iiAnoEii - niEUWs
Overdenking
De vergezellers
lachten
Raad Goedereede voelt
wel voor monumenten,
niet voor ruïnes
LIEGERS
OOR
ICTORIE
Stichting
blad
Vrijdag 18 mei 1973
No. 4188
KIJKVENSTER
uit de
Heilige Schrift
Een late Pasen
IEDERS MEDEWERKING GEVRAAGD VOOR
ZOOGDIEREN ONDERZOEK OP FLAKKEE
Mej. H. Vos, leidster
Gezinsverzorging
Geluidsinstallatie in raadzaal
voldoet uitstekend
PREDIKBEURTEN
blik op kerk
en samenleving
De kerk een cluh?
Jongensachtig
Hoop voor de Kerk
,BIik op kerk en samenleving", zo
juïdt sinds kort de ondertitel van deze
ekelijkse rubriek. En wie elke week
dit praatje leest zal bemerkt hebben
dat deze blik nogal eens kritisch uit
valt. Geen wonder, er is in onze dagen
zóveel in kerk en samenleving dat de
toets van het Woord niet kan door
staan en dat ons met zorg vervult. Het
nioet wel lijken alsof hij die het terrein
overziet dat doet door een donkere
bril
Een mens verlangt er weleens naar
meer optimistische geluiden te horen en
door te geven. Maar dan moeten deze
geluiden natuurlijk wel enige grond
hebben. De profeten van het Ou.de
Testament, die vaak onheilsprofetieën
moesten brengen, deden dat ook niet
graag. Ze hebben méér geleden onder
de toestand van hun land en hun volk
dan wie ook. En het meest 'hebben ze
nog geleden' onder de voorzeggingen van
de valse profeten, die het volk wijs
maakten dat het allemaal nog wel mee
zou vallen. Die de boodschap brachten
van „vrede, vrede en geen gevaar"
Tot deze overpeinzingen kwam ik
toen ik nu alweer enkele weken ge
leden las welke visie de nieuwe
secretaris-generaal van de Nederlandse
Hervormde Kerk, Dr. A. H. van den
Heuvel, heeft op de vaderlandse kerk.
We herinneren ons nog wel hoeveel ru
moer er destijds is gev/eest rondom zijn
benoeming. Hij heeft nog maar goed
en wel zijn hoge post ingenomen of hij
heeft het werkterrein overzien en' meent
al een kijk op het geheel te hebben. Die
kijk heeft hij samengevat in het in
middels gevleugeld geworden woord dat
de Hervormde Kerk „een uitermate le
rende en hoopvolle club is".
Prof. Dr. G. P. van Itterzon, die van
deze uitspraak kennis had genomen,
schreef al kort daarna: „Mag ik in goe
de gemoede zeggen dat het spreken over
onze kerk als over een club met wat
jongensachtig in de oren klinkt? Moet
ili veronderstellen dat hij (v. d. H.) de
ze manier van spreken in Génève heeft
geleerd? Hebben: ze het bij de Wereld-
raadclub (om in zijn stijl te blijven)
over de aangesloten clubs? Ook over de
Roomse club? En over de Anglicaanse
en Oosterse club?"
Deze manier van spreken, een jon
gensachtige manier, zegt Van Itterzon
terecht, vindt natuurlijk onmiddellijk
navolging. Wanneer Van den Heuvel de
Hervormde Kerk een „club" noemt,
waarom zouden zijn spionnen dan niet
spreken over de „club van Jezus?" In
het jongste nummer van het Hervormd
Weelcblad signaleert Ds. J. P. van Roon
te Zeist opnieuw een dergelijk taalge
bruik, Ik laat hem zelf aan het woord:
„De nieuwste creatie op dit gebied
is de „club van Jezus". Wat is het?
I Sport, ontspanning, liefhebberij, stu
die, wetenschap, discussie, religie?
Wie horen bij die club van Jezus?
Gelijkgezinden? Mensert met een be
paalde hobby? Of die een bepaald
doel nastreven? Die zich inzetten voor
het een en ander, meest dan de ge
rechtigheid op aarde en onder de men
sen (liefst dan heel ver weg)?
De club' van Jezus: is dat de Kerk?
Nu moet u niet denken dat ik on
zin aan het schrijven ben. O nee.
Ik las namelijk over .de club van
Jezus in het Kerkblad van Schou-
wen/Duiveland. In het nummer in de
week van Palmzondag schreef de
hoofdredacteur van het kerkblad een
artikel in verband met de openbare
belijdenis van de nieuwe lidmaten. Ik
geef u een gedeelte uit het artikeltje
door:
„Bij de club van Jezus willen de
jongeren graag behoren misschien,
maar toetreden tot een kerk die in
zulke onverstaanbare taal spreekt...
Velen zeggen ja tegen Jezus en nee
tegen de Kerk. Er wordt in de kerk
zoveel gevonden dat ons niet aan
staat. Waarom moet alles bij het oude
blijven, zegt de een. Waarom komen
er zoveel nieuwe dingen, zegt de an
der. Het aantal mensen dat tijdens een
kerkdienst ervoor uit wil komen bij
de club van Jezus te behoren neemt
jaarlijks af."
Tot zover Ds. Van Roon en tot zover
ook het citaat uit het genoemde kerk
blad.
Ds. Van Roon betoogt dan verder dat
dit spreken over de „club van Jezus" ge
heel past in het streven naar het poli
tieke Messianisme. En hij wijst tegelijk
op het geheel andere spreken van onze
helijdenis, bijvoorbeeld in de Held. Cat,
waar beleden wordt „dat de Zoon van
God Zich uit het ganse menselijke ge
slacht een gemeente vergadert"; en in
de Ned. Gel. bel., waar de Kerk ge
noemd wordt „een heilige vergadering
van alle ware Christgelovigen".
Dat klinkt allemaal heel anders dan
dat jongensachtige en gewilde spreken
over de Kerk als over een club. Het is
ook principieel anders. Want de Kerk
is geen club van gelijkgezinde mensen
die één doel nastreven, maar de Kerk
is een: planting des Heeren.
En dan moet ik toch ergens, terug
komend bij het uitgangspunt. Ds. Van
den Heuvel gelijk geven. Of de Her
vormde Kerk een uitermate levende en
hoopvolle club is, zoals hij zegt, dat
laat ik in het midden. Maar ik heb,
evenals hij, moed en hoop voor de kerk.
Want die Kerk is er altijd geweest en
zal er ook altijd blijven, „ook zo staat
het in onze belijdenis als ze zeer klein
en als tot niet gekomen schijnt te zijn
in de ogen der mensen".
En dan zijn er zelfs voor de zicht
bare kerk, die zo oneerbiedig „club",
genoemd wordt, nog hoopvolle tekenen.
Andere tekenen wellicht dan die Ds.
Van den Heuvel bedoelt. Dat de Heere
doorgaat met dienstknechten te zen
den, en Zijn gemeente te vergaderen
rondom het zuivere Woord ook iri
de Herv. Kerk trouwens en dat Hij
er telkens weer toebrengt tot de ge
meente die zalig wordt. Dat zijn hoop
gevende tekenen. En het meest hoopge
vend is dat de Koning beloofd heeft:
„De poorten der hel zullen Mijn Ge
meente niet overweldigen".
Waarnemer.
„Era ten laatste van allen is Hij ook
van mi] als van een ontijdig gebo
rene gezien". (1 Cor. 15 8)
De apostel Paulus is bezig de getui
gen van de opstanding op te sommen.
Niet zozeer de gewone getuigen: de
vrouwen, de Emmaüsgangers, Thomas.
Maar de sterkste getuigen: Cephas, die
Christus verloochend had en Jacobus,
die niet in Hem geloofd had.
En aan het eind van die rij plaatst hij
ineens zichzelf. Hij is de kroongetuige.
Niemand heeft minder aan de opstan
ding geloofd dan hij. Niemand heeft
zich feller tegen de opstanding verzet
dan hij.
Eigenlijk past Paulus helemaal niet in
deze rij. Want de andere getuigen, die
hebben allen Jezus gekend tijdens Zijn
leven op aarde. Zij zijn ooggetuigen, zij
kunnen zeggen: „Wat onze ogen gezien
hebben
Maar nu komt Paulus bij hen staan en
Paulus zegt: „Ik hoor er óók bij, ik
heb Hem óók gezien. Véél later pas, na
de Hemelvaart en na Pinksteren. Maar
het was wèl op het nippertje ten laat
ste van allen".
Die ver.'^chijning van Chri.stus aan
Paulus was een uitzonderlijke gebeur
tenis. Zoiets valt niemand meer te beurt.
-Dat schrijft Paulus later zelf: „Wij ken
nen van nu aan niemand meer naar het
vlees. En indien we ook Christus naar
het vlees gekend hebben, nochtans ken
nen we Hem nu niet meer naar het
vlees".
En toch ten' laatste van allen, is
dat niet de ervaring van allen die Hem
leerden kennen? Ze hadden er niet op
gerekend, ze hadden het niet verwacht,
ze hadden zich ertegen verzet.
Moet dat misschien óók zeggen?
„Had Hij me niet opgezocht, ik had niet
naar Hem omgezien. Had Hij niet inge
grepen, ik was doorgegaan. Had Hij
mijn verzet niet gebroken, ik was met
de dag harder en kouder geworden".
Wat een verwondering: Ten: laatste
van allen ook van mij gezien.
Wie was hij eigenlijk? Nee, niet een
openbare goddieloze. Niet een mens mid
den in de wereld. Niet iemand die zich
uitleefde in de zonde en in de ongerech
tigheid. Integendeel, een ,keurig net
kerkmens; onderwezen in de Schriften;
een veelbelovend leerling van Rabbi
Gamaliel.
Maar bij dat alles een vijand van
God en van Christus en een vijand van
vrije genade. Liever sterven in eigen
gerechtigheid dan leven uit .de gerech
tigheid van Christus.
Des te groter is het wonder wanneer
de Heere Zich aan zó iemand openbaart.
Ten laatste van allen óók van mij ge
zien. Alsof Paulus zeggen wil: „Hoe is
het mogelijk? Wie ben ik, dat Gij naar
mij hebt omgezien?"
Dat wordt nog méér duidelijk als we
zien hoe Paulus zichzelf noemt. „Een
ontijdig geborene".
Dat kan twee dingen betekenen. Het
eerste is dit: de andere apostelen wa
ren bij wijze van spreken voldragen
vruchten. Ze hadden met Christus om
gegaan, met Hem gegeten en gedronken.
Ze waren voorbereid op Zijn lijden en
sterven', ze werden getuigen van Zijn op
standing. Ze waren gerijpt, gevormd
voor de dienst van God, voor -de pre
diking van het Evangelie.
Paulus niet. Hij was nooit een disci
pel geweest. Integendeel, hij was een
felle tegenstander. Hij was er niet voor
in de wieg gelegd om apostel te worden.
Een vreemde in de apostolische familie!
Hij hóórde er niet bij
Maar het tweede, dat is nog erger:
een ontijdig geborene, een misgeboorte,
de naam van mens niet eens waard.
Eenwanprodukt. Ja, zo voelt Pau
lus zich ook. Ten enenmale ongeschikt.
Nergeris te goed voor, overal te slecht
voor. Een onwaardige.
Laat het beeld eens even op u in
werken. Weet u wat het wonderlijke is?
Dat zon' misgeboorte in leven blijft!
Dat komt in het natuurlijke leven niet
vóór. Zo'n misgeboorte heeft geen le
vensvatbaarheid. Maar wat uit God
geboren is, dat is nooit een misgeboor
te. Al wat uit God geboren is overwint"
de wereld!
Denkt u nog maar niet eens aan een
misgeboorte, denkt u maar aan een te
vroeg geboren' kind. Dan zegt de dokter
soms: „Ik geef het niet veel kans, het
heeft weinig levensvatbaarheid". Ook
al zijn er dan tegenwoordig allerlei mid
delen om zo'n kind in leven te houden,
het blijft toch een zorgenkindje.
Nu, dat zijn Gods kinderen allemaal.
Zorgenkinderen. Ze hebben dubbele
aandacht nodig. Niet alleen vlak na de
geboorte, maar hun leven lang. Het is
een wonder dat ze léven, en het is een
wonder dat ze in leven blijven. Ten
minste, van hén uit gezien. Maar niet
van God uit. Want door de opstandings
kracht van Christus zijn ze opgewekt tot
een nieuw leven. En ze blijven in leven
door Christus Die hun leven is. Dat
leven sterft niet, want het is met
Christus verborgen in God.
Hebt u uzelf zó gezien, als een ontij
dig geborene? Hebt u het beleden' dat
u de naam van mens nauwelijks waard
was? Bent u overal voor afgekeurd?
Een grote mislukking?
Een ontijdig geborene. Geen levens
vatbaarheid in uzelf. Het was voor nie
mand onmogelijker om te leven, voor
niemand onmogelijker om zalig te wor
den dan voor mij. Ik had niets meer te
verwachten dan de dood. En ik kreeg
het leven. Dat is te danken aan Hem,
Die de doden levend maakt. Die de din
gen die niet zijn roept alsof ze waren.
Die het onmogelijke mogelijk heeft ge
maakt.
Wat een Evangelie! Nette, fatsoenlijke
kerkmensen kunnen zalig worden! Je
zus wordt gezien door mensen die niets
in Hem zagen, die Hem niet eens zien
wilden. Door mensen die zichzelf leer
den zien als wanprodukten', en die een
oog kregen om de Koning te zien in
Zijn schoonheid.
Een late PasenMaar tegelijk een
eeuwige Pasen. Want zij zullen Hem
zien gelijk Hij is.
Ridderkerk.
W. van Gorsel.
Onze Vlaamse zuiderburen hebben
zo'n hekel aan 'het frans, dat ze weige
ren het woord convoyeur te gebruiken
daEiom de mannen die met de dui
ven reizen steevast de vergezellers noe
men. Die vergezellers nu hadden afgelo
pen Weekend volop reden om te lachen,
Want bij een wolkeloze hemel en opti-
'paal gunstige weersvoorspellingen kon
den te 7,00 uur alle duiven van de za-
terdagvliegers los. Een matige zuidwes
tenwind zorgde vervolgens voor een
snel verloop van het concours op Noyon.
Difksiand: Van de 1243 duiven vliegt
j*' C. Roodzant de concurrentie voor het
Kampioenschap op afstand door 1, 15 en
te winnen. L. Arensman (14) voor
spelde reeds hij de aanvang van 'het
seizoen dat dit de man werd die het
jïJoeUijkst in de FCC te pakken zou zijn.
onverwacht succes voor P. de Jong op
*,,3e plaats en ook J. K. Hoekman
"ujit het groots spel, 5 en 16 naar de
'op dingen, c. Vermeulen 24.
?tad aan 't Haringvliet: De winnaar
f'2 van de FCC-competitie, die vol-
jenae week opnieuw start, de „470863"
'^"t'r. de Boed heeft zich weer aan-
gediend. Hij kwam als 2e aan. Zelfde
"heRbers pakken verder de 26e en een
^anial volgepoulde voorop. A. de Geus
ewijst vorig jaar geen gelegenheids-
''Wpioen te zijn geweest. Zijn vogels
klasseren zich op onder meer de 6e en
19e plaats. Gebr. Visser doen het met
4 en 9 zelfs nog iets beter en deze aan
komsten wijzen op stijgende vorm. B.
Visser met 12 en 18 ook weer bij de
eerste dertig en P. J. Huizer, 17, 18 en
23 krijgt er zelfs drie tegelijk. A. de
Boed 23. H. v. d. Valk 30.
Stellendam. Stellendam kan door de
zuidwester zijn winst van vorige week
niet consolideren. Een gunstige uitzon
dering vormt Comb. Hoek van Lenten,
die de 7e en 8e plaats bezetten en er 14
in spelen. A. Witte behaalt met een
jaarling de tiende plaats.
Middelhamis: Nog steeds geen teke
nen voor F.C.C.-overwicht en glorie uit
vroeger jaren. C. Polder doet met een
11e plaats er alles aan. Joh. Vis van
Heemst wordt 13e en Jac. Springvloed-
Dubbeld junior heeft de derde vereni
gingsduif.
Herkingen: Twee duiven hebben het
convooi voortijdig verlaten, vermoede
lijk samen want in de constatering is
slechts weinig verschil. Gebr. Molenaar
worden 21 en H. Kievit 22. Deze krijgt
pas 10 minuten later de volgende vere
nigingsduif.
Ouddorp: Bij A. J. Klink komt maar
1 duif op tijd maar die redt dan ook
volledig de eer. Hij wordt 25. A. Klijn
goed spelend behaalt de 27ste prijs. C.
J. Tanis begint laat maar draait wel een
hele serie.
Het concours sluit op 1200 meter.
P.S.: Bemerkt dat de FCC competitie
De lafd. Middelharnis van de C.J.N.
(Christelijke Jeugdbond van Nafuur-
vrienden) is momenteel bezig met een
belangrijk zoogdieren-onderzoek op
Flakkee, Dit onderzoek naar de ver
spreiding van muizen en vleérniuizen
geschiedt door het onderzoeken van
braakhallen en door het bezoeken van
verblijfplaatsen van vleermuizen. Om
dit onderzoek vlot te laten verlopen,
vragen we' ieder tips over verblijf
plaatsen van uilen en vleermuizen.
ACHTERGRONDEN.
Voordat we ingaan op de bedoeling
van het onderzoek eerst iets over deze
C.J.N, afdeling, omdat de Plakkeese be
volking niet of nauwelijks van ons be
staan afweet. De afdeling 't Duumslu-
pertje is 14 maart 1970 officieel opge
richt na een jaar voorbereidende werk
zaamheden. Daarna hebben we naast de
wekelijkse excursie, 17 werkstukken
verricht zoals: tellingen o.a. voor S.B.B,
(staatsbosbeheer), R.I.N. (Rijksinstituut
voOr natuurbeheer) en R.V^f.S. (Rijks
waterstaat), landelijk watervegetatie-
onderzoek, tentoonstelling.
Behalve de tentoonstelling komen de
ze werkzaamheden niet in de publici
teit, hetgeen de oorzaak wel zal zijn
van onze onbekendheid. Wij krijgen
wel eens te horen: „Waarom doen jul
lie niets tegen dingen zoals op de Punt
bij Ouddorp gebeuren of voeren jullie
geen aktie tegen milieuver-vuiling". Dit
is uiteraard zeer belangrijk, maar ligt
niet in ons bereik, omdat de achtergron
den van de milieuproblematiek en het
bewandelen van de overheids wegen erg
moeilijk is voor een niet zo grote afde
ling met leden van 13 tot- 23 jaar. Wij
moeten ons beperken tot praktische mi
lieubescherming, zoals inventarisaties en
tellingen. Dit is zekpr niet minder be
langrijk, omdat men in eerste instantie
moet weten wat er 'beschermd moet
worden, en welke gebieden een belang
rijke waarde hebben.
Voor grotere instanties met beroeps
mensen zijn deze tellingen e.d. onmis
baar om een goed milieubeleid te kun
nen, voeren. Met dit als achtergrond
zijn wij 'het onderzoek begonnen, omdat
'bij navraag voor een inventarisatie voor
S.B.B, nauwelijks oude gegevens be
staan over zoogdieren op Flakkee. Al
leen enkele gegevens langs de Greve-
lingen over muizen en gegevens van
1963 verzameld gedurende een kamp-
week door de N.J.N, (zusterorganisatie)
zijn ons bekend.
DE OPZET.
De zoogdieren die voor het onderzoek
in aanmerking komen zijn muizen, rat
ten, vleermuizen, egels en kleinere roof
dieren. Wanneer men het over muizen
heeft worden alleen de huismuis en
veldmuis genoemd. Deze gebrekkige
soortenkermis is door het verborgen le
ven van de muizen niet verwonderlijk.
Maar in de enkele maanden die we al
'bezig^ zijn is al met zekerheid vastge
steld dat er vijf soorten spitsmuizen (in-
sefcteneters), en zes andere soorten mui
zen voorkomen. Dit kan nog oplopen
tot 14 soorten. Van aantallen óf ver-
houdingscijfers is nagenoeg niets be
kend. De methode om dit te onderzoe
ken is m.b.v. life-traps (muizenvallen
waarin de muizen levend blijven) en
d.m.v. het uitpluizen van braakballen.
Dit zijn dotten haar met daarin botjes
die uitgebraakt worden door uilen en
roofvogels. Bij deze botjes zitten ook de
schedels en kaken van de muizen. Aan
de hand van maten, vorm en structuur
van kaken, kiezen en tanden zijn de
soorten te herkennen. De grootte van
de braakballen varieert van enkele cm.
voor kleine roofvogels als torenvalk,
tot 7 cm voOr uilen. Ze zijn te vinden
onder de slaapplaatsen van deze dieren.
Het onderzoek naar vleermuizen ligt
moeilijker. Deze worden zelden in
braakballen gevonden, ze zijn niet te
vangen en het herkennen in de lucht is
meestal niet mogelijk. De enige methode
om de 15 soorten van Nederland uit el
kaar te, houden ris ze te zoeken op hun
slaapplaatsen, zoals kerken en schuren.
reeds vorige week begon en dat vier
duiven reeds 2 prijzen vlogen:
J. C. Roodzant met 1550124
C. J. Tanis met 470691
B. Visser met 1048431
J. V. Seters met 408604
Wat wel volgende week aanvangt
zijn de zesdaagse vluchten.
HOE V KUNT HELPEN.
Er zijn verschillende manieren om
uw medewerking te verlenen. Ten eer
ste door de braakballen die u vindt met
vindplaats en datum te bewaren zodat
wij ze later op kunnen halen.
"Ten tweede door tips te geven om
trent verblijfplaats van één of meerdere
uilen en/of vleermuizen. Het schijnt dat
er enkele kerkuilen bij boerderijen op
Flakkee verblijven.
Ten laatste door waarnemingen van
egels door te geven.
Wij stellen het ook op prijs wanneer u
ons financieel wilt steimen, door dona
teur 'te worden. Of lid, mits u niet jon
ger dan 13 jaar en ouder dan 25 jaar
bent. Heeft u tips of vragen, of wilt u
donateur of lid worden, dan kunt u
contact opnemen met: A. en K. van
Heerden, Doetinchemsestraat 41, Mid
delhamis, Tel. (01870) 27 87.
MIDDELHARNIS-SOMMELSDIJK
Voor het eerst sinds de oprichting in
1953 heeft de Stichting Gezinsverzor
ging „Middelhamis-Soramelsdijk" een
vaste leidster, in de persoon van mej. H.
Vos. Zij trad eind februari in dienst,
dinsdagmiddag gaf de Stichting gele
genheid op een kennismakingsbijeen-
komsc met visj. Vos kennis te maken.
Zij krijgt als leidster een overwegend
coördinerende taak en zij gaat de aan
vragen tot het ontvangen van gezins
hulp in behandeling nemen. De leid
sters mevr. Groen' en mevr. Sprong zul
len zich specifiek op de bejaardenzorg
richten.
Zij hebben, anders dan .mej. Vos, geen
vaste relatie tot de Stichting.
Mej. Vos houdt op alle werkdagen
van 9 tot 10 spreekuur op haar kantoor
in het gemeentehuis. Zij is in die tijd ook
telefonisch te bereiken onder nr. 3555,
toestel 28.
De Stichting Gezinsverzorging werd
in 1953 opgericht. Sindsdien heeft zij een
grote uitbreiding beleefd, zoals dat uit
vergelijkende cijfers blijkt. In 1963 wa
ren er 7 vaste krachten, thans zijn dat
er 18 en 35 losse hulpen. De „losse" hul
pen' werken plm. 11 uur in de week vnl.
in de bejaardenzorg. De Stichting heeft
nog steeds behoefte aan uitbreiding van
het aantal losse hulpen.
NED. HERV. KERK - THOLEN
ZONDAG 20 MEI
Tholen 9.30 en 6.30 uur ds. A. de Reu
ver Poorvliet 10 en 6 uur heer Matze
Hazerswoude Scherpenisse 9.30 en
2.30 uur ds. A. G. Haring St. Maar
tensdijk 9.30 uur ds. H. v. d. Post, Berg
ambacht, 2.30 uur heer A. Groen, Her
kingen Stavenisse 10 en 6 uur ds. H.
A. Samson, H.A. en Dankzegging St.
Annaland 10 en 6 uur ds. J, Codee, v.m.
H.D. Oud Vossemeer 10 eu 6.30 uur
ds. R. van Putten, Loenen St. Phi-
lipsland 9.30 en 2.30 uur ds. H. Harke-
ma.
Goerees Gemeenteraad heeft in haar
vergadering van dinsdagavond de tech
niek te baat genomen om zich beter te
laten horen. De nieu-we geluidsinstalla
tie een microfoon voor elk van de
raadsleden draaide proef en diat was
tot ieders tevredenheid in tegenstelling
töt de vroegere situatie 'waarin het
stemgeluid nogal eens verloren ging.
„Luid en dmdelijk" heeft de raad op
een aantal voorstellen gereageerd. Dat
was o.m. het geval bij het voorstel tot
opheffing van de onbewoonbaaiverkla-
ring van het pand van dhr. Hozeman,
Kelderweg 9. Dit voorstel werd vorige
keer van de agenda afgevoerd omdat
nog niet alle herstelwerkzaamheden
bleken te zijn uitgevoerd. Thans ver
klaarde het Hoofd Gemeentewerken
dat dat wél het geval was zodat de on-
bewoonlbaarverklaring kon worden op
geheven.
„Ik ben blij dat dit de laatste rit is",
verzuchtte wethouder Visser, „Ik zou
het voor de man en voor Ouddorp jam
mer gevonden hebben als het huisje
verloren zou zijn gegaan".
Mevr. Grinwis-Blok had een minder
opgelucht gevoel, zoals ze uit haar op
merking liet blijken: „de manier waar
op dit gespeeld is is ons niet aangenaam
geweest, eerst werd geadviseerd dat de
woning niet meer hersteld kon worden
en later adviseerde dezelfde man weer
anders".
Ook de voorz. burg. G. van Velzen
wilde er maar liever een punt achter
zetten, zeker nu de woning behoorUjk
is opgeknapt.
Weth. Visser sprak het laatste woord:
„de zaak is lelijk opgeblazen geweest!"
Blauwe Huus.
De desolate toestand van het „toe-
schermde monument" het „Blauwe
Huus" kwam ter sprake bij een ander
voorstel m.b.t. de aanvullende lijst van
monumenten. Op die lijst bleek ook het
pand Westduinweg 1 te Ouddorp te zijn
geplaatst, eigendom van C. G. Leen-
ders, gehuwd met dhr. Salemink.
B. en W. stelden de raad voor de
Minister van CRM te verzoeken bedoeld
pand van de lijst af te voeren. Het
pand zal n.l. dienstbaar worden ge
maakt aan het aldaar aanwezige kam
peerterrein en uit dien hoofde achten
B. en W. het van belang dat zo min mo
gelijk belemmerende bepalingen be
staan. Zij wezen ook op het ontbreken
van financiële middelen bij Monumen
tenzorg en met het voorbeeld van het
Blauwe Huus voor ogen kon de raad
van harte met het voorstel instemmen.
Dhr. Kr. Grinwis (S.G.P.) wilde ook
nog proberen het Blauwe Huus van de
Monumentenlijst te schrappen: „het is
zoals het er nu bijstaat voor Ouddorp en
voor de familie Hameeteman een aan
fluiting". „Inderdaad is dat een verve
lende zaak", beaamde de voorzitter,
„het dreigt in elkaar te storten maar de
sloopvergunning die we kortgeleden
hebben aangevraagd is geweigerd en
we zijn bank dat het met het pand
Westduinweg 1 ook die weg zou gaan".
„Monumenten zijn prachtig maar
ruïnes heb je niets aan en die krijg je
als de subsidies gaan ontbreken", bezag
weth. Visser.
Trottoir.
Met de stem van dhr. Kr. Grin-wis
tegen werd besloten een krediet van
22.000,beschikbaar te stellen voor de
aanleg van een trottoir aan v/eerszijden
van de Prins Hendrikweg te Ouddorp.
De bewoners hadden n.l. geklaagd over
de staat van de huidige zandbermen.
Dhr. Grinwis meende evenwel dat
die bermen best weer opnieuw ingezaaid
kunnen worden; „dat spaart 22.000,-!"
legde hij de voorz. voor. Temeer vond
dhr. 'Grinwis dat mogelijk omdat het
verkeer de aanleg van een trottoir niet
noodzakelijk maakt.
Op de vraag van dhr. Reus (P.v.d.A.)
of het voorstel ontleend is aan een plan
tot de aanleg van meer trottoirs kon de
voorzitter ontkennend antwoorden: „dat
zou zo dacht de voorz. een steenach
tige massa gaan worden in het open ge
bied van Ouddorp. Het karakter van
Ouddorp brengt mee dat trottoirs lang
niet overal passen waarom de aanleg
alleen daar gebeurt, zoals bij de scho
len, waar het uit een oogpunt van ver
keersveiligheid gewenst is", verklaarde
burg. van Velzen.
Molen-restauratie.
Ook met de stem van dhr. Kr. Grin
wis (S.G.P.) tegen besloot de raad een
aanvullend krediet van 11.500,be
schikbaar te stellen in het kader van de
restauratie van de molen van Goede
reede. De restaurateur heeft n.l. gecon
stateerd dat de kuip, de houten con
structie waaromheen de kap draait, no
dig vernieuwd' moet worden.
„Ik was ook bij het begin in 1970 te
gen de restauratie én ik ben nog niet
van mening veranderd", zo motiveerde
dhr. Grinwis zijn „tegen".
Voorzichtig vroeg de voorzitter hem
of de grote verbetering aan de molen
daar niets aan veranderde, waarop de
heer Grinwis reageerde: „'t is wel een
verbetering van de molen maar niet van
't geld".
„'t Is inderdaad een dure maar
toch ook een unieke zaak; nu we molens
hebben moeten we er ook goed voor
zorgen", was 's voorzitters mening, en
dhr. den Eerzamen dacht er precies zo
over.
„Ik ben zeer blij dat de restauratie
'heeft plaats gevonden". Alleen de elec-
trische leidingen die nog in de romp
aanwezig zijn vond dhr, den Eerzamen
„smerig". Ze zullen verwijderd kunnen
worden omdat ze toch niet m.eer func
tioneel zijn.
Weth. Visser vond het naar hij ver
klaarde een goede zaak de molens, als
openbare museums voor de gemeente
en voor het nageslacht te 'bewaren.
„Zeer".
De raad besloot kredieten beschikbaar
te stellen voor de aanleg van een CV.
installatie op de openbare scholen te
Ouddorp en Stellendam en de Chr. Nat.
School te Stellendam.
De Openibare school te Goedereede
werd ervan uitgezonderd omdat er ge
streefd wordt naar een nieuwe school:
„Het doet je echt zeer dat je wat Goe-
ree betreft steeds een kruisje ziet
staan",betreurde dhr. den Eerza
men.
Vismijn.
Als aanvullend agendapunt werd de
raad gevraagd een krediet van 22.000,-
beschikbaar te stellen t.b.v. een opberg
ruimte voor viskisten in de vismijn.
.Mevr. 'Grinwis-Blok, haar fractiege
noot Reus en dhr. "T. van Dam lieten
zich kritisch uit over de manier waarop
B. en W. de raad met dit voorstel con
fronteerden. „De hebben in die korte
tijd de consequenties niet kunnen
overzien", verweet mevr. Grinwis het
college.
De voorz. trachtte' dat onbehagen
wat weg te nemen met het motief dat
het weer vier weken langer zou duren
wanneer 'tot een volgende vergadering
zou moeten worden gewacht, terwijl er
aan de voorziening grote behoefte be
staat.
Dhr. W. 't Mannetje wist dat uit de
praktijk te bevestigen. „De bergruimte
zo verklaarde hij zal ook voorko
men dat er kisten verdwijnen, omdat ze
voortaan niet anders dan mst een 'hef
truck gepakt kunnen worden.