tllAIIDEri fllEUWS Overdenking Wederdopers en Doopsgezinden IRBEID nOELT Zeeuwse wandelingen ïMI lllpiil m Ie blad Vrijdag 21 november 1975 No. 4441 KIIKVENSTER de dag randeren reatie, is! nimacil •lijk. nee waaf maar: n proefrit' 577 -1874 it iV -k iz C. KIEVIT ZN. Centrale Verwarming SOMMELSDIJK Telefoon (01870) 2609 De kerstkaartenaktie van Amnesty International uit de Heilige Schrift BOEKBESPREKIIVG I GERO I altijd voor I iedereen I g ruim en overzichtelijk 1 in onze speciale 1 showroom, g I A. Vroegindeweij i Westd^jk 46 - Mddelharnis iiiiiiiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiniiinnniniiiiiiiiiiiiniiHniniiuiniimitni 1976 wordt het jaar van de flets Ék blik op kerk en samenlöving De Generale Synode der Ned. Herv. Kerk De bevoegdheden van hulp- predikers Een heilloze weg Vorige week schreef ik over de agen- j van de Centrale Synode der Neder landse Hervormde Kerk, die deze week ji najaarsvergadering bijeen is geweest. Aan de orde moest komen de delicate toestie van het voortbestaan der bui- ingewone wijkgemeenten in wording. i had nog voor een ander onderwerp, Jat op de synodetafel moest komen, de aandacht wülen vragen, maar moest laar bij gebrek aan ruimte, vanaf zien. De Synode had zich deze week ook te iraden over de uitbreiding van de be- jegdheden van hulppredikers. Behalve gewone ambtelijke dienst des Woords :^ent de Hervormde Kerk nog de „be- jningen" van hulppredikers. Voor de irlog, en ook nog wel in de jaren arna, waren er tal van „godsdienst- ondei-wijzers", die in vakante gemeen ten, of bij afwezigheid van de predi kant, een „stichtelijk woord" spraken. Naar ik meen terecht heeft de kerk de- !e hulpdiensten zoveel mogelijk be perkt. Natuurlijk zijn er onder de „eer- Karde heren", zoals de volksmond hen itnde, velen geweest die met stich- 5 en zegen hebben gearbeid, maar er was ook veel beunhazerij bij. Mensen elke bevoegdheid misten en toch maar het land doortrokken, al preken de... Bovendien, zij stonden niet in het ambt en hun optreden was in strijd met het presbyteriaal karakter van de Her vormde Kerk. De mogelijkheid van het verrichten van liiilpdiensten is echter gebleven, doch daaraan zijn nu veel hogere eisen gesteld. Om zich catecheet te kunnen noemen moet men eerst een vrij pittige cursus „geestelijke vorming" volgen, terwijl men daarna alleen in een be paalde gemeente of in een bepaalde classis mag preken. Enkele jaren gele eden evenwel heeft de kerk de bevoegd heden van de hulppredikers verruimd. Dat vond z'n oorzaak in een dreigend ■edikanten-tekort, waardoor men zich icodzaakt zag, op de één of andere lier in de behoeften van de gemeen te voorzien. Bovendien kwam het ir, dat een kleine gemeente, die geen idikant kon beroepen, wèl door een Ipprediker werd „bepreekt", maar T de bediening van de sacramenten lest men dan een predikant te hulp :pen, en de betreffende gemeenten :en liever dat hun eigen voorganger de kinderen doopte en het Avond- lal bediende. Vandaar dat men in be- ilde uitzonderlijke gevallen aan een Ipprediker ook de bevoegdheid toe- ide om de sacramenten te bedienen. aar het spreekt vanzelf dat het larbij niet zou blijven. Enkele hulp- idikers, die wèl de bevoegdheid heb tot de bediening van Doop en 'ondmaal en zovele anderen niet, dat een vorm van discriminatie. Vandaar t er gevraagd is naar uitbreiding van deze bevoegdheden. Wanneer de Synode daartoe zou overgaan, dan is natuurlijk het hek van ie dam. Dan zijn er straks twee wegen 3ie naar het voUedige predikantschap tóden. De eerste weg, de oude, die van de Universitaire opleiding, die de kerk altijd als voorwaarde heeft gesteld. En toarnaast de tweede, die van de oplei ding tot catecheet en daarna de aan- g tot hulpprediker. Wanneer de weg zoveel gemakkelijker is dan e en veel sneller tot het begeerde ooel leidt, waarom zou men zich dan de moeite getroosten van een lange voor studie van de klassieke talen en van een volledige theologische vorming? Dan staat de kansel immers ook open voor nen die op zaterdagmiddag de cursus ^estelijke vorming" willen volgen en geluk hebben, ergens een gemeente .vinden die van hun diensten gebruik maken. We moeten echter wel in het oog hou den dat daarmee het reformatorisch karakter van de kerk zou worden aan getast. Het is toch niet zómaar dat de kerk eeuwenlang de voorwaarde heeft gesteld dat haar dienaren een acade mische vorming zouden ontvangen? Men moet toch de bijbel ktonnen lezen in de grondtalen, men moet een all round theologische vorming krijgen, zeker in deze tijd, waarin zoveel pro blemen de aandacht vragen. Ik schrijf dit stukje op de eerste sy- nodedag. Wanneer het onder uw ogen komt, is de synode al voorbij en zullen we er méér van weten. We kunnen al leen maar hopen dat de Kei^ der Re formatie deze weg niet verder zal op gaan, want het zal een heilloze weg blijken te zijn. Alexander Comrie klaag de twee eeuwen geleden al over de pre dikanten die met kunst- en vliegwerk studeerden, want, zei hij, „dat zal on getwijfeld de ruïne van Nederlands Kerk veroorzaken, zo God het niet verhoedt". WAARNEMER. Eén van de vele aktiviteiten van Am nesty International, de Intern. Stich ting die opkomt voor de rechten van de mens, is de kerstkaarten-aktie: iedereen die een politieke gevangene die om zijn overtuiging gevangen gehouden wordt een kerstgroet wil sturen kan bij Am nesty adressen aanvragen. Ook kan men Amnesty-kaarten kopen. Amnesty neemt ieder jaar een aantal gevangenen in deze aktie op; dit jaar zijn het er ruim 100 en het is de bedoe ling dat deze mensen, zowel mannen als vrouwen, die vaak al heel lang en onder slechte omstandigheden opgesloten zijn, overladen worden met (kerst)groeten uit de hele wereld. Behalve een enorme morele steun voor de gevangenen is de ze aktie voor de autoriteiten in de be treffende landen een duidelijk teken dat de wereld wéét dat zij mensen om wat zij zeggen of schrijven, om hun af komst of om de kerk die zij bezoeken gevangen houden. Uit reakties van gevangenen of hun familieleden mag Amnesty afleiden dat het ontvangen van veel post in de mees te gevallen vrijwel direkt leidt tot ver betering van de levensomstandigheden in de gevangenissen; beter eten, betere (medische behandeling, minder geweld dadig gedrag ten opzichte van gevan genen. U kunt de kerstkaart(en), die dit jaar zijn ontworpen door de tekenaar Dick Bruna, voor 50 cent per stuk bestellen bij: Anuiesty International, 3e Hugo de Grootstraat 7, Amsterdam, onder dui delijke vermelding van uw eigen naam, adres en evt. telefoonnunmier. U krijgt dan een aksept-girokaart met het be drag, verhoogd met de portokosten, te zamen met de kaarten en adressen. U kunt ook kaarten en adressen be stellen bij werk- of adoptiegroepen van Amnesty in Middelharnis bij mevr. van Rumpt-Krijger, Langeweg 132, Middel harnis, tel. 3454. Bij de kerstkaart(en) ontvangt u één of meer kaartjes met de namen en adressen van drie politieke gevangenen. Eén in een westers land, één in een kommunistisch land en één ui een derde wereld-land. U kunt rustig in het Nederlands schrijven, maar de kans dat Engelse of Franse teksten beter begrepen worden, is natuurlijk groter. In ieder geval is de afbeelding, op de kaart voor iedereen, welke taal hij of zij ook spreekt, dui delijk: een deur die opengaat en waar achter de zon opkomt Geen specifiek symbool voor kerst mis maar dat heeft als reden het feit dat de kaarten ook terechtkomen bij niet-Christenen, die ons Kerstfeest niet vieren. De aktie wordt gehouden om gevan genen te helpen, het is daarom beter dat u zich niet uitlaat over wat u bij voorbeeld denkt van de politieke situa tie in zijn of haar land. Een meelevende vriendelijke (kerst)groet is iets waar we het meest mee bereiken. HET KOMEN TOT CHRISTUS Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen. (Joh. 6 37a) De Zone Gods heeft tijdens Zijn om- wandeling op aarde het Woord des le vens aan duizenden verkondigd. Zijn prediking maakte een geweldige indruk op het volk van Israël. Christus was de Messias Gods, daarom is het geen wonder, dat Zijn Woord een mach tig effect gaf. De schare, die naar Hem luisterde, zeide in bewondering, dat Hij de grote Profeet was, die aan Israël was beloofd. Christus is de Leraar der gerechtig heid, de Zoon des levenden Gods. Hoe werd de prediking van Christus beoordeeld door de leiders van het volk? Was het woord Gods dat Hij sprak naar de zin van de Sadduceeën? Neen, deze modernen uit de oude tijd geloofden niet in Christus. Wanneer ze de leiding van het volk van Israël maar in handen hadden, waren ze tevreden. De gods dienst was voor hen een uitwendige vorm, ze leefden alleen voor de wereld en de aardse genoegens. Hoe dachten de Farizeeën en de Schriftgeleerden over Jezus' optreden? Eerst namen ze een afwachtende hou ding aan, Christus mocht zich aan hun zijde scharen. Christus sprak de mensen niet naar de mond. Hij ging recht door zee en bracht het volk de boodschap van Zijn Vader. De Zone Gods predikte aan de leiders van het volk en aan ieder mens de noodzakelijkheid der wedergeboorte. De Farizeeën dachten, dat ze Gods volk waren en Christus verkondigde hen, dat ze bekeerd moesten worden. Dat was de oorzaak dat er een conflict kwam. Wie behoren bij Gods volk, wie zullen eens de zaligheid beërven? Al leen Jezus' discipelen. Ze zijn in de eeuwigheid uitverkoren en worden door Gods Geest naar Christus geleid. De Heere verkiest Zijn volk niet uit een voorgezien geloof of goede werken, het is alleen Gods vrijmachtig welbeha gen. God wil uit vrije goedheid Zijn genade verheerlijken aan verloren zondaren. Hij maakt hen uit vrije gunst voorwerpen van Zijn eeuwige liefde. De Vader geeft de verkorenen ten eeuwigen leven aan de Zoon. Hij is de enige Zaligmaker waardoor we behou den kunnen worden. Wie komen tot Christus? Van nature niemand! Er is geen mens die van zichzelf naar de Heere vraagt. De mens heeft de dienst van de zonde gekoz.en boven Gods liefdedienst. Alle mensen wandelen van nature op de brede weg die naar het eeuwig verderf leidt. Doch zie, wat gebeurt er? God laat het evangelie der zaligheid prediken. De Geest des Heeren past dat woord toe aan het hart van de zondaar. Schuld en zonde worden de mens or dentelijk voor ogen gesteld. God ver breekt door Zijn almacht en liefde kracht het harde hart van de zondaar. Hij erkent en belijdt zijn zonden in op rechtheid voor Gods aangezicht. Hij valt voor de Heere neder in het stof en wordt een worstelaar aan de troon der genade. De Vader trekt de zondaar met eeu wige liefde koorden en zo komt hij aan de voeten des Heeren. Ieder, die tot God bekeerd wordt be leeft het, dat hij geleid wordt met sme kingen en geween. Er is geen bekering zonder tranen, ieder zondaar die gered wordt leert iets van de droefheid naar God. Wat zijn de eerste beginselen van het geestelijke leven? Welke zijn de roer selen van Gods Geest in het hart van de zondaar, die wedergeboren wordt? Weet u wat het antwoord is van dui zenden mensen in onze tijd? Wat wordt er door de naamchristenen als ant woord gegeven? Dat je in Jezus gelooft. Dat je Jezus aanneemt als je Verlosser. Is dit bijbels, is dit de beleving van Gods volk? Neen, absoluut niet, deze leer is mis en in flagrante strijd met Gods Woord. Lees het in het woord dat Christus Zelf gesproken heeft. Daar leest u het, dat niemand tot Hem kan komen wanneer de Vader hem niet trekt. De trekkende liefde des Vaders wordt eerst beleefd, daarna het komen tot Christus. Wat is de trekking des Vaders? Dat is de goddelijke liefdekracht des Heeren waardoor de zondaar de wereld en de zonde een scheidsbrief geeft. Ieder mens, die de wedergeboorte be leeft wordt eerst zondaar voor God. Hij ontvangt een duidelijk gezicht van zijn verlorenheid en leert zijn Rechter om genade bidden. De Heilige Geest werkt krachtig in het hart, zodat hij dag en nacht worstelt om Gods genade. De ziel beleeft het, dat ze God mist en ze kan God niet missen, daarom smeekt ze om Gods gemeenschap te mogen ervaren. De mens, die door de Vader wordt ge trokken met liefdekoorden, ontvangt licht. Op Gods tijd gaat het licht des Heeren op in het hart. God laat Zich vinden door alle zoekende zielen. Zalig het volk, dat door de Vader wordt ge trokken, ze beleven het dat God hiin toevlucht en sterkte is. Middelburg. Ds. G. A. Zijderveld. De laatste tijd heb ik me nogal bezig gehouden met de geschiedenis der Doopsgezinden. Daar was een reden voor. Deze kerk herdenkt haar 450- jarig bestaan en daarom is er in het gebouw van het Rijksarchief te Middel burg hierover een tentoonstelling inge richt, die tot 17 januari van het volgend jaar geopend is. Het begin van dat 450-jarig bestaan moeten we zoeken in Zwitserland en wel in Zurich. Daar was in 1525 Zwingli pastoor, in oktober heb ik een paar ar tikelen over deze hervormer geschre ven. Na een godsdienstgesprek over de Doop, verwierp een groep gelijkgezin den de kinderdoop. Ze beriepen zich op Mattheus 28 19, Marcus 16 16 en Handelingen 8 37. Na kermis van de zonde en waarachtig berouw wilden ze een doop der bekering, nadat ze eerst hun geloof beleden hadden. Een vol- wassendoop dus. Eerst had ook Zwingli wel bezwaren tegen het dopen van kleine kinderen, later horen we daar niet meer van. Integendeel, hij was een vijand van deze groep en schold hen van de preekstoel uit voor Wederdopers en dwepers. Kerk en staat werkten toen samen en de magistraat van Zurich gaf het bevel dat de nog niet gedoopte Idn- deren binnen 8 dagen gedoopt moesten zijn. Wie zich aan dit gebod niet stoorde, werd in de gevangenis gezet of ver bannen, soms ook gedood. Sommigen stelden hun beginsel boven het leven en zo is op 21 jan. 1525 hier de eerste Doopsgezinde gemeente ontstaan. Op 29 mei 1525 werd de eerste martelaar in Zwitserland verbrand, het was Eberli Bolt te Schwyz (niet ver van Zurich). De eerste martelaar in Zurich was Felix Mantz. Hij was een leidende figuur on der de Herdopers, op 5 januari 1527 werd hij in het meer van Zurich door verdrinking om het leven gebracht. Uitbreiding. Een bekende uitdrukking is: het bloed der martelaren is het zaad der kerk. Dat blijkt ook hier. Toen de Wederdopers in Zwitserland zo streng vervolgd werden, verbreidden ze zich over heel Europa. In Duitsland werden ze zo goed als uit geroeid, vooral na de vreselijke ge schiedenis in Munster (1535). Daar wil den een paar dwepers, Jan Matthijsen, vroeger bakker te Haarlem, en na diens dood Jan Beukelsz: van Leiden een nieuw Jeruzalem stichten. Ze verover den de stad op de bisschop, maar moes ten die na een lange belegering weer afstaan. Zoiets deed hen geen goed. Het was dan ook een uitwas van hun godsdienst, die weerloosheid voorschreef en ver bood om wapens te dragen. Ook Luther was tegen hen. Ongeveer 1530 komen ze naar Neder land. Hier was in die tijd al veel kritiek op de roomse kerk. Een eeuw vroeger hadden de Broeders des Gemenen Levens (o.a. Geert Groote) hun bezwaren uitgebracht, maar ze ble ven in de kerk. Niet alzoo de Wederdo pers, die de kerk verlieten. Wederkerig moest de roomse kerk niets van hen hebben en vervolgde hen. Daar moesten de kinderen direct na de geboorte ge doopt worden, zodat ze de volwassen- doop een grote ketterij noemden. Met als gevolg uitroeiing van de Wederdo pers zoveel in hun macht was. Het getal martelaren is niet precies bekend, het wordt geschat op 2500. In de martelaarsboeken staan vele namen. De eerste in Noord-Nederland was Sicke Freerks Snijder, te Leeuwarden verbrand op 20 maart 1531, omdat hij „sijnen doope vemieut hadde". De laat ste martelaar was Reytse Aysess, even eens uit Leeuwarden, en daar verdron ken op 13 april 1574. In de Zuidelijke Nederlanden heeft de vervolging veel langer geduurd, daar bleven de Spanjaarden de baas. Voor het laatst werd hier in 1597 iemand vanwege zijn geloof ter dood gebracht. Het was Anneken van den Hove, die te Brussel levend begraven werd. Hier in het Zuiden werden alle gemeenten uit geroeid. Menno Simons. Ze hebben veel te danken aan Menno Simons, de leider en organisator van deze kerkgroep in een moeilijk tijdsge wricht. Geboren omstreeks 1496, werd hij pastoor te Witmarsum in Friesland. Na het lezen en bestuderen van het Nieuwe Testament begon hij daar het zuivere evangelie te prediken. In 1536 legde hij na grote strijd en veel aarze ling zijn bediening neer en sloot zich aan bij de Wederdopers. Toen is hij ook getrouwd. Evenals Paulus heeft hij veel gereisd om de gemeenten te versterken. Hij heeft ook verscheidene boeken ge schreven, waarin het gemeenteleven werd geregeld. De naam Wederdopers was eigenlijk een scheldwoord, van nu af kunnen we ze beter Doopsgezinden noemen of met het vreemde woord Anabaptisten. Naar Menno Simons worden ze ook wel Men nonieten of Mennisten genoemd. Volgens hun beginsel mochten ze geen eed zweren (Mattheus 5 33-37), Jaco bus 5 12), maar moesten ze geloofd worden op hun woord „bij mannen- of vrouwenwaarheid". Evenmin mochten ze een zwaard dragen, doden of geweld plegen, de krijgsdienst werd onder de wereldse gruwelen gerekend. Zo moch ten geen overheidsambt bekleden, maar dat is later veranderd. Verder wilden ze een zuivere gemeen te, zonder vlek of rimpel, een gemeente van volmaakte mensen. Vandaar stren ge tucht. De ban werd veel toegepast. Elke boom die geen vrucht draagt moet omgehakt worden en in het vuur ver brand. Vooral de opvolger van Menno Si mons, Leenaert Bouwens was erg streng in dit opzicht. Hij was door Menno Simons tot oud ste gewijd, d.i. voorganger van een ge meente, een krachtige figuur met rede- RVOLGVERHAAL door M. DE KRUIS. Crisistijd De iijd van zuinigheid en zorg breekt Het lijkt wel een grote sprong van het w eerste wereldoorlog tot de jwen omstreeks '30, maar die sprong is ™t zo groot. Onze jaren vliegen voorbij. uat doen ze ook voor Steven, Greta en do jongens. Rmus en Arie zijn zelfstandig. De weede is getrouwd en woont in Rotter- W 1 is '^y onderwijs. Al- ^öi de derde is nog thuis en wil gaan ^ren, maar dat varen duurt nog wel Als Steven 's avonds de krant zit te tel en, hoor je soms alleen maar: feisjonge! Dat is wat?" ]Jan ziet hij, dat het aantal werkelo- m ons land en in het buitenland gt". |ij begrijpt er niks van. ïyerkelozen? Er is toch werk genoeg? P'Conomie? Wat heeft hij verstand van economie. Hij kent het woord niet eens. De zaak natuurlijk wel, maar dan moet het woord eerst vertaald worden. Ook in Den Briel lopen al meer men sen werkeloos op straat. Steven legt de krant neer en smaalt: „Nou, ze hebben het werk vervloekt en de rooien zouwe 't 's effe voor elkaar brengen. Nou zou je denken, dat ze d'r zin hebbe en nou deugt 't ook niet". Intussen losthij met smalen het vraagstuk niet op. De tijd van de steuncomité's breekt aan. De „soepkeuken" uit de nog grotere armoetijd rond 1900 gaat open. Op de steekvisserij is het een beetje kalmer geworden. De werkschuwen begrijpen, dat ze bij ontslag het eerst aan de beurt zijn. Daarom houden ze hun grote bek en zijn heimelijk blij, dat „Arbeid adelt" niet gaat staken. Ze waarderen een klein beetje, dat ze iedere dag de ha ven uit kunnen en niet behoeven te zwalken, doelloos, over de straat, of op een straathoek moeten gaan staan om de tijd te verdoen. De visserij vist rustig door. Er wordt matig gevangen, de opbrengst is niet groot, maar nou ja, de klad zit overal in. De klachten over die verminderde zalmvangst, ook op de zegenvisserijen, bereiken de voorpagina van de krant, in deze tijd nog het enige nieuwsmedium. Maar er wordt wat aan gedaan. Volgens de berichten wordt er zalm gekweekt in Limburg en op de Veluwe en die potzahn zal worden uitgezet in de rivieren. De zalmvisserij boven en be neden is gered. Dit nieuws leest Steven op een avond in „het Boezeroentje" het Rotterdams Nieuwsblad. Dat is het Ujfblad'van Ste ven, want de zalmberichten staan er in. En alleen zo'n krant is het lezen waard. Het gaat de laatste tijd wat beter met de samenwerking op het Hoofd, dus is de rust in huis ook beter verzekerd. „Mot je nou hore", zegt Steven tegen Greta met wie hij samen is, „ze gaan zalm poten in de rivieren. Nou zal 't voor ons weer goed worre, maar daar komt natuurlijk niks van terecht. We vangen er geenéén van". „Waarom niet?" vraagt Greta, „Zou je eerst niet 's afwachten? Die mensen weten het toch ook wel?" „Och wat", gaat Steven verder, ,,as je 'n plantje uit een broeikas ineens in de kouwe grond zet, gaat 't toch dood? Of niet soms?" „We zullen zien" aldus Greta. „Nee, we zelle ze niet zien. Dat is 't 'm nou juist. Geld weggooien voor niks" Steven gaat verder met zijn lektuur. Greta stopt de grote gaten in de over- kousen van haar man. Die moeten heel zijn, als hij z'n laarzen aantrekt. Ze leest ook liever de krant. Een week later. Bericht van de directie: voor volgen de week woensdag twee schuiten in or de maken. Zorgen dat alles netjes is, want een paar lui van het bestuur en enkele van de grootste aandeelhouders moeten ermee naar „beneje". Minister Deckers komt met een paar hoge amb tenaren niet alleen om te praten over de visserij, maar ook om te kijken hoe al les in zijn werk gaat. Hij zal het ook hebben over de geringere zalmvangst. Tot zover het bericht. Steven praat er thuis over en zegt; „Nou zelle we wel gauw rijk zijn. De minister komt met een grote politieboot. Hij komt zalm brengen. Tsjonge, dat zelle we kenne merke!" Greta zvirijgt. Steven staat op het standpunt, dat hij nooit een van de gepote zalmen zal vangen. Die beesten gaan dood, als ze in die stinkrivier komen. En dan die broeikas en de kouwe grond, hè. Ze kunnen merken wat ze willen, hij zal nooit een gemerkte in de fuiken en nog minder in zijn schepnet krijgen. En daar blijft hij bij. Wat moet zijn vrouw dus zeggen? De volgende week woensdag is de politieboot op tijd voor de haven. Jan Roedolf is schipper op de ene schuit, WiUem Dorsman op de andere. Steven zelf heeft de schouw genomen en Flip Voogt is zijn maat. naarsgaven. De gemeenten hadden toen nog geen aan de universiteit gestudeer de predikanten, iedereen die wat ont wikkeld was, mocht er voorgaan. Deze Leenaert Bouwens heeft in de 30 jaar van zijn bediening 10.125 personen ge doopt. Scheuring. Hij was strenger dan Menno Simons, die wel begreep dat een volmaakte ge meente onbestaanbaar was. Het was een miskerming van de realiteit, een onderschatting van de macht der zonde. Over dit punt is ontzettend veel strijd geweest, tussen rekkelijken en precie- zen, later tussen conservatieven en pro gressieven. In die roerige tijd waren er in Amsterdam 7 verschillende Doops gezinde gemeenten. Voorganger van een der grootste was Galenus Abra- hamsz. de Haan, doorgaans alleen Ga lenus genoemd (1622-1706). Hij was ge boren in Zierikzee, had in Leiden me dicijnen gestudeerd, was arts geworden in Amsterdam en tegelijk lekeprediker van een Doopsgezinde gemeente (1648). Het is hem niet gelukt de verschillende groepen tot elkaar te brengen, dat zou een eeuw later gebeuren. Vooral in de 18e eeuw kwam er veel verval, trouwens ook in de Grote kerk. De eenvoud in kleding, haardracht, huisinrichting maakte plaats voor weel de. „Eertijds waren de Mennisten ('t Geen ik zeg is louter waar!) In de wereld, maar nu is de Wereld midden onder haar". In de 18e eeuw zijn er 100 gemeenten verdwenen, heel wat leden voegden zich bij de Gereformeerde (Hervormde) kerk. Daar had men in 't algemeen weinig met de Doopsgezinden op. Iemand heeft ervan gezegd: „Haar valse leer kruipt in als de kanker". Vooral de Middelburgse predikant Herman Fau- kelius was een feUe bestrijder. De houding van de overheid verschil de van plaats tot plaats. Meestal wer den ze geduld, maar moesten samen komen in schuilkerken. In andere plaatsen werden ze tegen gewerkt. In 1796 werden met de komst van de Fransen alle godsdiensten voor de wet gelijk gesteld. Middelburg. L. van Wallenburg. C. H. Spurgeon: Rondom de enge poort. Uit het Engels vertaald door Ds. W. de Graaf, Uitgave B.V. „De Banier", Postbus 2330 - Utrecht. Dit boekje van Spurgeon bevat een vriendelijk gesprek met zoekenden over het geloof in de Heere Jezus. Het uit gangspunt is Matth. 7 13: „Gaat in door de enge poort. Spurgeon, de prins der predikers (1834 - 1892), die de laatste der Puritei nen wordt genoemd, dringt, zoals in al zijn geschriften met klem aan op de noodzaak van geloof. De tendenz is: zonder geloof geen zaligheidi, Het werk je is doorweven met tal van treffende voorbeelden en pastorale ervaringen. Het is ook mooi geïllustreerd. Pocket- uitgave met een illustratie op de omslag uit Bunyan's Christenreize. Prijs slechts 6.75. Zeer aanbevolen. Een pracht boekje voor geschenk. ca SE sa Het ziet em aar uit dat 1976 het jaar van de fiets zal worden. Niet omdat in februari in de RAI in Amsterdam weer een internationale tweewieler-tentoon- stelling zal worden gehouden hoe in teressant deze tentoonstelling ook be looft te worden maar omdat voor het eerst de overheid op grotere schaal en met een meer systematische aanpak, aandacht aan het fietsverkeer zal gaan besteden. Troonrede en begroting heb ben daar reeds op gewezen. Veel fracties in de Tweede Kamer hebben te kennen gegeven dat zij wülen dat de regering meer aandacht gaat be steden aan de uitbreiding van het fietspadennet en dat zij bereid moet zijn hiervoor meer geld uit het rijkswe genfonds beschikbaar te stellen dan de 25 miljoen die de regering voor 1976 al heeft uitgetrokken. Kamerlid Comelis- sen, die in de vakantie 800 kilometer door Nederland heeft gefietst, kwam hierbij met de persoonhjke ondersteu ning dat hij aan den Ujve ondervonden had dat het met de kwaliteit van veel fietspaden niet zo best is gesteld. Mi nister Westerterp staat niet afwijzend tegenover deze verlangens en onder streepte dat het tot stand komen van meer vrijliggende fietspaden niet alleen de veiligheid van fietsers verhoogt, maar dat scheiding van verkeerssoorten ook de automobilisten ten gunste komt. Verder zei de minister het op prijs te stellen als er initiatieven komen om kleding voor op de fiets te verbeteren, zodat de fiets meer gebruikt kan worden bij minder gunstig weer. Initiatieven in deze richting zijn inmiddels in een ver gevorderd stadium. Minder fiets-min- ded toonde min. Vorrink vreemd ge noeg, omdat zij het departement van volksgezondheid en milieu beheert toen zij een voorstel van Kamerlid Im- kamp van de hand wees om te bevor deren dat ambtenaren meer op de fiets naar hun werk gaan. Haar toelichting dat er dan douches nodig zouden zijn om de bezwete ambtenaren in goede or de achter hun bureau te krijgen, kan met recht een lachertje worden ge noemd, vooral als men weet dat dage lijks vele honderdduizenden andere Ne derlanders ook per fiets naar werk of school gaan. „EILANDEN-NIEUWS" het meest gelezen blad op Goeree-Overflakkee Veltenaar heeft verkozen met Steven mee te varen. De andere „grote lui" zitten in de schuiten. De snelle schouw schiet de boot van de Waterpolitie voorbij. Er waait een flink kouwetje uit het westen. Dat wordt straks pranken en van „beneje" af lichten. Dat doet hij vandaag zelf maar, al is het mooi weer, want dan heeft hij ook de beste kans om 's met die minister te praten. Als die wat wil weten, zal hij het aan hem moeten vra gen. Of niet soms? En als dat praten niet gebeurt, is de hele dag verloren tijd. Beneden het Zuidwestgat is het voor de politieboot geen kunst het van de schouw te winnen. Toch is Steven met de schouw beneden, als de politieboot net het anker laat vaUen. Steven zet de schouw naast de motor boot om Veltenaar te „lossen", want die moet natuurlijk informatie geven aan de minister. De opvarende van de boot hangen over de railing, als de schouw nadert. Ze horen de commando's: „Fok weg! Gei op! Maak vast!" Daar de wind een tikje noordelijk is geworden, zet Steven de schouw aan de lijkant van de „politie" neer. Dat kan stoten van de schouw tegen de nieuwe boot voorkomen. Dat gelukt en Veltenaar stapt over onder de blik van de minister en zijn gevolg. Als Veltenaar ziet, dat Steven weer plan heeft los te maken, roept hij: „Wat doe je nou? Ik wou eerst even prate!" Steven kijkt omhoog en roept: „Jullie kunnen beter wachten dan ik. Het tij gaat door en ik wU eerst het „Nieuwe Gat" lichten. Daar kenne jullie met die boot niet komme. Vaar maar naar „de Hoek". Daar ga ik naar toe, as ik met „het Nieuwe Gat" klaar ben en daar ken de boot ook komme! Maar zeg tegen de schipper, dat-ie daar voorzichtig is!" Eerst m'n werk, al wachten er tien ministers. Dat is Stevens devies. En dat heeft niks te maken met onbeleefdheid. Als de eb het water verder doet zakken, heeft hij moeite om bij de fuiken te ko men. „Maar dat ken ik Veltenaar niet vertelle", denkt hij, „want die kent de boel daar ook niet". Een klein uur later is de schouw bij „de Hoek" en kan de minister zien hoe de fuiken worden gelicht. Er zit maar één „beesie" in. „Kun je nou even aan boord komen?" roept Veltenaar. Steven schudt ontkennend, maar geeft tegelijk de verklaring: „'t Is hier te gevaarlijk!" schreeuwt hij, „bij de Bovenbank" aan de „Vang- niet" daar kenne we praten. Hier komt de boot aan de grond te zitte!" (Wordt vvrvolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 5