ri?EIIAI1DEt1 - HIEUWS ir! Overdenking SonnBelsdijker in 1556 wegens doodslag te Zierikzee levend verbrand 'Be meeuwen Schreeuwen gelukgeluk Vrijdag 29 augustus 1975 No. 4417 MMEtt [mobylette I 35 - Melissa„§ïJX- 11877) 13 26 leubel ITli) breed lit, van p. m. I leveren Iwaliteit KIJKVENSTER tOEKBESPREKING Boekbespreking C. KIEVIT ZN. Centrale Verwarming SOMMELSDIJK Telefoon (01870) 26 09 Werelcllbevoiking nam met 78 msljoen toe in één Jaar uit de Heilige Schrift In de boekbespreking over „Dreischors verleden" van dokter J. L. Bra- ber, hebt U kunnen lezen van de berechtingen, die in de middeleeuwen zowel te Dreischor als te Zierikzee plaats vonden. Men was toen niet mis met de straffen, zoals u uit het onderstaande voorval, dat we uit genoemd boek hebben overgenomen, kunt vernemen. In 1556 werd te Sommelsdijk Yeman Leendertszoon Schouwenaar gevangen genomen. Omdat Sommels dijk destijds behoorde tot Zeeland Beoostenschel- de, had de berechting op 8 augustus 1556 plaats in 's-Gravensteen te Zierikzee. Yeman was geboten te Loperskapelle en bleek heel wat op zijn kerfstok te hebben. In 1532 had hij te Dreischor, waar men hem „puysken pap" noemde, op de bruiloft van Willem Bouwenszoon, Aliaen Corneliszoon Hoofd met een broodmes doodgestoken. Aanvankelijk ont kende hij dat, maar later gaf hij het toe. Met zes anderen had bij de schaapherder Lenaerd, de zoon van Jacob Claeszoon, evenals diens knecht- je, geslagen en daarna vastgebonden. Ze stalen 30 f uit zijn geldkist en namen ook enige linnen lakens mee. GERO altijd voor iedereen ruim en overzichtelijk in onze speciale showroom. A. Vroegindeweij Westdijk 46 - Middelharnis Zendingsavond in Oude Tonge CONCERT TE STELLEI4DAIVI 2239 lEDIISif )EL rpMBp: SEWICHÏll ^OFFE»lfï )1640-3587S sblad lerbruine V 1877) 14 11 |aat verkerendj Teak z.g.st. ■ünbrand Idrikweg 23 Iddorp stuk. blik op kerk en samenleving Jurgens De pers Verlinksing Minister Van Doom van CRM heeft jn partijgenoot Eric Jurgens benoemd it voorzitter van de Nederlandse Om- lep Stichting. Dat weten we sinds een jar weken allemaal. Maar dat over e benoeming het laatste woord nog iet gezegd zal zijn, dat is duidelijk. (e weten nu in ieder geval wat de rorden „democratie" en „inspraak" raard zijn in de mond van „de taaie (Ooie rakkers" In het ibegin van het jaar heeft de ^PR-minister de toaan al toegezegd aan Ijn vriend en partijgenoot. Intussen erzekerde hij plechtig dat hij helemaal iet van plan was iemand van de PPR aar voren te schuiven. Hij voerde eerst en heleboel sohijngesprekken met an- ere sollicitanten. Maar tosri de va- Ï'antie uitbrak, was het zijn tijd en oeg hij zijn slag! Dwars tegen alle ad viezen in benoemde hij toch Jurgens! En als klap op de 'vuurpijl vertrok hij onmiddellijk daarna voor tien dagen naar Suriname, kennelijk in de veron derstelling dat de tijd alle wonden heelt en dat de bui inmiddels wel zou ïverdrijven. Niet alleen de confessionele partijen zijn gebelgd over de benoeming van Jurgens, ook de Partij van de Arbeid wenst dit niet zomaar te slikken. Drie fcncties bij de omroep zijn haar in kor te tijd door de neus geboord: die van regeringscommissaris voor de omroep, die van voorzitter van de omroeps- iaad en die van voorzitter van de cul turele raad. En nu heeft de PPR door ben,oeming van Jurgens in feite al jeze functies in handen van de PPR 'iegÊven. Dat kan Deri Uyl uiteraard niet oogluikend toelaten, al is het te .■ezen dat de zaak de PvdA nu ook teer geen kabinetscrisis waard is „De levensbeschrijving van Corne lia Ruit te Dirksland". (Niet in de boekhandel, verkoop ijia de zending Geref. Gemeenten) _Verschenen is de levensbeschrijving van Cornelia Ruit te Dirksland, een! keu rig uitgevoerd boekwerkje, igebonden in fraaie band met goudopdruk. De schrijf ster, die 82 jaar oud is, had het liever gezien dat het na haar dood zou wor den uitgegeven, maar op henhaald aan dringen van vrienden, kreeg zij vrij moedigheid om de levensweg, die de Heere met haar gehouden heeft, in druk uit te geven. De baten van de ver koop zijn bestemd voor zending der Geref. Gemeenten. Ds. P. Blok te Dirksland, die reeds 17 jaar omgang heeft met de familie Ruit, heeft het van een voorwoord voorzien, waarin hij het getuigenis van de dichter van Psalm 77 aanhaalt: „Ik zal de daden des Heeren gedenken', ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds- fcer". Daar gaat het om. Terecht merkt hij aan het slot van dit voorwoord op: ,,Het is goed dat deze zaken onder de ogen komen van een geslacht, dat Jneer en meer vervreemd raakt van de ware geloofsbevinding van Gods kin deren. Hoe is het fijne goud verdon- kerd! Wat zijn de kinderen Sions de aarden flessen gelijk gerekend!" l De inhoud Wij hebben: dit boekje met veel ge noegen gelezen. Wij geven hier de in houd weer, die in 18 hoofdstukjes zijn ingedeeld en wel als volgt: Mijn kin derjaren In 'betrekking Treurige dagen Merkwaardig voorval Al lerlei wederwaardigheden en indrukken van dood en eeuwigheid Beproevin gen te Wageningen De oprechte keuze De ontsluiting van de weg in phristus Lidmaat van de kerk Een gezegend Heilig Avondmaal Ge meenschap met de strijdende en triom- Jerende Kerk Onderhandelingen eri Van verschillende zijden is erop ge wezen dat de benoeming van Jurgens geen ongelukkig incident kan zijn. Het is een 'van de schakels in de lange ket ting van de verlinksing van ons land, met name van de omroepwereld. Een poging om zoveel mogelijk sleutelposi ties in handen te krijgen. Een ander middel tot beïnvloeding is het persbeleid dat Minister Van Doom voert. De concentratie in de dagblad pers is voor hena een reëel gevaar dat de vrijheid van meningsuiting in ons land bedreigt. Vele dagbladen verdwe nen of moesten fuseren. Daardoor wordt de keuze van het dagblad voor de kran tenlezer in 'de ogen van Minister Van Doorn te beperkt. Volgens hem heeft 'de overheid de taak de pluriformiteit van de pers te bevorderen. Men moet zich immers van alle kanten kunnen informeren! Vandaar dat 'hij ruime sub sidie geeft aan bladen die zichzelf niet of niet meer kunnen bedruipen. Daar zou dan, strikt democratisch gerede neerd, nog niet zoveel tegen in te bren gen zijn, wanneer dan ook de noodlij dende kranten naar evenredigheid een toelage van CRM ontvingen. Maar u kunt het wel raden! 'dat is Van Doorns bedoeling niet. „Rechts" is in ons land goed genoeg 'vertegenwoor digd. Maar opiniebladen als „Vrij Ne derland" en „De Groene Amsterdam mer", die krijgen subsidie! Want die 'geven tenminste linkse voorlichting. Het zijn allemaal no'gal zorgwekken de symptomen van een haastig voort gaande verlinksing van on.s' land. Wie weleens naar sommige radio-program ma's luistert de Rode Haan van de VARA bijvoorbeeld, of de aktualitei- tenrubrieken van de VPRO die weet niet alleen wat er aan de -hand is, maar die kan ook weten wat ons te wachten staat. Want die rooie rakkers maken er echt geen geheim van wat ze zullen doen' als ze eenmaal de macht in han den hebben. Wat nèg verontrustender is is de lauw heid en de ongeïnteresseerdheid van ve le mensen die het kunnen weten maar die 'doen alsóf ze niets weten. Het is pijnlijk en ibescha;mend dat men in krin gen van de WD en van de Geestelijke Weerbaarheid de geesten beter weet te onderscheiden dan in zogenaamde christelijke kringen. Of geldt 'het O'Ok hier dat de kinderen der duisternis voorzichtiger zijn dan de kindereri 'des lichts? Waarnemer. t door COR VAN HARTEN afhandelingen De schenking Ons ouderlijk huis Hemelse lessen bij een aardbeving De Tweede Wereld oorlog Zalig afsterven van een 'buur meisje Uitzicht over dood en graf. Het is een vlot geschreven verhaal; OTj he'bben ons verbaasd over 'de wijze samenstelling, al betreft dit slechts het uitwendige, wat echter ook belangrijk is. Maar méér, dat er duidelijk in uit komt, de grote daden Gods, die aan haar ziel zijn verheerlijkt. Vooral onze jonge mensen moeten dit 'boekje eens ter hand nemen', lezen en 'herlezen. Weten onze jongens en meisjes nog wel hoe de Heere een mens tot waarachtige 'bekering brengt? Ook de verdere doorleiding, de ontsluiting van 'de weg in Christus en hoe zij, door de verzegeling van de Heilige Geest, het eigendom van Christus met mede weten 'van zichzelf is geworden. U kunt 'het in dit werkje vinden. Nu houdt de Heere niet met iedereen dezelfde weg, de leidingen met Zijn volk zijn verschillend. Alleen op één punt: zondaar worden voor God. Hier wordt 'degelijke kost geboden; wij be velen 'het dan ook van harte aan. Het is gedrukt op fraai papier en voorzien van vier foto's; een van de ge zusters Ruit, van hun moeder, de be kende Wed. Ruit; van het 'huisjewaar ze nog wonen dat op zo wonderlijke wijze van de Heere werd verkregen en van 'het zalig afsterven van 'hun buurmeisje Ma Roozemond, die in 1918 op 19-jarige leeftijd aan de Spaanse griep overleed. De prijs van het boekje is in verge lijking met andere gebonden boeken spotgoedkoop en kost slechts 10,75. Zoals gezegd komt het niet in de boek handel, want dan zou 'het veel duurder zijn geworden. Het wordt verkocht via de zendingsverenigingen. Te Dirksland wordt op dinsdag 9 september in 'het Verenigingsgebouw de Geref. Gemeente een verkoping van goederen' geiiou'den van 3 tot 5 uur nam. en 's avonds van 7 tot 9 uur. U kunt het daar kopen. Ook op de an- Boek over Israël: „O^n Sions wil zal ik niet zwijgen", door Jan van Barneveld. Prijs 9.20. Te bestellen bij drs. W. van Veelen, Burg. Doornlaan 12 te '-^wijndrecht. De auteur van Barneveld heeft in boek en tijdschrift al veel over de Bij belse betekenis van de ge'beurtenissen met en rondom Israël geschreven. De titel van dit boek: „Om Sions wil zal ik niet zwijgen" is ontleend aan Jesaja 62 1. Israël staat nog steeds zeer sterk in de belangstelling vooral bij ons Bij- bel-lievende volk, waarom wij er 'gaar ne de no'dige aandacht aan willen schen ken. Op overzichtelijke wijze wordt er de geschiedenis van Israël van het begin af aan in 'behandeld en wel zeer bij zonder vanaf de terugkeer uit alle vol ken tot december 1944. Op dit punt kan het wel een soort 'naslagwerk worden 'genoemd. Zeer duidelijk worden de oor zaken van het probleem van de Pales tijnse Bevrijdingsorganisatie er in ge toond. In 'de laatste zes hoofdstukken wordt de geestelijke strijd om Sion geschetst en de satanische wortels van antisemi tisme 'blootgelegd. Israël is een toets steen voor alle ivolken, alle regeringen, en alle mensen zo wordt er in dit boe-k gezegd, waarbij ,dan de tekst uit Zacha- ria 12 3 wordt aangehaald. „Wij zijn Israël ons gebed schuldig; gebed voor Israël is van groot belang voor de ge hele wereld" zo wordt aan het slot te recht opgemerkt. Het is een zeer leerzaam eri oriënte rend werkje, met vele foto's, 'kaartjes en tekeningen verlucht, wat we graag ter lezing aanbevelen. Het is niet duur en de prijs van 7,90 ten volle waard! Nogmaals wijzen wij er op, dat het uit sluitend te bestellen is bij drs. Van Vee len te Zwijndrecht op diens -giro-num mer 31 15 05. Telefoon 078- 25377 bij ■geen gehoor 29749. D. Tl), d. W. De wereldbevolking was half 1973 ge stegen tot 3.860 miljoen een toename met 78 miljoen in één jaar tij'ds. Aldus het laatst verschenen demografisch jaar boek van de Verenigde Naties. De stij ging in dit jaar komt neer op 2.1% een percentage per jaar dat zou bete kenen 'dat tegen het jaar 2007 de we reldbevolking verdubbeld zal zijn tot meer dan 7.700 miljoien. Dit VN-jaar- boek bevat internationale statistieken over 'bevolkingsaantallen, geboorten, sterfte, huwelijken, echtscheidingen en te verwachten leverisduur. g MIDDELHARNIS (naast Ford) g I Tel. (01870) 39 75 g Reparatie en inruil van g alle merken. dere zendingskransen in ons land wordt het verkrijgbaar igesteld. Wie het particulier wil aanschaffen, kan daarvoor terecht bij de Gezusters Ruit, Secretarieweg 27 te Dirksland. Aan dit adres kan men het ook per briefkaart 'bestellen. D. Th. d. W. GEEN NIEUWS ONDER DE ZON Genesis 43 II. Vader Jacob moet zijn jongens uit nood voor de tweede keer naar Egypte sturen, want de honger werd zwaar. Hier zien wij dat alle dingen moeten meewerken ten goede voor Gods kerk op aarde. Maardan zullen alle din gen meewerken ten kwade voor u, mijn onbekeerde lezer. De Heere doe dit uit genade nog verstaan, opdat 'het, hetzij u jong of oud bent, mag leiden tot ja loersheid, niet op 'de zware loutering en beproeving van Gods arme volk, maar om die God van Vader Jacob in Christus te mogen leren kennen. Die God, welke tot de Zijnen zegt: „In de wereld zult gij verdrukking hebben, imaar hebt goede moed". Ik, de meerde re Jozef, heb 'de wereld overwonnen. Zijn boog is in stijvigheid gebleven tot de dag van vandaag en tot in alle eeuwigheid, om de Zijnen te voorzien van moed en kracht in alle wederwaar digheden van dit leven. Om in de zoete bovennatuurlijke werking des geestes te ondervinden, uit Zijn onverminderde volheid met genade voor genade als een ellendig, verloren mens in zichzelf. Waar alle hoop bij het schepsel weg valt. Onze Heere Jezus Christus, Zijn lust is naar de wil des Vaders, om de zijnen zowel Lazarus als Salomo te voorzien van tijdelijke en geestelijke zegeningen', krachtens dat dierbare God verheerlijkend trouwverbond voor bondsbrekers in zichzelf. Om hen te verzekeren dat hun brood zeker en hun water gewis zal zijn. Dat is voor Gods kerk de beste polis. Dat wordt wel zwaar 'beproefd, maar nochtans zal Hij hen doen ondervinden met Jacob dat Hij de Zijnen niet 'begeeft noch verlaat. Dat geestelijk de honger meer zwaar mag worden in ons land. Er is wel een honger naar brood en spel. Maar de Heere verlene nog eens een honger, een ondraaglijke honger door het geloof naar Jozef en Zijn gerechtigheid, om daarmee verzadigd te worden. Dan is het niet zoals vandaag veel gebeurt: Nood breekt wetten. Nee, dan moet aan Gods wet genoeg gedaan wor den door onszelfof door een Ander. Dertkt u zonder en buiten de Wet Jozef te vinden? Dan zal u Hem spoedig ver liezen en eeuwig verloreri zijn. Het ein de der wet is Christus en Die gekrui sigd voor een iegelijk die 'gedoopt is. Niet alleen uit zijn zakken te hebben ■gegeten. Hem alleen te heibben leren kennen in zijn weldaden tot behoud, maar om uit Hem te mogen leren le ven. Dan geldt het: „Schoon ik arm ben en ellendig. Denkt Hij (de meerdere Jo zef) aan mij bestendig." Dat zal sitrekken tot Gods Eer en 'het welzijn van Gods kerk op aarde. Dan 'blijft er over in de praktijk als het hart met Hem vervuld mag zijn: „Gun door 't geloof in Christus krachten om dit te doen uit dankbaarheid". In de landen waar onze naasten zuch ten onder het scherpe zwaard van de 'honger moge door God nog geholpen worden. Hijzelf mag de nood nog leni gen. Bij ons is dat onmogelijk. Bij de Heere zijn alle dingen mogelijk. Dat Hij ook daar een noodgeschrei mag verwekken, niet alleen naar da gelijks brood, jmaar bovenal door de Heilige Geest verwekte honger naar die gezegend meerdere Jozef. Om uit Zijn volheid te ontvangert genade voor 'ge nade in hun grote beproeving. Tot Eer van Zijn Naam, die -gisteren en 'heden dezelfde is. Bij ons, waar nog overvloed van 'brood is, verlene Hij indien het naar Zijn raad mag bestaan, dat de honger naar Zijn ■gerechtigheid zwaar wordt in het land. Om ons uit te drijven naar Hem, van wie de profeet zeide: De Heere onze gerechtigheid. Armen 'heeft Hij met goederen vervuld! rijken heeft Hij le dig weggezonden. De opperste Wijsheid heilige deze en kele regels tot Zijn Eer en ons heil. Om niet alleen bij brood te leven, maar verzadiging van zielevreugd te mogen kennen in en door de meerdere Jozef. Om zoals de verloren zoon uit te roe pen: Ik verga 'van honger!Om dan te ervaren in het huis des Vaders: Brerigt het beste kleed en 'doet het hem aan, geeft een ring aan zijn hand en schoenen aan de voeten. Brengt het 'ge meste kalf en slacht het en laat ons eten. En zij 'begonnen vrolijk te zijn. Oph. Ds. J. Karens. Op zekere nacht had hij met drie anderen vijf keursen" gestolen uit een boerenwoning op de Oudelandse dijk te Ooltgensplaat. Ze hadden die eerst in een korenveld en 'daarna in een droogstaande sluis van de polder Onwaerd ■bij Dirksland verstopt. Daar hadden ze de rokken in stukken gesneden en er elders kleren van laten maken. Beulszwaard In gezelschap van zijn broer Jacob Cortsteert, was Yman tijdens de vas tendagen, binnengedrongen in het huis van Jaoomina, de weduwe van Aliaen Werfmeet te Dreischor. Ze vertelden dat 'hun broer Lenaert, door haar hond was 'geibeten en daarom in 'het gasthuis te Zierikzee, w^erd verpleegd. Dat zou nu al' 9 'guldert he'bben gekost en ze verzochten Jacomina om dit aan hen te vergoeden. Hoewel het gehele ver haal uit de duim gezogen was, kregen ze met hun praatjes 8 igulden en 6 stuivers los van Jacomina. Optocht Met elf andere landlopers was Yman naar de kermis te Herkingen geweest. Ze vormden daar met z'n twaalven een optocht. Voorop liep Yman, met als vlag een „neusdoek" aan een stok, terwijl een ander de trommel sloeg. Zo liepen ze de boerderijen af en eisten eten en drinkeri van Adriaan Yemanszoon en andere „landluyden". Yman dreigde ook het hele dorp Dirks land in brand te steken, als de schout zijn broer Jacob Cortsteert die daar ge vangen zat, zijn vrijheid niet terug zou geven. Men 'kan de angst van een dergelijk dreigement begrijpen, omdat destijds huizen en schuren van hout waren ge bouwd. Een brand zou dus funest kun nen zijn, want brandspuiten kende men no'g niet Op al deze delicten volgde een zw^a- re straf. Wegens de vele w^andaden werd Yman buiten de Zuidhavenpoort te Zie rikzee levend veflbrand. Woensdagavond 3 sept. wordt in het ver. gebouw aan de Kolfweg een zen dingsavond gehouden, aanvang half acht, toegang vrij. Dhr. Looyen zal dan spreken' over zijn iwerk op Irian Yaja, het voormalig Ned. Nieuw Guinea. Mevr. Looyen-Slinger zal iets vertel len over haar werk in de polikliniek al daar. Een en ander zal worden toegelicht met di'as. In 'de pauze zal er gelegen- 'heid zijn om boeken, ipuzzels en kaar ten te kopen, ten bate van de zending. Ook is er gelegenheid om afscheid te nemen van het echtpaar Looyen-SIin- ■ger, die spoedig weer vertrekken, om hun werk in Irian te hervatten'. Wilt u worden afgehaald, bel dan 01874 - 773 of 426. OOSTERLAND Hetrdenkingsavond Christelijke school Onder igrote 'belangstelling de ver- 'gaderzaal was tjokvol heeft de Chr. Basisschool op Reformatorische Grond slag alhier op vrij'dagavond 22 augustus j.l. haar 25-jarig bestaan herdacht. De opening van deze feestelijke samen komst had plaats 'door de voorzitter van het schoolbestuur, ds. W. Hage, die liet zingen ps. 77 '7 en daarna deze Psalm voorlas. Aan 'de hand van Ps. 77 12 en 13 sprak ds. Hage zijn inleidend woord waarbij het gedenken aan de grote da den des Heeren wel centraal stond." De psalmist wekt hier op om de daden ,des Heeren te gedenken, en ook ons past 'dit te doen" aldus 'de voorzitter, die verder wees op het grote bezit, eert school te hebben waar de kinderen worden onderwezen naar de eis van Gods onfeilbaar Woord en Getuigenis, zij het dan onder veel tekortkomingen. God wil Zijn Woord nog schenken zon der welke niemand zalig kan worden, daarom past ons ook de grote daden te herdenken. Na het zingen van Ps. 25 6 gaf de secretaris van het schoolbestuur, de 'heer KI. van Dijke, een terugblik op de afgelegde 25 jaar, en memoreerde eerst de stichting van de school op Refor matorische Grondslag, in Oosterland. De eerste aanvraaig bij het gemeentebe stuur om te komen tot oprichting van een Olir. School was op 11 juli 1949 en op 14 juli 'd.a.v. was er een' bespreking ten 'gemeentehuize tussen het gevormde sc'hool'betstuur met de a.dviseur de 'heer P. Kuyt, en het College van B. en W. Op 6 september 1949 kwam bericht binnen dat het verzoek ingewilligd was met goedkeuring van de Inspectie van het Lager Onderwijs waarna men aan 'het werk kon gaan. Op zaterdag 30 augustus hoopt de muziekvereniging ,,De Hoop" o.l.v. dhr. Wiilemsen een avondconcert te ver zorgen op de muziektent bij het Haag se Huus. De aanvang is bepaald op 20 uur. We hopen op veel ■belangstelling van 'de burgerij. ien aan: op Zooiö. lERVOIiGVERHAAL Zou God ook ons wUlen behoeden...? Kwam Simon nou maar, die zou mij ■wel bijstaan. Want ik weet het niet meer, ik ben aan het eind. De deur van de brug gaat open, doch het is niet Simon, die binnenkomt. Het is de stuur, zwager Jan. „Moet jij geen koffie?" vraagt hij ver wonderd. „Je bakje staat koud te wor den. De jongen heeft jou allang gewaar schuwd". „Ik kom", zegt Leen, opeens heel nuchter. „Kijk jij zolang even uit". Hij gaat naar het achterin, maar de koffie is lauw geworden, ze smaakt hem niet. Hij. kiept z'n mok leeg in de vuü- balie, loopt weer naar boven, en ziet 'Simon uit het vooronder komen. Leen Wenkt hem en vraagt: „Wat denk je, Simon, zouden we het proberen?" Simon knikt. i,Ja", antwoordt hij. „Het moet nu maar. Als wij langer vrachten, overvalt de duisternis ons en dan is er helemaal geen beginnen aan. Nu kan je nog van je zien en het tij is slapper. Kijk maar naar de wal, wij varen niet meer zo snel door de kust heen". „Jij komt bij mij en onze Jan in de brug, Simon", zegt Leen. „Ik neem het roer en jij zegt het maar als ik iets ver keerd doe". Doch Simon wil anders. ,,Xk zal het roer nemen, Leen. Zodra wij goed en wel in de buitenhaven zijn, verdwijn ik weer". Leen is hem dankbaar. Hij weet, ginds bij de semafore, de drommen mensen, de stuurlui aan de wal. Ze kijken naar zijn manoeuvres, naar dat kleine kerel tje in de brug Simon beveelt nu. „Laat de stagfok klaar maken. Zo gauw wij afhouden laat je die opzetten. We gaan eerst een tikkeltje zuid aan, daarna op de haven aan. Je moet niet achterom kijken, al leen maar voor je uit". Simon laat de logger afvallen. Hij houdt de haven opengaats; houdt vóór de wind en zet de motor langzamer. Statig lenst het schip, alleen met de kale stagfok op, naar de ree. Leen kijkt hem van terzijde aan. Hij ziet hoe Simon, gespannen maar toch beheerst, de logger naar de branding stuurt. Die man is zéker van zijn zaaik, denkt hij, hij weifelt niet. Doch al is het tij afgenomen, de zee heeft nog niets van haar onstuimige kracht verloren. De golven zijn hier vermengd met zand dat zij van de bodem opwoelt, en dat maakt het water zwaarder, nog gevaar lijker. De branding grijpt de logger ste vig beet, zij doet het schip gieren van bakboord naar stuurboord en terug. Het zuiderhoofd komt angstig dichtbij. Bak boord je roer, Simon! Vlug! Doch het roer ligt al bakboord, Simon heeft het gevaar eerder onderkend dan Leen. Hij zet de motor een ogenblik volle kracht, om meer drang op het roer te krijgen; de zuiderpier wijkt weer, maar nu na dert het noorderhoofd onheilspellend. Samen met Leen draait Simon het roer terug; er komt een roller van achteren opzetten: een gemene, briesende golf, ■klaar voor vernielen. Hij raakt de log ger, doet het achterschip oprijzen, en duwt meteen het schip door de nauwe haveningang naar binnen. „We zijn erin", zegt Jan. ,,Er is niks meer in de weg". Simon geeft het rier over aan Leen; hij gaat weg, de brug uit. Leen ziet hem over het dek naar voren gaan. Die man laat ik niet meer los, denkt hij. Zolang ik schipper ben zal hij bij mij varen. „Stagfok in!" roept hij. Rap nemen zijn mensen het voorzeil weg en slaan er de sjorring omheen. Leen kijkt achter om; in een fontein van water, hoog op springend, rollen de wit-gekuifde gol ven te pletter op de stortstenen. Doch de baaierd van woest en dreigend wa ter is achter hem. Wonderlijk-rustig deint de logger binnen de beschermende armen van de pieren. Ik ben erg bang geweest, vindt Leen, terwijl hij de bocht naar de binnenhaven neemt. Maar toch^als Simon het roer niet genomen had, nou, dan weet ik het nog niet. Ik durfde niet., Als het ruw weer is, kom ik hier niet meer binnen, dan wijk ik uit naar IJmuiden. Maar op de kade ziet hij het ranke figuurtje van Bertha, zij staat, zoals ge woonlijk, een eindje van de andere mensen vandaan, zodat Leen, haar goed kan zien. Bertha wuift naar hem, ze is opgelucht nu de „Adelaar" veilig in de haven gearriveerd is. Blij loopt ze op Leen toe, haar ogen glanzen. „Jongen", zegt ze: „Ik heb toch zo in tens aan jou gedacht! Kom, laten we gaan!" Ze steekt haar arm door de zijne, trekt hem ongeduldig mee. Doch Leen kijkt nog eens om naar zijn logger, nu stevig gemeerd aan de palen. „Het is een best schip, meid", zegt hij warm. „Je kunt er slecht weer mee hebben; je kunt er wat mee doen!" Het is avond en al laat; Bertha en Leen wandelen nog in de Scheveningse bosjes. Hij heeft haar alles verteld: van de mijnen, door zijn vader gezien, het slechte weer op de thuisvaart, het stuk water, dat ze moesten incasseren. Maar ook van de angsten toen hij wachtte op de ree; en zijn bange vrees om door de branding te gaan. Bertha heeft hem la ten uitpraten, zij heeft geluisterd, zowat de ganse avond door. Want het luchtte hem op, en zij wil toch lief en leed met hem delen, voor altoos? De noordwester buldert onverpoosd door, maar hier, tussen het geboomte, kan hij hen niet deren. Het is koud. Bertha kruipt dicht tegen Leen aan, ze weet dat hij dat prettig vindt. Hij heeft zijn armen om haar heen geslagen. Dit is het, waar hij al die tijd naar verlangd heeft: bij zijn meisje te zijn, haar ten gere lichaam dicht tegen hem aan; en haar gezicht te betasten Het is lang stil op het bankje, maar door de kale boomtakken giert de wind. Hij veegt de lucht schoon, zodat de ster ren uitzicht hebben op de aarde. Sterren mogen alles zien, ook wat in het bos ge beurt. „Jongen toch! zegt zij. „Je moet niet zo in alles je zin doordrijven. Ik heb jou immers willen hebben toen je nog ma troos was? Voor mij hoef je geen schip per te wezen, trouwens, ik wil niet dat jij vaart. Je moet bij mij blijven, ik kan niet buiten jou!" Leen antwoordt niet, hij weet niet wat hij daarop zeggen moet. Hij weet alleen dat hij het heerlijk vindt; dat zulke uren met Bertha de zorgen en de ontbering van de zee waard zijn. Wat kan een visserman na een roerige reis nog meer verlangen? Want dit is het, wat voldoet; dit moet het nóóit slippen de anker zijn waarop de zeeman moet kunnen vertrouwen: iemand te hebben van wie je zielsveel houdt èn die jouw liefde beantwoordt, diep en waarach tig. „Hoor je mij niet, Leen?" dringt Ber tha aan. „Ik wil hebben dat je thuis blijft, dat heb ik toch al meer gezegd? Je moet werk aan de wal zoeken; laat de visserij maar aan anderen over". Maar Leen schudt zijn hoofd. „Nee", zegt hij beslist. „Dat doe ik niet. Ik zoek geen werk aan de wal". „Doe je 'het voor mij ook niet?" Wéér geen antwoord. „Nou „Kijk eens. Bertha, ik hou ontzettend veel van je, dat weet je wel. Ik vind het mooi, echt mooi, zo'n avond als nu. Maar als ik voorgoed aan de wal zou zijn, dan zou veel van dit mooie wég zijn, en het zou niet meer terugkomen. Dan zou het sleur worden, weet je, daarom..." Zij is teleurgesteld, valt hem in de rede. „Ik begrijp je heel goed", zegt ze toonloos. „Ik heb jou altijd begrepen: de zee gaat vóór mij". Ze maakt zich los uit zijn omarming. Het blije geluk, waarvan ze de ganse avond zo vól was, is getemperd. Waar om moet dat wonderlijke, dat geweldige, altijd zo kort duren? (SLOT VOLGT)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 5