iiAnoEii - niEuws Overdenking UW BMW-DEALER LAAGVELD A.J.VANRUMPT STAD AAN 'T HARINGVLIET Overvloedige Mosselzaadval uit de Heilige Schrift Eilanden-nieuws e blad Vrijdag 29 juni 1973 No. 4199 KIJKVENSTER C. KIEVIT Zn. Centrale Verwarming SOniMEI^DIJK Telefoon (01870) 2609 Ramp voor Mossel kwekers DE GELOOFSVERWACHTING VAN ABRAHAM. (ON) GELUKSGETAL V^^S^v^ Molendijk 85, tel. 01871-553 Abonneert U op (Wordt vervolgd) lUIKMIIi—liiMHiMI blik op kerk en samenleving Chr. middelbaar onderwys Niet modern, maar ouderwets Bij belgetrouwe scholen noodzaaik. Het is enigszins gewaagd over het on- erwijs te gaan praten, nu de vakanties p het punt staan „uit te brelcen" en u de schooldeuren dicht zijn of dicht aan ft waag het er toch maar op, om- at ik graag iets wil doorgeven uit een rtiljeltie van Ds. G. M. A. Hendriksen, at ik las in het meinummer van het ekende blad „In de Rechte Straat". Ds Hendriksen, die zelf godsdienst eraar is in het Belgische Denderleeuw, ■ertelt dat iemand tegen hem zei: „Dat nderwijs bezorgt me tegenwoordig ogal wat extra avondwerk. Ik moet amelijk iedere avond bij mijn kinderen eer uit het hoofd proberen te praten at de godsdienstleraar op school er verdag heeft trachten in te praten! ijn kinderen vragen daarom trouwens elf. Want mijn kinderen zijn gezonde, olijke, idealistische, moderne jonge -ensen, en daarom zijn ze met de the- rieën van hun godsdienstleraar hele- -al niet gelukkig. Sommige klasgenoten "n er wel gelukkig mee. Maar dat zijn recies degenen, die je eigenlijk niet -eer „gelovigen" kunt noemen. En modern" zijn ze feitelijk nog minder!" Ds. Hendriksen vervolgt dan: „Mijn -gsraan had het bij dit alles over het odsdienstonderwijs op de middelbare -hooi. En ik moet zeggen dat ik zijn -merkingen daarover heel erg goed on begrijpen. Want ook ik ben van ening, dat hoe langer hoe meer gods- enstleraren geen flauw idee blijken te ebben van het werkelijk „moderne" -vensbesef van de jonge gelovige men- -n van tegenwoordig. Want als ze dat dee wèl hadden, dan zouden ze deze "nge mensen niet zo herhaaldelijk te 'f durven gaan met opvattingen en eorieën, die misschien ooit wel indruk emaakt hebben op cerebrale „verlich- jonge mensen van de 19e eeuw, maar ie helemaal niet meer passen bij het dealisme en het frisse gezonde levens- evoel van de jonge moderne mensen an tegenwoordig, die zeer bewust niet eer leven in de 19e eeuw, maar met 'rt en ziel in de 20ste eeuw van nü!" Hij gaat dan nog verder en betoogt dat -t liuidige godsdienstonderwijs niet al en geen vat meer heeft op de jongelui 't kerkelijke kringen, maar evenmin de ongelovige jeugd. Want die laat ch niet strikken door de bijbelkritische vattingen, die ze voorgeschoteld krij- n, maar die vluchten dan veel liever het occulte, in de oosterse mystiek of iets Voor zover ik het kan bekijken meen dat Ds. Hendriksen volkomen gelijk eeft. Onze jonge mensen op middelba- scholen zijn helemaal niet te „ver- cht" om nog te geloven in wonderen, ze nemen het eenvoudig niet dat die onderen in het Oude Testament zou- ■n moeten worden beschouwd als prookjes", „legenden" of „mythische kleding". Velen van hen willen dood- -woon vasthouden aan de historische erkelijkheid, tot en met die van de hepping en de val toe En de pogingen van vele godsdienst- raren om het aanstotelijke uit de bij- -1 weg te nemen is in wezen vechten gen windmolens, want die aanstote- 'kheid bestaat voor hen helemaal niet. „Het is", zo betoogt Ds. Hendriksen, oor de moderne gelovige jeugd ook Istrekt niet in te zien, dat het histo- 'ch-kritisch bijbelonderzoek van Itmann enz. meer te vertrouwen zou n dan het even zorgvuldig historisch- itisch onderzoek van andere bijbel- Scleerden, die intussen gewoon blijven sthouden aan de historische werke- Meid van de wonderbare feiten, die een wonderbaar boek, dat onder de onderbare leiding van Gods Heilige beest is geschreven, worden verteld." Ondanks het bovenstaande, waarover het in grote lijnen hartelijk met Ds. Mrilisen eens ben, -blijft toch het grote gevaar bestaan dat vele jongeren, die uit minder goed gefundeerde gezin nen komen, door allerlei schriftkritische theorieën worden geïnfecteerd. Kn vele ouders zullen ook niet, zoals bovenge noemde vader, in staat zijn op elk woord en weerwoord te geven. Geen wonder dat de roep om „bijbel- getrouwe scholen" steeds luider wordt. Ook hier ligt een grote taak vor de Ge reformeerde Gezindte in de breedste zin. WAARNEMER. P.S. De Confessionele Vereniging, waar aan ik vorige week een stukje wijdde, is volgens de zetter een vereniging die niet „opvaiart". De CV. heeft in derdaad, voor zover mij bekend, zich nooit met lucht- of ruimtevaart bezig gehoudenDe oplettende lezer zal dat hoop ik althans begrepen hebben dat de CV. op ons kerkelijk erf niet erg „opvalt". (Wnr.) De laatste drie jaar viel er noch op de Waddenzee noch in Zeeland mos selzaad van betekenis. Men begon al met een theorie op te stellen, dat wa tervervuiling daar van wel de oorzaali van zou kunnen zijn. Maar bewijzen kon men dat niet en alle theoriën wer den de laatste week de bodem inge slagen, omdat 1973 weer een jaar van veel nieuw en jong mosselzaad schijnt te worden. Mosselkwekers die naar het Noorden zijn geweest brengen berichten mee van overvloedige zaadval, maar dit zaad kwam in verschillende sectoren van de Waddenzee ook op .de gereed staan de consumptie mosselen terecht en van andere jaren weet men dat dit een ramp kon betekenen. Het mosselzaad dat op de consumptiemosselen valt en groeit als een deken over de con sumptiemosselen zodat deze verstikken. De mosselkweker is dan zijn gereed staande oogst kwijt. Gevreesd wordt nu, dat dit veel kwekers zal treffen. Donderdag 21 juni is volgens de voorwaarden van de Mosselverordening ook de dag waarop door de kwekers de mosselen voor het nieuwe seizoen mo gen worden aangevoerd. De mossels schijnen in veel gevallen echter nog niet het gewenste visgewicht te halen (dat verbetert per week, naarmate het seizoen vordert) terwijl daarnaast ook ■grote pokkenval op de mosselen plaats vond. Met zeepokken bezette mosse len zijn bij de handel minder gewild, hoewel de kwaliteit dikwijls zeer goed is. Er werden deze week dan ook nog ■geen mosselert aangevoerd, maar als de leveringstermijn niet wordt opgeschort zal dat volgende week wel het geval zijn. Van 1 juli af mag de handel de aan gevoerde mosselen gaan afleveren. MIDDELHARNIS-SOMMELSDIJK Vttilagen P.V. de Reisduif d.d. 23-6-'73. Wedvlucht vanuit Compiegne i(276 km.), in concours 91 duiven, gelost 6 uur 20. Eerste duif 11.38.10, snelheid 870.55 meters per minuut. L. Wielaard 1, 14. W. de Vos 2, 6, 9. C. Polder 3, 16, 18. C. Vroegindeweij 4, 10, 11, 19, 21. A. Overwoei 5, J. Springvliet D.Jr. 7, 12, 13. J. F. Kaste- leijn 8. J. Vis van Heemst 15, 20, 23. B. V. d. Doel 17. A. Verburg 22. Wedvlucht vanuit Chateauroux (579 km.), in concours 94 duivert, gelost 5 uur 10 met N.W. wind. Eerste duif 16.14.44, snelheid 884,49 meters per mi nuut. R. Jongejan 1, 6, 9, 23, 29. C. Polder 2, 25. M. J. Kalkman 3, 5, 11, 15, 22, 27. L. Wielaard 4, 10. P. v. d. Boogert 7. C. Vroegindeweij 8, 12, 14, 18, 18. J. Groenendijk 13. J. Vis van Heemst 166, 21. A. Verburg 17, 30, 31. J. P. Kaste- leijn 20, 28. H. Noordijk 24, 26. „Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, welker Kunste naar en Bouwmeester God is. (Hebr. 11 10) I. De Apostel beschrijft in het eerste vers van dit teksthoofdstuk wat het ge loof is, want er staat: Het geloof nu is eert vaste ■gron.d der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men ziet. En wat de vrucht is van het zalig makend geloof, als gave Gods? dat staat in het tweede vers: „Want door het geloof hebben de ouden getuigenis be komen: waarvan? Wel, dat zij Gode be haagden. En dan noemt de Apostel vele ge loofsgetuigen waaronder ook Abraham, die genoemd wordt de vader der gelo vigen. Hij is, toen hij 75 jaar was, door de Heere geroepen uit Ur der Chal- deën om te gaan naar het land wat de Heere hem wijzen zou en hij is gegaan niet weten'de waar hij komen zou. Die roeping was krachtdadig door de Heilige Geest. Abraham heeft als vreem deling in Kanaan verkeerd. Doch in zijn vreemdelingschap had de Heere een verwachting gegeven naar een beter vaderland, een stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouv/- meester God is. Het is de hem.elstad, die hier bedoeld wordt, de woonplaats Gods en de toekomstige woonplaats van al Gods volk (Joh. 14). De Drieënig God is de Kunstenaar en Bouwmeester van die stad. Daarvan zong Ethan in Ps. 89: „Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe (gunstbewijzen, naar Uw gemaakt -bestek in eeuwigheid zal rijzen". De fundamenten' spreken van de veiligheid en onvergankelijkheid van de stad en haar inwoners. En welige fundamenten dat zijn? Dat is het fun dament der eeuwige verkiezing. Im mers die Hij tevoren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen en gerecht vaardigd en verheerlijkt. Dat is ook het fundament van het Verbond der genade wat van eeuwig heid met de uitverkorenen in Christus gesloten is. Daar heeft de Middelaar des Verbonds Zich 'gegeven om in ^de tijd aan de eiseri des Verbonds te voldoen. Hij heeft door Zijn dood en toloedstorting het nieuwe en eeuwige Testament en Verbond der ■genade 'besloten, toen Hij uitriep: „Het is volbracht". En Christus heeft door Zijn verhoging en ingaan in de hemel, in de stad, de ingang voor Zijn volk bereid. Daardoor zal de rechtvaardige ingaan, toebereid door de Heilige Geest. Sai-nengevat, de stad en het verblijf der burgers is het werk van Zijn hand. Ook hiervan geldt Ps. 118: „Dit werk ia door Gods alvermogen, door 's Hee- ren hand alléén 'geschiedt! God is de Kunstenaar en de Bouw meester, want ook de uitbreiding en uiteindelijke voltooiing en volkomeri- 'heid is Zijn werk. Het welbehagen des Vaders zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan (Jes. 53). Daarom komt het op de toepassing van Christus en Zijn weldaden aan. Van nature dan heeft een mens deze ver wachting niet. Door onze val in A.dann zijn we erfwachters van de stad des verderfs. Toch, hoevelen vei'wachten dat na de dood een ingang in de hemel- stad hun deel zal zijn, zonder enige grond? Denk aan de joden in de dagen van de Heere Jezus, zij beriepen er zich op dat Abraham hun vader was; met andere woorden', doop, 'belijdenis, een nette levenswandel, kennis van de waarheid en mogelijk nog indrukken, ook een consciëntieovertuiging schiet te kort. Wanneer werkt dan de Heere deze gegronde verwachting? Wel in de v/e- dergeboorte, dan wordt het geloof ■ge schonken, en verwachten is een vrucht van het geloof. En hoe dit verwachten wordt be oefend? Zij leren ten eerste de Heere verwachten, en verliezen alle verwach ting buiten: Hem. Het wordt de prali- tijk van hun ziel: „Ik 'blijf de Heere verwachten, mijn ziel wacht onge stoord". Het wordt hun boven alles om God te doen, zij verwachten Hem in hun zielsbenauwdheid, vanwege hun zon den, want die zijn 'het die .de scheiding hebben gemaakt. Soms schijnt het dat hun weg voor de Heere is verborgen, dan is de vrees voor zelfbedrog zo groot. Zij verwachten de Heere tot sterkte in de strij.d tegen de zonde, wereld en satan, want in hen is geen kracht. Ja, er is een hoop, een verwachting, dat Hij die verloste, en nog doet, het ook zal blijveh doen. Nee, daar maken zij het niet naar,, want alles getuigt tegen hen, maar omdat Hij het om Zichzelfs- wil doet. Zij leren Christus verwachten tot za ligheid zo zij Hem naar de mate des geloofs hebben mogen leren kennen. Tot wie zullen zij anders heengaan? Hij heeft de woorden des eeuwigen levens. Wordt vervolgd. Yerseke. Ds. Chr. van der Poel. Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van-de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-nieuws, postbus 8, Middelhamis, met in de linkerboven hoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen be antwoord en zullen binnen enkele we ken na de inzending compleet met ant woord in deze rubriek worden gepubli ceerd. VOGELRING. Bij een van mijn zwerftochten in de natuur vond ik een dood vo^geltje, welk ■een ringetje droeg met het opschrift: Meuzeum Paris JA 194117. Welke in stantie 'houdt zich bezig met ringen van wilde vogels? Kunt u mij helpen aan het adres hiervan? Antwoord. Vooral daar het hier gaat om een vogeltje dat blijkaar in het bui tenland geringd is, lijkt het ons het beste ■dat u zich wendt tot de Nederlandse Omithologische Unie, Thomas a Kem- pislaan 98, Arnhem. Deze instantie kan u omtrent e.e.a. naderinformeren. PENNING Ik ben in het bezit van een munt of penning waar ik graag iets meer over zou willen weten'. Op de ene zijde staat: Menschlievendheid der Liberalen en Hulpbetoon ■aan de slachtoffers der ramp van AGRAPPE te Frameries '7 april 18' 79. De andere zijde draagt als opschrift: Onmenschelijklïeid der Kle- rikalen en Millioenen voor den Paus bijna niets voor de slachtoffers. Deze munt is koperkleurig. Heeft de ze nog viraarde? Antwoord. Uw penning is een par- tikuliere medaille met politiekereclame. Wij hebben de herkomst niet kunnen nagaan, wellicht komt hij uit België. De liberalen ^(in de vorige eeuw de link sen) beroemen zich op hun hulp, ge boden' bij een mijnramp te Frameries in Henegouwen, en verwijten „rechts", de klerikalen, dat ze maar weinig hulp boden bij de ramp. De waarde van deze penning is gering, omdat dit soort pen ningen maar weinig wordt verzameld. Naar onze mening kunt u 5,als een redelijke opbrengst beschouwen, doch ■uiteindelijk gaat het er natuurlijk om wat de liefhebber er voor wil en kan betalen. Als men aanneemt dat 13 een onge luksgetal is, wat is dan naar uw mening het 'geluksgetal? Antwoord. Het getal 13 gold reeds bij de Indiërs, Babyloniërs en de Grieken in de regel als ongeluks- maar ook als geluksgetal, als zijnde het 'getal 12 (zin nebeeld van de heiligheid eri gelukzalig heid) 1. Volgens Erich Bisohoff in „Die Mystik und Magie der Zahlen" 'blijkt het 'bij de Joden echter nog niet als zodanig te funktioneren, getuige de 13 eigenschappen die de rabbijnse exe gese aan God toeschrijft. In het voor hof van de tempel bevonden zich 13 armenbussen en 13 tafels. Ook moest het land Israël in 13 delen worden ver deeld omdat 'het 13e de Messias ten ■deel zou vallen. Pas bij de Christenen 'begon het aantal 13 als ongeluksgetal een rol te spelen. Jezus had 12 discipe len, maar door het verraad van Judas, waarna het nodig was een 13e apostel aan te stellen (Mathias), werd 13 oolc in het westen als ongeluksgetal geïntro duceerd, waarbij 'het tegelijk als geluks getal bleef aangemerkt. DULIKAAT MULO-DIPLOMA Door omstandigheden .ben ik mijn of ficiële MULO-diploma kwijtgeraakt. Gaarne zou ik van u vernemen of het moigelijk is om via een of andere in stantie een officieel duplikaat aan te vragen van dit diploma? Antwoord. Dit is inderdaad mogelijk. U dient zich hiervoor te wenden tot ■het MULO-examenbureau, Wagenstraat 216, Haarlem, tel. 023-292503/282446. SHILLING Ik zou 'graag willen wetenl wat de evt. waarde kan zijn van het in mijn toezitzijnde 3 shilling stuk, waarvan ik u hierbij een overtrekje doe toekomen. Antwoord. Het in uw bezitzijnde bankteken van 3 shilling is een parti- 'kuliere uitgave, daarom een teken, van de Bank of England. Het is een zeer gezocht, vrij schaars stuk, dat in goede staat zo rond 40,a 50,waard zal zijn. Begrijpelijk zullen de in- en ver koopprijzen van 'de handel lager resp. hoger liggen. Indien wij op deze publi- 'katie reakties van evt, geïnteresseerde medelezrs ontvangen, dan zullen wij deze aan u idoorgeven. DROOGBLOEIMEN Zou u mij ook enige inlichtingen kun nen' geven over 'het oo'gsten en drogen van droogbloemen? Antwoord. Het oogsten van droog bloemen moet 'gebeuren op een zonnige dag, wanneer de planten in volle bloei staan. U snij.dt de bloemen zodra deze zich 'goed ontwikkeld hebben, maar nog niet opgebloeid zijn. Indien de meeldra- den duidelijk zichtbaar zijn, is het al te laat, omdat de bloemen dan tijdens het drogen naar buiten omkrullen, waardoor de bloemvorm verloren igaat. Bij gras sen eri distelsoorten moeten de bloemen 'goed afgerijpt zijn. Het is van belang de 'bloemen op tijd te plukken, waarna ze ondersteboven op een donkere en luchtige plaats te drogen worden ge hangen. Wanneer de bloemen niet in het donker gedroogd worden, dan zul len veelal de fraaiste kleuren flets worden. WAGENZIEKTE Bij enkele kennissen van mij zit er onder hun auto een' rubber kabel met een koper kern, welke de grond raakt. Dit zou volgens hen tegen evt. wagen ziekte van medereizigers zijn. Kunt u mij zeggen of dit werkelijk nut heeft, of is dat maar suggestie? Antwoord. Dit kam nut hebben. Wan neer een auto rijdt ontstaat er door de wrijving imet de lucht aan de buiten zijde van de wagen aan „elektrostati- sche stroom." Bij sommige mensen kan dit een van de oorzaken zijn van hun wagenziekte. Er bestaan echter ook an- .dere oorzaken, zoals de snelheid van de auto, het wind- en/of bandenigeruis, enz. Het is natuurlijk zeer moeilijk exakt vast te stellen wat bij een bepaalde persoon |de oorzaak is, of een komplex van oorzaken. Indien nu de elektrosta- tische elektriciteit van de wagen kan worden afgevoerd naar de grond (dan moet de koperkern natuurlijk wel de grond iraken), dan zou in ieder geval deze oorzaak zijn weggenomen. U moet het dus eigenlijk maar zo bekijken; 'baat het niet, het schaadt in ieder geval ook niet. AARDAMANDEL Ik zou igraag in mijn moestuintje aard amandel igaan verbouwen. Zou u mij kunnen helpen aan een adres waar ik die |kan kopert? Antwoord. Na veel speurwerk blijkt dat de Cyperus esculentus, aardaman del, alleen voorkomt in de kas van het Canton Park in Baarn. Deze plant uit het Middellandse Zee-gebied is wat de wortel betreft 'bijzonder gezond, Lv.m. 'de daarin voorkomende suikers. Deze plant is noch door zaad, noch door stek in Nederland in de handel. Daar er maar één plant in de kas aanwezig is, is het wel te begrijpen dat het moeilijk is om iedereen hier delen (stekken van mee te geven, maar na informatie in- (gewonnen te hebben bij een der chefs is 'hier voor u een uitzondering te ma ken. Verder kan men u ook de nodige informatie over de teelt verstrekken. Het Canton Park is iedere werkdag ge opend. HYPNOSE Onder hypnose herinneren' mensen zioh nagenoeg alles. Zou het nu moge lijk zijn om d.m.v. „zelfhypnose" tot betere studieprestaties te komen wat 'betreft het geheugenwerk? Kunt u mij de titels, schrijvers en uitgevers noe men van (leer)boeken op dit gebied? Antwoord. Door te staren op een spie gelend oppervlak, bijv. een glazen bol, kan men geraken in een toestand van verlaagd bewustzijnsniveau, waarbij remmingen worden verzwakt en zich een abnormaal herinneringsvermogen voor doet. U vraagt naar gegeveris over een studie omtrent deze verschijnselen. De ze 'kunt u aantreffen in het Tijdschrift voor Parapsychologie 1950, van de hand van Prof. W. H. C. Tenhaeff, onder de titel „Beschouwingen over het geheu gen in verband met parapsychologische onderzoekingen". Dit artikel zult u wel van of via een Openbare Leeszaal en Bibliotheek in bruikleen kunnen krij gen. Verder kunt u bij de Rijksuniver siteit van Utrecht, faculteit der Sociale Wetenschappen, waaraan prof. Tenhaeff als hoogleraar in de parapsychologie verbonden! is, nadere informatie over dit onderwerp verkrijgen. Het adres van het Instituut voor Parapsycholo-gie is: Spruigweg 5, Utrecht, tel. 030-314282. NAMEN Graag zou ik van u de betekenis willen weten van de volgende namen, welke in onze familie veelvuldig voor komen: Alida, Gerrit, Al'bert, Andries en Marinus. Antwoord. Alida betekend „de ede le"; Gerrit „vaardig met de speer"; Albert (Al'brecht) „de door zijn adel uit- ■blinkende"; Andries „de manmoedige"; Marinus „de weerspannige". WOLLUIZEN Ik heb dn mijn planten erg veel last van wolluizen. Van alles heb ik al ge probeerd, oo'k het bepuiten met Poli- flor-zomer, wat hiertegen goed zou moeten werken, maar niets helpt. Weet u nog een oplossing? Antwoord. Wolluizen worden uitste kend ■beschermd door de wasachtige dra den waardoor deze dieren' zijn omhuld. Het beste resultaat wordt toch bereikt door de luizen met een penseeltje, ge doopt in een oplossing 2V2''/o Poliflor- zomer, aan te tippen. Deze behandeling moet wel enige malen 'herhaald wor den. Het door u genoemde middel was dus wel 'goed, maar u moet niet spui ten maar aantippen. EHVOLGVEBHAAL door Jan Lourense Verhaal uit de dertiger jaren. y"'i' oe klas staande en les gevend, "'^P', 2'.) er zich soms op, dat haar 'iQcU-ht weg is en dat zij denkt aan Mon van de Laagveldse fabrikant. aan, aUeen 'op haar kamer, neemt zica voor, hem zo koel mogelijk te jegenen, zodat hij haar met rust laat. .^•v weiger een stuk grond in ont- gst Ie nemen," denkt Gretha. „Ik t geen 'enkele verplichting aan hem rï^vJ '"^i"^ opkomende gene- weia die dreigt om te slaan in lief- "1 M kiem smoren. Er mag tu.%.%n geen sprake zijn van nauwere aan sluiting.» an glimlacht zij plotseling weer: och iaat zij verstandiger zijn en zich j's mbeelden! *t IS een gUmlacht van twijfel "iJ^^rouw Haersolte en haar d(jCh~ "P bezoek zijn, is het vrijda?. Fred rif^''' ^'^"- Iï« vertoeft op de «K en ontwijkt ook zijn vader. Na umer noch zijn vader noch zijft moeder rept van het bezoek, dat is op zet, voelt hij pakt hij de wagen en rijdt snel naar Hoogveld. Hij heeft wil- lert wachten tot zondag, om Gretha op de een of andere wijze een wenk te ge ven, dat hij haar alleen spreken wil. Maar nu zal hij zijn vader tarten. Die moet niet denken, dat hij nog een klein kind is. Hij laat zich geen vrouw geven. Die zal hij zelf zoeken. Hij heeft die gevonden. Het is Gretha Verlaan. Die schrikt, als een auto voor de wo ning van juffrouw Verdonk stilstaat en de chauffeur blijkt Fred de Bruin te zijn. Zij wil wel wegsnellen', begrijpend: dat heeft betekenis. Maar dan krijgt zij een ingeving en loopt snel naar beneden. Zij wil hem niet op haar kamer ontvangen. De hos pita mag niet het ininste vermoeden koesteren! Nauwelijks beneden, of zij staat voor Fred de Bruin, die juffrouw Verdonk gevraagd heeft, of juffrouw Verlaan thuis is. „Daar komt zij juist, mijnheer," zegt de hospita, wel ietwat verbaasd. „Mijnheer De Bruin," groet Gretha s.tijf en koel. „Wenst u mij te spreken?" „Ja, juffrouw. Als u even een ogen blikje voor mij hebt. We moeten even .spreken over het stukje grond, u weet wel. Mijn vader maakt enige bezwa ren Hij spreekt luid, vermoedend, dat juf- ii(MW Verdonk .«taat te luisteren, al thans, daar zij nog in de buurt is, iets zal opvangen. „A, is er zo'n haast bij," zegt Gretha gejaagd, niet zo rustig, als zij wil zijn. „Juffrouw Verdonk, ik mag wel even van uw woonkamer gebruik maken?" „Ziet u eens, ik heb met mijn vader er over gesproken. Maar die maakt be zwaar. Ik wist, toen ik u het aanbod deed, niet, wat ik nu weet. Er ligt op het betrokken gedeelte van het fabrieks terrein een servituut, naar vader mij meedeelde. Er mag niet op gebouwd worden, dat wil zeggen: buiten de zaak om. Het spijt me verbazend, maar ,,Wel, dat behoeft u niets te spijten," zegt Gretha. „Ik zal het aan de com missie meedelen'. Het aanbod was ook haast al te mooi." „Ho, ho, ik 'ben nog niet uitgepraat," lacht Fred de Bruin. „We hebben al een andere oplossing. Ér is vrij goed koop een stukje grond te koop mi.dden in het dorp. Voor alle zekerheid, hoe wel dat feitelijk niet nodig is, heb ik er de 'hand op gelegd vanmorgen. Voorlo pig 'blijft het voor mij gereserveerd. Dat wil dan zeggen: voor u, voor uw werk. Die grond 'krijgt u van onze firma gratis. En nu zal ik u vertellen, waarom ik de vrijheid heb genomen, u op te zoeken. De zaak is, dat ik zondag af wezig ben en het lijkt mo niet raad zaam, nog een zondag te wachten. Als u wilt, zou ik graag zien, dat u mor genmiddag 'Om drie uur 'm r,aagvold waart, dan kunneri we de plaats bekij ken. Mijnheer Botterweg zal wel zo vriendelijk zijn, mee te komen. Want u 'kunt natuurlijk niet alleen beslissen. Wordt de plaats goed gevonden, waar aan ik niet twijfel, dan kan ik de grond kopen en de commissie kan gaan bou wen. Mocht er wat geld ontbreken, ik ben bereid, vrijwillig aandeel uit eigen zak te offeren. U deelt mij .dan bij ge legenheid wel mede, hoeveel u tekort komt." Hij spreekt razend vlug. Gretha kan hem nauwelijks volgen. Zij, de Groning se, benijdt de Hollanders altijd om hun radheid van tong. Toert hij haar vroeg, de volgende mid dag naar Laagveld te komen, wilde zij weigeren. Zij vindt het beter, niet met hem alleen te zijn. Maar dat is ook zijn bedoeling niet. Hij wenst, dat mijnheer Botterweg er bij is. Dan kan zij moei lijk bezwaar malïen. Het gaat toch ook niet aan, het verleidelijke aanbod af te slaan?! Er 'moet tegen de winter een lokaal zijn. De kas laat al lang de 'bodem zien. Zij is bereid, uit eigen mid delen een eenvoudig lokaaltje te laten ■bouwen. En als nu de ■grond ■gratis wordt aangeboden „Waarom doet hij dat?" vraagt zij zich weer af. „Kan ik er dus op rekenen', juffrouw Verlaan, dat u morgenmiddag om .drie uur bij de kerk van Laagveld is? Met mijnheer Botterweg of een ander van de commissie? Dan kunnen we even ■gaan kijken. Het is slechts een ogen blikje werk." Hij smeekt het bijna. Gretha moet zich 'goed houden, om niet te vragen: „Waar om doet u 'dit aanbod?" „U moet het niet doen," zegt zij met 'gesmoorde stem. „Het is een mooi aan- ibod, maar ik vrees „Wat vreest u?" „Zie eens, u hebt een stukje grond op het fabrieksterrein aangeboden. Maar dat kan nu niet. En nu meent u, naar ik vrees, dat u verplicht bent, dit aan bod te doen. En dat is niet het geval. Ik „Ik voel die verplichting helemaal niet. Ik wil u helpen. Kan 'het niet op de eerst aangegeven wijze, dan op een andere. U kunt straks niet in die schuur zijn. En het werk moet doorgaan, vind ik. Dat heb ik u meer gezegd." „Voorlopig 'dank ik u voor uw aan bod", zegt Gretha, opstaande. „Ik zal ■mijnheer Botterweg vragen, of hij mor genmiddag even wil mee igaan kijken. Met zijn wagen is het de moeite niet waard." „Dan zal ik bij de kerk staan, juf frouw Verlaan," zegt Fred. Hij strekt de hand uit, die Gretha niet weigeren kan. Ook niet weigeren wil. Zij wil roepen: „Ga weg, Fred, ik houd het niet langer uit." Hij gaat weg, uitgeleide gedaan door Gretha. „Ik zal het haar straks wel duidelijk maken," denkt hij, „dat ik wel liegen moest over dat stukje fabrieksgrond." Intussen leeft nu de hoop, dat zij al- leert naar Laagveld zal komen. Dat is zijn opzet. Botterweg kan in elk -geval niet meekomen, want het is hem be kend, dat die elke zaterdagmiddag in de stad is. Mocht er een ander meeko men, 'dan moet 'hij een weg vinden, om Gretha alleen te spreken. In haar wo ning heeft hij het niet willen doen. Tot haar ontzetting bemerkt Gretha, dat zij alleen moet. Mijnheer Botterweg wie zij 'het geval meedeelt, kan onmo gelijk. Lankman heeft cursus in de stad. De dominee kan zij niet vragen op za terdagmiddag. De enige oplossing is nog, dat zij in Laagveld naar Verdonk gaat hij is ook lid van de commissie en hém meevraagt. Ja, waarom niet? Dan is zij niet alleen. Zij heeft het wil len uitstelleri, maar Botterweg zegt: „Dat gaat niet, het is onbeleefd, tenzij u hem verwittigt, dat u niet 'kan. Maar waar om zoudt u niet alleen gaan? U maakt het wel in orde. En trouwens, zoals u zegt Verdonk kan meegaan, 't Is inder daad beleefd, als er twee leden der oommissie 'bij zijn." Onderweg van Botterweg naar huis, wil Gretha nog schrijven naar Fred de Bruin, dat zij morgen plotseling ver hinderd is, omdat er niemand nnee kan.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1973 | | pagina 5