EiiAriDEn - niEuws Bca Ds. Petrus Hondius PORTRETTEN DE WATERGEUS Zeeuwse wandelingen TELEURGESTELD... RUIL ZE IN W. RIKKEN N.V. KËUVELAAR HelEienooriltuniiel 1S.QQ0 voertuigen per liag Vrijdag 6 augustus 1971 No. 4009 OVER UW ZIG-ZAQ NAAIMACHINE voorde moderne PFAFF zig-zag. lichtgewicht Wij ruilen alle merkon,in, ook vreemde f Ook ¥#@r J. ZANDSTRA SOMMELSDUOS MIDDELHAiNIS C. KBEVIT Zn, Centrale Verwarming Overwe®! en Struyk Complete Womnginrichting Meüssant - Tel. 01877-1502 ffif 01879 - 721 2e blad Eelletjes in de stad Ongelukken op de weg Uitstapjes op de maan. Vroeger was er, naar ik meen, een krant met een rubriek „De daverende dingen dezer dag". Nou, voor zo'n ru- ■pjiek is stof genoegHet is allemaal even daverend, alleenwe vinden het niet zo gauw daverend meer. Zomaar een willekeurige krant van een willekeurige dagVoorpagina nieuws: relletjes in Roermond, waai bij één dode is gevallen; vele verkeers slachtoffers gedurende het weekeinde; expeditie naar de maan. Vroeger zou je er toch bepaald overstuur van geweest zijn, zoveel daverend en schokkend nieuws. Nu niet meer: morgen staat de voerpagina immers weer boordevol met andere daverende en schokkende din gen Roermond., Wordt dat een tweede Am sterdam? Het lijkt er wel op. Onlusten op en in de omgeving van het Stations plein. Een groot aantal Zuid-Molukkers slaags met de politie. Schoten vallen. Miliair, die slechts op een afstand stond te kijken, gedood. Wie het gedaan heeft, op dit ogenblik nog niet bekend. Politie laat versterkingen aanrukken, met het oog op mogelijke hulp van Zuid-Moluk kers uit andere plaatsen aan hun Hoer- mondse vrienden Ja, dat kan allemaal zomaar. Je bent eigenlijk je leven niet zeker als je over straat loopt. Er kan zomaar ergens een sdiot vallen, zomaar ergens een mes ge- trolAen worden. Dat kan allemaal in een beschaafd land, in een welvaarts staat. Zou het dat misschien juist zijn, de welvaart? Is dat misschien de oor- zaait, de vele vrije tijd, de vele moge lijkheden tot ontspanning en vermaak' Nee, ik los geen schoten, ik gooi ook niet met stenen. Het kwaad zit in ieder van ons. Gelukkig, zeg maar Goddank, komt het er niet altijd uit. En dan de weg. We zijn er al aan ge- vïend. Elk weekeinde is hetzelfde, als het weer tenminste niet té ongunstig is. NAAIMACHINEHXJIS Kortemeertr. 17 - Td. 01640-85878 BSaiCtSN OP ZOCMS BON voor grate leldees amdsn aan PFAFF, Antwoord 102. Bergen 09 Zoom. Straat: na«t3: Op de Expo „Gouden Delta" in de Sporthal te Mlddelharnis demon streren wy met de nieuwste PFAFF NAAIMACHINES de enigste huishoudmachine ter wereld met boven transport. De radio rekent er al op, zendt telkens verkeersinformaties uit. Vijf kilometer bij Oudenrijn en drie bij Hoevelaken en zeven bij de. Haringvüetbrug en ga zo maar door. Als je er zo eens iets van hoort of ziet, dan vraag je je af: Waar komen al die mensen toch vandaan en waar gaan ze naar toe? Ja, dat weet ik wel, op vrijdag en zaterdag ontvluchten ze de drukte en de benauwdheid van de stad. Afgezien van het vierde gebod - begrij pelijk. Je zal maar in zo'n gebied zit ten waar de lucht en het miUeu veront reinigd wordenBegrijpelijk? Nou, ik vind het nogal onbegrijpelijk.i In een file gaan rijden, snelheid van 20 of 30 kilometer per uur, en dan urenlang in de kwalijke uitlaatgassen van je voor gangers ademen. Is dat luchtverontrei niging of niet? En die vele verkeersslachtoffers ieder weekend. Ja, dat hoort er ook bij, dat is nu eenmaal het risicoAls je ziet wat er op de weg zit, dan valt het eigenlijk nog mee. Dat voert men meest al aan, maar het is een doekje voor het bloedenU mag het laatste net zo letterlijk opvatten als u zelf wilt. 's Zaterdags en 's zondags onnodig rij den nogmaals, helemaal afgezien van het vierde gebod dat is ons leven moedwillig in gevaar brengen. Ik kan het niet anders zien. En intussen rijdt er een karretje over het maanoppervlak. Alsof het de ge woonste zaak van de wereld is. Bijna had ik geschreven: Alsof het de ge woonste zaak van het heelal isEén van de dagbladen had een geestige kop: „Zondagsrijders op de maan". Ook al zo'n dwaasheid, naar mijn be perkte mening. Duizenden, miljoenen, miljarden nodig voor onderontwikkelde geibieden. Een groot gedeelte van de mensheid lijdt aan besmettelijke ziekten vergaat letterlijk van de honger. Maar even zo vrolijk schieten we duizenden, miljoenen, miljarden de ruimte in. Drie Russische kosmonauten keerden dood in de dampkring terug. Maar even zo vro lijk gaan drie Amerikaanse kosmonau ten een maand later weer naar de maan. Risico? Ja, dat hoort er nu eenmaal bij. Wat een wonderlijke wereld. De gan se schepping zucht. Als je er oren voor gekregen hebt, kun je het horen, tus sen al die daverende dingen door WAARNEMER. Interieur Abdykerk te Bath. Dit jaar is het juist 350 jaar geleden dat de bekende Temeuzense predikant Petrus Hondius gestorven is (1621)., Hij zou beslist een vergeten dominee ge-, worden zijn in het kleine achterafstad- je Temeuzen, dat men toen nog nau welijks tot Zeeland rekende, als hij niet zijn groot dichtwerk de „Moffenschans" geschreven had. Daardoor is hij een be roemd man geworden. Zijn vader Cornells Hondius kwam uit Bevaren aan de Leie, zijn moeder uit Veume. Door de geloofsvervolging in Vlaanderen moesten ze deze streek verlaten. Het waren dus echte Vlamin gen, met de heel gewone naam de Hond. Maar naar de gewoonte van die tijd werd door geleerde mensen hun naam in het Latijn omgezet: de Hond werd Hon dius. En Cornells Hondius behoorde tot de gestudeerde wereld: hij was predi kant. In 1578 werd hij te Vlissingen be roepen. Daar werd zijn tweede zoon Pe trus, de toekomstige Terneuzense domi nee, geboren. Hij bezocht er de Latijnse schooi en daar hij niet dom was mocht hij op kosten van Vlissingen verder stu deren, evenals zijn oudere broer Jaco bus (deze heeft later in 1602 zijn vader in Vlissingen opgevolgd en is daar tot zijn dood in 1625 predikant gebleven). Vader was door de oorlog en de ver volgingen arm geworden en kon de studie van zijn beide zonen niet betalen. Predikant. In 1596 werd Petrus student in Lei den. Behalve theologie studeerde hij ook botanie (kruidkunde), een vak waar voor hij veel belangstelling had zoals we verder zullen zien. Daarna maakte hij een reis van 2 jaar door Frankrijk. Eveneens een ge woonte uit die dagen om na het voltooi en van de studie een buitenlandse reis te maken. Hij bezocht er o.a. La Ro ebelle, het centrum van de Hugenoten. In 1603 keerde hij terug naar Leiden en stelde zich het volgend jaar beroep- baarj Met nog 3 andere candidaten werd Petrus Hondius in aprU 1604 aan de Terneuzense kerkeraad voorgesteld en de keus viel op hem. Hij werd beroepen en deed er een paar maanden later zijn intrede. Hij was niet getrouwd en kwam met een nicht in de pastorie wonen. Weldra maakte hij kennis met burgemeester Johan Serlippens en diens vrouw Jo hanna de Burohgrave, die op een mooie uitgestrekte buitenplaats woonden, die de vreemde naam „Moffenschans" droeg Ds. Hondius ging bij hen inwonen. Of dit permanent was of dat hij ook nog een gedeelte van het jaar in de pastorie woonde, is niet bekend. 0e Moffenschans. Om deze eigenaardige naam te kun nen begrijpen, moeten we even een duik in de geschiedenis maken. In 1583 was geheel oostelijk Zeeuws-Vlaanderen in de macht van Spanje gekomen. Maar de Watergeuzen en de troepen van prins Willem zaten ook niet stil en trachtten Parma te verjagen. In november zette de latere schoonzoon van de Prins, graaf Filips van Hohenlohe, bij Temeuzen een legertje aan land, 19 vendels meest Duitse huursoldaten. Even buiten Terneuzen aan de weg naar Axel richtten ze ter bescherming van de stad en van zichzelf een groot en sterk bolwerk op. Naar de Duitse sol daten werd deze schans al spoedig de Moffenschans genoemd. Toen een paar jaar later, de soldaten van prins Maurits (prins Willem was in 1584 vermoord) steeds verder opdron gen en een groot deel van deze streek op de Spanjaarden veroverden, had de Moffenschans zijn betekenis zo goed als verloren. Maurits veroverde Axel en richtte daar fortificaties op, zodat de militaire waarde van de sterkte bij Ter neuzen sterk verminderd was en de be zetting ervan verdween. Burgemeester Serlippens kocht de schans met bijbehorende gronden en maakte er een prachtig buitenverblijf van. Hier was het dus dat ds. Hondius terecht kwam. Dichter-plantkundige. Toen hij 5 jaar in Terneuzen stond, werd het 12 jarig Bestand (Treves) ge sloten (1609). Daardoor kreeg hij de in komsten terug van de uitgestrekte lan derijen van zijn moeder in de omgeving van Veurne.i Hij werd nu een enigszins welgesteld man en heeft zijn geld ge stoken in de inrichting van de Moffen schans, natuurlijk met goedvinden van zijn gastheer. Alle mogelijke kruidexi, struiken en bomen kocht hij aan, waar door de tuin nauwelijks zijn weerga vond in Nederland, zeker niet in Zee land. Hij verdeelde zijn tijd tussen de be zigheden in de tuin en zijn werk als predikant. Of die verdeling evenredig geweest is weten we niet. Vermoedelijk had hij maar een kleine gemeente en had voldoende tijd over voor zijn bota nische liefhebberijen. Of heeft hij zijn werk in de gemeente verwaarloosd en er met de pet naar gegooid? Achter zijn rug werd soms minder waarderend over hem gesproken. We zouden van deze beroemde tuin niet veel weten, als ds. Hondius er niet zelf een dichtwerk over geschreven had. Eerst een beknopte geschiedenis ervan, maar in 1621 kort voor zijn dood een groot werk, wel tienmaal zo uitvoerig: een dik boek van ruim 500 bladzijden met ongeveer 20.000 versregels. Dit boek ligt hier voor me en ik lees als titel: „De Moufe-sohans, dat is, de soe- i>»»»0»»»»»» ticheydt des buitenlevens, vergezel- sohapt met de boeken". Hij verdeelde zijn dichtwerk in 10 de len „10 gangen" noemde hij het, waarmee hij bedoelde 10 maaltijden. Hij droeg het boek op aan zijn gastheer burgemeester Serlippens. Elk van de 10 hoofdstukken droeg hij op aan een goede vriend. Wanneer we in het boek lezen wat er zoal groeide op het landgoed, slaan we van verbazing de handen ineen. Voor zover ze de Zeeuwse lucht en klei kon den verdragen, kwamen de planten uit alle delen der wereld. „Heel Europa is te cleene om in mijnen hof te staan", zegt ds. Hondius zelf. Ook begrijpen we dat voor deze in richting een uitgebreide corresponden tie nodig was. Ook was er veel bezoek. „Dag op dag komt mij ter hand Groot bezoek van binnenland En van buiten 't allerwegen, Die met brieven mij bejegen: D'een beantwoordt mijne vragen, D'ander stelt een vrage voort".i In een volgend artikel wil ik iets vertellen over de Moffenschans: het dichtwerk en de tuin. Middelburg. L. van Wallenlburg. OOLTGENSPLAAT Demonstraties „AUTO te WATER" Heden vrijdag 6 augustus des nam. 7.30 uur zal in het zwembad ,,De Sin gel" te Ooltgensplaat een demonstratie „AUTO TE WATER" worden gegeven. Iedereen die hiervoor belangstelling heeft mag met de kabine het water in. Verder zullen nog enkele demonstraties worden gegeven door de Haagse Vrijwil lige Reddingsbrigade. Dit geheel wordt georganiseerd door de Vereniging Veilig Verkeer Nederland en de Kon. Ned. Bond tot Redding van Drenkelingen (K.N.iB.R.D.). De entree is gesteld op 1,per persoon om de onkosten te dekken. Bij deze demonstratie zullen burgemeester en Wethouders, alsmede politie en brandweer tegenwoordig zijn. Het is de moeite waard belangstelling te tonen. Na afloop van de demonstratie zal in het Verenigingsgebouw „'t Centrum" (omstreeks 8.45 uur) nog een film ver toond worden, waarin de verschillende aspecten van het redden van drenke lingen „op een rijtje worden gezet". Een kop koffie zal worden aangeboden, ter wijl er gelegenheid zal zijn tot het stel len van vragen. Tenslotte zal de avond worden besloten met een film onder de titel „Welvaart onder ons", die zeker zal boeien. Z wemwedstry den om de „EILANDBEKER". Reeds nu kan worden medegedeeld dat op zaterdag 21 augustus a.s. nam. te 6.30 uur in het Zwembad „De Singel" zwemwedstrijden gehouden zullen wor den'om de „Eilandbeker". Nadere bij zonderheden volgen later. Benoemd. Burgemeester en Wethou ders van Oostflakkee hebben de vol gende benoemingen gedaan: tot Kleuter leidster aan de Openbare Kleuterschool te Oude Tonge mej. M. der Kinderen te Rotterdam, zulks met ingang van 1 augustus (vacature mej. E. van Ginni- ken); tot leraar aan de Openbare Mavo te Oude Tonge in vaste dienst dhr.i H. Wildeboer te Grijpskerk (Gr.), eveneens met ingang van 1 augustus (vacatui'e H. C. Donkers). SOMMELSDIJK Telefoon (01870) 2609 In de twee jaar van zijn bestaan heeft de Heinenoordtunnel, schakel tus sen de eilanden IJsselmonde en de Hoekse Waard, 13.370.000 auto's ver werkt. In het eerste jaar passeerden 6.300.000 voertuigen de tunnel en in het tweede waren dat er 7.070.000. Een toe neming van 770.000 auto's. Met de verwerking van ruim 13 mil joen voertuigen heeft de Heinennoord- tunnel een dagproduktie van 19.000 ge haald. Bij de opening van de tunnel luidden de prognoses zo'n 22 a 23 dui zend auto's per dag.i Het verwachte aantal op topdagen (27.000 is ruim schoots overschreden. Dit jaar werd bijvoorbeeld op tweede Paasdag een aantal bereikt van 38.300. Hier tegenover staat een minimum aan tal van slechts 8900 auto's, een aantal dat op tweede Kerstdag van het vorig jaar van de tunnel gebruik maakte. De maand april van dit jaar was een top- maand, toen er n.l. 700.000 auto's pas seerden, terwijl het maandelijks gemid delde op 585.000 ligt. „Het Ref. Dagblad". VERVOLGVERHAAL door Sibe van Aanglum ..Monnik", zei Hotse, „het is goed, dat abt u niet hoort of broeder Hiero- nymus of de dienaren der heilige inkwi- ™ie. Ik zal u niet verraden, want ik enl^ er net zo over en mijn medebroe der eveneens". „„f*^" Slans van vreugde toog over 't böaat van broeder Bemulphus. „Ik a?™f„wel, dat ge net zo zoudt denken 'S Ik zei hij. „Ik weet wel dat Jelte th\ui^ tJe Heer van Hottinga voort- In 1 l^'^"'' ga ik er zo nu aan heen. Tot voor een maand woon- ae er een familielid". «Maar", er kwam weer een schelmse "i-n in zijn ogen, „deze zeven pond zal ?pJ°?T,°"^ houden". Hij zocht enkele dp ÏÏ™s palingen uit. „En nu moeten h,,v,^ yan Aninghem en de broeders Jiun deel hebben. Wat zal de abt prut- mnpJ't t S^^"^ paling krijgt! Ge mn!-\ eens kunnen horen. Nu, hij \Zl,\ "^et deze zeelt doen. Dan V,' i, mooiste eruit houden. dP7o K morgen ook nog wat. En «e baars moet Douwe Siemkje maar hebben. Die is te goed voor de dikke abt." Zo sprekend verdeelde broeder Ber- nulphus de vis. Daarna stond hij op van zijn knieën. „Ziezo", zei hij, „nu moet ik eerst naar SeXbierum., En wat is u van plan?" 't Was een eigenaardig iemand, die broeder Bemulphus. Hij had nog niets gevraagd aan Hotse en Wieger. Noch hun namen, noch het doel van hun reis. Evenmin had hij gevraagd waar ze van daan kwamen. „Mijn broeder en ik", zei Hotse, „ko men uit Broeder Bemulphus hief zijn hand op. „Dat behoeft ge mij niet te vertellen", zei hij. „Gij zult ongetwijfeld één of ander klooster noemen en mij dan noodzaken u voor leugenaar uit te ma ken. Want ik moet me heel sterk ver gissen, of ge komt uit het klooster, dat de wereld heet". „Waarom vermoedt ge dat?" vroeg Hotse. „Aan verschillende kleinigheden", antwoordde broeder Bemulphus. „Gis teravond sloegt ge geen kruis. En zo zijn er meer kleinigheden. Zeg nu maar niets, dan bezwaar ik mijn geweten ook niet. En als ge de broederen in Aning hem een poets kunt bakken, zal ik ple zier hebben. Maar ge blijft varumiddag eerst bij mij eten". Hotse antwoordde niets. In zijn hart voelde hij zich min of meer verlegen. Hij was van plan het klooster te beste len. En broeder Bemulphus vertrouwde hem. Gelukkig eöhter nam broeder Bemul phus zelf zijn bezwaren weg. Want hij zei: „Misschien denkt ge dat ik dwaas doe door een onbekende te vertrouwen. Maar uw ogen spreken voor mij een duidelijke taal. Gij zult mij niet bedrie gen. Wat ge in het klooster wilt doen, weet ik niet. Maar het kan me ook niets schelen. Zelfs als ge een Geus zoudt zijn en het klooster schade berokkenen, wil ik daar niets van weten. Ik durf zelf niet breken met het klooster, maar kan het niet veroordelen als het gebeurt. En als gij die vrijmoedigheid wel hebt, zal ik u niet tegenhouden". „Wel graag willen we hier blijven eten", zei Hotse. „Als ge 't goedvindt, zullen wij vanmorgen paling bakken". „Prachtig", zei Bemulphus. „Zorg dan ook voor de bruine bonen en de kame- melkse pap. In de keuken kunt ge alles vinden, wat ge nodig hebt. Zie^ hier is de fles met raapolie voor het bakken van de vis. Met een paar uur ben ik terug". Broeder Bemulphus vertrok. „Een reuze kerel", zei Wieger„ „'t Zou een goeie Geus zijn"j „Ja", zed Hotse. „Hij ziet de misstan den in de roomse kerk. Maar hij kan er nog niet mee breken. En in zekere zin pleit dat voor hem. Maar komaan, we moeten zien, dat we ons middagmaal klaar krijgen. Als jij voor de bruine bo nen zorgt en de soepenbrij (Karnemelk- se pap), ga ik vis balsken". Het duurde niet lang, of het vuur brandde. Hotse zette een pan met olie op de drievoet in het vuur. Weldra siste en spatte de olie en een lek!5;ere geur vervulde het vertrek. Hotse had het zo druk, dat de morgen omvloog. Rooie Wieger was in de keuken bezig met de bonen en de soepenbrij. Eerder dan ze dachten, stapte broeder Bemulphus de woning binnen. „Wat doet u alweer hier?" zei Hotse. „Ik meende, dat u naar Sexbierum moest". „Bén ik al geweest", antwoordde broeder Bemulphus. „Ik ben met een boerenw^agen mee gereden. En nu heb ik een razende honger". „Dat komt goed uit", zei Hotse. „De vis is gebakken en mijn broeder is ge reed met de bruine bonen en de soepen brij". „Dan moeten we maar eten", meende broeder Bemulphus. Hij legde een plankje op tafel.. Hier plaatste hij de pan met vis op. Nu zetten ze zich aan tafel. Dan sprak broeder Bemulphus een kort gebed uit in de latijnse taal. „Eet smakelijk, lui", zei hij. „Tast maar toe!" Zelf gaf hij het goede voor beeld. Ze namen de mootjes paling met de hand uit de fcoekepan. Een tijdlang hoorde men anders niets dan het ma lend geluid van tanden en kiezen. „Heerlijk is ze!" zei eindelijk broeder Bemulphus. „Wou u al ophouden?" vroeg Hotse. „Welnee", antwoordde de ander. „Maar ik wil er graag een kroes bier bij drinken. Jullie drinkt zeker mee?" „Graag", antwoordde Hotse, en Wie ger gaf door een hoofdknik te kennen, dat het hem ook welkom zou zijn. Broeder Bemulphus schonk hun nu een kroes bier in. Ze aten lange tijd door, zonder te spreken. Eindelijk zei Hotse: „Ik heb genoeg. Zo lekker heb ik in lange tijd niet gegeten, 't Was zeker sohiere aan?" „Natuurlijk", antwoordde broeder Bemulphus, „dacht je soms, dat ik gas ten rode aal zou voorzetten?" „Neen, dat dacht ik niet", zei Holse lachend. Broeder Bemulphus en Rooie Wieger hadden nu ook genoeg van de aal. Thans nam broeder Bemulphus de koekepan van de tafel en plaatste er een pan met bruine bonen op. Dan goot hij er stroop over heen. „Er is niets lekkerder dan bruine bonen met stroop" zei hij., „Neen", beaamde Hotse. „Dat is heerlijk". Daarna aten ze de pap. „En nu kan ik niet meer", zei Hotse, terwijl hij achter over in zijn stoel leunde. „Je zou trek hebben om even te gaan slapen". Broeder Bemulphus lachte. „Pas van bed af", spotte hij. „En die spreekt nu alweer van 't bed". „We hebben ook geen tijd", zei Hotse. „Hoever is het klooster Aninghem hier vandaan?" „En uur of drie lopen" antwoordde broeder Bemulphus. „'t Ligt niet ver van Ried af. Ge loopt hier dit pad uit, tot ge op de weg komt. Dan slaat ge rechtsom en loopt tot een driesprong. Dan slaat ge linksom.i Bij de volgende driesprong slaat ge weer linksom. Na een tijdje ziet ge drie adelijke stinsen bij elkaar liggen, dicht bij Doengjum. Hier slaat ge rechtsom. Dan kunt ge maar raak lopen. Wel een paar uur ver. Ge komt dan vanzelf bij het dorpje Ried Dan moet ge maar eens vragen, want dan zijt ge niet ver van het klooster af". Hotse repeteerde, wat de broeder ge zegd had. „Zo vergeet ik het niet", zei hij. „Dan komt ge er vanzelf", zei broeder Bemulphus. „Het kan niet missen". Met een hartelijke handdruk namen ze afscheid van broeder Bemulphus. „Die denkt meer, dan hij zegt", zei Hotse. „Maar een beste kerel is het". „Ja", zei Wieger. „Misschien een beetje te vrolijk". „Ik denk wel, dat hij moet oppassen, niet te veel te drinken", zei Hotse. „Maar anders kan hij niet te vrolijk wezen. Dat kan een Christen nooit. Christen-zijn zit niet in dweepziek we zen, Wieger. Een Christen kan de vro lijkste en gelukkigste mens zijn". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1971 | | pagina 5