Winning van zeezand uit Noordzee Nieuws Johan de Knuyt bruidsfoto's DE WATERGEUS Zeeuwse wandelingen UIT Oe ICSRKSIi Ook voor J. ZANDSTRA SOMMELSDUE Abonneert U op „Ellanden-nieuws" VERVOLGVERHAAL JOHANNUS KERKORGEL met Nederlands vakmanschap Nederland heeft per traditie een faam in Kerkorgelbouw. Het vakmanschap daarin is wereldwijd hoog aangeschre ven. Pijporgels zijn door het kostbare tijdintensieve handwerk kostelijk, maar ook kostbaar; beneden 75.000,is be zwaarlijk een nieuwbouworgel met vol doende inhoud, karakters en speelhul- perj te verwachten wil het aan de mi nimale eisen van de taak tot begelei ding der Eredienst en een gevarieerd orgelconcert voldoen. Onze pijporgels zijn daarmee voornamelijk exportarti kel voor rijke landen geworden. Onze Nederlandse Kerken, welke financieel veelal in benauwde positie verkeren, kunnen zich deze weelde gewoonlijk niet meer veroorloven. Gevolg: Of men moet tot een orgel beneden de nodige capaciteit besluiten, of meni behelpt zich met een gerestaureerd oud en onbe trouwbaar orgel, of nxen verliest zich in geldleningen die tientallen jaren alles in de waagschaal stellen.i Het tanend kerkbezoek houdt hier mede zeker rechtstreeks verband. Om uit deze cirkelgang naar een ver antwoorde tussenoplossing te komen, is door Nederlandse bouwers het JOHAN- NUS-Kerkorgel, dat in mei van dit jaar in Rotterdam door Joh. de Heer Mu- ziekinstrumentenhandel N.V., gevestigd te Rotterdam aan de Oostzeedijk 330, werd geïntroduceerd. Men heeft daartoe het JOHANNUS-Kerkorgel geïnstal leerd in de monumentale Kerk aan de Westersingel van de Remonstrantse Ge meente. De gevarieerdheid van het JOHAN NUS-Kerkorgel, uitgevoerd met Fern- werk, wordt ontleend aan liefst 25 re gisters op het bovenmanuaal van 61 toetsen, 27 registers op het tweede ma nuaal met 61 toetsen en 15 registers op het 30 tonig pedaal, dat als mechels-pe- daal is uitgevoerd, terwijl bovendien nog zijn toegevoegd 9 speelhulpen. Geschiedenis: Om in de bovengeschet-. ste nood naar een volwaardig orgel bin nen een klein budget te voorzien, werd het ligt voor de hand naar de mo gelijkheid van serieproduktie uitgezien. Men heeft om grotere series mogelijk te malcen de verlangens gegroepeerd wel ke in de Europese landen als noodzake lijk werden beschouwd door de voor aanstaande kerkorganisten. De hieruit gevormde resultaten, welke de univer sele specificatie werd, zijn allen in het JOHANNUS-Kerkorgel gegroepeerd en bereikbaar voor het kleinste budget. Om u niet in het onzekere te laten, het JOHANNUS-Kerkorgel kost ge plaatst en geintoneerd compleet nog geen 20.000,in de eerste serie. Om dit wonder te bereiken, zonder aan de oorspronkelijk gestelde specifi catie te offeren, heeft de fabrikante ontwerper, dhr. J. Versteeght, direkteur van Electroniiim N.V. de toepassing ge zocht in de moderne electronica welke het laatste decennium een ongedachte vlucht nam^ Het resultaat is verbluffend. Ver wachte nadelen van gevoeligheden in persoonlijkheid van „Het Kerkorgel" krijgt U ruimschoots vergoed, door de mogelijkheden in een persoonlijke aan passing tot Intonatie en akoustiek. Akoustische problemen bestaan gewoon niet meer. Verstemming door wisseling van temperatuur en/of relatieve voch tigheid der atmosfeer, zo dikwijls de nachtmerrie van de vakorganist, beho ren tot het verleden en men ontgaat te vens een kostbaar gemiddeld onder houdsbedrag per jaar. Al naar de wens van Kerkbestuur en vakorganist kan de eerste intonatie van het orgel exact worden afgestemd in de eenmalige gradatie naar keuze. De veel stemmige, rijk gevarieerde speelaard, trots van een rechtgeaard vakorganist, kan nu iedere Eredienst voor de kerk gangers weer tot een belevenis maken, een orgelconcert is nu weer een onbe grensd toepassen door de organist van zijn orgelspel, orgelstudie voor kerkor- gel-leerlingen heeft nu weer nieuwe mogelijkheden. Het JOHANNUS-Kerkorgel thans door Joh. de Heer N.V. geïntroduceerd, biedt zoals enthousiaste kerkorganisten reeds betoogden, onvermoede mogelijk heden en kwaliteiten, die men dit im- miense instrument zelfs niet zou toedich ten voordat m.en het heeft gezien, ge speeld en bewonderd. De Koninklijke Maatschappij „Adriaan Volker" N.V. zal binnenkort beginnen met de winning van zeezand voor leve ring in de Rijnmond en omliggende ge bieden. Het bedrijf voorziet namelijk dat de binnenlandse bronnen in de naaste toekomst onvoldoende aan de vraag naar zand, nodig voor wegenbouw en ophoging van terreinen, zullen kunnen voldoen.1 De Noordzeebodem is van na ture evenwel een geschikte bron. Door krachtige ontwikkeling van baggerma- terieel is deze bron sinds enige tijd tech nisch en economisch te exploiteren. Sleephopperzuigers uit de Geopotes- reeks zullen het zand op zee zuigen, naar binnen brengen en door het openen van de bodemkleppen lossen op een aangewezen stortplaats in het Caland- kanaal in de Europoort. Deze stort plaats bestaat uit een van te voren ge baggerde put van grote omvang, die een aanzienlijke buffervoorraad zand zal kunnen bevatten. Het door de sleephopperzuiger aan gevoerde en in de put gestorte zand wordt vervolgens door een bodemzuiger opgezogen en via een leiding naar de speciaal ontworpen zandzaadinrichting „Geomaris" geperst. De „Geomaris" zal een ligplaats krijgen aan de zuidelijke over van de Nieuwe Waterweg tussen twee kribben bewesten het veer Maas sluis-Rozenburg. Door deze inrichting wordt aan de mengsels van zand en wa ter het laatste onttrokken. Het op deze wijze ingedikte zand glijdt via goten in de naast de ponton af te meren zand- schepen. Het afgescheiden water wordt via een retourleiding afgevoerd. Deze wijze van zandlagen is noodzakelijk om ongewenste aanzanding in de omgeving van de zandlaadinrichting te voorko men. NED. HERV. KERK Beroepen te Groenekan J. Catsburg te St. Maartensdijk; St. Annaland P. Breugem te Barneveld; Scherpenisse J. v. Vliet te Nederhemert. Aangenomen naar Hilligersberg W. v.i Kooten te Harderwijk. Bedankt voor Putten H. v. Slooten te Nijkerk; Putten A. den Hartogh te Ede. GEREF. KERKEN Beroepen te Oidekerk J. Knol te La ren; Campen (Did.) W. Vennegeerts, kand. te Baam; OudePekela H. J. Hoeksema te Koog aan de Zaan; Stads kanaal J. Post te Komhom. Aangenomen naar Campen kand. W.. Vennegeerts te Baam; IJmuiden J. Bel te Hoek van Holland. Dokkum: Na bevestiging door Ds. H. Kampherbeek, em. pred. te Ommen, met een prediking over Openbaringen 1 16a deed Ds. W. Netjes, gekomen van Lut- ten (voorheen te Stellendam) intrede met Habakuk 2:1. Een Vervloeking: Naar aanleiding van de geruchtmakende dissertatie van Dr. Wiersinga over de „Verzoening", waar in deze een geheel andere visie dan de Gereformeerde, naar voren bracht en het herstel van onze verbroken verhou ding met God, niet meer laat afhangen van de Verzoening door de Heere Jezus Christus tot stand gebracht, heeft de bekende Ds. H. J. Hegger in „De Rechte Straat" een artikel geschreven waarin hij Dr. Wiersinga fel aanvalt. Hij schrijft o.a.: „Op de weg die ge begaat om onze kerken een ander Evangelie dat geen Evangelie is - te brengen, komt u Paulus tegen, die u in uw gezicht we- derstaat en u toeroept: U bent vervloekt Hij noemt u een valse broeder en te recht, want u maakt misbruik van het vertrouwen dat onze kerken u gegeven hebben, toen u toelating tot het ambt vroeg en als voorwaarde daartoe de be lijdenisgeschriften ondertekende. En ook ik, k£in niet anders dan Paulus na zeggen: Hij die een ander evangelie ver kondigt, dan dat van Christus en de apostelen dus ook u Dr. Wiersinga die zij vervloekt. Herman, ik heb des- tijids met je sam,engewerkt als vrien den, toen jij predikant was in Gent en ik in Denderleeuw. Ik moet nu die vriendschapsbanden verbreken. Ik wil nog wel met je samenspreken, maar dan getuigend, vanmt de op roep tot bekering. Ik wens ook op geen enkele wijze met jou aan het Heilig Avondmaal te zitten. Hoe zou ik dat kunnen met iemand die een dwaling verkondigt, die één oppositie is tegen wat puur geschenk Gods is, de misken ning van het Lam Gods. Je bent een, door het Woord Gods vervloekte. Je kunt alleen maar het Heilig Avondmaal ontheiligen, doordat je Jezus niet waar achtig als Hogepriester wilt aanvaar den, die Zichzelf offerde om ons daar door met God te verzoenen. Herman, bekeer je van je dwaling. Geef Gode de eer en wees anderen tot een zegen door hen in hun ellende en sOhuld te wijzen op het kruis, de enige hoop in deze duistere wereld". GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt Beroepen te Neerlandia (Canada) C. V. Dam te Hamilton; Breukelen (buiten verband) Dr. M.i Amtzen, voorheen predikant der Geref. Kerk te 's-Gra- vendeel. Aangenomen naar Breukelen Dr. M. Arntzen te 's-Gravendeel. Bedankt voor Beverwijk M. Brandes te Hengelo. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Deventer en Oost-Flevo- land J. Plantinga te Rozenburg; Benne- kom kand C. v. d. Klis te Apeldoorn; Biezelinge kand. C. v.; d. Klis te Apel doorn. Aangenomen naar Drogdham kand. J. Jonker te Hilversum. Bedankt voor: Boskoop, Eemdijk, Go- rinche-m, Murmerwoude, Sliedrecht, Soestdijk en Zaandam kand. J. Jonker te Hilversum. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Krimpen aan de IJssel A. Vergunst te Rotterdam. Bedankt voor Almelo E. Venema te Zwijndreoht; Unionville A. Snoep te Vlissingen. OUD.I GEREF. GEMEENTEN Aangenomen naar Oosterland kand. A. V. d. Meer aldaar. Bedankt voor: Doom kand. A. v. d. Meer te Oosterland. „Hij is nog te pestig gierig) om z'n haar te laten knippen, net als die ouwe De Knuut". Ik heb eens gelezen dat deze uitdruk king vroeger wel gebruikt werd van iemand, die zijn lokken wat al te lang over de kraag van zijn jas liet hangen. Een beetje langer wachten met laten knippen spaarde immers het knipgeld uit! Uit gierigheid liet men het haar dus te lang groeien. Net als De Knuyt, die zicih soms kleedde als een bedelaar. Want Johan (Jan) de Knuyt was een zuinig man, beter iets sterker gezegd: een gierig man. Hij had nog meer slechte eigenschappen, maar ook goede. Omdat we zijn naam in het vorige ar tikel zo dikwijls zijn tegengekomen, wil ik iets uit het leven van deze Middel burgse jongen vertellen. In Middelburg. In 1587 werd hij in de Zeeuwse hoofd stad geboren uit eenvoudige ouders. Zijn vader Laurens was licentmeester, een gewone ambtenaar dus, zouden we te genwoordig zeggen. Johan was als jon gen plomp en ongemanierd, maar hij had een bijzonder goed verstand en was buitengewoon ijverig. In 1610 trouwde hij met Catalina Te- nijs (Teunis of Teunissen leest men ook wel), vrouwe van Oud- en Nieuw Vos meer, de dochter van een invloedrijke gecommitteerde Raad. Daardoor kwam Johan de Knuyt in contact met hogere kringen,! Deze omstandigheden heeft hij uitgebuit om op de voorgrond te tre den. Door zijn scherpzinnigheid en ge slepenheid kreeg hij als staatsman wel dra grote invloed. Het volgend- jaar werd hij schepen van Middelburg, een jaar later biirge- meester en kort daarna lid van de Sta ten van Zeeland en van de Staten-Ge- neraal. Maar de driftige woelwater was meer gevreesd dan bemind. In een vergade ring van de Staten van Zeeland trok hij eens in drift zijn rapier en verwondde de pensionaris Cornells Stavenisse. Aan beide heren werd de toegang tot het H. Avondmaal ontzegd, tot ze zich een paar maanden later verzoenden. Oranjegezind. Een van zijn goede eigenschappen was dat hij een groot voorstander was van het huis van Oranje. In 1630 stuurde onze stadhouder Fre- derik Hendrik hem met een gevaarlijke opdracht naar het prinsdom Oranje. In deze bezitting van het Oranjehuis, he lemaal in Zuid-Frankrijk gelegen, ging het niet goed. De trotse stadhouder Val kenburg regeerde daar als een dictator, hij speelde de baas over de bevolking en had grote ruzie met zijn onderdanen. Hij zou er zelfs geen bezwaar tegen hebben om het prinsdom aan Frankrijk te verkwanselen. U weet waarschijnlijk, dat graaf Wil lem van Nassau in 1544 dit gebied erfde van zijn neef René van Chalons en door deze erfenis zich in 't vervolg prins van Oranje mocht noemen. Deze naam Oranje heeft zelfs bij de latere vorsten voorrang gekregen boven de naam Nas sau. Het behoort nu tot Frankrijk, ver leden jaar heb ik nog gelogeerd in Orange, een oud stadje waar nog een eeuwenoud amphitheater staat, dat nu niet meer gebruikt wordt; het was door schijnwerpers verlicht. Er is ook nog een goed bewaarde triumphpoort. Als koopman vermomd reisde Johan de Knuyt stilletjes naar het zuiden. Hij wist een aantal burgers op zijn hand te krijgen, de stadhouder werd overvallen en in bewaring gezet. Nadat de Knuyt de zaken had gere geld en orde en recht had hersteld, ging hij weer terug naar ons land.. Stadhouder Frederik Hendrik was zo tevreden over deze goedgeslaagde zen ding, dat hij De Knuyt beloonde met een levenslang jaargeld van 2000, Bovendien stelde hij hem aan tot zijn vertegenwoordiger in de Staten van Zeeland. De stadhouder kon maar zel den de vergaderingen bijwonen, zijn vertegenwoordiger verving hem en droeg de titel Eerste Edele. Van de 7 stemmen die in de Staten werden uit gebracht had deze Eerste Edele als re presentant van de adel één stem, de andere zes waren van de steden Mid delburg, Vlissingen, Veere, Goes, Tho- len en Zderikzee. De stadhouder was markies van Veere en Vlissingen, kon dus meestal op de steun van deze twee steden rekenen, zodat hij grote macht had in de Staten van Zeeland. Zijn Eerste Ekiele was dus een belangrijk persoon. Zoals we uit het vorige artikel heb ben gezien, zat Johan de Knuyt ook in de conmiissie voor de vredesonderhaj. delingen met Spanje. Het schijnt dat hij wel steekpenningen heeft aangenome» van Spanje om de vrede er door te krii. gen, tegen de zin van Zeeland en (jj stadhouder. Gelet op zijn gierigheid i- dit helemaal niet onmogelijk. Een groot vermogen, Op 6 december 1654 stierf De Knuyi hij werd begraven in de Nieuwe kerkfe Middelburg. De laatste jaren was hij ambteloos burger geweest. Toen in 1650 na dj dood van WUlem II geen nieuwe stai houder werd aangesteld, verviel daar. door natuurlijk ook de vertegenwoor- diging van de Eerste Edele in Zeeland. De raadpensionaris Jan de Witt koj over zijn dood niet treuren. „Ik oordeel het overlijden van de heer De Knujt voor de gemene algemene) zaakniej nadelig", schreef hij. Deze woorden verwonderen ons niet als we weten dat De Knuyt in Zeelanj actie voerde om de jonge prins van Oranje, nog maar een paar jaar oud, (de latere Willem III) daar als stadhouder uit te roepen, en De Witt was niet oranjegezind. Johan de Knuyt liet een aanzienlijl; vermogen na, verkregen uit voordelige landaanwirmingen in Staats-Vlaanderen en Engelandj Ook had hij enkele am. bachtsheerlijkheden gekocht. Zijn enige dochter Margareta was de •♦♦«♦♦♦♦♦♦♦♦«♦«♦♦«-♦♦♦♦♦««« ^♦♦«♦«»4 erfgename van alles. Toen ze in 1662 weduwe werd van de rentmeester Be- wester Schelde Johan Huyssen, ging ze op het „Huis om" te Serooskerke wo nen. Een prachtig landgoed, door haar vader 1633 gesticht, omgeven door boomgaarden en landerijen. Van de Noordweg liep er een laan naar het ho ge gebouw, afgesloten door een arduin stenen poort met de naam er op. De buitenplaats is op het eind van de 18e eeuw opgeruimd, zoals er toen zo veel historische gebouwen en poorten zijn afgebroken. Op de plaats ervan staat nu een eenvoudige boerderij die dezelfde naam draagt. N.B.: Bij het snuffelen in een boek over Noord-Beveland kwam ik de naam De Knuyt ook een paar keer tegen. In 1646 had men in Colijnsplaat een nieu we onderwijzer nodig. Maar daarvoor was toestemming nodig van de prins van Oranje, de ambachtsheer, ot al thans van zijn raadsheren. „Opdat men de zware costen in het trecken nae den Hage soude mogen ont gaan", ging een deputatie naar Middel burg om aan 's Prinsen vertegenwoor diger in Zeeland, De ICnuyt, toestem ming te vragen „tot een andere beroe- pinge voort te gaan". De Knuyt stond op het punt naar Mimster te vertrek ken voor de vredesonderhandelingen. Hij gaf zijn toestemming en met een parigheid van stemmen werd tot school meester, voorzanger en koster benoemd Pieter Iemands 't Hooft, schoolmeester te Middelburg. Had men De Knuyt niet meer aangetroffen, dan was een reis naar Den Haag noodzakelijk geweest, een reis die behalve veel moeite ook nog heel wat kosten met zich bracht. Verder lees ik dat in 1640 contracten tussen Frederik Hendrik en andere he ren over gemeenschappelijke inpolde ring werden opgemaakt., Een der deel nemers was Johan de Knuyt, verte genwoordiger van de Eerste Edele (Frederik Hendrik) in Zeeland. Op Noord-Beveland is nog een hofstede De Knuyt. Middelburg. L. van Wallenburg door Sibe van Aangium 23 „Je bent tamelijk nuttig met je grote kracht," spotte Hotse. „Wist ik ook, dat jij zo'n pad zou uitkiezen," antwoordde Wieger. „Welk fatsoenlijk mens loopt nu ook te mid dernacht in een modderwoestijn met een pij aan, die om je benen zwab bert „In de eerste plaats is het nog geen acht uur," zei Hotse, „en danStil!" viel hij zichzelf in de rede„daar komt iemand aan. Zeg jij maar niets, ik zal het woord wel doen." Ze lieten elkaar los en trachtten zo waardig mogelijk te lopen'. Een man na derde. Toen hij echter op zijn beurt de beide mannen bemerkte, bleef hij staan. Hotse trad op hem toe. „Wees niet beangst, mijn zoon," zei hij met zalvende stem. „Wij zijn geen rovers, die eenzame wandelaars aan vallen. De heilige Michael deed ons u ontmoeten. Zeg mij, is dat de weg naar Sexbierum?" Toen de man vernam, dat hij met een paar monniken te doen had, scheen hij moed te vatten. „DeHeUige maagd zij geprezen," zei hij, „dat gij geen ra bauwen zijt, of soldaten!, wat vaak net zo erg is. Hoe komt gij hier in de late avond verzeild?" „Sint Michael, de schutsheer der zee varenden, heeft ons bijzonder bewaard," zei Schotse. „Ons schip, waarmede wij naar Amsterdam op reis waren, is gis ter door de Geuzen genomen, bezuiden Ameland. Broeder Ansgarius en ik wis ten ons echter van de sloep meester te -maken. Wij hebben gisteravond getracht om in Friesland aan land te komen, maar de zuidenwind dreef ons naar zee toe. Deze nacht verkeerden wij in gro te nood. Dank zij echter de grote li chaamskracht van broeder Ansgarius en mijn kleine krachten' zijn wij geen speelbal der golven geworden. Vandaag hebben we de gehele dag geploeterd. Pas een uur geleden mochten we de wal bereiken. We hebben berekend, dat we ons ongeveer in de buiirt van Sex bierum bevinden; is dit de weg erheen?" „Jawel, eerwaarde," zei de man eer biedig. „Inderdaad heeft St. Michael u kennelijk beschermd. Maar wilt u niet in mijn huis u verkwikken? Mijn wo ning staat hier vlak bij. Ze is wel klein, maar geen dienaar der Kerk zal ooit zeggen, dat Geert de Jager hem geen' verkwikking bereidde." „Uw goed hart spreekt uit uw woor den, mijn zoon," antwoordde Hotse. „Maar wij willen trachten het klooster van de Heilige Bernard van Aninghem te bereiken en dat ligt nog een heel eind verwijderd. We willen ons dus niet ophouden." „Het klooster Aninghem," zei de man verbaasd. „Dat is nog uren ver weg." „Wat is de kortste' weg?" vroeg Hot se. „En alle wegen zullen toch wel niet zo slecht zijn!" „Neen," antwoordde de man. „Geluk kig niet. Maar 't is anders wel een hele loop. En gij hebt de hele dag geroeid en de vorige nacht ook niet geslapen'." „Och, dat zijn wij gewend," antwoord de Hotse. „Wij moeten voortdurend onze nachten doorbrengen met vasfen en kas tijding." „U kunt rechtuit lopen tot gindse wa termolen. Ge kunt ze nog net zien. Te gen de donkerte van de lucht steekt ze nog precies af." Hotse knikte. „Daar slaat ge rechts af," zei de man. „Ge houdt steeds die weg, tot ge het dorp bereikt. Dat is Sexbierumj Even vóór ge aan het dorp komt, ziet ge links Liauckema Sate. Bij het dorp slaat ge linksom het dorp door. Daar ziet ge weldra een grote boerderij. Hier slaat ge rechtsom. Dan loopt ge door, wel een' uur lang, tot ge komt bij een kruispunt, waar drie wegen samenkomen. Dan kiest ge de middelste. En dan, ja, dan moet ge maar eens een landman uit be;d kloppen en vragen." „Wonen daar ook ketters?" vroeg Hotse. „Neen," antwoordde de man. „De Hei lige Maagd zij geprezen! Ketters wonen hier niet veel. Nu St. Michael geleide u veilig." „Onze hartelijke dank, mijn zoon," zei Hotse. „Mogen alle heiligen u nabij zijn." Terwijl de man zich verwijderde, stapten' Hotse en Wieger in de aange duide richting. „Waarom hield je zo'n lange preek tegen die vent?" vroeg Wieger. „Wij zouden een hele dag in een roeiboot ge zwalkt hebben!" „Wel," antwoordde Hotse, „dat was wel noodzakelijk. Hoe zou je anders kunnen verklaren, dat wij hier bij nacht en bij ontij aan de zeedijk zwalken?" „Nou, ik moet zeggen, jij kunt goed fantaseren. Wat voor man zou dit ge weest zijn?" „Ik denk een boerenarbeider," ant woordde Hotse. „Hij droeg klompen' en je rook wel, dat hij uit de stal kwam. „Ho, hier rechtsom. Ik wou wel, dat het ophield met regenen, 't Is niet erg, maar toch onplezierig.'' Tegen de grauwe lucht zagen ze een zwarte silhouette afsteken. Het was de watermolen. Er naast stond een klein huisje. Ze sloegen rechtsom. De weg was hier aanmerkelijk beter. Naast de weg was een tamelijk breed voetpad, waarop ze naast elkander konden lopen. „Jij speelt je rol schitterend", begon Wieger na een poosje. „Ik ben bang, dat als ik praat ze onmiddellijk horen', dat ze met een namaak monnik te doen hebben." „Ja," antwoordde Hotse, „dat is wel een beetje lastig. Weet je wat? Ik zal zeggen, dat je boete doet en een half jaar niet spreken mag. Je hebt een ge lofte afgelegd!" „Prachtig," zei Wieger. „Dan mag ik nu wel een beetje veel praten. Anders heb ik er te veel scha van." Met stevige tred stapten ze voort, „'t Is gelukkig, dat het niet erg waait," bromde Wieger, „anders hadden we nog m.eer last van die pijen, 't Is nu al lastig 'genoeg." „Maar ze zijn ook warm," zei Hotse. „Ik heb tenminste geen last van de kou." Na een tijdje zagen ze aan hun lin kerhand de trotse torens van een groot kasteel. Dicht geboomte en grote grach ten omgaven het. Een singel liep om het gehele complex heen. Ook deze sin gel was door een brede gracht om geven. „Liauckema-Slot", zei Hotse. „Liauckema-Slot?" vroeg Wieger, „is dat een groot kasteel?" „Je ziet het," antwoordde Hotse. „'t Is een oud slot en daarbij haast onneem baar.'' Thans kwamen ze op een brede weg en sloegen linksaf. Reeds vertoonden zich de eerste huizen van het dorp Sex bierum. Weldra doemde voor hen een kerk op. „Wij moeten de weg houden," zei Hotse. Er waren ihier echter tvvee wegen. „Rechtsom, vermoed ik," w Hotse. Weldra kwamen ze buiten het dorp. Ze liepen nog een paar honderd meter. Dan zagen ze een weg aan hun rechter hand. Deze sloegen' ze in. 't Werd heel donker. Nog altijd sijpelde de regen zacht neer. „Ik ben bang, dat het allemaal regea wordt," zei Wieger. Hotse lachte, „Alsof het nu niet re gent," zei hij. „Nu ja," antwoordde Wieger. „Ik be doel, dat het regen blijft. Gelukkig bleef ook hier een tamelfl» hard voetpad naast de rijweg te lope»' „Wat is die Lumey toch een eigen aardig man," begon Wieger. „Ik k" hem haast niet verstaan." „Hij spreekt meest Duits," antwoora- de Hotse. „Maar met een Frans accent- 't Is wel een flinke kerel en trouw onze zaak. Maar ja, hij is nu een een beetje luchthartig." „Nu, zeg maar gerust, dat hi] e- woesteling is." „Och," zei Hotse, „zulke karaltten ontmoet je veel in deze tijd. Vrolijk luchthartig. Hun wegen en mn ddele: zijn niet altijd de mijne, maar ze hebbe' toch de zaak van ons land en onze ker^! 'boven aUes hef. Doch het is gelukte^ dat de Prins van Oranje boven h'; staat. Dat is een buitengewoon m^'' Een Godsgesoherik."

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1971 | | pagina 2