Kiivde^katikfe
OKTOBER
NUTS
fotocopiën
Wendelmoet
Beverius
Het Huishoud- en
Nperheidsonder-
wijs in 1970-71
De ruimtereis van
een suilcerbiet
1 De fraaie spaarbaokkalender 1972 gratis voor
iedere iniegger
2 Diverse andere fraaie verrassingen
3 Een premie van vijf gulden voor elke nieuwe
spaarder
SPAREN IS GOED VOOR U!
VOORSTRAAT 36, MIDDELHARNIS
C. KIEVIT Zn.
BIJKANTOOR: OOLTGENSPLAAT: LANGEWEG 15.
STANDPLAATSEN RIJDEND BIJKANTOOR:
WIIDDELHARS^IS: DOETINGHEMSESTRAAT VOOR NR. 10, HERKINGEN:
KLINKERLANDSEWEG, MELISSANT: PLEIN, NIEUWE-TONGE: KORTEWEEGJE
(NAAST VERENIGINGSGEBOUW), SOMMELSDIJK: KONINGINNELAAN (NAAST
BRANDWEERKAZERNE), AZALEASTRAAT/HOEK DORPSWEG,
STAD A/H HARINGVLIET: NIEUWSTRAAT (PARKEERPLAATS HOEK
VOORSTRAAT), OUDE-TONGE: STOOFPLEIN HOEK ARENDSSTRAAT
OOK VOOR
GRAMMOFOON.
2 PLATEN
J. ZANDSTRA
SOMMELSDIJK
J Ook voor
Klaar terwijl U wacht.
FOTOGRAFIE
J. ZANDSTRA
SOMMELSDIJK
VERVOLGVERHAAL
En
Bladz. 2
^ILANDKN-NIEUWS"
Vrijdag 22 oktober iJ
In het afgelopen schooljaar volgden
212500 leerlingen onderwijs aan de 638
scholen voor huishoud- en nijverheids
onderwijs. Ongeveer 146500 leerlingen
volgden volledig dagonderwijs en 66000
partieel onderwijs; deze laatsten hoofd
zakelijk bij verschillende kort durende
cursussen die aan de scholen zijn ver
bonden.
De lagere afdelingen werden gevolgd
door 114200 leerlingen, de middelbare
door 29200, de hogere afdelingen en de
leraresopleidingen door 6300 en de cur
sussen en opleidingen volgens het leer-
lingenwezen telden tezamen 62800 leer
lingen.
Deze cijfers zijn ontleend aan een pu-
blikatie van het Centraal Bureau voor
de Statistiek over het beroepsonderwijs
in 1970/'71, die geheel is gewijd aan het
huishoud- en nijverheidsonderwijs.
In deze publikatie worden gegevens
vermeld over het aantal opleidingsmo-
gelijkheden per afdeling van het lager,
middelbaar en hoger beroepsonderwijs,
met daarbij het aantal leerlingen dat
elke afdeling volgt. Verder worden de
leerlingen onderscheiden naar leerjaar
en naar leeftijd en zijn ook gegevens op
genomen over de geslaagden. Veel aan
dacht wordt geschonken aan de door
stroming van de leerlingen binnen het
voortgezet onderwijs en aan de her
komst van de nieuw toegelaten leerlin
gen bij elk der niveaus van het huis
houd- en nijverheidsonderwijs.
Bij het lager huishoud- en nijver
heids onderwijs komt 90% van de nieuw
ingeschreven leerlingen van het glo; bij
de middelbare afdelingen heeft 72"/o
van de nieuwe leerlingen in het vooraf
gaande schooljaar lager huishoudonder-
wijs gevolgd. Bij de hogere afdelingen
en de leraresopleidingen kwam 52"/o van
de nieuw ingeschrevenen van de mid
delbare afdelingen van deze schoolsoort.
Hieruit blijkt dat de doorstroming van
leerlingen binnen het huishoud- en nij
verheidsonderwijs zeer groot is.
Centrale Vrarvrarming
SOMMEI^SDUK
Telefoon (01870) 260i
op dit moment draait de bietencam
pagne van de Nederlandse Suikerin
dustrie op volle toeren. Als alles goed
gaat, zullen de twaalf suikerfabrieken
tegen half december 5,2 mUjoen ton
bieten verwerkt hebben tot plm. 720.000
ton suiker. Deze suikerbieten worden
verbouwd op 102.000 ha Nederlandse
grond. We gaan nog even door met wat
cijfers. Op elke ha groeien ongeveer
70.000 bieten.1 In Nederland worden er
dus met één campagne ruim 7.175.000.000
(7 miljard 175 miljoen) bieten verwerkt.
Wel ietsje meer dan het gat van Witte-
veen!
Maar wat betekenen nu al die getal
len? Stel dat elke biet gemiddeld 30 cm
lang is en men al die bieten achter el
kaar legt. Dan krijgt men een lengte van
ruim twee miljoen kilometer. Goed voor
drie retourtjes naar de maan. Nog an
ders. De hoeveelheid bieten is ook vol
doende om 250.000 spoorwagons te vul
len. Dat betekent een trein met een
lengte van 7.500 kilometer, of wel bijna
driemaal de afstand Amsterdam - Istan-
boel. (DIA)
ZIEK VAN STANK
De vervuiling van allerlei havens en
kusten vormt een sterke bedreiging voor
materiaal en voor biologisch leven. Uit
Tokio wordt gemeld, dat het water er
zoveel zwavelwaterstof, afkomstig uit
fabrieksafval bevat, dat scheepsrompen
er van gaan roesten en scheepsschroeven
worden weggevreten. In de Suraga-
bocht is het nog erger. Het afval van
de houtslijperijen veroorzaakt er zo'n
stank, dat de matrozen van de schepen
die daar komen laden en lossen, er ziek
van worden. Verschillende rederijen
overwegen om hvm schepen daar ndet
meer naar toe te sturen, zolang er geen
zuiveringsinstallaties zijn gebouwd.
Beste meisjes en jongens!
Het vierde raadsel van deze maand,
dat nu geplaatst wordt, is erg gemak
kelijk. Dat mag wel eens een keer,
vooral, nu er vijf raadsels in deze maand
komenj Hier hebben jullie
OKTOBERRAADSEL 4
Er volgen 7 zinnen, waar in elke zin
een woord ontbreekt. Als we de ont
brekende woorden achter elkander zet
ten, vanaf 1 tot 7, dan lezen we een ge
deelte uit het boek Genesis tussen de
hoofdstukken 40 en 50. In het bedoelde
hoofdstuk staan ook de antwoorden op
de vragen, de ontbrekende woorden in
dit geval. Hier volgen ze:
1. En zal u aldaar onderhouden.
2. Ik Jozef uw broeder.
3. Zo gaf hun wagens naar Fa
rao's bevel.
4. Jozefnog, ja, ook is hij regeer
der in gans Egypteland.
5. Het is genoegzoon Jozef
leeft nog.
6. En neemt uw en uw huisge
zinnen en komt tot mij.
7. En er zijnvijf jaren, in welke
geen ploeging noch oogst zijn zal.
Dit raadsel werd ingezonden door
Arja van Rossum, Zeist.
Vriendelijk bedankt, Arja!
CORRESPONDENTIE
Arja van R. Zeist. Heb je weer „aar
dig" wat repetities? Als die repetities
nu ook maar „aardig" iijn! Maar daar
ontbreekt hieestal wel wat" aan: je moet
er veel voor leren. Toch heb je nog
kans gezien om een nieuw raadsel in
elkaar te zetten. Ik hoop het in het
vervolg wel te plaatsen.
Sjaan H. Ouddorp. Volgens je tijd
aanduiding heb je, op tien minuten na,
een uur moeten schrijven voor mij (8
uur tot tien vóór 9). Maar je zal oolc
tussendoor nog wel een babbeltje ge
maakt hebben, of koffie gedronken. Aan
je opstel zal je no'g langer gebogen
zitten, denk ik. Anderhalve kant is niet
zo mis, al is de titel nog zo mooi en al
denk je er veel van te kunnen ver
tellen.
Wilma Ie C. SommelsdgKi Het is jam
mer dat je overladen was met huiswerlc,
zodat je het oosten uit het westen niet
meer wist. Je schrijft, dat het je spijt,
en ilï neem die woorden dadelijk over.
Je wilt zelfs proberen om de volgende
maand weer van de partij te zijn. Ik kan
niet anders dan die ijver zeer waarde
ren.
Margreet van B. Middelburg. Geluk
kig dat ik ook in brieven lees, dat het
met het huiswerk wel meevalt. Elke
school is dus niet gelijk. Als je maar een
paar uurtjes nodig hebt, mag je niet
mopperen. Vind je tekenen nog zo fijn?
Probeer er mee dóór te gaan. lic begrijp
je goed, als je schrijft, dat je nog wel
eens terug verlangt naar de lagere
school. Als je oudere mensen zou vragen,
hoe zij het daar mee hebben, zou je raar
staan kijken.
Kees V. Oostdijk. Al was het voor mij
oud nieuws, toch was het prettig nieuws
nietwaar? Gaat het goed met zusje?
Zulk een prachtig najaar zal je vader
nog niet dikwijls beleefd hebben, denk
ik. Alles gaat zo droog van het land!
Gelukkig dat ik lees, dat het op school
heel goed gaat. Daar ben ik blij om.
Kommie Ie C. SommeIsdijk.i De ze
gelverkoop is dus goed geslaagd. Ja, je
moet er achter aan, dat spreekt vanzelf,
maar je weet, dat het voor een goed doel
is. Die woensdagmiddag is toch heel
fijn, hè? Vooral als je dan met je moe
der en zusje gaat fietsen of zwemmen.
Wat het wéér betreft, kon dat heel best,
want mooier kon haast niet.
Jiamieke V. Ouddorp. Het j^ heel leuk
om op deze manier over school te schrij
ven. Je neemt elk vak eventjes onder
de loupe en dan weet ik hoe alles gaat.
Ik begrijp niet, dat biologie als num
mer één staat; niet dat het geen mooi
vak ishet is prachtig, maar in de
regel doen meisjes dat niet zo graag.
Kun jij begrijpen, dat er kinderen zijn,
die niet weten wat ze schrijven moeten?
Ze zouden jouw voorbeeld dan maar
moeten volgen, en over elk vak uit de
school gaan vertellen.
Hedie den B. Herkingen. Je hebt je
brief aardig versierd, Hedie! Kv/am het
omdat je je best zo doet op school? Ja,
ongemerkt ben je daar een beetje opge
lucht van. Toen jeschreef, dacht je, dat
het mooie weer voorbij was, maar er
kwamen nog prachtige dagen; het was
maar een klein storinkjej Het plaatsje
Baarland ken ik wel; er zou veel over
te vertellen zijn.
Joke V. Ouddorp. Elk jaargetijde
heeft zijn vóór en zijn tegen, en het is
maar goed, dat we er niets aan veran
deren kunnen. Ik snap wel, dat je eerst
wat moest wennen op de nieuwe school.
Leren zal het natuurlijk blijven; daar
zijn het scholen voor. Nog gefeliciteerd
met Elly's verjaardag. Het is niet ergs
al kan ze nog niet naar de grote school;
op de kleuterschool gaat het ook best.
En het is te hopen, dat ze de grote school
ook zal mogen volgen.
Alle K. Zeist. Aan je schrijven zie ik,
dat er haast achter zat; de oplossingen
zijn veel mooier geschreven. Die heb je
zeker eerst gedaan. Maar ik snap het
goed, want er is geregeld veel werk aan
de winkel, en het verslag over de klas
semiddag was ook lang.
Willie K. H. I. Ambacht Er was weer
heel wat te schrijven. Eer je alles uit de
doeken gedaan lïebt over het diploma-
zwemmen, vergt dat heel wat tijd, al is
het behoorlijk vlug geschreven. Hoe is
het op de verkoopavond gegaan? Was
er nogal aftrek van de gemaakte spul
len, en viel het geldbedrag mee?
Gert B. Spijkenisse. Gelukkig dat het
met Liesbeth goed gaat, en ook met jul
lie allen. Dat was een grote tippel, vijf
tien km voor de Unicef. Maar je haalde
heel wat op! Dan kan er een blaar wel
op over schieten. Jullie predUiant gaat
ver uit de buurt, helemaal naar Fries
land.
Piet K. Zeist. Fijn, dat je het diploma
ook gehaald hebt. Moet je nu nog ver
der? Met die zegels hebben veel kinde
ren het druk gehad; het is een goed
werk. En dan is er de drukte nog met
het oud papier. Het is mooi, dat opa
het zolang wil opslaan, want drie cent
is niet zo veel. Maar alle beetjes helpen,
en uiteindelijk zal het orgel er wel ko
men, misschien al als de kerk klaar is.
Marjan K. H. I. Ambacht. Dat is knap
van je zusje: in één jaar a. en b. en c!
LD
WEEK
RAM
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦*«4^^l
Ontleden van zinnen is niet zo heel nrJ
tig, vind je wel? Wellicht vinden J
kinderen het ook moeilijk. Er is gfj
geld veel te leren, maar ik zou mI
best maar doen, want later heb je e,f
plezier van, dat je goed gewerkt heb j
Klaas B. Spijkenisse. Heb jij ook a
ver moeten lopen? Het is niets erg
hebt nog jonge benen, en lopen is jj
het lichaam nog beter dan fietsen, jj
lopen zouden we verleren, als wem,
eens een flinke afstand deden.
Cobi J. Soubiirg. Ik kan het niet ttA
ken dat je een bezeerde vinger had'I
brief is netjes geschreven. Met zi|
machines moet je oppassen, -wanté
messen zijn scherp. lit hoop dat je vpj
der met de I.N.A.S. zal mogen gaanj
heb je ook heel veel huiswerk te diil
Probeer je daar maar dóór te slaan,
Wilma Bj Dirksland. Over dnjl
schrijven meer kinderen, en bij J
ouder worden, als je het mag belev,
zal dat niet minder worden. Maar it
tuin van Van R. is de drukte weer k
iets anders; daar is het ontspamfcl
voor je. Het is gezond om buiten tekiljl
nen werken, maar ik denk, dat het JjJ
Idaar zal zijn.
Ria de V. Vrouwenpolder. Netjes J
werkt! Zó moet het eigenlijk zijn, zoJ
je schreef: niet moeilijk en ook nietjl
makkelijk. Dat noemen we de guijj
middenweg, maar die is niet altijd J
vinden. Als je dit leest, is het al exauj
voor typen geweest, denk ik. Ik tinl
dat je het gehaald hebt. De binnen»!
gen in Walcheren zijn erg mooi, ent
meeste zijn in het voorjaar bredere
maakt. Het is er heerlijk om te fetsj
Maja W. Nieuwdorp. Ik heb de „hani
tekening" van Petra gezien. Je gebn|.l
te een mooie uitdrukking: wantewevt|
Ik weet precies wat er mee ba
wordt. Ik vermoed dat het een
Zeeuwse uitdrukking is. Voor de a
held heb ik het in een woordenboek oJ
gezocht, en daar staat het ook, dus is fel
niet alleen in Zeeland, dat het woril
gebruikt. September was een echte v_
jaringsmaand in jullie familie,] Dan la|
het druk bezoek zijn, en jij moet i
zorgen dat je huiswerk dan klaar koiull
Leintje M. Serooskerke. Van de
denessedagen" zal je lang herinnerinjal
bewaren, denk ik. Het is zeer leerzaaul
al zullen er ook dingen zijn, die niet jM
in onze smaak vallen. Dat heb je overall
De stad Brugge moet er ook altijd t;
komen, en dat is geen wonder, wantüil
stad is heel mooi en interessant. Fijn,(lil
je oudste broer nu dichtbij is komen li
wonen. Waar gaat je zus wonen?
Allemaal de hartelijke groeten van
OOM KO, 1
P.iS. Nog niet inzenden! Er komt i
een vijfde raadsel.
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦M
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦4)
Voorlopig postzegelprogramtna 1912
NEDERLAND
Februari - jimi: Deltazegel (Sluitiiïl
haringvliet); 1 waarde, Prijs pent-l
gel hfl 0,20j
11 april - 27 mei: Zomerzegels.
5 mei - 3 juni: Europazegels; 2 waai*|
Prijs per serie Hfl 0,75.
juni: Herdeniking staatsman ThorbedeJ
1 waarde. Prijs per zegel hfl 0,20.
juni - juli: Olympische Spelen.
juli - december: 400 jaar Nederlandst 1
Vlag; 1 waarde. Prijs per zegel tl I
0,20.
augustus - september: Ned. Rode Kmü
november - januari 1973: Kinderzeg:
velletje.
DOOR HERMAN HAGE
Al is deze roman voor het grootste
deel historisch, dat betekent niet, dat
men personen, plaatsen en andere bij
zonderheden moet vereenzelvigen met
de werkelijkheid, en zeker niet de loka
le kleur, waarin het verhaal speelt.
PROLOOG
Laat mij allereerst vertellen, hoe ik
tot het schrijven van dit verhaal, waar
in ik zelf een bepaalde rol speel, geko
men ben. Het zou kunnen zijn, dat
iemand mij van verwaandheid betichtte.
En, God beware mij er voor! ik ben
niet verwaand. Ik tracht deemoedig en
ootmoedig te leven in de overtuiging,
dat de mens „van ziöhzelve" niets is.
Neen, ik ben niet uit mijzelf aan het
schrijven begoruaen. De rector van de
Latijnse school die ik bezocht (het was
in het laatste studiejaar) heeft mij er
toe aangezet. Volgens hem was ik de
beste in het maken van opstellen en dat
bracht hem tot de uitspraak, dat ik in
elk geval best een dagboek kon schrij-
veni Dat was „leuk" voor later. Toen
hij dat zeide was De bijna negentien jaar.
Ik heb toen wat geglimlacht, maar...
later dacht ik, dat het inderdaad wel
„leuk" zou zijn, herinneringen vast te
houden door die op papier te zetten, te
meer omdat ik in een verwarde, ver
schrikkelijke tijd leefde. Dus deed ik
het.
Wordt dit nu een dagboek? Neen, ik
houd niet zo van een dagboek, tenmin
ste als je daarin iets van je „innerlijk
zelf" bloot legt, wat moeilijk anders kan.
En daarmee heeft niet ieder te maken.
Dus géén dagboek.
En dan, tot goed begrip, nog iets. Ik
schrijf het verhaal voor een deel in de
„ik"-vorm. Niet steeds. Dat kan niet. Er
zijn essentiële feiten en gebeurtenissen,
die ik niet zelf heb meegemaalct, alleen
weet uit goede bronnen. Dat wordt dus
verhaald als in een gewone roman.
Tenslotte: niemand weet, dat ik dit
alles neerschrijf, zelfs mijn moeder niet.
Misschien, ik weet het niet, komt het
nooit iemand onder de ogen.
I
Mijn naam is Wendelmoet Beverius,
maar thuis noemen ze mij altijd Wendel.
Als papa of mama soms Wendelmoet
zeiden dan wist ik het wel: op de een
of andere manier had ik het dan ver
dorven en kreeg een vermaning te in
casseren.
Ik ben geboren in het jaar 1790, als
tweede kind van Ds. Pieter Beverius.
Het eerste kind was een zoontje, mijn
broertje Maarten. Mijn geboorteplaats is
Zierikzee.1 Onze pastorie stond in de
Poststraat.
Dat moet er wel bij. Want er was nóg
een pastorie. Die was te vinden op de
Oude Haven. Daar woonde een collega
van papa, dominee Siderius. Ongeveer
in dezelfde tijd werd daar een meisje
geboren. Zij heette Marijke.
Laat ik meteen maar vertellen, dat
ik nog een broertje en twee zusjes kreeg.
Dat waren Cornells (geboren in 1793);
Bettekee (1798) en Aagje (1804). En om
nu helemaal compleet te zijn: mijn moe
der heette Anneke Jansd.
Nu moet ik nog wat meedelen. Mijn
voornaam is, als gezegd, Wendelmoet.
Ik ben genoemd naar een grootmoeder
van mij, die ik niet gekend heb, al leef
de zij nog wel, toen ik geboren werd.
Zij woonde in Den Hage. Mijn achter
naam lijkt wel latijns. Ze is het ook.
Later heb ik gehoord, dat vele geleer
den (ik denk b.v. aan Desiderius Eras
mus) en predikanten hun eigenlijke
naam „verlatijnsten". Mijn vader heette
Van Beveren en noemde zich Beverius.i
Dominee Siderius heette feitelijk Sieder-
mann. Hij was van Duitse afkomst.
Van mijn prille jeugd kan ik mij niet
veel herinneren. Die zal wel verlopen
zijn zoals bij verreweg de meeste kin
deren. Maar nooit zal ik vergeten wat
ik meemaakte toen ik vijf jaar was. En
Maarten dus zeven. Het staat onuitwis
baar in mijn geheugen gegrift. Het was
winter. En bitter koud. Er werd al we
ken op de grachten schaats gereden.
Jongens, zei papa, we gaan de stad
in. Het is feest.
Mama keek zuinig, maar zei niets.
Zij pakte Maarten en mij goed in.
Wat feest is er dan? vroeg Maar
ten.
Van de vrijheid, was papa's ant
woord.
Ik keek, geheel onopzettelijk, naar
mama, diede lippen krulde; nu ik
ouder geworden ben, volwassener en
meer wéét zou ik zeggen: min of meer
verachtelijk.
We stapten stevig door de Poststraat
en over de Appelmarkt naar het Ha-
venplein, het centrum van de stad.
Reeds aan het begin van de Appelmarkt
hoorden wij muziek en geschreeuw.
Op het Havenplein was het zwart van
de mensen, mannen, vrouwen en kinde-
renj We zagen al spoedig, dat er een
staak was opgericht met dennetakken
en ander groen en een vlag. En daarom
heen hotsten en sprongen de mensen.
Dat is de Vrijheidsboom, zei papa.
Natuurlijk begrepen we er niets van.
Maar toch had ik de grootste schik.
Muziek wekt altijd op. En het was zo'n
potsierlijk gezicht: al die hotsende en
dansende, zingende mensen. Papa zag ik,
had er ook plezier in.
Ha, dominee! nou hebben we vrij
heid, gelijkheid en broederschap! riep
een man, papa op de soh'ouder kloppend.
De mensen vonden 't prachtig, geloof
ik, dat papa ook op het Havenplein
was versohenen om de vreugde mee te
maken. Gek, dacht ik, dominee Siderius
was er niet en die woonde toch vlakbij.
Opeens was er een geweldig rumoer.
Een stuk of vijf, zes jongens verstoor
den blijkbaar de feestvreugde. De men
sen werden verschrikkelijk boos. Maar
de jongens, ze hadden elkaar bij de
handen gegrepen en hotsten ook in het
rond, bleven zingen:
Dominee Ten Broek uit de Wafellaan
Heeft een gebed voor de
Keezen gedaan.
De mensen werden zo hels, dat er een
vachtpartij ontstond en de zingende
jongens weggeranseld werden. Ik had de
grootste lol.
Papa praatte nog wat met enkele lie
den, maar daarna gingen we toch naar
huis, want het was koud en guur weer.
Thuisgekomen vertelde ik mama ent
housiast over wat ik gezien en gehoord
had. Maar zij was helemaal niet ent
housiaste Integendeel!
Dwaas gedoe, zeide zij, meer tot
zichzelf dan tot mij. Er zal wel wat moe
ten veranderen, maar niet'zó.
Uiteraard begreep ik er toen niets
van. Dat kwam pas later.
II -
Een maand of twee, drie geleden wan
delde ik met Marijke Siderius, mijn f
zworen vriendin van vóór de schoolja
ren, over de Havendijk. Men moet na-
meUjk weten, dat Zierikzee, die eeuwen
oude stad, door een lange haven ve^"
bonden is met de Ooster-Schelde. Als f
flink doorstapt heb je toch altijd nog eet
twintig minuten nodig om het haven
hoofd te bereiken, waar je een enig S^'
zicht hebt op de brede Ooster-Schel»
die daar zo -vredig kabbelde. Maar ver
gis je niet! 't Was toen mooi zomerwee'j
Maar ik verzeker u, dat het op die n"
vredige, kahne zeearm spoken kan!
We hadden een uurtje lui aan de oil'
gezeten, turend over het kalme water.
Was helder weer. Aan de overkant kon
den we, dat is toch een vier kiloffl*
weg, het eiland Noord-Beveland o^n-
Toen gingen we weer terug naar hui_
Als je het nooit hebt gezien heb je
geen idee van welk een prachtig w
zicht je dan op Zierikzee hebt. En p'
dat dan nog te blakeren ligt in de min-
dagzon!
De stand is al eeuw oud. Reeds m
wordt ze genoemd. Daarna kreeg
stadsrechten. Ze werd een zeer bedrU'
ge Hanzestad. Druk verkeer van kooP'
vaarders. Tal van visserschepen
zoutziederijen4 Papa heeft ons heel
uit het verleden verteld. Hij is goe"Jj
de hoogte, want hij is zeer bevriend w
de stadsarohivaris, sinjexir Vossius.