n EIIAI1DEI1 - HIEUWS Gemeenteraads verkiezingen PCP-Oostflakkee Lijst 2 Lijst 2 Prot. Cbr. Partij lijst 2 Lijst 2 STUKWERK Zeeuwse wandelingen Nieuws uit Zeeland lioudt in dat U een duideiijlte LIJSli Plaatselijk nieuws Leest de advertenties! leid md 134 2e Wad Dinsdag 28 mei 1974 No. 4291 WEERPRAATJE: SPONTANE HOGEDRUKGEBIEDEN, IVIAAR HOE LANG INCEZONDEN stemmen op de „P.C.P. Oostfialclcee" keuze maaict 1. C. QUIST OUDE TONGE 2. JAC. MOSSELMAN DEN BOMMEL 3. C. NEELS T.IJzn. OOLTGENSPLAAT 4. W. G. NATTEKAAS OOLTGENSPLAAT 5. K. POST DEN BOMMEL ■6. P. BRINKMAN OUDE TONGE Het bestuur van de „P.C.P. Oostflakkee" wil U alvast hartelijk danken voor het vertrouwen dat U ongetwijfeld wilt schenken in zijn partij, haar doelstelling en kandidaten. ig- i tg- I ïg- i |kg. |kg- |kg. |kg- fkg- ►T 89 69 Op 29 mei worden er gemeenteraads verkiezingen gehouden. Sinds de grond- v/et van 1848 zijn er geen steden en dorpen meer, ze zijn er natuurlijk nog wel, maar voor de wet heten ze alle- maal gemeenten. Een paar eeuwen geleden, tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Ne derlanden, en ook reeds vroeger in de graventijd sprak men van de stad en het platteland. Op het platteland woon de men in dorpen en ook wel afgele gen op een eenzame boerderij. De naam platteland gebruikt men tegenwoordig liever niet meer zoveel, daar zit een luchtje aan, het klinkt wat discrimi nerend. Een „plattelander" werd be schouwd als minder beschaafd, minder ontvïikkeld, plomp en houterig, verge leken bij een stedeling. U weet ook wel, dat dit verschil tegenwoordig zo goed als niet meer opgaat. Vroeger was het veel veiliger om in een stad te wonen: er waren wallen omheen met grachten en met de wape nen uit de Middeleeuwen was zo'n stad niet gemakkelijk te veroveren. Denk maar aan Middelburg, dat juist 400 jaar geleden bijna twee jaar door de Geuzen werd belegerd, vóór de Span- jaarden zich overgaven 1574). De wal- I ïen ervan zijn in de vorige eeuw tot plantsoen en wandelgelegenheid („de bolwerken") ingericht. In andere oude Zeeuwse steden is dat ook gebeurd (Goes, Zierikzee, Veere, Hulst, Sluis, p.a.). Dat is het verschil tussen stad en dorp. Evenals de poorten, waarvan de meeste in de vorige eeuw zijn af gebroken (Zierikzee en Hulst hebben nog mooie over). Regering. Deze voorrechten en nog enkele an dere (o.a. het mogen houden van een jaarmarkt) hadden de steden van de landsheer ontvangen. Behalve het wei geren van godsdienstvrijheid was het schenden van deze privilegieën de re den dat onze heer Filips II in 1581 werd afgezworen. Zoals nu de gemeenteraad over de zaken beslist, was dat vroeger de vroed schap. Deze bestond uit vroede wij ze) mannen uit de voornaamste fami lies van de stad. Aan het hoofd stond de schout, die geholpen werd door de schepenen en de raden. Later werd de burgemeester de eerste burger van de stad. In Middelburg waren 2 bur gemeesters, in Amsterdam nog meer. In de Zeeuwse hoofdstad werden ze bijgestaan door 2 secretarissen en 2 pensionarissen (een raadgevend advo caat). Een burgemeester werd gekozen uit de schepenen, als hij aftrad werd hij weer schepen en kon later weer tot burgemeester gekozen worden. Lid van de vroedschap was een ere baantje, er was geen geldelijke belo ning aan verbonden. Soms kreeg een burgemeester wel eens een mantel (tabberd) of laken er voor cadeau, in kleinere plaatsen een muts of bonnet. Toen de werkzaamhe den zich later uitbreidden, kregen ze wel enige vergoeding. Beslist nodig was dit in de meeste gevallen niet, het wa ren meestal rijke kooplieden en voor name ambachtslieden, die deze erepos- ten bekleedden. In Hoorn werd de vroed schap dan ook lange tijd de Rijkdom goenemd. Dat zegt al voldoende. Een vader en zoon mochten niet te gelijkertijd lid van de vroedschap zijn, evenmin twee broers. Wel 2 zwagers, vader en schoonzoon, oom en neef. Zo was in 1682 Alexander de Munck bur gemeester in Middelburg samen met zijn zwager Christiaan Thibaut. Dat een burgemeester zijn benoe ming als een grote eer beschouwde, blijkt wel hieruit dat hij dan een schitterende maaltijd aanbood. In Mid delburg was dat in de stadsherberg „De rode Leeuw" achter het stadhuis. De zes voornaamste steden hadden een stem in de Staten van Zeeland (in maart heb ik hierover uitvoerig ge lat i schreven) Er bestaat een aardig versje over deze steden, waarin het eigen ka rakter ervan typisch wordt weergege ven: „Vier Middelburgers, drie kooplui, Vier Vlissingers, drie strooplui. Vier Veerenaars, drie Nassauers, Vier Goesenaars, drie landbouwers, Vier Zierikzeeënaars, drie advocaten, Vier Tholenaars, drie soldaten." (Het wordt ook wel opgegeven in de verhouding drietwee Middelburg leefde hoofdzakelijk van de handel, in de Gouden Eeuw was het een van dè voornaamste koopsteden van ons land, met 30.000 inwoners en 12 predikanten. In Vlissingen woonden veel zeerovers en bloeide de kaapvaart. Veere was bijzonder Oranjegezind, dat is in 1672 en 1747 gebleken, toen men daar na een stadhouderloos tijdperk als eerste stad weer een Oranje tot stad houder uitriep. Goes had grotendeels nog een landbouwende bevolking. Uit Zierikzee zijn bekwame rechtsgeleerden voortgekomen. Vele bewoners van Tho- len namen uit armoede dienst in het leger, dat vroeger uit gehuurde sol daten bestond. Familieregering. De regeerders van een stad, de regen ten, kregen steeds meer macht. Ze wa ren zich ook bewust van hun eigen ge wichtigheid en gebruikten de macht die ze hadden, in veel gevallen maak ten ze er ook misbruik van. Als ze het al te bont maakten, wilde de stadhouder nog wel eens ingrijpen, zoals Willem III dat in 1692 te Goes deed. Maar in de jaren dat er geen stadhouder was, regeerden zij het land. We hebben twee keer zo'n periode gehad: 1650-1672 en 1702-1747. Vooral gedurende het laatste tijdperk ging het er bar toe. Ontstond er een vacature in het stadsbestuur, dan vulden ze die zelf aan. Met familie of vrienden. Doordat de regenten meestal met eigen stand trouwden, waren de onderlinge familie verhoudingen groot. Deze families had den wel geld, maar niet altijd het ver stand dat nodig was bij de nieuwe be trekking. Maar dat schijnt geen be letsel te zijn geweest. Waren er vanwege de stad winst gevende baantjes weg te geven, dan wisten de regenten daarvoor weer wel iemand te vinden. Een paar voorbeel den: in Amsterdam werd de 3-jarige kleinzoon van een burgemeester be noemd tot kapitein over een compagnie infanterie. Hij genoot dus het salaris, maar een ander deed dienst voor min der soldij. Het zetten van stoven in de Nieuwe Kerk bracht jaarlijks een aardige som op. Goed voor een regentendochter, die het voor een kleinigheid liet doen door een of andere juffrouw van een hofje. Dit waren excessen, maar zulke uit wassen kwamen in Zeeland weinig of niet voor. Wel baantjes weggeven aan familie of vrienden, die het werk zelf deden, en er behoorlijk aan verdienden. Men kon in de vergadering van de vroedschap rustig afspraken maken, ieder deed er aan mee, en de vergade ringen waren niet openbaar. Toch lekte er onder het gewone volk wel eens iets uit.' Met soms als gevolg oproer en plundering van de huizen der ge hate regenten. Ook werden de afspraken wel schrif telijk vastgelegd. Zulke overeenkomsten werden genoemd „Contracten van cor respondentie, contracten van harmo nie of overeenstemming, minnelijke schikkingen". Met een eed werden ze bezworen, dat men alles geheim zou houden en het volstrekte stilzwijgen er over zou bewaren. Ze waren verzegeld, maar toen later de zegels verbroken werden, kon men lezen: „We zullen altijd weer onszelf benoemen, verwachtende de zegen van God almachtig, belovende dit besluit tot grootmaking van Godes naams ere te zullen executeren uitvoeren)". Zelfs bij corruptie en bedrog durfden ze Gods naam er bij te halen! In 1747 werd Willem IV stadhouder en hij wilde een einde maken aan deze regentenheerschappij. Het is hem niet gelukt, hij heeft er ook te kort voor geregeerd (4 jaar). Zijn zoon Willem V was geen krachtige figuur. In zijn da gen ontstaan de twisten tussen de prins gezinden en de patriotten. Met de komst van de Fransen in 1795 is deze regen- tenkliek verdwenen. Voorgoed, tijdens de regering der koningen in de 19e eeuw konden zulke toestanden zich niet meer voordoen. Middelburg L. van Wallenburg THOLEN Kerkdiensten Rusthuis Ten Anker: Woensdag 29 mei 6.45 uur ds. H. Sam son uit Stavenisse. Woensdag 5 juni 6.45 uur ds. H. Hege- man uit Tholen. (van onze weerkundige medewerker) Het slot van maart, vrijwel de hele aprilmaand en mei grotendeels, staan in het teken van hogedrukgebieden. Daardoor meer zon dan normaal en op een enkele bui na bijzonder weinig re gen. Wel een weertype dat velen voor de komende zomer in de ogen zal blinken, want bij een tendens als deze zou er niet anders dan een zeer zonnige, ook warme en droge zomer uit de bus moeten komen. Vooral in de periode 1954 tot 1968 kregen wij vele jaren van grote onsta biliteit, waarop alleen 1955, 1959 en 1964 een gunstige uitzondering maak ten. De laatste jaren gaat het er op lijken dat de perioden van hoge- en lagedruk een veel langere golf te zien geven. Een voorbeeld biervan was de afgC'- lopen herfst en winter. Bijzonder veel stormdepressies in november en december en van midden oktober tot midden februari slechts één dag met een oostenwind. In die lage depressieperiode waarin ook de als gevolg hiervan zeer zachte winter viel, sloot rond 21 maart af, ge volgd door de lange periode van hoge- druk met zon en weinig regen. est mogelijk dat die het ook na korte onderbrekingen een maand of vier vol houdt, hetgeen eerst in de tweede helft van de zomer een omslag tot gevolg zou hebben. Je kunt er in mei nog niets be trouwbaars over zeggen. In een lange droge zomer als die van 1959 begon het rond 6 mei stabiel te worden met hogedruk en dit duurde maar even vijf en een halve maand tot 17 oktober. Het jaar daarna opnieuw een zeer zonnige periode in mei. Velen dachten dat het dezelfde kant zou uit gaan, maar niets hiervan. Juni paste zich nog aan, maar daarna was het goed mis. LANGE OF KORTE MOOIWEERGOLF De onzekerheid blijft bij de lengte van deze golf van hogedruk. Handhaaft zich de tendens van de laatste tijd, dan houden wij in ieder geval de voorzomer goed en kan het rond half juli mis gaan; zit het ons tegen, dan breekt zo'n stabiele periode in juni al af. Wij hebben na de diverse slechte, ook goede voorbeelden zoals in het bijzonder droge voorjaar van 1893, waar wij naar moesten teruggaan om een droge april te vanden. Toen volgde er ook een geweldige zomer. Waarom zouden wij ons niet aan die strohalm mogen vasthouden? Al is die halm niet dik genoeg om al maar zo zwart op wit aan te kondigen dat wij een pracht zo mer krijgen. De zomer van verleden jaar (U her innert zich nog het liedje van Gerard Cox) die al in mei begon en tot septem ber duurde met alleen twee slechte weken' in juli, behoort in cijfers uitge drukt toch bij lange na niet bij de top- zomers zoals 1911, 1932, 1935, 1944, 1947 en 1959, met In De Bilt -meer dan 30 zo merse dagen boven 25 graden, waarvan er verleden jaar 23 werden genoteerd. (Nadruk verboden). In antwoord op het ingezonden schrij ven van de heer J. W. Korteweg te Ooltgensplaat in „Eilanden-nieuws" van 21 mei j.l. deelt het bestuur van P.C.P. Oostflakkee het volgende aan de kiezers mee. De constatering van de heer Korte weg dat de beide kiesverenigingen van ARP en CHU nog bestaan is de enig juiste. Over de organisatievorm van P.C.P. is nog geen definitieve beslissing genomen. Kort gezegd krijgt P.C.P. een zelfstandig bestaan, dus zullen ARP en CHU in de P.C.P. oplossen óf blijft P. C.P. overkoepelend orgaan zoals het nu is. Voorlopig is op uitdrukkelijke wens van het ARP-bestuur besloten dat de ARP en de CHU (opnieuw opge richt) als afdelingen van de P.C.P. zou den worden beschouwd. Om het voor de kiezers niet node loos ingewikkeld te maken, is besloten de organisatie van P.C.P. uit te stellen tot na de verkiezing. Wel zijn er ten behoeve van de verkiezing op bestuurs niveau afspraken gemaakt, die bij de organisatievorm bindend zijn. Eén voor beeld is dat partijen in alles van volle dige gelijkwaardigheid uit willen gaan. Voordat wij verder ingaan op de brief van de heer Korteweg is het misschien van belang te zeggen dat onze secreta ris de heer G. van Emous een bezoek heeft gebracht aan de heer Korteweg. Uit het gesprek met de heer Korteweg is duidelijk de reden van zijn ingezon- denn stuk naar voren gekomen. Hij heeft de kiezers die meenden dat voor hen geen aantrekkelijke kandidaat op één der eerste plaatsen te vinden zou zijn, verwezen naar nr. 12 van de kan didatenlijst, waarvan de heer Korte- weg zegt te spreken namens nogal wat keizers te Ooltgensplaat die vinden dat de heer Van Loon moet blijven. De me ning van de kiezers wordt door het P. C.P. bestuur ten volle gerespecteerd en de verkiezing zal leren of de heer Van Loon een verkiesbare plaats had moe ten hebben. Dat de heer Van Loon no. 12 staat op de kandidaten lijst is de uiteinde lijke wil van hemzelf geweest. Toen ARP en CHU besloten samen te gaan is duidelijk afgesproken, dat de plaatsen op de kandidatenlijst „zonder aanzien des persoons" samen gedeeld zouden worden, dat daarbij niet alle personen even aantrekkelijk waren voor beide partijen behoorde tot de mogelijkheden. De keuze van de kandidaten is be paald door een 10 man sterke bestuurs- groep, te weten van ARP en CHU elk 5 vertegenwoordigende leden. De ad viescommissie P.C.P. (3 leden) heeft hieraan niet meegewerkt, doch alleen de vergadering ordelijk geleid. Voor Den Bommel is na kandidaat stelling van de heren Van Loon en Mosselman de laatstgenoemde met 7 stemmen verkozen (hr. Van Loon 2 en 1 blanco). Vooraf aan de stemming was een in formatie over de kandidaten verstrekt. Voor de heer Van Loon hield dit in dat het ARP-bestuur van mening was dat hij niet meer voldoende het vertrouwen van de kiezers zou bezitten, dat voor de heer Van Loon een zo belangrijke plaats op de kandidatenlijst zou recht vaardigen. De vergadering heeft vervolgens de heer Van Loon de volgende plaats op de kandidatenlijst voor Den Bommel aangeboden, te weten de 5e met als te genkandidaat de heer K. Post, doch de heer Van Loon wenste - nu hij voor de 2e plaats was weggestemd - niet als gegadigde voor de 5e plaats mee te dingen. Dat de heer Van Loon tenslotte op de 12e plaats is geplaatst is met toestem ming van hemzelf gebeurd. De heer L. Arensman, die zich niet meer voor het raadslidmaatschap beschikbaar wilde stellen, wilde toch zijn naam aan de kandidatenlijst verbinden om zodoende het vertrouwen van de kiezers voor de lijst te winnen. Op voorstel van de heer Arensman heeft de heer Van Loon ten slotte toegestemd om in zo'n zelfde si tuatie als de heer Arensman op de laatste plaats te worden vermeld. De vergadering heeft haar bijzondere waardering uitgesproken voor het ver trouwen dat de heren Arensman en Van Loon door toevoeging van hun namen aan de lijst hadden gegeven. De kiezers moeten daarbij wel be denken dat speciaal ten aanzien van de ARP-kandidaten de lijst onveranderd is vastgesteld door de AR-kiesvereni- ging. Dat de heer Korteweg de kiezers wijst op de mogelijkheid om de heer Van Loon te stempien wanneer zij zich niet tevreden voelen met de lijsttrekker en de overige kandidaten op de lijst is voor het P.C.P.-bestuur aanvaardbaar, voor zover daarmee kiezers voor de P.C.P. zouden worden gewonnen. Het P.C.P.-bestuur moet het - om wille van de democratie - ten stelligste oneens zijn met de heer Korteweg, wanneer hij bedoeld te zeggen dat ie mand die reeds in het vak zit en zich opnieuw als kandidaat beschikbaar stelt, bovenaan op de kandidatenlijst moet worden geplaatst. Indien het bestuur van een politieke partij van mening is dat een zittend raadslid niet meer in voldoende mate het vertrouwen van de meerderheid van de kiezers heeft, dan mag hij die kandidaat niet meer de eerste plaats op de kandidatenlijst doen innemen. Daarna zal de kiesvereniging en later de kiezer uitmaken of de bestuursbe- slissing juist is geweest. Wij hopen echter dat u begrip zult hebben voor de democratische wijze waarop de P.C.P.-vergadering de kan didatenlijst heeft vastgesteld. Wij stellen ons vertrouwen meer op de begrippen van de democratische be ginselen. Wanneer u uw stem geeft aan de heer H. A. M. van Loon zodat hij voor het raadslidmaatschap zal zijn verkozen, dan zullen de P.C.P.vergade- ring en het bestuur hem ook voor de komende 4 jaar dat vertrouwen schen ken. Nu er dus twijfels over de heer Van Loon zijn verrezen ten aanzien van zijn plaats op de kandidatenlijst kunt u als kiezers alleen nog uitmaken of die twij fel al of niet gegrond is. Wij geven u van harte die gelegen heid in overweging en wensen u daar bij toe dat u van uw stem goed chris telijk en democratisch gebruik zult ma ken. Stemt in elk geval lijst 2 van de P.C.P. Het bestuur van P.C.P. Oostflakkee P. Brinkman, (voorzitter). G. van Emous, (secretaris). Ooltgensplaat, 25 mei 1974 Secr. Margrietstraat 23 THOLEN Wandeltochten De door de Thoolse Wandelunie georganiseerde avondvier daagse is van 27 t.m. 30 mei, met af standen van 10 en 16 km. MIDDELHARNIS Gevonden: paar lichtcreme dames schoenen maat 4; 1 bankbiljet van f 10; bruine knipportemonnee; regenjas, met capuchon; 1 bankbiljet van f25; groene wollen slipover; polshorloge merk „Uni on"; stoffen portemonnee; suède he renhandschoen; waterpomptang; rood kindersokje; gouden armbandje; bank biljet van f 10; bankbiljet van f5; 1 bankbiljet van f 10; 1 bankbiljet van f 5; zilveren broche; verz.plaatje brom fiets; blauwe nylon want; huissleutel nr. 32; autosleutel V.W.; rode dames paraplu; groene herenfiets merk „Ga zelle"; ring met 3 sleutels; huissleutel; 1 bankbiljet van f 25; gestreepte bad tas met inhoud; paar blauwe dames handschoenen; 6 dozen Hofnar sigaren; oude zwarte damesfiets; bankbiljet van f 5; 1 herenhandschoen; T.L. buis; vier kante halsdoek; dameshorloge merk „Pontiac" met leren band; 1 huissleutel. Verloren: zwart lederen dameshand schoen; rode skelter; rode 3-wieler; groene damesfiets „Gazelle"; rode step; groene herenfiets „Gazelle"; siamese poes; witte kinderfiets met zij wieltjes; bruine portemonnee met inhoud; brui ne portemonnee; paarse jongensfiets; leren portemonnee; zwarte portemon nee; 2 bankbiljette van f 10; dames fiets; zilveren schakelarmband; huis sleutel; portemonnee met foto; zilveren armband met naamplaatje; doublé da meshorloge met groene band; blauwe zwembroek; I bankbiljet van f25; 1 „Parker" vulpen; hanger met 2 auto sleutels; groene damesfiets met rood zitje; 1 bankbiljet van f25... 1 wieldop van „Consul"; groene jongensfiets; paar gymschenen en gympak; horloge merk „Union"; blauw jack; verz.plaatje brom fiets; paar dameshandschoenen; 1 bank biljet van f 100; gouden halsketting met vijfje; herenbril; rode portemonnee met inhoud; ring met 3 sleutels; rode tas met spaarbankboekje; horloge met schakelarmband; bruine portefeuille; groene herenfiets „Bato"; doublé da meshorloge met nylon bandje; blauw trainings jack; zwarte weekendtas met inhoud; blauwe portemonnee met in houd; 2 zwarte damesfietsen; ring met 3 sleutels; zwarte damesfiets; zwarte damesfiets merk „Benzo"; groene da mesfiets „Humber"; goudkleurig he renhorloge; klepportemonnee, rood; gladde gouden ring; gouden broche (J); gestreepte tas met inhoud; bril met zwart montuur; blauw jack; suede jas; groene damesfiets; rode damesfiets „Ba- tavus"; 3 sleutels; zwarte oude heren fiets. Inlichtingen omtrent vorenstaande voorwerpen op het Groepsbureau der Rijkspolitie te Middelhamis, Hoflaan 52, tel. 01870-2444, iedere werkdag. VERVOLGVERHAAL Verhalen van Jan Lourense. .,A1 ons denken is maar stukwerk" 16 Vakkundig waren de bedden zo geplaatst, dat ieder het gezicht had op het grote podium, voor deze gelegen heid opgeslagen. Ik was alleen, ja, de eerlijkheid gebiedt mij dit te zeggen, jaloers op de lopende patiënten, die misschien allen dit jaar nog naar huis zouden gaan, in elk geval begin vol gend jaar. En ik... Achter ons kwam beweging. Ja, daar liepen de zangers en zangeressen naar het podium. En toen het jongenskoor. Wat een leuke jongens! Moet je die daar zien. Hij lijkt wel wat op Freddy. De tranen kwamen me in de ogen. Het jochie kwam in de eerste rij te zitten. De dirigent, een jonge man nog, stond hij de lessenaar. Toen kwam er een heer binnen, wiens gezicht mij bekend voorkwam. Dat was... hoe heette hij ook weer, die musicus? Hij liep naar de vleugel. „Frits Beijma" hoorde ik in mijn buurt mompelen. Och, natuurlijk. dat was de bekende Frits Beijma. 'k Had hem meermalen voor de radio ge hoord en ook wel eens op de televisie gezien. De predikant van het Huis, dominee Duiven, tikte met zijn zakmes op de lessenaar. Het geroes van stemmen hield op. De predikant zeide, dat er alleen gezongen zou worden. Morgen was er kerkdienst. Echter zou hij wel de eerste zeven verzen van Lukas 2 le zen: „En het geschiedde..." Met velen ken ik de woorden uit het hoofd. Als kind moest ik het hele hoofdstuk uit het hoofd leren. Toen sprak dominee Duiven een kort gebed uit en, zo zeide hij, gaf hij het woord aan de zang en de muziek. Vrijwel op hetzelfde moment sloeg Frits Beijna akkoorden aan en dat voorspel ging bijna ongemerkt over in het be kende „Stille nacht, heilige nacht", dat door de hele schare zangers en zange ressen geneuried werd. Want één stem, 't leek die wel van een nachtegaal, moest overheersen: de zuivere stem van het jochie, dat zo op Freddy geleek. Nu begreep ik, waarom hij vooraan moest staan. Hij was, dunkt me, niet zenuwachtig, maar wel onder de indruk van de omgeving. Zo nu en dan dwaal den de ogen van het jochie van de di rigent af en keek hij, ietwat meewarig, naar de vele zieken, hij, de gezone boy. Er wordt gezegd, dat een mens niet twee dingen tegelijk kan doen, maar ik toen wel, want ik dronk de gezon gen woorden in en hield geen oog af van het jochie, dat zo vol overgave zong: „Ook voor mij hebt G'U rijk dom ontzegd." Vlak vooraan zag ik een dame zitten. Dat moest de moeder van de nachte gaal zijn, want hij leek sprekend op haar. En toen het lied ten einde was, knikte de dirigent haar welsprekend toe, alsof hij zeggen wilde: „Datheeft uw zoontje er uitstekend afgebracht." Zij knikte vrolijk terug. Ik dacht: ze is er trots op. Nu, dat mocht ook wel. Het jochie verliet zijn vooraanstaande plaats en voegde zich tussen de andere jongens. Natuurlijk werden er meer kerstliede ren gezongen. Er was ook een pauze, om eens met elkaar te praten, wat vele patiënten deden. Het uur was gauw om. Het slot van alles was, dat het grote koor en het jongenskoor het machtige „Ere zij God!" zongen. Toen gingen zij heen. Ik keek nog uit naar mijn „nachtegaal", maar het jochie was al met zijn kornui ten verdwenen. De zusters zorgden weer voor het trans port. Ik was één van de laatsten, die naar de kamer teruggebracht werd. De dominee, de dirigent, de musicus en een paar dames bleven nog wat napra ten, ook met patiënten voorzover die er nog waren. De moeder van de „nach tegaal" (O, er was geen twijfel aan. 't was zijn moeder!) keek mij aan, kwam naar mij toe en vroeg: „Hebt u ook kinderen, mevrouw?" Ik antwoord de heel kort: „Ja!" Zó graag had ik een gesprek willen beginnen, maar 't was mij onmogelijk, op dat moment iets meer te zeggen. Daar waren twee vrou wen, de één er van ging naar huis, om haar taak in het gezin weer op te vatten, de ander, ik, zou weer naar het ziekenvertrek gebracht worden; bij mij thuis stond een ander aan het roer. Mien, je zult me toch niet aandoen, dat je met Herman Nu moet u niet denken, dat ik op dat ogenblik piekerde en ondankbaar was. Het concert had mij goed gedaan. Ik werd anders üit de hal gereden dan ik er fn gekomen was De kerstdagen zijn nu voorbij. Ik kan het zelf niet begrijpen, ze zijn omge vlogen. Er was op de eerste kerstdag een korte kerkdienst, die door de mees te patiënten door de huisradio op bed werd aangehoord. En er is die dag veel gezongen. In alle afdelingen van het ziekenhuis kwamen koren. Vlakbij mij, in de corridor, zong een dameskoor. Ik heb genoten van het zingen, vooral van dat éne lied, dat ik op het program ma volgen kon: Sterk mij door uw tere handen, maak mij door uw kleinheid groot Maak mij vrij door Uwe banden maak mij rijk door Uwe nood. Maak mij blijde door Uw lijden maak mij levend door Uw dood. Voor het eerst van mijn leven heb ik het goed begrepen. O ja, ik wist het wel verstandelijk. Maar de ziel was er niet bij. Dominee Duiven zei in de kerkdienst ongeveer: de mensen vieren kerstfeest, alle mensen, tot in de kroegen toe. Het spreekt tot de mensen, het doet ze in elk geval iets. Ik heb niets tegen de viering van het kerstfeest, doe er im mers zelf aan mee: Maar we moeten goed weten, dat op kerstfeest iets an ders moet volgen: het lijden en sterven van Jezus, die leed voor onze zonden. Maar dan ook pasen, de opstanding. De dood is overwonnen. Wij, zondaren, als we in Hem geloven, wij sterven niet; onze dood is een ingang in het eeuwige leven, verworven door het Kindeke in de kribbe van Bethlehem. Ik heb het begrepen. Het waren goede dagen, deze kerstdagen, die ik enkele dagen geleden feitelijk vervloekte Ik kan nu verder, al zal ik het nog wel eens moeilijk hebben. Zal ik genezen? Ik weet het niet. Hoe zal het met Her man gaan? En de kinderen? Zondag komt Herman. Ik zal hem alles ver tellen van de kerstdagen. EnMien? Och, ik weet er allemaal niets van. Ik geef alles, alles over aan Hem, van Wie de „nachtegaal" zong: „Ook voor mij hebt G'U rijkdom ont zegd." Recidivist. Elf uur in de avond, 't Was stil in de pastorie van dominee White in het gro te dorp Balbourough. Alleen de predi kant was nog op zijn studeerkamer, waar hij druk zat te werken aan een artikel voor een tijdschrift. Dat moest wel. Zijn tractement was te laag om het gezin behoorlijk te kunnen onderhou den. En als allen naar bed waren en het zo heerlijk stil was in de woning, kon hij rustig werken. Dat gebeurde enkele avonden per week. Plotseling hief hij het hoofd op en luis terde gespannen, 't Was net, of er be neden ergens een ruit werd ingesla gen zonder al te veel lawaai. Was er een inbreker? Hij glimlachte (want angst kende hij niet) een inbreker in de pastorie, waar niets, letterlijk niets te halen viel! Maar - hij zou zich wel vergist hebben, want hij vernam geen enkel geluid meer. Hij vervolgde zijn artikel. Wéér hief hij het hoofd op: er moest iemand in huis zijn, hij voelde het meer dan hij het vernam. Toen werd hij ze ker van zijn zaak. Er schuifelde iemand door de gang, die langs zijn werkkamer liep Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1974 | | pagina 5