EIIAI1DEI1 - niEUWS
7
eij
erngq
PFAFF
SINT MAARTEN
NUTSSPflflRBIHK
met dubbel!
Volleybal
Wolken pakken
samen
j
stof-transport
2e blad
Vrijdag 3 november 1972
No. 4135
53
>uder)
15,95
ARNIS
De
huishoud-naaimachine
ter wereld
W. RIKKEN B.V.
Land- en Tuinbouw
Wïnterkou en
warmtebronnen
SPAARBANK EN ALLE BANKZAKEN
VOOR GEZIN EN BEDRIJF
Voorstraat 36, Middelhamis
Bijk. Langeweg 15, Ooltgensplaat
Overweel en Struyk
Complete Woninginrichting
Melissant - Tel. 01877 - 1502
of 01879 - 721
Rotterd. Turnbond
vergaderde in
Dirksland
Expositie in
„de Welle'V
we
ij den" dl
lor ons.
nt naast
naar vore
jrden op
id. Hij is
!nd en sepi
Js met kien
ïderstandelij
van dood
dat ieman
kan het 1
1. Anderz
aanbod va
>liilï en wel
de deur va
lezit niet 1
m u hart
;m eens no4
regeven is
koperen deu
>leri van
an; de troo
en en ZiJ
richten." D
loedigend e
Ik; wat in"
.fd en afge
daken geP"
an dit vieri
van liaf"
ebonden
17,50. vel
ndel.
Th,
In memoriam: Prof. Van Niftrik
Wonderlijke wegen
De Ned. Herv. Kerk heeft vorige
week eert gevoelig verlies geleden door
het zo plotseling overlijden van Prof.
Dr G. C. van Niftrik, kerkelijk hoog
leraar aan de Stedelijke Universiteit
van Amsterdam. Wanneer we terugzien
op het leven van deze hooggeleerde, dan
kunnen we ons alleen maar verwonde
ren over de leidingen Gods in het leven
van een mensenkind. Nog geen twintig
jaar geleden had de naam van Prof. Van
Niftrik een slechte klank bij het Ge
reformeerde volksdeel, daar hij gold
als één van de grootste epigonen' van
Karl Barth, terwijl hij de laatste jaren
bekend stond als een felle tegenstander
van de nieuwe theologie en als een
stoere verdediger van de belijdenis der
Reformatie.
Als predikant heeft Van Niftrik een
viertal gemeenten gediend. Schraard
(Fr.), Vollenhove, Rijnsburg en Zeist.
In 1946 werd hij hoogleraar vanwege
de Herv. Kerk aan de Universiteit van
Amsterdam. Juist de laatste jaren zijn
voor hem niet de gemakkelijkste ge
weest. Doordat hij meer en meer zich
van zijn vroegere leermeester Barth dis-
tantiëeerde, haalde hij zich de haat
van vroegere vrienden op de ihals. Het
moet gezegd worden: Van Niftrik had
een scherpe pen en als het erop aan
komt, ontzag hij niets en niemand.
IVIaar de aanvallen van zijn tegenstan
ders waren er dan ook naarHij
heeft geleden onder het sarcasme en
de minachting van de linberzijde, die
het hem maar niet kon vergeven dat
hij voortdurend naar „rechts" opschoof.
Vooral zijn medewerking aan het be
roemd geworden „Getuigenis" is hem
door velen hoogst-ikwalijk genomen'. Hij
kon dan een houding aannemen alsof
het hem niet raakte, maar innerlijk
werd hij erdoor verteerd.
Juist op zijn 68ste verjaardag, en
juist een jaar na het verschijnen van
het „Getuigenis" maakte een hartin
farct een einde aan dit werkzame en
veelbewogen leven. Moge Van Niftrik
thans voorgoed verlost zijn van de „ra-
bies theologorum" (de razernij van de
theologen) en zich verwonderen over het
„Sola Fide" (door het geloof alleen),
dat eenmaal het onderwerp van zijn
academisch proefschrift was!
En opnieuw moeten we ons nu ver
wonderen over Gods raadselachtige we
gen, Twee jaar geleden onviel ons Prof.
Van Ruler, 62 jaar oud. Een man die
eveneens dicht bij de Reformatie en de
Nadere Reformatie stond, en die zo'n
grote invloed uitoefende op de Utrecht
se studenten. In mei van dit jaar stierf
Prof. Haitjema, weliswaar 84 jaar oud,
en dus uitgeschakeld, maar toch ook
iemand die de Calvinistische, Kohl-
brüggiaanse en: Hoedemakeriaanse vi
sie uitdroeg. Van Niftrik zelf heeft over
beider heengaan geschreven in het laat
ste nummer van het 'blad „Kerk en
Theologie". Een enkel citaat: „Wie zal
er nog gezaghebbend over theocratisch
denken en theologiseren getuigen, nu
Haitjema en Van Ruler beiden dood
zijn? Wie zal de erfenis van Hoede
maker doorgeven aan een: volgend ge
slacht van theologen? Wat kan men
in het huidige theologische en kerke
lijke klimaat nog beginnen met het
ideaal van een Christus-ibelijdende
volkskerk en met de eis van een orga
nische verbinding van kerk en staat?
Het is in deze tijden gênant geworden
te spreken over zoiets als een kerkstaat
of over een staat met de bijbel ------
Men' bestrijdt 'het niet eens meer: men
spreekt er zelfs niet meer over; het
komt totaal niet in aanmerking. Theo
cratie is een irreële droom geworden.
Men kan het Evangelie lezen door de
bril van Marx, Blooh en Marcuse, maar
niet meer door de bril van Kohlbrügge
en Hoedemaker....-.."
We proeven in deze woorden van Van
Niftrik een intens verdriet over de toe
stand van de kerk en de theologie. Hij
zegt over zichzelf, heel eerlijk: „Daar
om ben ik in de loop van de laatste
tien jaren steeds dichter bij Haitjema
etï Van Ruler 'komen te staan. Wan
neer kerk en belijdenis dreigen tever
dampen tot een functie van het aposto
laat, wordt het tijd tegenover al die
d.
MBER
7 uur
lezen
lezeri'
2.3
en
O en' 6.30^
jr lezen.
en 1'
O uur
stude'
snoep
s, Sno*
6'uur lei"
A.
Is. A.
I uur
lezen
lezen.
dynamiek en beweging, tegenover al
dat drukke gedoe, belijdenis af te leg
gen van het blijvende, het gegegevene,
het gestaltelij ke, de vaste vorm, het ob
jectieve, ja het ontisohe. Zó werd het
„Getuigenis" mogelijk".
Wie had kunnen denken, dat Prof.
Van Niftrik, toen hij in de zomer van
dit jaar deze woorden neerschreef,
woorden: die verviold waren van zorg
om de toestand van de kerk en om het
wegvallen van de grote figuren, zelf zó
spoedig volgen zou? We zouden geneigd
zijn, zijn eigen woorden over te ne
men en ons af te vragen, wie nü de
erfenis van Kohlbrügge en Hoedemaker
moet doorgeven, nu niet alleen Van
'Ruler en Haitjema dood zijn, maar nu
ook Van Niftrik er niet meer isEn
toch dat is ónze zorg niet. De Koning
der Kerk roept Zijn.mannen' soms uit
een hoek waaruit wij ze niet zouden
verwachten. Van Niftrik zelf is er het
bewijs van.
Daarom moge het gebed zich verme
nigvuldigen voor de nood van de kerk
en om mannen vol van de Heilige
Geest. Het is immers Gods eigen be
lofte: „Inplaats van de vaderen zullen
de zonen zijn"?
Waarnemer.
PFAFF NAAIMACHINEHUIS
Bergen op Zoom,
Korte Meestraat 17
Tel. (01640) 35878
BON: voor gratis folders zenden
aan PFAFF, Antwoordnum
mer 102, Bergen op Zoom.
Naam:
Adres:
Plaats:
Nu 'het kouder begint te worden,
komt vooral in de land- en tuinbouw
de vraag naar voren:
Hoe bescherm ik mijn dieren en pro-
dukten tegen de kou? De gedachten
gaan daarbij allicht uit naar een ge
makkelijk verplaatsbaar verwarmings
apparaat, b.v. een heteluchtkanon of
een heater.
Deze beveiligde apparaten kunnen
gebruikt worden voor tijdelijke ver
warming van grote ruimten als boer
derijen, doorwerkprojecten, voor het
drogen van produkteri, voor het stoken
van groentekassen enz.
Door zijn gemakkelijke verplaats
baarheid is een heteluchtkanon handig
in het gebruik en aangezien de meeste
apparaten via het directe verbrandings
systeem werken is het warmte-rende-
ment 'hoog.
Het is duidelijk, dat het gebruik van
een dergelijk „verplaatsbaar" verwar-
In de Roomse kerk is iedere dag ge
wijd aan een „heilige". De meesten zijn
onbekende figuren, maar er zijn ook
enkele bekende personen onder, waar
aan zowel Protestanten als Roomsen te
rugdenken. Ik behoef ■alleen maar de
naam te noemen van Sint Nicolaas. De
kinderen er zijn ook grote kinde
ren'! verlangen weer al naar 5 de
cember.
Zo is de 11e november gewijd aan
Sint Maarten.
Wie was hij?
In 316 of 317 werd Martinus geboren
als de zoon van een Romeins officier. Op
15-jarige leeftijd nam hij zelf ook dienst
in het Romeinse leger.
Eens was hij met een legerafdeling
in Amicus in Noord-Frankrijk. Toen
hij door de poort der stad reed, zag hij
daar een verkleumde bedelaar aan de
kant zitten.
Het ■was een gure winterdag, de arme
man was zo goed als naakt, slechts een
paar lompen bedekten zijn van koude
bevende liohaam.
Martinus stapte van zijn paard, trok
zijn zwaard en sneed daarmee zijn wijde
mantel in twee helften'. De ene helft be
hield hij voor zichzelf, de andere gaf
hij aan de hedelaar.
Later nam hij ontslag uit de krijgs
dienst en liet zich door een bisschop
onderwijzen in de christelijke gods
dienst. De bisschop had zo'n dankbare
catech'isant in hem, dat hij Martinus
tot priester kort wijden.
Overal ging hij uit prediken. Vooral
in Gallië (Frankrijk) heeft hij vele men
sen uit het heidendom bekeerd tot Chris
tenen. Later werd hij gekozen tot bis
schop van Tours (in midden-Frankrijk
igelegen) eri in deze waardigheid is hij op
11 november 397 op hoge leeftijd ge
storven.
Het 'is geen wonder dat rond het le
ven van zulk een vrome man allerlei
verhalen ontstaan zijn.
Er wordt verteld dat hij in de nacht
nadat hij zijn mantel verdeeld had, een
visioen had. Hij zag Jezus, bekleed met
de 'halve mantel die hij aan de bede
laar gegeven had. Moeten we hierbij
niet denken aan de woorden van de
Heiland: „Voorzover ge dat aan één van
'mijn minste broederen gedaan hebt, hebt
ge dat aan Mij gedaan".
Deze gebeurtenis met die bedelaar is
talrijke malen afgebeeld, b.v. op het
stadswapen' van Maartsendijk in Utrecht
en als windvaan op de Dom van Utrecht
Deze stad heeft namelijk Sint Maarten
als schutspatroon aangenomen, zowel de
stad als het bisdom.
In ons land zijn wel 20 kerken naar
hem genoemd, in Middelburg de West-
monsterkerk, die vroeger op de Markt
stond en in 1575 is afgebroken omdat
men geen behoefte aan preekruimte had.
In België zijn er wel 400 kerken aan
de heilige Maarten gewijd.
Legenden
Martinus was een bescheiden' man.
Toen hij tot bisschop gekozen werd, was
hij zo verlegen dat hij wegkroop. (Net
zoals 'koning Saul deed). Zijn sc'huil-
boek was in een stal voor ganzen, die
echter zo hard schaterden, dat de men
sen 'kwamen kijken wat er te doen was
en hem vonden.
Op sommige plaatsen wordt op Sint
Maarterisavond een gans gegeten en
worden er in het 'begin van november
ganzenmarkten gehouden. 'De gans was
oorspronkelijk aan de heidense afgod
wodan gewijd. Maar zoals het meer
gebeurde in de eerste tijd van het
jonge christendom, zo ook hier: hei
dense gebruiken werden met enige wij
ziging door de Christelijke kerk overge-
mingsapparaat de nodige voorzichtig
heid eist.
Bij gebruik van een heater met voor-
raadtanlk dient men bij het vullen eerst
het apparaat af te zetten: en te laten
afkoelen, en niet te morsen.
Het meest aan te bevelen is een
luchtverhitter, waarbij de brandstof
buiten het gebouw kan blijven en waar
van de uitblaastemperatuur niet te hoog
is, zoals de veel toegepaste heaters van
het zgn. Kooi-systeem. Deze heaters zijn
traploos instelbaar van 15—80.000 kcal
en volledig beveiligd, ook tegen omsto
ten, stroomstagnatie, oververhitting etc.
Voor de ondernemer heeft dit systeem
bovendien nog het voordeel dat het zeer
gunstig in prijs ligt, reukloos is en
lange levensduur heeft.
Het zal zaak zijn, alvoreris iets te
gaan ondernemen, zich goed te oriën
teren en met de aanschaf van een ver
warmingsapparaat niet tot het laatst
toe te wachten.
Een andere legende over Martinus
van Tours is deze: In een afgelegen
dorp had hij gepredikt, zijn ezel had
hij aan een' boom gebonden. Het was
reeds donker toen hij klaar was. Maar
toen hij vertrekken wilde kon hij zijn
ezel nergens vinden. Alle dorpelingen
kwamen met lantaarns om grauwtje te
helpen zoeken.
Misschien is hieruit wel de gewoonte
ontstaan om op 11 november met licht
jes te lopen. Op verschillende plaatsen
in ons land en ook in België en Duits
land gebeurt dit nog altijd.
Vroeger holden' de kinderen rapen,
mangels of pompoenen uit, vervormden
die tot een soort mensengezicht en zet
ten binneriin een 'brandend kaarsje. Te
genwoordig gebruiken ze gewoonlijk
lampions. Daarbij zingen ze het be
kende versje:
,,Sintere, sintere Maarten',
De ikalveren dragen staarten.
De koeien dragen horens.
De kerken dragen torens,
De torens dragen klokken,
Mooie meisjes mogen niet jokken..."
Of ze gaan langs de huizen om een
appel of peer, een snoepje of wat geld
te bedelen:
„Hier woont een rijk man.
Die veel geven kan,
Veel kan ie geven,
Lang zal ie leven.
God zal hem lonen
Met honderdduizend kronen,
Met honderdduizend rokjes aan,
Daar komt Sintere Maarten aan".
In Zeeland
Voor zover me bekend is, worden
zulke optochten van zingeride kinde
ren in Zeeland niet gehouden. Maar
toch is er in onze provincie nog een
kleine herinnering bewaard aan Sint
Maarten en wel op het dorp Nieuw en
Sint-Joosland, of zoals het algemeen
genoemd wordt: Nieuwland. Ik moet
er bijvoegen: zo was het ongeveer een
halve eeuw geleden, nu is er niets meer
van te bemerken, het dorp bestaat niet
meer als zelfstandige gerneente, het is
bij Middelburg gevoegd.
U hebt misschien wel eens gehoord
van de Walcherse Liesjesdag, nu ook
al en'kele tientallen jaren niet meer in
gebruik. Ik heb daar vroc'ger wel eens
over geschreven.
Op de eerste donderdag van mei en
oktober werden bij de boeren knechts
en dienstboden in dienst genomen. Ze
verhuurden zich telkens voor een half
jaar. Dat wil niet zeggen dat ze na
ieder half jaar vertrokken en' een andere
plaats zochten, sommige bleven jaren op
dezelfde hofstede. Maar ieder half jaar
moesten ze dan toch weer ingehuurd
worden.
Nieuwland deed hieraan niet mee, het
behoorde immers niet tot eigenlijke
Walcheren? Ja, volgens de kaart van
tegenwoordig wel. Maar een echte
Nieuwlander voelde zich geen Wal-
chers mens, zijn dorp is er trouwens
nog maar anderhalve eeuw -bijgevoegd.
Bij Zuid-Beveland behoort hij ook
niet. Kijk maar naar de mannen en'
vrouwen dn dracht, als u er tenminste
nog vinden kunt. Het is een beetje van
Walcheren en een beetje van Zuid-
Beveland.
Zz deden dus niet mee met de Wal
cherse Liesjesdag, maar het personeel
verhuurde zich met St. Maarten. Op de
donderdag na H november of op deze
datum zelf als het een donderdag was,
lag alle werk stil. De timmerman liet
zijn gereedschap met rust, de smid
maakte zijn vuur niet aan, de schilder
morste niet met verf, ze hadden een
vrije dag vandaag. De boerenknecht
trok zijn goeie pak aan, de arbeider ging
niet naar de 'boerderij. De meesten gin
gen' 'die dag naar Middelburg, markt
dag houden. De boer zelf had, zonder
personeel, wel een en ander te doen op
de hofstede, hij 'had geen vrije dag.
Zo vierde men vroeger dn Nieuw
land Sint Maarten, zonder zingende
lichtstoeten, maar als een rustige dag.
Het naroorlogs geslacht weet er niets
meer van.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
INTERMEZZO VERKIJKT ZICH
OP FEL DVO
Streekderhij tussen sterkste teams
van Hoekse Waard en Flakkee
eindigt onbeslist
Een enorm fel spelend DVO uit Oud
Beijerland heeft Intermezzo er van
weerhouden: zijn koppositie in de 2e
klasse B te verstevigen. DVO wist door
een zwaarbevochten gelijkspel zijn ach
terstand op de koploper tot twee punten
te beperken. Intermezzo heeft zijn kan
sen op een zege laten liggen door bij
een '2^1 voorsprong in de 4e set niet
onmiddellijk druk uit te oefenen. De
ibijna tweehonderd toeschouwers zagen
DVO steïk terugkom.en en de 4e set met
15^10 winnen'. 'De spanning aan kop is
door 'het gelijke spel van Intermezzo
weer toegenomen.
Intermezzo, dat in de Ie set zonder
zijn sterkste aanvaller Jan Dingemanse
van start ging liet zich het spel van een
goed voorbereid DVO opdringen. De
felheid en de overtuiging ontbrak vaak
in de aanvalsacties, waardoor DVO met
een simpele maar doeltreffende aanval
een ruime voorsprong op wist te 'bou
wen. De eindsprint van Intermezzo
kwam te laat. DVO won met 1511.
Intermezzo stond nu voor het feit dat
het geen set meer mocht verliezen. Ge
prikkeld door het onverwachte verlies
en in de sterkste opstelling werd DVO
me sterk pressievolleybal in de 2e set
op grote achterstand gezet. Intermezzo
liet nu volleybal zien, waarmee het zijn
leidende positie kon waarmaken. De
setwinst kwam met 154.
In de 3e set verzuimde Intermezzo in
het zelfde tempo en met dezelfde kracht
door te gaan. Het vatte de strijd te ge
makkelijk op eri dit kon men zich tegen
DVO niet veroorloven. De eindsprint
kwam nu wel op tijd. Na een 69 ach
terstand te 'hebben weggekerkt won In
termezzo 'met 1512.
Hierna had Intermezzo de strijd kun
nen beslissen als het met dezelfde in
spiratie was doorgegaan als in de 2e
set. Aan de ene kant gelukte dit niet
door een zich fel verwerend DVO, dat
Intermezzo minder kansen toestond. Aan
Eén van de talrijke Intermezzo-aanvallen op de DVO verdediging.
de andere kant was de taktisc'he aanval
van Intermezzo, normaal een sterk wa
pen, ditmaal minder succesrijk.
Dit alles had tot gevolg dat DVO een
10^6 voorsprong kon nemen. Intermezzo
kwam met een serie sterke smashes
tot 10-10 terug. Een zeer goed ge'kozen'
time-out van DVO bij deze stand on
derbrak het herstel van Intermezzo zo
goed, dat het bijzonder snel naar 15
10 uit kon lopen. Deze boeiende en lan
ge wedstrijd, de interessantste van de
Intermezzo-heren, dit seizoen in de
sporthal gespeeld, eindigde hierdoor in
een een verdiende puntendeling.
J.l. zaterdag werd te Dirksland in
gebouw „de Schakel" de jaarlijkse
Algemene Vergadering van de Rotter
damse Turrnbond gehouden.
Door de voorzitter, dhr. S. Gros werd
de vergadering ermee geconfronteerd
dat een aantal Overheidssubsidies niet
zijn verhoogd terwijl daarentegen de
kosten wel aanzienlijk gestegen zijn.
Dhr. 'Gros maakte daarna duidelijk dat
een forse verhoging van de contributies
dan ook niet uit kon blijven.
Daaruit bestond een van de volgen
de agendapunten: verhoging van de
door de leden te betalen contributie van
2,naar 3,50, al werd dat vooral
voor de jeugdigen „zeer fors" geoor
deeld. .Meerdere verenigingen zijn bang
door deze maatregel jeugdige leden te
zullen zien verdwijnen terwijl zij juist
niet gemist kunnen worden.
Bij gehouden stemming bleek het
voorstel te zijn aangenomen. Het voor
stel zal nog op de Bondsvergadering
behandeld worden.
In galerie „de Welle" aan de Voor
straat te iSommelsdijk wordt van 4-23
november geëxposeerd door Johan van
Oord eri Frits van Geer. De expositie
gaat morgen zaterdag 4 nov. om
8 uur open.
LgRVOLGVERHAAL
DOOR H. KING»IANS
57
Vóór hij nog één woord zeggen kon,
jToeg de kolonel hem: „Is het waar, dat
het land onder water
,.Ik heb te rapporteren, kolonel, dat
het lp ad om Amsterdam 'blank staat.
Hetzelfde is het geval langs de hele
«rens van Holland. Rocheforts ruiterij is
jn voile aftocht. Zij werd door het wa
ter ov.arvallen.
Velen verdronken. Een afdeling in-
tanterie heeft hals over kop moeten
vluchten met achterlating van het ge
hele kamp".
i.Du? toch!" zeide de kolonel. „Dat is
^en tegenslag. Ga onmiddellijk mee en
"feng uw rapport uit, waar het be
hoort".
En tot Home: „U heb ik niet meer
nodig".
Van alle kant kwamen hoofdofficieren
^angereden; Zonder geroepen te zijn
"egrepen zij dat krijgsraad gehouden
zou worden.
Het was een gejaag en geren. Ont
hutste gezichten werden gezien. Vloe
ken werden gehoord.; Schier op ieders
lippen lag de naam van de Prins van
Oranje, die hun deze kool had ge
stoofd.
Weldra werden orders gegeven, om
het kamp in zo'n staat te brengen, dat
het in een oogwenk tij ds verplaatst kon
worden.
Terwijl de soldaten, gestoord in hun
rust en in 'hun illusie, dat zij spoedig
Holland zouden binnenrukken vloekend
en tierend en morrend aan het werk
waren, kwam de ruiterij van generaal.
de Rochefort met de bevelhebber aan
het hoofd, binnenrijden.
De Rochefort reed pijlsnel naar de
krijgsraad in het kasteel, om verslag uit
te brengen.
Nog steeds stond het kleine gezel
schap op het terras. 'Hij merkte het niet
eens op, maar stoof naar binnen.
„Is het water niet te keren?" vroeg
madame de Sorbonne aan George Hor-
ne.
Deze haalde de schouders op.
„Het is een zee, madame. Woudt gij
die keren?!"
Buckingham keek Arlington aan.
„Hadt gij dat ooit 'kunnen vermoe
den?" vroeg hij.
„Dat niet. Maar dat wij nog wat met
Willem van Oranje te doen zouden krij
gen, stond voor mij vast", antwoordde
Arlington.
„'k Wou, dat ik heelhuids in Londen
zat", zeide Buckingham. „Die oorlog
verveelt me al lang".
HOOFDSTUK 32
„De innundatie is volkomen geslaagd!"
Caspar Fagel, de griffier van de Sta
ten van Holland zeide het op een dank
bare toon.
Tegenover hem in de tent van het
kamp te Bodegraven, zat luitenant
Beekman.
Fagel wachtte op de Prins van Oranje,
die op een inspectietocht was.
Zij spraken over de toestand van het
land die in enkele dagen een keer ge
nomen had, zoals niemand had kunnen
denken.
De heldenmoed, de geestkracht, de
geestdrift, het geloof van Willem van
Oranje had wonderen verricht.
Amsterdam had het voorbeeld gege-
venj Alle villa's en boerderijen waren
ontruimd. Daarna waren de sluizen
opengezet. En het water der Zuiderzee
golfde over het land rondom de stad,
die als een onneembare vesting uit zee
oprees.
Alle dijken die daarvoor in aanmer
king kwamen werden doorgestoken. De
fregatten der koopvaardijvloot, ijlings
ingericht tot oorlogsschepen voeren de
rivieren op, om daar de vijand de pas
af te snijden. De doorgestoken dijken
werden bewaakt door matrozen.
Wie op de dijken stond, zag aan zijn
voet een zee, kalm en rustig daar lig
gend. En uit die zee staken de bomen
en de 'huizen als eenzame wachters.
Al 'heel spoedig deed in Holland het
gerucht de ronde, dat de trotse koning
van Frankrijk het kamp te Zeist, dat
naar een nóg hoger gedeelte verplaatst
was, verlaten had en naar zijn land was
teruggekeerd, volkomen teneergeslagen.
„De irmundatie is volkomen geslaagd!"
zeide Caspar Fagel op dankbare toon.
„Maar de boeren zijn in opstand",
merkte Beekman op. „We hebben wat
met hen te stellen".
„'t Zal wel luwen", vergoelijkte Fagel.
Hl was nóg griffier. Maar het was een
publiek geheim, dat hij benoemd zou
worden tot Raadpensionaris, daar Jo
han de Witt eervol ontslag had ge
vraagd en verkregen.
Johan de Witt was een gebroken man.
Zijn politiek had gefaald, al verkeerde
hij nog steeds in de overtuiging, dat zij
de goede was geweest". En dat meende
hij. Want hij was een oprecht man en
een vroom christen.
Maar thans had hij het volk tegen
zich. Daarbij kwam dat zijn broer Cor
nells, de Ruwaard van Putten, gevangen
genomen was op aantijging van Tiche
laar, de barbier van Piershil, Johan de
Witt's broeder zou de Prins naar het
leven hebben willen staan.
In geuren en kleuren 'had Fagel het
aan Beekman met wie hij bevriend ge
worden was verteld. Hij geloofde niets
van de aantijging. Het was vurige las
ter.
Maar de rechters hadden aan het
wraakgeroep van het volk geen weer
stand kunnen bieden. Gister hadden zij
den Ruwaard tot verbanning veroor
deeld. Het was nu de bedoeling, dat Jo
han de Witt de ballingschap van zijn
broeder Cornells vrijwillig delen zou.
Beekman 'had er zijn leedwezen over
uitgesproken. Hij wist stellig dat de
stadhouder er ook zo over dacht.
Deze had gaarne met Johan de Witt
willen samenwerken ter bevrijding van
het vaderland, maar de Raadspensiona-
ris die twee en twintig jaar aan het
hoofd der Republiek had gestaan had
geweigerd omdat hij zich niet schikken
kon onder het gezag van Oranje.
Het was een uitgemaakte zaak, dat
Fagel zijn opvolger worden zou.
Feitelijk was hij het reeds lang. De
staatszaken, die hij thans met de stad
houder wilde afdoen en waarvoor hij
naar Bodegraven gekomen was, waren
het werk van de Raadspensionaris.
Maar niet daarvoor alleen was Fagel
naar het kamp gekomen. Hij wilde WU-
lem van Oranje smeken, althans een
paar dagen in Den Haag te vertoeven.
Want de Residentie was in volslagen op
stand. Men schreeuwde om de dood der
de Witten. Op de schutterij kon men
niet vertrouwen. Eén woord en zij zou
gemene zaak met 'het volk maken.
Op dringend verzoek mede van Jo
han de Witt had de stadhouder ge
neraal Tilly met zijn dragonders naar
Den Haag gezonden, om de orde te be
waren, wat in de stad dringend nood
zakelijk was. Want het was er een hal
ve revolutiej Daarbij kwam dan nog,
dat inDen Haag telkens hardnekkige
geruchten liepen over een troep opstan
dige, gewapende boeren, die, ontevre
den over de onder water zetting van
het land, zich in de stad schadeloos
wilde stellen.
Luitenant Beekman zuchtte, terwijl
Caspar Fagel aan het vertellen was.
„Hoe-droevig toch", zeide hij, ,,dat de
birmenlandse rust niet bewaard kan
blijven. Eenheid is zo nodig".
„Het is een crisis", zeide Fagel. „Wij
zullen 'haar moeten doormaken".
„Maar hoeveel verheffender ware het
geweest, als in de grote eensgezindheid
wij tegenover de buitenlander hadden
gestaan", hield de ander vol.
Ge ziet de zaken te zwart, mijn vriend.
Als er ooit eensgezindheid is gebleken,
dan was het wel onmiddellijk na de
verheffing van de stadhouder! DenIs;
eens aan: alleen op zijn woord het land
onder water! Wat een opoffering, al is
er dan onder de boeren wat ontevre
denheid. Zie eens wat in enkele weken
is bereikt met het oog op onze verde
diging. Wat vrijwilligers zijn niet toe
gestroomd? En ondervindt de oproep,
dat van iedere twee weerbare mannen
er één dienen moet, tegenkanting?