EIIAnDEtl-niEUWS
I Terugblik in het grijs verleden
Vier borrels enmeeuwensoeii
laarverslag van de secretaris van
het Groene Kruis te Qoltgensplaat
over liet jaar 1971
Christus' lijden
t l
I (door HAN BOOMSMA)
Biirgerlijke Stand
l BERNARD
3e Wad
Vrijdag 10 maart 1972
No. 4070
Piano of orgel
MIDDELHARNIS
X Vertrouwd kopen. 1
KOLFF Micld«lharnift
Boekbespreking
Ooltg^ensplaat
Rome en de Reformatie
Ambt en Schrift
Het maart-nummer van „Protestants
Nederland" (het maandblad van de ver-
eniging P-N.) is voor een groot deel ge
vuld met een artikel (oorspronkelijk een
lezing) van Dr. C. A. Tukker, Herv.
Predikant te Kamerik, getiteld: „Toe
nadering! Juichkreet of angst
schreeuw?" Met intense belangstelling
en met klimmende spanning heb ik dit
aitilicl gelezen en het leek me goed, een
'f!i aiiuer aan u door te geven. Niet al
leen om de waardevolle inhoud van dit
artikel, maar ook om weer eens de aan
dacht te vestigen op het bestaan van
protestants Nederland, dat een nog veel
grotere bekendheid verdient dan nu
reeds tiet geval is.
In bedoeld artikel maakt Dr. Tukker
enigszins de balans op van de oecume
ne, althans wat men in het algemeen
onder oecumene verstaat: de toenade
ring tussen Rome en de Reformatie. Hij
doet dat in vijf punten: ieders ambt;
bijbel en humanisme, pastoor en predi
kant; celibaat en geheim; oecumene en
failliete boedel.
Hef eerste punt spreekt voor zichzelf:
Rome kent het ene ambt van de pries
ter; de Reformatie kent behalve het
gespecialiseerde ambt van predikant
ook ouderlingen en diakenen. Dat het
laatste enorme voordelen biedt, schij
nen velen in het protestantisme nauwe
lijks meer te beseffen.. Doordat een pa-
rochiepastoor niet op zijn vingers geke
ken wordt en doordat hij ook geen tijd
genoeg heeft om alles alleen te doen,
komt er van het pastoraat in de Room
se Kerk uiteindelijk niet veel terecht.
Een citaat: „Wie zal de priesters tellen,
die in een gesprek niet verder komen
dan gezin, maatschappij, jeugd, huwe
lijk, inkomsten? En die dan ineens,
hoogst sacramenteel, ook zonder ge
sprek met de betrokkene, het laatste
oliesel moeten bedienen als het fout
gaat?"
Stel daartegenover het algemene
ambt der gelovigen in het Gereformeerd
Protestantisme, dat toegespitst wordt in
het bijzondere ambt van ouderling en
diaken! Weer een citaat: „De uitoefe
ning geschiedt, ik weet het, binnen de
kerk en daarbuiten gebrekkig, doch niet
zonder meer onduidelijk. Dan denken
we voor kerk en wereld niet aan alle
mogelijke activismen, en ook niet aan
een vooruitgeschoven positie van dit of
dat gemeentelid in de aktueel opge
bouwde eredienst. Wij denken veel meer
aan de persoonlijke strijd rond het
Avondmaal, aan het aktief en passief
kiesrecht, aan de plaats van de bijbel
in de gezinnen, aan het persoonlijke ge
tuigenis van geloof en bevinding, aan
het niet-formuliere gebed en aan
de wijze waarop via K.V., J.M.V,, J.V.,
M.V., Vrouwenverenigingen, Mannen-
verenigingen en bijbelkringen velen zijn
gevormd tot uitoefening van hun ambt
en plicht, vaak ook tot uitoefening van
hun latere bijzondere ambt. Het is ook
hij de reformatorische kerken geen ro-
zengeur en maneschijn en vele van de
ze zaken zijn bezig te verdwijnen, doch
wij willen zeggen: men kan bij Rome
zien waar dat toe leidt
In het tweede deel van zijn betoog
handelt Dr. Tukker over de kennis van
en de omgang met de Schrift onder de
rooms-katholieken. De oorzaken van de
ze vreemdheid aan de Schrift zijn dui
delijk: de beelden, de mis in het latijn,
de preek als bijzaak; vooral ook het in
gekapseld zijn van de Schrift in de tra
ditie en sinds de Contra-Reformatie
Waarom hebt Gij Hem verlaten,
Vader van Uw eigen Zoon?
Hebt Gij Hem alleen gelaten.
Overdekt met smaad en hoon?
Waart Gij samen niet verbonden?
Was Hij niet Uw enigst Kind?
Hangt Hij hier voor Züne zonden.
Dat de dood Hem thans verslindt?
Maar laat mij niet langer vragen:
„Waarom Heer', vergeet Gij Hem?"
Leer mij onder al Zijn plagen
Luist'ren naar Zijn stem!
Daarom hebt Gij Hem verstoten.
Omdat Hij mijn Borg wou zijn.
Is Zijn bloed van 't hout gevloten,
Droeg Hij hellestraf en pijn.
God heeft mij nog nooit begeven.
Ook niet, als ik 't wel eens dacht.
Zoveel kwaad heb ik bedreven.
Toch heeft Hij mij niet veracht.i
Hij heeft op de zoon gelaten
Heel de straf van 't Godsgemis.
In Zijn liefde mag ik baden.
Eeuwig van Zijn gunst gewis.
t Ds. Kijftenbelt.
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦O
DEN BOMMEL
N.C.V.B. over druggebruik. De afd.
Den Bommel van de N.C.V.B. hoopt
a.s. donderdag 16 maart haar vergade
ring te houden in de consistorie der
Geref. Kerk. Adjudant Liefaart uit
Dordrecht zal een inleiding houden over
het gebruik van drugs. Aanvang half
acht.
GROTE TtJRNDEMONSTRATIE IN
MIDDEiLHAKNIS
Morgen, zaterdag 11 maart wordt in
de sporthal te Middelharnis een grote
turndemonstratie gehouden, met naar
schatting 360 medewerkenden. De zaal
gaat open 's avonds om 7.00 uur waarna
de demonstraties om half acht beginnen.
De organisatie berust bij de verenigin
gen S.S.S., Sparta Hygiea, DOTO en
„Middelharnis - Sommelsdijk". De al
gehele leiding is in handen van dhr. G.
J. Barkel.
de sterke aandacht vóór en nadruk
óp de moraal.
De aansporingen van de zijde der
geestelijken om toch weer de bijbel te
gaan lezen, vinden in de Roomse kerk
weinig weerklank. Ondanks de Willi-
brord-vertaling blijft de bijbel voor ve
le rooms-katholieken een gesloten boek.
Hoe komt dat? Doordat de moderne we
tenschap met haar aandacht voor al het
geschapene (Teilhard de Chardin) de
belangstelling voor de bijbel overvleu
gelt.] In wezen is dat evenzeer een symp
toom van het humanisme als het feit
dat de bijbel in de middeleeuwen aan
de ketting lag
Ik had me voorgenomen, één artikel
tje aan de beschouwing van Dr. Tukker
te wijden. Maar ik ben nog niet op de
helft en ik heb de mij toegemeten
ruimte benutDe overige drie pun
ten moeten dus nog maar een weekje
wachten. Daat het een bewijs zijn voor
het belang van deze zaak...
WAARNEMER.
Onze vereniging bestaat nu 68 jaar,
™aar de fundamenten van de vereni-
Sing zijn nog prima. Dat hebben wij
niet in de eerste plaats te danken aan
Itót bestuur. Maar het fundament van
M Vereniging is voor alles de leden. Dit
zijn in feite de belangrijkste mensen
van de gehele organisatie. Zonder de
caadwerkelijke steun van de leden kan
fflen niets beginnen. De leden hebben
ons dan ook in het afgelopen jaar niet
'n de steek gelaten. Zij hebben het
Groetie Kruis gesteund waar dat mo-
Sslijk was. Het bestuur wist dan ook
fjn werk gedragen door heel de bevol-
kmg.
,Er ;;iin in het afgelopen jaar belang-
f'Jke besluiten genomen. Daartoe be
hoort o.a, de aanleg van de centrale
verwarming in het wijkgebouw en de
Woning van de wijkverpleegster. De
aanleg van de centrale verwarming is
floor de firma J. van Maastricht alhier
w volle tevredenheid van het bestuur
««gevoerd.
Centrale verwarming in een wijkge-
oouw is een eis van de tijd. Mevrouw
van Hensbergen-van Dam heeft we-
ssns gezinsomstandigheden haar func-
ais waarnemend wijkverpleegster
tie
j^ofig jaar moeten beëindigen.) Wij ver
jaren !n haar een goede kracht en zijn
haar z
dat
2eer erkentelijk voor het vele werk
21J met groot enthousiasme heeft
si'ztt. Maar mevr. C. Timmerman-Heu-
^^man was dadelijk bereid deze functie
P zich te nemen, waarvoor wij haar
Wjzonder veel dank verschuldigd zijn.
6 twee thans in functie zijnde waar-
^tteud wijkverpleegsters verrichten
'«n werk tot volle tevredenheid van het
"est uur en de bevolking.
In het afgelopen jaar werd één leden
vergadering en drie bestuursvergade
ringen gehouden en ook nog drie be
sprekingen met de leden van het dage
lijks bestuur.
In de samenstelling van het bestuur
is in 1971 geen verandering gekomen.
Zoals elk jaar het geval is onderging
het ledenbestand in 1971 een kleine wij
ziging wegens vertrek en vestiging van
personen dn de gemeente.
Het verslag van de penningmeester is
van enorm meer betekenis dan dat van
de secretaris. Dat zal u wel blijken uit
de financiële gegevens en de voorstel
len die in verband daarmede worden
gedaan.
Ondanks alle problemen waarmede
ook het Groene Kruis ter plaatse wordt
geconfronteerd mogen wij toch terug
zien op een goed jaar voor onze vereni
ging, en wij spreken de wens uit dat wij
onze zelfstandigheid kunnen blijven
behouden.
De Secretaris v. d. Groene
Kruis, P. BOM.
P.S.: Dit verslag is nog door de heer
Bom zelf samengesteld en lag al
gereed bij de stukken die nodig
zijn voor de Jaarvergadering. En
kele dagen vóór de geplande ver
gadering, die aanvankelijk op 2
maart gehouden zou worden, is
dhr. Bom plotseling overleden.
Het zal dan ook het laatste werk
stuk van zijn hand zijn, dat in ons
blad verschijnt en dat hij voor
„Eilanden-nieuws" heeft samen
gesteld.
voor veilige verzekeringen en
lage premies.
Bijzonder snelle schade
afwikkeling.
Zeer schei-pe tarieven voor
autoverzekeringen en
na 1 jaar schadevrij rijden
reeds 20"/» korting.
Financieringen.
VOORSTRAAT 3G
TELEFOON (01870) 2012
Büna een eeaw assurantie-
agenten.
„stemmen uit Wittenberg" en
„Stemmen uit Gcnève". Uitgaven
van „De Gereformeerde Biblio
theek te Goudrlaan Z.-H.
Wij hebben van bovengenoemde uit
gever voor ons liggen Bundel IX van de
Loei Communes of de „De voornaamste
bewijsgronden van de geleerde Philip-
pus Melanchton,i De hoofdstukken han
delen over de ergernissen; de christelij
ke vrijheid; een aanhangsel over het
huwelijk en definities. Om u er een in
druk van te geven citeren wij hieruit
het volgende over de kerk:
„Derhalve zijn de publieke samen
komsten van de kerk noodzakelijk om
de bediening te behouden. Daarom
hebben allen in de kerken, die recht
onderwezen worden de publieke samen
komsten lief en bevorderen ze; zij ge
hoorzamen de herders die recht onder
wijzen, die de tijden en de lessen rege
len. Zo dikwijls als ge in de kerk komt,
moet ge de onmetelijke weldaad van
God bedenken, die zich een eeuwige
kerk vergadert door de bediening van
het Woord en het Evangelie en breng
uzelf tevens in gedachten de gehele leer
van de schepping en van de verlossing
van het mensengeslacht; herinner u die
belofte die gegeven is over de tegen
woordigheid van God". Zeer leerzame
en zeldzame lectuur! Abonnementsprijs
3,per nummer.
Stemmen uit Geneve, preken van Job
door Johannes Calvijn. In deze serie zijn
reeds meerdere preken van Job ver
schenen. De bundel no. 18 van december
1871 handelt over Job 15 en gedeeltelijk
kapittel 16. Echt Calvijn: exegetisch,
duidelijk van uitleg en bevindelijk toe
gepast. Eveneens 3,per nummer.
Wij merken hierbij op, dat de uitgeve
rij W. A. de Groot, Postbus 1 te Gou
drlaan, waar deze werkjes te bestellen
zijn, goede vorderingen maakt met al
de uitgaven van de bijbel-verklaringen
van Calvijn. Binnenkort verschijnen: De
kleine profeten (Joel, Amos en Obadje
in 1 band). Het is een geweldig werk,
dat hier wordt ondernomen, wat we
zeer aanprijzen. Vraagt een prospectus
en tekent er op in. Van harte aanbe
volen! Th.d.iW.
GEMEENTE GOEDEREE0E
Burgeriyke stand over februari 1972
GEBOREN: Willem Huibert, z.v. J.
Verhage en M. Witte (Ouddorp Z.H.);
Leentje Apolonia, d.v. J. A. Jelsma en
M. M. van Seters (Stellendam)Jan
Pieter, z.v. C. Bakker en P. Verspuij
(Stellendam); Hendrik Marinus z.v. D.
Roest en B. C. van de Ree (Stellendam)
Johannes Pieter z.v. K.. Westhoeve en
J. C. Meijer (Ouddorp Z.H.); Cornells
Krijn z.v. N. Boshoven en H. Westdijk
(Goedereede); Daniël Martinus Gerardus
z.v. M. J. H. van der Wallen en D.
Kristel (Stellendam); Annamarie, d„v.
J. van Oudenaren en van J. F. Laarman
(Stellendam); Joop z.v. J. Tieleman en
M. Boshoven (Ouddorp Z.H.); Wilfred
z.v. J. Tieleman en M. Boshoven (Oud
dorp Z.H.); Leendert Jan z.v. P. West-
dijk en J.I T. Hoek (Ouddorp Z.H.); Ma-
rina Cornelia Pantelina d.v. A. W.
Meijer en C. P. Nagtegaal (Ouddorp
Z.H.); Job Marco, z.v. J. P. van Koppen
en L. Meijer (Ouddorp Z.H.); Arend
Jan Cornells z.v. J. van der Vlugt en
S.i G. A. van Rossum (Stellendam).
Geboren te Rotterdam: Miranda Nan-
da, d.v. J. Driesse en A. P. Klink (Oud
dorp Z.H.).
GEHUWD: P. C. van Heemst, oud 23
jaar (Middelharnis) en E. P. Troost, oud
19 jaar (Ouddorp Z.H.); W. J. van Dis
oud 24 jaar (Sommelsdijk) en P. Rooze-
mond oud 19 jaar (Ouddorp Z.H.,); C.
N. Vroegindeweijoud 18 jaar (Som
melsdijk) en M. Witte oud 19 jaar (Goe
dereede); W. Verheii, oud 29 jaar (Stel
lendam) en C. M. Klink, oud 20 jaar
(Stellendam); K. de Ronde, oud 21 jaar
(Ouddorp Z.H.) en N. de Jong, oud 20
jaar (Ouddorp Z.H.).
ONDERTROUWD: K. Tanis. 46 jaar
(Ouddorp Z.H.) en A. P. Nap 37 jaar
(Ouddorp Z.iH.); A. van Trigt 21 jaar
('s-Gravenhage) en E. van Es, 21 jaar
(Stellendam); J. Breen, 18 jaar (Oud
dorp Z.H.) en A. Crezee 19 jaar (Oud
dorp Z.H.).
OVERLEDEN: Jan Tanis, echtgenoot
van J. 't Mannetje, 75 jaar (Goedereede);
Willem Rijnbrand, weduwnaar van T.
Boshoven, 84 jaar (Ouddorp Z.H.); Jo-
hannis Kastelein, weduwnaar van S.
Ihrman, 76 jaar (Ouddorp Z.H.); Alida
Groenendijk, weduwe van L. Verhage,
85 jaar (Ouddorp Z.H.); Jobje Mierop,
ongehuwd, 76 jaar (Ouddorp Z.H.); Ja
cob Mastenbroek, ongehuwd, 80 jaar
(Ouddorp Z.H.).
Overleden te Breda: Maarten Tanis,
weduwnaar van J. Kaptijn, 77 jaar
(Ouddorp Z.H.).
Overleden te Dirksland: Huibert Bos-
loper, echtgenoot van M. Witte, 83 jaar
(Ouddorp Z.H.).
Ingekomen: J. W. J. Breve en gezin
(Ouddorp Z.H.) van Spijkenisse; B. H.
van Noordennen en gezin (Ouddorp
Z.H.) van Rotterdam; J. Mackloet (Oud
dorp Z.H.) van Middelharnis; Mw. A. L.
W. van den Broek (Ouddorp Z.H.) van
Nunspeet; G. Poortvliet-Grinwis (Oud
dorp Z.H.) van Dirksland; M. Tanis-
Redert (Ouddorp Z.H.) van Middelhar
nis; J. P. Nelis-Nieuwland (Ouddorp Z.~
H.) van Middelharnis; W.i J. van Dis
(Ouddorp Z.H.) van Middelharnis; P. C.
Omdat Gerrit 67 jaar was geworden
kwamen we hem 's morgens tijdig ge
lukwensen. Die „we" waren een klein
groepje vrienden, die liet geheim wis
ten dat hy jarig zou zyn. Wc dronken
eerst bedachtzaam een kop koffie met
gebak, toen werd de bekende fles ont
kurkt, glaasje neergezet, plalskcn le
verworst en stukken kaas geserveerd.
Toen er „op nog vele goeie jaron", ge
klonken was en de borrel werd (aange
sproken kwamen de verhalen los
van vroeger en van de zee.
Na die eerste borrel was het zijn oude
dienstkameraad die het woord nam en
hem er aan herinnerde, dat Gerrit hem
47 jaar geleden uit dienst eens geschre
ven had. De brief was bewaard geble
ven, foto's uit die tijd moesten bekeken
worden je kon alleen maar raden, dat
de jonge schutter achter de mitrailleur
alsof hij een grote walvis moest gaan
schieten Gerrit zelve was.
De dienstkameraad had die brief ont
vangen, toen hij overgeplaatst was van
Bergen op Zoom naar de Hemburg,
waar hij oude geweren weer schietklaar
moest trachten te maken. Want in het
leger was men zuinig met zijn geweren,
ze zouden in 1940 nog op de Grebbe ge
bruikt worden.
Gerrit had in die brief geschreven,
dat hij pijnlijke voeten had, omdat ze
hem de dag tevoren weer 30 km had
den laten marcheren. Dat hele verhaal
was ondertekend met „Gerrit, de diep
zeevisser".
Dat was het nu waar het om ging.
Vroeger had je geen psychotechnische
of andere wetenschappelijke keuringen
met moeilijke onbegrijpelijke namen.
Wanneer de militaire dokter je onder
handen nam om te weten of je een goed
soldaat zou kunnen zijn. Ze keken of je
plavoeten had, of je longen en je hart
luisterde. Dan zo op het gezicht zei de
dokter: of de sergeant majoor of
welke geweldige er bij dat tafeltje in
dat keuringslokaal ook zat: dat zal wel
een goeie wezen voor de infanterie, of
voor de cavallerie, of voor de marine.
Gerrit had aangevraagd: Marine.
Maar ze bekeken zijn wat korte been
tjes en dachten: die jongeman moeten
we maar eens leren lopen: het vonnis
was infanterie. Het kon ook gebeuren
dat een landarbeider, die meesterlijk de
schrepel kon hanteren of stoere paarden
wist te temmen voor de boerenwagen
vol m.et suikerbieten, bij de marine
kwam.
De stellingen die bij dat keuringwe-
'i zen gehanteerd werden waren voor ons
i lotelingen vroeger onbekende
grootheden,, Bekend was, dat ze bij de
marine niet graag een vissersman had
den omdat de vissersman een andere
zeemans- en scheepstechniek er op na
houdt, dan de marine-mensen.
Maar het ging nu net bij die brief,
om de ondertekening Gerrit, de diepzee
visser. Hij had dat woord diepzeevisser
gehanteerd, toen de kapitein bij op
komst in werkelijke dienst wilde we
ten wat al die jonge broekjes van be
roep waren van Gerrit kreeg hij het
ronde antwooi-d: „diepzeevisser". Waar
op de kapitein wilde weten, of Gerrit
zwemmen kon. Neen zei Gerrit zonder
blikken of blozen, ofschoon hij van zijn
achtste jaar al over de haven van Mid
delharnis moet hebben kunnen zwem
men, wat in vroeger jaren bij ons goed
was voor het brevet: Zwemmer eerste
klasse".
Toen dat schone verhaal gedaan was,
waren de glaasjes allemaal leeg en
het schaaltje met plakken leverworst
had veel inhoud verloren. Gerrit schon]<:
de tweede borrel in.
Ik opende mijn verhaal, met te ver
tellen dat ik de week te voren in Sche-
veningen was geweest, op onderzoek
naar meer gegevens omtrent de visserij
van Middelharnis in vroegere jaren.
In dat boek van reder Hoogendijk
was ik onder de namen van de Sche-
veningse reders van 1892 tegengeko
men de naam van H. A. van de Rovaart,
die met 4 schepen de haringvisserij uit
oefende. Uit familieverhalen wist ik, dat
een broer van mijn grootvader sloepen-
baas was geweest en later naar Sche-
veningen was verhuisd en daar reder
was geworden. Die rederij zal nu wel
opgegaan zijn in een van de grotere re
derijen in Scheveningen ik had iets
gehoord heel vroeger van de namen den
Heyer of Pronk maar ik wist het
van Heest (Ouddorp Z.H.) van Middel
harnis; M. Holster-Hartveld (Ouddorp
Z.H.) van Middelharnis; J. van Lente
(Ouddorp Z.H.) van Middelharnis; C.
Verweij-van Zielst (Ouddorp Z.H.) van
Middelharnis; R. Timmer (Ouddorp
Z.H.i) van Amsterdam.; J. de Geus en
gezin (Stellendam) van Rozenburg; P.
A. C. B. Gorsira (Goedereede) van Eind
hoven; C. S. Bruggeman-Roos (Ouddorp
Z.H.) van Hellevoetsluis; H. Wilkes-
Troost (Ouddorp Z.H.) van Dirksland;
T. van der Wende (Goedereede) van
Eindhoven; M. van der Marel en gezin
(Ouddorp Z.H.) van Heenvliet; C. de
Gelder-Tanis (Ouddorp Z.H.,) van 's-
Gravenzande; Mw. A. van Putten (Oud
dorp Z.H.) van Dirksland; J. Franke-
Hokke (Ouddorp Z.H.) van Dirksland;
C. G. A. Vermeulen en gezin (Ouddorp
Z.H.) van Rozenburg; A. M. Doejaaren
en gezin (Ouddorp Z.H.) van Rotterdam.
VERTROKKEN: Mej.i E. C. Janse
(Ouddorp Z.H.) naar Vlissingen; Mej.
M. de Ronde (Goedereede) naar Dord
recht; H. Boom en gezin (Stellendam)
naar Alphen a. d. Rijn; P. A. Moerker-
ke (Ouddorp Z.H.) naar Dirksland; H.
Plinterman en gezin (Ouddorp Z.H.)
naar Leiden; Mej. H. J. Tol (Ouddorp
Z.H.i) naar Rotterdam; Mw. P. J. M.
Lamfers-van Ewijk (Goedereede) naar
Nijkerk; F. E. Kuiper en gezin (Stellen
dam) naar Alphen a. d. Rijn.
preciese niet. Ik kwam opeens in de
gelegenheid om met een der families
Pronk te kunnen praten. Zoals in Mid
delharnis de naam Vroegindewey zeer
uitgebreid is, zo is dit in Scheveningen
met Pronk, den Heier, Vrolijk, Den
Duik, de Niet, enz. enz.
Ik prikte verkeerd deze tak van de
familie Pronk kende geen grootmoeder
die de naam v. d. Rovaart als meisje
had gedragen.i Maar we kwamen nu
toch aan het praten over vissen en va
ren en onder het genot van een bakje
koffie werd verteld, dat mevr. Pronk in
1933 was getrouwd, haar man was toen
stuurman op een Haringlogger en het
was armoede troef. Na de eerste zee
reis als getrouwd man kwam haar
echtgenoot thuis en bleek hij 3Vi gulden
te hebben verdiend per week. Daar kan
je schouwtje niet van roken. Ze hadden
haar gezegd: ga naar de steuri, dan
krijg je 8,per week. Maar een
Scheveningse doet dat niet, als ze een
paar flinke armen en handen aan haar
lijf heeft. Ze verkoos uit werken te
gaan.
Ik had uit zitten kijken naar een kleu
rig beelden-groepje op de schoorsteen,
het bleek een zgn. „diefje" te zijn.
In vroeger jaren voeren de Scheve
ningse vissers om haring te vangen
soms een eind het Kanaal in. Dat von
den de Franse vissers niet zo prettig, de
vis die daar was, was van hèn. Als die
Franse vissers in de gaten hadden, dat
een Scheveningse logger de vleet had
uitgelegd dat gebeurde altijd 's nachts
dan gingen ze soms met een klein
bootje er op af, sneden een stuk van die
vleet af en haalden het net met vis bin
nen. Het net gooiden ze daarna weg in
zee. Ze maakten van die stroperij zelfs
nog beeldjes - haar man had dit in
Dieppe gekocht.
Iedereen in Scheveningen is jaloers
op dat bezit, ik nam er een foto van. Je
ziet een stuurman aan het roer, twee
vissers die het gestolen net ophalen, de
derde die de vangst in een schaal doet.
Het sloepje is niaar klein groot kan
de diefstal niet zijn maar het blflft
stropery. Of de laiideren dat verhaal van
dat diefje kenden? vroeg ik.
Er moest nodig eerst weer een borrel
ingeschonken worden.. Toen nam Leen
het woord. De meneerse vissers kenden
het j,diefje" niet.'> De meneersenaren
voeren naar Doggerbank en daar ten
noorden van en visten op kabeljauw,
schelvis, koolvis, tarbot, makreel enz.
Maar hij had na Wereldoorlog nummer
één altijd gevaren op Vlaardingse Ha-
ringloggers, waar ze het verhaal wel
kenden van die Fransen. Met Vlaar-
dingers had hij in het Kanaal gevist. Er
waren veel meeuwen als je de netten
ophaalde. Ja, bedacht Leen bij herin
neringen, die Fransen durfden wel eens
een vette meeuw te schieten. Die werd
geplukt, schoongemaakt en ging de soep
ketel in.
Maar een meeuw is toch oneetbaar!
Blijkbaar voor de Franse vissers niet.
Ze kookten de meeuw, die wij oneetbaar
vinden om zijn traangeur, ze gooien veel
uien, knoflook, schelpdiertjes en nog
wat rommel in die soep, en dan lepelen
ze die wel op. In geen enkel Frans re
ceptenboek zal je deze raeeuwensoep
vermeld vinden speciaal gerecht dus
van de Franse kanaalvissers.
Toen was borrel 3 ook op, en er was
geen plakje leverworst meer en we za
ten aan de lekkere Hollandse vette kaas.
Gerrit was een goed gastheer, genoot
van de verhalen van de gasten, schonk
borrel 4 nou de laatste dan zeiden
we, het is al bij half twaalf. De laatste
dan proost. Gerrit en Leen hadden
de smaak van het vertellen te pakken
en gingen verder:
Er is geen gevaarlijker vijand voor de
visserman op zee dan de biethaai. Zo
groot is 'ie niet in Scheveningen en
IJmuiden wordt 'ie geregeld als buit
binnen gebracht. Maar hij heeft scher
pe tanden en je gelooft het niet zei
Leen we hebben meermalen een be
zemsteel in het water gegooid en in één
hap bijt 'ie de steel kapot. Als je als
vissersman het ongeluk hebt overboord
te vallen en je makkers hebben je niet
tijdig aan boord dan ben je een prooi
voor de biethaai. Hij gooit zich op de
rug, een hap, je mist een been, dan
komt ie terug, weer een hap, het tweede
been is er af, en daarna begint 'ie om
de armen af te nemen.. De romp laat 'ie
drijven.
Alle vissers hebben een ingebrande
'hekel aan dat Jjeest, als ze hem vangen
kunnen, doen ze het. Maar het beest is
sterk, de beet dodelijk en de bijl komt
er aan te pas, als ie op het dek getrok
ken is. Als je de maag openmaakt vindt
je soms restanten van kleding.
Het moet zo in het begin van de twin
tiger jaren zijn geweest na Wereldoorlog
nr. 1. Hij voer toen als kok bij een
Vlaardingse schipper, die elke haai
kwam. Hij had er een speciale manier
voor. Als zo'n biethaai gesignaleerd was
werd een makreel schoongemaakt, inge
wanden er uit en dan kwamen in die
lege buikholte een paar brokken carbid.
Tegenwoordig kent men carbid bijna
niet meer. Carbid werd in vroeger jaren
gebruikt als grondstof voor de gasfabri-
cage bij onze carbidlantaarns op de
fiets. Onder de lantaarn waren een
tweetal reservoirs. De onderste was be
stemd om er een paar brokjes carbid in
te doen, in dat bovenste reservoir was
water. Een heel klein kraantje, dat je
open kon zetten, liet water druppelen in
dat reservoir carbid, waar dan carbid-
gas ontstond. Dat carbidgas werd ge
leid in de fietslantaarn, waar een klein
pitje het gas ontving. Je stak dat pitje
aan en je had een heel heldere en vaak
felle lichtbron des avonds als je over de
weg fietste. Al die fiets-carbid-lan-
taarns zijn vervangen door electrische
lantaarns het zijn museum-stukken.
Kwam nu zo'n biethaai bij de Vlaar
dingse logger, dan werd de biethaai de
makreel met al vaak sissende carbid-
vuUing toegeworpen. De biethaai
keerde zich op de rug, één hap, één slik
de makreel zat in de maag.i Maar dan
kreeg de carbid veel water, de gasont-
wikkeling kon in volle omvang plaats
hebben. Binnen enkele minuten was de
maag vol gas de biethaai kwam naar
boven, omdat zijn lichaam opzette van
dat gas, en dan was het wachten er op,
dat de biethaai uit elkander spatte!
We vonden vier glaasjes nu wel vol
doende kaas lustten we nog wel.
Maar Leen was niet uitgepraat met zijn
verhalen. Hij voer bij de Vlaardingse
schipper nog als kok. Ze hadden Vlaar-
dingen met de motorlogger verlaten,
stoomden op naar de visgronden, toen ze
op zee een Katwijker helemaal alleen
zagen vissen. In die eerste jaren na We
reldoorlog I, was er bizonder veel vis in
de Noordzee. Die haalden de vleet op
het was net een lang gordijn van haring
dat aan boord kwam. De Vlaardingse
schipper zei direct, hier blijven we. Het
was al avond, maar de vleet moest over
boord aan slapen kon niet gedacht
worden. Leen was kok, kon even ter
kooi, maar moest zorgen, dat om 3 uur
in de morgen de zwarte koffie klaar
was, dan zou het net opgehaald worden.
Toen ie om 3 uur opkwam met de
koffie, waren ze al bezig het net in te
halen. Eén lang kleed van glinsterende
haringen. Het moeten mülioenen vissen
geweest zijn, die in de netten zich ver
strikt hadden. Toen het net binnen was
zei de schipper, we gaan de boek kaken
en metéén naar huis.
Het schip kon 42 last vis bergen ze
voeren naar vol Vlaardingen terug. Aan
slapen viel nog niet te denken, er moest
gekaakt worden. Zo lang ze nog op zee
waren lag het schip nog betrekkelijk
hoog, maar bij het binnenvaren van de
Nieuwe Waterweg zakte het schip een
eind dieper weg, omdat het zoete water
lichter weegt dan het zoute water en
schepen in zout water hoger boven het
water uitsteken. Met hun diep geladen
schip kwamen ze na enkele dagen van
uitvaart terug, omvallend bijna van de
slaap. De boekhouder van kantoor zag
hen binnenkomen en grapte: konden
jullie je handen niet zo wassen van dek
in zee! Neen, zeiden ze, wel hier in de
Waterweg.i Want zo diep lag het schip.
Met maximum besomming kwamen ze
binnen. Leen pakte des middags nog de
Meneerse boot van Vlaardingen-Haven-
hoofd naar huis, zal wel een dutje ge
daan hebben aan boord, beende van het
stoombootsplein met zijn twee zeemans-
oliezakken met vuile kleren naar huis.
Op het Vingerling zagen andere vissers
hem binnenkomen: ben je niet vroeg
thuis, stellen ze hem de vraag, is er wat
gebeurd, een ongeluk!
Maar Leen liep door, zei alleen: We
konden niet meer haring bergeii, in één
nacht 42 last haring!
Nieuwe hadmeesterj Het bestuur van
de Stichting Zwembad „De Singel" heeft
voor het seizoen 1972 als badmeester be
noemd dhr. A. D. de Vroet te Oud-Beij-
erland, zulks met ingang van 8 mei a.s.
Benoemd. Dhr. W. Donkersloot Mz.,
adjunct commies A, afdeling Interne
Zaken ter gemeente-secretarie van
Oostflakkee is benoemd tot Commies A,
afdeling Algemene Zaken ter gemeente
-secretarie te Middelharnis.