iiAnoEii - niEUWs Overdenking De vergezellers lachten Raad Goedereede voelt wel voor monumenten, niet voor ruïnes LIEGERS OOR ICTORIE Stichting blad Vrijdag 18 mei 1973 No. 4188 KIJKVENSTER uit de Heilige Schrift Een late Pasen IEDERS MEDEWERKING GEVRAAGD VOOR ZOOGDIEREN ONDERZOEK OP FLAKKEE Mej. H. Vos, leidster Gezinsverzorging Geluidsinstallatie in raadzaal voldoet uitstekend PREDIKBEURTEN blik op kerk en samenleving De kerk een cluh? Jongensachtig Hoop voor de Kerk ,BIik op kerk en samenleving", zo juïdt sinds kort de ondertitel van deze ekelijkse rubriek. En wie elke week dit praatje leest zal bemerkt hebben dat deze blik nogal eens kritisch uit valt. Geen wonder, er is in onze dagen zóveel in kerk en samenleving dat de toets van het Woord niet kan door staan en dat ons met zorg vervult. Het nioet wel lijken alsof hij die het terrein overziet dat doet door een donkere bril Een mens verlangt er weleens naar meer optimistische geluiden te horen en door te geven. Maar dan moeten deze geluiden natuurlijk wel enige grond hebben. De profeten van het Ou.de Testament, die vaak onheilsprofetieën moesten brengen, deden dat ook niet graag. Ze hebben méér geleden onder de toestand van hun land en hun volk dan wie ook. En het meest 'hebben ze nog geleden' onder de voorzeggingen van de valse profeten, die het volk wijs maakten dat het allemaal nog wel mee zou vallen. Die de boodschap brachten van „vrede, vrede en geen gevaar" Tot deze overpeinzingen kwam ik toen ik nu alweer enkele weken ge leden las welke visie de nieuwe secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, Dr. A. H. van den Heuvel, heeft op de vaderlandse kerk. We herinneren ons nog wel hoeveel ru moer er destijds is gev/eest rondom zijn benoeming. Hij heeft nog maar goed en wel zijn hoge post ingenomen of hij heeft het werkterrein overzien en' meent al een kijk op het geheel te hebben. Die kijk heeft hij samengevat in het in middels gevleugeld geworden woord dat de Hervormde Kerk „een uitermate le rende en hoopvolle club is". Prof. Dr. G. P. van Itterzon, die van deze uitspraak kennis had genomen, schreef al kort daarna: „Mag ik in goe de gemoede zeggen dat het spreken over onze kerk als over een club met wat jongensachtig in de oren klinkt? Moet ili veronderstellen dat hij (v. d. H.) de ze manier van spreken in Génève heeft geleerd? Hebben: ze het bij de Wereld- raadclub (om in zijn stijl te blijven) over de aangesloten clubs? Ook over de Roomse club? En over de Anglicaanse en Oosterse club?" Deze manier van spreken, een jon gensachtige manier, zegt Van Itterzon terecht, vindt natuurlijk onmiddellijk navolging. Wanneer Van den Heuvel de Hervormde Kerk een „club" noemt, waarom zouden zijn spionnen dan niet spreken over de „club van Jezus?" In het jongste nummer van het Hervormd Weelcblad signaleert Ds. J. P. van Roon te Zeist opnieuw een dergelijk taalge bruik, Ik laat hem zelf aan het woord: „De nieuwste creatie op dit gebied is de „club van Jezus". Wat is het? I Sport, ontspanning, liefhebberij, stu die, wetenschap, discussie, religie? Wie horen bij die club van Jezus? Gelijkgezinden? Mensert met een be paalde hobby? Of die een bepaald doel nastreven? Die zich inzetten voor het een en ander, meest dan de ge rechtigheid op aarde en onder de men sen (liefst dan heel ver weg)? De club' van Jezus: is dat de Kerk? Nu moet u niet denken dat ik on zin aan het schrijven ben. O nee. Ik las namelijk over .de club van Jezus in het Kerkblad van Schou- wen/Duiveland. In het nummer in de week van Palmzondag schreef de hoofdredacteur van het kerkblad een artikel in verband met de openbare belijdenis van de nieuwe lidmaten. Ik geef u een gedeelte uit het artikeltje door: „Bij de club van Jezus willen de jongeren graag behoren misschien, maar toetreden tot een kerk die in zulke onverstaanbare taal spreekt... Velen zeggen ja tegen Jezus en nee tegen de Kerk. Er wordt in de kerk zoveel gevonden dat ons niet aan staat. Waarom moet alles bij het oude blijven, zegt de een. Waarom komen er zoveel nieuwe dingen, zegt de an der. Het aantal mensen dat tijdens een kerkdienst ervoor uit wil komen bij de club van Jezus te behoren neemt jaarlijks af." Tot zover Ds. Van Roon en tot zover ook het citaat uit het genoemde kerk blad. Ds. Van Roon betoogt dan verder dat dit spreken over de „club van Jezus" ge heel past in het streven naar het poli tieke Messianisme. En hij wijst tegelijk op het geheel andere spreken van onze helijdenis, bijvoorbeeld in de Held. Cat, waar beleden wordt „dat de Zoon van God Zich uit het ganse menselijke ge slacht een gemeente vergadert"; en in de Ned. Gel. bel., waar de Kerk ge noemd wordt „een heilige vergadering van alle ware Christgelovigen". Dat klinkt allemaal heel anders dan dat jongensachtige en gewilde spreken over de Kerk als over een club. Het is ook principieel anders. Want de Kerk is geen club van gelijkgezinde mensen die één doel nastreven, maar de Kerk is een: planting des Heeren. En dan moet ik toch ergens, terug komend bij het uitgangspunt. Ds. Van den Heuvel gelijk geven. Of de Her vormde Kerk een uitermate levende en hoopvolle club is, zoals hij zegt, dat laat ik in het midden. Maar ik heb, evenals hij, moed en hoop voor de kerk. Want die Kerk is er altijd geweest en zal er ook altijd blijven, „ook zo staat het in onze belijdenis als ze zeer klein en als tot niet gekomen schijnt te zijn in de ogen der mensen". En dan zijn er zelfs voor de zicht bare kerk, die zo oneerbiedig „club", genoemd wordt, nog hoopvolle tekenen. Andere tekenen wellicht dan die Ds. Van den Heuvel bedoelt. Dat de Heere doorgaat met dienstknechten te zen den, en Zijn gemeente te vergaderen rondom het zuivere Woord ook iri de Herv. Kerk trouwens en dat Hij er telkens weer toebrengt tot de ge meente die zalig wordt. Dat zijn hoop gevende tekenen. En het meest hoopge vend is dat de Koning beloofd heeft: „De poorten der hel zullen Mijn Ge meente niet overweldigen". Waarnemer. „Era ten laatste van allen is Hij ook van mi] als van een ontijdig gebo rene gezien". (1 Cor. 15 8) De apostel Paulus is bezig de getui gen van de opstanding op te sommen. Niet zozeer de gewone getuigen: de vrouwen, de Emmaüsgangers, Thomas. Maar de sterkste getuigen: Cephas, die Christus verloochend had en Jacobus, die niet in Hem geloofd had. En aan het eind van die rij plaatst hij ineens zichzelf. Hij is de kroongetuige. Niemand heeft minder aan de opstan ding geloofd dan hij. Niemand heeft zich feller tegen de opstanding verzet dan hij. Eigenlijk past Paulus helemaal niet in deze rij. Want de andere getuigen, die hebben allen Jezus gekend tijdens Zijn leven op aarde. Zij zijn ooggetuigen, zij kunnen zeggen: „Wat onze ogen gezien hebben Maar nu komt Paulus bij hen staan en Paulus zegt: „Ik hoor er óók bij, ik heb Hem óók gezien. Véél later pas, na de Hemelvaart en na Pinksteren. Maar het was wèl op het nippertje ten laat ste van allen". Die ver.'^chijning van Chri.stus aan Paulus was een uitzonderlijke gebeur tenis. Zoiets valt niemand meer te beurt. -Dat schrijft Paulus later zelf: „Wij ken nen van nu aan niemand meer naar het vlees. En indien we ook Christus naar het vlees gekend hebben, nochtans ken nen we Hem nu niet meer naar het vlees". En toch ten' laatste van allen, is dat niet de ervaring van allen die Hem leerden kennen? Ze hadden er niet op gerekend, ze hadden het niet verwacht, ze hadden zich ertegen verzet. Moet dat misschien óók zeggen? „Had Hij me niet opgezocht, ik had niet naar Hem omgezien. Had Hij niet inge grepen, ik was doorgegaan. Had Hij mijn verzet niet gebroken, ik was met de dag harder en kouder geworden". Wat een verwondering: Ten: laatste van allen ook van mij gezien. Wie was hij eigenlijk? Nee, niet een openbare goddieloze. Niet een mens mid den in de wereld. Niet iemand die zich uitleefde in de zonde en in de ongerech tigheid. Integendeel, een ,keurig net kerkmens; onderwezen in de Schriften; een veelbelovend leerling van Rabbi Gamaliel. Maar bij dat alles een vijand van God en van Christus en een vijand van vrije genade. Liever sterven in eigen gerechtigheid dan leven uit .de gerech tigheid van Christus. Des te groter is het wonder wanneer de Heere Zich aan zó iemand openbaart. Ten laatste van allen óók van mij ge zien. Alsof Paulus zeggen wil: „Hoe is het mogelijk? Wie ben ik, dat Gij naar mij hebt omgezien?" Dat wordt nog méér duidelijk als we zien hoe Paulus zichzelf noemt. „Een ontijdig geborene". Dat kan twee dingen betekenen. Het eerste is dit: de andere apostelen wa ren bij wijze van spreken voldragen vruchten. Ze hadden met Christus om gegaan, met Hem gegeten en gedronken. Ze waren voorbereid op Zijn lijden en sterven', ze werden getuigen van Zijn op standing. Ze waren gerijpt, gevormd voor de dienst van God, voor -de pre diking van het Evangelie. Paulus niet. Hij was nooit een disci pel geweest. Integendeel, hij was een felle tegenstander. Hij was er niet voor in de wieg gelegd om apostel te worden. Een vreemde in de apostolische familie! Hij hóórde er niet bij Maar het tweede, dat is nog erger: een ontijdig geborene, een misgeboorte, de naam van mens niet eens waard. Eenwanprodukt. Ja, zo voelt Pau lus zich ook. Ten enenmale ongeschikt. Nergeris te goed voor, overal te slecht voor. Een onwaardige. Laat het beeld eens even op u in werken. Weet u wat het wonderlijke is? Dat zon' misgeboorte in leven blijft! Dat komt in het natuurlijke leven niet vóór. Zo'n misgeboorte heeft geen le vensvatbaarheid. Maar wat uit God geboren is, dat is nooit een misgeboor te. Al wat uit God geboren is overwint" de wereld! Denkt u nog maar niet eens aan een misgeboorte, denkt u maar aan een te vroeg geboren' kind. Dan zegt de dokter soms: „Ik geef het niet veel kans, het heeft weinig levensvatbaarheid". Ook al zijn er dan tegenwoordig allerlei mid delen om zo'n kind in leven te houden, het blijft toch een zorgenkindje. Nu, dat zijn Gods kinderen allemaal. Zorgenkinderen. Ze hebben dubbele aandacht nodig. Niet alleen vlak na de geboorte, maar hun leven lang. Het is een wonder dat ze léven, en het is een wonder dat ze in leven blijven. Ten minste, van hén uit gezien. Maar niet van God uit. Want door de opstandings kracht van Christus zijn ze opgewekt tot een nieuw leven. En ze blijven in leven door Christus Die hun leven is. Dat leven sterft niet, want het is met Christus verborgen in God. Hebt u uzelf zó gezien, als een ontij dig geborene? Hebt u het beleden' dat u de naam van mens nauwelijks waard was? Bent u overal voor afgekeurd? Een grote mislukking? Een ontijdig geborene. Geen levens vatbaarheid in uzelf. Het was voor nie mand onmogelijker om te leven, voor niemand onmogelijker om zalig te wor den dan voor mij. Ik had niets meer te verwachten dan de dood. En ik kreeg het leven. Dat is te danken aan Hem, Die de doden levend maakt. Die de din gen die niet zijn roept alsof ze waren. Die het onmogelijke mogelijk heeft ge maakt. Wat een Evangelie! Nette, fatsoenlijke kerkmensen kunnen zalig worden! Je zus wordt gezien door mensen die niets in Hem zagen, die Hem niet eens zien wilden. Door mensen die zichzelf leer den zien als wanprodukten', en die een oog kregen om de Koning te zien in Zijn schoonheid. Een late PasenMaar tegelijk een eeuwige Pasen. Want zij zullen Hem zien gelijk Hij is. Ridderkerk. W. van Gorsel. Onze Vlaamse zuiderburen hebben zo'n hekel aan 'het frans, dat ze weige ren het woord convoyeur te gebruiken daEiom de mannen die met de dui ven reizen steevast de vergezellers noe men. Die vergezellers nu hadden afgelo pen Weekend volop reden om te lachen, Want bij een wolkeloze hemel en opti- 'paal gunstige weersvoorspellingen kon den te 7,00 uur alle duiven van de za- terdagvliegers los. Een matige zuidwes tenwind zorgde vervolgens voor een snel verloop van het concours op Noyon. Difksiand: Van de 1243 duiven vliegt j*' C. Roodzant de concurrentie voor het Kampioenschap op afstand door 1, 15 en te winnen. L. Arensman (14) voor spelde reeds hij de aanvang van 'het seizoen dat dit de man werd die het jïJoeUijkst in de FCC te pakken zou zijn. onverwacht succes voor P. de Jong op *,,3e plaats en ook J. K. Hoekman "ujit het groots spel, 5 en 16 naar de 'op dingen, c. Vermeulen 24. ?tad aan 't Haringvliet: De winnaar f'2 van de FCC-competitie, die vol- jenae week opnieuw start, de „470863" '^"t'r. de Boed heeft zich weer aan- gediend. Hij kwam als 2e aan. Zelfde "heRbers pakken verder de 26e en een ^anial volgepoulde voorop. A. de Geus ewijst vorig jaar geen gelegenheids- ''Wpioen te zijn geweest. Zijn vogels klasseren zich op onder meer de 6e en 19e plaats. Gebr. Visser doen het met 4 en 9 zelfs nog iets beter en deze aan komsten wijzen op stijgende vorm. B. Visser met 12 en 18 ook weer bij de eerste dertig en P. J. Huizer, 17, 18 en 23 krijgt er zelfs drie tegelijk. A. de Boed 23. H. v. d. Valk 30. Stellendam. Stellendam kan door de zuidwester zijn winst van vorige week niet consolideren. Een gunstige uitzon dering vormt Comb. Hoek van Lenten, die de 7e en 8e plaats bezetten en er 14 in spelen. A. Witte behaalt met een jaarling de tiende plaats. Middelhamis: Nog steeds geen teke nen voor F.C.C.-overwicht en glorie uit vroeger jaren. C. Polder doet met een 11e plaats er alles aan. Joh. Vis van Heemst wordt 13e en Jac. Springvloed- Dubbeld junior heeft de derde vereni gingsduif. Herkingen: Twee duiven hebben het convooi voortijdig verlaten, vermoede lijk samen want in de constatering is slechts weinig verschil. Gebr. Molenaar worden 21 en H. Kievit 22. Deze krijgt pas 10 minuten later de volgende vere nigingsduif. Ouddorp: Bij A. J. Klink komt maar 1 duif op tijd maar die redt dan ook volledig de eer. Hij wordt 25. A. Klijn goed spelend behaalt de 27ste prijs. C. J. Tanis begint laat maar draait wel een hele serie. Het concours sluit op 1200 meter. P.S.: Bemerkt dat de FCC competitie De lafd. Middelharnis van de C.J.N. (Christelijke Jeugdbond van Nafuur- vrienden) is momenteel bezig met een belangrijk zoogdieren-onderzoek op Flakkee, Dit onderzoek naar de ver spreiding van muizen en vleérniuizen geschiedt door het onderzoeken van braakhallen en door het bezoeken van verblijfplaatsen van vleermuizen. Om dit onderzoek vlot te laten verlopen, vragen we' ieder tips over verblijf plaatsen van uilen en vleermuizen. ACHTERGRONDEN. Voordat we ingaan op de bedoeling van het onderzoek eerst iets over deze C.J.N, afdeling, omdat de Plakkeese be volking niet of nauwelijks van ons be staan afweet. De afdeling 't Duumslu- pertje is 14 maart 1970 officieel opge richt na een jaar voorbereidende werk zaamheden. Daarna hebben we naast de wekelijkse excursie, 17 werkstukken verricht zoals: tellingen o.a. voor S.B.B, (staatsbosbeheer), R.I.N. (Rijksinstituut voOr natuurbeheer) en R.V^f.S. (Rijks waterstaat), landelijk watervegetatie- onderzoek, tentoonstelling. Behalve de tentoonstelling komen de ze werkzaamheden niet in de publici teit, hetgeen de oorzaak wel zal zijn van onze onbekendheid. Wij krijgen wel eens te horen: „Waarom doen jul lie niets tegen dingen zoals op de Punt bij Ouddorp gebeuren of voeren jullie geen aktie tegen milieuver-vuiling". Dit is uiteraard zeer belangrijk, maar ligt niet in ons bereik, omdat de achtergron den van de milieuproblematiek en het bewandelen van de overheids wegen erg moeilijk is voor een niet zo grote afde ling met leden van 13 tot- 23 jaar. Wij moeten ons beperken tot praktische mi lieubescherming, zoals inventarisaties en tellingen. Dit is zekpr niet minder be langrijk, omdat men in eerste instantie moet weten wat er 'beschermd moet worden, en welke gebieden een belang rijke waarde hebben. Voor grotere instanties met beroeps mensen zijn deze tellingen e.d. onmis baar om een goed milieubeleid te kun nen, voeren. Met dit als achtergrond zijn wij 'het onderzoek begonnen, omdat 'bij navraag voor een inventarisatie voor S.B.B, nauwelijks oude gegevens be staan over zoogdieren op Flakkee. Al leen enkele gegevens langs de Greve- lingen over muizen en gegevens van 1963 verzameld gedurende een kamp- week door de N.J.N, (zusterorganisatie) zijn ons bekend. DE OPZET. De zoogdieren die voor het onderzoek in aanmerking komen zijn muizen, rat ten, vleermuizen, egels en kleinere roof dieren. Wanneer men het over muizen heeft worden alleen de huismuis en veldmuis genoemd. Deze gebrekkige soortenkermis is door het verborgen le ven van de muizen niet verwonderlijk. Maar in de enkele maanden die we al 'bezig^ zijn is al met zekerheid vastge steld dat er vijf soorten spitsmuizen (in- sefcteneters), en zes andere soorten mui zen voorkomen. Dit kan nog oplopen tot 14 soorten. Van aantallen óf ver- houdingscijfers is nagenoeg niets be kend. De methode om dit te onderzoe ken is m.b.v. life-traps (muizenvallen waarin de muizen levend blijven) en d.m.v. het uitpluizen van braakballen. Dit zijn dotten haar met daarin botjes die uitgebraakt worden door uilen en roofvogels. Bij deze botjes zitten ook de schedels en kaken van de muizen. Aan de hand van maten, vorm en structuur van kaken, kiezen en tanden zijn de soorten te herkennen. De grootte van de braakballen varieert van enkele cm. voor kleine roofvogels als torenvalk, tot 7 cm voOr uilen. Ze zijn te vinden onder de slaapplaatsen van deze dieren. Het onderzoek naar vleermuizen ligt moeilijker. Deze worden zelden in braakballen gevonden, ze zijn niet te vangen en het herkennen in de lucht is meestal niet mogelijk. De enige methode om de 15 soorten van Nederland uit el kaar te, houden ris ze te zoeken op hun slaapplaatsen, zoals kerken en schuren. reeds vorige week begon en dat vier duiven reeds 2 prijzen vlogen: J. C. Roodzant met 1550124 C. J. Tanis met 470691 B. Visser met 1048431 J. V. Seters met 408604 Wat wel volgende week aanvangt zijn de zesdaagse vluchten. HOE V KUNT HELPEN. Er zijn verschillende manieren om uw medewerking te verlenen. Ten eer ste door de braakballen die u vindt met vindplaats en datum te bewaren zodat wij ze later op kunnen halen. "Ten tweede door tips te geven om trent verblijfplaats van één of meerdere uilen en/of vleermuizen. Het schijnt dat er enkele kerkuilen bij boerderijen op Flakkee verblijven. Ten laatste door waarnemingen van egels door te geven. Wij stellen het ook op prijs wanneer u ons financieel wilt steimen, door dona teur 'te worden. Of lid, mits u niet jon ger dan 13 jaar en ouder dan 25 jaar bent. Heeft u tips of vragen, of wilt u donateur of lid worden, dan kunt u contact opnemen met: A. en K. van Heerden, Doetinchemsestraat 41, Mid delhamis, Tel. (01870) 27 87. MIDDELHARNIS-SOMMELSDIJK Voor het eerst sinds de oprichting in 1953 heeft de Stichting Gezinsverzor ging „Middelhamis-Soramelsdijk" een vaste leidster, in de persoon van mej. H. Vos. Zij trad eind februari in dienst, dinsdagmiddag gaf de Stichting gele genheid op een kennismakingsbijeen- komsc met visj. Vos kennis te maken. Zij krijgt als leidster een overwegend coördinerende taak en zij gaat de aan vragen tot het ontvangen van gezins hulp in behandeling nemen. De leid sters mevr. Groen' en mevr. Sprong zul len zich specifiek op de bejaardenzorg richten. Zij hebben, anders dan .mej. Vos, geen vaste relatie tot de Stichting. Mej. Vos houdt op alle werkdagen van 9 tot 10 spreekuur op haar kantoor in het gemeentehuis. Zij is in die tijd ook telefonisch te bereiken onder nr. 3555, toestel 28. De Stichting Gezinsverzorging werd in 1953 opgericht. Sindsdien heeft zij een grote uitbreiding beleefd, zoals dat uit vergelijkende cijfers blijkt. In 1963 wa ren er 7 vaste krachten, thans zijn dat er 18 en 35 losse hulpen. De „losse" hul pen' werken plm. 11 uur in de week vnl. in de bejaardenzorg. De Stichting heeft nog steeds behoefte aan uitbreiding van het aantal losse hulpen. NED. HERV. KERK - THOLEN ZONDAG 20 MEI Tholen 9.30 en 6.30 uur ds. A. de Reu ver Poorvliet 10 en 6 uur heer Matze Hazerswoude Scherpenisse 9.30 en 2.30 uur ds. A. G. Haring St. Maar tensdijk 9.30 uur ds. H. v. d. Post, Berg ambacht, 2.30 uur heer A. Groen, Her kingen Stavenisse 10 en 6 uur ds. H. A. Samson, H.A. en Dankzegging St. Annaland 10 en 6 uur ds. J, Codee, v.m. H.D. Oud Vossemeer 10 eu 6.30 uur ds. R. van Putten, Loenen St. Phi- lipsland 9.30 en 2.30 uur ds. H. Harke- ma. Goerees Gemeenteraad heeft in haar vergadering van dinsdagavond de tech niek te baat genomen om zich beter te laten horen. De nieu-we geluidsinstalla tie een microfoon voor elk van de raadsleden draaide proef en diat was tot ieders tevredenheid in tegenstelling töt de vroegere situatie 'waarin het stemgeluid nogal eens verloren ging. „Luid en dmdelijk" heeft de raad op een aantal voorstellen gereageerd. Dat was o.m. het geval bij het voorstel tot opheffing van de onbewoonbaaiverkla- ring van het pand van dhr. Hozeman, Kelderweg 9. Dit voorstel werd vorige keer van de agenda afgevoerd omdat nog niet alle herstelwerkzaamheden bleken te zijn uitgevoerd. Thans ver klaarde het Hoofd Gemeentewerken dat dat wél het geval was zodat de on- bewoonlbaarverklaring kon worden op geheven. „Ik ben blij dat dit de laatste rit is", verzuchtte wethouder Visser, „Ik zou het voor de man en voor Ouddorp jam mer gevonden hebben als het huisje verloren zou zijn gegaan". Mevr. Grinwis-Blok had een minder opgelucht gevoel, zoals ze uit haar op merking liet blijken: „de manier waar op dit gespeeld is is ons niet aangenaam geweest, eerst werd geadviseerd dat de woning niet meer hersteld kon worden en later adviseerde dezelfde man weer anders". Ook de voorz. burg. G. van Velzen wilde er maar liever een punt achter zetten, zeker nu de woning behoorUjk is opgeknapt. Weth. Visser sprak het laatste woord: „de zaak is lelijk opgeblazen geweest!" Blauwe Huus. De desolate toestand van het „toe- schermde monument" het „Blauwe Huus" kwam ter sprake bij een ander voorstel m.b.t. de aanvullende lijst van monumenten. Op die lijst bleek ook het pand Westduinweg 1 te Ouddorp te zijn geplaatst, eigendom van C. G. Leen- ders, gehuwd met dhr. Salemink. B. en W. stelden de raad voor de Minister van CRM te verzoeken bedoeld pand van de lijst af te voeren. Het pand zal n.l. dienstbaar worden ge maakt aan het aldaar aanwezige kam peerterrein en uit dien hoofde achten B. en W. het van belang dat zo min mo gelijk belemmerende bepalingen be staan. Zij wezen ook op het ontbreken van financiële middelen bij Monumen tenzorg en met het voorbeeld van het Blauwe Huus voor ogen kon de raad van harte met het voorstel instemmen. Dhr. Kr. Grinwis (S.G.P.) wilde ook nog proberen het Blauwe Huus van de Monumentenlijst te schrappen: „het is zoals het er nu bijstaat voor Ouddorp en voor de familie Hameeteman een aan fluiting". „Inderdaad is dat een verve lende zaak", beaamde de voorzitter, „het dreigt in elkaar te storten maar de sloopvergunning die we kortgeleden hebben aangevraagd is geweigerd en we zijn bank dat het met het pand Westduinweg 1 ook die weg zou gaan". „Monumenten zijn prachtig maar ruïnes heb je niets aan en die krijg je als de subsidies gaan ontbreken", bezag weth. Visser. Trottoir. Met de stem van dhr. Kr. Grin-wis tegen werd besloten een krediet van 22.000,beschikbaar te stellen voor de aanleg van een trottoir aan v/eerszijden van de Prins Hendrikweg te Ouddorp. De bewoners hadden n.l. geklaagd over de staat van de huidige zandbermen. Dhr. Grinwis meende evenwel dat die bermen best weer opnieuw ingezaaid kunnen worden; „dat spaart 22.000,-!" legde hij de voorz. voor. Temeer vond dhr. 'Grinwis dat mogelijk omdat het verkeer de aanleg van een trottoir niet noodzakelijk maakt. Op de vraag van dhr. Reus (P.v.d.A.) of het voorstel ontleend is aan een plan tot de aanleg van meer trottoirs kon de voorzitter ontkennend antwoorden: „dat zou zo dacht de voorz. een steenach tige massa gaan worden in het open ge bied van Ouddorp. Het karakter van Ouddorp brengt mee dat trottoirs lang niet overal passen waarom de aanleg alleen daar gebeurt, zoals bij de scho len, waar het uit een oogpunt van ver keersveiligheid gewenst is", verklaarde burg. van Velzen. Molen-restauratie. Ook met de stem van dhr. Kr. Grin wis (S.G.P.) tegen besloot de raad een aanvullend krediet van 11.500,be schikbaar te stellen in het kader van de restauratie van de molen van Goede reede. De restaurateur heeft n.l. gecon stateerd dat de kuip, de houten con structie waaromheen de kap draait, no dig vernieuwd' moet worden. „Ik was ook bij het begin in 1970 te gen de restauratie én ik ben nog niet van mening veranderd", zo motiveerde dhr. Grinwis zijn „tegen". Voorzichtig vroeg de voorzitter hem of de grote verbetering aan de molen daar niets aan veranderde, waarop de heer Grinwis reageerde: „'t is wel een verbetering van de molen maar niet van 't geld". „'t Is inderdaad een dure maar toch ook een unieke zaak; nu we molens hebben moeten we er ook goed voor zorgen", was 's voorzitters mening, en dhr. den Eerzamen dacht er precies zo over. „Ik ben zeer blij dat de restauratie 'heeft plaats gevonden". Alleen de elec- trische leidingen die nog in de romp aanwezig zijn vond dhr, den Eerzamen „smerig". Ze zullen verwijderd kunnen worden omdat ze toch niet m.eer func tioneel zijn. Weth. Visser vond het naar hij ver klaarde een goede zaak de molens, als openbare museums voor de gemeente en voor het nageslacht te 'bewaren. „Zeer". De raad besloot kredieten beschikbaar te stellen voor de aanleg van een CV. installatie op de openbare scholen te Ouddorp en Stellendam en de Chr. Nat. School te Stellendam. De Openibare school te Goedereede werd ervan uitgezonderd omdat er ge streefd wordt naar een nieuwe school: „Het doet je echt zeer dat je wat Goe- ree betreft steeds een kruisje ziet staan",betreurde dhr. den Eerza men. Vismijn. Als aanvullend agendapunt werd de raad gevraagd een krediet van 22.000,- beschikbaar te stellen t.b.v. een opberg ruimte voor viskisten in de vismijn. .Mevr. 'Grinwis-Blok, haar fractiege noot Reus en dhr. "T. van Dam lieten zich kritisch uit over de manier waarop B. en W. de raad met dit voorstel con fronteerden. „De hebben in die korte tijd de consequenties niet kunnen overzien", verweet mevr. Grinwis het college. De voorz. trachtte' dat onbehagen wat weg te nemen met het motief dat het weer vier weken langer zou duren wanneer 'tot een volgende vergadering zou moeten worden gewacht, terwijl er aan de voorziening grote behoefte be staat. Dhr. W. 't Mannetje wist dat uit de praktijk te bevestigen. „De bergruimte zo verklaarde hij zal ook voorko men dat er kisten verdwijnen, omdat ze voortaan niet anders dan mst een 'hef truck gepakt kunnen worden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1973 | | pagina 5