Kiivde^katikfe OKTOBER NUTS fotocopiën Wendelmoet Beverius Het Huishoud- en Nperheidsonder- wijs in 1970-71 De ruimtereis van een suilcerbiet 1 De fraaie spaarbaokkalender 1972 gratis voor iedere iniegger 2 Diverse andere fraaie verrassingen 3 Een premie van vijf gulden voor elke nieuwe spaarder SPAREN IS GOED VOOR U! VOORSTRAAT 36, MIDDELHARNIS C. KIEVIT Zn. BIJKANTOOR: OOLTGENSPLAAT: LANGEWEG 15. STANDPLAATSEN RIJDEND BIJKANTOOR: WIIDDELHARS^IS: DOETINGHEMSESTRAAT VOOR NR. 10, HERKINGEN: KLINKERLANDSEWEG, MELISSANT: PLEIN, NIEUWE-TONGE: KORTEWEEGJE (NAAST VERENIGINGSGEBOUW), SOMMELSDIJK: KONINGINNELAAN (NAAST BRANDWEERKAZERNE), AZALEASTRAAT/HOEK DORPSWEG, STAD A/H HARINGVLIET: NIEUWSTRAAT (PARKEERPLAATS HOEK VOORSTRAAT), OUDE-TONGE: STOOFPLEIN HOEK ARENDSSTRAAT OOK VOOR GRAMMOFOON. 2 PLATEN J. ZANDSTRA SOMMELSDIJK J Ook voor Klaar terwijl U wacht. FOTOGRAFIE J. ZANDSTRA SOMMELSDIJK VERVOLGVERHAAL En Bladz. 2 ^ILANDKN-NIEUWS" Vrijdag 22 oktober iJ In het afgelopen schooljaar volgden 212500 leerlingen onderwijs aan de 638 scholen voor huishoud- en nijverheids onderwijs. Ongeveer 146500 leerlingen volgden volledig dagonderwijs en 66000 partieel onderwijs; deze laatsten hoofd zakelijk bij verschillende kort durende cursussen die aan de scholen zijn ver bonden. De lagere afdelingen werden gevolgd door 114200 leerlingen, de middelbare door 29200, de hogere afdelingen en de leraresopleidingen door 6300 en de cur sussen en opleidingen volgens het leer- lingenwezen telden tezamen 62800 leer lingen. Deze cijfers zijn ontleend aan een pu- blikatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het beroepsonderwijs in 1970/'71, die geheel is gewijd aan het huishoud- en nijverheidsonderwijs. In deze publikatie worden gegevens vermeld over het aantal opleidingsmo- gelijkheden per afdeling van het lager, middelbaar en hoger beroepsonderwijs, met daarbij het aantal leerlingen dat elke afdeling volgt. Verder worden de leerlingen onderscheiden naar leerjaar en naar leeftijd en zijn ook gegevens op genomen over de geslaagden. Veel aan dacht wordt geschonken aan de door stroming van de leerlingen binnen het voortgezet onderwijs en aan de her komst van de nieuw toegelaten leerlin gen bij elk der niveaus van het huis houd- en nijverheidsonderwijs. Bij het lager huishoud- en nijver heids onderwijs komt 90% van de nieuw ingeschreven leerlingen van het glo; bij de middelbare afdelingen heeft 72"/o van de nieuwe leerlingen in het vooraf gaande schooljaar lager huishoudonder- wijs gevolgd. Bij de hogere afdelingen en de leraresopleidingen kwam 52"/o van de nieuw ingeschrevenen van de mid delbare afdelingen van deze schoolsoort. Hieruit blijkt dat de doorstroming van leerlingen binnen het huishoud- en nij verheidsonderwijs zeer groot is. Centrale Vrarvrarming SOMMEI^SDUK Telefoon (01870) 260i op dit moment draait de bietencam pagne van de Nederlandse Suikerin dustrie op volle toeren. Als alles goed gaat, zullen de twaalf suikerfabrieken tegen half december 5,2 mUjoen ton bieten verwerkt hebben tot plm. 720.000 ton suiker. Deze suikerbieten worden verbouwd op 102.000 ha Nederlandse grond. We gaan nog even door met wat cijfers. Op elke ha groeien ongeveer 70.000 bieten.1 In Nederland worden er dus met één campagne ruim 7.175.000.000 (7 miljard 175 miljoen) bieten verwerkt. Wel ietsje meer dan het gat van Witte- veen! Maar wat betekenen nu al die getal len? Stel dat elke biet gemiddeld 30 cm lang is en men al die bieten achter el kaar legt. Dan krijgt men een lengte van ruim twee miljoen kilometer. Goed voor drie retourtjes naar de maan. Nog an ders. De hoeveelheid bieten is ook vol doende om 250.000 spoorwagons te vul len. Dat betekent een trein met een lengte van 7.500 kilometer, of wel bijna driemaal de afstand Amsterdam - Istan- boel. (DIA) ZIEK VAN STANK De vervuiling van allerlei havens en kusten vormt een sterke bedreiging voor materiaal en voor biologisch leven. Uit Tokio wordt gemeld, dat het water er zoveel zwavelwaterstof, afkomstig uit fabrieksafval bevat, dat scheepsrompen er van gaan roesten en scheepsschroeven worden weggevreten. In de Suraga- bocht is het nog erger. Het afval van de houtslijperijen veroorzaakt er zo'n stank, dat de matrozen van de schepen die daar komen laden en lossen, er ziek van worden. Verschillende rederijen overwegen om hvm schepen daar ndet meer naar toe te sturen, zolang er geen zuiveringsinstallaties zijn gebouwd. Beste meisjes en jongens! Het vierde raadsel van deze maand, dat nu geplaatst wordt, is erg gemak kelijk. Dat mag wel eens een keer, vooral, nu er vijf raadsels in deze maand komenj Hier hebben jullie OKTOBERRAADSEL 4 Er volgen 7 zinnen, waar in elke zin een woord ontbreekt. Als we de ont brekende woorden achter elkander zet ten, vanaf 1 tot 7, dan lezen we een ge deelte uit het boek Genesis tussen de hoofdstukken 40 en 50. In het bedoelde hoofdstuk staan ook de antwoorden op de vragen, de ontbrekende woorden in dit geval. Hier volgen ze: 1. En zal u aldaar onderhouden. 2. Ik Jozef uw broeder. 3. Zo gaf hun wagens naar Fa rao's bevel. 4. Jozefnog, ja, ook is hij regeer der in gans Egypteland. 5. Het is genoegzoon Jozef leeft nog. 6. En neemt uw en uw huisge zinnen en komt tot mij. 7. En er zijnvijf jaren, in welke geen ploeging noch oogst zijn zal. Dit raadsel werd ingezonden door Arja van Rossum, Zeist. Vriendelijk bedankt, Arja! CORRESPONDENTIE Arja van R. Zeist. Heb je weer „aar dig" wat repetities? Als die repetities nu ook maar „aardig" iijn! Maar daar ontbreekt hieestal wel wat" aan: je moet er veel voor leren. Toch heb je nog kans gezien om een nieuw raadsel in elkaar te zetten. Ik hoop het in het vervolg wel te plaatsen. Sjaan H. Ouddorp. Volgens je tijd aanduiding heb je, op tien minuten na, een uur moeten schrijven voor mij (8 uur tot tien vóór 9). Maar je zal oolc tussendoor nog wel een babbeltje ge maakt hebben, of koffie gedronken. Aan je opstel zal je no'g langer gebogen zitten, denk ik. Anderhalve kant is niet zo mis, al is de titel nog zo mooi en al denk je er veel van te kunnen ver tellen. Wilma Ie C. SommelsdgKi Het is jam mer dat je overladen was met huiswerlc, zodat je het oosten uit het westen niet meer wist. Je schrijft, dat het je spijt, en ilï neem die woorden dadelijk over. Je wilt zelfs proberen om de volgende maand weer van de partij te zijn. Ik kan niet anders dan die ijver zeer waarde ren. Margreet van B. Middelburg. Geluk kig dat ik ook in brieven lees, dat het met het huiswerk wel meevalt. Elke school is dus niet gelijk. Als je maar een paar uurtjes nodig hebt, mag je niet mopperen. Vind je tekenen nog zo fijn? Probeer er mee dóór te gaan. lic begrijp je goed, als je schrijft, dat je nog wel eens terug verlangt naar de lagere school. Als je oudere mensen zou vragen, hoe zij het daar mee hebben, zou je raar staan kijken. Kees V. Oostdijk. Al was het voor mij oud nieuws, toch was het prettig nieuws nietwaar? Gaat het goed met zusje? Zulk een prachtig najaar zal je vader nog niet dikwijls beleefd hebben, denk ik. Alles gaat zo droog van het land! Gelukkig dat ik lees, dat het op school heel goed gaat. Daar ben ik blij om. Kommie Ie C. SommeIsdijk.i De ze gelverkoop is dus goed geslaagd. Ja, je moet er achter aan, dat spreekt vanzelf, maar je weet, dat het voor een goed doel is. Die woensdagmiddag is toch heel fijn, hè? Vooral als je dan met je moe der en zusje gaat fietsen of zwemmen. Wat het wéér betreft, kon dat heel best, want mooier kon haast niet. Jiamieke V. Ouddorp. Het j^ heel leuk om op deze manier over school te schrij ven. Je neemt elk vak eventjes onder de loupe en dan weet ik hoe alles gaat. Ik begrijp niet, dat biologie als num mer één staat; niet dat het geen mooi vak ishet is prachtig, maar in de regel doen meisjes dat niet zo graag. Kun jij begrijpen, dat er kinderen zijn, die niet weten wat ze schrijven moeten? Ze zouden jouw voorbeeld dan maar moeten volgen, en over elk vak uit de school gaan vertellen. Hedie den B. Herkingen. Je hebt je brief aardig versierd, Hedie! Kv/am het omdat je je best zo doet op school? Ja, ongemerkt ben je daar een beetje opge lucht van. Toen jeschreef, dacht je, dat het mooie weer voorbij was, maar er kwamen nog prachtige dagen; het was maar een klein storinkjej Het plaatsje Baarland ken ik wel; er zou veel over te vertellen zijn. Joke V. Ouddorp. Elk jaargetijde heeft zijn vóór en zijn tegen, en het is maar goed, dat we er niets aan veran deren kunnen. Ik snap wel, dat je eerst wat moest wennen op de nieuwe school. Leren zal het natuurlijk blijven; daar zijn het scholen voor. Nog gefeliciteerd met Elly's verjaardag. Het is niet ergs al kan ze nog niet naar de grote school; op de kleuterschool gaat het ook best. En het is te hopen, dat ze de grote school ook zal mogen volgen. Alle K. Zeist. Aan je schrijven zie ik, dat er haast achter zat; de oplossingen zijn veel mooier geschreven. Die heb je zeker eerst gedaan. Maar ik snap het goed, want er is geregeld veel werk aan de winkel, en het verslag over de klas semiddag was ook lang. Willie K. H. I. Ambacht Er was weer heel wat te schrijven. Eer je alles uit de doeken gedaan lïebt over het diploma- zwemmen, vergt dat heel wat tijd, al is het behoorlijk vlug geschreven. Hoe is het op de verkoopavond gegaan? Was er nogal aftrek van de gemaakte spul len, en viel het geldbedrag mee? Gert B. Spijkenisse. Gelukkig dat het met Liesbeth goed gaat, en ook met jul lie allen. Dat was een grote tippel, vijf tien km voor de Unicef. Maar je haalde heel wat op! Dan kan er een blaar wel op over schieten. Jullie predUiant gaat ver uit de buurt, helemaal naar Fries land. Piet K. Zeist. Fijn, dat je het diploma ook gehaald hebt. Moet je nu nog ver der? Met die zegels hebben veel kinde ren het druk gehad; het is een goed werk. En dan is er de drukte nog met het oud papier. Het is mooi, dat opa het zolang wil opslaan, want drie cent is niet zo veel. Maar alle beetjes helpen, en uiteindelijk zal het orgel er wel ko men, misschien al als de kerk klaar is. Marjan K. H. I. Ambacht. Dat is knap van je zusje: in één jaar a. en b. en c! LD WEEK RAM ♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦*«4^^l Ontleden van zinnen is niet zo heel nrJ tig, vind je wel? Wellicht vinden J kinderen het ook moeilijk. Er is gfj geld veel te leren, maar ik zou mI best maar doen, want later heb je e,f plezier van, dat je goed gewerkt heb j Klaas B. Spijkenisse. Heb jij ook a ver moeten lopen? Het is niets erg hebt nog jonge benen, en lopen is jj het lichaam nog beter dan fietsen, jj lopen zouden we verleren, als wem, eens een flinke afstand deden. Cobi J. Soubiirg. Ik kan het niet ttA ken dat je een bezeerde vinger had'I brief is netjes geschreven. Met zi| machines moet je oppassen, -wanté messen zijn scherp. lit hoop dat je vpj der met de I.N.A.S. zal mogen gaanj heb je ook heel veel huiswerk te diil Probeer je daar maar dóór te slaan, Wilma Bj Dirksland. Over dnjl schrijven meer kinderen, en bij J ouder worden, als je het mag belev, zal dat niet minder worden. Maar it tuin van Van R. is de drukte weer k iets anders; daar is het ontspamfcl voor je. Het is gezond om buiten tekiljl nen werken, maar ik denk, dat het JjJ Idaar zal zijn. Ria de V. Vrouwenpolder. Netjes J werkt! Zó moet het eigenlijk zijn, zoJ je schreef: niet moeilijk en ook nietjl makkelijk. Dat noemen we de guijj middenweg, maar die is niet altijd J vinden. Als je dit leest, is het al exauj voor typen geweest, denk ik. Ik tinl dat je het gehaald hebt. De binnen»! gen in Walcheren zijn erg mooi, ent meeste zijn in het voorjaar bredere maakt. Het is er heerlijk om te fetsj Maja W. Nieuwdorp. Ik heb de „hani tekening" van Petra gezien. Je gebn|.l te een mooie uitdrukking: wantewevt| Ik weet precies wat er mee ba wordt. Ik vermoed dat het een Zeeuwse uitdrukking is. Voor de a held heb ik het in een woordenboek oJ gezocht, en daar staat het ook, dus is fel niet alleen in Zeeland, dat het woril gebruikt. September was een echte v_ jaringsmaand in jullie familie,] Dan la| het druk bezoek zijn, en jij moet i zorgen dat je huiswerk dan klaar koiull Leintje M. Serooskerke. Van de denessedagen" zal je lang herinnerinjal bewaren, denk ik. Het is zeer leerzaaul al zullen er ook dingen zijn, die niet jM in onze smaak vallen. Dat heb je overall De stad Brugge moet er ook altijd t; komen, en dat is geen wonder, wantüil stad is heel mooi en interessant. Fijn,(lil je oudste broer nu dichtbij is komen li wonen. Waar gaat je zus wonen? Allemaal de hartelijke groeten van OOM KO, 1 P.iS. Nog niet inzenden! Er komt i een vijfde raadsel. ♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦M ♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦4) Voorlopig postzegelprogramtna 1912 NEDERLAND Februari - jimi: Deltazegel (Sluitiiïl haringvliet); 1 waarde, Prijs pent-l gel hfl 0,20j 11 april - 27 mei: Zomerzegels. 5 mei - 3 juni: Europazegels; 2 waai*| Prijs per serie Hfl 0,75. juni: Herdeniking staatsman ThorbedeJ 1 waarde. Prijs per zegel hfl 0,20. juni - juli: Olympische Spelen. juli - december: 400 jaar Nederlandst 1 Vlag; 1 waarde. Prijs per zegel tl I 0,20. augustus - september: Ned. Rode Kmü november - januari 1973: Kinderzeg: velletje. DOOR HERMAN HAGE Al is deze roman voor het grootste deel historisch, dat betekent niet, dat men personen, plaatsen en andere bij zonderheden moet vereenzelvigen met de werkelijkheid, en zeker niet de loka le kleur, waarin het verhaal speelt. PROLOOG Laat mij allereerst vertellen, hoe ik tot het schrijven van dit verhaal, waar in ik zelf een bepaalde rol speel, geko men ben. Het zou kunnen zijn, dat iemand mij van verwaandheid betichtte. En, God beware mij er voor! ik ben niet verwaand. Ik tracht deemoedig en ootmoedig te leven in de overtuiging, dat de mens „van ziöhzelve" niets is. Neen, ik ben niet uit mijzelf aan het schrijven begoruaen. De rector van de Latijnse school die ik bezocht (het was in het laatste studiejaar) heeft mij er toe aangezet. Volgens hem was ik de beste in het maken van opstellen en dat bracht hem tot de uitspraak, dat ik in elk geval best een dagboek kon schrij- veni Dat was „leuk" voor later. Toen hij dat zeide was De bijna negentien jaar. Ik heb toen wat geglimlacht, maar... later dacht ik, dat het inderdaad wel „leuk" zou zijn, herinneringen vast te houden door die op papier te zetten, te meer omdat ik in een verwarde, ver schrikkelijke tijd leefde. Dus deed ik het. Wordt dit nu een dagboek? Neen, ik houd niet zo van een dagboek, tenmin ste als je daarin iets van je „innerlijk zelf" bloot legt, wat moeilijk anders kan. En daarmee heeft niet ieder te maken. Dus géén dagboek. En dan, tot goed begrip, nog iets. Ik schrijf het verhaal voor een deel in de „ik"-vorm. Niet steeds. Dat kan niet. Er zijn essentiële feiten en gebeurtenissen, die ik niet zelf heb meegemaalct, alleen weet uit goede bronnen. Dat wordt dus verhaald als in een gewone roman. Tenslotte: niemand weet, dat ik dit alles neerschrijf, zelfs mijn moeder niet. Misschien, ik weet het niet, komt het nooit iemand onder de ogen. I Mijn naam is Wendelmoet Beverius, maar thuis noemen ze mij altijd Wendel. Als papa of mama soms Wendelmoet zeiden dan wist ik het wel: op de een of andere manier had ik het dan ver dorven en kreeg een vermaning te in casseren. Ik ben geboren in het jaar 1790, als tweede kind van Ds. Pieter Beverius. Het eerste kind was een zoontje, mijn broertje Maarten. Mijn geboorteplaats is Zierikzee.1 Onze pastorie stond in de Poststraat. Dat moet er wel bij. Want er was nóg een pastorie. Die was te vinden op de Oude Haven. Daar woonde een collega van papa, dominee Siderius. Ongeveer in dezelfde tijd werd daar een meisje geboren. Zij heette Marijke. Laat ik meteen maar vertellen, dat ik nog een broertje en twee zusjes kreeg. Dat waren Cornells (geboren in 1793); Bettekee (1798) en Aagje (1804). En om nu helemaal compleet te zijn: mijn moe der heette Anneke Jansd. Nu moet ik nog wat meedelen. Mijn voornaam is, als gezegd, Wendelmoet. Ik ben genoemd naar een grootmoeder van mij, die ik niet gekend heb, al leef de zij nog wel, toen ik geboren werd. Zij woonde in Den Hage. Mijn achter naam lijkt wel latijns. Ze is het ook. Later heb ik gehoord, dat vele geleer den (ik denk b.v. aan Desiderius Eras mus) en predikanten hun eigenlijke naam „verlatijnsten". Mijn vader heette Van Beveren en noemde zich Beverius.i Dominee Siderius heette feitelijk Sieder- mann. Hij was van Duitse afkomst. Van mijn prille jeugd kan ik mij niet veel herinneren. Die zal wel verlopen zijn zoals bij verreweg de meeste kin deren. Maar nooit zal ik vergeten wat ik meemaakte toen ik vijf jaar was. En Maarten dus zeven. Het staat onuitwis baar in mijn geheugen gegrift. Het was winter. En bitter koud. Er werd al we ken op de grachten schaats gereden. Jongens, zei papa, we gaan de stad in. Het is feest. Mama keek zuinig, maar zei niets. Zij pakte Maarten en mij goed in. Wat feest is er dan? vroeg Maar ten. Van de vrijheid, was papa's ant woord. Ik keek, geheel onopzettelijk, naar mama, diede lippen krulde; nu ik ouder geworden ben, volwassener en meer wéét zou ik zeggen: min of meer verachtelijk. We stapten stevig door de Poststraat en over de Appelmarkt naar het Ha- venplein, het centrum van de stad. Reeds aan het begin van de Appelmarkt hoorden wij muziek en geschreeuw. Op het Havenplein was het zwart van de mensen, mannen, vrouwen en kinde- renj We zagen al spoedig, dat er een staak was opgericht met dennetakken en ander groen en een vlag. En daarom heen hotsten en sprongen de mensen. Dat is de Vrijheidsboom, zei papa. Natuurlijk begrepen we er niets van. Maar toch had ik de grootste schik. Muziek wekt altijd op. En het was zo'n potsierlijk gezicht: al die hotsende en dansende, zingende mensen. Papa zag ik, had er ook plezier in. Ha, dominee! nou hebben we vrij heid, gelijkheid en broederschap! riep een man, papa op de soh'ouder kloppend. De mensen vonden 't prachtig, geloof ik, dat papa ook op het Havenplein was versohenen om de vreugde mee te maken. Gek, dacht ik, dominee Siderius was er niet en die woonde toch vlakbij. Opeens was er een geweldig rumoer. Een stuk of vijf, zes jongens verstoor den blijkbaar de feestvreugde. De men sen werden verschrikkelijk boos. Maar de jongens, ze hadden elkaar bij de handen gegrepen en hotsten ook in het rond, bleven zingen: Dominee Ten Broek uit de Wafellaan Heeft een gebed voor de Keezen gedaan. De mensen werden zo hels, dat er een vachtpartij ontstond en de zingende jongens weggeranseld werden. Ik had de grootste lol. Papa praatte nog wat met enkele lie den, maar daarna gingen we toch naar huis, want het was koud en guur weer. Thuisgekomen vertelde ik mama ent housiast over wat ik gezien en gehoord had. Maar zij was helemaal niet ent housiaste Integendeel! Dwaas gedoe, zeide zij, meer tot zichzelf dan tot mij. Er zal wel wat moe ten veranderen, maar niet'zó. Uiteraard begreep ik er toen niets van. Dat kwam pas later. II - Een maand of twee, drie geleden wan delde ik met Marijke Siderius, mijn f zworen vriendin van vóór de schoolja ren, over de Havendijk. Men moet na- meUjk weten, dat Zierikzee, die eeuwen oude stad, door een lange haven ve^" bonden is met de Ooster-Schelde. Als f flink doorstapt heb je toch altijd nog eet twintig minuten nodig om het haven hoofd te bereiken, waar je een enig S^' zicht hebt op de brede Ooster-Schel» die daar zo -vredig kabbelde. Maar ver gis je niet! 't Was toen mooi zomerwee'j Maar ik verzeker u, dat het op die n" vredige, kahne zeearm spoken kan! We hadden een uurtje lui aan de oil' gezeten, turend over het kalme water. Was helder weer. Aan de overkant kon den we, dat is toch een vier kiloffl* weg, het eiland Noord-Beveland o^n- Toen gingen we weer terug naar hui_ Als je het nooit hebt gezien heb je geen idee van welk een prachtig w zicht je dan op Zierikzee hebt. En p' dat dan nog te blakeren ligt in de min- dagzon! De stand is al eeuw oud. Reeds m wordt ze genoemd. Daarna kreeg stadsrechten. Ze werd een zeer bedrU' ge Hanzestad. Druk verkeer van kooP' vaarders. Tal van visserschepen zoutziederijen4 Papa heeft ons heel uit het verleden verteld. Hij is goe"Jj de hoogte, want hij is zeer bevriend w de stadsarohivaris, sinjexir Vossius.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1971 | | pagina 6