I
illAIIDEn - flIEUWS
paasvReuQöe
Ministers Boersna en Stuyt
Ontoelaatbaar dat melk
de sloot Ingaat
LIEGERS
OOR
ICTORIE
Het spel begint
Branden in 1972
LAAGVELD
Geslaagde verkeirs-
avond in „Haveiizioiit"
Goede Vrijdag
Pasen
f
blad
Vrijdag 20 april 1973
No. 4181
KIJKVENSTER
-k
C. KIEVBT Zn.
Centrale Verwarmiug
Wij zingen ons lied. Hem de glorie alleen!
Door onze twijfels en tranen heen
Wringt zich het lied der bevrijding.
Hij is het donkere gi'af ingegaan
Om daar voor ons de dood te verslaan.
O heerlijke, machtige tijding!
Nu luiden de klokken de Paasvreugde in,
Nu krijgt het leven een nieuw begin,
Nu kan nooit de vreugde meer doven.
Wel worden er altijd weer leugens verspreid,
Twijfels gezaaid, en tranen geschreid
Door hen die in Christus geloven,
En als we niet wisten in al onze smart
Dat Hij ons beveiligt, ons sluit aan Zijn hart
Waar moesten vnj mensen dan blijven?
Maar inu is er uitzicht, nu is er het lied
Dat twijfels en tranen, ja al ons verdriet
Altijd opnieuw zal verdrijven.
Lanerta.
NAAMSVERWISSELING
MEDiTATië
v-v
I
t jullie
n met
wilt
willen
er Ge-
eente.
an r'lo
of 5"''"
chts 1
-een te
tvangt
blik op kerk
en samenleving
De nieuwe V.U.
Grote offers
Kwantiteit en kwaliteit
In tegenwoordigheid van een groot
mntal genodigden, onder wie Koningin
Juliana en met verschillende spranlce-
leiide toespraken, is vorige week het
nieuwe hoofdgebouw van de Vrije Uni
versiteit in Amsterdam op feestelijke
wijze geopend.
Er is in menig opzicht veel vferanderd
sind? 20 oktober 1880, toen een beschei
den begin kon worden gemaakt met de
VU. in het bekende en historische pand
aan de Keizersgracht.
Misschien is het interessant, iets van
de voorgeschiedenis op te halen. In 1878
werd de „Vereniging voor Hoger Onder
wijs op Gereformeerde Grondslag" op
gericht. Deze vereniging was als het
ware uit de nood geboren. Abraham
Kuyper, die de stuwende kracht op de
achtergrond was, zag kerk en maat
schappij door grote gevaren bedreigd.;
De herziene Wet op het Hoger Onder
wijs liad de theologische faculteiten van
de Rijl:s Universiteiten praktisch om
gezet in faculteiten van de godsdienst-
'wetcnschap. Het behoeft geen nadere
uitleg dat de vrijzinnigheid hierdoor
breed terrein zou winnen en dat de op
leiding van de toekomstige dienaren des
iWoords nóg meer in modernistische
zou geschieden dan reeds het geval
iwas. Maar dat niet alleen: op alle ter
reinen van de wetenschap zag Kuyper
terecht een steeds verdergaande
lontkerstening optreden.
Kuyper wilde dan ook niet alleen
gihelpen voorzien in de behoefte der kerk
laan rechtzinnige theologen, hoewel de-
Ize factor zeker niet te verwaarlozen is.
Maar méér ^oë wilde hij pogen de we
tenschapsbeoefening in bijbelse en cal
vinistische geest te bevorderen.
Zó kon de Vrije Universiteit (vrij, om
dat ze niet gebonden wilde zijn ten aan
zien van het karakter van het onderwijs,
noch aan de kerk, noch aan de staat) in
1880 van start gaan. Aanvankelijk wa
ren er slechts drie faculteiten: theolo
gie, rechten en letteren. In 1930 kwam
i<iaarbij de faculteit van de wis- en na-
ttuurkunde, in 1948 die van de sociale en
leconomisdie wetenschappen, en in 1950
'l de medische faculteit.
Tot 1948 toe bestonden de inkomsten
van de V.U. voor verreweg het grootste
t deel uit vrijwillige bijdragen van ker-
'Iten en particulieren. Pas in dat jaar is
een subsidieregeling tot stand gekomen
waarbij een aanzienlijk percentage van
de bouw- en exploitatiekosten ten laste
fyan het Rijk kwamen.
Het is ongelooflijk wat de kleine
luiden" van Kuyper, maar ook de vol
gende generaties voor hun V.U. bij el-
i kaar hebben gebracht. In elk gerefor-
ïmeerd gezin vond men de bekende V.U.
ybusje, en om dat naar behoren te kun-
Inen vullen hebben vele gezinnen zich
Joffers moeten getroosten die hun draag-
racht te boven gingen.
De V.U. is tot grote bloei gekomen,
jvooral in de jaren na de Tweede Wereld
porlog. De laatste mij ter beschikking
gtaande gegevens dateren uit het jaar
"'"0. Toen telde de V.U. ruim 80 hoog-
feraren en ruim 3000 studenten. Dat
^antal zou op dit ogenblik weleens ver-
|dubbeld kunnen zijn.
Of de kwantiteit van hoogleraren en
Istudenten ook evenredig is aan de kwa-
^teit is een vraagNatuurlijk niet
Tfat het wetenschappelijke karakter be
seft. Wat dat betreft mag de V.U. er
Izijn en hoeft ze niet onder te doen voor
pelke Universiteit dan ook. Maar de
ingereformeerde grondslag" waarop de
|"U. de jaren door heeft gestaan is niet
neer zo hecht. Alleen al het feit dat Dr.
jviersinga een paar jaar geleden aan
Itee Universiteit kon promoveren op
Tijn dissertatie waarin hij het pleit voer-
.We voor een alternatieve verzoenings-
lleer, zegt genoeg. Om van de hooglera
ren Kuitert en Augustijn maar te zwij
gen. Maar daar willen we in dit ver
band niet dieper op ingaan.
We mogen wèl met dankbaarheid
vaststellen, dat de Vrije Universiteit in
haar betere jaren veel heeft bijgedra
gen tot de vorming van de predikanten
der Gereformeerde Kerken niet alleen,
maar ook tot een reformatorische we-
tensohapsbeoefening, waaraan een bre
dere kring dan alleen die van die Ge
reformeerde Kerken veel te danken
heeft.
Dat te memoreren was ons een be
hoefte bij de opening van het nieuwe
V.U.-gebouw. En dan maar hopen en
bidden dat het weer zal worden ver
staan: „Academia Reformata semper re-
formanda" (Een Universiteit die gere
formeerd is, moet altijd weer gerefor
meerd worden) 4
WAARNEMER.
(f.> 9).
SOMMELSDUK
Telefoon (01870) 2609
Met het paasweekeind vangt voor de
zaterdagvliegers de eerste wedvlucht
aan. Weliswaar voor de meeste vereni
gingen nog een africhtingsvlucht al zal
hier en daar wel om een flinke dosis
paaseieren worden gevlogen, doch feit
is dat het spaarvarken nu moet worden
geslacht en dat ook de eerste overwin
ningen, maar ook de eerste verliezen
zullen worden geboekt. Telkenjare gaan
er bij de eerste africhtingen al vogels
verloren. Reden is misschien dat deze
dieren een niet waarneembaar gebrek
hebben gekregen of dat door opzitten de
gehele winter het oriënteringsvermogen
sterk is achteruitgegaan. De concurren
tie heeft inmiddels niet stil gezeten en
spanning zal er weer volop zijn. Wie
mee wil doen naar een kampioenschap
moet hagel of sneeuwbuien ten spijt zijn
vliegmateriaal inzetten. We Jiebben de
ze week geaarzeld, in onze contreien
begint men nog vroeger, maar de kans
om een wintervakantie voor het gezin
te winnen voor degene die de meeste
punten behaalt, deed ons besluiten toch
maar een aantal vogels aan de koude
noordwestenwind over te leveren. Het
bleek dat de ongepaarde jongen, die er
bij het uitlaten nogal eens een lollig
dagje van maken, hun oriënteringsver
mogen het best hadden behouden, zij
waren de bekende cracks te slim af.
Hieruit blijkt toch wel dat opteren een
goede zaak is, vooral als men bij onbe
stendig weer moet spelen. Met schitte-
In het nummer van j.l. dinsdag plaatsten we een verslag met foto die helaas
wat slecht overkwam van de uitreiking van de Flakkee-cup. In het onder-
sciirift bij de foto maakten we een vergissing. De jongeman die de cup won is
niet, zoals we schreven Leen van Nimwegen, maar Swier Garst van O.K.K. te
Oude Tonge.
rend vliegweer kan men gerust oude
duiven een grote sprong laten maken.
De januari-jongen zijn wanneer raen
ze 's morgens vroeg uitlaat spoorslags
verdwenen en kunnen uren vliegen. Hun
door het tijdens de kweek uitermate
zachte weer loszittende pluim dwarrelt
er met de felle wind uit en het hok
ziet er soms uit als ware het in de
herfst. 'Geen ongerustheid, zieke duiven
ruien niet en willen ook het hok niet uit
als de klep open staat. De tweede ron
de voor het merendeel nu kaal in de
pan zal de eerstejaars weer wel klop
geven want zo is het telkenjare geweest
als de drachten van meer dan 200 km
kwamen.
Internationaal Pau een krachtmeting
tussen fondspelers uit de Benelux,
Duitsland en Noord-Frankrijk wordt
een dure zaak. Ons land mag dit jaar
meedoen met 300 duiven, terwijl per
liefhebber niet meer dan vijf duiven
mogen worden Ingeschreven. De kosten
per duif zijn 22,50 te storten op de
Rabobank te Eckelrade onder vermel
ding „Pau" rek. nr. 11.32.012.57.. Wie
meent duiven te hebben die de weg van
Italië naar Nederland met tenminste 1
overnachting op eigen kracht kunnen
terugvinden kan meedoen. Het is alleen
weggelegd voor de allersterksten.
Om hem daartoe in de Kamer ge
stelde vragen heeft de Minister van
Landbouw en Visserij geantwoord, dat
voor consumptie aangeboden postdui
ven, die vanwege ziekten door tylan of
antibiotica zijn behandeld een te ver
waarlozen bezwaar voor de volksge
zondheid opleveren. De gebruikte hoe
veelheid medikamenten is over het al
gemeen zeer gering, bovendien worden
slechts zelden zieke dieren aangeboden,
aldus leerde een onderzoek op de
pluimveemarkten.
SmT ANNALAND
Vrijdagavond werd in Hotel „Haven
zicht" te Sint-Annaland een goed ge
slaagde verkeersavond gehouden, waar
bij o.a. aanwezig waren dhr. J. W. van
Popering, voorzitter van de afdeling St.
Annaland van Veilig Verkeer. Later op
de avond kwam ook dhr. Th. Pfann,
districtsconsulent.i Zeven deelnemers
hebben de verkeerscodecursus gevolgd
en kregen een diploma met speldje. Dat
waren mevr. B. J. Aarnoudse-van As-
peren en de heren A. Heijboer, C. den
Braber, J. Gunter, G. Potappel en P. de
Witte, Verder werd er op deze avond
een verkeersquiz gehouden tussen de
vier transportbedrijven uit St. Anna
land. Het Transportbedrijf W. J. Heij
boer won met 59 punten de wisselbeker
van Transportbedrijf J. van 't Hof. Het
aannemingsbedrijf Johs. Moerland won
met 58 punten en werd tweede. Verder
werden er nog enkele filmpjes vertoond.
Ook waren er nog dia's. Het was een
leerzame en een gezellige avond, waar
bij nog een fruitmand op zijn Ameri
kaans verkocht werd, die 33,ople-
verdej
„En Jozef het lichaam nemende,
wond het in een zuiver fijn lijn
waad en leg-de het in zijn nieuw
gmf". Matth. 27 55-60.
Jozef van Arimathea, na van Pilatus
verkregen te hebben, dat het lichaam
van Jezus Christus werd afgenomen
van het kruis en hem werd gegeven om
het te begraven, heeft een zuiver lijk
laken genomen en ook welriekende zal
ven gekocht, zelfs voor een grote som,
en Hem begraven in een nieuw graf, dat
hij voor zichzelf had laten makenhet
welk in een steenrots was uitgehouwen.
In deze begrafenis begon onze Heere
Jezus Christus reeds de vrvicht van Zijn
dood te tonen, n.l. dat Hij weldra moest
komen in de Heerlijkheid Zijner op
standing en God heeft dat meteen wil
len openbaren. Zo zien wij hier een on
feilbaar getuigenis, opdat bij zoveel
schande als waarvan wij in de geschie
denis lezen, welke ons zou kunnen ver
ontrusten ons geloof doen wankelen, wij
toch mogen opmerken, dat God altijd
voor Zijn enige Zoon als Hoofd der Kerk
en Zijn Geliefde heeft zorg gedragen;
niet alleen opdat wij op Hem konden
hopen, maar tevens zouden verwachten,
naardien wij leden Zijns lichaams zijn,
dat Gods vaderlijke zorg zich evengoed
over ons zal uitbreiden, en over een
iegelijk van hen die op Hem hopen.
Intussen is er ook dit nog, dat Hij
gelegd is in een nieuw graf, wat geens
zins gebeurd is zonder de bijzondere
voorzienigheid Gods. Want Hij kon
evengoed gelegd zijn in een graf, dat
van overlang gebruikt was.i Maar God
had er anders in voorzien en gewild,
dat onze Heere Jezus gelegd w^erd in
een nieuw graf, waar nooit iemand in
geweest was. Want het was ook niet
zonder oorzaak, dat Hij genoemd wordt
de Eersteling der Opstanding en de
Eerstgeborene uit de doden.
Men zou intussen kunnen zeggen, dat
velen gestorven zijn en het leven deel
achtig gemaakt vóór onze Heere Jezus
Christus. Lazarus was opgewekt. En wij
weten ook dat Henoch en Elia wegge
nomen zijn, zonder op natuurlijke wijze
te sterven, en opgenomen zijn in een
onverderfelijk leven. Maar dat alles
was afhankelijk van de opstanding van
onze Heere Jezus Christus. Hem moe
ten wij dus houden voor de Eersteling.
JOHANNES CALVIJN
Maar laat ons nu ook bedenken, dat
in het graf van onze Heere Jezus Chris
tus een andere geur moest zijn, die van
veel beter en groter kracht is, dan de
specerijen, waarover wij gesproken
hebben. Het lichaam van Christus
moest geheel vrij van verderf zijn. De
balsem heeft dat niet kunnen teweeg
brengen. Slechts omdat gezegd was, dat
God niet zou toelaten, dat Zijn heilige
verderving zou zien, is als door een
wonder onze Heere Jezus voor alle ver
derf bewaard gebleven. En verder, om
dat Hij vrij van verderf is geweest, zijn
wij nu ook ten volle verzekerd van de
heerlijkheid der opstanding, die ons
reeds is geopenbaard. Wij zien derhalve
nu, dat de geur van onze Heere Jezus
zich uitbreidt tot ons, zodat wij er door
levend gemaakt worden.
Wat rest ons dus? Dat wij Hem niet
meer gaan zoeken in het graf, zoals de
vrouwen deden, wier onkunde en zwak
heid ons nog van nut zijn geweest. Maar
laat ons het oog naar Boven richten,
omdat Hij ons daar roept en lokt. Hij
heeft ons de weg daarheen gewezen, en
ons verkondigd, dat Hij Zijn hemels
Koninkrijk in bezit heeft genomen om
er voor ons plaats te bereiden, wanneer
wij door het geloof Hem daar zoeken.
Zo zullen wij dus weten dat onze
Heere Jezus gewild heeft ons te over
tuigen van Zijn opstanding, omdat daar
in alle hoop ligt op onze zaligheid en al
onze gerechtigheid, als wij n.l. maar
waarlijk weten, dat onze Heere Jezus is
opgestaan.
Niet, dat Hij ons niet door Zijn lijden
en sterven heeft gereinigd van al onze
ongerechtigheden, maar Hij moest in
die vernedering niet blijven.! Hij moest
de kracht van Zijn Heilige Geest beto
nen en geopenbaard worden als de Zoon
van God. Vandaar, dat ook wij moeten
verzekerd zijn, dat onze Heere Jezus als
de Opgewekte wil, dat wij tot Hem ko
men en dat de weg voor ons open ligt,
en Hij niet wacht tot wij Hem zoeken,
maar dat Hij bewezen heeft, toen wij
geroepen werden door de prediking des
Woords, die door de m.ond van Zijn ge
zanten tot ons kwam, dat Hij het is, die
ons heeft verkoren. Daar dit nu zo is,
hebben wij te erkennen en ons te ver
heugen over de gerechtigheid, welke wij
in onze Heere Jezus Christus hebben
om daardoor tot de hemelse heerlijkheid
te geraken, aangezien Hij van ons niet
gescheiden wil zijn.
JOHANNES CALVIJN
Zonder zich te willen mengen in het
arbeidsconflict in de zuiivelindustïie,
zijn de Tweede Kamerleden Beekmans
en Terlouw van mening dat de overheid
maatregelen dient te nemen die waar
borgen dat melk die niet kan worden
verwerkt, op een wijze wordt afgevoerd
die zo min mogelijk schade aan het mi
lieu berokkent.
Op desbetreffende schriftelijke vra
gen antwoordt de minister van land
bouw en visserij, drs. J. Boersman, te
vens namens zijn ambtgenoot van volks
gezondheid en milieuhygiëne, dr. L. B.
J. Stuyt, dat het de centrale overheid
niet mogelijk is om, zonder de aard van
eventuele akties te kennen en zonder
zich in het onderhavige arbeidsconflict
te mengen, te voorkomen dat melk op
het oppervlaktewater wordt geloosd.
Naar de mening van de bewindsman
behoort het tot de verantwoordelijkheid
van betrokkenen, rekening te houden
met het feit dat het lozen van melk op
het oppervlaktev/ater om redenen van
algemeen belang ontoelaatbaar moet
worden geacht. Hij gaat er dan ook van
uit dat de bedoelde voorzieningen zullen
worden getroffen. Het teweeg brengen
van deze verontreiniging kan tot straf
rechtelijke vervolging aanleiding geven.
Melk in het oppervlaktewater heeft
een sterk vervuilend karakter. Lozing
van 1 liter melk komt overeen met 2
inwoner equivalenten.
Weliswaar wordt het produkt na de
lozing snel afgebroken, maar dit gaat
gepaard met de onttrekking van een zo
danige hoeveelheid zuurstof aan het wa
ter, dat het normale plantaardige en
dierlijke leven daarin gedurende lan
gere tijd onmogelijk wordt. Op grond
van deze ernstige gevolgen moet het lo
zen van melk op oppervlaktewater on
toelaatbaar worden geacht.
Het Centraal Bureau voor de Statis
tiek maakt bekend, dat volgens voorlo
pige tellingen de gemeentelijke brand
weerkorpsen vorig jaar bij 22.600 bran
den zijn opgetreden (21.200 in 1971). Vijf
jaar eerder was dit aantal 15.700 en tien
jaar terug 13.300.
De bekend geworden directe financië
le schade bedroeg vorig jaar 280 min.
gld. tegen 255 min. gld. in 1971. Voor
1962 en 1967 was dit bedrag resp.i 76 en
170 min.
Van de schade in 1972 werd 120 min.
gld. veroorzaakt in de nijverheid (excl.
bouwnijverheid), 34 min. in boerderijen,
26 min. in woonhuizen en 22 min in
winkels.
Rond 6.000 branden woedden in woon
huizen en 750 in boerderijen, terwijl 750
fabrieken en werkplaatsen en 2.250
straatvoertuigen door het vuur werden
aangetast. Bij branden in heide-, duin
en veenterrein werd 600 maal opgetre
den.
In 7.100 gevallen werd spelen met
vuur en baldadigheid als oorzaak op
gegeven, in 850 brandstichting en in
650 onvoorzichtigheid bij roken. Andere
oorzaken, die veel voorkwamen waren
aard- of kortsluiting (1.550) en defecten
of technische storingen (1.150).
Er werden 77 dodelijke slachtoffers en
649 gewonden vermeld tegen resp. 111
en 686 in 1971.
door Jan Lourense
Verhaal uit de dertiger jaren.
11
"Nou, helemaal een praatje is het
■>wt, eerlijk is eerlijk. Maar ze vallen
och wel een beetje mee. Tot morgen,
mtrouw Weerloo. We zullen het wel
met elkaar kunnen vinden, denk ik".
^fi tippelde zij naar Lankman. Hij
tTihemdsmouwen in zijn
'umtjo vóór de keurige woning en keek
°f.asd op, toen de onbekende vrij
moedig op hem toetrad.
dnt mijnheer Lankman? Ja,
"«dacht ik weL Mijn naam is Gretha
iiii- fi'^' begrijpt het onmiddel-
J'^' *k kwam eens heel even met u
^«mis maken. O neen, geneer u niet.
vIIa\ ^^'i ogenblikje. Maar ik
dm leuker, om nu te komen,
elkaar morgenochtend vormelijk te
^»«en en kennis te maken, misschien
kinderen er bij".
Jf, werd binnen genodigd en heeft er
T7;;^wartiertje zitten praten. Juffrouw
dmcman de vrouw van het hoofd is
Wouw van de onderwijzer juffrouw,
IS Gretha in de gauwigheid reeds te
weten gekomen bleek een aardig
iemand te zijn, veel sympathieker dan
mevrouw Verbaan.
„Ik heb zowat van uw levensomstan
digheden gehoord. Het zal u niet mee
gevallen zijn, uw oom en tante te ver
laten. En dan zo ver weg! U bent hier
welkom, als u het kunt vinden in ons
gezinnetje".
Dat klonk zo hartelijk en zo gemeend.
Hét deed Gretha goed. Want ze is vol
bravour, maar ze zit en loopt te denken
aan Groningen: wat zouden oom en
tante nu doen; zouden ze over mij spre
ken?
In de kamer naast die, waar ze zaten
te praten, klonken geluidjes,]
„Een baby?" vroeg Gretha.
„Pardon", deed Lankman, quasi ver
ontwaardigd. „Al een zoon van drie
maanden, wat blieft u?"
„O, laat me even, héél even zien",
smeekte Gretha.
En meteen had zij het hart van vader
en moeder gestolen. Ze bekeek de we
reldburger en vond hem „een kraan van
een vent".
„Komt u morgenavond wat langer
praten. Het is zo kort".
Gretha beloofde het juffrouw Lank
man.
Bij het hek praatten zij nog even over
de school.
„Het werd hard tijd, dat Weerloo hulp
kreeg. Ze was er vast onder gegaan",
zei Lankman. „En wat u betreft, ga ge
rust uw gang. Weerloo vindt het wel
goed. En de baas is voor eigen werk
zaamheid. Hij laat ons zelfstandig, soms
te veel. Dat is maar zo'n kleine wenk,
ziet u. U zult het wel ervaren overi
gens".
Met haar zilveren lach, die op klinkt
in de stilte van de mooie, nog vrij war
me zomeravond Gretha is zonder
mantel, haar crèpe de chine, gebloemde
jurk flatteert haar in hoge mate, maar
dat weet zij zelfs niet eens, haar smaak
is zo natuurlijk als wat verdwijnt de
nieuwe onderwijzeres.
„Twee honderd gulden, mijn lieve
stumperd, hoe redt zij zich?" vroeg juf
frouw Lankman.i „Snap jij daar wat
van? Bij vrouw Verdonk betaalt ze vijf
tig gulden in de maand.
„Misschien betaalt ze het van haar
tekort", lachte Lankman.
„Kind, kind, ik voorzie een revolutie
op school. Die arme Mathüde, ze ligt er
in een week uit, wat ik je voorspel".
,,De kinderen lopen met haar weg".
„Goed gezien. Maar ik hoop toch, dat
zij met tact zal optreden tegenover
Weerloo. Misschien zal ik haar dat nog
eens zeggen. Mathilde heeft toch ook
weer niet verdiend, als onnut aan de
dijk te worden gezet".
Luchtig stapte Gretha over de weg,
langs de woningen, een hele rij. Elke
woning staat alleen. Tuintje er vóór en
op zij. Je bent hier niet in een stad.
Greet. De mensen hebben hier de ruim
te. En de grond kost geen twintig gul
den de meter, zoals in Groningen.
Bijna overal in de tuintjes zitten of
staan mensen. Die kijken haar na, als
zij voorbij is. Gretha weet, dat ze op een
dorp is en niet in een stad. Dus groet zij
de lieden vriendelijk met een vrij luid:
„Goeden avond". En menbeantwoord
haar groet.i De lui kijken haar na. De
meesten weten het al, wonderlijk, zo
gauw het bekend is op een dorp: dat is
de nieuwe onderwijzeres van de Chris
telijke school. Of: dat is de nieuwe juf
van ,,onze" school.
Zo belandt Gretha weer in de Ber
kenlaan. In een eenvoudig huisje, keurig
en net overigens, heeft zij haar kamer,
haar zitkamer en een kleine slaapkamer.
De weduwe Verdonk heeft eigenlijk be
doeld, slechts één kamer af te staan,
maar de juf stond op een aparte slaap
kamer, al behoefde die niet groot te
zijn. Toen heeft zij toegestemd, na enig
wikken en wegen. Vijftig gulden in de
maand is heel wat voor een dorp! En...
zij kan het wel gebruiken, de weduwe
Verdonk.
Die komt uit Laagveld. Zij woont hier
nu twee jaar. Haar man overleed. En
Hoogveld trok haar, ook al met het oog
op de school voor de kinderen, die die
lange afstand dan niet meer hadden af
te leggen. In Laagveld moest zij werken
voor haar brood. Dus in Hoogveld ook.
Er is geen verschil. En in Hoogveld wo
nen eigenlijk de mensen van de ge
meente. En dominee Hengema, die voor
haar uitziet, evenals zijn vrouw.
En mevrouw Botterweg. Zij naait,
stopt en breit, al naar gelang er te doen
is. Van de fabriek heeft zij een klein
pensioen. Ze komt er, maar het is uit
kijken, De komst van juffrouw Verlaan
uit Groningen is een uitkomst. Daar
komt bij, dat die haar eigen meubelen
heeft meegebracht. Niets geen slijtage.
En dan vijftig gulden in de maand, 't Is
meegenomen, 't Lijkt een aardige juf
frouw ook. Die moet wel bemiddeld zijn,
want ze verdient zestien gulden in de
maand en betaalt er haar al vijftig. En
dan keurig in de kleren. Haar kenners
oog heeft het al lang gezien: stof eerste
klas. Die kijkt niet op een gulden, als
ze een japon koopt of iaat maken!
„Zijn de kinderen al naar bed, juf
frouw Verdonk?"
„O ja, al een uur, juffrouw. Zó vroeg
is het niet meer".
„Neen. Onwillekeurig wordt het laat.
Ik legde al drie bezoeken af. Nu ken ik
tenminste mijn aanstaande collega's een
beetje. Mag ik wat bij u komen zitten?
Hebt u het nog druk? Wat een snoepe-
rig jurkje! Smokwerk, niet? Ik zou er
geen geduld voor hebben. Maar mooi is
het".
Ze praten een uurtje. En dan gaat
Gretha naar haar kamer, om vervolgens
te gaan slapen. Het is een lange dag ge
weest. Eerst de vrij verre reis; toen de
spanning van de eerste dag in haar ver
blijfplaats; daarna nog uit... ze is moe
en strekt behagelijk zich neer op haar
eigen bed. Haar slaapkamer is klein,
maar keurig ingericht. De zitkamer her
kent juffrouw Verdonk niet meer. Alles
is er uitgenomen, „behalve het behang",
glimlachte ze, toen zij het zag. Er is een
dameskamer van gemaakt. Heel weinig
tegen de muur gehangen, te weinig,
vindt de hospita, maar dat schijnt mode
te zijn. Een enkele bloem in een vaas.
Enige fauteuils. Een schrijfbureautje.
Een klein tafeltje in het midden.
Smaak, smaak.
Gretha slaapt die eerste nacht vijf
kwartier in een uur. Het raam staat
wagenwijd open. Het is van de heer
sende winden af. Van buiten dringt
geen rumoer of verkeerslawaai tot haar
door. Een enkele maal klinkt vaag de
claxon van een het dorp passerende
auto, maar dat is alles. Zij hoort er
niets van en staat 's morgens verfrist en
uitgerust op.
En dan gaat zij voor het eerst de weg
van haar „kosthuis" naar de school,
vergezeld nu door de twee kinderen van
juffrouw Verdonk, Kees en Marie, die
beiden de school bezoeken. Thuis blijft
een lopertje van iets meer dan twee
jaar. De vader stierf, toen zij juist ge
boren werd
(Wordt vervolgd)
jil