IIAI1DEI1 - niEUWS
Overdenking
Hoge gasten op Westhove
RBEID nOELT
Zeeuwse wandelingen
LCCC-kantoor
De Bilt
uit de
Heilige Schrift
I altijd voor
I iedereen
I A. Vroegindeweij
Zon deed de fietsen-
verkoop goed
blad
Vrijdag 19 september 1975
No. 4423
KIJKVENSTER
ir -k
naar
1 GERO 1
I rnim en overzichtelijk g
I in onze speciale
g sliowToom. 1
I Westdijli 46 - Middelhamis 1
iiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiinHiniininiin^^^
blikopker
en samenleving
.Ge^insweek
Bübelse nonnen
Het gezin ondermünd
ehalve een zogenaamde „Vredes-
k" organiseren de verscliillende
Iten in Nederland ook jaarlijks een
zinsweek". De Interkerkelijke Ge-
sweekcommissie heeft de Gezinsweek
jaar vastgesteld van 19 tot 26 okto-
- De bedoeling is uiteraard aandacht
vragen voor de plaats en de taak van
t Gezin in de maatschappij,
aartegen zou natuurlijk niemand be-
aar kunnen inbrengen, wanneer ten-
nste deze Gezinsweek uitging van de
belse normen ten aanzien van het
in. Zoals ook niemand met recht zich
verzetten, wanneer in prediking en
'ed aandacht wordt besteed aan de
ie tussen mensen en volken. Het
„bord van God strekt zich immers uit
over alle levensverbanden.
Jaar en dat is nu juist ons bezwaar
evenmin als de „Vredesweek'-' die
istaande zaterdag begint gaat de
Gezinsweek uit van de bijbel als het ge
openbaarde Woord van God, maar van
menselijke inzichten en opvattingen, die
maar door de geest van de tijd dan door
de Geest van God worden bepaald.
of. Dr. W. H. Velema, hoogleraar
de Chr. Ger. kerken, schreef over
komende Gezinsweek een zeer le-
swaardig artikel in „De Waarheids
vriend" van donderdag 11 sept. Hij be
toont zich zeer teleurgesteld na lezing
len herlezing van het geschrift „Gezin
in de waagschaal", dat richtlijnen wil
geven voor de Gezinsweek van dit jaar.
De bijbelse visie op het gezin als orde
ning van God ontbreekt in dit geschrift
fen enenmale. De Delftse studentenpre-
dikant Ds. R. Zuurmond, die over „Bij
belse notities" schrijft, beweert dat men
in de Schrift geen voorschriften kan
vinden die absolute en algemene geldig
heid iiebben. Wat op een bepaald mo
ment bevorderlijk of opbouwend is; al
dus letterlijk Ds. Zutirmond, hangt he
lemaal af van de omstandigheden. Te-
récht merkt Prof. Velema hierbij op, dat
Wen met zo'n norm helemaal niets kan
[innen.
In dat licht gezien vervolgt de Apel-
irnse lioog\eraar is het niet ver-
'nderlijk dat huwelijk en gezin voor
Zuurmond geen onveranderlijke
otheden zijn. Ook de bloedband tus-
vader en zoon is van ondergeschikte
tekenis. Zo wordt aan moraal gescha-
aldus Prof. Velema, waarbij ieder
g doen wat hem als het beste, het
st passende en voor zijn leven op-
wende, uitkomt.
ovenstaande beschouwing van Prof.
lema heb ik bekort en met mijn eigen
orden weergegeven. Hij legt ook de
ger bij een bijdrage in genoemd
kje van de hand van Mink van Rijs-
een dame die een felle strijd voert
r de emancipatie van de vrouw. Zij
"Ogt dat
„de man moet gaan ontdekken dat
hij ten onrechte gezinshoofd heet. Hij
moet zijn superioriteitsgevoel afleg
gen. Dan wordt hij meer man. Er
moet komen een keuzepakket van
rechten en plichten waar man en
vrouw als partners hun koers op uit
zetten. De vrouw moet niet enkel
voor het huishouden zijn. Zij moet
ook buitenshuis kunnen werken. De
man moet zijn aandeel dan ook maar
leveren".
Is dit nu het voorlichtingsmateriaal
dat de kerken gebruikt willen heb
bij de Gezinsweek, dan hoeft het
r ons echt niet! Hier worden alle bij-
Ise normen en waarden op hun kop
et. En het gevolg zal zijn, niet dat het
an Vigeer meer gezien wordt als de cel
Ji de maatschappij, maaf dat het ge-
nsleven verder wordt ondermijnd.
Ik wil dan ook tot slot nog graag on
derstrepen wat Velema schrijft:
„Het is bedroevend en ontstellend
dat dit boekje kan verschijnen als
resultaat van interkerkelijk overleg.
Hoe staat het dan met de kerken,
moet men wel vragenDit boekje
bevat meer een aanval óp dan een
bescherming van het huwelijk. Dat
vindt zijn diepste oorzaak daarin dat
niet eerbiedig en gehoorzaam naar
de Schrift geluisterd wordt. Waar
dat niet gebeurt, is geen heil te ver
wachten. Men lette erop, hoe stelsel
matig alle sektoren van het leven
ondermijnd worden".
WAARNEMER.
I MIDDELHARMS (naast Ford)
I Tel. (01870) 39 75 1
s Reparatie en tnruU VEin g
alle merken. g
illllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllinnillllll^
Het hoofdkantoor van de Internatio
nale Raad van ChristeUjke Kerken, I.C.
C.C., gaat met ingang van D.V. 1 okto
ber verhuizen naar De Bilt. Sinds de
oprichting van de I.C.C.C. in 1948 is het
kantoor gevestigd geweest in Amster
dam; sinds 1 november 1969 in een pand
aan het Frederiksplein. De laatste tijd
is de arbeid van de I.C.C.C. in Neder
land nogal snel gegroeid en daardoor
het aantal medewerkers dat bij de uit
voering van de verschillende taken be
trokken is. Naast het secretariaat van
de internationale I.C.C.C.-organisatie,
omvat die arbeid nu de verschillende
hulpverleningsprojecten van de Neder
landse afdeling van Internationale
Christelijke Handreiking, hulpverle-
ningswerk voor de Ondergrondse Kerk
in communistische landen, de I.C.C.C-
persdienst, de redaktie en administratie
van het maandblad Getrouw, de afde
ling boekverkoop en een kleindrukkerij.
Het pand in Amsterdam was reeds
enige tijd te klein voor deze reeks van
werkzaamheden, reden waarom naar
een nieuwe vestigingsplaats werd omge
zien, die nu dus is gevonden in De Bilt.
Per 1 oktober a.s. luidt het adres aan de
I.C.C.C. derhalve:
Soestdljkseweg 91, De Bilt.
MIDDELHARNIS
E.H.B.O. CURSUS Bij voldoende
aanmeldingen wordt te Middelhamis
weer een cursus „Eerste Hulp bij Onge
lukken" gegeven.
Dokter v. d. Peppel heeft zich weer
als docent voor deze cursus beschikbaar
gesteld. De duur van deze cursus is on
geveer 4 maanden. We beginnen okto
ber of november op woensdagavond
van 19.30 tot 21.30 uur in het zaaltje bo
ven de Brandweerkazerne, Ring te Mid
delhamis. De kosten zijn 40,aU in
o.k. boekje, examen en insigne-kosten
en na het slagen het diploma. U kunt
zich hiervoor opgeven bij het secretari
aat: Mevr. C. Kroos-Vijfhuize, Mariet-
jespad 21, Middelhamis, of bij de pen-
ningmeesteresse: Mevr. M. Krijgsman-
Joppe, Pr. Beatrixlaan 3, Middelhamis
(tel. 2046).
THOLEN
Scholenbouw. Het gemeentebestuur
heeft aan Dura B.V. te Rotterdam op
dracht verstrekt om een tweeklassige
Chr. Kleuterschool te bouwen aan de
Molenvlietsedij k.
Grondverkoop. Het dagehjks bestuur
van Tholen heeft aan het Bouwbedrijf
Uytdewillige B.V. uit Nieuw-Vossemeer
en aan dhr. T. Goedegebuure in het be
stemmingsplan Dalempolder II grond
verkocht voor het bouwen van 12 wo
ningen en een bungalow.
EEN ZIELSONTBOEZEMING
VAN DE BRUIDEGOM.
Wend uw ogen van mij af, want
ze doen mij geweld aan.
Hooglied 6 5a.
Christus, de hemelse Bruidegom,
spreekt hier tot Zijn bruid. De Zone
Gods heeft Zijn volk liefgehad van voor
de grondlegging der wereld. In de stilte
der eeuwigheid nam Hij het besluit om
uit het menselijk geslacht een volk te
verkiezen tot zaligheid.
God de Vader gaf de uitverkorenen
aan Christus, opdat Hij ze verlossen zou'
van dood en oordeel.
De gedachten van Christus waren ge
bezigd met de uitverkorenen door eeu
wige liefde en ontferming, die Hij voor
hen voelde.
In de volheid des tijds daalde Hij ne
der uit de gewesten des hemels en werd
als een kind gelegd in de kribbe van
Bethlehem.
O wondervol mysterie. De liefde tot
het volk, dat Hij zich ten erve verkoren
had, was zo sterk, dat Hij mens werd,
uitgenomen de zonde. Christus ziet in
eeuwige liefde neder op het volk, dat
Hem in oprechtheid des harten vreest.
Toen Hij op aarde wandelde, was Hij
dikwijls met ontferming bewogen over
de schare die Hem beluisterde. Het
liefdesoog van Christus rust altijd op
het volk dat nederknielt aan Zijn voe
ten.
Hij schenkt hen de bewijzen van Zijn
genade en ontferming. Zijn zalige gunst
en gemeenschap.
De uitverkorenen zijn Christus' ar
beidsloon. Hij heeft hen gekocht met
Zijn dierbaar bloed. De mens die de
Heere vreest vlucht met Zijn schuld en
zonde naar de troon der genade.
De ogen van de Bruid doen Jezus ge
weld aan, als ze ootmoedig en berouw
vol tot Hem opzien. Zie daar een be
rouwvol zondaar, een verslagen ziel met
een verbroken hart knielend aan Jezus'
voeten. Hij is overtuigd van zijn zonde
en weent hete tranen van opreclit be
rouw. Hoort hem smeken om genade:
„Heere ik heb tegen U gezondigd, als
Gij mij van Uw aangezicht zoudt ver
werpen is het rechtvaardig. Ik heb niets
anders verdiend dan Uw toorn, maar ik
bid U wees mij genadig".
Zou het mogelijk zijn, dat Christus
zijn oor sloot voor de stem van een ver
slagen ziel? Zou Hij Zijn hart sluiten
voor een smekende zondaar, die zijn be
traand oog tot Hem opheft?
Neen, de Heere ontfermt Zich over
een gebrokene van hart en een versla
gene van geest. Er ligt een wondere
kracht in het oog, waaruit een hartelijk
leedwezen over de zonden spreekt. De
belijdenis van schuld en zonde van een
oprechte van hart is muziek in de oren
van Christus. Waï is
de mens ook na ontvangen genade, we
struikelen dagelijks in vele, we blijven
zondigen tot aan het einde van ons le
ven.
Daarom is het zo nodig dat we steeds
in schuldbesef wederkeren tot de Heere.
En dan zal God ons opnieuw vergeving
der zonde schenken en Zijn zalige ge
meenschap aan ons hart geven.
Christus laat Zich door Zijn bruid
overwinnen, als ze verlangend haar oog
op Hem richt. Dat smekende oog doet
Hem geweld aan, en dan schenkt Hij
opnieuw Zijn liefde aan het hart.
Wanneer onze consciëntie teder is en
ons oog voortdurend Christus zocht en
ons hart bevreesd is voor de zonde, dan
zal de Zone Gods ons Zijn zegen niet
onthouden.
Het oog van de Bruid oefent een grote
kracht uit op Jezus, indien ze het in
heilig verlangen opslaat naar Hem, met
een bede om verlossing.
De Heere laat Zich door het smeken
de oog van Zijn volk overwinnen en
schenkt lien Zijn rijke liefde. Kennen
we voor onszelf een tijd, dat we het
oog des geloofs op Christus mochten
richten?
De Zone Gods zegt: „Wend u naar Mij toe
en wordt behouden". „Leer van Mij dat
Ik zachtmoedig ben en nederig van hart.
Want Mijn last is licht en Mijn juk is
zacht". De Heere laat Zich overwinnen
door het oog des geloofs dat op Hem
rust. Hij doet het hart van Zijn volk op
springen van vreugde.
Christus is de barmhartige Hogepries
ter, we mogen met al de noden van ons
hart tot Hem vluchten.
Nooit naag er in ons hart maar het
geringstewantrouwen jegens Hem post
vatten. We moeten ons door het geloof
aan Hem overgeven en toevertrouwen,
want Hij verlaat Zijn volk nooit.
Het kan zo donker zijn voor onze ziel,
dat we denken dat de Heere ons verla
ten heeft. Blijf toch tot God opzien en
bidt: O Heere toon mij waarover Gij
met mij twist. En al zijn de moeilijkhe
den vele, o Mijn Koning, toch twijfel ik
niet aan Uw liefde.
Ik gevoel in het diepst van mijn ziel,
dat Gij mij liefhebt, daarom wil ik niet
klagen, doe met mij wat goed is in Uw
ogen.
Zijn uw ogen zo op Christus gevestigd,
vol hoop, onderworpen aan Zijn wil,
dan zal het niet lang duren of Hij zal
uw ziel in de ruimte zetten.
Christus laat zich overwinnen door
het hart dat biddende op Hem rust. Hoor
daar klinkt de stem van de Zone Gods:
Wend uw ogen van mij af, ze hebben niij
overwonnen.
Middelburg. Ds. G. A. Zijderveld.
De abten van de Middelburgse abdij
waren erg gastvrij. Dikwijls lieten ze de
brug neer om koninklijke gasten te ont
vangen.
In 1290 was de bekende Floris V hier.
Hij had in Biervliet gevangen gezeten
tijdens de eeuwendurende strijd tussen
Holland en Vlaanderen om het bezit van
Zeeland. Nu had hij vrede gesloten met
graaf Guy van Vlaanderen. Hier op het
kasteel had de Zoen verzoening)
plaats met Wolfert van Borsselen, heer
van Veere, die aan de kant van Vlaan
deren tegen Floris had gevochten. De
geschillen werden bijgelegd en deze
overeenkomst heette het tractaat van
WesthoVe.
In 1500 ontving abt Johan van West-
capelle hier onze heer Filips de Schone
met zijn jonge vrouw Johanna van Ar-
ragon en Castilië, die later als Johanna
de Waanzinnige in de geschiedenis be
kend zou staan (zie ons blad van 31 ja
nuari 1975).
Hun zoontje Karel, onze nieuwe heer,
de latere keizer Karel V, werd er als
klein jongetje onthaald door abt Petrus
v. d. Capelle. Later kwam hij hier
meermalen. In 1519 gaf hij vrijdom van
de grafelijke tol in lersekeroord, een
voordelig privilege voor de bewoners
van Westhove.
In 1540 was hij hier weer, nu een man
van middelbare leeftijd (hij is in 1500
geboren), een vermoeid en teleurgesteld
vorst. De steeds voortdurende oorlog
met Frankrijk en zijn vergeefse pogin
gen om de „nieuwe leer" uit te roeien
hebben hem vroeg oud gemaakt. Abt
Floris van Schoonhoven ontving hem,
een kerkvorst die veel aan het kasteel
verbeterd en verfraaid heeft, evenals
zijn opvolger Matthias van Heeswijc.
Oorlog.
In 1562 werd abt Nicolaas de Castro
tot bisschop benoemd, de eerste en enige
bisschop die we toen gehad hebben. Hij
vertoefde graag op „deze zeer verma
kelijke en aangename plaats" en heeft
er heel wat geld aan gespendeerd om
het gezellig en geriefelijk te maken. Zo
als hij zelf zegt was „alles bij uitstek
net en sierlijk".
Kort daarna braken er donkere da
gen aan voor het fraaie bouwwerk. Al
va, de beruchte landvoogd van onze
heer Filips II, kwam naar de Nederlan
den (1567). Hij legde een Spaanse be
zetting in het kasteel.
Nu zijn soldaten meestal geen erg
nette en voorzichtige bewoners, dat
hebben we in de jongste oorlog onder
vonden.
Nog erger werd het toen er gevochten
moest worden. Dat was in 1572, het jaar
van Den Briel („verloor Alva zijn Bril")
van Vlissingen en Veere, die geen
Spaanse bezetting meer verkozen. Wal
cheren werd een platgebrand en uitge
moord slagveld.
Deze „tuin van Zeeland" heeft het
wel eens meer slecht getroffen met be
vrijdingen.
Jonker Barthold Entes van Menteda,
de woeste geuzenaanvoerder, veroverde
Westhove op de Spanjaarden en stak
het in brand, alleen de muren bleven
overeind staan.
In 1579 verkochten de Staten van
Zeeland de „vervallen huizinge" met bij
behorend bos en land aan hun kolonel
Jonkheer Henrich Balfour voor 1670
pond Vlaams (1 pond is 6,dus voor
10.020,Een koopje voor zo'n groot
terrein. Was het misschien om daarmee
zijn nota voor achterstallige soldij te be
talen, zoals wel meer voorkwam? Hij
heeft het maar een goed jaar In bezit
gehad, toen stierf hij. Zijn weduwe ver
kocht het aan de Franse Hugenoot Pier
re de Loyseleur, heer van Villiers.
Villiers.
Deze Villiers is bekend geworden als
hofprediker van onze prins Willem I.
Hij is waarschijnlijk de opsteller van de
Apologie van de Prins, het verweer
schrift dat hij schreef toen Filips hem
in de ban had gedaan (1581). Filips heeft
er nooit antwoord op gegeven, zijn ant
woord was de kogel die op de Prins
werd afgevuurd.
Bijna 10 jaar heeft Villiers hier ge
woond Ook vertoefde hij dikwijls in
Delft waar de Prins woonde, die er in
1584 vermoord werd. Hij werd de ver
trouwde van 's Prinsen weduwe Louise
de Collgny. Een gedeelte van het kasteel
heeft hij enigszins bewoonbaar ge
maakt, maar toch bleef nog 2/3 deel
ruïne.
In zijn tijd viel het bewind van de
graaf van Leicester, die koningin Eli
sabeth van Engeland gezonden had om
ons te steunen in de strijd tegen Spanje
(1585 - '87). Steun heeft hij ons niet veel
gegeven, hij kon niet al te best met de
Nederlanders opschieten, ook niet met
Villiers. Zijn overste Russell, goever-
neur van Vlissingen, heeft zelfs gepro
beerd Villiers gevangen te nemen, toen
deze van Westhove naar Middelburg
wandelde om daar een predikbeurt te
vervullen voor zijn zieke collega van
de Franse kerk.
Kasteel Westhove
Deze geschiedenis is uitvoerig beschre
ven door de schrijfster mevr. Bosboom-
Toussaint in haar boek „het kasteel
Westhove". In 1877 was ze in Domburg
en heeft op Westhove gelogeerd, wat
haar de inspiratie gaf tot dit verhaal.
In 1590 is hij gestorven. Zijn dochter
Maria de Loyseleur is in Middelburg
getrouwd met de secretaris v. d. Baerse
en is hier blijven wonen.
In die tijd heeft men er nog over ge
dacht in het kasteel een Atheneum
(middelbare school) op te richten. Men
achtte Westhove hiervoor goed geschikt.
Immers „liggende rondom in groen ge
boomte en verse diepe watergrachten,
waarin de vissen en vogelen zich ver
lustigden".
Er is niets van gekomen, de school is
in Middelburg gesticht onder de naam
van Illustre School.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
Het langdurige zomerweer heeft de
verkoop van nieuwe fietsen in ons land
gestimuleerd, zodat de wat stroef ver
lopende omzet in de eerste vier maan
den van dit jaar voor de fietsenhandel
weer goed is gemaakt. Hoewel nog
geen nauwkeurige cijfers bekend zijn,
ziet het er naar uit dat er dit jaar tn ons
land weer zo'n miljoen fietsen zullen
worden verkocht; waarschijnlijk wat
minder dan in 1974 toen onder invloed
van de energiecrisis veel fietsen werden
aangeschaft, maar toch wel op het ni
veau van het topjaar 1973.
Hoewel het met de fiets dus nog
steeds bijzonder goed gaat, ondervindt
de tweewielerhandel en -industrie dui
delijk last van het nogal rigoureus in
zakken van de bromfietsmarkt wat een
nadelige invloed heeft op de liquiditeits
positie. Met name de detailhandel is
daardoor voorzichtig geworden met de
inkoop, waardoor de afname van fa
briek en groothandel een wat trager
verlopend patroon kreeg. Door de weer
toegenomen fietsenverkoop in de laatste
maanden is deze situatie zich gaan
herstellen. Het mooie zomerweer heeft
velen weer bewust gemaakt van de
aantrekkelijkheid van het fietsen, niet
alleen voor de recreatie, maar ook voor
het meer utilitaire verkeer als de da
gelijkse gang naar werk of school, voor
het doen van boodschappen, enz.
JRVOLGVERHAAL
door M. DE KRUIS.
Half acht. Greta stapt uit bed. Ste-
n wordt wakker, gooit zich om en
nit:„Wat doe jij er nou al uit?"
„Ik?" zegt Greta „ik ga naar de
rk".
Stilte.
Maar een gespannen stilte.
Een crisis in het leven van twee jonge
ensen.
Na een kwartier staat Steven op.
"Krijg-ie m'n goeie goed?" vraagt hij.
weta legt het gereed, maar vraagt
ets, hoewel er wel een vraag op het
*tje van haar tong ligt. Haar pols
rsnelt.
Het blijft stil onder het aankleden. De
anehng door het harde boord met
*nt, dat Greta haar man moet aan
een ondergaat deze zwijgend. Alleen
de pijniging is afgelopen verzucht
,fven alleen: „Wie die rotdinge heeft
«gevonden
Ze eten zonder veel te zeggen. De
mige woorden van Steven zijn in de
orgen tot nul gereduceerd. Greta
weet dat. Het is een van de ervaringen,
die ze in korte tijd heeft opgedaan.
Op een ogenblik kijken ze elkaar aan.
„Ga met je mee", zegt Steven en
daarbij blijft het.
Een diepe dankbaarheid welt in Gre
ta op. En zij, die in haar leven meer ge
beden en gedankt heeft „met de pet op"
dan „met de pet af", dankt terwijl ze de
bordjes en de kopjes wast. Zo kan het
natuurlijk ook. Je behoeft er niet altijd
voor te gaan zitten.
Dezelfde week, nadat de dominee
Greta en haar man in de kerk heeft ge
zien, komt hij op bezoek.
Steven is er niet.
Hoe zou het ook? Thuis kaïi het niet
verdiend worden.
„Zou je man geen zin hebben om lid
maat te worden?" vraagt de pastor.
Die vraag is het duidelijke bewijs, dat
hij van de hele situatie niets begrijpt.
Zijn vraag is voorbarig en dus opdrin
gerig.
Greta brengt de vraag over. Ook niet
zo erg verstandig, maar van haar kant
begrijpehjk.
Stevens reaktie is te verwachten.
„Is die vent belazerd? Dacht-ie dat ik
zin had om op de lering te gaan zitten?
As 't zo niet goed is, blijf ik voortaan
thuis, 'k Heb met dat vrome gedoe ge
noeg an me baas en an die vrome lui
bij ons op het dorp, die stijf onder de
preekstoel zitten en kinderen fokken
bij de dienstbode".
Greta zwijgt.
Verwondert zich in stilte over de
welsprekendheid van haar man.
En als 't er op aan komt, geeft ze hem
gelijk.
Wie giet er nou heet water op een
plantje, dat nog maar net boven de
grond komt?
Ze spreekt er over met de dominee.
Die luistert en moet haar gelijk geven.
Hij is te hard van stapel gelopen. Ten
slotte is lidmaat van een kerk worden
iets anders dan je aangeven als lid van
„de Watergeus".
En Greta wacht rustig op de volgende
kerkgang.
Die komt veertien dagen later.
Waarom veertien dagen?
Wel dat zit zo.
In het najaar eindigt de visserij met
de kuilscholtker. Die wordt nagekeken
en opgelegd tot het volgende voorjaar.
Afspraak is, dat Steven gedurende de
wintertijd op de steekvisserij zal wer
ken. En dat begint nu.
Op „de steek" is in het najaar en in
de winter werk genoeg.
Schutting maken, fuiken nakijken, sta
ken punten, deugels maken, wissen
vlechten en ga zo maar door.
Van al die dingen weet Steven net
zoveel als niks, behalve dan een gaat in
een net of een kubbe boeten.
De ouwe Jan Prins, de vakman van
de visserij, legt hem uit, dat voor je aan
het schuttingmaken begint, je eerst de
aangevoerde bossen wilgentakken ge
lijk moet hakken, ze moet punten en
dan tot over de helft van onderen af
moet schillen.
Nou, dat is geen heksewerk. Dat kan
een boer uit Beierland ook leren. Alleen
moet al dat werk buiten gebeuren en
dan, wat het schillen betreft, zittend.
Steven weet al zoveel van de steek
visserij af, dat hij begrijpt, waarvoor de
schutting dient. Die moet vertikaal tus
sen de paarsgewijs gezette staken wor
den getrokken. De zalm wordt door die
schutting tegengehouden, gaat zoeken
en komt dan, al zoekend, tussen de wie
ken van de fuiken en in de fuiken zelf
terecht.
Zo luidt althans de theorie. Niemand
doet er natuurlijk wat aan, wanneer de
zalm teruggaat.
„Kijk", zegt Jan Prins, „die geschilde
en gepunte takken - stek noemen we dat
- komt eerst bij de „inzetter".
„Wat is dat voor 'n vent?" vraagt
Steven.
„Dat is de man, die de eerste „neer"
maakten, die neer is de onderste van
tenen gevlochten band, 'n goeie voet
van de punt".
Dit is het antwoord op Stevens vraag
wat een neer is.
„Kijk", zegt Jan Prins en hiermee
gaat hij over van de theorie naar de
praktijk. Hij gaat op z'n stoeltje zitten,
pakt in twee handen de nodige wilge
tenen, draait de ondereinden tot een
lus in elkaar, steekt een stek in die lus,
draait met een paar krachtige wrongen
die stek vast en pakt dan een tweede
stek. Na elke paar slagen volgt een an
dere stek. En zo ontstaat, al maar voort-
wringende, de neer met op handbreedte
de stek erin.
Wanneer het stek van de boS op is,
zegt Jan: „Ziezo, en nu gaat dit op het
„plein"."
Jan ziet aan de vragende ogen, dat
Steven niet begrijpt.
„Ja", zegt hij, „dat is dat spul daar".
En hij wijst op een viertal, ronde pa
len, door schragen ondersteund. Die pa
len liggen een goeie meter in de lengte
paralel van elkaar.
„Da's nou het plein en nu binden we
die ene ingezette neer strak in de lengte
over de binnenste paal. Je zei begrijpe,
dat dan het stek haaks op het plein
komt te legge. En dan begint 't. De
tweede man gaat de volgende neer ma
ken. Die komt nooit scheef te zitten,
want hij werkt langs de tweede paal.
As hij zowat een meter op gang is, be
gint de derde man en tenslotte de vier
de. Dat is de bovenste neer en de ge-
maltkelijkste, omdat hij de lichtste is.
Begin jij daar drek maar an".
De mondelinge instructie is afgelopen
en Steven wacht zijn beurt af. Als het
zover is, komt Jan Prins naast hem
staan. Steven maakt een beetje onhan
dig de lus, die om de eerste stek moet.
Maar het gaat. En nou breien. Met de
linkerhand naar rechts en met de rech
ter naar links. Band bijsteken, als de
neer te dun dreigt te worden. Naar het
eind toe worden de wilgetenen immers
dunner. Uit de bos „band", die naast
hem ligt, grijpt hij er enkele. Nog even
en dan zegt de baas: „Jij zei 't wel lere".
En inderdaad, met veertien dagen
heeft Steven alle neren gehad, van de
lichtste tot de zwaarste.
Als Prins, die altijd inzet, op een mid
dag even gaat staan, omdat zijn „len
den" het gaan begeven, zegt hij tegen
Steven: „Ken jij niet proberen in te
zetten?
Die is „happig" genoeg om „ja" te
zeggen en even later zit hij voorover
gebogen en worstelt met de „ontvange
nis" van de onderste en zwaarste neer.
't Is direct nog geen beste, maar het
lukt.
In deze periode van schuttingbreien
komt Steven toch wel erg moe thuis,
's Avonds en met wat voor handen! Hij
kan de vingers haast niet recht krijgen
door dat de hele dag wringen. Kloven
zitten in de vouwen van zijn vingers.
Hij weet eerst niet wat hij daaraan moet
doen, maar Janus Prins, een neef van
Jan, heeft hem een goede raad gegeven.
„As je nou naar huis gaat", zegt hij,
dan moet je de hoepschuur even ingaan.
Daar zijn om die tijd de rietsnijers en
bij die kan je harpuis kopen. De handen
van die mense zitte vol met kloven. En
dat helpt".