iiahdeii niEuws Overdenking Jubilerende Ouddorpse Strand-reddingsbrigade beeft geen been om financieel op te staan 'kijkvenster uit de Heilige Schrift -E MEEUWEN SCHREEUWEN GELUKGELUK Vrijdag 4 april 1975 No. 43761 Dhr. D. P. Polder 25 jaar bij de zending Ger. Gemeenten Schoolgeld kleuteronderwijs afgeschaft Stichting Keuringsdienst Delta-Nederland van de N.A.K. Leven uit de opstanding. M Oudste inwoner Hendrik de Geus overleden P.v.d.A. Middelharnis richt vrouwen contactgroep op •oak lamen. ieuws!( gei* Ihel wogelijt besüliiii ïe haar. bijzotjf e haar- fien aktiviljii te vette r) tezaan denefii ur. oduM() moeite waati op, ihenrölk, likop kerk |n samenleving Alternatieve gemeenten De oorzaak en de toekQmst I Zowel in Nederland als daarbul- rl neemt het aantal autonome chris- liike groepen die men: doorgaans induidt als „basisgemeenschappen" snel tempo toe. Soms ontstaan ze BS overzienbare kringen rond ge- Kreksgroepen, inspirerende personen 1 communes, in andere gevallen als bmplete alternatieve kerken uit pa- Kchies of wijkgemeenten. Hoe dan bk het ziet ernaar uit dat altema- We christenen het aanzien' van „de ferk" in de komende jaren drastisch bllen veranderen. Maar of ze haar daarmee van een dreigende ondergang tllen redden?" "Bovenstaand citaat vormt de aanhef van een artikel in Elsevier» Magazine van zaterdag 29 maart j.l. Rex Brico, de schrijver van het stuk, neemt ons eerst mee naar de Haagse Kloosterkerk, waar je Ekklesia Den Haag regelmatig, sa menkomt onder leiding van Da Maria de Groot, officieel predikante in de Haagse Hervormde Gemeente! Tot de- Itze alternatieve gemeente behoren rooms-katholieken, hervormden en ge reformeerden. Men is echter geen ver antwoording schuldig aan episcopaat of synode. De gemeente is „uit eigen ini tiatief ontstaan en leeft naar eigen' goeddunken voort". Een tweede voorbeeld van een alter natieve gemeente is de zogenaamde ABC-basisgemeente voor Purmerend en O^nstreken. Eén van de voorgangers is Tieaian, officieel predikant in de Servormde Gemeente van Purmerend. Bze groep is ontstaan uit allerlei oeco- lenische aktie-comité's, zoals het In terkerkelijk Vredesberaad, de Werk groep Interkerkelijke Gesprekkringen, en de Groep voor Kerk ert Samenle- Ijngsvragen. Deze gemeente moet meer lezien worden als een „liturgisch-inspi- -Ütief centrum voor maatschappelijk Vrerk". Dan is er ook nog 'de Amsterdamse Jdenten-Ekklesia. Een grote, mter- jd ook gemengde studenten-parochie raartoe ongeveer 3000 personen 'beho- en waarvan de samenkomsten door ^ker 800 studenten bezocht worden. In totaal schijnen er in Nederland liiet minder dan zo'n 200 alternatie- of „kritische" gemeenten te zijn. .iderllng verschillen ze nogal wat. Ds. 'eman van Purmerend wil bijvoorbeeld p de kerk blijven aanwerken", de rken als een zuurdeeg doortrekken, aar Ton van de Stap, van de Amster- nse studenteri-ekklesia, heeft die op allang opgegeven. Hij zegt erg on- vCompliceerd: „Ik vind dat de kerk iet gered behoeft te worden. Mij lijkt, tegendeel, dat groepen als ide onze bestaande strukturen van de kerk moeten breken, laten ontploffen, verbodig maken. Er gewoon niet meer ingaan, niet meer over praten", 'aar hierin komen ze allen overeen', it ze zich niet meer kuïmen vinden de bestaande kerken en hun „ge- of" beleven in een eigen vorm en ge- ieenschap. Nederland is niet het enige land ter rereld waar „alternatieve" gemeenten 'jn ontstaan. In héél Europa en' zelfs Amerika rijzen de basisgemeenten als addestoelen uit de grond. Men is mo- -lenteel zelfs bezig al deze verspreide emeenschappen te organiseren, en zo er, volgens .Elsevier, „geleidelijk een 'londiaal netwerk van alternatieve hristenen aan het groeien"'. Wat moeten we nu van dit alles den- .en? Allereerst komt de vraag op, hoe iet mogelijk is, in een tijd, waarin ker- 'en leeglopen en de belangstelling bij- ^la over de hele linie aan het afnemen s, dat er zovelen, en met name jon- «ren, andere vormen van .geloofsbele- 'itig zoeken. Het antwoord ligt mijns inziens voor 'e hand. Velen zijn teleurgesteld in de officiële kerken, die op tal van plaat sen zo weinig meer te bieden hebben. Ze hebben er tevergeefs gezocht naar gemeenschap, naar een houvast, naar geborgenheid. En nu hebben velen er schoon genoeg van gekregen. Voor hun hoeft het zo nieti meer Naar ik vrees echter niet béter Er ontstaan vage religieuze gemeen schappen rondom een of andere gevier de leider, men zoekt het in allerlei werkgroepen en aktie-comité's, vaak met een rood kleurtje, en men komt in vele gevallen niet verder dan het Evan gelie te beschouwen als een inspiratie bron voor leven en ihandelen in de we reld. Aan een belijdenis of eert liturgie is naen niet gebonden, kerkelijk en ambtelijk besef is er nauwelijks. De vraag van Rex Brlco in Elsevier, of deze alternatieve groepen misschien de kerk zullen redden is dan ook geen relevante vraag. Op deze wijze is de kerk niet te redden, alleen maar verder te ondermijnen wat in vele gevallen ook de bedoeling isMaar de Kerk, de echte Kerk, die vergaderd wordt rondom het Woord en Sacrament, be hoeft helemaal niet gered te worden. Die zal er nog wel zijn, ook als dit soort groepen weer ter ziele is gegaan. Intussen blijft wèl de vraag van de Heere Jezus klemmen; „Als de Zoon des mensen komt, zal Hij nog geloof vinden op de aarde?" Waarnemer. ZENDING Vrijdag 18 april zal het 25 jaar ge leden zijn, dat de heer D. P. Polder zijn werkzaamheden begon voor de zen ding der Geref. Gemeenten. Zaterdag 12 april van 2.30 tot 5 uur zal ter gelegenheid van dit jubileum een receptie worden gehouden in de zaal van het Mamixflat, Maniixlaan 19 te Vlaardingen. De heer Polder is bij alle zendings- kransen, zowel op Flakkee als in Zee land, een bekende figuur. Het schoolgeld voor het kleuteron derwijs wordt met ingang van 1 augus tus van dit jaar afgeschaft. Dit bete kent een derving van inkomsten voor de schatkist van ongeveer 22 miljoen per jaar. De ministerraad nam in zijn verga dering vrijdag het besluit tot afschaf fing. Ook is besloten het mogelijk te maken dat kinderen, <die voor 1 okto ber vier jaar worden' in de daaraan voorafgaande maanden augustus en sep tember tot de kleuterschool kunnen worden toegelaten. Uit een raming voor het schooljaar 1975-1976 blijkt, dat in totaal 21.000 kinderen in dat schooljaar eerder toe gelaten zouden kunnen worden, als de nieuwe regeling van kracht is. Deze week zijn de aangifteformulie ren voor de veldkeuring oogstjaar 1975 verzonden aan de telers die vorig jaar één of meer percelen aardappelen, gra nen, peulvruchten en vlas voor de veld keuring hebben aangegeven. Degene die dit jaar één of meer percelen voor de keuring wen'sen aan te geven en geen aangifteformulier wer den toegezonden kunnen deze aanvra gen bij het sekretariaat van de Stich ting Keuringsdienst Delta-Nederland te Goes, Postbus 122 (tel.: 01100-4710 na 25 april 01100-14710). De aangifte sluit op 26 april 1975, be halve voor bruine bonen waarvoor de aangifte is opengesteld tot 1 juni a.s. „Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt." (2 Tim. 2 8). In de moeilijke omstandigheden van Timotheus wil dit woord hem bemoe digen en kracht geven. Timotheus heeft het moeilijk, want het viel niet mee om in 'die tijd getuige te zijn van het Woord Gods. Bovendien werd de strijd verzwaard, omdat hij de neiging had om zich al te spoedig over te geven aan zwaarmoedige gedachten. Vrees verge zelde hem menigmaal, zorg en angst boeiden hem. De tegenstand bestond niet slechts in zijn gedachten. Sterk leefden ook in die dagen de doodsmachten; satan re geerde in de wereld van toert, de zon- demacht hield de massa gevangen, en er scheen in 't geheel geen plaats te zijn voor de prediking van het evan gelie. Paulus wist er zelf ook van. Hij moest zware verdrukkingen lijden, tot in de gevangenis toe. Maar, Jezus Christus is uit de doden opgewekt. Dat heeft God gedaan. Pau- lus vraagt erkenning van Gods almacht boven alle duistere machten en omstan digheden. Uit de doden opgewekt. Deze opwekking is een groot en onbegrijpelijk wonder. Niemand had er destijds op gerekend, dat dit zou gebeuren. En, wat maakte de opstanding de discipelen blij, wat betekende die opstanding de verlossing uit de greep van dood en hel. Zo is het nog, wil Paulus zeggen'. Groot is de macht van ide dood. De dood, zoals deze samenhangt met zon de en schuld. De dood, zoals deze over ieder mens komt. De dood ook, die reeds tijdens dit leven de mensen re geert. Want we zijn aiUen dood in zon den en misdaden. De dood is het meest radicale, het meest rampzalige; het is de verschrik kelijkste vijand. Timotheus zag die doodsmacht in de wereld van toen. Ook in het eien hart. Zoals kinderen van God de dood kunnen ervaren, waardoor zij afdwalen van de Heere en Zijn na bijheid. En zoals velen zo vaak gewagen van de doodsstaat, waarin zij zich bevin den en waaruit toch naar hun oordeel wel geen verlossing mogelijk zal zijn. Inderdaad zouden we radicaal verlo ren zijn vanuit onszelf. Sterker nog we zijn dat in onszelf ook helemaal. De macht van de zonde is zo sterk, sa tan is zo machtig, de tegenstand is zo overweldigend, dat er vanuit ons geen redden aan is. Even'min als doden door ons tot het leven gebracht zouden kunnen worden. Maar Jezus Christus is uit de doden opgewekt! En dat feit staat niet op zich zelf. In Hem heeft God de sterke macht van de dood tenietgedaan. Door Zijn offer is de zonde volkornen overwon nen, is de macht van satan ontkracht. Leg naast het opstandingsevangelie maar eens al uw doodsmachten. U meent dat uw redding een onmogelijk heid is, idat de hardheid van uw hart onoverwinlijk is? Lees (lan dit woord van Paulus. God heeft toert iets gedaan, dat geheel onmogelijk is, en die God leeft nóg. Zeg dan maar nooit dat het niet kan. We hebben hier toch het be wijs, dat we met een wonderdoend God te maken hebben? De Heere doet nög zulke wonderen. Maar, altijd en alleen in verbinding met Christus, Die het offer bpacht. Die be taalde voor de zonden. Voor allen die in hun doodsnacht leren zien' idoor het geloof op het kruis van Gods Zoon. Voor hen', die dat in gedachtenis igaan houden. Dat gebeurt, als we radicaal de macht van de dood en de zonde in ons bevinden. Als de gedachten zich vermenigvuldigen. Als wij in gedachten de berekeningen opmaken. Dan komt het denken aan de opstamding van Christus. Niet als de gedachte aan een feit uit de geschiedenis. Niet als iets wat vroeger gebeurde. Door de predi king (van het evangelie worden -we daarop gewezen. Wordt hier de zalige mogelijkheid ons voor ogert gesteld. Be geert ook ons hart daar ide troost en de kracht van te ontvangen. En leren we zien, dat Hij idus iiog leeft. Dat Je zus Christus thans levend verheven is boven alle geweld. We vernemen en er varen dat Hij er is. Dat Hij regeert en weet van onze ellenden. Dan lerert zon daren in de omgang met Hem de kracht van Zijn genade verstaan. Paulus wil dus zeggen: al stond uw zaak zo onmogelijk als de dood, dan nog is er redding. Houd dat in gedach tenis. Die blijde opstandingsmorgen, dat onvergankelijke leven. Zo alleen kan Timotheus staan in de wereld vol doodsmacht. Zo alleen kunt u satan en zonde weerstaan. Overdenk dat dan biddend. In tijden, dat ons gevoel ons neertrekt en wij de neiging hebbert daaraan volkomen toe te geven. In da gen van teleurstelling, ontdekking en moedeloosheid. Vergeet dit nooit. Ook niet als de ge dachten zich vermenigvuldigen. Is er een heerlijker gedachte mogelijk? Mag het ook uw troost zijn? Het biedt uit zicht op tijd en eeuwigheid. En wie 'biddend -daaraan denkt, zal ook déze Zaligmaker liefhebben, zal begeren te levert in Zijn gemeenschap. iHet Evan gelie spreekt ervan. „Op Uw Woord, '0 Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af!" H. P. R. Vijf en twintig jaar lang heeft de Oud dorpse strand-reddingsbrigade drenke lingen aan de zee ontrukt, terwijl ze zelf alle moeite had het hoofd boven water te houden De brigade heeft geen been om financieel op te kunnen staan, zo is de nieuwe voorzitter, dhr. L. X. den Hollander gebleken en dat zit hem da nig dwars. Zakenman als hij is (Direc teur van Matser Makelaardij Middel- harnis b.v.) behoeft hij een solide basis om te werken en het ontbreken daarvan heeft hem al naar het college van B. en W. van Goedereede gevoerd. Ondanks de financiële zorgen staat a.s. vrijdag 11 april het zilveren jubileum gevierd te worden Tot voor januari van dit jaar had dhr. den Hollander nauwelijks eni'ge relatie met de Reddingsbrigade. Weliswaar had hij ze xiit pure sympathie wel eens een handje geholpen en w^as er, uit hoofde van zijn voorzitterschap van de Veero (Ver. van eigenaren van recreatie-on dernemingen) een sporadisch contact, maar toch m-eende het .brigade-bestuur in hem de juiste nieuwe voorzitter te Itunnen vinden. Sinds de jaarvergade ring in januari neemt dhr. den Hol lander de plaats in van de overleden oud-voorzitter, Bram Hoek, aan wie het in de eerste plaats te danken is ge weest dat de brigade door een heilig moeten bezield is gebleven. Over zijn entree aan het hoofd van de 25-jarige brigade zegt dhr. den Hollan der: „Ik wist waar ik aan begon omdat ik mezelf eerst van de grote financiële problemen op de hoogte heb gesteld." „Ik 'begreep dat er 'geen basis is waar op een 'beleid gevoerd kan worden' maar dat heeft me er niet van weerhouden het voorzitterschap te aanvaarden, om dat ik de aanwezigheid en het werk van de brigade zo van harte onder schrijf!" „Maarzo vervolgt hij het 'heeft natuurlijk 'geen toekomst om elk jaar weer voor je bestaan te moeten schooien en dat elk jaar met minder resultaat, doordat het publiek wordt overstroomd 'met verzoeken om financiële hulp", zo is zijn nuchtere kijk. Wat zal er volgens de nieuwe voor zitter moeten veranderen? „We zijn, zo verklaart hij, met onze begroting voor dit jaar naar het col lege van 'B. en W. gestapt en we heb- bert 'daar 'begrip ontmoet voor onze pro blemen. Onze wens is dat er een be paald percentage van de door de ge meente jaarlijks te ontvangen recrea tiebelasting aan de Reddingsbrigade ten goede komt". Een streefbedrag of een gevraagd percentage wil 'dhr. den Hol lander niet noemen; hij volstaat met er op te wijzen dat de igemeertte Wester- Bohouwen al in 1972 de strandred- 'dingsbrigade met een bedrag van 22000,— subsidieerde. Dhr. L. X. den Hollander „Niet dat we een steenrijke brigade willen worden, maar wanneer we al een beroep doen op de vrije tijd van on ze mensen dan is het duidelijk teveel gevraagd wanneer we ze ook nog eens vragen op de schooi te gaan. Hei ge tuigt trouwens wel van karakter als je dat al 25 jaar hebt volgehouden Overigens is 'dhr. den Hollander je gens de 'gemeente niet al te critisch ge stemd. „We zijn zegt 'hij bijzon der dankbaar met het feit dat de ge meente de post beschikbaar heeft ge steld, evenzeer zijn we erkentelijk voor de jaarlijkse subsidie van 3000,en voor de donaties van de VVV, van be- 'drijven van particulieren, maar het is onvoldoende om er mee rond te komen. We wülen graag de strandcommandant naar behoren honoreren, we willen graag wat reserveren voor aanschaf van materiaal en de opleiding van 'onze mensen kost handen vol geld; het lijkt ons allemaal niet teveel 'gevraagd, want de aanwezigheid van een actieve red dingsbrigade is van groot en wezenlijk belang voor een badplaats als Oud- dorp." B.^'ert W. hebben dhr. den Hollander toegezegd een en ander te zullen 'bestu deren, en hij is 'daar voorlopig tevre den mee. „We wachten met sparming op de uitslag," verklaart dhr. den Hol lander. Er zal ter gelegenheid van het jubileum ook een ledenwerfactie wor den 'gehouden en er mag ook wel iets verwacht worden van de brigade-'dag die a.s. zomer, traditioneel, 'gehouden wordt. 'Hoe het ook zij, dhr. den Hol lander weet een enthousiaste brigade aan te voeren, waaruit de animo om reddend bezig te zijn, geenszins is ge weken. „Maar", zegt hij, 'de belangrijk heid van ons werk staat niet toe dat we afhankelijk zijn van de gratie van de donaties; we hebben een gezonde ert vaste basis nodig om te zijn en te blij ven, mede bm de opleiding van onze mensen te kunnen bekostigen. We heb ben het 'de gemeente vriendelijk, maar nadrukkelijk gevraagd; de aanwezig heid van een reddingsbrigade en de zorg daarvoor is één van de consequ-srtties van het kust-gemeente zijn Mocht V a.s. vrijdag de receptie, van half 8 tot 9 uur in hotel Duinzicht, be zoeken, dan vertellen we u graag dat de brigade liever een fooi dan een bloe metje heeft HERKINGEN Zaterdagavond 22 uur 30 overleed dlir Hendrik de Geus (de oudste inwoner van Herkingen) in .de hoge ouderdom van 92 jaar en vijf maanden. Hierme de ging een bijzonder figuur uit de dorpsgemeenschap heen. Hij herinnerde ons aan de tijd die wij ons nauwelijks meer voor kunnen stellen. Als hij bij nacht zijn ronde ging maken, of er in het dorp geeri ongeregeldheden plaats vonden, toen hij van lantaarn tot lan taarn met het laddertje op zijn rug zwoegde, om wat licht op het dorp te 'brengen. Vooral in 'de wintertijd als de golven van het Grevelingen hoog opzwiepten, en de dijken werden bedreigd, was Hen- fdrik 'de Geus op de beert, om de wacht te houden. Niet te vergeten, dat dit alles ;moest gebeuren, onder omstandi'g- h'eden, die vandaag niet meer denkbaar zijn. Overdag hard werken, en 's nachts menig uurtje op de been, om het hoo'g nodige voor het 'gezin te verschaffen. Daarnaast zwoegde hij met de kar het dorp rond, om 'het te reinigen van aller lei vuil. Toen er nog zoveel paarderi- hoopjes op het dorp lagen, en de koeien over het dorp naar hun stal moesten, om 'gemolken te worden, maar onder weg nogal eens wat verloren, de oude Hendrik ruimde het op. Gehuwd met Maria Markus, woonde hij in de Anth. de Vliegerstraat 6. Zij moest het tijdelijke met het eeuwige verwisselen op 11 O'kt. (1947. Ruim 27 jaar is de oude baas weduwnaar. Doch ter Maatje (nu mevr. Willemse) heeft hem al die tijd 'opgepast. Vooral de laatste jaren' werd hij veel gekweld door reuma, en waren er nogal wat zor gen, maar .Hendrik was altijid vol goede moed. Zaterdagavond ging hij heen; ook voor hem werd het waar „en hij stierf." De Heere vertrooste 'de rouwdragenden. Voor zover ons bekend, is nu zijn zus ter Aagje 'de oudste inw^oonster van Her kingen. Deze zomer hoopt zij 91 jaar te worden. Nog dagelijks brertgt zij een bezoekje bij haar 'dochter. Onder ons bekend als: „Aegt van achter de meu- le". Wij wensen haar een 'goede ge zondheid, en al het nodige in hoge ouderdom toe. Op vrijdag 21 maart werd in de zaal van Bellevue aan het Zandpad een huis houdelijke ledenvergadering gehouden van de Afdeling Middelharnis van de Partij van de Arbeid. Tijdens deze vergadering werd door de aanwezigen' uitgebreid 'gediscussieerd over het onderwerp: „De bevrijding van de Vrouw". De discussie nota „Socia lisme 'tussen nu en morgen" werd ge bruikt als 'leidraad voor ideeën en ach tergrondinformatie. Aansluitend aan deze discussie werd, na een voorstel van mevrouw R. Schou ten, besloten om een vrouwencontact groep voor de afdeling Middelharnis op te richten. Na afloop van de vergaderin-g bleven vele van de aanwezigen nog enige tijd 'gezellig nakaartert in de bar van Bel levue. Het ligt in de bedoeling van het P.v.d.A. afdelirt'gsbestuur om geregeld dit soort vergaderingen te organiseren. Zonder al te veel formaliteiten kunnen dan onderwerpen die in 'de belangstel- Ini'g staan met 'de leden van de afdeling besproken worden. Getracht wordt om in mei weer zo'n vergadering te orga niseren, dan hopelijk in Nieuwe Tonge. Op die vergadering zal het functioneren van 'de 'gemeenteraden in het algemeen het onderwerp van bespreking zijn. E R V O LGVERHAAL door COR VAN HARTEN '26 Ze mocht niet klagen; hun kindje was «rg voorspoedig in de groei; zijzelf ge zond en vol goede moed en werklust. En aan haar man, wat was die meegeval- 'eri' Sinds de geboorte van hun kind Wa.? hij anders geworden. Hij deed erg 2 n best om niet ruw uit te vallen dat Kon hij vroeger nogal en als hij 's zondags thuis was ging hij naar de Kerk, Eerst wat onwennig, maar dat ging van lieverlee over. En wat kon hij leuk met de baby omgaan! Hij was dol op Jantje. Als Gré hem zo met het kind ^ezig zag, voelde zij zich zo wonderlijk °'y- En moeder Tina zei dat het ouder schap hen allebei goed gedaan had. Het kind sliep en werd niet wakker wen Gré de wagen door het poortje reed. Trots keek Oma naar haar eerste Kleinzoon. „Hij ziet er lief uit", zei ze. |;f't ga straks wel met hem wandelen. y^ni maar vlug naar je werkhuis, Gré; 36 bent laat". Ze keek haar dochter na, die vlug doorstapte, en even kwam een wreve lige gedachte bij haar op. „Wat heeft zij nou aan haar jeugd", zei ze, ietwat spijtig, half binnensmonds. „Ze is nét achttien jaar en ze moet nou al voor man en kind zorgen. Het is wat". Snel beredderde ze haar huisje. Daar na speldde ze een schone muts op haar hoofdijzer, zocht in het kabinet naar een mooie, pastelkleurige omslagdoek kleedde zich om en ging met de baby wandelen in de Scheveningse bosjes. De septemberzon scheen nog lekker warm. Daar moest een mens meer van profi teren; je zat toch al zo gauw in de nachtschuit. Hoofdstuk 9 De „Verwachting" koerste met een klein gangetje oostwaarts. De visserij was schraal, het wachten was op de grote spokken kuitzieke haring, die ieder jaar om deze tijd op en om de Doggersbank paaiden. Eenzaam suk kelde het schip in de richting van het Zand. Ofschoon er weinig wind was, had schipper Jan het zeil en de stagfok laten hijsen. Het minste zuchtje werd zodoende benut. Het was ochtend, en prachtig weer. Na de koffie waren de matrozen aan dek gegaan. De kok had een mand met aardappels klaargezet op de last. „Jassen! Jassen!" schreeuwde hij. „Wie geen piepers jast, krijgt geen eten!" Ze groepten allen rond de mand, na men hun stripmesje en begonnen te schillen. De wind was nog meer afge- flauwd, het zonnetje scheen nog krach tig en het zeetje was glad, als glas. „Het Engelse weerbericht is niet best" zei de stuur, die dit van de schipper ge hoord had. „Wanneer wij een briesje krijgen, komt er ook visserij", voorspelde Tinus de eerste. „De haring heeft een opwek- kertje nodig, de natuur is te stil. Er moet meer roering in het water komen". „Ik heb maar het liefste mooi weer", meende z'n zoon. „Onverstandig", oordeelde de kok. „Want als het altijd mooi weer zou zijn, gingen de dominees ook varen". „Wat moeten wij dan doen?" vroeg Leen. „Preken natuurlijk! Dat moet immers ook doorgaan?" „Ik zie onze dominee al in de last staan, trekkend aan de vleet. „Haal óp, mannen!" roept hij. „Trek in die haring! Brood voor de kinderen!" zei Leen. „Laat die man nou maar op de kan sel blijven en wij op een haringlogger", vermaande Simon. „Dat is voor ons al lebei het beste". Leen ging de aardappels afwassen. Hij nam een puts, sloeg die vol water en liet de naakte piepers erin plonsen. Hij roerde er met zijn handen doorheen, goot daarna de aardappelen over in de lange ketel. De jongens vermaakten zich met de meeuwen en de mallemokken. Ze namen een eind boetkatoen dun vissersgaren bonden dat om een haring, wierpen het ding in zee, proberend aldus een van de vogels te vangen. Het lukte niet, de meeuwen beten er niet in; ze ver trouwden het lange eind boetkatoen niet. Maar de mallemokken stortten zich erop, verwoed vechtend en elkander bij tend. Ze gunden elkaar het stukje ha ring niet; daardoor kreeg niemand het. Ze krijsten en vochten, sloegen met hun vleugels, ze maakten veel kabaal. Erg komiek, vonden de jongens, die pret hadden. „Een mallemok is een gek geworden meeuw", zei Tinus de tweede. „Als jij nog eens een keer wijs wordt, word je weer gek van blijdschap", kaatste Leen terug. De schipper liet de motor stoppen. Nu de vaart eruit was, dobberde de logger stil op het water. Het was broeierig- warm, de zeilen hingen slap en de bek ken van de gaffels knerpten om de masten: „Pie-iep! Pie-iep!" „Wanneer je dat geluid hoort, blijft het acht dagen lang mooi weer", zei de monteur: „Je kunt erop rekenen". „Ik zou het maar niet geloven", vond de stuur. „Want het glas vliegt achter uit". „Voorlopig waan ik mij nog aan de Rivièra. Wie gaat ermee zwemmen?" Liefhebbers genoeg, vooral onder de jongeren. Snel trokken ze hun kleren uit, hielden bij gebrek aan een zwem broek hun lange, molton onderbroeken aan, en jompten in het water. „Kom er ook in!" riepen ze naar de achterblij vers, 't Is lekker water!" „Dan zullen we maar", oordeelde schipper Jan, zelf nog jong. „Wij gaan allemaal overboord en de kok zorgt voor de wacht en voor het eten". Dra spartelde de crew van de „Ver wachting" in de Noordzee. Ze spoelden veertien jagen zweet en vuil van hun lijven. Wie niet goed kon zwemmen had een reddingsgordel omgedaan. De jon gens trokken steeds verder van de log ger af. „Doen, wie het rest durft?" rie pen ze. „Bij het schip blijven!" beval de schip per. „Je kunt nooit weten wat er ge beurt". Hoorde Jan-de-wind het? Een lichte koelte rimpelde plotseling de vlakke zee, vulde de zeilen van de logger, blies ze vol. Direct reageerde het schip, kreeg voortgang. De matrozen, spartelend in het water, schrokken. „Direct allemaal aan boord!" schreeuwde schipper Jan. „De logger vaart weg!" Ze zwommen naar het schip, doch eer ze het van de reling afhangende touw konden grijpen, deed weer een windvlaagje de zeilen zwellen en schoot de logger vooruit, als speelde zij een stoeipartijtje met haar afwezige bemanning. „Kwam de kok nu maar even van achter zijn ketels vandaan", verzuchtte Tinus. „Allemaal gelijk roepen, jon gens!" „Kok...! Kok.,.!" klonk het luid over het water. Geen antwoord. Statig voer het schip weg, achterna gezwommen door de crew. Daar ging hun „Verwachting". „Nog eens roepen, jongens, en nou harder!" commandeerde Tinus. Ze haalden flink adem; schreeuwden gelijktijdig, alsof hun leven ervan af hing: „KokKom dan toch! Kok...!" Eindelijk kwam hij aan dek, liep naar de verschansing en zwaaide hulpeloos met zijn pollepel. „Man! Doe toch wat!" schreeuwde de schipper wanhopig. „Ik kan de motor niet starten!" riep de kok terug. „Ik zeg: daar heb ik geen verstand van „Laat je stagfok zakken, sufferd! En zet je roer bij!" Haastig deed de kok wat hem be volen werd. De logger minderde vaart, loefde langzaam op. De stuur zwom vooraan, hij was het dichtst bij 't schip. Hij greep het touw en hees zich aan boord, direct gevolgd door de anderen. „Gauw de motor aan", beval schipper Jan, „Wij moeten de ouwetjes nog gaan halen". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1975 | | pagina 5