Winning van zeezand uit Noordzee
Nieuws
Johan de Knuyt
bruidsfoto's
DE WATERGEUS
Zeeuwse wandelingen
UIT Oe ICSRKSIi
Ook voor
J. ZANDSTRA
SOMMELSDUE
Abonneert U op
„Ellanden-nieuws"
VERVOLGVERHAAL
JOHANNUS KERKORGEL met
Nederlands vakmanschap
Nederland heeft per traditie een faam
in Kerkorgelbouw. Het vakmanschap
daarin is wereldwijd hoog aangeschre
ven. Pijporgels zijn door het kostbare
tijdintensieve handwerk kostelijk, maar
ook kostbaar; beneden 75.000,is be
zwaarlijk een nieuwbouworgel met vol
doende inhoud, karakters en speelhul-
perj te verwachten wil het aan de mi
nimale eisen van de taak tot begelei
ding der Eredienst en een gevarieerd
orgelconcert voldoen. Onze pijporgels
zijn daarmee voornamelijk exportarti
kel voor rijke landen geworden. Onze
Nederlandse Kerken, welke financieel
veelal in benauwde positie verkeren,
kunnen zich deze weelde gewoonlijk
niet meer veroorloven. Gevolg: Of men
moet tot een orgel beneden de nodige
capaciteit besluiten, of meni behelpt zich
met een gerestaureerd oud en onbe
trouwbaar orgel, of nxen verliest zich in
geldleningen die tientallen jaren alles in
de waagschaal stellen.i
Het tanend kerkbezoek houdt hier
mede zeker rechtstreeks verband.
Om uit deze cirkelgang naar een ver
antwoorde tussenoplossing te komen, is
door Nederlandse bouwers het JOHAN-
NUS-Kerkorgel, dat in mei van dit jaar
in Rotterdam door Joh. de Heer Mu-
ziekinstrumentenhandel N.V., gevestigd
te Rotterdam aan de Oostzeedijk 330,
werd geïntroduceerd. Men heeft daartoe
het JOHANNUS-Kerkorgel geïnstal
leerd in de monumentale Kerk aan de
Westersingel van de Remonstrantse Ge
meente.
De gevarieerdheid van het JOHAN
NUS-Kerkorgel, uitgevoerd met Fern-
werk, wordt ontleend aan liefst 25 re
gisters op het bovenmanuaal van 61
toetsen, 27 registers op het tweede ma
nuaal met 61 toetsen en 15 registers op
het 30 tonig pedaal, dat als mechels-pe-
daal is uitgevoerd, terwijl bovendien
nog zijn toegevoegd 9 speelhulpen.
Geschiedenis: Om in de bovengeschet-.
ste nood naar een volwaardig orgel bin
nen een klein budget te voorzien, werd
het ligt voor de hand naar de mo
gelijkheid van serieproduktie uitgezien.
Men heeft om grotere series mogelijk te
malcen de verlangens gegroepeerd wel
ke in de Europese landen als noodzake
lijk werden beschouwd door de voor
aanstaande kerkorganisten. De hieruit
gevormde resultaten, welke de univer
sele specificatie werd, zijn allen in het
JOHANNUS-Kerkorgel gegroepeerd en
bereikbaar voor het kleinste budget.
Om u niet in het onzekere te laten,
het JOHANNUS-Kerkorgel kost ge
plaatst en geintoneerd compleet nog
geen 20.000,in de eerste serie.
Om dit wonder te bereiken, zonder
aan de oorspronkelijk gestelde specifi
catie te offeren, heeft de fabrikante
ontwerper, dhr. J. Versteeght, direkteur
van Electroniiim N.V. de toepassing ge
zocht in de moderne electronica welke
het laatste decennium een ongedachte
vlucht nam^
Het resultaat is verbluffend. Ver
wachte nadelen van gevoeligheden in
persoonlijkheid van „Het Kerkorgel"
krijgt U ruimschoots vergoed, door de
mogelijkheden in een persoonlijke aan
passing tot Intonatie en akoustiek.
Akoustische problemen bestaan gewoon
niet meer. Verstemming door wisseling
van temperatuur en/of relatieve voch
tigheid der atmosfeer, zo dikwijls de
nachtmerrie van de vakorganist, beho
ren tot het verleden en men ontgaat te
vens een kostbaar gemiddeld onder
houdsbedrag per jaar.
Al naar de wens van Kerkbestuur en
vakorganist kan de eerste intonatie van
het orgel exact worden afgestemd in de
eenmalige gradatie naar keuze. De veel
stemmige, rijk gevarieerde speelaard,
trots van een rechtgeaard vakorganist,
kan nu iedere Eredienst voor de kerk
gangers weer tot een belevenis maken,
een orgelconcert is nu weer een onbe
grensd toepassen door de organist van
zijn orgelspel, orgelstudie voor kerkor-
gel-leerlingen heeft nu weer nieuwe
mogelijkheden.
Het JOHANNUS-Kerkorgel thans
door Joh. de Heer N.V. geïntroduceerd,
biedt zoals enthousiaste kerkorganisten
reeds betoogden, onvermoede mogelijk
heden en kwaliteiten, die men dit im-
miense instrument zelfs niet zou toedich
ten voordat m.en het heeft gezien, ge
speeld en bewonderd.
De Koninklijke Maatschappij „Adriaan
Volker" N.V. zal binnenkort beginnen
met de winning van zeezand voor leve
ring in de Rijnmond en omliggende ge
bieden. Het bedrijf voorziet namelijk dat
de binnenlandse bronnen in de naaste
toekomst onvoldoende aan de vraag
naar zand, nodig voor wegenbouw en
ophoging van terreinen, zullen kunnen
voldoen.1 De Noordzeebodem is van na
ture evenwel een geschikte bron. Door
krachtige ontwikkeling van baggerma-
terieel is deze bron sinds enige tijd tech
nisch en economisch te exploiteren.
Sleephopperzuigers uit de Geopotes-
reeks zullen het zand op zee zuigen,
naar binnen brengen en door het openen
van de bodemkleppen lossen op een
aangewezen stortplaats in het Caland-
kanaal in de Europoort. Deze stort
plaats bestaat uit een van te voren ge
baggerde put van grote omvang, die een
aanzienlijke buffervoorraad zand zal
kunnen bevatten.
Het door de sleephopperzuiger aan
gevoerde en in de put gestorte zand
wordt vervolgens door een bodemzuiger
opgezogen en via een leiding naar de
speciaal ontworpen zandzaadinrichting
„Geomaris" geperst. De „Geomaris" zal
een ligplaats krijgen aan de zuidelijke
over van de Nieuwe Waterweg tussen
twee kribben bewesten het veer Maas
sluis-Rozenburg. Door deze inrichting
wordt aan de mengsels van zand en wa
ter het laatste onttrokken. Het op deze
wijze ingedikte zand glijdt via goten in
de naast de ponton af te meren zand-
schepen. Het afgescheiden water wordt
via een retourleiding afgevoerd. Deze
wijze van zandlagen is noodzakelijk om
ongewenste aanzanding in de omgeving
van de zandlaadinrichting te voorko
men.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Groenekan J. Catsburg te
St. Maartensdijk; St. Annaland P.
Breugem te Barneveld; Scherpenisse J.
v. Vliet te Nederhemert.
Aangenomen naar Hilligersberg W. v.i
Kooten te Harderwijk.
Bedankt voor Putten H. v. Slooten te
Nijkerk; Putten A. den Hartogh te Ede.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Oidekerk J. Knol te La
ren; Campen (Did.) W. Vennegeerts,
kand. te Baam; OudePekela H. J.
Hoeksema te Koog aan de Zaan; Stads
kanaal J. Post te Komhom.
Aangenomen naar Campen kand. W..
Vennegeerts te Baam; IJmuiden J. Bel
te Hoek van Holland.
Dokkum: Na bevestiging door Ds. H.
Kampherbeek, em. pred. te Ommen, met
een prediking over Openbaringen 1 16a
deed Ds. W. Netjes, gekomen van Lut-
ten (voorheen te Stellendam) intrede
met Habakuk 2:1.
Een Vervloeking: Naar aanleiding van
de geruchtmakende dissertatie van Dr.
Wiersinga over de „Verzoening", waar
in deze een geheel andere visie dan de
Gereformeerde, naar voren bracht en
het herstel van onze verbroken verhou
ding met God, niet meer laat afhangen
van de Verzoening door de Heere Jezus
Christus tot stand gebracht, heeft de
bekende Ds. H. J. Hegger in „De Rechte
Straat" een artikel geschreven waarin
hij Dr. Wiersinga fel aanvalt. Hij
schrijft o.a.: „Op de weg die ge begaat
om onze kerken een ander Evangelie
dat geen Evangelie is - te brengen, komt
u Paulus tegen, die u in uw gezicht we-
derstaat en u toeroept: U bent vervloekt
Hij noemt u een valse broeder en te
recht, want u maakt misbruik van het
vertrouwen dat onze kerken u gegeven
hebben, toen u toelating tot het ambt
vroeg en als voorwaarde daartoe de be
lijdenisgeschriften ondertekende. En
ook ik, k£in niet anders dan Paulus na
zeggen: Hij die een ander evangelie ver
kondigt, dan dat van Christus en de
apostelen dus ook u Dr. Wiersinga
die zij vervloekt. Herman, ik heb des-
tijids met je sam,engewerkt als vrien
den, toen jij predikant was in Gent en
ik in Denderleeuw. Ik moet nu die
vriendschapsbanden verbreken.
Ik wil nog wel met je samenspreken,
maar dan getuigend, vanmt de op
roep tot bekering. Ik wens ook op geen
enkele wijze met jou aan het Heilig
Avondmaal te zitten. Hoe zou ik dat
kunnen met iemand die een dwaling
verkondigt, die één oppositie is tegen
wat puur geschenk Gods is, de misken
ning van het Lam Gods. Je bent een,
door het Woord Gods vervloekte. Je
kunt alleen maar het Heilig Avondmaal
ontheiligen, doordat je Jezus niet waar
achtig als Hogepriester wilt aanvaar
den, die Zichzelf offerde om ons daar
door met God te verzoenen. Herman,
bekeer je van je dwaling. Geef Gode de
eer en wees anderen tot een zegen door
hen in hun ellende en sOhuld te wijzen
op het kruis, de enige hoop in deze
duistere wereld".
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt
Beroepen te Neerlandia (Canada) C.
V. Dam te Hamilton; Breukelen (buiten
verband) Dr. M.i Amtzen, voorheen
predikant der Geref. Kerk te 's-Gra-
vendeel.
Aangenomen naar Breukelen Dr. M.
Arntzen te 's-Gravendeel.
Bedankt voor Beverwijk M. Brandes
te Hengelo.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Deventer en Oost-Flevo-
land J. Plantinga te Rozenburg; Benne-
kom kand C. v. d. Klis te Apeldoorn;
Biezelinge kand. C. v.; d. Klis te Apel
doorn.
Aangenomen naar Drogdham kand. J.
Jonker te Hilversum.
Bedankt voor: Boskoop, Eemdijk, Go-
rinche-m, Murmerwoude, Sliedrecht,
Soestdijk en Zaandam kand. J. Jonker
te Hilversum.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Krimpen aan de IJssel
A. Vergunst te Rotterdam.
Bedankt voor Almelo E. Venema te
Zwijndreoht; Unionville A. Snoep te
Vlissingen.
OUD.I GEREF. GEMEENTEN
Aangenomen naar Oosterland kand.
A. V. d. Meer aldaar.
Bedankt voor: Doom kand. A. v. d.
Meer te Oosterland.
„Hij is nog te pestig gierig) om z'n
haar te laten knippen, net als die ouwe
De Knuut".
Ik heb eens gelezen dat deze uitdruk
king vroeger wel gebruikt werd van
iemand, die zijn lokken wat al te lang
over de kraag van zijn jas liet hangen.
Een beetje langer wachten met laten
knippen spaarde immers het knipgeld
uit! Uit gierigheid liet men het haar dus
te lang groeien. Net als De Knuyt, die
zicih soms kleedde als een bedelaar.
Want Johan (Jan) de Knuyt was een
zuinig man, beter iets sterker gezegd:
een gierig man. Hij had nog meer
slechte eigenschappen, maar ook goede.
Omdat we zijn naam in het vorige ar
tikel zo dikwijls zijn tegengekomen, wil
ik iets uit het leven van deze Middel
burgse jongen vertellen.
In Middelburg.
In 1587 werd hij in de Zeeuwse hoofd
stad geboren uit eenvoudige ouders. Zijn
vader Laurens was licentmeester, een
gewone ambtenaar dus, zouden we te
genwoordig zeggen. Johan was als jon
gen plomp en ongemanierd, maar hij
had een bijzonder goed verstand en was
buitengewoon ijverig.
In 1610 trouwde hij met Catalina Te-
nijs (Teunis of Teunissen leest men ook
wel), vrouwe van Oud- en Nieuw Vos
meer, de dochter van een invloedrijke
gecommitteerde Raad. Daardoor kwam
Johan de Knuyt in contact met hogere
kringen,! Deze omstandigheden heeft hij
uitgebuit om op de voorgrond te tre
den. Door zijn scherpzinnigheid en ge
slepenheid kreeg hij als staatsman wel
dra grote invloed.
Het volgend- jaar werd hij schepen
van Middelburg, een jaar later biirge-
meester en kort daarna lid van de Sta
ten van Zeeland en van de Staten-Ge-
neraal.
Maar de driftige woelwater was meer
gevreesd dan bemind. In een vergade
ring van de Staten van Zeeland trok hij
eens in drift zijn rapier en verwondde
de pensionaris Cornells Stavenisse. Aan
beide heren werd de toegang tot het H.
Avondmaal ontzegd, tot ze zich een
paar maanden later verzoenden.
Oranjegezind.
Een van zijn goede eigenschappen
was dat hij een groot voorstander was
van het huis van Oranje.
In 1630 stuurde onze stadhouder Fre-
derik Hendrik hem met een gevaarlijke
opdracht naar het prinsdom Oranje. In
deze bezitting van het Oranjehuis, he
lemaal in Zuid-Frankrijk gelegen, ging
het niet goed. De trotse stadhouder Val
kenburg regeerde daar als een dictator,
hij speelde de baas over de bevolking
en had grote ruzie met zijn onderdanen.
Hij zou er zelfs geen bezwaar tegen
hebben om het prinsdom aan Frankrijk
te verkwanselen.
U weet waarschijnlijk, dat graaf Wil
lem van Nassau in 1544 dit gebied erfde
van zijn neef René van Chalons en door
deze erfenis zich in 't vervolg prins van
Oranje mocht noemen. Deze naam
Oranje heeft zelfs bij de latere vorsten
voorrang gekregen boven de naam Nas
sau. Het behoort nu tot Frankrijk, ver
leden jaar heb ik nog gelogeerd in
Orange, een oud stadje waar nog een
eeuwenoud amphitheater staat, dat nu
niet meer gebruikt wordt; het was door
schijnwerpers verlicht. Er is ook nog
een goed bewaarde triumphpoort.
Als koopman vermomd reisde Johan
de Knuyt stilletjes naar het zuiden. Hij
wist een aantal burgers op zijn hand te
krijgen, de stadhouder werd overvallen
en in bewaring gezet.
Nadat de Knuyt de zaken had gere
geld en orde en recht had hersteld,
ging hij weer terug naar ons land..
Stadhouder Frederik Hendrik was zo
tevreden over deze goedgeslaagde zen
ding, dat hij De Knuyt beloonde met
een levenslang jaargeld van 2000,
Bovendien stelde hij hem aan tot zijn
vertegenwoordiger in de Staten van
Zeeland. De stadhouder kon maar zel
den de vergaderingen bijwonen, zijn
vertegenwoordiger verving hem en
droeg de titel Eerste Edele. Van de 7
stemmen die in de Staten werden uit
gebracht had deze Eerste Edele als re
presentant van de adel één stem, de
andere zes waren van de steden Mid
delburg, Vlissingen, Veere, Goes, Tho-
len en Zderikzee. De stadhouder was
markies van Veere en Vlissingen, kon
dus meestal op de steun van deze twee
steden rekenen, zodat hij grote macht
had in de Staten van Zeeland. Zijn
Eerste Ekiele was dus een belangrijk
persoon.
Zoals we uit het vorige artikel heb
ben gezien, zat Johan de Knuyt ook in
de conmiissie voor de vredesonderhaj.
delingen met Spanje. Het schijnt dat hij
wel steekpenningen heeft aangenome»
van Spanje om de vrede er door te krii.
gen, tegen de zin van Zeeland en (jj
stadhouder. Gelet op zijn gierigheid i-
dit helemaal niet onmogelijk.
Een groot vermogen,
Op 6 december 1654 stierf De Knuyi
hij werd begraven in de Nieuwe kerkfe
Middelburg.
De laatste jaren was hij ambteloos
burger geweest. Toen in 1650 na dj
dood van WUlem II geen nieuwe stai
houder werd aangesteld, verviel daar.
door natuurlijk ook de vertegenwoor-
diging van de Eerste Edele in Zeeland.
De raadpensionaris Jan de Witt koj
over zijn dood niet treuren. „Ik oordeel
het overlijden van de heer De Knujt
voor de gemene algemene) zaakniej
nadelig", schreef hij.
Deze woorden verwonderen ons niet
als we weten dat De Knuyt in Zeelanj
actie voerde om de jonge prins van
Oranje, nog maar een paar jaar oud, (de
latere Willem III) daar als stadhouder
uit te roepen, en De Witt was niet
oranjegezind.
Johan de Knuyt liet een aanzienlijl;
vermogen na, verkregen uit voordelige
landaanwirmingen in Staats-Vlaanderen
en Engelandj Ook had hij enkele am.
bachtsheerlijkheden gekocht.
Zijn enige dochter Margareta was de
•♦♦«♦♦♦♦♦♦♦♦«♦«♦♦«-♦♦♦♦♦«««
^♦♦«♦«»4
erfgename van alles. Toen ze in 1662
weduwe werd van de rentmeester Be-
wester Schelde Johan Huyssen, ging ze
op het „Huis om" te Serooskerke wo
nen. Een prachtig landgoed, door haar
vader 1633 gesticht, omgeven door
boomgaarden en landerijen. Van de
Noordweg liep er een laan naar het ho
ge gebouw, afgesloten door een arduin
stenen poort met de naam er op.
De buitenplaats is op het eind van de
18e eeuw opgeruimd, zoals er toen zo
veel historische gebouwen en poorten
zijn afgebroken. Op de plaats ervan
staat nu een eenvoudige boerderij die
dezelfde naam draagt.
N.B.: Bij het snuffelen in een boek
over Noord-Beveland kwam ik de naam
De Knuyt ook een paar keer tegen. In
1646 had men in Colijnsplaat een nieu
we onderwijzer nodig. Maar daarvoor
was toestemming nodig van de prins
van Oranje, de ambachtsheer, ot al
thans van zijn raadsheren.
„Opdat men de zware costen in het
trecken nae den Hage soude mogen ont
gaan", ging een deputatie naar Middel
burg om aan 's Prinsen vertegenwoor
diger in Zeeland, De ICnuyt, toestem
ming te vragen „tot een andere beroe-
pinge voort te gaan". De Knuyt stond
op het punt naar Mimster te vertrek
ken voor de vredesonderhandelingen.
Hij gaf zijn toestemming en met een
parigheid van stemmen werd tot school
meester, voorzanger en koster benoemd
Pieter Iemands 't Hooft, schoolmeester
te Middelburg. Had men De Knuyt niet
meer aangetroffen, dan was een reis
naar Den Haag noodzakelijk geweest,
een reis die behalve veel moeite ook
nog heel wat kosten met zich bracht.
Verder lees ik dat in 1640 contracten
tussen Frederik Hendrik en andere he
ren over gemeenschappelijke inpolde
ring werden opgemaakt., Een der deel
nemers was Johan de Knuyt, verte
genwoordiger van de Eerste Edele
(Frederik Hendrik) in Zeeland. Op
Noord-Beveland is nog een hofstede De
Knuyt.
Middelburg.
L. van Wallenburg
door Sibe van Aangium
23
„Je bent tamelijk nuttig met je grote
kracht," spotte Hotse.
„Wist ik ook, dat jij zo'n pad zou
uitkiezen," antwoordde Wieger. „Welk
fatsoenlijk mens loopt nu ook te mid
dernacht in een modderwoestijn met
een pij aan, die om je benen zwab
bert
„In de eerste plaats is het nog geen
acht uur," zei Hotse, „en danStil!"
viel hij zichzelf in de rede„daar
komt iemand aan. Zeg jij maar niets,
ik zal het woord wel doen."
Ze lieten elkaar los en trachtten zo
waardig mogelijk te lopen'. Een man na
derde. Toen hij echter op zijn beurt de
beide mannen bemerkte, bleef hij staan.
Hotse trad op hem toe.
„Wees niet beangst, mijn zoon," zei
hij met zalvende stem. „Wij zijn geen
rovers, die eenzame wandelaars aan
vallen. De heilige Michael deed ons u
ontmoeten. Zeg mij, is dat de weg naar
Sexbierum?"
Toen de man vernam, dat hij met
een paar monniken te doen had, scheen
hij moed te vatten. „DeHeUige maagd
zij geprezen," zei hij, „dat gij geen ra
bauwen zijt, of soldaten!, wat vaak net
zo erg is. Hoe komt gij hier in de late
avond verzeild?"
„Sint Michael, de schutsheer der zee
varenden, heeft ons bijzonder bewaard,"
zei Schotse. „Ons schip, waarmede wij
naar Amsterdam op reis waren, is gis
ter door de Geuzen genomen, bezuiden
Ameland. Broeder Ansgarius en ik wis
ten ons echter van de sloep meester te
-maken. Wij hebben gisteravond getracht
om in Friesland aan land te komen,
maar de zuidenwind dreef ons naar zee
toe. Deze nacht verkeerden wij in gro
te nood. Dank zij echter de grote li
chaamskracht van broeder Ansgarius
en mijn kleine krachten' zijn wij geen
speelbal der golven geworden. Vandaag
hebben we de gehele dag geploeterd.
Pas een uur geleden mochten we de
wal bereiken. We hebben berekend, dat
we ons ongeveer in de buiirt van Sex
bierum bevinden; is dit de weg erheen?"
„Jawel, eerwaarde," zei de man eer
biedig. „Inderdaad heeft St. Michael u
kennelijk beschermd. Maar wilt u niet
in mijn huis u verkwikken? Mijn wo
ning staat hier vlak bij. Ze is wel klein,
maar geen dienaar der Kerk zal ooit
zeggen, dat Geert de Jager hem geen'
verkwikking bereidde."
„Uw goed hart spreekt uit uw woor
den, mijn zoon," antwoordde Hotse.
„Maar wij willen trachten het klooster
van de Heilige Bernard van Aninghem
te bereiken en dat ligt nog een heel
eind verwijderd. We willen ons dus
niet ophouden."
„Het klooster Aninghem," zei de man
verbaasd. „Dat is nog uren ver weg."
„Wat is de kortste' weg?" vroeg Hot
se. „En alle wegen zullen toch wel niet
zo slecht zijn!"
„Neen," antwoordde de man. „Geluk
kig niet. Maar 't is anders wel een hele
loop. En gij hebt de hele dag geroeid
en de vorige nacht ook niet geslapen'."
„Och, dat zijn wij gewend," antwoord
de Hotse. „Wij moeten voortdurend onze
nachten doorbrengen met vasfen en kas
tijding."
„U kunt rechtuit lopen tot gindse wa
termolen. Ge kunt ze nog net zien. Te
gen de donkerte van de lucht steekt ze
nog precies af."
Hotse knikte. „Daar slaat ge rechts
af," zei de man. „Ge houdt steeds die
weg, tot ge het dorp bereikt. Dat is
Sexbierumj Even vóór ge aan het dorp
komt, ziet ge links Liauckema Sate. Bij
het dorp slaat ge linksom het dorp
door. Daar ziet ge weldra een grote
boerderij. Hier slaat ge rechtsom. Dan
loopt ge door, wel een' uur lang, tot ge
komt bij een kruispunt, waar drie wegen
samenkomen. Dan kiest ge de middelste.
En dan, ja, dan moet ge maar eens een
landman uit be;d kloppen en vragen."
„Wonen daar ook ketters?" vroeg Hotse.
„Neen," antwoordde de man. „De Hei
lige Maagd zij geprezen! Ketters wonen
hier niet veel. Nu St. Michael geleide
u veilig."
„Onze hartelijke dank, mijn zoon,"
zei Hotse. „Mogen alle heiligen u nabij
zijn."
Terwijl de man zich verwijderde,
stapten' Hotse en Wieger in de aange
duide richting.
„Waarom hield je zo'n lange preek
tegen die vent?" vroeg Wieger. „Wij
zouden een hele dag in een roeiboot ge
zwalkt hebben!"
„Wel," antwoordde Hotse, „dat was
wel noodzakelijk. Hoe zou je anders
kunnen verklaren, dat wij hier bij nacht
en bij ontij aan de zeedijk zwalken?"
„Nou, ik moet zeggen, jij kunt goed
fantaseren. Wat voor man zou dit ge
weest zijn?"
„Ik denk een boerenarbeider," ant
woordde Hotse. „Hij droeg klompen' en
je rook wel, dat hij uit de stal kwam.
„Ho, hier rechtsom. Ik wou wel, dat
het ophield met regenen, 't Is niet erg,
maar toch onplezierig.''
Tegen de grauwe lucht zagen ze een
zwarte silhouette afsteken. Het was de
watermolen. Er naast stond een klein
huisje. Ze sloegen rechtsom. De weg
was hier aanmerkelijk beter. Naast de
weg was een tamelijk breed voetpad,
waarop ze naast elkander konden lopen.
„Jij speelt je rol schitterend", begon
Wieger na een poosje. „Ik ben bang,
dat als ik praat ze onmiddellijk horen',
dat ze met een namaak monnik te doen
hebben."
„Ja," antwoordde Hotse, „dat is wel
een beetje lastig. Weet je wat? Ik zal
zeggen, dat je boete doet en een half
jaar niet spreken mag. Je hebt een ge
lofte afgelegd!"
„Prachtig," zei Wieger. „Dan mag ik
nu wel een beetje veel praten. Anders
heb ik er te veel scha van."
Met stevige tred stapten ze voort,
„'t Is gelukkig, dat het niet erg waait,"
bromde Wieger, „anders hadden we nog
m.eer last van die pijen, 't Is nu al lastig
'genoeg."
„Maar ze zijn ook warm," zei Hotse.
„Ik heb tenminste geen last van de
kou."
Na een tijdje zagen ze aan hun lin
kerhand de trotse torens van een groot
kasteel. Dicht geboomte en grote grach
ten omgaven het. Een singel liep om
het gehele complex heen. Ook deze sin
gel was door een brede gracht om
geven. „Liauckema-Slot", zei Hotse.
„Liauckema-Slot?" vroeg Wieger, „is
dat een groot kasteel?"
„Je ziet het," antwoordde Hotse. „'t Is
een oud slot en daarbij haast onneem
baar.''
Thans kwamen ze op een brede weg
en sloegen linksaf. Reeds vertoonden
zich de eerste huizen van het dorp Sex
bierum. Weldra doemde voor hen een
kerk op. „Wij moeten de weg houden,"
zei Hotse. Er waren ihier echter tvvee
wegen. „Rechtsom, vermoed ik," w
Hotse.
Weldra kwamen ze buiten het dorp.
Ze liepen nog een paar honderd meter.
Dan zagen ze een weg aan hun rechter
hand. Deze sloegen' ze in. 't Werd heel
donker. Nog altijd sijpelde de regen
zacht neer.
„Ik ben bang, dat het allemaal regea
wordt," zei Wieger.
Hotse lachte, „Alsof het nu niet re
gent," zei hij.
„Nu ja," antwoordde Wieger. „Ik be
doel, dat het regen blijft.
Gelukkig bleef ook hier een tamelfl»
hard voetpad naast de rijweg te lope»'
„Wat is die Lumey toch een eigen
aardig man," begon Wieger. „Ik k"
hem haast niet verstaan."
„Hij spreekt meest Duits," antwoora-
de Hotse. „Maar met een Frans accent-
't Is wel een flinke kerel en trouw
onze zaak. Maar ja, hij is nu een
een beetje luchthartig."
„Nu, zeg maar gerust, dat hi] e-
woesteling is."
„Och," zei Hotse, „zulke karaltten
ontmoet je veel in deze tijd. Vrolijk
luchthartig. Hun wegen en mn
ddele:
zijn niet altijd de mijne, maar ze
hebbe'
toch de zaak van ons land en onze
ker^!
'boven aUes hef. Doch het is gelukte^
dat de Prins van Oranje boven h';
staat. Dat is een buitengewoon m^''
Een Godsgesoherik."