensationele
en! m. 8^"
soepele
ONING
RotterdaW-
117. Parke-
terug (O*
g tot 21 f
.3 deceffloeri
21 uur.
pe 80-jarige oorlog uit de geschiede-
I van ons land is algemeen bekend.
jiT weten we alles van.
J)ok dat die oorlog eigenlijk maar 68
Ir heeft geduurd, want er gaat een
kand af van 12 jaar. Maar de strijd
hg over een periode van 80 jaar (1568
1648).
De lOO-jarige oorlog liep over een tijd
116 jaar (1337 - 1453). Versclieidene
in waren er, dat er niet gevochten
,jd. Dan werd er vrede gesloten, maar
üele jaren later begonnen de gevech-
opnieuw. Ik wil een paar voorbeel-
noemen van een wapenstilstand:
J-1345 en 1360-1367. Ook 1389-1404
dden er wemig oorlogshandelingen
lats en heerste er een betrekkelijke
|t.
f}ü wilt u natuurlijk weten, wie er
elkaar vochten. Dat waren Frank-
en Engeland. Ver van Zeeland van-
n, zult u zeggen. Dat moet u echter
te vlug beweren. Vergeet niet, dat
tanderen soms een bondgenoot van
geland was. En in die tijd van de
ddeleeuwen behoorde ons tegen-
ordige Zeeuws-Vlaanderen niet tot
eland, maar tot het graafschap Vlaan-
In het nieuwe boek van de Franse
bfessor MoUat, dat ik in handen kreeg
en waaraan ik veel gegevens in dit ar
tikel ontleend heb, kom ik enkele ke
ren de naam Sluis tegen. Eens lag daar
een Franse vloot van 200 schepen met
de bedoeling om van daaruit een inval
te doen in Engeland. Met zo'n groot aan
tal schepen waren de Fransen al bij
voorbaat zeker van het succes. Maar
van de invasie is niets gekomen!
Een andere keer houdt een Franse
vloot de havens van Sluis en Damme
bezet. In die tijd was het Zwin nog een
prima vaarweg langs deze plaatsen
naar Brugge. Deze stad dreef veel han
del met Engeland, vooral de lakenhan-
del bloeide, en nu wilde Frankrijk de
scheepvaart van deze Engelse bondge
noot blokkeren.
„Nooit, sinds God dew ereld schiep,
zag men zoveel vaartuigen en grote
schepen bijeen als er dit jaar in de ha
ven van Sluis lagen, want in september
(1386 kon men er 87 schepen tellen.
Wanneer men bij Sluis naar de zee
keek, leken de masten een groot bos",
schrijft een Frans geschiedschrijver.
Ook onze gravin Jacoba van Beieren
is nog enigszins betrokken geweest bij
deze oorlog vanwege haar derde man,
de Engelsman Humphrey van Glouces
ter. Deze vond het veiliger het vasteland
Standbeeld van Jeanne d' Are in Pargs.
Mia Vamese bekeek in de spiegel van
ar kleedkamer haar gezicht, waarvan
voorzichtig de schminklaag verwy-
Berde, terwijl achter haar de vaardige
landen van haar kleedster haar inge-
ffikkeld kapsel losvlochten en het in
«nvoudige vlechten om haar slapen
Begden. Poeh! Die televisie! Zij had
gerepeteerd, uren lang. Voortdurend on-
het onbarmhartige licht van die
icWjnwerpers. Nu bespiedt door camera
n, dan door twee, dan door drie, dan
ta dichtbij, dan ten voeten uit en de
veeleisende regisseur rustte niet voor
pet helemaal naar zyn zin was.
Tenslotte was het een Kerstavond-
grogramma. Tenslotte was zij Mia Var-
^ese, de wereldberoemde alt, die spe-
voor dit programma naar Holland
Was overgevlogenen nog eens ten-
kreeg zij zulk een vorstelijk ho-
[norarium, zelfs voor het kleine Neder-
dat zij daarvoor wel een beetje
moeite mocht doen, vond hij, al
Wachtte hij zich er wel voor dat te zeg-
•Je wist nooit met die prima don-
IJia's. Zij waren in staat je zonder^ meer
|k iaten zitten. Contractbreuk? Geld ge-
[loeg. En hij zat met de gebakken peren.
Kerstavond, peinsde Mia Vamese en
lopeens dacht zij terug aan die endere
IKerstavond. Toen heette zij nog Mies
«erstraeten. Haar stem was al ontdekt.
iets dergelijks.
Het was jammer. Greet was een lieve
meid, maar van zulke mensen kwam
niets terecht. Of zij pikten de verkeerde
man en droegen daar haar gehele leven
de gevolgen van, ef zij werden oude da
metjes met schoenen voor moeilijke
voeten en zaten op iedere pacifistische
bijeenkomst.
„Maria bewaarde deze woorden
alle te zamen, overleggende die
in haar hart".
(Lukas 2 19)
Wat is het nodig, dat we rond het
Kerstfeest ook uitzien naar de stille
overdenking van de grote daden Gods.
Er is zoveel te doen, dat dit gemakke
lijk op de achtergrond zou kunnen ra
ken. Maar dan wordt het een Kerstfeest
zonder Christus. Eén ding is immers
nodig: dat wij persoonlijk kennis krij
gen aan de Heere Jezus, Die zich als de
Borg wil openbaren in het leven van
een zondaar, die de vergeving der zon
den van Hem heeft leren verwachten.
Deze stille overdenking vinden wij
ook bij Maria, de moeder des Heeren.
Veel is gebeurd, als zij het Kind Jezus
in haar armen houdt. Zij heeft met Jo
zef door Bethlehem gelopen, om een on
derdak te vinden, en moest genoegen
nemen met een stal. Daar werd de Heere
Jezus geboren. En na verloop van tijd
kwamen daar de haar onbekende her
ders binnen, die verteld zullen hebben
van de engelenzang en van de bood
schap, die aan hen verkondigd werd.
De hemel was opengescheurd, en le
gioenen engelen hadden het „Ere zij
God" gezongen. Want hèt welbehagen
des Heeren was geopenbaard.
Maar nu was het weer stil geworden
in de stal van Bethlehem. De herders
waren heengegaan, om aan een ieder te
vertellen, wat er gebeurd was. En Ma
ria bleef achter, samen met haar Kind,
met Jezus. Van haar zegt Lukas nu, dat
zij al deze woorden, die gesproken wa
ren, bewaart, en die in haar hart over
legt. Wat vinden wij hier een zuivere
beschrijving van het bezig zijn met de
grote daden des Heeren.
Maria komt niet in een drukke bewe
ging, maar laat al deze dingen tot haar
komen. Zij mag daar in het geloof mee
bezig zijn. Daar wordt dan ook een
groot wonder geopenbaard: „Het Woord
is vlees geworden". Daarin staat Maria
temidden van de gehele Kerk des Hee
ren, van alle tijden. De Heere geeft aan
Zijn kinderen, in het geloof te mogen
zien op het wonder van de komst van
Christus. Dat geeft de stille verwonde
ring over de trouw, die de Heere be
toont. Dan zult ge misschien er wel eens
behoefte aan hebben, om ook op deze
Kerstdagen 's Heeren aangezicht te
zoeken in de binnenkamer. Want het is
bijna niet te zeggen, welk een vrede het
is, als zo het oog op Hem zijn mag.
Dan is het niet erg, als we niet alles
direkt begrijpen. Als de Heere met Zijn
Geest in het hart gaat werken, dan
komt daar de levende behoefte naar de
Persoon en het werk van Christus. Maar
daar is oefening in nodig. Gods Kerk
leert niet alles op één dag. Daarom le
zen we van Maria, dat zij deze woorden
bewaarde, om ze later nog eens te over
denken, om er weer verder in onder
wezen te worden.
Zo gaan we de laatste dagen voor
Kerstfeest in. Maar we hebben ook no
dig, dat we steeds weer onderwezen
worden in de getuigenissen des Heeren.
Daarin lezen wij aangaande de komst
des Heeren. Dat in zulk een overweldi
gende zaak, dat we het niet zouden
kunnen bevatten. Daarom wil de Heere
voortgaan met Zijn onderwijs. Wie ge
looft, zal daarin niet haasten, maar stil
afwachten, welk een weg de Heere gaan
wil, welk een onderwijs Hij geven wil.
Daar is een heel leven voor nodig, om
iets te verstaan van het wonder van
Christus' geboorte; daar is een eeuwig
heid voor nodig, om het ten volle te
kunnen verstaan.
Maria geeft al die dingen een plaats
in haar hart. Ze overlegt al deze dingen.
Dat was een nauwkeurig werk: zelfs de
kleinste dingen worden gezien, en over
dacht. En daarmee komt ook de rijkdom
van Gods werk openbaar. In al die grote
en kleine dingen ziet Maria, dat de
Heere de prediking van zijn genade
schenkt. En dan komen er telkens weer
nieuwe schatten openbaar.
Gods rechtvaardigheid, Zijn barm
hartigheid, alles wordt gepredikt in de
komst van Zijn Zoon.
Later zal Maria er meer van gaan be
grijpen. Als zij staat bij het kruis, dan
zal haar hart, dat deze dingen bewaar
de, schreien vanwege het lijden van de
Middelaar, Die zij onder het hart ge
dragen had. Dan zal het duidelijk wor
den, waarom zij in de stal van Bethle
hem haar Kind moest voortbrengen.
Maar dan zal in Zijn lijden ook Zijn
borgtochtelijk werk gepredikt worden.
Al deze dingen bewaart Maria in haar
hart. Er gaat vrede van mt, als we tij
dens de Kerstdagen ook een ogenbUk
rust kunnen vinden, om in stille over
peinzing de komst van de Heere Jezus
te overdenken. Ons leven is jachtig,
maar we hebben rust nodig. We worden
opgejaagd, zolang we die rust in Chris
tus niet kennen. Dan glijden ook deze
komende Kerstdagen zomaar aan ons
voorbij.
We hebben het nodig, dat we Christus
leren kennen. Dat is een levensnood
zaak. Het moet waarachtig Kerstfeest
worden. Dat wil de Geest leren. Waar
de Geest onderwijs gaat geven, daar
komt de kennis van eigen verlorenheid.
En dan bUjft er maar één uitweg over:
Christus.
Hebben we leren zien, wat wij door
de zonde geworden zijn? Zie, dan is daar
de uitweg in Christus' werk. Hij wil
zichzelf wegschenken. Dat is een schat,
die Gods kinderen in het hart bewaren,
in de verborgen omgang met de Heere
Jezus, om daar gedurig kracht en troost
uit te putten. Dan krijgt het Kerstfeest
de betekenis, om geoefend te worden In
de bevindelijke kennis aan deze Borg.
Als u zó leven mag, zal het a.s. Kerst
feest in de eerste plaats spreken van de
Christus der Schriften. Maar dan zal de
veelheid van Zijn schatten zó groot zijn,
dat u daarna elke dag nodig hebt, om
Zijn grote daden te bewonderen. Want
de Kerk des Heeren kan er niet over
uitgedacht en uitgesproken komen: dat
God uit enkel gunst in Christus Zijn
welbehagen heeft geopenbaard.
Zegveld.
Ds. W. Arkeraats.
te verlaten en naar Engeland terug te
keren. Vrouwe Jacoba moest zichzelf
maar zien te helpen!
Haar opvolger Filips de Goede hielp
als graaf van Bourgondië de Engelsen.
Het begin.
In 1337 begint dus deze oorlog. Toen
regeerde in Engeland koning Eduard III
die een groot deel van Frankrijk in be
zit had, groter dan dat van de Franse
koning. Hij noemde zich dan ook ko
ning van Engeland en Frankrijk! Dat
was een vreemde situatie.
Om die toestand te kunnen begrijpen,
moeten we even terug in de geschiede
nis, tot het jaar 1066. Toen heersten de
Noormannen over Engeland, zoals ze
bijvoorbeeld ook verscheidene jaren het
eiland Walcheren bezet hebben. Toen
is de hertog van Normandië (in Frank
rijk), Willem de Veroveraar, het Kanaal
overgestoken en heeft de Noormahnen
,uit Engeland verdreven. Zodoende be
zat Engeland een stuk land aan de
Franse kust. Zijn opvolgers waren niet
tevreden met enkel Normandië, ze pro
beerden andere delen van Frankrijk er
bij te voegen. Dat is hun ook gelukt,
tenminste in de eerste helft van deze
oorlog.
Maar de Franse koningen namen dat
niet, dat spreekt vanzelf, en zo ontstond
deze grote langdurige oorlog.
De Fransen schepten wel op: „Waar
om gaan we niet eens naar Engeland
om land en volk te bekijken?
En daar de weg te leren kennen zoals
de Engelsen die destijds in Frankrijk
hebben leren kennen?" Maar ze hebben
Engeland alleen aan de zuidkust wat
beschadigd, van een grote invasie is
nooit iets gekomen, hoewel de Engelsen
er dikwijls bang voor waren.
De strijd werd op het vasteland, in
Frankrijk, gevoerd. Een enkele keer had
er ook een zeeslag plaats.
De Engelsen hadden minder soldaten
dan de Franse koning, maar ze waren
uitstekend geoefend. Vooral oefenden
ze met de boog. Ik las: „De Engelse
boogschutters schoten hun witte pijlen
zo snel achter elkaar, dat het wel een
sneeuwbui leek. Men had ook kanon
nen, maar dat betekende in die tijd
nog niet veel.
Een verliespunt voor Frankrijk waren
ook de pest-epidemieën, die tijdens de
ze oorlog veel slachtoffers hebben ge
ëist, veel meer dan op het slagveld. In
sommige plaatsen werd meer dan de
helft door deze „zwarte dood" wegge
rukt. Eerst in 1348, later tijdens de barre
winter van 1361 en weer 13 jaar later
in 1374, toen er grote hongersnood heer
ste.
U kunt wel begrijpen dat er veel ge
leden is in die tijd. Op het slagveld,
waar „de bloem van de ridderschap
sneuvelde", edelen uit alle landen van
Europa. In de dorp enen steden, die
door de huursoldaten gebrandschat en
gepliinderd werden.
Van de geestelijkheid ging ook geen
kracht uit: er waren twee pausen, één
In Rome en een Franse paus in Avig
non. Ze deden elkaar in de ban, be
noemden ieder hun eigen bisschoppen.
Op een concilie werden ze afgezet en
een nieuwe gekozen. Ze weigerden ech
ter heen te gaan, zodat er toen drie pau
sen waren. Deze toestand heeft 5 jaar
geduurd, tot het concilie van Konstanz
(1414).
In het begin van deze oorlog behaal
den de Engelsen grote successen. In
1356 werd zelfs de Franse koning Jan de
Goede gevangen genomen en naar Lon
den gevoerd. Van de Fransen, werd ge
zegd: „God is er getuige van, dat de
edelen en het gewone volk alleen maar
kunnen vluchten en niet overwinnen".
Jeanne d' Are.
Een eigenaardige figuur tijdens deze
oorlog was Jeanne (Johanna) d' Arc, een
eenvoudig boerenmeisje uit Domremy.
In 1425 (ze was toen ongeveer 13 jaar
oud) ontving ze volgens haar zeggen
stemmen uit de hemel met de goddelijke
boodschap: „Gij zult de dauphin naar
Reims geleiden, opdat hij daar de heili
ge zalving ontvange".
Koning Karel VII was nog niet ge
kroond in de oude kroningsstad Reims
en droeg daarom nog slechts de titel
van dauphin kroonprins).
Zijn positie scheen hopeloos; slechts
een deel van Zuid-Frankrijk erkende
nog zijn gezag en de Engelsen sloegen
het beleg voor Orleans, dat dreigde
verloren te gaan.
Toen plaatste Jeanne d' Are zich aan
het hoofd van het Franse leger, dat met
nieuwe heilige moed bezield werd. De
stad Orleans werd ontzet en de „Maagd
van Orleans" deed haar intocht erin.
Drie maanden later wist ze haar be
daar zou zij er niet vanaf kunnen te
zingen. Licht, mensen, muziek, hulde,
applaus, bewondering. Ze zuchtte.
„Weet je de Nes, Albert?"
„Zeker mevrouw". De stem van de
chauffeur verried geen verwonde
ring.
„Dan moet je daar eens langzaam
doorrijden".
en naast haar een tengere blonde in een
zelfde imiform. Net Greet, dacht Mia.
En zij liep iets sneller tot zij gelijk
kwam. Een schok ging door haar heen.
Het was Greet. Tóch geen bevlieging!
Greet heilssoldate! Zij was nu vast
wel kapitein, glimlachte Mia verstolen,
maar haar mond beefde bij het weer
zien van haar vriendin. Zij liep met de
KERSTVERHAAL
Ze>;
naar Rome gaan. Het was haar
aaisie Kerstmis in het vaderland. En
^1]^ l'.ad zitten bomen met Greet. Greet,
™e net zoals zij, dol was op muziek.
^^y'}, die als zij maar had doorgezet,
rai'iière had kunnen maken als sopraan-
zar.geres. Maar terwijl zij. Mies, haar
êehch toekomst in gedachten al had
™ge3tippeld, was Greet, altijd een
°ept]e dweperig (vond Mies), een beetje
'Wevend, door een zotte bevlieging in-
Sepaimd. Zij ging bij het Leger des
"■^'■s! Mies had hard willen lachen,
™«ai- daarvoor hield zij teveel van Greet
oaarvoor was het fijne gezichtje onder
net blonde haar te ernstig. Ja, zo hadden
'J gezeten op haar kamer in Amster-
[j f^: «ie Nes, notabene! En zij had
fSwuisterd naar het enthousiasme van
k vf*" gedacht: over twee maanden
vlu ^^*s anders, de dierenbe-
fcfterming of terug naar de natuur of
Zij, Mies, was nu Mia Vamese. Graaf
Giacomo Vamese, twintig jaar ouder
dan zij, was de man geweest, die haar
tot deze hoogte had opgevoerd.
Zij glimlachte vertederd. Zulke man
nen bestondentoen. Een gentleman,
een edelman tot in zijn vingertoppen.
Leefde en stierf voor de kunst.
Zij was met hem getrouwd en het
was niet de liefde geweest, waarvan zij
in haar meisjesjaren had gedroomd.
Het waren een diepe vriendschap en
een volledig elkaar begrijpen, een hoge
achting ook voor karakter en capacitei
ten van deze man, die haar het besluit
hadden doen nemen.
Zij waren gelukkig geweest samen,
zolang Giacomo leefde, gelukkig in hun
leven van reizen en trekken, hij de vol
maakte impressario, secretaris, vriend,
beschermer en trouwe kameraad. Voor
hem was het voldoende geweest en de
leegte in haar hart werd opgevuld door
het succes voor de stampvolle zalen, de
schitterende kritieken, de bloemen, de
hulde, de weelde en het opgaan in haar
kunst, die zij met hart en ziel was toe
gedaan.
Zij had tournee gemaakt in Amerika,
in alle landen van Europa, in Rusland
zelfs; tien jaren geleden had zij voor één
optreden in „Aida" een bezoek aan Ne
derland gebracht. En nu was zij hier
weer terug. Nu zat zij hier, enkele tien
tallen kilometers van Amsterdam. Daar
heen zou haar chauffeur haar straks
brengen en dan zou ze nog naar een soi
ree moeten, waar al wat smaak had en
in aanzien was, verzameld zou zijn. En
Werd zij sentimenteel, dat zij haar
oude huis nog eens wilde zien?
Zij reden door de nachtelijk-stille
straat. Even verder was de rosse buurt.
Warmoesstraat, Lange Niezel, Zeedijk,
de wallen. Wat zou Albert zich afvra
gen? dacht zij vermaakt. Zou hij in haar
een Vrouw met een Verleden vermoe
den? Maar Alberts onverstoorbaar ge
zicht verried niets toen de grote wagen
langzaam over het asfalt van de smalte
straat zoefde en plotseling stopte. Mia
hoorde zingen.
„Wat is er, Albert?"
„Het Heilsleger, mevrouw".
Opeens nam Mia een besluit.
„Ik ga even kijken, 't zijn tenslotte
collega's. Zij zingen ook".
„Niet zo mooi als U", waagde Albert.
„Wil ik eens horen. Blijf maar in de
buurt".
Mia, in haar lange donkere mantel,
haar gezicht schuilgaand onder de rand
van haar helmhoedje, wandelde lang
zaam naar de donkere groep. Een statige
grijze vrouw sprak nu. ,;Komt, allemaal.
Vanavond is het Kerstfeest voor U".
Een harmonika-accoord weerklonk,
stemmen zetten in, ongeschoolde stem
men van mannen en vrouwen. „Het is
feest in mijn hart want de Heiland kwam
in". En zo gingen zij voort, recht naar
de straten met de lichtreclames en de
rode lampen. Mia volgde geboeid. Voor
op liep de grijze vrouw in haar donker
blauwe mantel met de „Halleluja-hoed"
groep mee. Ze wist, dat Albert volgde
met de wagen. Die liet haar niet in de
steek. Het gaf haar een veilig gevoel.
En ze wist, dat dit groepje in deze
buurt werd beschermd door de sympa
thie van de mensen van de zelfkant
voor hen, die niet alleen preken, maar
ook doen.
Zij waren er. Bij de deur stond een
jonge heilssoldaat, die de cinderen vro
lijk groette, haar bevreemd aankeek.
„Mevrouw, dit is alleen..."
„Ik ben een vriendin vanzei
Mia, ja hoe heette Greet hier?
Zij knikte in haar richting. De jonge
man glimlachte. „Komt U maar hier
zitten, een beetje buiten het gedrang",
zei hij goedmoedig en gaf haar een
plaatsje achterin. Mia keek bevreemd
rond. Hier waren alleen vrouwen.
Grote, zware vrouwen met door het
leven getekende gezichten, zeer jonge
meisjes met hoog optorenend geblon
deerd haar, onverschillige, harde ver
drietige, vriendelijke, onnozele en vro
lijke gezichten, alles door elkaar.. Ze
begreep dit was het Kerstfeest voor de
vrouwen uit deze buurt. En tussen haar
allen zag zij alleen Greet, die hier blijk
baar iedereen kende, die lachte en
praatte. Een zware vrouw met donkere
trekken, een halfbloed, dacht Mia, leg
de haar hand op de uniformmouw en
vroeg dringend iets. Greet schudde
glimlachend het hoofd. Greet! Ouder
was zij, ja en in dat blond zat grijs, dat
zag je onder de lamp. Maar het gezicht
was nog hetzelfde.
De deur kierde open. Mia zag het ver-
Zaterdagmiddag heeft de jeugd van
de Ger. Gem., in distriktsverband bö-
een, zich bezig gehouden met het onder
was. Hoi>eIijk deed het merendeel het
niet alleen zaterdag, omdat velen nog
leerplichtig zijn, maar deze keer op een
andere tijd, plaats en manier.
Dhr. H. Doeleman, direkteur van het
Chr. Vormingsinstituut in Ridderkerk,
hield een betoog over onderwijs in het
algemeen- en vormingsonderwijs in het
bijzonder.
Vooral de veranderde wettelijke be
palingen zoals het verlengen van de
melse opdracht te volbrengen; ze trok
Reims binnen, w'aar in de machtige ka
thedraal de plechtige zalving plaats
had van de nieuwe koning Karel VII
(1429).
Nu is haar werk volbracht en ze wil
teruggaan naar haar dorpje en haar
ouders. Maar men laat haar niet los. Ze
moet meehelpen om heel Frankrijk van
vijanden te zuiveren. Het is haar niet
gelukt. Het Franse leger werd een paar
keer teruggeslagen en ze werd door de
Bourgondiërs gevangen genomen.
Graaf Filips verkocht haar aan de
Engelsen, die haar naar Rouaan bren
gen. Na een langdurig proces werd ze
van ketterij beschuldigd en daar als
heks verbrand (1431).
Koning Karel VII heeft niets gedaan
om haar van de vuurdood te redden.
Hij had het te druk met vredesonder
handelingen met Bourgondië en met
zijn schone bijzit Agnes Sorel.
In 1920 is Jeanne d' Are door de paus
heilig verklaard.
De Franse koning zette na deze ge
beurtenis de strijd tegen Engeland met
kracht voort. Hij wist Filips van Bour
gondië van het Engelse bondgenoot
schap af te trekken en na drie maanden
Normandië te veroveren. In 1453 ge
beurde hetzelfde met Bordeaux en om
geving en dit werd het einde van de
100-jarige oorlog.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
leerplicht en de partiële leerplicht kwa
men ter sprake.
Maar ook het veranderde doel: tegen
woordig doet men alles voor het kind,
dus de mens staat centraal.
De manier waarop is veranderd, men
gaat naar een scholengemeenschap en
de frustraties van „zitten-blijven" zijn
verdwenen, men verandert intern van
onderwijs en men bezit na bepaalde tijd
toch een papiertje (diploma).
Het socialisme wordt overal doorge
dreven, iedereen gelijke kansen, rijk of
arm, maar wel via een van regerings
wege opgelegd leerplan. Toch moet je
gebruiken wat je van je Schepper hebt
meegekregen zonder dat men voor on
overkomelijke verzwaren komt te
staan!?
Zo zijn de levensnormen veranderd en
het vormingsonderwijs ontstaan.
Dit vormingswerk kan erg gevaarlijk
zijn, omdat het dicht bij het levensdoel
staat, het instituut moet de vragen bij
de deelnemers over de maatschappij op
lossen.
U begrijpt daarom zijn Christelyke
instituten zo hard nodig. Instellingen die
als richtsnoer Gods Woord hebben met
leiders die een eigen mening getoetst
daaraan hebben. Tevens kan men via
het vormingsonderwijs nog veel berei
ken. Naast vormende vakken is er stu
diebegeleiding bij div. cursussen. Gele
genheid voor type- en steno opleiding
etc. Het fijne hiervan is dat je dit kan
doen op eigen niveau en tempo.
Maar omdat het alles nog in een be
ginstadium staat is het zo belangrijk
dat ieder eraan meewerkt om het een
eigen stempel te laten dragen.
Want wanneer dit o.i.v. de regering
tot stand komt zal het alles een zeer so
cialistisch karakter dragen, zodat wij er
als mensen van de Ger. Gem. geen deel
aan kunnen nemen.
Spreker vergeleek dit met het hijgend
hert dat nauwelijks aan de arend was
ontkomen met een vlucht over de rotsen
en verlangde naar de frisse waterstro-
mien.
's Avonds was er nog een vraagge
sprek met diverse personen die onder
wijs geven en genieten aan verschillen
de vormen van onderwijs. Iedereen
deed hieraan mee en vele dingen kwa
men ter sprake.
Al met al een leerzame dag in het
ver. geb. van de Ger. Gem. in Dirksland.
baasde gezicht van Albert en maakte
een geruststellend gebaar. De deur ging
weer dicht Albert zou wachten. De
vrouwen letten nauwelijks op haar. Alle
aandacht was voor de majoor met het
witte haar, die de Kerstgeschiedenis
vertelde. „Voor iedereen", zei ze, „voor
iedereen". En er werd gezongen. Be
vreemd hoorde Mia hoe verscheidene
vrouwen meezongen. Konden die nog...
Kerstliederen zingen...?
Er kwam stemming in de zaal. Mia,
gevoelig voor zoiets, wist het meteen.
En toen was er weer die grote vrouw,
die hier blijkbaar een zeker gezag had,
en die met een schorre stem zei: „nou
mot 't blonde kapiteintje voor ons zin
gen".
Toen zag zij Greet in het midden
staan. „Hoor es", zei zij, en haar stem
was hees, „ik heb de hele week op
straat gezongen en nu ben ik zo schor
als een kraai". Er werd gelachen. Zij
mochten haar, bemerkte Mia. Daar
stond Greet, haar vriendin Greet, te
midden van hetgeen haar vrienden
noemden: „het uitvaagsel der maat
schappij", maar voor haar alleen maar
mensen, zij voor hèn een medemens.
En opeens was haar besluit genomen.
Onzeker, nerveus, liep zij door het
smalle pad en voelde al die verwonder
de ogen in haar rug.
„Zal ik vanavond voor jou zingen?"
zei ze opeens. Zij keek in ontstelde
grijsblauwe ogen, die bevreemd haar
gezicht aftastten. „Is dat goed
Greet?"
De grijze majoor deed onrustig een
stap naderbij. Zij hield niet van die di
lettanten, die haar programma in de
war stuurden. Hoe kwam die vrouw
hier? Maar toen zag zij Greet, stralend.
„Mies!"
„Ja, gauw", zei zij, „straks praten we"
En zij wendde zich tot de vrouwen, die
haar verwonderd, bijna vijandig beke
ken. Wat moest die dame hier?
Een beetje sensationeel doen? Straks
aan haar vrienden vertellen, dat zij
voor de rosse buurt gezongen had?
Mia voelde de stemming.
„Het blonde kapiteintje", zei ze en
opeens viel er een stilte, „en ikwij
waren twintig jaren geleden vriendin
nen. Vanavond zie ik haar voor het eerst
weer. Zij kon toen goed zingen. Ik ook.
En ik kan het nog wel een beetje".
„Zij ook", riep de donkere vrouw en
er was applaus.
„Nu is zij verkouden en nu val ik voor
haar in. Maar ik ken alleen maar Kerst
liederen, die ik als kind heb geleerd.
Is dat goed?"
„O, da's best", zei de donkere vrouw.
De majoor, haastig fluisterend met
Greet, glimlachte opgelucht.
En toen zong Mia, begeleid door een
jonge soldate aan de piano, alls oude
liederen en ze hoorde hoe er vanuit het
zaaltje werd meegeneuried.
Nu durfde zij haar gehoor aan te zien,
al die gezichten, die naar haar waren
toegewend. En opeens begreep zij Greet.
„Nou", zei de donkere vrouw, „ik heb
vanavond die, hoe heet ze ook weer, die
Mia Vamees of zo, op de teevee ge
hoord, maar die doet het niks beter.
Ik vind dit wèl zo mooi. Wat jullie?"
Mia lachte. De majoor kwam naar
haar toe. „U wordt bedankt", zei ze en
aan haar blik zag Mia, dat zij herkend
was.
„U wordt bedankt", zei ze, „ik was
blij, dat ik het mocht doen".
Met een opgewektheid, welke zij in
jaren niet had gekend, stapte zij de
lounge van haar hotel in. Morgen zou
ze bij Greet gaan koffiedrinken, als
vanouds. Niet zo lang, want Greet had
het druk, 's middags weer kinderkerst
feest.
Op een bank zat, slaperig, haar
impressario te wacht.
„Heb je op me gewacht, René?"
„Ja, ik wüde weten hoe het gegaan
was".
„Aardig van je. Nou, het ging prima"
„Ben je nog bij hoe-heet-ze ge
weest?"
Mia, wist, dat hij de gastvrouw van
de dure avondpartij bedoelde.
„Ja", zei ze, „ik ben nog bij de hoe-
heten-ze geweest".
„Nog gezongen?"
„Ja, ook. Ja, natuurlijk".
„En?"
„O, enthousiast".
„Je straalt er nog van. Goed publiek
zeker?"
„O, ja", zei ze en haar ogen glim
lachten naar iets, waarvan de erva
ren René geen begrip had. „Nog
nooit zo'n publiek gehad. Welterus
ten René",