illAHDEII - niEUWS Investiging en intrede [anils.LW.vanderMey ie Middelharnis [Groetïader vertelt rvoi? '"4 irüstval! jSpiendi^ Irksetsn van 9| „Ik mag u de dynastie van Christus Jezus verkondigen" ik Raad redelijk tevreden over begrotingspositie Ben Hertog Co. voor Deiieatessen -> e O o o 4 Een greep uit ons assortiment Den Hertog Co. voor Delicatessen - ^A PRANciJ h" ^=»af coj Dinsdag 9 december 1975 No. 4446 IbontpaleJ >r spanit cycSaiiK Eesterei jnlande" te lien Poort- en te gras" 10 -13 uur ïavoiul van zondagen lor kinderen ig Kinder- 60 O o UI o 9 X B VOOR GOED EN GOEDKOOP NAAR Westhavendijk 43a - DIRKSLAND - Tel. 01877 - 1968 1 Uter KEIZERBITTER 10,95 1 Uter SONNEMA BEERENBURG 11,75 2 liter ROBERO SHERRY13,75 1 Uter COEBERG BESSENJENEVER 9,95 1 Uter BOKMA JONGE JENEVER 10,95 12 Uter JONGE JENEVER, bekend merk, 118,95, dit is slechts 9,81 per liiteir. 1 liter bessenjenever, 1 liter citroenjenever en 1 liter jonge jenever, bekende merken met z'n drieën voor maar 27,50 Probeer ook eens onze IJS- en PUDDINGSPECIALITEITEN en ons heerlijk SCHEFFERS GEBAK. O O O e o 3 9 O o frt. DeHe-f; Annala»"' )IENSXE>' CENIË^ \0 uur 3an God nJ ■1 schonk fn zusje iLéon Ise, 5 dec. jblad raat 20 19;J |FD: ESSELINK i en fK DE VRIES I ■rnis, *e Vrieslaan i| 6 dec, idoeverstraati P s bij NedetiJ pontmagaziijT Jbaar 20«/o a ii I' yolle garaJ imce mogeiijl Ft 153, Rotterdf fS bij koop *1 uur openijj ■oopavond tot f en goudbinij It en ontwornid stamboom (01877) 1865 lloemisterlj |ngeweg 218 JWE TONGE duizenden vrouwen gebi Bs jaren metve het biologisch Icum TIOSIN, fing voor plrn, 16,80 met Inwijzing, 116,80 op giro Jn.v. Lab. ROTaI |200, Leidenen! 1 flacon franc langeboden: febr. 1975 billijke prijs, IVOLAART Injestraat 10 Serkingen Het is alleen op grond van „de mo- Bidheden des Heeren HEEREN", die L kracht in zwakheid volbrengt, dat f christelijke gereformeerde kerk te Mdelharnis afgelopen zaterdag haar Uwe predikant mocht begroeten. Als ]s de beide diensten, gehouden in het pkgebouw van de Nederlands Her- Jrmde gemeente, verbond, dan wel |éze belijdenis. iDe bevestiger, ds. H. C. van der Ent Borheen te Middelharnis) leidde de 25- jrige kandidaat in zijn dienstwerk in M de woorden uit Jeremia 1 lAch, Heere HEERE! zie ik kan niet Ireken, want ik ben jong. Maar de EERE zeide tot nüj: Zeg niet: Ik ben Ing; want overal, waarheen ik u zen- L zal, zult gij gaan, en alles wat Ik u tbieden zal, zult gij spreken". [Hij deed zowel de aanstaande predi ct als de gemeente naar aanleiding tol dit schriftgedeelte zien de roeping ian-Godswege van de jonge profeet Eeremia, zijn onbekwaamheid om de toodschap Gods te verwoorden, maar |k de troostvolle bemoediging dat de leere beloofde met hem te zijn. „In al- 1 vrees en schroom mag het ook u tot oost zijn, dat God zelf voor Zijn Woord staat. Hij is getrouw, die het ook joen zal!" aldus ds. Van der Ent tot zijn |nge ambtsbroeder. ÏDeze getrouwheid Gods was ook het ientrale thema in de 's avonds gehou- fen intreepreek van ds. Van der Mey. mag u aanprijzen de betrouwbaar-' hi van de Heere, HEERE, de vorst Ihweh, en de Zijne alleen!" zo hield zijn gemeente én de vele familie den, vrienden en belangstellenden or, Hij deed dit naar aanleiding van blm 71 16: ijk. zal heengaan in de mogendheden |s Heeren HEEREN; ik zal Uw ge- chtigheid vermelden, de Uwe alleen!" |Ds, begon zijn preek met te doen zien, 1,welke situatie deze psalm is gedicht. De schrijver is iemand, die in de smelt- loes van de beproeving verloren heeft Jles wat voor God geen waarde heeft: „waarden" van eigengerechtigheid, len wijsheid en eigen kracht. Alleen komt plaats voor Hem, om wie het feat". Ds. wees erop, dat waar vvij ster- |en aan onze eigen mogendheden, we lods mogendheden overhouden. „De |üg vaste grond hiervan is Gods waar- phtigheid, Zijn trouw en waarheid". {Ds. noemde met Luther het ge- lof: een onrustig ding. „De geestelijke lood doet zich kennen aan beweging- losheid, zulks in tegenstelling tot_ het leven des geloofs, dat in beweging is; |et wordt dikwijls geschokt. Het kent |e uitzichtloosheid, maar ook het uit- Ücht vanaf de berg Nebo op het be- bofde land der rust". Spreker typeerde |et geloofsleven als volgt: „Midden in I nood grijpt het geloof God aan en |ijn onwankelbare belofte; midden in I storm vat het moed, omdat het ziet I de waarachtigheid Gods'; in de strijd |eet het geloof reeds van de overwin- ng, omdat het ziet op de onwankel- toe en getrouwe God". Ds. wees er zijn lemeente met nadruk op in alle aan vechtingen en beproevingen niet op Üchzelf te zien, maar het geloofsoog te Ichten op de overste Leidsman en Vol- pder des geloofs. „Dan zal ons levens- Khip, ondanks alle stormen, de veilige aven binnenvaren. Want de vastheid an de zaligheid ligt alleen in de God- Belijke deugden, in Gods mogendheden" ze verklaarde spreker. Ds. benadrukte het voorrecht te mo len getuigen van deze mogendheden, deze heldendaden van Christus. tij overwon, die sterke Held; en Hij tidt nog steeds de strijd aan tegen uw arde hart". „Ik mag u de dsmastie van Christus Jezus verkondigen; God re- geert!, dat mag ik u bekendmaken. 'Yoor wie God tegenstaan, is dat een re ien tot verschrikking, maar het is de Middelharnis Itan liet in 1976 zonder belastingverhoging stellen hoogste troost voor wie leren buigen onder Zijn genadeheerschappij. Nie mand zal hen uit Zijn hand rukken". „Ons is de overwinning zeker, als ónze vijanden Gods vijanden zijn. En deze glorie verduurt de tijd en bestaat tot in eeuwigheid". „Dit heil ligt vast in de Heere. De taak van de dienaar des Woords is daarbij maar een zeer schamele", aldus ds. „Wat doet een dienaar anders, dan slechts aanreiken, wat een ander heeft klaargemaakt", zo vroeg spreker zich en de gemeente af. „Ik mag u vanaf thans het Woord Gods bedienen", aldus ds. „en in zoverre virij dienaar van het Woord zijn, willen wij ook uw dienaar zijn. Maar ik mag niet meer zijn dan Eliëzer, de knecht van Abraham, die alleen maar tussenkomst verleende bij het werven van een bruid voor Izak; en niet meer dan Johannes de Doper, die slechts mocht wijzen op een Ander. Verwacht van mij niet anders dan dit: Ik zal komen met de heldendaden van de vorst Jahweh; Ik zal Zijn gerechtig heid vermelden, de Zijne alleen", zo be ëindigde ds. zijn prediking. Namens de plaatselijke kerken voerde nog het woord, ds. Van Stuijvenberg, predikant van de gereformeerde ge meente ter plaatse. Hij riep zijn collega een hartelijk welkom toe, zulks even eens namens de andere kerken in Mid delharnis en Sommelsdijk. Spreker verklaarde het te betreuren, dat men in deze plaatselijke gemeente naast elkaar blijkt te moeten werken, „maar het is groot te bemerken, dat u op hetzelfde aambeeld slaat, namelijk de verkondiging van de enige Naam, die onder de mensen gegeven is, door wel ke wij moeten zalig worden", aldus ds. Hij wenste zijn collega toe „de zegen van het verbond, waaruit niet alleen de leden, maar ook de dienaren der kerk bediend moeten worden". „Zie maar veel naar boven en verwacht alles van Hem, wiens ambassadeur u nu mag zijn. De God aller genade zegene u rij kelijk", zo besloot ds. zijn korte toe spraak. Student Van Heteren, sprekend na mens de studentenkring „Calvijn", bracht zijn vriend Van der Mey in her innering, dat deze graag Calvijn met Kohlbrügge verbond. „Ik hoop, dat je niet dezelfde gang als de laatstgenoem de behoeft te gaan, namelijk verban ning naar het buitenland vanwege de bedlening van het evangelie; wel wens ia je dezelfde kracht en moed toe die deze had bij het opkomen voor het Woord Gods". De vorige predikant van de gemeente, ds. P. Roos, verklaarde wel urenlang te kunnen spreken over deze gemeente, aangezien voor hem ieder der leden een geschiedenis vertegenwoordigt. Dat hij het niet behoefde te doen, was aldus ds. te danken aan het feit, dat dit de belangrijkste ervaring geweest was ge durende zijn ambtelijke bediening te Middelharnis: „Gewis de Heere was aan deze plaats! Het bemerken van de ver rassende tegenwoordigheid van de Heilige Geest beheerst alle andere in drukken." Spreker wenste zijn opvolger Middelharnis' Gemeentebestuur heeft donderdag in een vergadering die twee uur 's middags begon en 's avonds tien uur eindigde de gemeentebegroting voor 1976 vastgesteld met een post Onvoor ziene van 643.519,83. De raad was daar bijzonder content mee, al heerste in el ke fractie het besef dat er met de be schikbare middelen zuinig moet worden omgesprongen. De raad prees er zich gelukkig mee dat er geen sprake hoefde te zijn van verhoging van de gemeente lijke belastingen. We beginnen met een greep uit de gehouden alg. beschouwin gen. Zorgen waren er bij de groep Hoog- zand over de economische toestand van ons land enstelde dhr. Huijsen vast: „het ziet er nog niet naar uit dat we door het dieptepunt heen zijn". Spr. voorzag dat de aktiviteiten op sociaal terrein zeker een extra belasting zullen brengen. Dat alles weerhield er dhr. Huijsen niet van vooruit te zien op een deelname aan een constructief beleid en hij hoopte dat er begrip zal zijn voor de meningen die zijnerzijds zullen wor den voorgestaan en verdedigd. Over het bouwprogramma zoals zich dat in het bijna voorbije jaar heeft ontwikkeld bleek dhr. Huijsen redeUjk tevreden en met verlangen ziet hij uit naar concre tisering van de zwembadplannen, zijn „eerste verlangens voor de toekomst". Spr. zag ook nog even terug op de ern stige stroomstoring die Goeree-Over- flakkee in het donker zette en hij vroeg zich af of het niet wensehjk zou zijn dat alle kwetsbare punten zouden gekop peld worden waardoor een keten zou ontstaan die bij een storing snel her steld/overgeschakeld zou kunnen wor den. „Woningbouw, bedrijfsbouw en open bare bouw staan op ons program", zo liet dhr. Huijsen weten en zijn aandacht ging over het culturele leven en het on derwijs en hij drukte er zijn spijt over uit dat prlvé-initiatieven van burgers die willen bouwen of verbouwen zo dikwijls (moeten) worden afgewezen. Spr. besloot met de hoop op een goed volgend jaar. Redelijk tevreden. De beschouwing van de P.v.d.A. frac tie ademde een sfeer van „redelijke te en de gemeente toe, dat er zich maar veel iets tussen hen in zal bevinden, en wel: het Woord van God. „Alleen dat legt de juiste verbinding. Slechts zo wordt de Naam Gods verheerlijkt". Als consulent benadrukte de volgende spreker, ds. Slagboom, dat de nieuwe predikant zijn intrede heeft gemaakt in een classis en een gemeente, die deel uitmaken van het geheel. In beide weer spiegelt zich iets, van wat overal plaats vindt. Ds. riep zijn jonge collega op tot het betonen van getrouwheid; „én dit uit zich niet in het indelen van de gemeente in verschillende groepen, maar uitslui tend in het spreken van en naar het Woord Gods". Hij wenste hem toe, dat de Naam van Christus meer en meer gestalte zal krijgen in de prediking. Tot slot verklaarde ouderling W. Vil- lerius, na alle gesproken woorden, te trachten de sluitrede te vinden. Deze bestond onder andere in een typering van de juiste prediking: „de bediening van het recht en de genade Gods". Hij sprak de hoop uit, dat er een wisselwer king zal bestaan tussen het studeerver trek van de predikant en het bidvertrek van de gemeente. Spreker zei te wen sen, dat de ds. van God een zegenrijke ingang in het midden van de gemeente gegeven zal zijn. Op zijn verzoek zongen gemeente en andere aanwezigen ds. Van der Mey Psalm 37 3 toe: „...Houd in uw weg het oog op God gericht; vertrouw op Hem, en d' uitkomst zal niet falen!..." Op deze dag is de christelijke gere formeerde kerk van Middelharnis be toond, dat ook in haar midden het Woord nog voort mag gaan. Hij doet nóch laat het terwille van mensen! vredenheid", zeker met de sluitende be groting en de post Onvoorziene van 650.000,Dat gold niet voor de hoeveel heid werklozen en dhr. P. Tiggelman wilde dan ook graag van het college vernemen wat zij voor plannen heeft met de 500.000,die ontvangen is ter bestrijding van de werkloosheid in de bouwsector. Redelijk tevreden bleek dhr. Tiggelman over de bouwactivitei ten, maar hij betreurde het dat in Stad geen bouwgrond beschikbaar is. Wel vond hij het een probleem dat steeds meer Ie huizen als weekend-huis wor den geëxploiteerd wat z.i. vooral voor de kleinere kernen een gevaar inhoudt omdat de bewoners daarvan op geen enkele manier deel namen aan het ge meenschapsleven. Voorts was dhr. Tig gelman wel goed te spreken over de zwembadplannen nu er een krediet voor het maken van een plan gevoteerd is en die tevredenheid gold ook de gem. zorg voor de sportbeoefening echtermet de aantekening dat er te'weinig wordt betaald voor de ligplaatsen in de jacht haven. Sprekers aandacht ging over een groot aantal zaken zoals de belastingen, de rioolwaterzuiveringsinstallatie die gebouwd zal moeten worden en ten slotte het verkeer waarin hij nog ette lijke knelpunten aanwees. Ten besluite stelde hij vast: „we zijn blij dat we in de begroting een aantal punten aantreffen die ook in het programma van de P.v. d.A./P.P.R. te vinden zijn", en hij hoopte dat dat in de toekomst meer voor zal komen Onrust en agressie. „We vergaderen in een wereld van onrust en agressie!" bezag dhr. P. Krijgsman in zijn bescho,uwing namens de A.R./C.H. fractie, waarbij hij tal van kwalijke voorbeelden opsomde. Eigen land en de daarin gevoerde politiek be ziend constateerde dhr. Krijgsman dat de constructieve krachten die er in de P.v.d.A. zijn, zijn als roependen in de woestijn. „Dit Kabinet is het „onze" niet stelde dhr. Krijgsman vast", maar het is op democratische wijze tot stand ge komen en het belieft God ons door haar te regeren waarom er in de onderschei dene kerken ook voor dit kabinet gebe den wordt". „Alleen democratische be sluitvorming kan tot een doel leiden en daaraan dienen we ons te houden; wan neer daar tegenaan wordt geschopt om eigen visie en zin te doen zegevieren zal dat tot anarchie leiden!" stelde dhr. Krijgsman vast. Spr. voerde dat aan omdat hij meende dat het ook in Mid- deUiamis die kant uit zou kunnen gaan, waarbij hij doelde op de aanbieding van een groot aantal handtekeningen door Horeca-ondememers na het genomen raadsbesluit de horecabedrijven weer aan een sluitingsuur te binden. Het was sprekers overtuiging dat in een derge lijk geval allerlei akties achterwege dienen te worden gelaten. De werkloos heid en de oorzaken die daartoe leiden beziend achtte spr. het wenselijker er samen de schouders onder te zetten dan elkaar de schuld te geven waarbij hij ook op matiging aandrong. Daarbij pleitte hij ook voor een mogelijkheid de oudere werknemers die zonder werk ra ken op de Soc. werkplaats op te vangen. Zeer benieuwd was dhr. Krijgsman naar de hoogte van het bedrag dat vrij zal komen uit de aandelen van de N.V. Brugverbinding Haringvliet en hij meende dat dat het best aan het zwem bad besteed zou kunnen worden. Voorts vroeg dhr. Krijgsman aandacht voor het onderhoud van een aantal wegen o.a.: de Molendijk te Stad en hij informeerde naar de vordering van de plannen een gemeenschappelijke Sociale Dienst in te stellen en spr, zou het zeer betreuren wanneer de wat vastgelopen plannen niet verder zouden worden uitgewerkt. Aan het slot van zijn beschouwing wees dhr. Krijgsman erop dat Jezus steeds de Redder is en dat hij de volken met el kaar wil verzoenen. „Wanneer wij de democratie door Hem laten beheersen, dan vinden wij elkaar!" was sprekers wens vooi-- het komende begrotingsjaar. C.D.A. gedachte verwezenlijkt. „Het C.D.A. element heeft in onze fractie reeds vaste vormen aangeno men!" verzekerde dhr. G. C. Joppe (C.H.U.) in zijn beschouwing, daarmee elke schijn die er zou bestaan dat er in de A.R./C.H. fractie zeer uiteenlopende standpunten zouden zijn, afwijzend. Overigens hoopte dhr. Joppe dat lan delijk de C.D.A. er zal komen „om alzo een dam op te werpen tegen al te pro gressieve denkbeelden die zich in de politiek aandienen". Ziend op de economische situatie volgend jaar 15 miljard tekort op de Rijksbegroting noemde dhr. Joppe de te constateren achteruitgang „le- vensgevaarhjk". „De toestand in de wereld" beziend gaf dhr. Joppe een korte beschouwing op de internationale gebeurtenissen om zich daarna weer te bepalen tot de ge meentepolitiek. „Verheugd" verklaarde dhr. Joppe zich over de .voortgang van de woningbouw waarbij hij informeerde of er toch ten dezen toch wel voldoende aandacht wordt geschonken aan de autochtone bevolking. Bijzonder com plimenteus liet dhr. Joppe zich uit over de Stichting van het verpleeghuis „de Samaritaan" met bijbehorende bejaar denwoningen. Voorts besteedde dhr. Joppe aandacht aan (het uitblijven van) de waterzuivering, de zwembadplan nen en het onderwijs. Ook herinnerde hij aan de activiteiten van het bedrijf He- limex te Stad, waarover de voorz. ove rigens belangwekkend nieuws had, waarmee tegemoet werd gekomen aan het verlangen van dhr. Joppe dat aan de gerechtvaardigde verlangens van de omwonenden zal worden voldaan. Spr. besloot zijn beschouwing met een woord van dank aan allen die in het belang van de gemeente werkzaam zijn geweest, ieder Gods zegen voor het ko mende jaar toewensend. Geen grote groei. Dhr. J. Th. M. Jacobs (V.V.D.) con stateerde in zijn beschouwing dat de bevolking vorig jaar met l,5''/o is ge groeid, waaruit hij de gevolgtrekking maakte dat de in het Streekplan toege stane groei van 2°/o niet eens is gehaald; z.i. voor G.S. bepaald geen reden om de gem. uitbreidingsplannen af te remmen. Over de woningbouw was dhr. Ja cobs goed te spreken na de teixigval in 1974. Blij was dhr. Jacobs ook over het initiatief van de woningbouvsrver. ook koopwoningen te bouwen. „Wij horen bij Zeeland!" constateerde dhr. Jacobs in het verloop van zijn be schouwing, dat betrekkend op het fis cale klimaat voor de bedrijven en het beheer van het Grevelingenbekken. Bij zijn pleit voor goede sportvoorzie- ningen gaf dhr. Jacobs ook bhjk van zijn bereidheid de tarieven zodanig aan te passen dat de tekorten daarop niet te groot worden; verhoging van de tarie ven achtte spr. dan ook onontkomelijk. Dat bracht dhr. Jacobs andermaal bij het te bouwen zwembad, gelukkig als hij was dat aan de chronische ziekte van praten en'nietsdoen een einde is gekomen. Na nog enkele aspecten te hebben aangesneden besloot dhr. Ja cobs met het college en raad kracht toe te wensen voor het komende jaar. S.G.F, verontrust. De tijden zijn ernstig te noemen; het land wankelt en wordt heen en weer geschud", constateerde dhr. v. d. Ket terij, woordvoerder van de S.G.P. frac tie. Hij weet de chaos die alom zicht baar is aan het verlaten van Gods Woord waarin de juiste norm voor elk terrein des levens te vinden zijn. Met grote zorg sprak dhr. v. d. Ketterij ook over de grote hoogte van het werkloos- heidsgetal. Dat alles beziend zei dhr. v. d. Ketterij: „Wij geloven dat in de we derkeer naar de Heere ook het land maatschappelijk wel zal gaan; die weg tot behoud staat ook open in 1976". De financiële positie van de gemeente achtte dhr. v. d. Ketterij gezond te zijn maar desondanks bepleitte hij een zui nig beleid te voeren. Met waardering sprak dhr. v. d. Ketterij over de voort gang van de woningbouw en hij be steedde in zijn beschouwing ook aan dacht aan de te bouwen rioolwaterzui veringsinstallatie, de ruimtelijke orde ning en de subsidies, waarbij het te kennen gaf in te stemmen met een aan tal verhogingen, o.m. die aan de Kruis verenigingen. Aandacht vroeg dhr. v. d. Ketterij voor het ernstig tekort aan tandartsen en hij bracht m.b.t. het ver keer enkele verlangens ter sprake. Aan het slot van zijnbeschouwing gaf dhr. V. d. Ketterij uitdrukking aan zijn wens dat de Nieuwjaarsviering een rus- (Vervolg op achterzyde van dit blad) WIJN- EN DELICATESSENJamS let belang *J [zij is voora»! 57»/(i van W'l Ibouw, schoW-l lerk, verpleJi J tehuizen c-9- |ej aarden. Ier het hoo >rheid", .zo én dergel»» ALAND Iderdag 4 deE. ITgram dnd'^| foo kg in -"Y ós. ERVOLGVERHAAL door Jan Knape M.zn. Auteursrechten voorbehouden. Verme- prv'uldiging op welke wyze ook zonder ■Bestemming van de schrijver is verbo- |en; ook het voordragen in het open- laar.) |.e oude man in 't stille schemeruur, fl 't flikk'rend vlammen van de warme haard, lertelt met stil genot aan zijn gebuur erinnering aan vroegre tijd bewaard. Pn langzaam, wordt hij stil, l,, en dromend staart pJ m de schijn van 't spelend i blokkenvuur, P.t grillig schaduwt op de witte muur. PJn hand woelt peinzend in If zijn grijze baard: fat Was dat alles mooi toen, rozig mooi pe lachte 't leven bUj in lentetooi P wat is 't jaren-, jarenlang geleden! F oude man in 't middernachtelijk uur, f Weggedroomd in dagen f van 't verleden... in de haard glomt rossig .t,„ 't stervend vuur. fan Knape M.zn. De Reiziger. Het eerste verhaal, dat ik ga vertel len, heb ik ergens gelezen in een vreem de taal. Het is lang geleden en ik ga het weergeven in mijn eigen woorden. Het is een Arabische legende. Daar was eens een reiziger, die op zijn omzwervingen door de wereld, een grote stad bezocht. In die stad waren trotse paleizen, en veel machtige tempels, en een menigte van standbeelden. Want de stad werd bewoond door een rijk en arbeidzaam volk Arbeidzaaimheid maakt rijk. En rijkdom maakt trots en machtig. Zo komt soms het kwade uit het goede voort! Aan de kaden lagen vele schepen, die van verre kwamen. Daar wemelde het van koopUeden en van werklieden in drukke bedoening. En over de havens waarin talloze boten heen en weer voe ren, lagen brede bruggen. En op de brede bruggen was een wir-war van vele mensen. De reiziger, van wie ik verhaal, was opgetogen over de schoonheid der stad, alhoewel hij reeds vele steden ge zien had. Toen aan een bejaarde man, die daar was vroeg hij hoe oud wel de stad was, wier talloze paleizen en sta tige tempels en menigte van standbeel den zijn bewondering wekten, en wier vrolijke havendrukte hij met zo veel ingenomenheid gadesloeg. Er kwam een blijde glimlach over het gerimpelde gelaat, van de oude man en zijn hand maakte een hoogmoedig ge baar: „Deze stad is zeer oud, vreemde ling, mijn vaderen hebben daarin ge- v/oond en hunne voorvaderen vóór hen. Onze stad telt hare jaren bij eeuwen. Hare heugenis gaat tot in het verre ver leden, waarvan niemand meer weet"... Vijf eeuwen later ik verhaal een legende vijf eeuwen later kwam die reiziger op zijn omzwervingen door de wereld terug om die oude stad te bezien, wier heugenis terug ging tot in het ver re verleden, waarvan niemand herin nering heeft bewaard. Maar hij zocht vergeefs naar de plaats waar de stad geweest was. Waar eens haar tempels, haar palei zen, haar standbeelden geweest waren; waar eens de oude man tot hem gezegd had met een trots gebaar van zijn hand: „hier hebben mijn vaderen gewoond van vele jaren her", daar ruiste nu de zee met geheimzinnig gefluister. En in het Westen zonk de zon in gesmolten goud en gloeiend purper. Toen zag de reiziger vol bevreemding om zich heen, omdat hij de zee vond, waar hij de stad dacht te vinden. Aan de zandige oever waren een drie tal vissers met grijze baardjes en hun versleten handen breiden netten in het licht der avondzon. De reiziger, die zovele vreemde lan den en volken gezien had op zijn verre tochten door de grote wereld, ging naar de mannen toe en hij vroeg: „Mijne vrienden, zeg mij toch: wat is er van de stad geworden, die hier eertijds was?" Toen zagen de vissers verwonderd op, ze keken elkander aan, en hun oude handen rustten van verbazing. En zij zeiden: „Hoe spreekt gij van een stad, en hoe vraagt gij wat er van haar ge worden is? Daar is hier nooit een stad geweest! Zie toch, daar ginder op de zee", en zij wezen naar de horizon, waar de zon met haar gloeiende rand op de gouden golven lag als een groot gulden muntstuk „zie toch, daar gin der op de zee, daar varen onze zonen op hun schepen. Zij keren weer van de visvangst. Moge de Allerhoogste hun arbeid gezegend hebben! Op die sche pen hebben wij gevaren toen wij nog jong waren en sterk. Onze vaderen heb ben dat gedaan, en hunne vaderen vóór hen. De zee bespeelt deze stranden van eeuwen en eeuwen her. Waarlijk deze duinen weten niets anders". En hun bevende handen begonnen weer netten te boeten. Vijf eeuwen na dezen, ik ben nog altijd bezig om een legende te vertellen, kwam diezelfde reiziger wederom op die plaats om te zien wat er van de zee geworden was. En toen hij kwam waar de zee ge weest was toen was zij daar niet, maar daar was een eindeloze woestijn. En in de verte scheen het gele woestijn zand samengesmolten met het goud en azuur en het perlemoer van de hemel- koepel. Toen was daar een koopman, die met zijn kamelen de woestijn doorreisde. En de kemelen draafden op het geluid van des drijvers zang. En des drijvers zang was als een vroom gebed in avondstilte. De reiziger wenkte de koopman en hij ging op hem toe. En hij vroeg hem: „Zeg mij, vreemdeling, wat is er van de zee geworden, die hier eertijds was?" Toen antwoordde de koopman, en hij zag de reiziger meelijdend aan, zoals men iemand meelijdend aanziet, die men voor verstandïoos houdt: „Mijn goede vriend, daar is hier nooit een zee geweest. Hier was aleeuwig de woestijn met haar zandzeebaren. Mijn vaderen hebben haar doorgetrokken met hiinne kemelen en hun vaderen voor hen. En van sommigen hunner ligt het gebeente te bleken in de hitte van de onbarm hartige zon, die doodt, want in deze wil dernis en verlatenheid loeren vele ge varen. Het dorre gebeente zal daar rusten tot de dag der opstanding Hier was altijd de woestijn, de einde loze, de eenzameEn daar zal nim mer iets anders wezen. Wat zou hier anders kunnen zijn dan deze troosteloze verlatenheid?" Toen was daar opnieuw het gezang der drijvers als een vroom gebed in de avondstilte van de eeuwige zandwoes- tijn, de eindeloze, de eenzame, de ver lateneAlwaar de Duivel zijnen makker roept. (Jesaja 13 22). Terwijl ik dit verhaal van die reizi ger vertel, dat geschreven is in een taal, die maar weinigen lezen kunnen, en dat ik heb naverteld in woorden, die voorsommigen misschien erg ouderwets aandoen, moet ik denken: „Wat is God goed, dat hij van ons mensen be schikt heeft om de geschiedenis van ons geslacht te boekstavenDat begint al met Mozes! Indien dit niet zo ware: hoe zouden wij van plaats tot plaats trekken gelijk die reiziger in de verre tijd der legende met de vraag op de lippen: Was hier altijd de arbeidzame en wel varende stad?! Was hier nooit anders dan de rustelo ze zee?! Was hier aleeuwig de zwijgzaamheid der zandwoqstijn, de eindeloze, de ver latene?Alwaar de Duivel zijnen makker roept in de doodse stilte van het gele zand met de hitte van de zon daarboven Mozes, onze eerste geschiedschrijver, door God voorgelicht Dank U, lieve God (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 5