IIAÜDEn - niEuws
Overdenking
„De Schelde"
wordt 100 jaar
Willy Caron
zingt in Rockanfe
Korfbal nieuws
RBEiD ADELT
Zeeuwse wandelingen
uit de
Heilige Schrift
blad
Vrijdag 17 oktober 1975
No. 4431
KVENSTER
it -^
SCHAKEN
C. KIEVIT ZN.
Centrale Verwarming
SOMMELSDIJE
Telefoon (01870) 26 09
MIDDELHARNIS
OECUMENISCH AVONDGEBED
GERO
altijd voor
iedereen
ruim en overzichtelijk
in onze speciale
showroom.
A. Vroegindeweij
Westdijk 46 - Middelharnis
(Wordt v«nroIffd)
De Gereformeerde Sociale
Academie Subsidie toege
kend Lessen
Het is bijna een jaar geleden om
orecies te zijn, het was op 22 novenaber
dat ik schreef over de weigering van
toenmalige Staatssecretaris Veerman
nn subsidie toe te kennen aan de Ge-
eformeerde Sociale Academie te Ede.
5)e teleurstelling was groot, niet alleen
mdat de school juist een week eerder
"oor de regering officieel was erkend
aar erkenning houdt nog geen sub-
diëring in!) en omdat deze school in
»n grote behoefte voorziet binnen de
'ereformeerde Gezindte. De bestaande
leidingen voor maatschappelijk werk
ook de zogenaamde „christelijke"
aren zó in Marxistisch vaarwater ge-
omen dat vele ouders hun kinderen
aaraan niet meer durfden toevertrou-
en.
De blijdschap om de eensgezindheid
,-aarmee de verschillende delen van de
Gereformeerde Gezindte deze nieuwe
chool hadden opgericht en de dank-
aarheid over de grote offervaardigheid
oor dit doel in bijna alle kerken, werd
oen enorm overschaduwd door de me
edeling van de regering dat haar niet
/as gebleken „dat er een zodanige be-
ïoefte aan deze school bestaat dat deze
overeenstemming zou zijn met een
venwichtig geheel van onderwijsver-
ieuwingen".
Vooral deze laatste zin heeft destijds
ij de initiatiefnemers van de school
ogal kwaad bloed gezet, omdat de
laatssecretaris daarin liet doorscheme-
èn dat dit soort onderwijs hem eigen
ijk niet zinde. Maar er viel weinig aan
tomen. De wet was toegepast, zij het
'ok strikt naar de letter. En er was geen
„oop dat de school voor het jaar 1978
|op z'n vroegst!) in aanmerking zou ko
nen voor subsidie.
Tot veler verwondering en vreugde
wam daar eind september opeens het
ericht dat de Gereformeerde Sociale
Academie met ingang van 1 jan. 1976
an overheidswege gesubsidieerd zal
/orden. Het bestuur was namelijk in
lOger beroep gegaan tegen de beslissing
van de staatssecretaris. En nu blijkt dus
"at de regering op haar besluit is te-
uggekomen.
Alle bijzonderheden zijn nog niet be-
end. Het is mogeüjk dat de Gerefor-
leerde Sociale Academie zelf nog be-
aaide financiële verplichtingen moet
:akomen. Maar de grootste last is toch
"an de schouders van het bestuur af-
evallen.
Uit deze gang vEin zaken valt wel één
■n ander te leren.
In de eerste plaats zien we wat be-
eikt kan worden door gezamenlijke
ispanning. De G.S.A. is ontstaan door
;undeling van krachten uit allerlei de-
en van de gereformeerde gezindte. Er
veel helaas wat scheiding
laakt. Er is gelukkig ook nog iets dat
erbindt.
In de tweede plaats is het ook nuttig
p te merken dat we niet te gauw het
oofd in de schoot moeten leggen. De
egatieve beslissing van vorig jaar
vam nogal hard aan. Maar het bestuur
eeft zich er niet bij neergelegd en
eeft uiteindelijk het pleit gewonnen.
En ten derde dat is het voornaam-
te laten we de kracht van het gebed
iet onderschatten. We weten dat deze
chool voor velen een gebedszaak is ge-
eest. En de Heere heeft die gebeden
illen horen en verhoren. Ook al sten
en we, naar de mens gesproken, voor
en muur van onmogelijkheid. Dat geeft
oop, ook voor andere zaken die in ons
laatschappeUjk of kerkelijk leven wel-
ens hopeloos schijnen.
Graag wensen we de G.S.A. die in
eptember haar tweede leerjaar is in-
egaan, ook voor de toekomst Gods rij-
e zegen toe.
WAARNEMER.
SCHAAKVERENIGING
„DE ZWARTE PION"
Uitslagen van 13 okt. 1975.
Groep 1
J. Boeter C. J. Smit
J. C. Hollander P. Lesuis
C. Littel M. Verolme
W .1. Peeman W. Markwat
C, Vis G. de Jager
Groep 2
J. Albrechts C. Bakelaar
G. Doedens D. Hoogzand
J. Non W. v. d. Hoog
J. Noordijk N. v. Bracht
A. Roon C. v. d. Groep
0—1
1—0
0—1
1-0
0—1
0—1
0—1
1-0
afg.
V2-V2
Groep 3
J. Kruik A. v. Maurik 0—1
H. K. Smit D. A. Spahr v.d. Hoek afg.
D. J. Tieleman C. Groenendijk V2-V2
Laddercompetitie
W. I. Peeman A. Visser
1—0
Competitie Rott. Schaakbond
Schiedam 3 - De Zwarte Pion 3-3 voorl.
GOD KAN ALLES
„Bij de mensen is dat onmogelijk,
maar bij God zyn alle dingen
mogelijk". Matth. 19 26.
We horen het dat jongetje op straat
nog zeggen: „Mijn vader kan alles!"
Maar weten tegelijk dat het kinderlijke
grootspraak is. Onze mogelijkheden zijn
beperkt. We kunnen veel, maar niet al
les. Vaker dan ons lief is staan we voor
de grens van het onmogelijke. Dat be
merken we bij ouders in de opvoeding
van hun kinderen. Daar zijn die inge
roeste zonden die net als het onkruid in
onze tuin niet zijn uit te roeien. Fami
lies vallen uiteen door starre onenig
heid. En ieder staat machteloos als ziek
te het leven meesleurt tot in de dood.
Nee, wat dat betreft valt het tegen met
die kinderpraat „vader kan alles!" Wij,
mensen, willen meer en denken meer te
kunnen dan mogelijk is. Bij de mensen
is dat nu onmogelijk, zegt Jezus.
Hij heeft hier een bijzondere moei
lijkheid op het oog. Immers, daar valt
opeens een jongeman die bovendien
heel erg rijk is, voor Zijn voeten neer.
Hij valt als het ware met de deur in
huis: „Meester, wat moet ik doen om
het met God weer goed te krijgen?" Dat
is zijn levensvraag!
Merkwaardig is dat. Het is immers
wel de moeite waard om er oog voor te
hebben dat daar iemand van ongeveer
18 jaar, die rijk bedeeld is met het „slijk
der aarde" met die problemen rond
loopt. Ik denk zo, dat onze jongemen-
sen daar wel raad mee zouden weten.
Immers, de meeste mensen lopen in
het leven rond alléén maar op zoek naari
de mogelijkheden die de wereld hén te
bieden heeft. Dat zit ons hoog. Dat weegt
ons zwaarder dan de vraag van de „rij
ke jongeling". Hij loapt onrustig rond.
Op zoek naar het antwoord. Wat heeft
hij met zijn leven God aan te bie
den? Met die vragen komt hij bij de
Goede Meester terecht.
Hier is iemand aangegrepen door de
wet van het eeuwige leven: zoekt en gij
zult vinden. En hij zocht het bij Hem,
die het alleen geven kan: Jezus Chris
tus.
Beste lezers, het is te wensen, dat u
(dat jij), die dit leest, die jongeman
kunt volgen in zijn serieuze zoeken. En
dan niet tijdelijk „aangetipt", maar
blijvend in beslag genomen.
Jezus is er kennelijk door getroffen.
De evangelist Markus laat ons tenmin
ste weten, dat Hij hem zeer beminde,
deze zoeker van God. En het antwoord
dat Jezus geeft, snijdt hout! Wilt ge „le
ven"? Dat is heel wat anders dan „er
zijn" en straks „verdwijnen".
Wilt ge leven? Onderhoud de geboden:
God liefhebben en de naaste als jezelf.
Het antwoord van Jezus is even afdoen
de als eenvoudig.
En dan hoor ik iemand al hardop
denken: ja, maar dat gaat zomaar niet.
Ja toch wel: Jezus geeft deze jongeman
de volle gelegenheid om te zeggen, wat
hij denkt. Het gaat immers om „zijn of
niet-zijn"? Dan moet zo'n mens kunnen
uitpraten. Het getuigt dan ook van
ernst en eerlijkheid om te kunnen zeg
gen wat die jongen zegt. Dit alles heeft
hij onderhouden van zijn jongste jaren
af aan! Is dat geen grootspraak? Ik kan
alles en ik doe alles? Die bekende jeug
dige overmoed, weet u wel?
Wie verwacht hier niet, dat Jezus zal
zeggen: wat verbeeld jij je wel? Of: dat
had je gedacht! Of: je weet niet wat je
zegt! Öfje moet je bekeren! Vele men
sen zijn in het gesprek over geestelijke
zaken voorbariger dan de Zoon des men
sen. „Leer van Mij", zo zegt Hij, „dat ik
zachtmoedig ben en nederig van hart".
In het onderwijs aan hen die vreemd
zijn aan de genade Gods, slaat de liefde
meer „spijkers met koppen" dan harde
bitse woorden.
Jezus vermijdt hier een nutteloos
twistgesprek, dat eerder verwijdering
brengt dan dat het verenigt. Hij neemt
de proef op de som. Verkoop al wat gij
hebt, geef het de armen, volg Mij en gij
zult hebben wat gij begeert". Hij toetst
hier de „praat aan de daad".
Als ge met uw mond zegt lief te kun
nen hebben, toon dat dan inaar door uw
daden. Vele mensen beweren bij hoog en
laag, dat ze God liefhebben en liggen
ondertussen vroom en tegelijkertijd
goddeloos overhoop met hun naaste.
Ook deze jongeman laat het hier afwe
ten. Hij haakt af en laat verstek gaan.
Het is hem niet mogeUjk te doen wat
hem gevraagd wordt. Christus vraagt
meer dan hij metterdaad kan beant
woorden. Niet omdat Hij tevéél eist,
maar omdat Hij alles vraagt!
Want liefhebben betekent niet: „ge
ven en nemen". Maar ware liefde eist
ons geheel en al op. Zó, dat we ons ge
heel en al geven aan God en die ander,
die God op onze weg plaatst. Zónder
daarvoor iets terug te verlangen. De
liefde zoekt zichzelf niet, maar hetgeen
des anderen is, schrijft de apostel Pau-
lus. Wie deze eis der liefde misvormt,
verliest de rechte kijk op het eeuwige
leven. Zo iemand krijgt Jezus tégen
zich. Want het is gemakkelijker dat een
kameel gaat door het oog van een naald,
dan dat een rijke ingaat in het Konink
rijk Gods. Krasser kan het niet gezegd
worden. Dat tweebultige „schip van de
woestijn" gaat vlotter door de opening
van een naald, dan een mens.
Welk mens?De mens die alleen
rijk is met zichzelf en in zichzelf. Die
leeft ten eigen bate, in plaats van te le
ven in liefde tot wat God wil! Je hui
vert ervan wanneer je dat hier zo hoort
uit de mond van Hem die enkel liefden
uitstraalt. Volmaakt te moeten wezen j
om eeuwig te kunnen leven. Wij schip- I
peren daar wat mee, en doen er watl
vanaf en doen er wat bij. Of we zeggenil
op weke momenten in ons leven: „dat
is ook moeilijk", dat valt niet mee.
Jezus zegt: „dat is de mens onmoge
lijk!" Hij doet geen water bij de wijn;
Hij smijt niet met dooddoeners. Hij
trekt de scherpe grens van het voor de
mens onmogelijke. Het goede en vol
maakte leven met God en voor God ligt
niet meer in de macht van de mens. De
weg van beneden naar boven is opge
broken en afgesloten. Wat dan? Ver
kondigt het Evangelie een verloren
zaak?
Inderdaad! Christus stelt ons voor de
onmogelijkheid om te doen wat gedaan
moet worden. Wie zich hiervan afwendt,
zoals de rijke jongeling deed, komt niet
tot de troost. Dan loopt zo iemand vast
in de „eigen werken".
Het is goed wanneer men vermoeid
en afgemat is van het tevergeefs zoeken
naar eigen mogelijkheden om zalig te
worden. Want dan worden de armen
verlangend uitgestrekt naar de Verlos
ser. Naar Zijn werk, naar Zijn woord en
naar Zijn belofte: „Maar bij God zijn
alle dingen mogelijk!"
Christus opent de poort der zaligheid
voor allen, die haar zoeken. Het is de
weg van boven naar beneden. Die weg
loopt over het Kruis van de Zone Gods.
Daar, op dat Kruispunt, ligt Gods lief
devolle mogelijkheid, ongedacht en on
gekend groot.
U bent aan het einde van uw moge
lijkheden? U bent het niet meer en u
kunt het niet meer?
Loopt u dan niet bedroefd weg. An
ders lijkt u op de rijke jongeling. Blijf
staan waar u staat. Zoals de discipelen
deden. Zie, hier is uw God! Hij komt
tot u met Zijn mogelijkheden. Hij-kan-
alles! Oók dat wat u niet kunt. Zalig
zijn en zalig worden. Daartoe heeft Hij
Zijn Zoon gegeven.
Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft,
leert belijden en beleven: God, mijn
Vader, om Christus-wil, Hij kan
alles!
Zijderveld.
Ds. J. Vis.
Wie Vlissingen zegt, denkt haast on
willekeurig aan de scheepswerf „De
Schelde". Van welke kant je ook de
stad bereikt, altijd torenen de, hoge
króinen boven de huizen uit, mjdden in
de stad.
Op 8 oktober is het precies» 100 jaar
geleden dat „De Schelde" werd opge
richt op het terrein van de Mkrinewerf
Deze was wegens bezuiniging in 1869
opgeheven. Een strop voor Vlissingen,
van de 10.000 inwoners werkten er 1000
op deze werf. Van een van hen moet u
de naam weten: dat was de ingenieur
dr. B. J. Tideman. Hij is later professor
in Delft geworden.
Op 8 september 1873 werden in Vlis
singen de nieuwe haven- en spoorweg-
werken geopend door onze koning Wil
lem III. Hij was vergezeld van zijn broer
prins Hendrik, iemand die veel belang
stelde in alles wat met de zee en de
scheepvaart in verband stond. Bij die
gelegenheid vroeg de Koning aan de
hierboven genoemde ir. Tideman of hij
de mogelijkheden wilde nagaan om op
de plaats van de vroegere werf voor een
particulier een scheepswerf te stichten.
Deze stelde zich in verbinding met Arie
Smit, scheepsbouwer te Slikkerveer. Het
resultaat was, dat er een erfpacht-
overeenkomst gesloten werd tussen Arie
Smit en de Staat der Nederlanden. Op 8
oktober 1875 werd de akte gepasseerd
van de „Scheepsbouw- en werktuigen-
fabriek", zoals „De Schelde" toen werd
genoemd.
In die tijd bestonden er 2 dergelijke
bedrijven:
1. De Nederlandse Stoomboot Maat
schappij te Feyenoord;
2. De Koninklijke fabriek van Stoom-
en andere werktuigen te Amsterdam.
Het voordeel van „De Schelde" in
Vlissingen was, dat het beter toeganke
lijk was voor grote schepen. Pas in 1876
kreeg Amsterdam het Noordzeekanaal,
vóór dat jaar moesten alle schepen door
het lange en smalle Noord-Hollandska
naal vanaf Den Helder. Rotterdam had
in 1872 de Nieuwe Waterweg gekregen,
Moeilijke jaren.
De stichter en latere president-com
missaris Arie Smit heeft „De Schelde"
door de moeilijke jaren heen geloodst.
In 1879 is hij ook burgemeester van
Vlissingen geworden.
Want moeilijke jaren heeft de
scheepswerf in het begin meegemaakt.
De Nederlandse marine en de stoom-
vaart-rederijen hadden geen vertrou
wen in het bedrijf, omdat ze er geen on
dervinding mee hadden opgedaan. Dat
kon nu eenmaal niet, het was pas opge
richt. Het was ook een moeilijke tijd
rond 1875, de overgang van houten zeil
schepen naar moderne ijzeren stoom-
schepen. Onze werven waren niet op de
levering hiervan ingesteld. Een paar
maanden na de oprichting van „De
Schelde" waren er in ons land 116 sche
pen in de vaart, waarvan er slechts 12
op een Nederlandse werf waren ge
bouwd. De andere waren in Engeland
gebouwd, voornamelijk in Glasgow. De
Nederlandse werven werden soms
niet gevraagd om in te schrijven! Toch
had men steeds meer schepen nodig, een
paar jaar terug waren twee stoomvaart-
maatschappijen opgericht: naar Indië en
naar Amerika. Maar onze werven wer
den gepasseerd. In 1877 heeft men er
nog over gedacht om het bedrijf op te
heffen, hoewel er in het vorige jaar het
eerste bescheiden regeringscontract was
afgesloten, n.l. het bouwen van een
ijzeren schroefstoomschip voor het
loodswezen. Het schip was 30 m lang en
kostte 120.000,—. Bij het leggen van de
kiel op 2 augustus 1876 was prins Hen
drik asmwezig. Maar daar staat tegen
over dat de Marine de bouw van een
nieuwe raderstoomboot voor Parama
ribo niet aan „De Schelde" geeft. Ook
het plan om een droogdok te bouwen
mislukt. Dat waren in het begin dus
moeilijke jaren met weinig of geen or
ders.
Opleving.
In 1878 wordt het eerste oorlogsschip
gebouwd: een torpedoboot voor de Ma
rine. Het schip was 23 m lang en kostte
45.000,In hetzelfde jaar werd hier
het industrievaartuig „Castor" gebouwd
voor 117.000,—.
Daarna hebben er nog tientallen boten
de werf verlaten. Begonnen met 18
werkmensen, zijn er nu bijna 4.000.
Het behoort nu tot het grote scheeps-
bouwconcem Rijn - Schelde - Verolme,
een bedrijf met meer dan 30.000 perso
neelsleden. Op het ogenblik is er ma
laise in de scheepsbouw, maar „De
Schelde" heeft nog voor verscheidene
jaren orders, er moeten nog 10 fregatten
voor de Marine gebouwd worden waar
van de „Tromp" reeds een proefvaart
heeft gemaakt. Dat wordt een bedrag
van IV2 miljard gulden. De vooruitzich
ten zijn dus goed.
Behalve de scheepswerf midden in
Vlissingen heeft „De Schelde" na de in
poldering van het Sloe in Vlissingen-
Oost een reparatiewerf „De Schelde-
poortwerf".
Toch zijn er na die eerste moeilijke
jaren in die eeuw van het bestaan ook
wel ongunstige perioden geweest, tijden
van tegenslag en teleurstelling. In 1881
verwoestte een brand de machinefa
briek, de modelmakerij en enkele kan
toren. In 1928 brak een staking uit die
ruim 4 maanden duurde. Kort daarop
volgde de crisis van de dertiger jaren;
grote werkloosheid, (1 op de 3 was
werkloos), ontslagen, vermindering van
loon, verlies in plaats van winst. Na een
korte opleving volgde de oorlog met de
vele bombardementen op de stad en op
de werf. De „Willem Ruys" wachtte op
voltooiing, maar werd niet getroffen en
is na de oorlog afgemaakt en in 1947
uit Vlissingen vertrokken. Uit angst en
tegenzin om In Duitsland te moeten
werken, waren er soms 2000 werkmen
sen ondergedoken.
Door ^e mooie marine-opdrachten
staat „E|b Schelde" er nu goed voor.
Daarom werd het 100 jarig bestaan
feestelijk gevierd in de dagen rond 8 ok
tober. In het museum te Vlissingen
wordt gedurende heel oktober een ten
toonstelling gehouden van alles wat er
in die honderd jaar gebeurd is. Ook
wordt er een jubileumboek uitgegeven
„De koninkUjke weg" van ongeveer 600
bladzijden met honderden afbeeldingen
en foto's. De Koninklijke Maatschappij
„De Schelde" (K.M.S.) viert jubileum.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
Donderdag 23 okt. a.s. wordt er in de
kerk van de Remonstrantse Gemeente
aan de Voorstraat 35 te Sommelsdijk om
19.30 uur een OECUMENISCH AVOND
GEBED gehouden.
Het thema van de dienst is „naar een
nieuwe levensstijl". De dienst zal be
staan uit: korte informatie over het
thema: aangepaste bijbellezing - decla
matie - zang en gebed, waarna een kor
te samenspraak.
De initiatiefnemers van dit maande
lijkse oecumenisch avondgebed zijn:
De Buitengewone wijkgemeente,
De Rem. Geref. Gemeente,
De R.K. Kerk.
Rockanje Het bekende streekkoor
Voome's Dameskoor onder leiding van
Piet Struijk gaat 25 oktober a.s. een bij
zonder concert geven in de Welkom-
Kerk te Rockanje. Medewerking aan
dit concert geeft de Nederlandse tenor
Willy Caron, die overal in ons land en
daar buiten triomfen vierde. Hij was
enige weken geleden nog op het televi
sie-scherm te zien en te horen. Vorig
jaar was hij in „De Vuist" bij Willem
Duys. Wij hoorden hem zaterdag 11 ok
tober tijdens een concert in „De Doelen"
te Rotterdam. Willy Caron wordt ook
wel de Nederlandse Richard Tauber ge
noemd. Het Voomse Dameskoor heeft
vele nieuwe werken op het programma
staan.
Solistische medewerking geven tij
dens dit concert ook Ineke Hardonk-
Keijzer, Hobo en Frans Joosse, fluit.
Voorts zal het koor een aantal werken
begeleidt door het kamer-orkest van
het Rotterdams Opera en Symfonie-
Orkest, zingen. Voor de middelbare
schooljeugd en leerlingen van de mu
ziekscholen in de Regio worden halve
prijzen gerekend. Het concert begint om
20.00 uur. Kaarten zijn telefonisch te
bestellen, Brielle (01886) 3667, Oostvoor-
ne (01885) 3952, Rockanje (01884) 1184.
GOOD-LUCK
LAAT KANSEN LIGGEN
In een zeer slechte wedstrijd heeft
Good-Luck geen kans gezien om het
zwakke Oranje-Zwart te verslaan.
Al direkt na de uitworp hadden de
Rood-Witten veel balverlies, waarvan
Or. Zwart gebruik maakte en 1-0 in
schoot.
De vreugde was echter van korte duur
want lemke Huizer schoot van grote
afstand raak, 1-1. Ondanks het zwakke
spel kreeg Good-Luck kansen. Toen Ria
van Antwerpen vrij kwam schoot zij
Good-Luck op 1-2. Het bleef een gelijk-
opgaande strijd en Or. Zwart zorgde
opnieuw voor een gelijke stand 2-2.
Net voor rust werd toch nog één van
de vele kansen in een doelpunt omge
zet, Marco Appel was hiervam de ma
ker. 2-3.
In de tweede helft werd het snel niet
beter, Or.-Zwart mocht een strafworp
nemen en maakte geen fout.
Nog geen tien minuten later kreeg
Or-Zwart weer een strafworp mee en
schoot 4-3 in. Tot het einde bleef Good-
OUDDOBP
Kerkdienst. Zaterdagavond 7.30 uur
hoopt voor de Ger. Gemeente voor te
gaan student J. S. v. d. Net van Rotter
dam.
f, cn-.-O*.^I
NIEUWERKERK
Boekje in oude ansichten
Ook van Nieuwerkerk komt zeer bin
nenkort een boekje in oude ansichten
uit. Vermoedelijk zal het begin Nov. ver
schijnen. Het boekje is met behulp van
enkele Nieuwerkerkers samengesteld
door C. P. Pols uit Zierikzee. Er worden
negentig ansichtkaarten in dit boekje
opgenomen. Ook een vrijwel gave kaart
wordt erin opgenomen van de Dorps
straat te Capelle in Duiveland. Het
wordt een boekje vol oude herinnerin
gen.
DS. Kolkert hoopt in november
intrede te doen. Gelijk bekend is door
ziekte de intrede uitgesteld van de be
roepen predikant der Ned. Herv. Kerk
voor N'kerk, Ds. Kolkert te Oudemir-
dum.
Als de toestand van Ds. Kolkert zo
vooruit blijft gaan zal de komst van de
predikant in de volgende maand plaats
vinden.
Luck aanvallen, maar verder dan een
afgekeurd doelpunt kwamen zij niet.
De pupillen 1 deden het zaterdag be
ter en wisten dank zij een 1-0 over
winning op ADO 1 hét kampioenschap
binnen te halen.
Uitslagen: Senioren
Or. Zwart 1 Good-Luck 1 4—3
Or. Zwart 2 Good-Luck 3 5—1
Programma:
Good-Luck ADO
Good-Luck 2 - Ventura Sport 2
Ventura Sport 3 - Good-Luck 3
ERVOLGVERHAAL
door M. DE KRUIS.
'o groeit het gezin, zo groeien de
orgen, zo groeit het innerlijk van
rouw en manja gelukkig, ook van
e laatste, want hij is niet zonder ver-
tand.
Dwars door alle kinderziekten heen
ehoudt Marinus het leven en als de
oortekenen niet bedriegen, wordt Arie
en geduchte knaap.
Greta werkt als een paard. Het ge-
ir.netje wordt duur, de lonen zijn laag.
■e gaat werken voor anderen. De vrouw
an Aai Both heeft moeite met de was.
'reta „doet" die en verdient er wat bij.
'ot ergernis van Steven die het niet
aii uitstaan, dat hij de kost voor het
ezin niet kan verdienen.
Maar het is niet anders.
En Greta lacht.
Op „Arbeid adelt" zitten ze ook niet
t!l.
Daar is de bedrijvigheid een in zomer
n winter voortsnellende stroom. Mag
e winter veel geld kosten aan stek,
band, beugels, staken en nieuwe fuiken,
de besommlng in de zomerperiode
maakt die kosten ruimschoots goed.
Kees Kaptein heeft een paar aandeel
tjes in de affaire hij maakt dus de
aandeelhoudersvergadering mee en
die vertelt in een vertrouwelijke bui
aan Steven: „Kerel, ik wier koud van al
dat geld, dat verdeeld mos worre. In
ieder geval heb ik dit jaar lekker ver
diend".
Steven gelooft niet, dat die medede
ling een bewijs van groeiende vriend
schap is. Integendeel, hij beschouwt het
als een middel om hem jaloers te m.aken,
want Kees is en blijft een zuurpruim en
hij. Steven, is Immers een uitslover. Die
trekt zich van deze dingen niet veel aan.
Ze stimuleren hem alleen maar zijn best
te blijven doen. De zaak gaat immers
goed en hij is tevreden. De verdiensten
zijn een beetje beter geworden. Het loon
Is niet zo groot, maar het verval, de op-
brenger van de kleine vis, is aardig en
dat maakt veel goed. De anderen mop
peren over het lage loon op de steek-
visserlj en hebben het altijd over de
kalkfabriek waar zoveel wordt ver
diend, maar je zal op de kalkfabriek
werken! Stof en stank en geen frisse
lucht en niet de wijdheid en de vrijheid
van het water. Natuurlijk, overal waar
je werkt, is het wat, maar Steven en
Greta zijn tevreden.
De laatste woont graag in Den Briel, de
eerste heeft het alleen op de Maas op de
schokker en de visserijen zijn ge
zin natuurlijk. Voor de rest kan Den-
Briel hem worden gestolen met de Dom
erbij.
Zo is het nu eenmaal.
In enkele jaren heeft Steven veel ge
leerd. Met geen van de werkzaamheden
heeft hij meer moeite. Wanneer er ge
varen moet worden, staat hij niet langer
voor de mast, maar aan het roer. Lich
ten, fuiken en schutting verschonen,
zetten en trekken zijn voor hem ver
trouwde dingen geworden. Aan de wal
heeft hij alles wat geleerd moest wor
den geleerd onder leiding van Jan Prins
onder de knie gekregen: schutting in
zetten, beugels maken, fuiken breien en
boeten en alles wat tijd en gelegenheid
vereisen. Er zijn intussen ook belang
rijke dingen gebeurd.
In de septembemacht heeft het vrese
lijk gestormd uit het noordwesten.
Wat er nog aan visserij te water staat,
lijdt grote schade.
Staken zijn door de razende vloed-
stroom afgeknapt als lucifers, fuiken
zijn losgeslagen en weggespoeld, schut
ting is vernield.
De schade is enorm.
En dan de kuilschokker.
Die lag beneden de haven en is los
geslagen van zijn kullanker, door de
opgejakkerde vloed meegesleurd tot
even beneden Zwartewaal, daar omge
slagen en in het ondiepe vastgelopen.
Danig gehavend en met een gebroken
mast heeft Steven zijn schip terugge
vonden.
Onmiddellijk heeft Steven de directie
ingelicht.
Wanneer na enkele dagen de schuit
wordt vlotgetrokken en overeind gezet,
blijkt de schade veel groter te zijn dan
werd verwacht.
Dan vreest Steven even, dat deze ge
beurtenis hem zijn baan zal kosten.
Maar nee, het loopt anders. Greta krijgt
gelijk. Die heeft gezegd: „Ben jij gek!
Dacht je dat ze jou wegsturen?"
Toen heeft Steven de schouders op
gehaald en er het zijne van gedacht.
Hij kan eigenlijk het optimisme van
zijn vrouw niet uitstaan.
Tenslotte heeft hij ook nog voor twee
jongens te zorgen. Affijn, hij zal wel
zien.
Op vrijdag komt de chef altijd om af
te rekenen.
Als Steven zijn vermoeden tegen Jan
Prins uit. Die zegt lachend:
„Ben je nou mal jonge, doch-ie
dat hij jou wegstuurt?"
Maar ja, die kan makkelijk praten.
Die heeft aandelen in de zaak, een paar
centen en gaat vandaag of morgen er
uit om lekker te rentenieren.
Maar hij, Steven de Kruis?
In een opwelling van boosheid bij de
gedachte aan ontslag zegt hij tegen
Greta: „Zit jij niet In de war, want als
ik gedaan krijg, neem ik mijn knuisten
mee".
Greta kijkt hem alleen maar aan en
vraagt: „Zou het ook minder kunnen?"
Hij is iDang en daarom In de war, maar
ze begrijpt het. Terwijl hij bang is,
vraagt zij om moed en vertrouwen.
Zo komen ze dichter bij de dreigende
vrijdag.
Steven staat in de schuur te boeten,
als de directeur binnenkomt.
Die bromt altijd Iets onverstaanbaars
als hij groet en Steven zegt: „Mogge
meneer" en tikt aan zijn pet.
De baas blijft even staan om te kijken
hoe Steven boet. Dan zegt hij: „Kom je
straks even bij me. Steven?"
Die verstijft een beetje, denkt: „Daar
hebble 't gelazer" en zegt een beetje
moeilijk: „Goed meneer".
Terwijl Veltenaar op de drempel van
de schuur blijft staan, zegt hij nog:
„Maak eerst dat gat maar dicht waar je
aan bezig ben. Dan heb ik onderdehand
koffie".
„Wat gaat er nou gebeure", denkt
Steven, „'n Bakkie doen bij de baas?
Hoe ken dat?"
Tien minuten later is het gat geboet
en gaat Steven, dof van de in hem rond
tollende gevoelens, naar het kamertje,
waar de directie zetelt.
Hij is een kind uit een overgangstijd
perk, waarin de een leert schelden op
„die uitzuigers" en de ander nog is be
vangen door het feodale afhankelijk-
heidsgevoel, het ondergeschikt-zijn. En
tot de laatste groep behoort Steven.
Wars van alle kruiperigheid heeft hij
respect voor goeie bazen. Hij heeft niet
ongenuanceerd leren schelden, wel op
dezelfde manier leren hoogachten.
Affijn, daar gaat-Ie dan.
In de kamerdeur blijft hij staan.
„Ga zitten. Steven", bromt Veltenaar,
met zijn pijp tussen een paar dikke lip
pen, bruin van tabakspeeksel.
Als Steven zit, vraagt Veltenaar: „Ook
'n bakkie. Steven?"
„Graag meneer".
Terwijl Veltenaar bezig is onhandig
in te schenken, kan Steven zijn werk
gever beter bekijken. Dat geeft hem
rust.
„Wat Is die man lelijk", denkt hij. „Hij
is nog scheel ook. An hem zou je wel
zegge, dat we van de apen komme",
maar ja, hij Is m'n baas en een baas
hoeft niet mooi te zijn, as-ie maar af
schuift".
Steven vindt zijn gedachten over de
directeur zelf ook niet zo mooi en, maar
nou ja, van deze man heeft hij niks ge
leerd. Jan Prins is voor zijn besef de
baas.
„We motte 's met mekaar praten",
begint Veltenaar. „Je ben nou een jaar
of vier hier. Bevalt 't je?"
„Best meneer", zegt Steven.
„En je vrouw? Ken ze 't wenne? En
hoe is het met de jonges?"