IIAI1DEI1 - niEUWS Overdenking Hoge gasten op Westhove RBEID nOELT Zeeuwse wandelingen LCCC-kantoor De Bilt uit de Heilige Schrift I altijd voor I iedereen I A. Vroegindeweij Zon deed de fietsen- verkoop goed blad Vrijdag 19 september 1975 No. 4423 KIJKVENSTER ir -k naar 1 GERO 1 I rnim en overzichtelijk g I in onze speciale g sliowToom. 1 I Westdijli 46 - Middelhamis 1 iiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiinHiniininiin^^^ blikopker en samenleving .Ge^insweek Bübelse nonnen Het gezin ondermünd ehalve een zogenaamde „Vredes- k" organiseren de verscliillende Iten in Nederland ook jaarlijks een zinsweek". De Interkerkelijke Ge- sweekcommissie heeft de Gezinsweek jaar vastgesteld van 19 tot 26 okto- - De bedoeling is uiteraard aandacht vragen voor de plaats en de taak van t Gezin in de maatschappij, aartegen zou natuurlijk niemand be- aar kunnen inbrengen, wanneer ten- nste deze Gezinsweek uitging van de belse normen ten aanzien van het in. Zoals ook niemand met recht zich verzetten, wanneer in prediking en 'ed aandacht wordt besteed aan de ie tussen mensen en volken. Het „bord van God strekt zich immers uit over alle levensverbanden. Jaar en dat is nu juist ons bezwaar evenmin als de „Vredesweek'-' die istaande zaterdag begint gaat de Gezinsweek uit van de bijbel als het ge openbaarde Woord van God, maar van menselijke inzichten en opvattingen, die maar door de geest van de tijd dan door de Geest van God worden bepaald. of. Dr. W. H. Velema, hoogleraar de Chr. Ger. kerken, schreef over komende Gezinsweek een zeer le- swaardig artikel in „De Waarheids vriend" van donderdag 11 sept. Hij be toont zich zeer teleurgesteld na lezing len herlezing van het geschrift „Gezin in de waagschaal", dat richtlijnen wil geven voor de Gezinsweek van dit jaar. De bijbelse visie op het gezin als orde ning van God ontbreekt in dit geschrift fen enenmale. De Delftse studentenpre- dikant Ds. R. Zuurmond, die over „Bij belse notities" schrijft, beweert dat men in de Schrift geen voorschriften kan vinden die absolute en algemene geldig heid iiebben. Wat op een bepaald mo ment bevorderlijk of opbouwend is; al dus letterlijk Ds. Zutirmond, hangt he lemaal af van de omstandigheden. Te- récht merkt Prof. Velema hierbij op, dat Wen met zo'n norm helemaal niets kan [innen. In dat licht gezien vervolgt de Apel- irnse lioog\eraar is het niet ver- 'nderlijk dat huwelijk en gezin voor Zuurmond geen onveranderlijke otheden zijn. Ook de bloedband tus- vader en zoon is van ondergeschikte tekenis. Zo wordt aan moraal gescha- aldus Prof. Velema, waarbij ieder g doen wat hem als het beste, het st passende en voor zijn leven op- wende, uitkomt. ovenstaande beschouwing van Prof. lema heb ik bekort en met mijn eigen orden weergegeven. Hij legt ook de ger bij een bijdrage in genoemd kje van de hand van Mink van Rijs- een dame die een felle strijd voert r de emancipatie van de vrouw. Zij "Ogt dat „de man moet gaan ontdekken dat hij ten onrechte gezinshoofd heet. Hij moet zijn superioriteitsgevoel afleg gen. Dan wordt hij meer man. Er moet komen een keuzepakket van rechten en plichten waar man en vrouw als partners hun koers op uit zetten. De vrouw moet niet enkel voor het huishouden zijn. Zij moet ook buitenshuis kunnen werken. De man moet zijn aandeel dan ook maar leveren". Is dit nu het voorlichtingsmateriaal dat de kerken gebruikt willen heb bij de Gezinsweek, dan hoeft het r ons echt niet! Hier worden alle bij- Ise normen en waarden op hun kop et. En het gevolg zal zijn, niet dat het an Vigeer meer gezien wordt als de cel Ji de maatschappij, maaf dat het ge- nsleven verder wordt ondermijnd. Ik wil dan ook tot slot nog graag on derstrepen wat Velema schrijft: „Het is bedroevend en ontstellend dat dit boekje kan verschijnen als resultaat van interkerkelijk overleg. Hoe staat het dan met de kerken, moet men wel vragenDit boekje bevat meer een aanval óp dan een bescherming van het huwelijk. Dat vindt zijn diepste oorzaak daarin dat niet eerbiedig en gehoorzaam naar de Schrift geluisterd wordt. Waar dat niet gebeurt, is geen heil te ver wachten. Men lette erop, hoe stelsel matig alle sektoren van het leven ondermijnd worden". WAARNEMER. I MIDDELHARMS (naast Ford) I Tel. (01870) 39 75 1 s Reparatie en tnruU VEin g alle merken. g illllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllinnillllll^ Het hoofdkantoor van de Internatio nale Raad van ChristeUjke Kerken, I.C. C.C., gaat met ingang van D.V. 1 okto ber verhuizen naar De Bilt. Sinds de oprichting van de I.C.C.C. in 1948 is het kantoor gevestigd geweest in Amster dam; sinds 1 november 1969 in een pand aan het Frederiksplein. De laatste tijd is de arbeid van de I.C.C.C. in Neder land nogal snel gegroeid en daardoor het aantal medewerkers dat bij de uit voering van de verschillende taken be trokken is. Naast het secretariaat van de internationale I.C.C.C.-organisatie, omvat die arbeid nu de verschillende hulpverleningsprojecten van de Neder landse afdeling van Internationale Christelijke Handreiking, hulpverle- ningswerk voor de Ondergrondse Kerk in communistische landen, de I.C.C.C- persdienst, de redaktie en administratie van het maandblad Getrouw, de afde ling boekverkoop en een kleindrukkerij. Het pand in Amsterdam was reeds enige tijd te klein voor deze reeks van werkzaamheden, reden waarom naar een nieuwe vestigingsplaats werd omge zien, die nu dus is gevonden in De Bilt. Per 1 oktober a.s. luidt het adres aan de I.C.C.C. derhalve: Soestdljkseweg 91, De Bilt. MIDDELHARNIS E.H.B.O. CURSUS Bij voldoende aanmeldingen wordt te Middelhamis weer een cursus „Eerste Hulp bij Onge lukken" gegeven. Dokter v. d. Peppel heeft zich weer als docent voor deze cursus beschikbaar gesteld. De duur van deze cursus is on geveer 4 maanden. We beginnen okto ber of november op woensdagavond van 19.30 tot 21.30 uur in het zaaltje bo ven de Brandweerkazerne, Ring te Mid delhamis. De kosten zijn 40,aU in o.k. boekje, examen en insigne-kosten en na het slagen het diploma. U kunt zich hiervoor opgeven bij het secretari aat: Mevr. C. Kroos-Vijfhuize, Mariet- jespad 21, Middelhamis, of bij de pen- ningmeesteresse: Mevr. M. Krijgsman- Joppe, Pr. Beatrixlaan 3, Middelhamis (tel. 2046). THOLEN Scholenbouw. Het gemeentebestuur heeft aan Dura B.V. te Rotterdam op dracht verstrekt om een tweeklassige Chr. Kleuterschool te bouwen aan de Molenvlietsedij k. Grondverkoop. Het dagehjks bestuur van Tholen heeft aan het Bouwbedrijf Uytdewillige B.V. uit Nieuw-Vossemeer en aan dhr. T. Goedegebuure in het be stemmingsplan Dalempolder II grond verkocht voor het bouwen van 12 wo ningen en een bungalow. EEN ZIELSONTBOEZEMING VAN DE BRUIDEGOM. Wend uw ogen van mij af, want ze doen mij geweld aan. Hooglied 6 5a. Christus, de hemelse Bruidegom, spreekt hier tot Zijn bruid. De Zone Gods heeft Zijn volk liefgehad van voor de grondlegging der wereld. In de stilte der eeuwigheid nam Hij het besluit om uit het menselijk geslacht een volk te verkiezen tot zaligheid. God de Vader gaf de uitverkorenen aan Christus, opdat Hij ze verlossen zou' van dood en oordeel. De gedachten van Christus waren ge bezigd met de uitverkorenen door eeu wige liefde en ontferming, die Hij voor hen voelde. In de volheid des tijds daalde Hij ne der uit de gewesten des hemels en werd als een kind gelegd in de kribbe van Bethlehem. O wondervol mysterie. De liefde tot het volk, dat Hij zich ten erve verkoren had, was zo sterk, dat Hij mens werd, uitgenomen de zonde. Christus ziet in eeuwige liefde neder op het volk, dat Hem in oprechtheid des harten vreest. Toen Hij op aarde wandelde, was Hij dikwijls met ontferming bewogen over de schare die Hem beluisterde. Het liefdesoog van Christus rust altijd op het volk dat nederknielt aan Zijn voe ten. Hij schenkt hen de bewijzen van Zijn genade en ontferming. Zijn zalige gunst en gemeenschap. De uitverkorenen zijn Christus' ar beidsloon. Hij heeft hen gekocht met Zijn dierbaar bloed. De mens die de Heere vreest vlucht met Zijn schuld en zonde naar de troon der genade. De ogen van de Bruid doen Jezus ge weld aan, als ze ootmoedig en berouw vol tot Hem opzien. Zie daar een be rouwvol zondaar, een verslagen ziel met een verbroken hart knielend aan Jezus' voeten. Hij is overtuigd van zijn zonde en weent hete tranen van opreclit be rouw. Hoort hem smeken om genade: „Heere ik heb tegen U gezondigd, als Gij mij van Uw aangezicht zoudt ver werpen is het rechtvaardig. Ik heb niets anders verdiend dan Uw toorn, maar ik bid U wees mij genadig". Zou het mogelijk zijn, dat Christus zijn oor sloot voor de stem van een ver slagen ziel? Zou Hij Zijn hart sluiten voor een smekende zondaar, die zijn be traand oog tot Hem opheft? Neen, de Heere ontfermt Zich over een gebrokene van hart en een versla gene van geest. Er ligt een wondere kracht in het oog, waaruit een hartelijk leedwezen over de zonden spreekt. De belijdenis van schuld en zonde van een oprechte van hart is muziek in de oren van Christus. Waï is de mens ook na ontvangen genade, we struikelen dagelijks in vele, we blijven zondigen tot aan het einde van ons le ven. Daarom is het zo nodig dat we steeds in schuldbesef wederkeren tot de Heere. En dan zal God ons opnieuw vergeving der zonde schenken en Zijn zalige ge meenschap aan ons hart geven. Christus laat Zich door Zijn bruid overwinnen, als ze verlangend haar oog op Hem richt. Dat smekende oog doet Hem geweld aan, en dan schenkt Hij opnieuw Zijn liefde aan het hart. Wanneer onze consciëntie teder is en ons oog voortdurend Christus zocht en ons hart bevreesd is voor de zonde, dan zal de Zone Gods ons Zijn zegen niet onthouden. Het oog van de Bruid oefent een grote kracht uit op Jezus, indien ze het in heilig verlangen opslaat naar Hem, met een bede om verlossing. De Heere laat Zich door het smeken de oog van Zijn volk overwinnen en schenkt lien Zijn rijke liefde. Kennen we voor onszelf een tijd, dat we het oog des geloofs op Christus mochten richten? De Zone Gods zegt: „Wend u naar Mij toe en wordt behouden". „Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Want Mijn last is licht en Mijn juk is zacht". De Heere laat Zich overwinnen door het oog des geloofs dat op Hem rust. Hij doet het hart van Zijn volk op springen van vreugde. Christus is de barmhartige Hogepries ter, we mogen met al de noden van ons hart tot Hem vluchten. Nooit naag er in ons hart maar het geringstewantrouwen jegens Hem post vatten. We moeten ons door het geloof aan Hem overgeven en toevertrouwen, want Hij verlaat Zijn volk nooit. Het kan zo donker zijn voor onze ziel, dat we denken dat de Heere ons verla ten heeft. Blijf toch tot God opzien en bidt: O Heere toon mij waarover Gij met mij twist. En al zijn de moeilijkhe den vele, o Mijn Koning, toch twijfel ik niet aan Uw liefde. Ik gevoel in het diepst van mijn ziel, dat Gij mij liefhebt, daarom wil ik niet klagen, doe met mij wat goed is in Uw ogen. Zijn uw ogen zo op Christus gevestigd, vol hoop, onderworpen aan Zijn wil, dan zal het niet lang duren of Hij zal uw ziel in de ruimte zetten. Christus laat zich overwinnen door het hart dat biddende op Hem rust. Hoor daar klinkt de stem van de Zone Gods: Wend uw ogen van mij af, ze hebben niij overwonnen. Middelburg. Ds. G. A. Zijderveld. De abten van de Middelburgse abdij waren erg gastvrij. Dikwijls lieten ze de brug neer om koninklijke gasten te ont vangen. In 1290 was de bekende Floris V hier. Hij had in Biervliet gevangen gezeten tijdens de eeuwendurende strijd tussen Holland en Vlaanderen om het bezit van Zeeland. Nu had hij vrede gesloten met graaf Guy van Vlaanderen. Hier op het kasteel had de Zoen verzoening) plaats met Wolfert van Borsselen, heer van Veere, die aan de kant van Vlaan deren tegen Floris had gevochten. De geschillen werden bijgelegd en deze overeenkomst heette het tractaat van WesthoVe. In 1500 ontving abt Johan van West- capelle hier onze heer Filips de Schone met zijn jonge vrouw Johanna van Ar- ragon en Castilië, die later als Johanna de Waanzinnige in de geschiedenis be kend zou staan (zie ons blad van 31 ja nuari 1975). Hun zoontje Karel, onze nieuwe heer, de latere keizer Karel V, werd er als klein jongetje onthaald door abt Petrus v. d. Capelle. Later kwam hij hier meermalen. In 1519 gaf hij vrijdom van de grafelijke tol in lersekeroord, een voordelig privilege voor de bewoners van Westhove. In 1540 was hij hier weer, nu een man van middelbare leeftijd (hij is in 1500 geboren), een vermoeid en teleurgesteld vorst. De steeds voortdurende oorlog met Frankrijk en zijn vergeefse pogin gen om de „nieuwe leer" uit te roeien hebben hem vroeg oud gemaakt. Abt Floris van Schoonhoven ontving hem, een kerkvorst die veel aan het kasteel verbeterd en verfraaid heeft, evenals zijn opvolger Matthias van Heeswijc. Oorlog. In 1562 werd abt Nicolaas de Castro tot bisschop benoemd, de eerste en enige bisschop die we toen gehad hebben. Hij vertoefde graag op „deze zeer verma kelijke en aangename plaats" en heeft er heel wat geld aan gespendeerd om het gezellig en geriefelijk te maken. Zo als hij zelf zegt was „alles bij uitstek net en sierlijk". Kort daarna braken er donkere da gen aan voor het fraaie bouwwerk. Al va, de beruchte landvoogd van onze heer Filips II, kwam naar de Nederlan den (1567). Hij legde een Spaanse be zetting in het kasteel. Nu zijn soldaten meestal geen erg nette en voorzichtige bewoners, dat hebben we in de jongste oorlog onder vonden. Nog erger werd het toen er gevochten moest worden. Dat was in 1572, het jaar van Den Briel („verloor Alva zijn Bril") van Vlissingen en Veere, die geen Spaanse bezetting meer verkozen. Wal cheren werd een platgebrand en uitge moord slagveld. Deze „tuin van Zeeland" heeft het wel eens meer slecht getroffen met be vrijdingen. Jonker Barthold Entes van Menteda, de woeste geuzenaanvoerder, veroverde Westhove op de Spanjaarden en stak het in brand, alleen de muren bleven overeind staan. In 1579 verkochten de Staten van Zeeland de „vervallen huizinge" met bij behorend bos en land aan hun kolonel Jonkheer Henrich Balfour voor 1670 pond Vlaams (1 pond is 6,dus voor 10.020,Een koopje voor zo'n groot terrein. Was het misschien om daarmee zijn nota voor achterstallige soldij te be talen, zoals wel meer voorkwam? Hij heeft het maar een goed jaar In bezit gehad, toen stierf hij. Zijn weduwe ver kocht het aan de Franse Hugenoot Pier re de Loyseleur, heer van Villiers. Villiers. Deze Villiers is bekend geworden als hofprediker van onze prins Willem I. Hij is waarschijnlijk de opsteller van de Apologie van de Prins, het verweer schrift dat hij schreef toen Filips hem in de ban had gedaan (1581). Filips heeft er nooit antwoord op gegeven, zijn ant woord was de kogel die op de Prins werd afgevuurd. Bijna 10 jaar heeft Villiers hier ge woond Ook vertoefde hij dikwijls in Delft waar de Prins woonde, die er in 1584 vermoord werd. Hij werd de ver trouwde van 's Prinsen weduwe Louise de Collgny. Een gedeelte van het kasteel heeft hij enigszins bewoonbaar ge maakt, maar toch bleef nog 2/3 deel ruïne. In zijn tijd viel het bewind van de graaf van Leicester, die koningin Eli sabeth van Engeland gezonden had om ons te steunen in de strijd tegen Spanje (1585 - '87). Steun heeft hij ons niet veel gegeven, hij kon niet al te best met de Nederlanders opschieten, ook niet met Villiers. Zijn overste Russell, goever- neur van Vlissingen, heeft zelfs gepro beerd Villiers gevangen te nemen, toen deze van Westhove naar Middelburg wandelde om daar een predikbeurt te vervullen voor zijn zieke collega van de Franse kerk. Kasteel Westhove Deze geschiedenis is uitvoerig beschre ven door de schrijfster mevr. Bosboom- Toussaint in haar boek „het kasteel Westhove". In 1877 was ze in Domburg en heeft op Westhove gelogeerd, wat haar de inspiratie gaf tot dit verhaal. In 1590 is hij gestorven. Zijn dochter Maria de Loyseleur is in Middelburg getrouwd met de secretaris v. d. Baerse en is hier blijven wonen. In die tijd heeft men er nog over ge dacht in het kasteel een Atheneum (middelbare school) op te richten. Men achtte Westhove hiervoor goed geschikt. Immers „liggende rondom in groen ge boomte en verse diepe watergrachten, waarin de vissen en vogelen zich ver lustigden". Er is niets van gekomen, de school is in Middelburg gesticht onder de naam van Illustre School. Middelburg. L. van Wallenburg. Het langdurige zomerweer heeft de verkoop van nieuwe fietsen in ons land gestimuleerd, zodat de wat stroef ver lopende omzet in de eerste vier maan den van dit jaar voor de fietsenhandel weer goed is gemaakt. Hoewel nog geen nauwkeurige cijfers bekend zijn, ziet het er naar uit dat er dit jaar tn ons land weer zo'n miljoen fietsen zullen worden verkocht; waarschijnlijk wat minder dan in 1974 toen onder invloed van de energiecrisis veel fietsen werden aangeschaft, maar toch wel op het ni veau van het topjaar 1973. Hoewel het met de fiets dus nog steeds bijzonder goed gaat, ondervindt de tweewielerhandel en -industrie dui delijk last van het nogal rigoureus in zakken van de bromfietsmarkt wat een nadelige invloed heeft op de liquiditeits positie. Met name de detailhandel is daardoor voorzichtig geworden met de inkoop, waardoor de afname van fa briek en groothandel een wat trager verlopend patroon kreeg. Door de weer toegenomen fietsenverkoop in de laatste maanden is deze situatie zich gaan herstellen. Het mooie zomerweer heeft velen weer bewust gemaakt van de aantrekkelijkheid van het fietsen, niet alleen voor de recreatie, maar ook voor het meer utilitaire verkeer als de da gelijkse gang naar werk of school, voor het doen van boodschappen, enz. JRVOLGVERHAAL door M. DE KRUIS. Half acht. Greta stapt uit bed. Ste- n wordt wakker, gooit zich om en nit:„Wat doe jij er nou al uit?" „Ik?" zegt Greta „ik ga naar de rk". Stilte. Maar een gespannen stilte. Een crisis in het leven van twee jonge ensen. Na een kwartier staat Steven op. "Krijg-ie m'n goeie goed?" vraagt hij. weta legt het gereed, maar vraagt ets, hoewel er wel een vraag op het *tje van haar tong ligt. Haar pols rsnelt. Het blijft stil onder het aankleden. De anehng door het harde boord met *nt, dat Greta haar man moet aan een ondergaat deze zwijgend. Alleen de pijniging is afgelopen verzucht ,fven alleen: „Wie die rotdinge heeft «gevonden Ze eten zonder veel te zeggen. De mige woorden van Steven zijn in de orgen tot nul gereduceerd. Greta weet dat. Het is een van de ervaringen, die ze in korte tijd heeft opgedaan. Op een ogenblik kijken ze elkaar aan. „Ga met je mee", zegt Steven en daarbij blijft het. Een diepe dankbaarheid welt in Gre ta op. En zij, die in haar leven meer ge beden en gedankt heeft „met de pet op" dan „met de pet af", dankt terwijl ze de bordjes en de kopjes wast. Zo kan het natuurlijk ook. Je behoeft er niet altijd voor te gaan zitten. Dezelfde week, nadat de dominee Greta en haar man in de kerk heeft ge zien, komt hij op bezoek. Steven is er niet. Hoe zou het ook? Thuis kaïi het niet verdiend worden. „Zou je man geen zin hebben om lid maat te worden?" vraagt de pastor. Die vraag is het duidelijke bewijs, dat hij van de hele situatie niets begrijpt. Zijn vraag is voorbarig en dus opdrin gerig. Greta brengt de vraag over. Ook niet zo erg verstandig, maar van haar kant begrijpehjk. Stevens reaktie is te verwachten. „Is die vent belazerd? Dacht-ie dat ik zin had om op de lering te gaan zitten? As 't zo niet goed is, blijf ik voortaan thuis, 'k Heb met dat vrome gedoe ge noeg an me baas en an die vrome lui bij ons op het dorp, die stijf onder de preekstoel zitten en kinderen fokken bij de dienstbode". Greta zwijgt. Verwondert zich in stilte over de welsprekendheid van haar man. En als 't er op aan komt, geeft ze hem gelijk. Wie giet er nou heet water op een plantje, dat nog maar net boven de grond komt? Ze spreekt er over met de dominee. Die luistert en moet haar gelijk geven. Hij is te hard van stapel gelopen. Ten slotte is lidmaat van een kerk worden iets anders dan je aangeven als lid van „de Watergeus". En Greta wacht rustig op de volgende kerkgang. Die komt veertien dagen later. Waarom veertien dagen? Wel dat zit zo. In het najaar eindigt de visserij met de kuilscholtker. Die wordt nagekeken en opgelegd tot het volgende voorjaar. Afspraak is, dat Steven gedurende de wintertijd op de steekvisserij zal wer ken. En dat begint nu. Op „de steek" is in het najaar en in de winter werk genoeg. Schutting maken, fuiken nakijken, sta ken punten, deugels maken, wissen vlechten en ga zo maar door. Van al die dingen weet Steven net zoveel als niks, behalve dan een gaat in een net of een kubbe boeten. De ouwe Jan Prins, de vakman van de visserij, legt hem uit, dat voor je aan het schuttingmaken begint, je eerst de aangevoerde bossen wilgentakken ge lijk moet hakken, ze moet punten en dan tot over de helft van onderen af moet schillen. Nou, dat is geen heksewerk. Dat kan een boer uit Beierland ook leren. Alleen moet al dat werk buiten gebeuren en dan, wat het schillen betreft, zittend. Steven weet al zoveel van de steek visserij af, dat hij begrijpt, waarvoor de schutting dient. Die moet vertikaal tus sen de paarsgewijs gezette staken wor den getrokken. De zalm wordt door die schutting tegengehouden, gaat zoeken en komt dan, al zoekend, tussen de wie ken van de fuiken en in de fuiken zelf terecht. Zo luidt althans de theorie. Niemand doet er natuurlijk wat aan, wanneer de zalm teruggaat. „Kijk", zegt Jan Prins, „die geschilde en gepunte takken - stek noemen we dat - komt eerst bij de „inzetter". „Wat is dat voor 'n vent?" vraagt Steven. „Dat is de man, die de eerste „neer" maakten, die neer is de onderste van tenen gevlochten band, 'n goeie voet van de punt". Dit is het antwoord op Stevens vraag wat een neer is. „Kijk", zegt Jan Prins en hiermee gaat hij over van de theorie naar de praktijk. Hij gaat op z'n stoeltje zitten, pakt in twee handen de nodige wilge tenen, draait de ondereinden tot een lus in elkaar, steekt een stek in die lus, draait met een paar krachtige wrongen die stek vast en pakt dan een tweede stek. Na elke paar slagen volgt een an dere stek. En zo ontstaat, al maar voort- wringende, de neer met op handbreedte de stek erin. Wanneer het stek van de boS op is, zegt Jan: „Ziezo, en nu gaat dit op het „plein"." Jan ziet aan de vragende ogen, dat Steven niet begrijpt. „Ja", zegt hij, „dat is dat spul daar". En hij wijst op een viertal, ronde pa len, door schragen ondersteund. Die pa len liggen een goeie meter in de lengte paralel van elkaar. „Da's nou het plein en nu binden we die ene ingezette neer strak in de lengte over de binnenste paal. Je zei begrijpe, dat dan het stek haaks op het plein komt te legge. En dan begint 't. De tweede man gaat de volgende neer ma ken. Die komt nooit scheef te zitten, want hij werkt langs de tweede paal. As hij zowat een meter op gang is, be gint de derde man en tenslotte de vier de. Dat is de bovenste neer en de ge- maltkelijkste, omdat hij de lichtste is. Begin jij daar drek maar an". De mondelinge instructie is afgelopen en Steven wacht zijn beurt af. Als het zover is, komt Jan Prins naast hem staan. Steven maakt een beetje onhan dig de lus, die om de eerste stek moet. Maar het gaat. En nou breien. Met de linkerhand naar rechts en met de rech ter naar links. Band bijsteken, als de neer te dun dreigt te worden. Naar het eind toe worden de wilgetenen immers dunner. Uit de bos „band", die naast hem ligt, grijpt hij er enkele. Nog even en dan zegt de baas: „Jij zei 't wel lere". En inderdaad, met veertien dagen heeft Steven alle neren gehad, van de lichtste tot de zwaarste. Als Prins, die altijd inzet, op een mid dag even gaat staan, omdat zijn „len den" het gaan begeven, zegt hij tegen Steven: „Ken jij niet proberen in te zetten? Die is „happig" genoeg om „ja" te zeggen en even later zit hij voorover gebogen en worstelt met de „ontvange nis" van de onderste en zwaarste neer. 't Is direct nog geen beste, maar het lukt. In deze periode van schuttingbreien komt Steven toch wel erg moe thuis, 's Avonds en met wat voor handen! Hij kan de vingers haast niet recht krijgen door dat de hele dag wringen. Kloven zitten in de vouwen van zijn vingers. Hij weet eerst niet wat hij daaraan moet doen, maar Janus Prins, een neef van Jan, heeft hem een goede raad gegeven. „As je nou naar huis gaat", zegt hij, dan moet je de hoepschuur even ingaan. Daar zijn om die tijd de rietsnijers en bij die kan je harpuis kopen. De handen van die mense zitte vol met kloven. En dat helpt".

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 5