EIIAriDEII niEUWS Koe het Internationale Rode Kruis zijn hulp acties organiseert huisman Overdenking NUTSSPillIRBBNK Tulpen 1 CAMERA'S I Zeeuwse waiidelingen Wendelmoet BUIJSSE t 2f!bla<i Vrijdag 17 december 1971 No. 4047 REISKOSTEN tot f 5,- vergoeden wij bij aankoop van minstens f iÓQ,- op vertoon van trein-, tram-, bus-, of metrobiljet. kleren maken de man Huisman maakt de kleren Korte Hoogstraat 15, Ie Middellandstraat 98-100, Wolphaertsbocht IIZ-IIA Rotterdam uit de Heilige Schrift ADVENT gPAASKBANK EN ALLS! BANSZAKEM VOOB GEZm EN BEDBKIF Voorstraat S6, Mlddelhar^sis KAPELLÈ>rtel: Oirl 02^1441 f f f f f f f f Uw Modehuis t Ook voor t FOTOGRAFIE J. ZANDSTRA SOMMELSDIJE NfoHlBfJ ïïsaaia Wanneer gevechten waar ook ter „■ereld een dergelijke hevigheid be reiken dat ziekenhuisdiensten en me- I disch personeel overstelpt worden door I een stroom van gewonden en als de ^^oorraden medicamenten uitgeput raken ,^:ol.clt vaak de bijstand van het Inter- jationale Comité van het Rode Kruis in- ireroepen. En onder zulke omstandighe- Jen moet dat Rode Kruis dan een nood- liulpoperatie tot stand brengen. Aangezien het Internationale Comité van het Rode Kruis een meer dan hon derdjarige ervaring op het slagveld tieeft, weten zijn gedelegeerden echter welke vormen van hulp het eerst nodig jjin. Bloedplasmavervangende middelen, Woedtransfusie-apparatuur, antibiotica, pijnstillende middelen, verbandmateri- aa! en chirurgisch instrumentarium die nen direct ter beschikking te zijn. Als het I.C.R.K. van de bij het conflict betrokken partijen geen lijst van beno digde hulpgoederen ontvangt, bestaan zijn eerste zendingen altijd uit stan daardpakketten waarmee tenminste lionderd ernstig gewonden kunnen wor den geholpen. Voor een zo effectief mo- «rclijke hulp dient een arts of zelfs een heel medisch team met een dergelijke zending mee te gaan. De teams die het I.C.R.K.. met toestemming van de partijen in het conflict pleegt uit te zenden worden meestal gevormd door een chirurg, een assistent-chirurg, een narcotiseur en twee verpleegsters, van wie één zich als operatie-zuster heeft gespecialiseerd. De eerste taak bij aankomst in een noodgebied is vast te stellen wat nodig is, met Geneve in verbinding te treden, om verwarring (waartoe in geweldda digheden vaak aanleiding geven) de kop in te drukken. Het is niet altijd even gemakkelijk aan de weet te komen wel ke ziekenhuizen hun taak nog geheel kunnen vervullen, over welke medische voorzieningen ter plaatse het I.C.R.K. nog kan beschikken en of er hulpteams in geïmproviseerde gebouwen aan het werk dienen te gaan, dan wel of er ge heel zelfstandige opererende hospitalen (compleet met operatiekamer, medica menten, medisch personeel en zelfs voedsel voor twee weken) dienen te worden uitgezonden. Deze aanvangsperiode vraagt tijd: het is moeilijk de zo gewenste informaties te Imjgen en het aantal gewonden en de noodzakelijke voorraad medicamen ten te schatten. Bovendien is het niet eenvoudig Geneve van dat alles op de hoogte te houden, want de verbindings lijnen zijn vaak overbelast of soms ge heel gestoord. Desalniettemin wacht het I.C.R.K. altijd op het eerste rapport van zijn „verkenningsteam" alvorens een actieplan op te stellen. Soms gaat de omvang van de nood de directe krachten van het Internationale Comité van het Rode Kruis te boven. In dat geval doet het via de nationale Rode Kruis-verenigingen een beroep op het publiek, zoals thans ook bij het conflict India/Pakistan is gebeurd.i Zo heeft het Nederlandse Rode Kruis, dat begin de cember direct een hulpactie is begonnen, de bevolking gevraagd giften te storten op het speciale Rode Kruis-gironummer V77 in Den Haag. Het telex-apparaat van het I.C.R.K. tikt intussen zijn telegrammen uit en dan is het een kwestie van enkele uren voordat in vele landen hulpzendingen klaar worden gemaakt en voorbereidin gen worden getroffen om medisch per soneel op te roepen: het netwerk is ge reed voor een grootscheepse actie onder leiding van het I.C.R.K. Soms kan zo'n actie van korte duur zijn, soms ook dient zij lange tijd te worden voortgezet. Voornamelijk gaat het daarbij om het verstrekken van medische hulp, voedsel voorzieningen, onderdak en kleding. Sommige nationale Rode Kruis-vere nigingen stellen medisch-sociale teams beschikbaar, andere bieden personeel aan dat gespecialiseerd is in het oplos sen van transportproblemen en/of het totstandbrengen van radioverbindingen. In het geval van het conflict India/Pa kistan treft het Nederlandse Rode Kruis voorbereidingen voor de mogelijke uit zending van een geneeskundig team. In zijn oproepen vervat het I.C.R.K. alle noodzakelijke technische en prak tische details. Indien een hulpprogram ma bijvoorbeeld ook de voeding van de getroffen bevolking omvat, dient reke ning te worden gehouden met de plaat selijke voedingsgewoonten. Hulpzendin gen worden met grote zorg voorbereid: er worden aanwijzingen gegeven voor de wijze van adressering, verpakking het Ie kiezen transport (door de lucht, over zee of over de weg), waarbij ook niet vergeten mag worden de goederen met Rode Kruis-emblemen te merken, teneinde voorrang bij douane-formali teiten, verminderde vrachttarieven en vrijdom van invoerrechten te verlu-ij- gen. Op grond van de ontvangen inlichtin gen wordt zo snel mogelijk een actie plan opgesteld. In Geneve gaat het werk dag en nacht door en ook in de noodge- bieden zijn de gedelegeerden onafgebro ken in aktie. Zolang de operatie duurt dient alle aandacht te worden geschon ken aan de organisatie van het werk en aan de bescherming van hulpteams. Dit vereist intensief contact met de mili taire en burgerlijke autoriteiten van de bij een conflict betrokken partijen. Daarbij moeten nauwkeurige overeen komsten worden gesloten over de hulp verleningsprogramma's. Zo behoeven de plannen voor voedseluitdeling vaak de goedkeuring van alle betrokl?:en par tijen. Pas dan kan het I.C.R.K. van de eerste noodfase overgaan tot de coördi natie van een hulpactie, die kan uitlo pen op een zeer langdurige onderneming. HET DODEN VAN VOOK DE CONSUMPTIE BESTEMDE DIEBEN Elk jaar bereiken de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren uit alle delen van het land klachten, dat kleine dieren als bijv. pluimvee en ko nijnen, op vaak afschuwelijke wijze worden gedood. Haar zijn gevallen be kend, dat konijnen levend gevild en ook dat kippen levend werden geplukt. Er zijn in ons land verschillende ab- batoirs, waar men voor zeer geringe prijs de dieren kan laten slachten, het vlees wordt dan ook nog door deskun digen gekeurd. Men kan zich voor het slachten van dieren ook tot bona-fide poeliers wenden^ Dierenbescherming wijst er voorts op, dat o.m. het ophangen van konijnen en het levend plukken van kippen en der gelijke voor de wet strafbaar is en dat hiertegen door politie en de over het gehele land verspreide inspecteurs der vereniging zal worden opgetreden. Houdt bij de jaarwisseling ook Uw dieren in huis: maar al te dikwijls wor den ze door het vuurwerk in paniek ge bracht of lopen zij ernstig letsel op. MARIA'S LOFZANG en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. Lucas 1 47 Wanneer wij dan ook de woorden uit deze lofzang overdenken, letten wij niet allermeest op Maria, die hier de Heere groot maakt, maar veel meer op het werk des Heeren, waardoor zij Hem groot maken mag. En al wordt niemand de gezegende, zoals Maria was, toch zal hetv>rerk des Heeren, dat haar hier roe men deed, in de harten van ons moeten worden gekend, zullen wij ook eenmaal zalig worden. Dat is in wezen niet on derscheiden van de geloofswerkzaam- heden van Maria. De Zaligmaker, Die geboren is, moet in ons hart geboren worden. Zal er van waax'achtige roem sprake zijn, dan moet Hij onze roem worden en onze verwach ting worden. Daartoe is nu het werk des Geestes van node. De Geest heeft Hem in Maria's schoot doen ontvangen worden, maar diezelfde Geest maakt nog plaats voor Hem in de harten der Zij nen, opdat Hij door het Woord Gods in hun harten zal geboren worden. We kunnen nooit Zijn komen in ons leven kennen zonder de werking van de Hei lige Geest, want die Geest des Heeren maakt plaats voor Hem. Hoe nodig, dat wij allereerst leren, dat wij ook een Zaligmaker nodig heb ben. Van nature weten wij dat niet, want dan is de heilige onrust niet in on ze harten. Waar echter Gods Geest aan het werk is, daar wordt de rust opge zegd en de ware verontrusting geboren; daar ziet men zich buiten God en Zijn zalige gemeenschap; daar leert m.en be seffen, dat wij zo niet meer leven kun nen, als wij immer gedaan hebben, daar zal geleidelijk aan de ziel overtuigd worden van de totale onmacht en de schuld der zonde; ook van de ongenoeg zaamheid van onze werken en noodza kelijkheid van de voldoening aan het recht des Heeren. Hoe dierbaar wordt voor zo'n ellendig en arm volk de boodschap, die door God op de aarde gebracht wordt en Hij nog door Zijn dienaren doet verkondigen, dat er Eén gekomen is om een dood- waardig en schuldig volk zalig te maken van hun zonden. O, gezegende boodschap, o, zalige verkondiging. Er kwam er Eén, Die God was en bleef, maar mens werd onder de mensen en dat, opdat Hij zaligmaken zou en \|,erlossen van de grote ellende, waarondè" verdoemelijke Adamskinde- ren terne der liggen. Wie zal ooit de grootheid van de wijsheid en de liefde Gods kunnen ten uitdrukking brengen, die hierin geopenbaard is, dat God Zijn eigen Zoon zond, opdat Hij door Hem de deur der hoop in de weg van recht zou ontsluiten. In hem nu is een eeuwige ruimte, waar nimmer genoeg van gezegd kan worden. Daarin kunnen de goddelozen gezaligd worden en de vijanden met God verzoend. Maar nu is het geloof nodig ora tot Hem te kunnen komen. Ook al zouden wij de boodschap aangaande de komst des Zaligmakers nog rechtstreeks uit de mond van de engel des Heeren beluisteren, dan zou dit geen waarde hebben, indien dit „met het geloof niet gemengd was in degenen, die het ge hoord hebben". Nu, dit geloof brengt nu de geheel schuldige en machteloze zondaar buiten zichzelf, opdat hij in deze Zaligmaker ook zijn heil en zaligheid zoeken zou. Door het geloof wordt die boodschap dierbaar en gepast voor de verdoemelij ke ziel en ziet hij daarin zulk een waar de, dat een hartelijk verlangen geboren wordt om die Zaligmaker als de zijne te mogen kennen en te bezitten. Met niets minder dan met deze Zaligmaker kan de ziel het dan doen. Het gebed en het verlangen wordt uitgedrukt in de woor den: „Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf". Naar die hartelijke en volkomen ver eniging gaat dan ook de ziel uitzien en men hijgt naar de kennis, die Maria deelachtig geworden was. en waarvan zij in deze woorden getuigenis gaf mijn Zaligmaker. Dat de Heere Hem in die volkomen toeëigening des geloofs aan Zijn kinde ren schenken mocht, opdat wij ook bij de herdenking van Zijn geboorte zo in Hem roemen mochten. De ruimte is er in Hem en welgelukzalig degenen die Hem vinden mogen, want zij zullen met Hem niet beschaamd worden. Wanneer gij, mijn lezer, het geboortefeest van Koning Jezus herdenkt, is er dan ook deze roem, hetzij als een innig verlan gen, hetzij als een dadelijk bezit: Ik zal, o Heer', die ik mijn Koning noem. De luister van Uw Majesteit en roem Verbreiden, en Uw wonderlijke daan Met diep ontzag aandachtig gadeslaan. Dan zal er waarlijk van Maria's blijd schap iets in uw hart zijn; dan zal het waarlijk Kerst- dat is een Christus-feest bij u worden. Rotterdam. Ds. A. Vergunst. Lees ik daar in ons blad van 3 de cember dat men op Goeree-Overflakkee weer een gouden medalje heeft gekregen voor vroeg-bloeiende tulpen op de bloembollen-vakbeurs te Hillegom. Een prachtige prestatie, waaraan dit artikel zijn ontstaan te danken heeft. Niet dat ik iets wil schrijven over het kweken ervan, dat weten bovenbedoelde kwe kers met de tuinbouwconsulent Schik honderdmaal beter dan een amateur- tuiniert je zoals ik ben. Maar ik wil in de historie duiken, zoals ik dat meestal ge woon benj Over de geschiedenis van een kwart eeuw geleden kunnen de meesten nog meepraten. Gedurende de oorlog was er geen uitvoer van bloembollen, toch heb ben ze dan ook goede diensten verricht, in het bijzonder in de laatste oorlogs winter. Vooral in de grote steden zullen velen zich nog wel herinneren het maal van bloembollensoep. Iedereen heeft er trouwens wel iets van geproefd, want ik meen dat er in die tijd een zeker percentage bloembollenmeel door het brood gemengd was. Dat bloembollen als voedsel gebruikt werden is niets nieuws. Ik las van een dame in Wenen 't was in 't begin der 17e eeuw die haar bollen liet con- fijten en er heerlijk van smulde. Bij een koopman in Antwerpen vielen ze min der in de smaak, hij beschouwde ze als een soort uien, liet ze koken en consu meerde ze met olie en azijn. Maar 't kostje beviel hem niet en de rest gooide hij weg. Mooie bloemen. Bloembollen zijn ook niet bestemd als voedsel, maar ze behoren geplant te worden om ons de mooie bloemen te geven, die in alle talen bezongen zijn. Afkomstig uit Perzië en Turkije, schijnt de eerste bloeiende tulp (een ro de) in Europa gezien te zijn in Augsburg in 1559: een zekere Conrad Gesner had een bol meegebracht uit Constantinopel. Enige jaren later bloeit hij ook in Ne derland, ik las ergens dat een priester in Middelburg de eerste kweker was. In 1581 verschijnt er een kruidboek, waarin 22 verschillende tulpen worden beschreven, waarvan er 4 zijn afgebeeld. Het middelpunt van de bloembollen teelt werd de omgeving van Haarlem, waar ongeveer de helft gekweekt wordt, waar de grond uitstekend geschikt is voor de teelt. Haarlem mag zich graag de bloemenstad noemen, maar de teelt verplaatst zich meer naar het zuiden, naar de plaatsen Sassenheim, Hillegom en Lisse, waar ook ieder jaar in april een bloemencorso wordt gehouden. Hier is ook de 16 ha grote Keukenhof, die ieder jaar duizenden bezoekers trekt. In Lisse is een laboratorium voor het on derzoek der bloembollen, het opsporen en bestrijden van ziekten. Het verkopen van slingers aan de auto's en van snijbloemen is maar bij zaak. Het gaat om de handel in bollen.. Als het korte seizoen van de toeristen voorbij is, gaan er schuiten vol bloemen naar de mestvaalt, opdat ze de groei der bollen niet zullen belemmeren. Om nieuwe variëteiten te krijgen ging men zaaien, een wel wat omslachtige weg, want het duurt 5 a 6 jaar voor een zaadje tot een bloeiende bol wordt. Zo doende kreeg men verschillende kleur schakeringen, vooral de gestreepte en gevlamde tulpen golden voor iets bij zonders en de bollen ervan werden duur betaald. Misschien gebruikt men tegen woordig wel andere methoden om de tulpen te veredelen, dat weet ik niet zo precies. Maar over duur gesproken. In 1623 werd een bol verkocht voor 1000, in 1624 was de waarde ervan 1200, terwijl een volgend jaar een bod werd gedaan op een bol van deze soort van 2.000,— 3.000,—, maar geweigerd werd. Wanneer u deze jaartallen ziet, naderen we zachtjesaan die jaren in onze geschiedenis, die bekend staan in de tulpenwereld als „windhandel". Windhandel. De belangstelling voor tulpenbollen was zo groot onder alle groepen der be volking, dat men ging speculeren. De herbergen werden de tulpenbeurzen der floristen, zoals de handelaars werden genoemd. Eén bol ging soms meerdere keren per dag in andere handen over, telkens in waarde gestegen. „De sin en 't hooft is heel aan 't hollen Door de nietighe Tulpe-bollen". De geschiedenisboeken noemen deze windhandel de dwaze tulpenhandel (1636 -1637), ook wel „bollenrasernie" of „i'a- sernie van Flora". Inderdaad maakte de ze razernij het hoofd aan 't hollen! Van de beroemde soort Semper Augus tus (rode strepen op een witte grond) werd één bol verkocht voor 4600, plus een karos met twee appelschim mels, drie bollen ervan werden ver kocht voor 30.000,Om te zien wat men in die tijd voor de waarde van één bol van 2500,dus nog niet eens zo'n heel dure, kon kopen, hieronder de vol gende vergelijking: 2 last tarwe 448,— 4 last rogge 558,— 4 vette ossen 480,— 8 vette varkens f 240,— 12 vette schapen 120,— 2 okshoofd wijn (140 1) 70,- 4 tonnen bier 32,— 2 tonnen boter 192,— 1000 pond kaas 120,— bed en toebehoren 100,— costuiun 80,— zilveren beker 60.^ f 2500,— „Honderden, duizenden guldens wer den voor sommige bollen besteed. In een enkele stad ging voor meer dan tien mil- lioen om. Armen en gegoeden hoopten in een ommezien rijk te worden", schrijft de historicus professor Blok. In straat liedjes, schimpdichten, pam fletten en spotprenten werd deze dwaze handel gehekeld. Daarentegen versche nen brochures, die de transacties ver dedigden als gewoon zaken doen. Met deze buitensporige prijzen moest het op de duur mislopen, zoals de dich ter zegt: „Maar als het radt van avonturen Met Flora eens sal omme slaen, Soo sullen haer kooplieden treuren En met Flora te gronde gaen! Soo hoogh als sij nu is geresen, Soo groot sal haren val dan wesen". Waren de herfst en de winter van 1636 het toppunt van de tulpenhandel, in februari 1637 begon die „grote val". Mensen uit alle standen, mannen en vrouwen, regenten en burgers, boeren en ambachtslieden, schippers en voerlui, haalden de strop van hun leven. Prof. Blok schrijft: „Menig huishou den werd bedorven, menig leven ver woest. Velen die hun werk in de steek hadden gelaten om in de bollen slapen de rijk te worden, zagen zich plotseling van alles beroofd en tot de bedelstaf gebracht. Zo eindigde de „rasernie van Flora" onder de vervloekingen der hon derden, die in hun verwachtingen wa ren teleurgesteld!" Toch bleven de bollen, vergeleken met nu, nog aardig prijzig, want omstreeks 1700 werd voor een tulpenbol, al naar gelang de soort en grootte, nog 30, tot 300,— betaald. Gelukkig bleef het kweken der tul pen en andere bolgewassen voortbestaan De uitvoer der bollen brengt ieder jaar een bedrag van vele millioenen aan de goede kant van de betalingsbalans. Middelburg. L. van Wallenburg. ^AXLUIUJJK BIJ MIDDELHARNIS BRUINISSE Weinig handel in mosselen. In de mosselexport c.q. de aanvoer van mos selen is nog steeds de aanvoer zo groot, dat de prijzen laag blijven. De hande laren zitten met een voorraad waarvan ze minstens vier weken vooruit kunnen en de handel toonde dan ook weinig kooplust in de afgelopen week. Gevolg was dat woensdag bijna de helft van de aanvoer in het Mosselfonds moest lossen. Door dit Mosselfonds (op- vangfonds) zijn nu al meer dan 200.000 tonnen afgenomen, een ongekend grote hoeveelheid. Enkele kwekers, die over goede kwaliteit beschikken besloten, voorlopig de aanvoer stop te zetten, maar de overgrote meerderheid zet de aanvoer door, omdat men bij lage prij zen, door de te leveren hoeveelheid toch aan zijn trekken wil komen. Aangevoerd werden in de week 6 t.m. 11 dec. 47.814 tonnen, waarvan 15.810 tonnen in het Fonds werden gelost. I l^R VOLGVERHAAL DOOR HERMAN HAGE 17 Als Napoleon Engeland maar onder de knie heeft, mevrouw, dan komt het Wel in orde. O, daar heb ik geen verstand van. Maar Engeland wordt niet gauw ver werd, vind ik. Dat komt zeker omdat net een eiland is? Tegen Napoleon is niets bestand. En geland ook niet, meende Van Zuilenstein zo hautain sprekend alsof hij Engeland m de zak van zijn fraaie jabot had. J^om, ik laat de heren alleen om de zalven te bespreken. O, madame, u kunt wat mij betreft gerust blijven. Ik zou dat zelfs zeer op Pnjs stellen. Wat ik wil vragen gaat ook u aan, verzekerde Van Zuilenstein. Neen, neen, ik heb nog het een en ander te doen. Tot ziens, Johan. ^iJ verliet het vertrek, glimlachend. iNu, kerel, je hebt mij om een onder- noud verzocht. Waarmee kan üi je hel- U hebt alleen maar „ja" te zeggen en daar twijfel ik niet aan. Onze families kennen elkaar al jaren en goed. Ik kom om de hand van Wendel vragen. Ieder een weet, dat zij en ik dikke vrienden zijn. Ieder begrijpt ook, dat wij een paar zullen worden. Ik vind, dat dit nu eens publiek moet worden, Wendel zal er ook wel zo over denken. Over een paar jaar ben ik afgestudeerd. Dan kunnen we trouwen. Want u begrijpt, dat ik met onze relaties onmiddellijk een goed be staan heb. Ik voel het meest voor de diplomatieke dienst. Inwendig schaterlachte dominee Be- verius: wat een blaaskaak! Hij had evenwel, na het gesprek met zijn vrouw zijn vast besluit genomenj Wel, dat is verrassend. Ik voel me zeer vereerd. Ik denk: de hele familie wel. Maar, jongen, je bent met je vraag aan het verkeerde adres! Aan het verkeerde adres, dominee? was de verbaasde wedervraag. Ja, je moet bij Wendel zijn. Of zijn jullie het soms al eens met elkaar? Maar, maar, dominee, dat is toch de omgekeerde wereld! Het hóórt toch zo, dat ik eerst bij u kom? Och, jongen, er is immers zoveel veranderd door de revolutie, elders en hier! Ja, maar op dat punt Is er toch niets veranderd. De man is toch supe rieur aan de vrouw? lïi theorie is dat wel juist. Maar ik kan je verzekeren, mijn jongen, dat de praktijk vaak anders is. Ja, maarik begrijp er niets van. U is toch de vader van Wendel! U beslist toch over het lot van uw dochter! Ik ben er anders over gaan denken. En mijn vrouw ook. Je kunt het „ver licht" noemen of er een andere naam aan geven, maar wij blijven bij ons be sluit. Weet Wendelmoet dat, dominee? Neen, maar ik zal haar straks zeg gen, dat je hier geweest bent en waar om. En dat zij beslissen moet. En als Wendel „ja" zegt, geeft u ook uw toestemming? Een overbodige vraag, Johan. Wendel beslist. O, zei Van Zuilenstein, zichtbaar opgelucht. Dan komt het wel voor el kaar. We kennen elkaar al zo lang en zo goed.i Zou ik haar morgen kunnen spre ken? Ik zal het haar zeggen. Kom morgen middag. Er werd nog even over ditjes en dat jes gepraat, doch al vrij spoedig verliet Van Zuilenstein ,tot aan de voordeur door zijn gastheer uitgeleide gedaan, de pastorie. XXI Ik heb de afgelopen nacht niet best geslapen. Telkens schrok ik wakker. En toch is het probleem feitelijk al opgelost. Van mama vernam ik gisteravond, dat Van Zuilenstein bij papa op de studeer kamer was. We zijn er zeker van wat hij komt doen, voegde zij er bij. Ik geloof, dat ik het ook weet, ant woordde ik. Maar wanneer heeft hij dan belet gevraagd? Precies weet ik het niet meer. Enkele dagen geleden. En tegen mij had hij 's middags ge zegd, dat hij belet zou vragen. Welk een leugenaar! Wendel, zei mama toen, ik meende, dat wij altijd open met elkaar hebben gepraat. Waarom verzwijg je nu iets? Want er is iets, ik zie het aan je. Mama, ik wist niet of ik het al zeggen zou of niet. Maar gelooft u mij, ik zou het heus wel gezegd hebben. Vertel het dan nu maar, kind. Ik ga al iets vermoeden. Je zult vanmiddag ook wel met Van Zuilenstein gereden hebben, glimlachte zij., Toen heb ik haar alles verteld. Zo, juist. En nu wachten we maar eens af, wat papa straks te vertellen heeft. Als Johan maar niet meekomt naar hier! Neen, vast niet. En ja hoor: Johan vertrok en weldra kwam papa in de huiskamer, waar ma ma en ik alleen zaten. Heb je Wendel verteld, wie er bij mij boven was Anneke? Mama knikte. Nu, Wendel, hij heeft mij je hand gevraagd. Ik heb hem gezegd, dat hij aan het verkeerde adres wasdat hij dat jou moest vragen. Dat moet jij beslissen, niet mama of ik. Jij moet al of niet met hem het leven door, wij niet. Hij komt morgenmiddag. Papa! riep ik uit, hem om de hals vallend. Meer kon ik vooreerst niet doen of zeggen. Moet ik hem morgenmiddag alleen ontvangen? vroeg ik even later. Natuurlijk, kind, merkte mama op. Wij bemoeien ons er niet mee. Ik houd niet van hem. Ik wil niet met hem trouwen, barstte ik los. Nou, dan zeg je „neen", merkte papa droog op.i Hij zal dan misschien teleurgesteld zijn. Ik denk eerder, dat hij boos, nijdig zal zijn, meende mama. Johan heeft van kindsbeen altijd zijn zin gekregen en nu wordt hij gedwarsboomd. Ja, en dat kan mama Van Zuilen stein ook niet dulden. Reken er maar op, dat we straks met de familie gebrouil leerd zijn. Maar, papa, ik kan toch niet... Nee, nee, kind je hebt je niets te verwijten. Je moet alleen handelen naar de inspraak van je hart. Na de onrustige nacht kon ik 's mor gens door hard werken het geval uit mijn gedachten zetten, maar na het noenmaal kwam het weer met kracht terug. Ik wist precies wat ik zeggen zou en toch was ik zenuwachtig. Het was drie uur, toen Saar „Smjeur Van Zuilenstein" aandiende. Hij kwam vrolijk binnen, greep joviaal mijn hand en zei: We moeten ons haasten, Wendel, als we nog schaatsen willen. Er zit ste vig dooi in de lucht. Het is niet eens ze ker, dat het morgen nog kan. Eerlijk waar, ik werd gloeiend. Die kwam voor een ernstige zaak, dat moest ik toch aannemen, en begon met een kletspraatje. Feitelijk was ik er al zeker van, maar nu werd ik er van overtuigd en werd dat nog sterker: voor hem was het huwelijk geen ernstige zaak. Ik dacht, Johan, zei ik kil, dat je voor iets anders kwam dan om een praatje over het weer te maken. Papa heeft mij tenminste gezegd Ja, ja, Wendel, ik weet het, ant woordde hij. Het is heel vreemd gelo pen. Je hebt me gister naar je vader verwezen en dat was begrijpelijk. Maar de dominee en ook je mama wijken van de bestaande regel af. Zij beslissen niet. Jij moet beslissen. En dan gaan zij met die beslissing akkoord, 't Is wel wat vreemd, maar voor mij is het hetzelfde. We kennen elkaar nu al zoveel jaren. We hebben als kinderen samen gespeeld.' We houden van elkaar. Ik vind, dat we het nu eens publiek moeten laten blij ken. Dus vraag ik je voor de vorm, of je mijn vrouw wilt worden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1971 | | pagina 5