EIIAriDEII niEUWS
Koe het Internationale
Rode Kruis zijn hulp
acties organiseert
huisman
Overdenking
NUTSSPillIRBBNK
Tulpen
1 CAMERA'S I
Zeeuwse waiidelingen
Wendelmoet
BUIJSSE
t
2f!bla<i
Vrijdag 17 december 1971
No. 4047
REISKOSTEN
tot f 5,- vergoeden wij
bij aankoop van
minstens f iÓQ,-
op vertoon van trein-,
tram-, bus-, of
metrobiljet.
kleren maken de man
Huisman maakt de kleren
Korte Hoogstraat 15,
Ie Middellandstraat 98-100,
Wolphaertsbocht IIZ-IIA
Rotterdam
uit de
Heilige Schrift
ADVENT
gPAASKBANK EN ALLS! BANSZAKEM
VOOB GEZm EN BEDBKIF
Voorstraat S6, Mlddelhar^sis
KAPELLÈ>rtel: Oirl 02^1441
f
f
f
f
f
f
f
f
Uw Modehuis
t Ook voor t
FOTOGRAFIE
J. ZANDSTRA
SOMMELSDIJE
NfoHlBfJ
ïïsaaia
Wanneer gevechten waar ook ter
„■ereld een dergelijke hevigheid be
reiken dat ziekenhuisdiensten en me-
I disch personeel overstelpt worden door
I een stroom van gewonden en als de
^^oorraden medicamenten uitgeput raken
,^:ol.clt vaak de bijstand van het Inter-
jationale Comité van het Rode Kruis in-
ireroepen. En onder zulke omstandighe-
Jen moet dat Rode Kruis dan een nood-
liulpoperatie tot stand brengen.
Aangezien het Internationale Comité
van het Rode Kruis een meer dan hon
derdjarige ervaring op het slagveld
tieeft, weten zijn gedelegeerden echter
welke vormen van hulp het eerst nodig
jjin. Bloedplasmavervangende middelen,
Woedtransfusie-apparatuur, antibiotica,
pijnstillende middelen, verbandmateri-
aa! en chirurgisch instrumentarium die
nen direct ter beschikking te zijn.
Als het I.C.R.K. van de bij het conflict
betrokken partijen geen lijst van beno
digde hulpgoederen ontvangt, bestaan
zijn eerste zendingen altijd uit stan
daardpakketten waarmee tenminste
lionderd ernstig gewonden kunnen wor
den geholpen. Voor een zo effectief mo-
«rclijke hulp dient een arts of zelfs een
heel medisch team met een dergelijke
zending mee te gaan. De teams die het
I.C.R.K.. met toestemming van de
partijen in het conflict pleegt uit te
zenden worden meestal gevormd door
een chirurg, een assistent-chirurg, een
narcotiseur en twee verpleegsters, van
wie één zich als operatie-zuster heeft
gespecialiseerd.
De eerste taak bij aankomst in een
noodgebied is vast te stellen wat nodig
is, met Geneve in verbinding te treden,
om verwarring (waartoe in geweldda
digheden vaak aanleiding geven) de kop
in te drukken. Het is niet altijd even
gemakkelijk aan de weet te komen wel
ke ziekenhuizen hun taak nog geheel
kunnen vervullen, over welke medische
voorzieningen ter plaatse het I.C.R.K.
nog kan beschikken en of er hulpteams
in geïmproviseerde gebouwen aan het
werk dienen te gaan, dan wel of er ge
heel zelfstandige opererende hospitalen
(compleet met operatiekamer, medica
menten, medisch personeel en zelfs
voedsel voor twee weken) dienen te
worden uitgezonden.
Deze aanvangsperiode vraagt tijd: het
is moeilijk de zo gewenste informaties
te Imjgen en het aantal gewonden en
de noodzakelijke voorraad medicamen
ten te schatten. Bovendien is het niet
eenvoudig Geneve van dat alles op de
hoogte te houden, want de verbindings
lijnen zijn vaak overbelast of soms ge
heel gestoord. Desalniettemin wacht het
I.C.R.K. altijd op het eerste rapport van
zijn „verkenningsteam" alvorens een
actieplan op te stellen.
Soms gaat de omvang van de nood de
directe krachten van het Internationale
Comité van het Rode Kruis te boven. In
dat geval doet het via de nationale Rode
Kruis-verenigingen een beroep op het
publiek, zoals thans ook bij het conflict
India/Pakistan is gebeurd.i Zo heeft het
Nederlandse Rode Kruis, dat begin de
cember direct een hulpactie is begonnen,
de bevolking gevraagd giften te storten
op het speciale Rode Kruis-gironummer
V77 in Den Haag.
Het telex-apparaat van het I.C.R.K.
tikt intussen zijn telegrammen uit en
dan is het een kwestie van enkele uren
voordat in vele landen hulpzendingen
klaar worden gemaakt en voorbereidin
gen worden getroffen om medisch per
soneel op te roepen: het netwerk is ge
reed voor een grootscheepse actie onder
leiding van het I.C.R.K. Soms kan zo'n
actie van korte duur zijn, soms ook
dient zij lange tijd te worden voortgezet.
Voornamelijk gaat het daarbij om het
verstrekken van medische hulp, voedsel
voorzieningen, onderdak en kleding.
Sommige nationale Rode Kruis-vere
nigingen stellen medisch-sociale teams
beschikbaar, andere bieden personeel
aan dat gespecialiseerd is in het oplos
sen van transportproblemen en/of het
totstandbrengen van radioverbindingen.
In het geval van het conflict India/Pa
kistan treft het Nederlandse Rode Kruis
voorbereidingen voor de mogelijke uit
zending van een geneeskundig team.
In zijn oproepen vervat het I.C.R.K.
alle noodzakelijke technische en prak
tische details. Indien een hulpprogram
ma bijvoorbeeld ook de voeding van de
getroffen bevolking omvat, dient reke
ning te worden gehouden met de plaat
selijke voedingsgewoonten. Hulpzendin
gen worden met grote zorg voorbereid:
er worden aanwijzingen gegeven voor
de wijze van adressering, verpakking
het Ie kiezen transport (door de lucht,
over zee of over de weg), waarbij ook
niet vergeten mag worden de goederen
met Rode Kruis-emblemen te merken,
teneinde voorrang bij douane-formali
teiten, verminderde vrachttarieven en
vrijdom van invoerrechten te verlu-ij-
gen.
Op grond van de ontvangen inlichtin
gen wordt zo snel mogelijk een actie
plan opgesteld. In Geneve gaat het werk
dag en nacht door en ook in de noodge-
bieden zijn de gedelegeerden onafgebro
ken in aktie. Zolang de operatie duurt
dient alle aandacht te worden geschon
ken aan de organisatie van het werk en
aan de bescherming van hulpteams. Dit
vereist intensief contact met de mili
taire en burgerlijke autoriteiten van de
bij een conflict betrokken partijen.
Daarbij moeten nauwkeurige overeen
komsten worden gesloten over de hulp
verleningsprogramma's. Zo behoeven
de plannen voor voedseluitdeling vaak
de goedkeuring van alle betrokl?:en par
tijen. Pas dan kan het I.C.R.K. van de
eerste noodfase overgaan tot de coördi
natie van een hulpactie, die kan uitlo
pen op een zeer langdurige onderneming.
HET DODEN VAN VOOK DE
CONSUMPTIE BESTEMDE
DIEBEN
Elk jaar bereiken de Nederlandsche
Vereeniging tot Bescherming van Dieren
uit alle delen van het land klachten, dat
kleine dieren als bijv. pluimvee en ko
nijnen, op vaak afschuwelijke wijze
worden gedood. Haar zijn gevallen be
kend, dat konijnen levend gevild en ook
dat kippen levend werden geplukt.
Er zijn in ons land verschillende ab-
batoirs, waar men voor zeer geringe
prijs de dieren kan laten slachten, het
vlees wordt dan ook nog door deskun
digen gekeurd. Men kan zich voor het
slachten van dieren ook tot bona-fide
poeliers wenden^
Dierenbescherming wijst er voorts op,
dat o.m. het ophangen van konijnen en
het levend plukken van kippen en der
gelijke voor de wet strafbaar is en dat
hiertegen door politie en de over het
gehele land verspreide inspecteurs der
vereniging zal worden opgetreden.
Houdt bij de jaarwisseling ook Uw
dieren in huis: maar al te dikwijls wor
den ze door het vuurwerk in paniek ge
bracht of lopen zij ernstig letsel op.
MARIA'S LOFZANG
en mijn geest verheugt zich
in God, mijn Zaligmaker.
Lucas 1 47
Wanneer wij dan ook de woorden uit
deze lofzang overdenken, letten wij niet
allermeest op Maria, die hier de Heere
groot maakt, maar veel meer op het
werk des Heeren, waardoor zij Hem
groot maken mag. En al wordt niemand
de gezegende, zoals Maria was, toch zal
hetv>rerk des Heeren, dat haar hier roe
men deed, in de harten van ons moeten
worden gekend, zullen wij ook eenmaal
zalig worden. Dat is in wezen niet on
derscheiden van de geloofswerkzaam-
heden van Maria.
De Zaligmaker, Die geboren is, moet
in ons hart geboren worden. Zal er van
waax'achtige roem sprake zijn, dan moet
Hij onze roem worden en onze verwach
ting worden. Daartoe is nu het werk
des Geestes van node. De Geest heeft
Hem in Maria's schoot doen ontvangen
worden, maar diezelfde Geest maakt nog
plaats voor Hem in de harten der Zij
nen, opdat Hij door het Woord Gods in
hun harten zal geboren worden. We
kunnen nooit Zijn komen in ons leven
kennen zonder de werking van de Hei
lige Geest, want die Geest des Heeren
maakt plaats voor Hem.
Hoe nodig, dat wij allereerst leren,
dat wij ook een Zaligmaker nodig heb
ben. Van nature weten wij dat niet,
want dan is de heilige onrust niet in on
ze harten. Waar echter Gods Geest aan
het werk is, daar wordt de rust opge
zegd en de ware verontrusting geboren;
daar ziet men zich buiten God en Zijn
zalige gemeenschap; daar leert m.en be
seffen, dat wij zo niet meer leven kun
nen, als wij immer gedaan hebben, daar
zal geleidelijk aan de ziel overtuigd
worden van de totale onmacht en de
schuld der zonde; ook van de ongenoeg
zaamheid van onze werken en noodza
kelijkheid van de voldoening aan het
recht des Heeren.
Hoe dierbaar wordt voor zo'n ellendig
en arm volk de boodschap, die door God
op de aarde gebracht wordt en Hij nog
door Zijn dienaren doet verkondigen,
dat er Eén gekomen is om een dood-
waardig en schuldig volk zalig te maken
van hun zonden.
O, gezegende boodschap, o, zalige
verkondiging. Er kwam er Eén, Die God
was en bleef, maar mens werd onder de
mensen en dat, opdat Hij zaligmaken
zou en \|,erlossen van de grote ellende,
waarondè" verdoemelijke Adamskinde-
ren terne der liggen. Wie zal ooit de
grootheid van de wijsheid en de liefde
Gods kunnen ten uitdrukking brengen,
die hierin geopenbaard is, dat God Zijn
eigen Zoon zond, opdat Hij door Hem de
deur der hoop in de weg van recht zou
ontsluiten.
In hem nu is een eeuwige ruimte,
waar nimmer genoeg van gezegd kan
worden. Daarin kunnen de goddelozen
gezaligd worden en de vijanden met God
verzoend. Maar nu is het geloof nodig
ora tot Hem te kunnen komen. Ook al
zouden wij de boodschap aangaande de
komst des Zaligmakers nog rechtstreeks
uit de mond van de engel des Heeren
beluisteren, dan zou dit geen waarde
hebben, indien dit „met het geloof niet
gemengd was in degenen, die het ge
hoord hebben".
Nu, dit geloof brengt nu de geheel
schuldige en machteloze zondaar buiten
zichzelf, opdat hij in deze Zaligmaker
ook zijn heil en zaligheid zoeken zou.
Door het geloof wordt die boodschap
dierbaar en gepast voor de verdoemelij
ke ziel en ziet hij daarin zulk een waar
de, dat een hartelijk verlangen geboren
wordt om die Zaligmaker als de zijne te
mogen kennen en te bezitten. Met niets
minder dan met deze Zaligmaker kan
de ziel het dan doen. Het gebed en het
verlangen wordt uitgedrukt in de woor
den: „Geef mij Jezus, of ik sterf, want
buiten Jezus is geen leven, maar een
eeuwig zielsverderf".
Naar die hartelijke en volkomen ver
eniging gaat dan ook de ziel uitzien en
men hijgt naar de kennis, die Maria
deelachtig geworden was. en waarvan
zij in deze woorden getuigenis gaf
mijn Zaligmaker.
Dat de Heere Hem in die volkomen
toeëigening des geloofs aan Zijn kinde
ren schenken mocht, opdat wij ook bij
de herdenking van Zijn geboorte zo in
Hem roemen mochten. De ruimte is er
in Hem en welgelukzalig degenen die
Hem vinden mogen, want zij zullen met
Hem niet beschaamd worden. Wanneer
gij, mijn lezer, het geboortefeest van
Koning Jezus herdenkt, is er dan ook
deze roem, hetzij als een innig verlan
gen, hetzij als een dadelijk bezit:
Ik zal, o Heer', die ik mijn Koning noem.
De luister van Uw Majesteit en roem
Verbreiden, en Uw wonderlijke daan
Met diep ontzag aandachtig gadeslaan.
Dan zal er waarlijk van Maria's blijd
schap iets in uw hart zijn; dan zal het
waarlijk Kerst- dat is een Christus-feest
bij u worden.
Rotterdam.
Ds. A. Vergunst.
Lees ik daar in ons blad van 3 de
cember dat men op Goeree-Overflakkee
weer een gouden medalje heeft gekregen
voor vroeg-bloeiende tulpen op de
bloembollen-vakbeurs te Hillegom. Een
prachtige prestatie, waaraan dit artikel
zijn ontstaan te danken heeft. Niet dat
ik iets wil schrijven over het kweken
ervan, dat weten bovenbedoelde kwe
kers met de tuinbouwconsulent Schik
honderdmaal beter dan een amateur-
tuiniert je zoals ik ben. Maar ik wil in de
historie duiken, zoals ik dat meestal ge
woon benj
Over de geschiedenis van een kwart
eeuw geleden kunnen de meesten nog
meepraten. Gedurende de oorlog was er
geen uitvoer van bloembollen, toch heb
ben ze dan ook goede diensten verricht,
in het bijzonder in de laatste oorlogs
winter. Vooral in de grote steden zullen
velen zich nog wel herinneren het maal
van bloembollensoep. Iedereen heeft er
trouwens wel iets van geproefd, want
ik meen dat er in die tijd een zeker
percentage bloembollenmeel door het
brood gemengd was.
Dat bloembollen als voedsel gebruikt
werden is niets nieuws. Ik las van een
dame in Wenen 't was in 't begin der
17e eeuw die haar bollen liet con-
fijten en er heerlijk van smulde. Bij een
koopman in Antwerpen vielen ze min
der in de smaak, hij beschouwde ze als
een soort uien, liet ze koken en consu
meerde ze met olie en azijn. Maar 't
kostje beviel hem niet en de rest gooide
hij weg.
Mooie bloemen.
Bloembollen zijn ook niet bestemd als
voedsel, maar ze behoren geplant te
worden om ons de mooie bloemen te
geven, die in alle talen bezongen zijn.
Afkomstig uit Perzië en Turkije,
schijnt de eerste bloeiende tulp (een ro
de) in Europa gezien te zijn in Augsburg
in 1559: een zekere Conrad Gesner had
een bol meegebracht uit Constantinopel.
Enige jaren later bloeit hij ook in Ne
derland, ik las ergens dat een priester in
Middelburg de eerste kweker was.
In 1581 verschijnt er een kruidboek,
waarin 22 verschillende tulpen worden
beschreven, waarvan er 4 zijn afgebeeld.
Het middelpunt van de bloembollen
teelt werd de omgeving van Haarlem,
waar ongeveer de helft gekweekt wordt,
waar de grond uitstekend geschikt is
voor de teelt. Haarlem mag zich graag
de bloemenstad noemen, maar de teelt
verplaatst zich meer naar het zuiden,
naar de plaatsen Sassenheim, Hillegom
en Lisse, waar ook ieder jaar in april
een bloemencorso wordt gehouden. Hier
is ook de 16 ha grote Keukenhof, die
ieder jaar duizenden bezoekers trekt. In
Lisse is een laboratorium voor het on
derzoek der bloembollen, het opsporen
en bestrijden van ziekten.
Het verkopen van slingers aan de
auto's en van snijbloemen is maar bij
zaak. Het gaat om de handel in bollen..
Als het korte seizoen van de toeristen
voorbij is, gaan er schuiten vol bloemen
naar de mestvaalt, opdat ze de groei der
bollen niet zullen belemmeren.
Om nieuwe variëteiten te krijgen ging
men zaaien, een wel wat omslachtige
weg, want het duurt 5 a 6 jaar voor een
zaadje tot een bloeiende bol wordt. Zo
doende kreeg men verschillende kleur
schakeringen, vooral de gestreepte en
gevlamde tulpen golden voor iets bij
zonders en de bollen ervan werden duur
betaald. Misschien gebruikt men tegen
woordig wel andere methoden om de
tulpen te veredelen, dat weet ik niet zo
precies.
Maar over duur gesproken. In 1623
werd een bol verkocht voor 1000,
in 1624 was de waarde ervan 1200,
terwijl een volgend jaar een bod werd
gedaan op een bol van deze soort van
2.000,— 3.000,—, maar geweigerd
werd. Wanneer u deze jaartallen ziet,
naderen we zachtjesaan die jaren in
onze geschiedenis, die bekend staan in
de tulpenwereld als „windhandel".
Windhandel.
De belangstelling voor tulpenbollen
was zo groot onder alle groepen der be
volking, dat men ging speculeren. De
herbergen werden de tulpenbeurzen der
floristen, zoals de handelaars werden
genoemd. Eén bol ging soms meerdere
keren per dag in andere handen over,
telkens in waarde gestegen.
„De sin en 't hooft is heel aan 't hollen
Door de nietighe Tulpe-bollen".
De geschiedenisboeken noemen deze
windhandel de dwaze tulpenhandel (1636
-1637), ook wel „bollenrasernie" of „i'a-
sernie van Flora". Inderdaad maakte de
ze razernij het hoofd aan 't hollen!
Van de beroemde soort Semper Augus
tus (rode strepen op een witte grond)
werd één bol verkocht voor 4600,
plus een karos met twee appelschim
mels, drie bollen ervan werden ver
kocht voor 30.000,Om te zien wat
men in die tijd voor de waarde van één
bol van 2500,dus nog niet eens zo'n
heel dure, kon kopen, hieronder de vol
gende vergelijking:
2 last tarwe
448,—
4 last rogge
558,—
4 vette ossen
480,—
8 vette varkens
f
240,—
12 vette schapen
120,—
2 okshoofd wijn (140 1)
70,-
4 tonnen bier
32,—
2 tonnen boter
192,—
1000 pond kaas
120,—
bed en toebehoren
100,—
costuiun
80,—
zilveren beker
60.^
f 2500,—
„Honderden, duizenden guldens wer
den voor sommige bollen besteed. In een
enkele stad ging voor meer dan tien mil-
lioen om. Armen en gegoeden hoopten
in een ommezien rijk te worden",
schrijft de historicus professor Blok.
In straat liedjes, schimpdichten, pam
fletten en spotprenten werd deze dwaze
handel gehekeld. Daarentegen versche
nen brochures, die de transacties ver
dedigden als gewoon zaken doen.
Met deze buitensporige prijzen moest
het op de duur mislopen, zoals de dich
ter zegt:
„Maar als het radt van avonturen
Met Flora eens sal omme slaen,
Soo sullen haer kooplieden treuren
En met Flora te gronde gaen!
Soo hoogh als sij nu is geresen,
Soo groot sal haren val dan wesen".
Waren de herfst en de winter van 1636
het toppunt van de tulpenhandel, in
februari 1637 begon die „grote val".
Mensen uit alle standen, mannen en
vrouwen, regenten en burgers, boeren
en ambachtslieden, schippers en voerlui,
haalden de strop van hun leven.
Prof. Blok schrijft: „Menig huishou
den werd bedorven, menig leven ver
woest. Velen die hun werk in de steek
hadden gelaten om in de bollen slapen
de rijk te worden, zagen zich plotseling
van alles beroofd en tot de bedelstaf
gebracht. Zo eindigde de „rasernie van
Flora" onder de vervloekingen der hon
derden, die in hun verwachtingen wa
ren teleurgesteld!"
Toch bleven de bollen, vergeleken met
nu, nog aardig prijzig, want omstreeks
1700 werd voor een tulpenbol, al naar
gelang de soort en grootte, nog 30,
tot 300,— betaald.
Gelukkig bleef het kweken der tul
pen en andere bolgewassen voortbestaan
De uitvoer der bollen brengt ieder jaar
een bedrag van vele millioenen aan de
goede kant van de betalingsbalans.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
^AXLUIUJJK BIJ
MIDDELHARNIS
BRUINISSE
Weinig handel in mosselen. In de
mosselexport c.q. de aanvoer van mos
selen is nog steeds de aanvoer zo groot,
dat de prijzen laag blijven. De hande
laren zitten met een voorraad waarvan
ze minstens vier weken vooruit kunnen
en de handel toonde dan ook weinig
kooplust in de afgelopen week.
Gevolg was dat woensdag bijna de helft
van de aanvoer in het Mosselfonds
moest lossen. Door dit Mosselfonds (op-
vangfonds) zijn nu al meer dan 200.000
tonnen afgenomen, een ongekend grote
hoeveelheid. Enkele kwekers, die over
goede kwaliteit beschikken besloten,
voorlopig de aanvoer stop te zetten,
maar de overgrote meerderheid zet de
aanvoer door, omdat men bij lage prij
zen, door de te leveren hoeveelheid toch
aan zijn trekken wil komen. Aangevoerd
werden in de week 6 t.m. 11 dec. 47.814
tonnen, waarvan 15.810 tonnen in het
Fonds werden gelost.
I
l^R VOLGVERHAAL
DOOR HERMAN HAGE
17
Als Napoleon Engeland maar onder
de knie heeft, mevrouw, dan komt het
Wel in orde.
O, daar heb ik geen verstand van.
Maar Engeland wordt niet gauw ver
werd, vind ik. Dat komt zeker omdat
net een eiland is?
Tegen Napoleon is niets bestand. En
geland ook niet, meende Van Zuilenstein
zo hautain sprekend alsof hij Engeland
m de zak van zijn fraaie jabot had.
J^om, ik laat de heren alleen om de
zalven te bespreken.
O, madame, u kunt wat mij betreft
gerust blijven. Ik zou dat zelfs zeer op
Pnjs stellen. Wat ik wil vragen gaat ook
u aan, verzekerde Van Zuilenstein.
Neen, neen, ik heb nog het een en
ander te doen. Tot ziens, Johan.
^iJ verliet het vertrek, glimlachend.
iNu, kerel, je hebt mij om een onder-
noud verzocht. Waarmee kan üi je hel-
U hebt alleen maar „ja" te zeggen
en daar twijfel ik niet aan. Onze families
kennen elkaar al jaren en goed. Ik kom
om de hand van Wendel vragen. Ieder
een weet, dat zij en ik dikke vrienden
zijn. Ieder begrijpt ook, dat wij een paar
zullen worden. Ik vind, dat dit nu eens
publiek moet worden, Wendel zal er ook
wel zo over denken. Over een paar jaar
ben ik afgestudeerd. Dan kunnen we
trouwen. Want u begrijpt, dat ik met
onze relaties onmiddellijk een goed be
staan heb. Ik voel het meest voor de
diplomatieke dienst.
Inwendig schaterlachte dominee Be-
verius: wat een blaaskaak! Hij had
evenwel, na het gesprek met zijn vrouw
zijn vast besluit genomenj
Wel, dat is verrassend. Ik voel me
zeer vereerd. Ik denk: de hele familie
wel. Maar, jongen, je bent met je vraag
aan het verkeerde adres!
Aan het verkeerde adres, dominee?
was de verbaasde wedervraag.
Ja, je moet bij Wendel zijn. Of zijn
jullie het soms al eens met elkaar?
Maar, maar, dominee, dat is toch
de omgekeerde wereld! Het hóórt toch
zo, dat ik eerst bij u kom?
Och, jongen, er is immers zoveel
veranderd door de revolutie, elders en
hier!
Ja, maar op dat punt Is er toch
niets veranderd. De man is toch supe
rieur aan de vrouw?
lïi theorie is dat wel juist. Maar ik
kan je verzekeren, mijn jongen, dat de
praktijk vaak anders is.
Ja, maarik begrijp er niets
van. U is toch de vader van Wendel! U
beslist toch over het lot van uw dochter!
Ik ben er anders over gaan denken.
En mijn vrouw ook. Je kunt het „ver
licht" noemen of er een andere naam
aan geven, maar wij blijven bij ons be
sluit.
Weet Wendelmoet dat, dominee?
Neen, maar ik zal haar straks zeg
gen, dat je hier geweest bent en waar
om. En dat zij beslissen moet.
En als Wendel „ja" zegt, geeft u
ook uw toestemming?
Een overbodige vraag, Johan.
Wendel beslist.
O, zei Van Zuilenstein, zichtbaar
opgelucht. Dan komt het wel voor el
kaar. We kennen elkaar al zo lang en zo
goed.i Zou ik haar morgen kunnen spre
ken?
Ik zal het haar zeggen. Kom morgen
middag.
Er werd nog even over ditjes en dat
jes gepraat, doch al vrij spoedig verliet
Van Zuilenstein ,tot aan de voordeur
door zijn gastheer uitgeleide gedaan, de
pastorie.
XXI
Ik heb de afgelopen nacht niet best
geslapen. Telkens schrok ik wakker. En
toch is het probleem feitelijk al opgelost.
Van mama vernam ik gisteravond, dat
Van Zuilenstein bij papa op de studeer
kamer was.
We zijn er zeker van wat hij komt
doen, voegde zij er bij.
Ik geloof, dat ik het ook weet, ant
woordde ik. Maar wanneer heeft hij dan
belet gevraagd?
Precies weet ik het niet meer.
Enkele dagen geleden.
En tegen mij had hij 's middags ge
zegd, dat hij belet zou vragen. Welk een
leugenaar!
Wendel, zei mama toen, ik meende,
dat wij altijd open met elkaar hebben
gepraat. Waarom verzwijg je nu iets?
Want er is iets, ik zie het aan je.
Mama, ik wist niet of ik het al
zeggen zou of niet. Maar gelooft u mij,
ik zou het heus wel gezegd hebben.
Vertel het dan nu maar, kind. Ik
ga al iets vermoeden. Je zult vanmiddag
ook wel met Van Zuilenstein gereden
hebben, glimlachte zij.,
Toen heb ik haar alles verteld.
Zo, juist. En nu wachten we maar
eens af, wat papa straks te vertellen
heeft.
Als Johan maar niet meekomt naar
hier!
Neen, vast niet.
En ja hoor: Johan vertrok en weldra
kwam papa in de huiskamer, waar ma
ma en ik alleen zaten.
Heb je Wendel verteld, wie er bij
mij boven was Anneke?
Mama knikte.
Nu, Wendel, hij heeft mij je hand
gevraagd. Ik heb hem gezegd, dat hij
aan het verkeerde adres wasdat hij dat
jou moest vragen. Dat moet jij beslissen,
niet mama of ik. Jij moet al of niet met
hem het leven door, wij niet. Hij komt
morgenmiddag.
Papa! riep ik uit, hem om de hals
vallend. Meer kon ik vooreerst niet doen
of zeggen.
Moet ik hem morgenmiddag alleen
ontvangen? vroeg ik even later.
Natuurlijk, kind, merkte mama op.
Wij bemoeien ons er niet mee.
Ik houd niet van hem. Ik wil niet
met hem trouwen, barstte ik los.
Nou, dan zeg je „neen", merkte
papa droog op.i Hij zal dan misschien
teleurgesteld zijn.
Ik denk eerder, dat hij boos, nijdig
zal zijn, meende mama. Johan heeft van
kindsbeen altijd zijn zin gekregen en nu
wordt hij gedwarsboomd.
Ja, en dat kan mama Van Zuilen
stein ook niet dulden. Reken er maar op,
dat we straks met de familie gebrouil
leerd zijn.
Maar, papa, ik kan toch niet...
Nee, nee, kind je hebt je niets te
verwijten. Je moet alleen handelen naar
de inspraak van je hart.
Na de onrustige nacht kon ik 's mor
gens door hard werken het geval uit
mijn gedachten zetten, maar na het
noenmaal kwam het weer met kracht
terug.
Ik wist precies wat ik zeggen zou en
toch was ik zenuwachtig.
Het was drie uur, toen Saar „Smjeur
Van Zuilenstein" aandiende. Hij kwam
vrolijk binnen, greep joviaal mijn hand
en zei:
We moeten ons haasten, Wendel,
als we nog schaatsen willen. Er zit ste
vig dooi in de lucht. Het is niet eens ze
ker, dat het morgen nog kan.
Eerlijk waar, ik werd gloeiend. Die
kwam voor een ernstige zaak, dat moest
ik toch aannemen, en begon met een
kletspraatje. Feitelijk was ik er al zeker
van, maar nu werd ik er van overtuigd
en werd dat nog sterker: voor hem was
het huwelijk geen ernstige zaak.
Ik dacht, Johan, zei ik kil, dat je
voor iets anders kwam dan om een
praatje over het weer te maken.
Papa heeft mij tenminste gezegd
Ja, ja, Wendel, ik weet het, ant
woordde hij. Het is heel vreemd gelo
pen. Je hebt me gister naar je vader
verwezen en dat was begrijpelijk. Maar
de dominee en ook je mama wijken van
de bestaande regel af. Zij beslissen niet.
Jij moet beslissen. En dan gaan zij met
die beslissing akkoord, 't Is wel wat
vreemd, maar voor mij is het hetzelfde.
We kennen elkaar nu al zoveel jaren.
We hebben als kinderen samen gespeeld.'
We houden van elkaar. Ik vind, dat we
het nu eens publiek moeten laten blij
ken. Dus vraag ik je voor de vorm, of je
mijn vrouw wilt worden.