Terugblik in het grijs verleden
De sloepen van Middelharnis
De kindervriend
l CAMERA'S
ZEISS
KlndeAko-i.kfi.
Twee drukbezochte kerkdiensten iol
de Oud Ger. Kerk te Oosterland
KOLFF
(door HAN BOOMSMA)
U Ook voor
KOLFF Mlddttlharnls
FOXOGBAFIE
o J. ZANDSTRA
SOMSIEUSIHJS
Rijbewijs voor
bejaarden straics
korter geldig
Overwoei en Struyk
Complete Woninginrichting
MeUssant - Tel. 01877-1502
of 01879 - 721
J. KEUVELAAR
1 xxxxxxxx
2.x
Msd2. 2
JBJLAVDBM-lflBOWS'
Vrijdag 30 juli j
Tijdens de Franse toezetting in het
begin van de vorige eeuw iiad de Mid-
delhamisse vissersvloot zwaar onder de
druk door de franse bezetters geleden.
In de boeken van De Waal en Ver-
voom en dr. Verseput komt een uittrek
sel voor over die gebeurtenissen uit het
boek dat oud-burgemeester U. J. Mijs
schreef en dat verscheen' onder de titel:
„1V81-1804. Enige bladzijden uit de ge
schiedenis van Middelharnis."
Misschien is een onzer lezers in het
bezit van dit boek, dat ik gaarne zou
willen doornemen om een uitvoerige be
schrijving na lezing te kunnen ge
ven over Middelharnis onder de Franse
tijd.
De visserij van Middelharnis kwam
in de vorige eeuw in een geheel nieuw
tijdperk. In dat boek van De Waal en
Vervoom, uitgave 1895, staat een zeer
interessant artikel 0;ver de visserij,
daarom zo interessant, omdat dit arti
kel bewerkt is naar gegevens van de
heer J. J. Slis te Middelharnis, die wij,
en vele oudere Meneersenaren, persoon
lijk goed gekend hebben', mede als een
der twee laatste reders van vissloepen.
Ik neem de volgende alinea uit dit ar
tikel over. „In 1817 werden de eerste
sloepen gebouwd. De aanbouw van de
ze schepen gaf aan de gemeente nog al
wat vertier, en werd aangemoedigd door
een premie van 250,door de rege
ring, geschonken aan elke sloep van be
paalde afmeting, bij besluit van 26 febr.
1826. Dit koninklijk besluit (staatsblad)
nr. 8) bepaalde, dat art. 1 van het K.
Besluit van 15 nov. 1825 (staatsblad nr.
75) toepasselijk was op de gaffel- of
chaloupschepen uit Middelharnis, Zwar
tewaal en Pemis, mits dezelve de beug-
of hoekwantvisserij overeenkomstig de
toepalingen van ons meergemeld besluit
uitoefenden, zullende de te'genwoordige
uitlegging van terugwerkende kracht
zijn voor de zodanige schepen, welke van
de 15de november 1825 tot de 14de febr.
1826, volgens de voorschriften van dat
toesluit mochten gevist hetoben."
Verder werd er nadrukkleijk bij be
paald, dat dit besluit niet geldt voor
toezaan- of korschuiten, welke uit ge
melde plaatsen ter visserij werden uit
gerust.
Uit dit verhaal is te lezen: bezaan of
korschuiten blijven op het Haringvliet
of in het Goereese Gat vissen, de cha
loupschepen worden bemand met vis
sers, die in de winter de Noordzee-vis-
gronden bij Doggersbank, of tennoorde
ervan bevissen. Om die noordzee-visse-
rij aan te moedigen worden die pre
mies verleend.
Wij willen direct aannemen op ge
zag van de heer Slis dat omstreeks
1817 in Middelharnis de eerste chaloup
schepen gebouwd werden. De toenmali
ge regering had zijn handen vol om ons
land, dat na de franse bezetting eco-
nomisch in een chaos verkeerde, weer
op gang te bren'gen. De handel met het
buitenland had zwaar geleden, we zou
den denken, de vis-export was een be
langrijk deel van de handel, en om de
visserij weer op gang te torengen na alle
verliezen, werd bepaald blijkbaar
speciaal voor Middelharnis, Zwartewaal
en Pemis een premie voor de bouw
van nieuwe schepen te geven en too-
vendieri een premie van 250,voor
elk schip, dat de reder tussen 15 nov.
en 14 febr. van het volgend jaar ter
beug- of hoekwantvisserij zou laten
uitvaren.
Ik verkreeg zeer interessant inlich
tingen van de heer J. Rooy te Middel
harnis, die al vele jaren alle soort ge
gevens verzamelt betreffende de visserij
van Middelharnis. Zijn voorvaderen
voeren als visser of sloepenbaas. Hij
deelde mede, dat op de werf 's Lands
Welvaren in 1828 voor rekening van Ja
Slis een chaloupe gebouwd werd, lang
21 el, breed 5,51 er en: diepgang 3 el.
De rederij P. J. Slis Zn. liet op
diezelfde werf in 1871 opnieuw een sloep
bouwen die 76 Amsterdamse voet lang
was, in 1877 volgde een nieuwe opdracht
voor een sloep, nu lang 80 Amsterdamse
voet en nog eens een schip in 1886
weer van 80 voet lengte.
Het is helaas niet bekend, waar de
werf 's Lands Welvaren gevestigd was.
Misschien is het de naam van de scheeps
werf te Middelharnis geweest. Wie de
oplossing van dit raadseltje weet, gaarne
deze oplossing.
In 1910 bestond de afdeling van het
Nut van 't Algemeen te Middelharnis 100
jaar. Er werd een gedenkboekje uitge
geven door de Fl. Drukkerij te Middel
harnis. In dit gedenkboekje werd een
overzicht gegeven van de verschillende
activiteiten m die honderd jaren. Daar
bij behoort ook steunacties bij rampen,
zowel in als buiten ons eUand.
voor velUge verzekeringen en
lage premies.
Bijzonder sneUe sduule-
afwikkeling.
Zeer scherpe tarieven voor
autoverzekeringen en
na 1 jaar schadevrij rijden
reeds 20°/o korting.
Financieringen.
VOORSTRAAT 36
TELEFOON (01870) 2012
Bigaa een eeuw assiuantie-
agenten.
In 1825 verging een gaffel-visschuit
van Jacob Bree. De burgemeesters van
Middelharnis en Stad aan 't Haringvliet
benevens de predikanten hielden direct
een collecte om de nood van de 9 we
duwen met hun 24 kinderen in eerste
aanleg te lenigen. Het Nut-bestuur
vroeg mede-besturen! van andere Nuts-
afdellngen om een collecte voor de
slachtoffers te houden, deze bracht toen
de somma op van 2525,87V2. Het gaf-
gel-schip van schipper Bree was in ok
tober door zware storm overvallen.
In 1828 verging bij Callantsoog de
vissloep „Catharlna en Elisabeth", stuur
man was Leendert de Waard. Twaalf
man verloren hierbij het leven, thuis
bleven zeven weduwen, waarvan 2 in
verwachting waren en negentien: half
wezen. Van verschillende zijden werd
geld bijeen gebracht en de commissie
uit het Nut ontving in totaal 3871,01
waardoor zij geruime tijd de noden der
achtergeblevenen kon helpen verlichten.
Het is vermoedelijk het eerste onge
luk geweest met een vissloep van het
nieuwe type. En raadplegende de lijst
van de heer Rooy, In 1843 waren er 16
sloepen en nog maar 3 hoekerschepen
in MiddeUiamis.
In Middelharnis winnen de sloepen
het van de oude hoekerschepen in
toruikbaarheid. Een heel merkwaardige
getuigenis over de betere zeileigen
schappen van de sloepen boven de oud-
Hollandse hoekers vonden we vermeld
in het boek Vlaardingen en hun Haring
visserij, een her-uigave in 1966 in de
Europeese Bitoliotheek te Zaltbommel
verschenten.
Dé schrijver, de heer A. G. Ligthart,
vertelt met grote nadruk, dat de Vlaar-
dingse haring de beste haring was op
de wereldmarkt. Hun controle op het
product was bizonder groot, en de ha
ring werd uitgevoerd naar alle streken,
waar haring gevraagd kon worden.
Oude vissers van Middelharnis, die ik
het boek heb laten lezen zeiden, het is
nogal knap chauvinistisch. Maar on
danks dit, een bijzonder leesbaar en in
teressant boek is het en allen, die zich
voor de visserij interesseren moeten het
maar eens nalezen.
Het meest interesseerde ons het ver
haal, dat in 1866 een visserij-tentoon
stelling gehouden werd in Boulogne.
Afgevaardigd werd door Nederland de
heer A. E. Maas, de zoon van een zee-
officier, die zich voor de visserij te
Vlaardingen alijtd zeer interesseerde.
Hij zag daar de Franse chaloupes, werd
er zo door bekoord over de zeew^aar-
digheid, en vooral de snelheid, dat hij
zidk een schip aankocht, om met dit
schip de zeevisserij vanuit Vlaardingen
te bedrijven.
Maar de reedres van Vlaardingen,
die met hoekschepen uitvoeren, vonden
deze nieuwigheid misplaatst. Ze ageer
den er tegen, beoogden dat de haruig
met zo'n chaloupe gevangen', inferieur
was aan de haring die met hun hoeker
schepen gevangen w^erd.
Nu was er in Slikkerveer een jong
scheepsbouwer Joost Pot. Er kwam een
contact tussen Maas, gezegd een zeer
energiek man, die verschillende uitvm-
dmgen op visserij gebied had gedaan,
en Pot. Het gevolg, dat Pot een werf in
1873 In Vlaardingen stichtte.
Mochten de grote Vlaardingse reders
sterk afwijzend staan tegen de nieuwe
schepen van Pot, de reders mt Maassluis
en' Scheveningen gingen tot aanschaffing
van de chaloupe over. Toen bleek bo
vendien, dat door de betere vis- en zeil
eigenschappen van de nieuwe schepen
de vangst zeker ll'/o, soms zelfs 40%
hoger geacht kon worden dan de op
vroegere hoekschepen met door hun
bemanning gevangen vangsten, de vis
sers voeren vanzelfsprekend veel lie
ver op een nieuw schip van Pot, omdat
de verdiensten' hoger waren.
Nu rijst bij ons de vraag: hetoben
nooit de visserslieden van Vlaardingen
of Maassluis op de noordzee de loggers
uit Middelharnis gezien, of waren ze zo
bezeten van hun gevoel van superiori
teit, dat ze geen oog hadden van het
feit, dat op dit moment de visserij uit
Middelharnis met hun schepen, hen ja
ren voor waren!
Toch blijft het interessant om te zoe
ken, wie is het nu geweest, die in Mid
delharnis de chaloupes ingevoerd heeft.
Ik kom op de naam van J. Slis. Als
we de lange lijst van namen nakijken
van personen, die op een of andere wijze
betrokken zijn geweest, als schipper,
stuurman, of matroos op een schip, dan
komt men de naam Slis niet tegen. On
der de pachters van de visafslag vindt
men geregeld de naam van de familie
Kolft Voor het eerst komt de naam van
P. L. Slis voor in 1834. Dan pacht hij
voor de som van 6690 gulden en 20 stui
vers de visafslag. Hij betaalt bijna het
dubbele als zijn voorganger W. L. Veer
man die in 1833 de somma van 1531
gulden en 53V2 stuiver betaalde.
In het boek van de heer Mijs wordt
over de heer Slis geschreven: als gevolg
van de uitstekende wijze, waarop hij de
belangen van de afslag behartigde kreeg
de gemeente Middelharnis nog belang
rijke sommen'.
Mijn grootvader, Marinus van de Ro-
vaart is op Kerstdag 1831 in Middelhar-
„Styllt'us" heeft het in aijn weltelijk-
se Kolom in „Kwekery en Handel"
weer over zfln -vriend Jan, die een by-
zondere kindervriend is. Een heel ge
woon verhaaL Maar toch ,altyd met een
beetje hiunor er in. Deze keer zit het in
de staart. Lees maar:
„Mijn vriend Jan is een kindervriend
Zijn Marie kan soms vertederd toekij
ken wanneer een kleinkind smekend bij
grootvader kom,t om „hansie sokke" of
„vinger in de hoed" met grootvader te
doen „met een kaarsie en een lichie aan
de deur, hoezee"j
En Jan wordt er zidh soms pijnlijk
van bewust, wat 't rare Indruk dit zou
geven, wanneer een van zijn zakenrela
ties op zo'n moment binnen zou stap
pen!
'k Ben net ktods, zegt Jan, maar Ma
rie zegt dat hij niet kinds, maar kinder
lijk is, en dat het kinderlijke in de man
juist zo aardig is. Jan ziet haar dan
scherp aan, want je weet bij Marie
nooit wat ze precies bedoelt en Jan
vreest gemakshalve maar het ergste.
Meestal terecht.
Marie's dochter, met moderne opvat
tingen, heeft er enig bezwaar tegen ge
maakt, dat grootvader al de versjes uit
zijn jeugd leerde aan haar kroost. Van
de koning die door de plas rijdt, van de
zoete melk met brokken, wat dat ook
moge zijn, van draai je wieltje nog eres
om etcetera. Maar Jan zegt dat die kin-
ders de moderne poëzij nog vroeg ge
noeg zullen leren van Radio Veronica en
soortgelijke culturele instellingen, en dat
de folklore van het kinderlied door de
eeuwen heen bewaard moet blijven. Dat
is vooral de taak der grootouders.
Maar daar wou ik het eigenlijk niet
over hebben.
Jan is wel een kindervriend, maar hij
kan niet tegen huilende kinderen. Als
ze huilen omdat ze gevallen zijn of zo,
weet Jan daar zeer goed raad mee.
Maar kinderen die gaan blèren bij zijn
verschijning, en blijven blèren en van
geen ophouden weten, daarvan breekt
Jan het zweet uit.
En zo'n geval maakte hij onlangs mee,
toen hij even bij zijn dochter kwam
binnenwippen en daar een vriendin op
visite vond, die haar jeugdige spruit op
schoot had. Jan is een kindervriend, zo
als opgemeld, en boog zidh sympatiiiek
over het wigtjen om het enige zoete
woordjens toe te koeren. Maar gauw
had de jeugdige staatsburger Jan m het
vizier gekregen, of hij zette een keel op,
die het geronk van het juist overgon-
zende straalvliegtuig volledig overstem
de. Jan trok zich verschrikt terug, maar
ook dat hielp niet. Zodra het kind Jan
in 't blikveld kreeg, zette het zijn me-
nageklep wijd open en begon het con
cert opnieuw.
Nu is het een feit, dat de moeders van
zulke kinderen daarover altijd verbaasd
staan. Want hun kind is nóóit eenken-
,nig. Sterker nog, het huilt nooit ofte
nimmer. Wat bezielt dus dit kind, dat
het nu zo'n keel opzet? En bij het stel
len van die -vraag loopt het Jan koud
over de rug. Het ligt aan hém.i Hij heeft
Het Boze Oog of zo.
Ook nu weer betuigde de moeder des
kinds, dat gemeld kind altijd zoet was,
nimmer schreeuwde, niet eenkennig
was, en zij verwonderde zich grotelijlis,
dat de aanbUk van Jan het kleintje zo
bleek te verontrusten.
Nee, wérkelijk, zei ze tegen de dodi-
ter van Jan, dat heb ik nou nog nóóit
met 'em meegemaakt.
Ja toch, bezon ze zich toen, verleden
week had ie het ook. Wanneer was dat
ook weer? O ja, toen stonden we te kij
ken bij de oerang oetang in Artis!
Moet u nog koffie vader, vroeg de
dochter. Nee meid, zei Jan, ik heb nog
zat te doen. Dég!"
nis geboren. Hij is 96 jaar geworden,
als jongens van 15 of 16 jaar kwamen
we elke week bij hem en vanzelfspre
kend vraag je aan grootvader: vertel
eens iets uit je jeugdjaren.
Grootvader zong dan de spotliedjes op
Napoleon, helaas nu allemaal ver
geten over zijn kinderjaren. Het is
jammer, dat we toen geen bandrecorder
hadden om al die verhalen vast te leg
gen, ook over de visserij.
Zijn verhaal over de familie Slis was
ongeveer het volgende. De familie Slis
was naar rekening van de jeugd van
die tijd gefortuneerd. Ze exploiteer
de o.a. een korenmolen. Molenaar was
vroeger een zeer gewaardeerd beroep,
dat finantieel behoorlijk lag. Maar op
het verhaal van grootvader te komen,
de familie Slis verkocht de molen en
heeft toen een gedeelte van dat geld ge-
toruikt om een rederij te stichten. Groot
vader herinnerde zich nog to.v. de trouw
van de ouders van de heer J. J. Slis
waarschijnlijk dus P. L. Slis, ons nu toe-
kend door de visafslag. Het was een
luisterrijke getoeurtenls en 2 oud-tantes
van ons vertelden een! keer, dat zij vroe
ger op naaischool waren' en dat aan
hun naaischool uittoesteed was het ma
ken van de uitzet voor de toruid van de
heer P. L. Slis.
Onze oud-tantes hetoben ons toen
trachten uit te leggen hoe fijn de steken
gemaakt moesten worden in het linnen
goed katoen werd niet gebruikt
en hoe scherp de controle wel is geweest
of alles wel conform de eis was.
Helaas zijn alle archiefstukken betref
fende de rederijen P. L. Slis en Zonen
en Kolff in de papiervemietiglng ge
gaan. Nu lijkt me dit het meest waar
schijnlijke.
De heer J. Slis had mogelijk tijdens
de Franse tijd op een of ander wijze
kennis genomen met de veel betere vis-
en zeewaardigheids-eigenschappen van
de franse chaloupes. Zonder enige op
spraak is later zulk een schip uit Frank
rijk geianporteerd, of heeft hij de bouw
tekeningen verkregen. Het was een ex
periment van hem, hij besteedde een'
behoorlijk bedrag eraan, en men heeft
hier in Middelharnis het experiment
aanvaard en lawgzaam voorgebouwd.
Men heeft de ervaringen voor zichzelf
gehouden.
Dat er opeens veel meer vis op de
visafslag te Middelharnis werd aange
bracht is zeker. De pachtsom loopt zeer
omhoog, om nal850 na het beruchte
proces dat de visafslag zou doen ver
loren gaan achteruit te lopen.
Daarop volgen de voor de reders en
vissers zo moeilijke 60 of 70 jaren, waar
over in het boek van de Vlaardingse
visserij staat: van de 180 Vlaardingse
grote en kleinere rederijen' moeten er
niet minder dan 60 de haringvisserdij op
geven!
In een volgend artikel meer over de
sloepen zelve.
Binnen afzienbare tijd zullen rijbe
wijzen worden afgegeven met een kor
tere geldigheid dan de gebruikelijke
vijf jaar. Een wijziging van het Wegen
verkeersreglement is daartoe in de
maak.
Het afgeven van zo'n rijbewijs met
een beperkte geldigheidsduur zal alleen
geschieden bij personen wier fysieke of
geestelijke conditie daartoe aanleiding
geeft. De arts, geen huisarts, beslist in
zo'n geval of na 1, 2, 3 4 of 5 jaar her
keuring nodig is.
In de praktijk zal de nieuwe regeling
alleen betrekking hebtoen op personen
boven de 60 jaar. Zij moeten zich na
melijk nu al bij een verlenging of het
halen van een rijbewijs door een arts
laten keuren. Deze bepaalt dan of het
rijbewijs al dan niet kan worden afge
geven. Viel de keuring gunstig uit, dan
was het rijbewijs vijf jaar geldig. Nu
kan de arts de geldigheid van het rijbe
wijs echter verkorten van één tot vijf
jaar waarna opnieuw een keuring plaats
zal moeten vinden.
Ook personen beneden de zestig jaar
kunnen zo een rijbewijs krijgen. Voor
het afgeven van het rijbewijs zijn zij
echter niet verplicht de arts in te scha
kelen. Een verklaring dat hun gezond
heid in orde is, is voldoende.i
OOSTERLAND
Doordat er nu in de Suzanna Lonc-
questraat aan de andere zijde ook wo
ningwetwoningen in gebruik zijn geno
men en deze bewoners ook veelal een
auto bezitten en deze parkeren in de
straat, is er een situatie ontstaan die
voor het doorgaande verkeer in deze
straat onhoudbaar is. Met een vrij brede
wagen is er niet meer goed door te ko
men. Daarom besloot de gemeenteraad
van Dmveland in zijn laatstgehouden
vergadering in deze straat een parkeer-
strook te maken voor de nieuwe wonin
gen, zoals dit onlangs ook in de Burg.
van der Havestraat is gedaan. Beloofd
is dat dit plan spoedig zal worden ge
realiseerd omdat de bewoners hun voor
tuintjes in orde willen gaan maken.
Onder overweldigende toelangstelling
had vrijdagmiddag 23 juli de bevesti
ging plaats van kand. A.i v. d. Meer van
de Oud Ger. Gem. alhier. Het snikhete
kerkgebouw van de Oud Ger. Gem. was
tjokvol en de koster en zijn helpers za
gen zich voor een hopeloze taak gesteld
om de talrijke schare een zitplaats te
kunnen geven. Als bevestiger trad op de
consulent van de gemeente: Ds. M. A.
Mieras te Krimpen a. d. IJssel. Na het
zingen van Ps. 122 2 en het lezen van
Joh. 21 ging de predikant voor in ge
bed. De tekst voor deze bevestigings-
dienst was Joh. 21 17, het laatste ge
deelte: „Heere Gij weet alle dingen, Gij
weet dat ik U liefheb. Jezus zeide tot
hem: „Weid Mijne schapen". De Heere
Jezus tot Petrus, h De ontmoeting met
de Heiland. 2. De afvraag door de Hei
land en 3. De bevestiging door de Hei
land. Er is geen hogere belevenis dan
dat we een ontmoeting met de Heere
mogen ervaren, daar zijn aardse ont
moetingen niet mee te vergelijken.
Wanneer er contact met de Hemel in 's
mensen ziel geboren mag worden door
genade, is dit met niets te vergelijken.
Spr. wees verder op de geschiedenis van
de wonderbare visvangst aan de zee van
Tiberias waar de ontmoeting van Petrus
met Jezus plaats vond en waar Hij aan
de dicipel drie maal vroeg of hij Hem
liefhad. Dit smartte Petrus omdat hij
hier een zeker wantrouwen in meende
te bespeuren. Daarom deed hij een be
roep op de Alwetendheid Gods: „Gij
weet alle dingen". Hierop volgde de
Goddelijke opdracht: „Weid Mijne scha
pen". Ook deze opdracht komt heden
tot onze broeder Arie van der Meer, al
dus de predikant, die er verder op wees
dat hij maar een nietig instrument in de
hand Gods is. Hij hoopte dan de nieu
we leraar een middel mocht zijn om or
velen te leiden tot dien enigen Borg en
Middelaar, en dat door de dwaasheid
der prediking velen mochten worden
toegebracht tot die gemeente die een
maal zalig zal worden. Hierna werd ge
zongen Ps. 32 3 en las Ds. Mieras het
bevestigingsformulier voor. Aan de
handoplegging namen deel: Ds. Gebraad
te Sint Phllipsland, Ds. E. du Marohie
van Voorhuijsen te Urk, Ds., J. van der
Poel te Ede en Ds. J. van Prooijen te
Stavenisse, die allen een toepasselijke
bijbeltekst uitspraken. Na dankgebed
behoorde deze indrukwekkende kerk
dienst tot het verleden. Behalve ver-
sOhUlende predikanten en oefenaars uit
de Oud Ger. Kerk waren bij deze be-
vestigingsdienst aanwezig burg. J. D. de
Kam van Duiveland en weth. S. Over-
beeke.
j In de avonddienst deed Ds. A. van
der Meer zijn Intrede als predikant van
Oosterlands gemeente met een even
grote belangstelHng als bij de bevesti
ging. Nadat gezongen was Ps. 43 1 en
gelezen 1 Joh. 1, ging de nieuwe leraar
voor in gebed. Gezongen werd Ps. 119
17. De tekstwoorden waren uit 1 Joh. 1
5:En dit is de verkondiging die wij vaji
Hem gehoord hebtoen en wij u verlton.l
digen dat God een Licht is en gans geejf
duisternis in Hem is".i Het thema lujj.
de: De verkondiging van het Woord.]
De weg tot deze verkondiging. 2, Li
naarstig naspeuren van deze verkomji.!
ging. 3. De inhoud betreffende deze ver"!
kondiging. De apostel der liefde die hier
aan het woord is stelt de weg der ver.
lossing voor als een woord tot versterf
king van hen die de Heere vreezen a 1
die voor hen de weg ter zaligheid betel
kent. Dat God een Licht is en dat eti
gans geen duisternis in Hem is, is Zijn
duurgekocht volk tot groten troost.
Modhten we allen worden geleid door]
dit Licht. Als nakomelingen van Adajj f
zijn we van nature allen verstoken van
dit Licht, en alleen door dit Licht knj. I
nen we kinderen Gods worden. Bekee.-! I
u dan tot Hem en wordt behouden, ai.
dus de predikant, want Hij heeft
lust aan de dood des goddelozen maat I
daarin dat hij zich bekeert en leeft, Dj f
van der Meer spreekt de hoop uit 4"
hij gesterkt mag worden en samen mi
de gemeente, die hij nu als herder en 1
leraar mag dienen een gezegende tijj I
tegemoet mag gaan. Na dankgebed
sprak br. H. A. van der Werf namens i
Herv. Kerk te Oosterland, namens i
classis Amersfoort: Ds. Kamp. Als li,
van de commissie Ds.i L. Gebraad, na-1
mens de classis Den Haag Ds. J, vaj
Prooien, en namens kerkeraad en ge.
meente br. Jan de Bruine, ouderlim
Allen wensten de nieuwe domlné sterkfe
en kracht van boven toe en hem en zijn
gezin een goede tijd in Oosterland. Ook
werd de gemeente gefeliciteerd met hun
predikant. Op verzoek van ouderling de
Bruine werd nog gezongen Ps 68 2. Ma
de zegenbede was deze drukke dienst
afgelopen. Behalve afgevaardigden van
de Ned. Herv. Kerk van Oosterlantl
waren ook de kerkeraad van de Gerei
Gemeente aanwezig, terwijl ook een
groot aantal leden van de vorige
meente van Ds. van der Meer aanwezi» 1
waren, die de beide kerkdiensten mee
maakten en tussen beide diensten in
een koffiemaaltijd gebruikten in de
„Conferentiekamer". In auto's en met
een grote bus waren ze uit Monster
komen.
||ii^i¥J.«igW¥.A!niy
bQ ém ^eetaalzaak
ZANDPAD S2 KUDDELHABNB
Beste meisjes en jongens!
Er liggen nogal wat zelfgemaakte
raadsels te wachten, maar deze w^eek
neem ik er toch niet één van, want over
het algemeen' zijn die raadsels nogal
lang, en het is nu het vijfde raadsel,
dus is het inzenden. Het zou dan jam
mer zijn als jullie nog veel werk had
den, eer de brief kon worden gepost.
Ik hoop dat het laatste raadsel van
juli niet te moeilijk is. Goed doordenken
en desnoods de hulp van vader en
moeder, broer of zuster inroepen.
Hier komt daji
JULI-RAADSEL 5
3 X
4 X
5 X
6 X
7X
8X
1. Tijd die -we haast gepasseerd zijn.
2. Aanhanger van de hervorming in
Frankrijk.
3. Heester, veel gebruikt voor hagen
als afscheiding.
4. Wee den te Sion, en den ze
keren op de berg van Samaria
(Amos).
5. Verblijf voor monniken ert nonnen.
6. Ster in het noorden in de Kleine
Beer.
7. Dun plaatje waarmee de huid van
een vis is bedekt.
8. Buitenplaats of vUla.
Op de krulsjeslijn komen dezelfde
woorden te staan.
Dit raadsel werd door niemand inge
zonden, dus kan ik ook niemand apart
bedanken.
CORRESPONDENTIE
Maja W. Nieuwdorp. Fijn, dat Jannie
geslaagd is. Wat gaat ze nu doen? Ja,
een beetje weemoedig kan het wel zijn,
als we doordenken, dat deze schoolja
ren op de lagere school nooit meer terug
komen. Jammer voor je en ook voor
Els, dat jullie naar verschillende scholen
moeten als de vakantie ten einde is.
Nellie W. Den Bommel. Onverwacht
kwam de schoolreis nog, en jullie heb
ben het wel naar jullie zin gehad. Er
was ook heel wat te zien en te beleven.
Het gebeurt niet vaak dat er apen op
een bus zitten, maar daar kan van alles
gebeuren. Als een kabelbaan wat hoog
is, kan het best wat griezelig zijn voor
de kinderen, en misschien ook nog wel
voor grote mensen.
Rietje J. Kruiningen. Het eerste raad
sel was wel wat lastig; vooral als je van
die naam nooit gehoord hebt. Het is
altijd maar goed om in te zenden wat je
ervan gemaakt hebt. Dat is nu wel uit
gekomen bij jou. Ik heb je naamgenoot
je deze maand niet ontmoet per brief.
Jammer is dat, want het zou kunnen
zijn dat ook zij
Hannie K. Dirksland. Toen je schreef,
waren de jonge duifjes nog heel klein,
maar het zvdlen nu al flinke vogels
zijn, als ze zijn tolijven leven. Zulke
vogels groeien heel hard. Voor de oude
is het dan heel druk om te voeren. Hoe
hebberï jullie het gehad in Haamstede!
Het is fijn weer geweest, en als je van
huis bent, lijkt het toch anders dan
wanneer je thuis zit. Het is daar een
prachtige omgeving: bos, strand en dui
nen!
Allemaal de brieven zijn nu beant
woord.
Nu is het weer inzenden. Het werk
van de julimaand mag ingezonden v/or
den. Het spreekt vanzelf, dat jullie voor
een volledig adres zorgen en dat jullie
leeftijd niet ontbreekt.
Het kan gebeuren dat er oplossingen
ontbreken, omdat er kindereiï op i«is
zijn geweest. Het is goed, dat jullie alles
inzenden wat gemaakt kon worden. In
de vakantieijd kan niet ieder kind voor
al de oplossingen zorgen. Ik wacht dus
op jullie brieven.
En nu tot slot nog een klein op-
stelletje. Het is het begin van een boek
je. Tenminste dat schreef mij het in-
zendstertje Tjeerda Verolme uit Mid
delharnis. Ik weet niet of ze er al ver
der aan heeft gewerkt, maar wat hier
volgt is de opzet van het verhaal.
WATERPRET
Het is een mooie zonnige dag in mei.
De vogels fluiten vrolijk. Tjeerda en
Jolanda worden wakker.
Jolanda kijkt verbaasd om zich heen.
„Natuurlijk," denkt ze, „ik ben bn
Tjeerda aan het logeren."
Tjeerda is ook wakker geworden. Ze
krijgt een ondeugende kriebel in haar
bulk. Ze doet net of ze slaapt. Maar als
Jolanda zich net weer laat vallen, en
lekker haar ogen sluit, dan pakt Tjeerda
een kopje water, dat op de vloer stond,
en klets!
„Brrrrr!" zegt Jolanda. „Ik had je w
dóór, hoor!" Enpats! Tjaerda krijgt
ook de volle laag.
Ze gaan zich gauw aankleden.
Als ze naar beneden gaan, zien zi] tot
hun schrik, dat het nog maar half zes
is.
„Kom", zegt Jolanda, „dan gaan we
alvast de-tafel dekken."
„Weet je wat," zegt Tjeerda, „laten we
bloemen plukken en op tafel zetten.
„Ja zeg, dat vind ik leuk!"
Ze gaan dadelijk aan de slag.
Even later staat bij elk bord een vaas
met bloemen.
„Wat zullen we verder gaan doen.
„Laten we stUletjes naar buiten gaa»
en de tuinslang nemen en de bloemen
water geven."
Als ze touiten zijn, gaan ze mpiaai'
van de planten water geven, elkaar na
spuiten.
Ze worden Idetsnat.
Dan komt opeens Mies aan, het vrien
dinnetje van Jolanda en Tjeerda. vs"
gaan ze spelen.
Tot hiertoe is het verhaaltje. OiJ
een vervolg is, weet ik nog niet, ma
ik houd er nu mee op voor deze weei^'
De vriendelijke groeten van
Oom Ko.