illAHDEII - niEUWS
Investiging en intrede
[anils.LW.vanderMey
ie Middelharnis
[Groetïader vertelt
rvoi? '"4
irüstval!
jSpiendi^
Irksetsn
van 9|
„Ik mag u de dynastie van Christus
Jezus verkondigen"
ik Raad redelijk tevreden over begrotingspositie
Ben Hertog Co. voor Deiieatessen ->
e
O
o
o
4
Een greep uit ons assortiment
Den Hertog Co. voor Delicatessen -
^A PRANciJ
h" ^=»af coj
Dinsdag 9 december 1975
No. 4446
IbontpaleJ
>r spanit
cycSaiiK
Eesterei
jnlande" te
lien Poort-
en te gras"
10 -13 uur
ïavoiul van
zondagen
lor kinderen
ig Kinder-
60
O
o
UI
o
9
X
B
VOOR GOED EN GOEDKOOP NAAR
Westhavendijk 43a - DIRKSLAND - Tel. 01877 - 1968
1 Uter KEIZERBITTER 10,95
1 Uter SONNEMA BEERENBURG 11,75
2 liter ROBERO SHERRY13,75
1 Uter COEBERG BESSENJENEVER 9,95
1 Uter BOKMA JONGE JENEVER 10,95
12 Uter JONGE JENEVER, bekend merk, 118,95, dit is
slechts 9,81 per liiteir.
1 liter bessenjenever, 1 liter citroenjenever en 1 liter jonge
jenever, bekende merken met z'n drieën voor maar 27,50
Probeer ook eens onze
IJS- en PUDDINGSPECIALITEITEN en ons
heerlijk SCHEFFERS GEBAK.
O
O
O
e
o
3
9
O
o
frt. DeHe-f;
Annala»"'
)IENSXE>'
CENIË^
\0 uur
3an God nJ
■1 schonk
fn zusje
iLéon
Ise, 5 dec.
jblad
raat 20
19;J
|FD:
ESSELINK i
en
fK DE VRIES I
■rnis,
*e Vrieslaan i|
6 dec,
idoeverstraati
P s bij NedetiJ
pontmagaziijT
Jbaar 20«/o a ii
I' yolle garaJ
imce mogeiijl
Ft 153, Rotterdf
fS bij koop
*1 uur openijj
■oopavond tot f
en goudbinij
It en ontwornid
stamboom
(01877) 1865
lloemisterlj
|ngeweg 218
JWE TONGE
duizenden
vrouwen gebi
Bs jaren metve
het biologisch
Icum TIOSIN,
fing voor plrn,
16,80 met
Inwijzing,
116,80 op giro
Jn.v. Lab. ROTaI
|200, Leidenen!
1 flacon franc
langeboden:
febr. 1975
billijke prijs,
IVOLAART
Injestraat 10
Serkingen
Het is alleen op grond van „de mo-
Bidheden des Heeren HEEREN", die
L kracht in zwakheid volbrengt, dat
f christelijke gereformeerde kerk te
Mdelharnis afgelopen zaterdag haar
Uwe predikant mocht begroeten. Als
]s de beide diensten, gehouden in het
pkgebouw van de Nederlands Her-
Jrmde gemeente, verbond, dan wel
|éze belijdenis.
iDe bevestiger, ds. H. C. van der Ent
Borheen te Middelharnis) leidde de 25-
jrige kandidaat in zijn dienstwerk in
M de woorden uit Jeremia 1
lAch, Heere HEERE! zie ik kan niet
Ireken, want ik ben jong. Maar de
EERE zeide tot nüj: Zeg niet: Ik ben
Ing; want overal, waarheen ik u zen-
L zal, zult gij gaan, en alles wat Ik u
tbieden zal, zult gij spreken".
[Hij deed zowel de aanstaande predi
ct als de gemeente naar aanleiding
tol dit schriftgedeelte zien de roeping
ian-Godswege van de jonge profeet
Eeremia, zijn onbekwaamheid om de
toodschap Gods te verwoorden, maar
|k de troostvolle bemoediging dat de
leere beloofde met hem te zijn. „In al-
1 vrees en schroom mag het ook u tot
oost zijn, dat God zelf voor Zijn Woord
staat. Hij is getrouw, die het ook
joen zal!" aldus ds. Van der Ent tot zijn
|nge ambtsbroeder.
ÏDeze getrouwheid Gods was ook het
ientrale thema in de 's avonds gehou-
fen intreepreek van ds. Van der Mey.
mag u aanprijzen de betrouwbaar-'
hi van de Heere, HEERE, de vorst
Ihweh, en de Zijne alleen!" zo hield
zijn gemeente én de vele familie
den, vrienden en belangstellenden
or, Hij deed dit naar aanleiding van
blm 71 16:
ijk. zal heengaan in de mogendheden
|s Heeren HEEREN; ik zal Uw ge-
chtigheid vermelden, de Uwe alleen!"
|Ds, begon zijn preek met te doen zien,
1,welke situatie deze psalm is gedicht.
De schrijver is iemand, die in de smelt-
loes van de beproeving verloren heeft
Jles wat voor God geen waarde heeft:
„waarden" van eigengerechtigheid,
len wijsheid en eigen kracht. Alleen
komt plaats voor Hem, om wie het
feat". Ds. wees erop, dat waar vvij ster-
|en aan onze eigen mogendheden, we
lods mogendheden overhouden. „De
|üg vaste grond hiervan is Gods waar-
phtigheid, Zijn trouw en waarheid".
{Ds. noemde met Luther het ge-
lof: een onrustig ding. „De geestelijke
lood doet zich kennen aan beweging-
losheid, zulks in tegenstelling tot_ het
leven des geloofs, dat in beweging is;
|et wordt dikwijls geschokt. Het kent
|e uitzichtloosheid, maar ook het uit-
Ücht vanaf de berg Nebo op het be-
bofde land der rust". Spreker typeerde
|et geloofsleven als volgt: „Midden in
I nood grijpt het geloof God aan en
|ijn onwankelbare belofte; midden in
I storm vat het moed, omdat het ziet
I de waarachtigheid Gods'; in de strijd
|eet het geloof reeds van de overwin-
ng, omdat het ziet op de onwankel-
toe en getrouwe God". Ds. wees er zijn
lemeente met nadruk op in alle aan
vechtingen en beproevingen niet op
Üchzelf te zien, maar het geloofsoog te
Ichten op de overste Leidsman en Vol-
pder des geloofs. „Dan zal ons levens-
Khip, ondanks alle stormen, de veilige
aven binnenvaren. Want de vastheid
an de zaligheid ligt alleen in de God-
Belijke deugden, in Gods mogendheden"
ze verklaarde spreker.
Ds. benadrukte het voorrecht te mo
len getuigen van deze mogendheden,
deze heldendaden van Christus.
tij overwon, die sterke Held; en Hij
tidt nog steeds de strijd aan tegen uw
arde hart". „Ik mag u de dsmastie van
Christus Jezus verkondigen; God re-
geert!, dat mag ik u bekendmaken.
'Yoor wie God tegenstaan, is dat een re
ien tot verschrikking, maar het is de
Middelharnis Itan liet in 1976
zonder belastingverhoging
stellen
hoogste troost voor wie leren buigen
onder Zijn genadeheerschappij. Nie
mand zal hen uit Zijn hand rukken".
„Ons is de overwinning zeker, als ónze
vijanden Gods vijanden zijn. En deze
glorie verduurt de tijd en bestaat tot in
eeuwigheid".
„Dit heil ligt vast in de Heere. De
taak van de dienaar des Woords is
daarbij maar een zeer schamele", aldus
ds. „Wat doet een dienaar anders, dan
slechts aanreiken, wat een ander heeft
klaargemaakt", zo vroeg spreker zich
en de gemeente af. „Ik mag u vanaf
thans het Woord Gods bedienen", aldus
ds. „en in zoverre virij dienaar van het
Woord zijn, willen wij ook uw dienaar
zijn. Maar ik mag niet meer zijn dan
Eliëzer, de knecht van Abraham, die
alleen maar tussenkomst verleende bij
het werven van een bruid voor Izak; en
niet meer dan Johannes de Doper, die
slechts mocht wijzen op een Ander.
Verwacht van mij niet anders dan dit:
Ik zal komen met de heldendaden van
de vorst Jahweh; Ik zal Zijn gerechtig
heid vermelden, de Zijne alleen", zo be
ëindigde ds. zijn prediking.
Namens de plaatselijke kerken voerde
nog het woord, ds. Van Stuijvenberg,
predikant van de gereformeerde ge
meente ter plaatse. Hij riep zijn collega
een hartelijk welkom toe, zulks even
eens namens de andere kerken in Mid
delharnis en Sommelsdijk.
Spreker verklaarde het te betreuren,
dat men in deze plaatselijke gemeente
naast elkaar blijkt te moeten werken,
„maar het is groot te bemerken, dat u
op hetzelfde aambeeld slaat, namelijk
de verkondiging van de enige Naam, die
onder de mensen gegeven is, door wel
ke wij moeten zalig worden", aldus ds.
Hij wenste zijn collega toe „de zegen
van het verbond, waaruit niet alleen de
leden, maar ook de dienaren der kerk
bediend moeten worden". „Zie maar
veel naar boven en verwacht alles van
Hem, wiens ambassadeur u nu mag
zijn. De God aller genade zegene u rij
kelijk", zo besloot ds. zijn korte toe
spraak.
Student Van Heteren, sprekend na
mens de studentenkring „Calvijn",
bracht zijn vriend Van der Mey in her
innering, dat deze graag Calvijn met
Kohlbrügge verbond. „Ik hoop, dat je
niet dezelfde gang als de laatstgenoem
de behoeft te gaan, namelijk verban
ning naar het buitenland vanwege de
bedlening van het evangelie; wel wens
ia je dezelfde kracht en moed toe die
deze had bij het opkomen voor het
Woord Gods".
De vorige predikant van de gemeente,
ds. P. Roos, verklaarde wel urenlang te
kunnen spreken over deze gemeente,
aangezien voor hem ieder der leden een
geschiedenis vertegenwoordigt. Dat hij
het niet behoefde te doen, was aldus
ds. te danken aan het feit, dat dit de
belangrijkste ervaring geweest was ge
durende zijn ambtelijke bediening te
Middelharnis: „Gewis de Heere was aan
deze plaats! Het bemerken van de ver
rassende tegenwoordigheid van de
Heilige Geest beheerst alle andere in
drukken." Spreker wenste zijn opvolger
Middelharnis' Gemeentebestuur heeft
donderdag in een vergadering die twee
uur 's middags begon en 's avonds tien
uur eindigde de gemeentebegroting voor
1976 vastgesteld met een post Onvoor
ziene van 643.519,83. De raad was daar
bijzonder content mee, al heerste in el
ke fractie het besef dat er met de be
schikbare middelen zuinig moet worden
omgesprongen. De raad prees er zich
gelukkig mee dat er geen sprake hoefde
te zijn van verhoging van de gemeente
lijke belastingen. We beginnen met een
greep uit de gehouden alg. beschouwin
gen.
Zorgen waren er bij de groep Hoog-
zand over de economische toestand van
ons land enstelde dhr. Huijsen vast:
„het ziet er nog niet naar uit dat we
door het dieptepunt heen zijn". Spr.
voorzag dat de aktiviteiten op sociaal
terrein zeker een extra belasting zullen
brengen. Dat alles weerhield er dhr.
Huijsen niet van vooruit te zien op een
deelname aan een constructief beleid
en hij hoopte dat er begrip zal zijn voor
de meningen die zijnerzijds zullen wor
den voorgestaan en verdedigd. Over het
bouwprogramma zoals zich dat in het
bijna voorbije jaar heeft ontwikkeld
bleek dhr. Huijsen redeUjk tevreden en
met verlangen ziet hij uit naar concre
tisering van de zwembadplannen, zijn
„eerste verlangens voor de toekomst".
Spr. zag ook nog even terug op de ern
stige stroomstoring die Goeree-Over-
flakkee in het donker zette en hij vroeg
zich af of het niet wensehjk zou zijn dat
alle kwetsbare punten zouden gekop
peld worden waardoor een keten zou
ontstaan die bij een storing snel her
steld/overgeschakeld zou kunnen wor
den.
„Woningbouw, bedrijfsbouw en open
bare bouw staan op ons program", zo
liet dhr. Huijsen weten en zijn aandacht
ging over het culturele leven en het on
derwijs en hij drukte er zijn spijt over
uit dat prlvé-initiatieven van burgers
die willen bouwen of verbouwen zo
dikwijls (moeten) worden afgewezen.
Spr. besloot met de hoop op een goed
volgend jaar.
Redelijk tevreden.
De beschouwing van de P.v.d.A. frac
tie ademde een sfeer van „redelijke te
en de gemeente toe, dat er zich maar
veel iets tussen hen in zal bevinden, en
wel: het Woord van God. „Alleen dat
legt de juiste verbinding. Slechts zo
wordt de Naam Gods verheerlijkt".
Als consulent benadrukte de volgende
spreker, ds. Slagboom, dat de nieuwe
predikant zijn intrede heeft gemaakt in
een classis en een gemeente, die deel
uitmaken van het geheel. In beide weer
spiegelt zich iets, van wat overal plaats
vindt. Ds. riep zijn jonge collega op tot
het betonen van getrouwheid; „én dit uit
zich niet in het indelen van de gemeente
in verschillende groepen, maar uitslui
tend in het spreken van en naar het
Woord Gods". Hij wenste hem toe, dat
de Naam van Christus meer en meer
gestalte zal krijgen in de prediking.
Tot slot verklaarde ouderling W. Vil-
lerius, na alle gesproken woorden, te
trachten de sluitrede te vinden. Deze
bestond onder andere in een typering
van de juiste prediking: „de bediening
van het recht en de genade Gods". Hij
sprak de hoop uit, dat er een wisselwer
king zal bestaan tussen het studeerver
trek van de predikant en het bidvertrek
van de gemeente. Spreker zei te wen
sen, dat de ds. van God een zegenrijke
ingang in het midden van de gemeente
gegeven zal zijn. Op zijn verzoek zongen
gemeente en andere aanwezigen ds. Van
der Mey Psalm 37 3 toe:
„...Houd in uw weg het oog
op God gericht;
vertrouw op Hem, en d' uitkomst
zal niet falen!..."
Op deze dag is de christelijke gere
formeerde kerk van Middelharnis be
toond, dat ook in haar midden het
Woord nog voort mag gaan. Hij doet
nóch laat het terwille van mensen!
vredenheid", zeker met de sluitende be
groting en de post Onvoorziene van
650.000,Dat gold niet voor de hoeveel
heid werklozen en dhr. P. Tiggelman
wilde dan ook graag van het college
vernemen wat zij voor plannen heeft
met de 500.000,die ontvangen is ter
bestrijding van de werkloosheid in de
bouwsector. Redelijk tevreden bleek
dhr. Tiggelman over de bouwactivitei
ten, maar hij betreurde het dat in Stad
geen bouwgrond beschikbaar is. Wel
vond hij het een probleem dat steeds
meer Ie huizen als weekend-huis wor
den geëxploiteerd wat z.i. vooral voor
de kleinere kernen een gevaar inhoudt
omdat de bewoners daarvan op geen
enkele manier deel namen aan het ge
meenschapsleven. Voorts was dhr. Tig
gelman wel goed te spreken over de
zwembadplannen nu er een krediet voor
het maken van een plan gevoteerd is en
die tevredenheid gold ook de gem. zorg
voor de sportbeoefening echtermet
de aantekening dat er te'weinig wordt
betaald voor de ligplaatsen in de jacht
haven. Sprekers aandacht ging over een
groot aantal zaken zoals de belastingen,
de rioolwaterzuiveringsinstallatie die
gebouwd zal moeten worden en ten
slotte het verkeer waarin hij nog ette
lijke knelpunten aanwees. Ten besluite
stelde hij vast: „we zijn blij dat we in de
begroting een aantal punten aantreffen
die ook in het programma van de P.v.
d.A./P.P.R. te vinden zijn", en hij hoopte
dat dat in de toekomst meer voor zal
komen
Onrust en agressie.
„We vergaderen in een wereld van
onrust en agressie!" bezag dhr. P.
Krijgsman in zijn bescho,uwing namens
de A.R./C.H. fractie, waarbij hij tal van
kwalijke voorbeelden opsomde. Eigen
land en de daarin gevoerde politiek be
ziend constateerde dhr. Krijgsman dat
de constructieve krachten die er in de
P.v.d.A. zijn, zijn als roependen in de
woestijn. „Dit Kabinet is het „onze" niet
stelde dhr. Krijgsman vast", maar het
is op democratische wijze tot stand ge
komen en het belieft God ons door haar
te regeren waarom er in de onderschei
dene kerken ook voor dit kabinet gebe
den wordt". „Alleen democratische be
sluitvorming kan tot een doel leiden en
daaraan dienen we ons te houden; wan
neer daar tegenaan wordt geschopt om
eigen visie en zin te doen zegevieren
zal dat tot anarchie leiden!" stelde dhr.
Krijgsman vast. Spr. voerde dat aan
omdat hij meende dat het ook in Mid-
deUiamis die kant uit zou kunnen gaan,
waarbij hij doelde op de aanbieding van
een groot aantal handtekeningen door
Horeca-ondememers na het genomen
raadsbesluit de horecabedrijven weer
aan een sluitingsuur te binden. Het was
sprekers overtuiging dat in een derge
lijk geval allerlei akties achterwege
dienen te worden gelaten. De werkloos
heid en de oorzaken die daartoe leiden
beziend achtte spr. het wenselijker er
samen de schouders onder te zetten dan
elkaar de schuld te geven waarbij hij
ook op matiging aandrong. Daarbij
pleitte hij ook voor een mogelijkheid de
oudere werknemers die zonder werk ra
ken op de Soc. werkplaats op te vangen.
Zeer benieuwd was dhr. Krijgsman
naar de hoogte van het bedrag dat vrij
zal komen uit de aandelen van de N.V.
Brugverbinding Haringvliet en hij
meende dat dat het best aan het zwem
bad besteed zou kunnen worden. Voorts
vroeg dhr. Krijgsman aandacht voor het
onderhoud van een aantal wegen o.a.:
de Molendijk te Stad en hij informeerde
naar de vordering van de plannen een
gemeenschappelijke Sociale Dienst in
te stellen en spr, zou het zeer betreuren
wanneer de wat vastgelopen plannen
niet verder zouden worden uitgewerkt.
Aan het slot van zijn beschouwing wees
dhr. Krijgsman erop dat Jezus steeds de
Redder is en dat hij de volken met el
kaar wil verzoenen. „Wanneer wij de
democratie door Hem laten beheersen,
dan vinden wij elkaar!" was sprekers
wens vooi-- het komende begrotingsjaar.
C.D.A. gedachte verwezenlijkt.
„Het C.D.A. element heeft in onze
fractie reeds vaste vormen aangeno
men!" verzekerde dhr. G. C. Joppe
(C.H.U.) in zijn beschouwing, daarmee
elke schijn die er zou bestaan dat er in
de A.R./C.H. fractie zeer uiteenlopende
standpunten zouden zijn, afwijzend.
Overigens hoopte dhr. Joppe dat lan
delijk de C.D.A. er zal komen „om alzo
een dam op te werpen tegen al te pro
gressieve denkbeelden die zich in de
politiek aandienen".
Ziend op de economische situatie
volgend jaar 15 miljard tekort op de
Rijksbegroting noemde dhr. Joppe
de te constateren achteruitgang „le-
vensgevaarhjk".
„De toestand in de wereld" beziend
gaf dhr. Joppe een korte beschouwing
op de internationale gebeurtenissen om
zich daarna weer te bepalen tot de ge
meentepolitiek. „Verheugd" verklaarde
dhr. Joppe zich over de .voortgang van
de woningbouw waarbij hij informeerde
of er toch ten dezen toch wel voldoende
aandacht wordt geschonken aan de
autochtone bevolking. Bijzonder com
plimenteus liet dhr. Joppe zich uit over
de Stichting van het verpleeghuis „de
Samaritaan" met bijbehorende bejaar
denwoningen. Voorts besteedde dhr.
Joppe aandacht aan (het uitblijven van)
de waterzuivering, de zwembadplan
nen en het onderwijs. Ook herinnerde hij
aan de activiteiten van het bedrijf He-
limex te Stad, waarover de voorz. ove
rigens belangwekkend nieuws had,
waarmee tegemoet werd gekomen aan
het verlangen van dhr. Joppe dat aan
de gerechtvaardigde verlangens van de
omwonenden zal worden voldaan. Spr.
besloot zijn beschouwing met een
woord van dank aan allen die in het
belang van de gemeente werkzaam zijn
geweest, ieder Gods zegen voor het ko
mende jaar toewensend.
Geen grote groei.
Dhr. J. Th. M. Jacobs (V.V.D.) con
stateerde in zijn beschouwing dat de
bevolking vorig jaar met l,5''/o is ge
groeid, waaruit hij de gevolgtrekking
maakte dat de in het Streekplan toege
stane groei van 2°/o niet eens is gehaald;
z.i. voor G.S. bepaald geen reden om de
gem. uitbreidingsplannen af te remmen.
Over de woningbouw was dhr. Ja
cobs goed te spreken na de teixigval in
1974. Blij was dhr. Jacobs ook over het
initiatief van de woningbouvsrver. ook
koopwoningen te bouwen.
„Wij horen bij Zeeland!" constateerde
dhr. Jacobs in het verloop van zijn be
schouwing, dat betrekkend op het fis
cale klimaat voor de bedrijven en het
beheer van het Grevelingenbekken.
Bij zijn pleit voor goede sportvoorzie-
ningen gaf dhr. Jacobs ook bhjk van
zijn bereidheid de tarieven zodanig aan
te passen dat de tekorten daarop niet te
groot worden; verhoging van de tarie
ven achtte spr. dan ook onontkomelijk.
Dat bracht dhr. Jacobs andermaal bij
het te bouwen zwembad, gelukkig als
hij was dat aan de chronische ziekte
van praten en'nietsdoen een einde is
gekomen. Na nog enkele aspecten te
hebben aangesneden besloot dhr. Ja
cobs met het college en raad kracht toe
te wensen voor het komende jaar.
S.G.F, verontrust.
De tijden zijn ernstig te noemen; het
land wankelt en wordt heen en weer
geschud", constateerde dhr. v. d. Ket
terij, woordvoerder van de S.G.P. frac
tie. Hij weet de chaos die alom zicht
baar is aan het verlaten van Gods
Woord waarin de juiste norm voor elk
terrein des levens te vinden zijn. Met
grote zorg sprak dhr. v. d. Ketterij ook
over de grote hoogte van het werkloos-
heidsgetal. Dat alles beziend zei dhr. v.
d. Ketterij: „Wij geloven dat in de we
derkeer naar de Heere ook het land
maatschappelijk wel zal gaan; die weg
tot behoud staat ook open in 1976".
De financiële positie van de gemeente
achtte dhr. v. d. Ketterij gezond te zijn
maar desondanks bepleitte hij een zui
nig beleid te voeren. Met waardering
sprak dhr. v. d. Ketterij over de voort
gang van de woningbouw en hij be
steedde in zijn beschouwing ook aan
dacht aan de te bouwen rioolwaterzui
veringsinstallatie, de ruimtelijke orde
ning en de subsidies, waarbij het te
kennen gaf in te stemmen met een aan
tal verhogingen, o.m. die aan de Kruis
verenigingen. Aandacht vroeg dhr. v. d.
Ketterij voor het ernstig tekort aan
tandartsen en hij bracht m.b.t. het ver
keer enkele verlangens ter sprake.
Aan het slot van zijnbeschouwing gaf
dhr. V. d. Ketterij uitdrukking aan zijn
wens dat de Nieuwjaarsviering een rus-
(Vervolg op achterzyde van dit blad)
WIJN- EN DELICATESSENJamS
let belang *J
[zij is voora»!
57»/(i van W'l
Ibouw, schoW-l
lerk, verpleJi
J tehuizen c-9-
|ej aarden.
Ier het hoo
>rheid", .zo
én dergel»»
ALAND
Iderdag 4 deE.
ITgram dnd'^|
foo kg in -"Y
ós.
ERVOLGVERHAAL
door Jan Knape M.zn.
Auteursrechten voorbehouden. Verme-
prv'uldiging op welke wyze ook zonder
■Bestemming van de schrijver is verbo-
|en; ook het voordragen in het open-
laar.)
|.e oude man in 't stille schemeruur,
fl 't flikk'rend vlammen
van de warme haard,
lertelt met stil genot aan zijn gebuur
erinnering aan vroegre tijd bewaard.
Pn langzaam, wordt hij stil,
l,, en dromend staart
pJ m de schijn van 't spelend
i blokkenvuur,
P.t grillig schaduwt op de witte muur.
PJn hand woelt peinzend in
If zijn grijze baard:
fat Was dat alles mooi toen, rozig mooi
pe lachte 't leven bUj in lentetooi
P wat is 't jaren-, jarenlang geleden!
F oude man in 't middernachtelijk uur,
f Weggedroomd in dagen
f van 't verleden...
in de haard glomt rossig
.t,„ 't stervend vuur.
fan Knape M.zn.
De Reiziger.
Het eerste verhaal, dat ik ga vertel
len, heb ik ergens gelezen in een vreem
de taal. Het is lang geleden en ik ga
het weergeven in mijn eigen woorden.
Het is een Arabische legende.
Daar was eens een reiziger, die op
zijn omzwervingen door de wereld, een
grote stad bezocht.
In die stad waren trotse paleizen, en
veel machtige tempels, en een menigte
van standbeelden. Want de stad werd
bewoond door een rijk en arbeidzaam
volk Arbeidzaaimheid maakt rijk. En
rijkdom maakt trots en machtig. Zo
komt soms het kwade uit het goede
voort!
Aan de kaden lagen vele schepen, die
van verre kwamen. Daar wemelde het
van koopUeden en van werklieden in
drukke bedoening. En over de havens
waarin talloze boten heen en weer voe
ren, lagen brede bruggen. En op de
brede bruggen was een wir-war van
vele mensen.
De reiziger, van wie ik verhaal, was
opgetogen over de schoonheid der stad,
alhoewel hij reeds vele steden ge
zien had.
Toen aan een bejaarde man, die
daar was vroeg hij hoe oud wel de
stad was, wier talloze paleizen en sta
tige tempels en menigte van standbeel
den zijn bewondering wekten, en wier
vrolijke havendrukte hij met zo veel
ingenomenheid gadesloeg.
Er kwam een blijde glimlach over het
gerimpelde gelaat, van de oude man en
zijn hand maakte een hoogmoedig ge
baar: „Deze stad is zeer oud, vreemde
ling, mijn vaderen hebben daarin ge-
v/oond en hunne voorvaderen vóór hen.
Onze stad telt hare jaren bij eeuwen.
Hare heugenis gaat tot in het verre ver
leden, waarvan niemand meer weet"...
Vijf eeuwen later ik verhaal een
legende vijf eeuwen later kwam die
reiziger op zijn omzwervingen door de
wereld terug om die oude stad te bezien,
wier heugenis terug ging tot in het ver
re verleden, waarvan niemand herin
nering heeft bewaard.
Maar hij zocht vergeefs naar de plaats
waar de stad geweest was.
Waar eens haar tempels, haar palei
zen, haar standbeelden geweest waren;
waar eens de oude man tot hem gezegd
had met een trots gebaar van zijn hand:
„hier hebben mijn vaderen gewoond
van vele jaren her", daar ruiste nu de
zee met geheimzinnig gefluister. En in
het Westen zonk de zon in gesmolten
goud en gloeiend purper.
Toen zag de reiziger vol bevreemding
om zich heen, omdat hij de zee vond,
waar hij de stad dacht te vinden.
Aan de zandige oever waren een drie
tal vissers met grijze baardjes en hun
versleten handen breiden netten in het
licht der avondzon.
De reiziger, die zovele vreemde lan
den en volken gezien had op zijn verre
tochten door de grote wereld, ging naar
de mannen toe en hij vroeg: „Mijne
vrienden, zeg mij toch: wat is er van de
stad geworden, die hier eertijds was?"
Toen zagen de vissers verwonderd
op, ze keken elkander aan, en hun oude
handen rustten van verbazing. En zij
zeiden: „Hoe spreekt gij van een stad,
en hoe vraagt gij wat er van haar ge
worden is? Daar is hier nooit een stad
geweest! Zie toch, daar ginder op de
zee", en zij wezen naar de horizon,
waar de zon met haar gloeiende rand
op de gouden golven lag als een groot
gulden muntstuk „zie toch, daar gin
der op de zee, daar varen onze zonen
op hun schepen. Zij keren weer van de
visvangst. Moge de Allerhoogste hun
arbeid gezegend hebben! Op die sche
pen hebben wij gevaren toen wij nog
jong waren en sterk. Onze vaderen heb
ben dat gedaan, en hunne vaderen vóór
hen. De zee bespeelt deze stranden van
eeuwen en eeuwen her. Waarlijk deze
duinen weten niets anders".
En hun bevende handen begonnen
weer netten te boeten.
Vijf eeuwen na dezen, ik ben nog
altijd bezig om een legende te vertellen,
kwam diezelfde reiziger wederom op
die plaats om te zien wat er van de
zee geworden was.
En toen hij kwam waar de zee ge
weest was toen was zij daar niet,
maar daar was een eindeloze woestijn.
En in de verte scheen het gele woestijn
zand samengesmolten met het goud en
azuur en het perlemoer van de hemel-
koepel.
Toen was daar een koopman, die met
zijn kamelen de woestijn doorreisde. En
de kemelen draafden op het geluid van
des drijvers zang. En des drijvers zang
was als een vroom gebed in avondstilte.
De reiziger wenkte de koopman en
hij ging op hem toe. En hij vroeg hem:
„Zeg mij, vreemdeling, wat is er van
de zee geworden, die hier eertijds was?"
Toen antwoordde de koopman, en
hij zag de reiziger meelijdend aan, zoals
men iemand meelijdend aanziet, die
men voor verstandïoos houdt: „Mijn
goede vriend, daar is hier nooit een zee
geweest. Hier was aleeuwig de woestijn
met haar zandzeebaren. Mijn vaderen
hebben haar doorgetrokken met hiinne
kemelen en hun vaderen voor hen. En
van sommigen hunner ligt het gebeente
te bleken in de hitte van de onbarm
hartige zon, die doodt, want in deze wil
dernis en verlatenheid loeren vele ge
varen. Het dorre gebeente zal daar
rusten tot de dag der opstanding
Hier was altijd de woestijn, de einde
loze, de eenzameEn daar zal nim
mer iets anders wezen. Wat zou hier
anders kunnen zijn dan deze troosteloze
verlatenheid?"
Toen was daar opnieuw het gezang
der drijvers als een vroom gebed in de
avondstilte van de eeuwige zandwoes-
tijn, de eindeloze, de eenzame, de ver
lateneAlwaar de Duivel zijnen
makker roept. (Jesaja 13 22).
Terwijl ik dit verhaal van die reizi
ger vertel, dat geschreven is in een taal,
die maar weinigen lezen kunnen,
en dat ik heb naverteld in woorden, die
voorsommigen misschien erg ouderwets
aandoen, moet ik denken: „Wat is
God goed, dat hij van ons mensen be
schikt heeft om de geschiedenis van ons
geslacht te boekstavenDat begint
al met Mozes!
Indien dit niet zo ware: hoe zouden
wij van plaats tot plaats trekken gelijk
die reiziger in de verre tijd der legende
met de vraag op de lippen:
Was hier altijd de arbeidzame en wel
varende stad?!
Was hier nooit anders dan de rustelo
ze zee?!
Was hier aleeuwig de zwijgzaamheid
der zandwoqstijn, de eindeloze, de ver
latene?Alwaar de Duivel zijnen
makker roept in de doodse stilte van
het gele zand met de hitte van de zon
daarboven
Mozes, onze eerste geschiedschrijver,
door God voorgelicht
Dank U, lieve God
(Wordt vervolgd)