iiahdeii niEuws
Overdenking
Jubilerende Ouddorpse Strand-reddingsbrigade
beeft geen been om financieel op te staan
'kijkvenster
uit de
Heilige Schrift
-E MEEUWEN
SCHREEUWEN
GELUKGELUK
Vrijdag 4 april 1975
No. 43761
Dhr. D. P. Polder
25 jaar bij de zending
Ger. Gemeenten
Schoolgeld
kleuteronderwijs
afgeschaft
Stichting
Keuringsdienst
Delta-Nederland
van de N.A.K.
Leven uit de opstanding.
M
Oudste inwoner
Hendrik de Geus
overleden
P.v.d.A. Middelharnis
richt vrouwen
contactgroep op
•oak
lamen.
ieuws!(
gei*
Ihel
wogelijt
besüliiii
ïe haar.
bijzotjf
e haar-
fien
aktiviljii
te vette
r)
tezaan
denefii
ur.
oduM()
moeite
waati
op,
ihenrölk,
likop kerk
|n samenleving
Alternatieve gemeenten
De oorzaak en de toekQmst
I Zowel in Nederland als daarbul-
rl neemt het aantal autonome chris-
liike groepen die men: doorgaans
induidt als „basisgemeenschappen"
snel tempo toe. Soms ontstaan ze
BS overzienbare kringen rond ge-
Kreksgroepen, inspirerende personen
1 communes, in andere gevallen als
bmplete alternatieve kerken uit pa-
Kchies of wijkgemeenten. Hoe dan
bk het ziet ernaar uit dat altema-
We christenen het aanzien' van „de
ferk" in de komende jaren drastisch
bllen veranderen. Maar of ze haar
daarmee van een dreigende ondergang
tllen redden?"
"Bovenstaand citaat vormt de aanhef
van een artikel in Elsevier» Magazine
van zaterdag 29 maart j.l. Rex Brico, de
schrijver van het stuk, neemt ons eerst
mee naar de Haagse Kloosterkerk, waar
je Ekklesia Den Haag regelmatig, sa
menkomt onder leiding van Da Maria
de Groot, officieel predikante in de
Haagse Hervormde Gemeente! Tot de-
Itze alternatieve gemeente behoren
rooms-katholieken, hervormden en ge
reformeerden. Men is echter geen ver
antwoording schuldig aan episcopaat of
synode. De gemeente is „uit eigen ini
tiatief ontstaan en leeft naar eigen'
goeddunken voort".
Een tweede voorbeeld van een alter
natieve gemeente is de zogenaamde
ABC-basisgemeente voor Purmerend en
O^nstreken. Eén van de voorgangers is
Tieaian, officieel predikant in de
Servormde Gemeente van Purmerend.
Bze groep is ontstaan uit allerlei oeco-
lenische aktie-comité's, zoals het In
terkerkelijk Vredesberaad, de Werk
groep Interkerkelijke Gesprekkringen,
en de Groep voor Kerk ert Samenle-
Ijngsvragen. Deze gemeente moet meer
lezien worden als een „liturgisch-inspi-
-Ütief centrum voor maatschappelijk
Vrerk".
Dan is er ook nog 'de Amsterdamse
Jdenten-Ekklesia. Een grote, mter-
jd ook gemengde studenten-parochie
raartoe ongeveer 3000 personen 'beho-
en waarvan de samenkomsten door
^ker 800 studenten bezocht worden.
In totaal schijnen er in Nederland
liiet minder dan zo'n 200 alternatie-
of „kritische" gemeenten te zijn.
.iderllng verschillen ze nogal wat. Ds.
'eman van Purmerend wil bijvoorbeeld
p de kerk blijven aanwerken", de
rken als een zuurdeeg doortrekken,
aar Ton van de Stap, van de Amster-
nse studenteri-ekklesia, heeft die
op allang opgegeven. Hij zegt erg on-
vCompliceerd: „Ik vind dat de kerk
iet gered behoeft te worden. Mij lijkt,
tegendeel, dat groepen als ide onze
bestaande strukturen van de kerk
moeten breken, laten ontploffen,
verbodig maken. Er gewoon niet meer
ingaan, niet meer over praten",
'aar hierin komen ze allen overeen',
it ze zich niet meer kuïmen vinden
de bestaande kerken en hun „ge-
of" beleven in een eigen vorm en ge-
ieenschap.
Nederland is niet het enige land ter
rereld waar „alternatieve" gemeenten
'jn ontstaan. In héél Europa en' zelfs
Amerika rijzen de basisgemeenten als
addestoelen uit de grond. Men is mo-
-lenteel zelfs bezig al deze verspreide
emeenschappen te organiseren, en zo
er, volgens .Elsevier, „geleidelijk een
'londiaal netwerk van alternatieve
hristenen aan het groeien"'.
Wat moeten we nu van dit alles den-
.en? Allereerst komt de vraag op, hoe
iet mogelijk is, in een tijd, waarin ker-
'en leeglopen en de belangstelling bij-
^la over de hele linie aan het afnemen
s, dat er zovelen, en met name jon-
«ren, andere vormen van .geloofsbele-
'itig zoeken.
Het antwoord ligt mijns inziens voor
'e hand. Velen zijn teleurgesteld in de
officiële kerken, die op tal van plaat
sen zo weinig meer te bieden hebben.
Ze hebben er tevergeefs gezocht naar
gemeenschap, naar een houvast, naar
geborgenheid. En nu hebben velen er
schoon genoeg van gekregen. Voor hun
hoeft het zo nieti meer
Naar ik vrees echter niet béter
Er ontstaan vage religieuze gemeen
schappen rondom een of andere gevier
de leider, men zoekt het in allerlei
werkgroepen en aktie-comité's, vaak
met een rood kleurtje, en men komt in
vele gevallen niet verder dan het Evan
gelie te beschouwen als een inspiratie
bron voor leven en ihandelen in de we
reld. Aan een belijdenis of eert liturgie
is naen niet gebonden, kerkelijk en
ambtelijk besef is er nauwelijks.
De vraag van Rex Brlco in Elsevier,
of deze alternatieve groepen misschien
de kerk zullen redden is dan ook geen
relevante vraag. Op deze wijze is de
kerk niet te redden, alleen maar verder
te ondermijnen wat in vele gevallen
ook de bedoeling isMaar de Kerk,
de echte Kerk, die vergaderd wordt
rondom het Woord en Sacrament, be
hoeft helemaal niet gered te worden.
Die zal er nog wel zijn, ook als dit
soort groepen weer ter ziele is gegaan.
Intussen blijft wèl de vraag van de
Heere Jezus klemmen; „Als de Zoon
des mensen komt, zal Hij nog geloof
vinden op de aarde?"
Waarnemer.
ZENDING
Vrijdag 18 april zal het 25 jaar ge
leden zijn, dat de heer D. P. Polder
zijn werkzaamheden begon voor de zen
ding der Geref. Gemeenten.
Zaterdag 12 april van 2.30 tot 5 uur
zal ter gelegenheid van dit jubileum een
receptie worden gehouden in de zaal
van het Mamixflat, Maniixlaan 19 te
Vlaardingen.
De heer Polder is bij alle zendings-
kransen, zowel op Flakkee als in Zee
land, een bekende figuur.
Het schoolgeld voor het kleuteron
derwijs wordt met ingang van 1 augus
tus van dit jaar afgeschaft. Dit bete
kent een derving van inkomsten voor
de schatkist van ongeveer 22 miljoen
per jaar.
De ministerraad nam in zijn verga
dering vrijdag het besluit tot afschaf
fing. Ook is besloten het mogelijk te
maken dat kinderen, <die voor 1 okto
ber vier jaar worden' in de daaraan
voorafgaande maanden augustus en sep
tember tot de kleuterschool kunnen
worden toegelaten.
Uit een raming voor het schooljaar
1975-1976 blijkt, dat in totaal 21.000
kinderen in dat schooljaar eerder toe
gelaten zouden kunnen worden, als de
nieuwe regeling van kracht is.
Deze week zijn de aangifteformulie
ren voor de veldkeuring oogstjaar 1975
verzonden aan de telers die vorig jaar
één of meer percelen aardappelen, gra
nen, peulvruchten en vlas voor de veld
keuring hebben aangegeven.
Degene die dit jaar één of meer
percelen voor de keuring wen'sen aan
te geven en geen aangifteformulier wer
den toegezonden kunnen deze aanvra
gen bij het sekretariaat van de Stich
ting Keuringsdienst Delta-Nederland te
Goes, Postbus 122 (tel.: 01100-4710 na
25 april 01100-14710).
De aangifte sluit op 26 april 1975, be
halve voor bruine bonen waarvoor de
aangifte is opengesteld tot 1 juni a.s.
„Houd in gedachtenis, dat Jezus
Christus uit de doden is opgewekt."
(2 Tim. 2 8).
In de moeilijke omstandigheden van
Timotheus wil dit woord hem bemoe
digen en kracht geven. Timotheus heeft
het moeilijk, want het viel niet mee
om in 'die tijd getuige te zijn van het
Woord Gods. Bovendien werd de strijd
verzwaard, omdat hij de neiging had om
zich al te spoedig over te geven aan
zwaarmoedige gedachten. Vrees verge
zelde hem menigmaal, zorg en angst
boeiden hem.
De tegenstand bestond niet slechts
in zijn gedachten. Sterk leefden ook in
die dagen de doodsmachten; satan re
geerde in de wereld van toert, de zon-
demacht hield de massa gevangen, en
er scheen in 't geheel geen plaats te
zijn voor de prediking van het evan
gelie.
Paulus wist er zelf ook van. Hij moest
zware verdrukkingen lijden, tot in de
gevangenis toe.
Maar, Jezus Christus is uit de doden
opgewekt. Dat heeft God gedaan. Pau-
lus vraagt erkenning van Gods almacht
boven alle duistere machten en omstan
digheden. Uit de doden opgewekt. Deze
opwekking is een groot en onbegrijpelijk
wonder. Niemand had er destijds op
gerekend, dat dit zou gebeuren. En, wat
maakte de opstanding de discipelen
blij, wat betekende die opstanding de
verlossing uit de greep van dood en
hel.
Zo is het nog, wil Paulus zeggen'.
Groot is de macht van ide dood. De
dood, zoals deze samenhangt met zon
de en schuld. De dood, zoals deze over
ieder mens komt. De dood ook, die
reeds tijdens dit leven de mensen re
geert. Want we zijn aiUen dood in zon
den en misdaden.
De dood is het meest radicale, het
meest rampzalige; het is de verschrik
kelijkste vijand. Timotheus zag die
doodsmacht in de wereld van toen. Ook
in het eien hart. Zoals kinderen van
God de dood kunnen ervaren, waardoor
zij afdwalen van de Heere en Zijn na
bijheid.
En zoals velen zo vaak gewagen van
de doodsstaat, waarin zij zich bevin
den en waaruit toch naar hun oordeel
wel geen verlossing mogelijk zal zijn.
Inderdaad zouden we radicaal verlo
ren zijn vanuit onszelf. Sterker nog
we zijn dat in onszelf ook helemaal.
De macht van de zonde is zo sterk, sa
tan is zo machtig, de tegenstand is
zo overweldigend, dat er vanuit ons
geen redden aan is. Even'min als doden
door ons tot het leven gebracht zouden
kunnen worden.
Maar Jezus Christus is uit de doden
opgewekt! En dat feit staat niet op zich
zelf. In Hem heeft God de sterke macht
van de dood tenietgedaan. Door Zijn
offer is de zonde volkornen overwon
nen, is de macht van satan ontkracht.
Leg naast het opstandingsevangelie
maar eens al uw doodsmachten. U
meent dat uw redding een onmogelijk
heid is, idat de hardheid van uw hart
onoverwinlijk is? Lees (lan dit woord
van Paulus. God heeft toert iets gedaan,
dat geheel onmogelijk is, en die God
leeft nóg. Zeg dan maar nooit dat het
niet kan. We hebben hier toch het be
wijs, dat we met een wonderdoend God
te maken hebben?
De Heere doet nög zulke wonderen.
Maar, altijd en alleen in verbinding met
Christus, Die het offer bpacht. Die be
taalde voor de zonden. Voor allen die
in hun doodsnacht leren zien' idoor het
geloof op het kruis van Gods Zoon.
Voor hen', die dat in gedachtenis igaan
houden. Dat gebeurt, als we radicaal
de macht van de dood en de zonde in
ons bevinden. Als de gedachten zich
vermenigvuldigen. Als wij in gedachten
de berekeningen opmaken. Dan komt
het denken aan de opstamding van
Christus. Niet als de gedachte aan een
feit uit de geschiedenis. Niet als iets
wat vroeger gebeurde. Door de predi
king (van het evangelie worden -we
daarop gewezen. Wordt hier de zalige
mogelijkheid ons voor ogert gesteld. Be
geert ook ons hart daar ide troost en
de kracht van te ontvangen. En leren
we zien, dat Hij idus iiog leeft. Dat Je
zus Christus thans levend verheven is
boven alle geweld. We vernemen en er
varen dat Hij er is. Dat Hij regeert en
weet van onze ellenden. Dan lerert zon
daren in de omgang met Hem de kracht
van Zijn genade verstaan.
Paulus wil dus zeggen: al stond uw
zaak zo onmogelijk als de dood, dan
nog is er redding. Houd dat in gedach
tenis. Die blijde opstandingsmorgen,
dat onvergankelijke leven. Zo alleen
kan Timotheus staan in de wereld vol
doodsmacht. Zo alleen kunt u satan en
zonde weerstaan. Overdenk dat dan
biddend. In tijden, dat ons gevoel ons
neertrekt en wij de neiging hebbert
daaraan volkomen toe te geven. In da
gen van teleurstelling, ontdekking en
moedeloosheid.
Vergeet dit nooit. Ook niet als de ge
dachten zich vermenigvuldigen. Is er
een heerlijker gedachte mogelijk? Mag
het ook uw troost zijn? Het biedt uit
zicht op tijd en eeuwigheid. En wie
'biddend -daaraan denkt, zal ook déze
Zaligmaker liefhebben, zal begeren te
levert in Zijn gemeenschap. iHet Evan
gelie spreekt ervan. „Op Uw Woord,
'0 Leven van ons leven, werpen wij het
doodskleed af!"
H.
P. R.
Vijf en twintig jaar lang heeft de Oud
dorpse strand-reddingsbrigade drenke
lingen aan de zee ontrukt, terwijl ze zelf
alle moeite had het hoofd boven water te
houden De brigade heeft geen been
om financieel op te kunnen staan, zo is
de nieuwe voorzitter, dhr. L. X. den
Hollander gebleken en dat zit hem da
nig dwars. Zakenman als hij is (Direc
teur van Matser Makelaardij Middel-
harnis b.v.) behoeft hij een solide basis
om te werken en het ontbreken daarvan
heeft hem al naar het college van B.
en W. van Goedereede gevoerd. Ondanks
de financiële zorgen staat a.s. vrijdag 11
april het zilveren jubileum gevierd te
worden
Tot voor januari van dit jaar had dhr.
den Hollander nauwelijks eni'ge relatie
met de Reddingsbrigade. Weliswaar had
hij ze xiit pure sympathie wel eens een
handje geholpen en w^as er, uit hoofde
van zijn voorzitterschap van de Veero
(Ver. van eigenaren van recreatie-on
dernemingen) een sporadisch contact,
maar toch m-eende het .brigade-bestuur
in hem de juiste nieuwe voorzitter te
Itunnen vinden. Sinds de jaarvergade
ring in januari neemt dhr. den Hol
lander de plaats in van de overleden
oud-voorzitter, Bram Hoek, aan wie
het in de eerste plaats te danken is ge
weest dat de brigade door een heilig
moeten bezield is gebleven.
Over zijn entree aan het hoofd van de
25-jarige brigade zegt dhr. den Hollan
der:
„Ik wist waar ik aan begon omdat ik
mezelf eerst van de grote financiële
problemen op de hoogte heb gesteld."
„Ik 'begreep dat er 'geen basis is waar
op een 'beleid gevoerd kan worden' maar
dat heeft me er niet van weerhouden
het voorzitterschap te aanvaarden, om
dat ik de aanwezigheid en het werk
van de brigade zo van harte onder
schrijf!" „Maarzo vervolgt hij
het 'heeft natuurlijk 'geen toekomst
om elk jaar weer voor je bestaan te
moeten schooien en dat elk jaar met
minder resultaat, doordat het publiek
wordt overstroomd 'met verzoeken om
financiële hulp", zo is zijn nuchtere
kijk.
Wat zal er volgens de nieuwe voor
zitter moeten veranderen?
„We zijn, zo verklaart hij, met onze
begroting voor dit jaar naar het col
lege van 'B. en W. gestapt en we heb-
bert 'daar 'begrip ontmoet voor onze pro
blemen. Onze wens is dat er een be
paald percentage van de door de ge
meente jaarlijks te ontvangen recrea
tiebelasting aan de Reddingsbrigade ten
goede komt". Een streefbedrag of een
gevraagd percentage wil 'dhr. den Hol
lander niet noemen; hij volstaat met er
op te wijzen dat de igemeertte Wester-
Bohouwen al in 1972 de strandred-
'dingsbrigade met een bedrag van
22000,— subsidieerde.
Dhr. L. X. den Hollander
„Niet dat we een steenrijke brigade
willen worden, maar wanneer we al
een beroep doen op de vrije tijd van on
ze mensen dan is het duidelijk teveel
gevraagd wanneer we ze ook nog eens
vragen op de schooi te gaan. Hei ge
tuigt trouwens wel van karakter als je
dat al 25 jaar hebt volgehouden
Overigens is 'dhr. den Hollander je
gens de 'gemeente niet al te critisch ge
stemd. „We zijn zegt 'hij bijzon
der dankbaar met het feit dat de ge
meente de post beschikbaar heeft ge
steld, evenzeer zijn we erkentelijk voor
de jaarlijkse subsidie van 3000,en
voor de donaties van de VVV, van be-
'drijven van particulieren, maar het is
onvoldoende om er mee rond te komen.
We wülen graag de strandcommandant
naar behoren honoreren, we willen
graag wat reserveren voor aanschaf
van materiaal en de opleiding van 'onze
mensen kost handen vol geld; het lijkt
ons allemaal niet teveel 'gevraagd, want
de aanwezigheid van een actieve red
dingsbrigade is van groot en wezenlijk
belang voor een badplaats als Oud-
dorp."
B.^'ert W. hebben dhr. den Hollander
toegezegd een en ander te zullen 'bestu
deren, en hij is 'daar voorlopig tevre
den mee. „We wachten met sparming
op de uitslag," verklaart dhr. den Hol
lander. Er zal ter gelegenheid van het
jubileum ook een ledenwerfactie wor
den 'gehouden en er mag ook wel iets
verwacht worden van de brigade-'dag
die a.s. zomer, traditioneel, 'gehouden
wordt. 'Hoe het ook zij, dhr. den Hol
lander weet een enthousiaste brigade
aan te voeren, waaruit de animo om
reddend bezig te zijn, geenszins is ge
weken. „Maar", zegt hij, 'de belangrijk
heid van ons werk staat niet toe dat
we afhankelijk zijn van de gratie van
de donaties; we hebben een gezonde ert
vaste basis nodig om te zijn en te blij
ven, mede bm de opleiding van onze
mensen te kunnen bekostigen. We heb
ben het 'de gemeente vriendelijk, maar
nadrukkelijk gevraagd; de aanwezig
heid van een reddingsbrigade en de zorg
daarvoor is één van de consequ-srtties
van het kust-gemeente zijn
Mocht V a.s. vrijdag de receptie, van
half 8 tot 9 uur in hotel Duinzicht, be
zoeken, dan vertellen we u graag dat
de brigade liever een fooi dan een bloe
metje heeft
HERKINGEN
Zaterdagavond 22 uur 30 overleed dlir
Hendrik de Geus (de oudste inwoner
van Herkingen) in .de hoge ouderdom
van 92 jaar en vijf maanden. Hierme
de ging een bijzonder figuur uit de
dorpsgemeenschap heen. Hij herinnerde
ons aan de tijd die wij ons nauwelijks
meer voor kunnen stellen. Als hij bij
nacht zijn ronde ging maken, of er in
het dorp geeri ongeregeldheden plaats
vonden, toen hij van lantaarn tot lan
taarn met het laddertje op zijn rug
zwoegde, om wat licht op het dorp te
'brengen.
Vooral in 'de wintertijd als de golven
van het Grevelingen hoog opzwiepten,
en de dijken werden bedreigd, was Hen-
fdrik 'de Geus op de beert, om de wacht
te houden. Niet te vergeten, dat dit
alles ;moest gebeuren, onder omstandi'g-
h'eden, die vandaag niet meer denkbaar
zijn. Overdag hard werken, en 's nachts
menig uurtje op de been, om het hoo'g
nodige voor het 'gezin te verschaffen.
Daarnaast zwoegde hij met de kar het
dorp rond, om 'het te reinigen van aller
lei vuil. Toen er nog zoveel paarderi-
hoopjes op het dorp lagen, en de koeien
over het dorp naar hun stal moesten,
om 'gemolken te worden, maar onder
weg nogal eens wat verloren, de oude
Hendrik ruimde het op.
Gehuwd met Maria Markus, woonde
hij in de Anth. de Vliegerstraat 6. Zij
moest het tijdelijke met het eeuwige
verwisselen op 11 O'kt. (1947. Ruim 27
jaar is de oude baas weduwnaar. Doch
ter Maatje (nu mevr. Willemse) heeft
hem al die tijd 'opgepast. Vooral de
laatste jaren' werd hij veel gekweld
door reuma, en waren er nogal wat zor
gen, maar .Hendrik was altijid vol goede
moed.
Zaterdagavond ging hij heen; ook
voor hem werd het waar „en hij stierf."
De Heere vertrooste 'de rouwdragenden.
Voor zover ons bekend, is nu zijn zus
ter Aagje 'de oudste inw^oonster van Her
kingen. Deze zomer hoopt zij 91 jaar te
worden. Nog dagelijks brertgt zij een
bezoekje bij haar 'dochter. Onder ons
bekend als: „Aegt van achter de meu-
le". Wij wensen haar een 'goede ge
zondheid, en al het nodige in hoge
ouderdom toe.
Op vrijdag 21 maart werd in de zaal
van Bellevue aan het Zandpad een huis
houdelijke ledenvergadering gehouden
van de Afdeling Middelharnis van de
Partij van de Arbeid.
Tijdens deze vergadering werd door
de aanwezigen' uitgebreid 'gediscussieerd
over het onderwerp: „De bevrijding van
de Vrouw". De discussie nota „Socia
lisme 'tussen nu en morgen" werd ge
bruikt als 'leidraad voor ideeën en ach
tergrondinformatie.
Aansluitend aan deze discussie werd,
na een voorstel van mevrouw R. Schou
ten, besloten om een vrouwencontact
groep voor de afdeling Middelharnis op
te richten.
Na afloop van de vergaderin-g bleven
vele van de aanwezigen nog enige tijd
'gezellig nakaartert in de bar van Bel
levue.
Het ligt in de bedoeling van het
P.v.d.A. afdelirt'gsbestuur om geregeld
dit soort vergaderingen te organiseren.
Zonder al te veel formaliteiten kunnen
dan onderwerpen die in 'de belangstel-
Ini'g staan met 'de leden van de afdeling
besproken worden. Getracht wordt om
in mei weer zo'n vergadering te orga
niseren, dan hopelijk in Nieuwe Tonge.
Op die vergadering zal het functioneren
van 'de 'gemeenteraden in het algemeen
het onderwerp van bespreking zijn.
E R V O LGVERHAAL
door COR VAN HARTEN
'26
Ze mocht niet klagen; hun kindje was
«rg voorspoedig in de groei; zijzelf ge
zond en vol goede moed en werklust. En
aan haar man, wat was die meegeval-
'eri' Sinds de geboorte van hun kind
Wa.? hij anders geworden. Hij deed erg
2 n best om niet ruw uit te vallen dat
Kon hij vroeger nogal en als hij 's
zondags thuis was ging hij naar de
Kerk, Eerst wat onwennig, maar dat
ging van lieverlee over. En wat kon hij
leuk met de baby omgaan! Hij was dol
op Jantje. Als Gré hem zo met het kind
^ezig zag, voelde zij zich zo wonderlijk
°'y- En moeder Tina zei dat het ouder
schap hen allebei goed gedaan had.
Het kind sliep en werd niet wakker
wen Gré de wagen door het poortje
reed. Trots keek Oma naar haar eerste
Kleinzoon. „Hij ziet er lief uit", zei ze.
|;f't ga straks wel met hem wandelen.
y^ni maar vlug naar je werkhuis, Gré;
36 bent laat".
Ze keek haar dochter na, die vlug
doorstapte, en even kwam een wreve
lige gedachte bij haar op.
„Wat heeft zij nou aan haar jeugd",
zei ze, ietwat spijtig, half binnensmonds.
„Ze is nét achttien jaar en ze moet nou
al voor man en kind zorgen. Het is wat".
Snel beredderde ze haar huisje. Daar
na speldde ze een schone muts op haar
hoofdijzer, zocht in het kabinet naar
een mooie, pastelkleurige omslagdoek
kleedde zich om en ging met de baby
wandelen in de Scheveningse bosjes. De
septemberzon scheen nog lekker warm.
Daar moest een mens meer van profi
teren; je zat toch al zo gauw in de
nachtschuit.
Hoofdstuk 9
De „Verwachting" koerste met een
klein gangetje oostwaarts. De visserij
was schraal, het wachten was op de
grote spokken kuitzieke haring, die
ieder jaar om deze tijd op en om de
Doggersbank paaiden. Eenzaam suk
kelde het schip in de richting van het
Zand. Ofschoon er weinig wind was,
had schipper Jan het zeil en de stagfok
laten hijsen. Het minste zuchtje werd
zodoende benut.
Het was ochtend, en prachtig weer.
Na de koffie waren de matrozen aan
dek gegaan. De kok had een mand met
aardappels klaargezet op de last.
„Jassen! Jassen!" schreeuwde hij.
„Wie geen piepers jast, krijgt geen
eten!"
Ze groepten allen rond de mand, na
men hun stripmesje en begonnen te
schillen. De wind was nog meer afge-
flauwd, het zonnetje scheen nog krach
tig en het zeetje was glad, als glas.
„Het Engelse weerbericht is niet best"
zei de stuur, die dit van de schipper ge
hoord had.
„Wanneer wij een briesje krijgen,
komt er ook visserij", voorspelde Tinus
de eerste. „De haring heeft een opwek-
kertje nodig, de natuur is te stil. Er
moet meer roering in het water komen".
„Ik heb maar het liefste mooi weer",
meende z'n zoon.
„Onverstandig", oordeelde de kok.
„Want als het altijd mooi weer zou zijn,
gingen de dominees ook varen".
„Wat moeten wij dan doen?" vroeg
Leen.
„Preken natuurlijk! Dat moet immers
ook doorgaan?"
„Ik zie onze dominee al in de last
staan, trekkend aan de vleet. „Haal óp,
mannen!" roept hij. „Trek in die haring!
Brood voor de kinderen!" zei Leen.
„Laat die man nou maar op de kan
sel blijven en wij op een haringlogger",
vermaande Simon. „Dat is voor ons al
lebei het beste".
Leen ging de aardappels afwassen.
Hij nam een puts, sloeg die vol water
en liet de naakte piepers erin plonsen.
Hij roerde er met zijn handen doorheen,
goot daarna de aardappelen over in de
lange ketel.
De jongens vermaakten zich met de
meeuwen en de mallemokken. Ze namen
een eind boetkatoen dun vissersgaren
bonden dat om een haring, wierpen
het ding in zee, proberend aldus een
van de vogels te vangen. Het lukte niet,
de meeuwen beten er niet in; ze ver
trouwden het lange eind boetkatoen
niet. Maar de mallemokken stortten zich
erop, verwoed vechtend en elkander bij
tend. Ze gunden elkaar het stukje ha
ring niet; daardoor kreeg niemand het.
Ze krijsten en vochten, sloegen met hun
vleugels, ze maakten veel kabaal. Erg
komiek, vonden de jongens, die pret
hadden.
„Een mallemok is een gek geworden
meeuw", zei Tinus de tweede.
„Als jij nog eens een keer wijs wordt,
word je weer gek van blijdschap",
kaatste Leen terug.
De schipper liet de motor stoppen. Nu
de vaart eruit was, dobberde de logger
stil op het water. Het was broeierig-
warm, de zeilen hingen slap en de bek
ken van de gaffels knerpten om de
masten: „Pie-iep! Pie-iep!" „Wanneer je
dat geluid hoort, blijft het acht dagen
lang mooi weer", zei de monteur: „Je
kunt erop rekenen".
„Ik zou het maar niet geloven", vond
de stuur. „Want het glas vliegt achter
uit".
„Voorlopig waan ik mij nog aan de
Rivièra. Wie gaat ermee zwemmen?"
Liefhebbers genoeg, vooral onder de
jongeren. Snel trokken ze hun kleren
uit, hielden bij gebrek aan een zwem
broek hun lange, molton onderbroeken
aan, en jompten in het water. „Kom er
ook in!" riepen ze naar de achterblij
vers, 't Is lekker water!"
„Dan zullen we maar", oordeelde
schipper Jan, zelf nog jong. „Wij gaan
allemaal overboord en de kok zorgt voor
de wacht en voor het eten".
Dra spartelde de crew van de „Ver
wachting" in de Noordzee. Ze spoelden
veertien jagen zweet en vuil van hun
lijven. Wie niet goed kon zwemmen had
een reddingsgordel omgedaan. De jon
gens trokken steeds verder van de log
ger af. „Doen, wie het rest durft?" rie
pen ze.
„Bij het schip blijven!" beval de schip
per. „Je kunt nooit weten wat er ge
beurt".
Hoorde Jan-de-wind het? Een lichte
koelte rimpelde plotseling de vlakke
zee, vulde de zeilen van de logger, blies
ze vol. Direct reageerde het schip, kreeg
voortgang. De matrozen, spartelend in
het water, schrokken. „Direct allemaal
aan boord!" schreeuwde schipper Jan.
„De logger vaart weg!" Ze zwommen
naar het schip, doch eer ze het van de
reling afhangende touw konden grijpen,
deed weer een windvlaagje de zeilen
zwellen en schoot de logger vooruit, als
speelde zij een stoeipartijtje met haar
afwezige bemanning.
„Kwam de kok nu maar even van
achter zijn ketels vandaan", verzuchtte
Tinus. „Allemaal gelijk roepen, jon
gens!"
„Kok...! Kok.,.!" klonk het luid over
het water.
Geen antwoord. Statig voer het schip
weg, achterna gezwommen door de
crew. Daar ging hun „Verwachting".
„Nog eens roepen, jongens, en nou
harder!" commandeerde Tinus.
Ze haalden flink adem; schreeuwden
gelijktijdig, alsof hun leven ervan af
hing: „KokKom dan toch! Kok...!"
Eindelijk kwam hij aan dek, liep naar
de verschansing en zwaaide hulpeloos
met zijn pollepel.
„Man! Doe toch wat!" schreeuwde de
schipper wanhopig.
„Ik kan de motor niet starten!" riep
de kok terug. „Ik zeg: daar heb ik geen
verstand van
„Laat je stagfok zakken, sufferd! En
zet je roer bij!"
Haastig deed de kok wat hem be
volen werd. De logger minderde vaart,
loefde langzaam op. De stuur zwom
vooraan, hij was het dichtst bij 't schip.
Hij greep het touw en hees zich aan
boord, direct gevolgd door de anderen.
„Gauw de motor aan", beval schipper
Jan, „Wij moeten de ouwetjes nog gaan
halen".
(Wordt vervolgd)