I pasfoto's I Diploma-uitreiking Chr. Streek- schoDl voor LflVO-IVlO Middeiharnis ic Van overal gekomen „met een gevlogen wind" Meei Dirkt te b< subi I J. ZANDSTRA Jarenlang, wel een halve eeuw schenen ze te zijn vergeten, de gasten van de eertijds zo roemruchte Middelharnisse vissersvloot. Zoals van „old soldiers" wordt bezongen leken de meesten in de tijd te zijn opgegaan maar nee, zaterdagmiddag zaten de veteranen, veelal de leeftijd der sterken ver te boven op het Vingerling op het ere-gestoelte aan de voet van het bronzen kof jekokertje, te hunner ere, en ter nagedachtenis van hen die bleven, opgericht. Meerderen hadden elkaar in jaren, tientallen jaren soms, niet meer gezien maar ook voor een oud kof jekoker kan 't verkeren, op Middelharnisse bodem, op de keien van het Vingerling hebben ze elkaar weer gevonden en elkaar bij de schouders gevat. An ders dan vroeger in hun harde jeugdjaren konden ze zich nu wat senti ment veroorloven, dat mocht en dat werd gedaan. De oud vissers („mijn vissertjes" zei Aai Boogerman) hebben in Middelharnis een gelulddge dag gehad en op het Vingerling, onder een loodzware lucht waren ze stil en geroerd toen hun kof jekoker werd onthuld. ir De onthullingsplechtigheid. Links Z.E. Minister Bakker, midden dhr. J. Boogerman en rechts Hein Groen die het fokkezeiltje bergt. Er viel die dag zoveel te praten De onthulling t Ook voer i I FOTOGRAFIE I SOMMELSDIJE De beeldhouwer Dankwoord VERVOLGVERHAAL On: ruil Bij aal U op Bij aal dekenI Met 7 ster de gemeentj openbare vel en exploitati l derheids)vo| een bijdrage en w. wezei aan; kortgc belasting- ei te stellen wa betekent, alsook dhr. medewerkinj Zwembad zondag gesld Bl&az. 2 JEILANPEN-NIEUWS' Dinsdag 29 juni 1971. Bninsdag 29 jurj Oud-vissers van Middelharnis waren nog eens in de thuishaven De onthulling van het bronzen kof je kokertje, 20 ijverig en spontaan door zovelen bijeen gespaard, vormde het hoogteplint van deze dag, die voor velen al heel vroeg begon. Dat was vooral het geval voor de IJmuidenaren, voor wie om half negen een bus gereed stond, dat was ook het geval voor ,,die van Rotter dam" en samen arriveerden ze om elf uur in de „thuishaven"'. In hotel Jacobi waar de oud-vissers uit Middelharnis al aanwezig waren had de grote verbroe dering plaats, een onvergetelijk tafereel, aangezien door een verrast Comité, dat zich gelukkig prees de aktie te hebben gevoerd. Wat een lieverds waren het, de Mid delharnisse Roode Kruis helpsters en wat een bewonderenswaardige kerels, die helpers, die de oudjes die slecht ter been waren met veel zorg naar bin nen loodsten en aan een plaatsje hielpen. Om half een stond de maaltijd gereed in de aula van de Technische School, verzorgd door hotel Jacobi. Gesmuld hebben ze van de verse tong die daar werd geserveerd, gesmuld van de brood jes, van de soep en van de gezelligheid, want wie had het ooit kunnen denken elkaar zo nog eens terug te zien? Har telijk hebben ze geapplaudiseerd na het welkomstwoord van burgemeester Joh., van Es van Middelharnis, als voorzitter van het Comité en aandachtig hebben ze geluisterd naar het speciaal voor deze gelegenheid geschreven lied van de kofjekoker dat via de stereo-recorder ten gehore werd gebracht. Op een vouw blad stond de tekst van het lied en ze hebben het mee naar huis genomen om het nog eens na te neuriën. Dirigenll Gerrit Zoon zal het op 16 oktober nog eens voor de radio herhalen wanneei hij met „Ons Koor" voor de microfoor zingt. Met vel interesse hebben ze ook gekeken naar de modellen van de sloe pen, precies zoals ze er vroeger hebben uitgezien. In de gang kwam beeldhoU' wer Pieter de Monchy niet ontslagen van een oud-visser die met veel gebaren zijn relaas deed van een barre tocht, Een rolstoel werd naar boven gedragen, ook hij hoorde erbij. Het receptieboek werd gehanteerd door Jan-Pieter Nipius als kofjekoker gekleed, kompleet met' bUnkend witte klompjes. Tijdens de maaltijd arriveerde Z.E. Minister drs. J. A. Bakker met zijn echtgenote. Met graagte had Z.E. de uitnodiging geac cepteerd de kofjekoker te onthullen. Daar werd ook mevr.i Faasse uit Rot terdam begroet, de weduwe van „Arja nus" die in zijn boek „Zee en Eiland" al het verlangen naar een visserij-mo nument neerschreef. De onthulling gebeurde 's middags om half drie op het Vingerling en daar, op die beperkte ruimte bleek pas goed hoe groot de belangstelling was, ook van de zijde van het publiek. De regen liet het even afweten en toen iedereen gezeten was kon dhr. van Es, zich pre senterend als blijde voorzitter van het Comité en trotse burgemeester, een har telijk welkom richten tot de Minister en zijn echtgenote, de beide wethouders van Middelharnis en allen die zich bij de genodigden hadden gevoegd. De burge meester hield het kort, alsof hij ver moedde hoe magistraal Aai Boogerman zich zou laten horen, vanaf het met netten omhangen spreekgestoelte „zijn" vissertjes overziend. Wie het nog niet wist kreeg van hem te horen dat het „kofjekokertje" niet enkel aan de kofjekokertjes herinnert maar gezien moet worden tegen de ge weldige achtergrond van de visserij en ieder die daarmee te maken had, de vissers, de reders, de kuipers, de mande makers, de ambachtsmensen, de scheeps bouwers, kortom het kofjekokertje her innert aan dat „hele boeiende leven van Middelharnis' visserij.' Dhr. Boogerman herinnerde aan de stichting van de eer ste vismijn in 1597 die tot 1854 uitste kend heeft gefloreerd. Voorts keek hij terug naar de komst van de eerste sloe- pe, een frans type schip, in 1814 en in 1929 bestond de hele vloot hieruit. De traditionele bemanning bestond uit 13 a 14 koppen en aan boord van die sloe pen kreeg de kofjekoker een keiharde opleiding. Vervolgens liet dhr. Booger man, die zijn gehoor uitermate boeide, zijn anker vallen in 1896 bij de toen aanwezige grote en beroemde beuger- vloot, die de letters M.D. uitdroeg tot in het verre IJsland toe, de schippers en hun bemanningen kenden de immense watervlakte als dé inhoud van hun broekzakken', zo vergeleek dhr. Booger man en hij vervolgde: „het gezicht op die prachtige vloot is onvoorstelbaar mooi geweest maar ik moet er een grote rouwsluier over hangen, want er zijn er zoveel gebleven, vélen zijn heengegaan om nooit meer terug te komen. De ge zinnen bleven sociaal volmaakt onver zorgd achter en het gebeurde dat een stoepe op de sluis werd opgewacht door een sombere man die aan een beman ningslid moest vertellen dat diens vrouw vijf weken geleden begraven was." Ook vermeldde dhr.i Boogerman dat ook in de laatste periode van de visserij nog velen om het leven waren gekomen door de oorlogshandelingen en het werd stil toen dhr. Boogerman beschreef hoe statig de laatste sloepe, „de „Oranje- Nassau" in 1920 de haven uitvoer alsof er een dode werd uitgedragen, het Vin gerling als een weduwe achterlatend. De kofjekokers zijn met de vloot mee gegaan, je kon ze overal aantreffen, in de Griekse ■wateren, op de gevaarlijke Moermansk route en in de Caraibische Zee, zoals de mariniers hadden ze hun werkterrein „zo wijd de wereld strekt." Nadat de vloot verdw^een kwam er voor de haven een periode van rust en daarna de jachten. Degenen die de vis serij hebben gekend werden! geplaagd door heimwee zoals Arjanus dat in zijn boek „Zee en Eiland'' heeft beschre ven. „Thans" zo gebaarde dhr. Boo german" hebben de oud vissertjes van overal het anker gelicht en zijn met een gevlogen wind naar Middelhar nis gekomen en hier zitten ze nu op die historische straathoek waar elke steen van die boeiende geschiedenis ver telt. Tenslotte sprak dhr. Boogerman de wens dat de oud vissers en hun bege leiders onder Gods vleugelen weer vei lig thuis zouden' komen en dat ze nog lang getuige zullen mogen zijn van de aanwezigheid van het beeldje dat door drs. Bakker onthuld ging worden. Ook Z.E. Minister Bakker bleek te weten van de geweldige activiteiten van Middelharnis' visserij en thans op een nieuwe wijze in de jachthaven waaraan hij de wens verbond dat de bevolking ook met die schippers goede maatjes zal blijven. „Wij hebben nauwelijks weet van de omstandigheden waaronder de vissers van toen hebben geleefd," al dus de Minister aan wie het niet ont gaan was dat er veel leed moet zijn ge weest. De Minister vergeleek het kof jekokertje met zijn „collega" het ke telbinkie uit Rotterdam. Veivolgens ging Tijdens een donderdagmiddag 24 juni j.l. gehouden bijeenkomst kon aan de volgende leerlingen, in aanwezigheid van enkele bestuursleden en het perso neel, de volgende diploma's worden uitgedeeld: Sleutel- diploma 1. Magda den Boer, Den Bommel 2. Nelleke Buth, Sommelsdijk 3. Mineke Hout, Sommelsdijk 4. Adrie Jansen, Middelharnis 5. Sjanie Jelier Stad aan 't H. 6. Nelleke Kanters, Sommelsdijk 7. Ma van der Kroon, Nieuwe Tonge 8. Atie Mackloet, Sommelsdijk 9. Pita Oosterling, Middelharnis 10. Addi de Visser, Sommelsdijk 11. Ada Vroegindeweij, Middelharnis 12. Bart de Bakker, Middelharnis 13. Kees Grinwis, Ouddorp 14. Henk Kievit, Middelharnis Unit Engels 1. Magda den Boer, Den Bommel 2j Nelleke Buth, Sommelsdijk 3. Minike Hout, Sommelsdijk 4. Adrie Jansen, Middelharnis 5. Sjanie Jelier, Stad aan 't H. 6. Ma van der Kroon, Nieuwe Tonge 7. Ada Vroegindeweij, Middelharnis 8. Henk Kievit, Middelharnis 9. Corrie van Biert, Middelharnis 10. Arja van den Boogert, Oude Tonge 11. Cock van Dam, Ooltgensplaat 12. Lies Hameetman, MiddeUiamis Z.E. over tot de bijzonder originele onthulling, geassisteerd door Jaap Boo german (89) uit Dordt en Hein Groen (68) uit Middelharnis. Gedrieën hesen' ze het fokkezeU dat de kofjekoker nog aan het gezicht onttrok. Terwijl het ventje zichtbaar werd speelde aan de overzijde van de haven „Sempre Cres cendo" een couplet van het liedje „fer me jongens, stoere knapen" en werd de hollandse vlag gehesen. Aan de voet van het monumentje werd bloemen ge legd ter herinnering aan de vissers van Middelharnis door de gezusters Greet en Clare de Koning uit IJmuiden. Beeldhouwer Pieter de Monchy uit Amstelveen maakte er geen geheim van tijdens het uitvoeren van zijn opdracht geladen' te zijn geweest door de intieme sfeer die hij tijdens zijn «erste bezoek aan Middelharnis had ontmoet, daarom kon hij verzekeren met heel veel ge noegen aan het beeldtje te hebben ge werkt. Graag hoopte dhr. de Monchy dat het ventje een symbool zal mogen blijven van de glorieuze tijd, het is ook een beetje „mijn" kofjekokertjezO' besloot dhr. de Monchy. Tenslotte werd nog een dankwoord gesproken door burgemeester van Es. Hartelijk bedankte hij al die gevers en I geefsters die hun steentje hadden bij gedragen. IJmuiden' zette haar sluizen open voor het kofjekokertje, Middelhar nis gaf royaal, en inzonderheid noem de spr. de gift van 2500,van het Anjerfonds. Ook de twee kwartjes van het oude mensje en het geld door kin deren ingezameld werden op hoge waar de geschat. Terugziend op de welvaart en de ar moede die de vissers hebben gekend wist spr. dat de vissers zich afhan kelijk wisten van de Schepper onder wiens hemel ze hun beroep uitoefenden. Hij hoopte dat de kofjekoker een dui delijke herinnering zal zijn aan wat de beugvisserij heeft betekend, ook met erkenning van het vele goede dat ze heeft gebracht. Een' hartelijk dankwoord liet de burgemeester vervolgens horen tot Z.E. Minister Bakker voor de ont hullingsplechtigheid en de Minister mocht daarvoor een fraaie ontieke tegel in ontvangst nemen. Vervolgens dankte hij de beeldhou'wer de Monchy, dhr. Haartsen van de Stichting Kunst en Be drijf die de Commissie van advies heeft gediend en de Comitéleden kregen allen afzonderlijk een dank^voord voor de manier waarop ze zich van hun taak hebben gekweten. Darmee was de plechtigheid op het Vingerling ten einde en werden' de kofjekokers (er waren er zo'n zestig met begeleiders) in hotel Jacobi terugver wacht. Vandaaruit gingen meerderen nog even naiar familie in Middelharnis en anderen bleven nog wiat nakaarten. Om zes uur vertrokken de bussen en werden de gasten hartelijk uitgezwaaid. Elk met een allerplezierigste herinne ring aan een zeer bijzondere dag! 13. Jannie Tanis, Nieuwe Tonge 14. Adrie Visser, Middelharnis Unit Kinderverzorging 1. Arja van den Boogert, Oude Tonge 2. Rita Cornelisse, Middelharnis 3. Cock van Dam, Ooltgensplaat 4.1 Ria Fase, Oude Tonge 5. Lies Hameeteman, Middelharnis 6. Teunie van Kempen, Oude Tonge 7. Marja Koppenaal, Nieuwe Tonge 8. Loes Nieuwland, Dirksland 9. Ina van Ours, Middelharnis 10. Adrie Ras, Nieuwe Tonge 11. Jannie Tanis, Nieuwe Tonge 12. Annet Versaevel, Middelharnis 13. Corrie van 't Zelfde, Middelharnis 14. Adrie Jansen, Middelharnis 15. Sjanie Jelier, Stad aan 't H. 16. Atie Mackloet, Sommelsdijk 17. Ada Vroegindeweij, Middelharnis Unit aardrqkskunde 1. Corrie van Biert, Middelharnis 2. Corrie Knöps, Nieuwe Tonge 3< Adrie Visser, Middelharnis Unit Boekhouden 1. Ma van der Kroon, Nieuwe Tonge 2. Bart de Bakker, Middelharnis 3. Kees Grinwis, Ouddorp 4. Henk Kievit, Middelharnis 5. Arja van den Boogert, Oude Tonge 6. Cock van Dam, Ooltgensplaat Unit Verkoopkunde 1. Corrie van Biert, Middelharnis 2. Arja van den Boogert, Oude Tonge 3. Rita Cornelisse, Middelharnis 4. Cock van Dam, Ooltgensplaat 5. Ria Fase, Oude Tonge 6. Lies Hameeteman, Middelharnis 7. Teunie van Kempen, Oude Tonge 8. Corrie Knöps, Nieuwe Tonge 9. Marja Koppenaal, Nieuwe Tonge lOj Loes Nieuwland, Dirksland 11. EUa Nipius, Middelharnis 12. Ina van Ours, MiddeUiamis 13. Adrie Ras, Nieuwe Tonge 14. Jannie Tanis, Nieuwe Tonge 15. Adrie Visser, Middelharnis 16. Corrie van 't Zelfde, Middelharnis 17. Klaas van Heest, Goedereede 18. Jan Huizer, Herkingen.' Vaardigheids-diplomia typen 1. Magda den Boer, Den Bommel 2. Nelleke Buth, Sommelsdijk 3. Adrie Jansen, Middelharnis 4. Nelleke Kanters, Sommelsdijk 5. Ma van der Kroon, Nieuwe Tonge 6. Dini Maliepaard, Oude Tonge 7. Ada Vroegindeweij, Middelharnis 8. Bart de Bakker, Middelharnis 9. Kees Grinwis, Ouddorp 10. Henk Kievit, Middelharnis 11. Arja van de Boogert, Oude Tonge 12.1 Klaas van Heest, Goedereede 13. Kees de Vos, Middelharnis Diploma typen (gevorderden) 1. Corrie van Biert, Middelharnis 2. Ella Nipius, Middelharnis 3. Jan Huizer, Herkingen 4. Jannie Brooshoofd, Nieuwe Tonge 5. Jan de Geus, Stellendam 6. Wim Koole, Dirksland Diploma AVV II 1. Carla Oosterling, Sommelsdijk 2. Magda van der Sluys, Oude Tonge 3. Joke Mastenbroek, Sommelsdijk 4. Jannie Brooshoofd, Nieuwe Tonge 5. Ria Dorst, Nieuwe Tonge 6. Rieneke Nagtegaal, Melissant 7. Ria Wervers, Middelharnis 8. Hennie van Broekhoven, S'dijk 9. Marja van Damme, Stad aan 't H. Diploma NaaldvaJiken en Huishoudkunde 1. Corrie van Biert, MiddeUiamis 2. Arja van de Boogert, Oude Tonge 3. Rita Cornelisse, Middelharnis 4. Cock van Dam, Ooltgensplaat 5. Lies Hameetman, Middelharnis 6. Teunie van Kempen, Oude Tonge 7. Corrie Knöps, Nieuwe Tonge 8. Marja Koppenaal, Nieuwe Tonge 9. Loes Nieuwland, Dirksland 10. Ella Nipius, MiddeUiamis 11. Ina van Ours, Middelharnis 12. Adri Ras, Nieuwe Tonge 13. Janny Tanis, Nieuwe Tonge 14. Annet Versaevel, Middelharnis 15. Adrie Visser, Middelharnis 16j Corrie van 't Zelfde, Middelharnis. VI MELISSANT Kerkdiensten. Voor de Ger. Ge meente (Beatrixlaan) hoopt a.s. don derdagavond om half acht voor te gaan ds. Schipaanboord van Rotterdam (21 en a.s. zondag om tien en zes uur ds. Huisman van Vlaardingen. door Sibe van Aangium 17 Hij was weer gaan zitten. Maar thans stond hij op ten teken, dat het onder houd was afgelopen. „Mijn oprechte dank mag ik..." begon Hotse. Basius echter -wuifde met de hand. „God zegene u in uw arbeid", zei hij. „Ik wenste wel, dat allen zo ernstig hun taak opvatten. Ge weet, dat onze Heer de Prins van Oranje een zekere gedrags lijn heeft vastgesteld. Een derde van de oorlogsbuit zou hij willen ontvangen. Zo mogelijk moet ge gemeenschappelijk werken. Guislain de Friennes, Heer van Lumbres, is aangesteld tot Admiraal van de Geuzenvloot. Kunt ge niet gemeen- schappeUjk optreden welnu dan doet ge, wat uw hand -vindt om te doen. Wij wiUen hopen, dat de tijd niet ver af is, dat allen gemeenschappelijk de -vijand op de schouder springen". Met een hartelijke handdruk nam Hotse afscheid. Daarna ging hij terug naar „de Prin senhof". Zeger Franszoon was opgenomen in de kring der Geuzen. Toen Hotse „Des Vis sers Welvaren" voorbij ging, merkte hij nog het luidruchtig gezang der Geuzen. Hij zuchtte.1 „Zou Gods zaak door zulke mensen moeten worden gered? Neen, hij wist, dat hij zelf niet beter was. Maar zo mocht het toch niet! Somber liep Hotse voort. Zou de zaak der -vrijheid voortgang hebben? Hotse was, hoe ver licht zijn denkbeelden over sommige dingen ook waren, een kind van zijn tijd en dus erg bijgelovig. En daarbij kwam een verkeerd verstaan van de Schrift. Dat was trouwens algemeen in die dagen. Het waren „de laats'te dagen". De voorspelling van Christus in Matth. 24 zou thans in vervulling gaan. Zeven voudig zou aan de Antichrist vergol den worden, wat hij aan Gods kinderen had gedaan. Aan de hemel waren ver schrikkelijke voortekenen gezien. En ze gingen al in ver-vuUing. Anderhalf jaar geleden had een -vreselijke watervloed ons land geteisterd, de Allerheiligen- vloed van 1 november 1570. En ze was voorspeld. En 't was of een zevenvoudig wee Hotse in de oren klonk. In de donkere straat bleef Hotse staan en vouwde zijn handen. Hij bad: „O Heer, houd uw werk in stand. En laat mij strijden voor Uw eer en de Baby- Ionische honden Uw -wraak doen gevoe- len"j HOOFDSTUK 4 De volgende morgen maakte Hotse zich reeds -vroeg op om een bezoek te brengen aan de bevelhebber van de Grafelijke troepen. Het gelukte hem toegang te verkrijgen. Toen Hotse de zaal binnentrad, waar de bevelhebber hem ontving, was deze juist bezig enkele stukken in te zien. Be leefd bleef Hotse bij de deur staan. De commandant deed alsof hij niets merk te. Langer dan een half uur moest Hotse wachten. Eindelijk scheen de bevelheb ber met zijn werk gereed te zijn. Hij riep Hotse, die zich inwendig ergerde over het gedrag van de bevelhebber, maar terwille van zijn zaak zijn erger- niet niet liet blijken, naderbij te komen. „En wat -wilt u, mijnheer „Hotse Hiddes", kwam Hotse hem te hulp. „Ah juist, Hotse Hiddes", zei de be velhebber. „U ^s die Geuzenkapitein, die mij wenste te spreken. Wat wou u?" De toon van de ander was zeer on vriendelijk. „Ik zou gaarne mijn vriend,Willem van Blois van Treslong, wülen bezoe ken,'' antwoordde Hotse. „Wat?" De ogen van de Ijevelhebber schoten vonken. Hij werd rood van kwaadheid. „Wat? durft hier te ko men met zo'n verzoek? Weet u wel, dat deze Treslong in de ijzers zit?" „Juist daarom verzoek ik toegelaten te worden'," zei Hotse kalm. „Indien de Heer Van Treslong niet gevangen zat, had ik uw toestemming niet van no de." „Mijnheer," antwoordde de bevelheb ber, „indien u uw vriend wilt ontmoe ten, wil ik u ook wel gevangen nemen. Ik heb meer dan genoeg van de plun deringen en de roof zucht van die Geu zen. En wat die Treslong betreft, U kunt hem niet bezoeken. Hij wordt streng bewaakt, tot 'het de Graaf be haagt vonnis over hem te vellen." „Waarvan wordt hij dan beschuldigd?' vroeg Hotse. „Vraag dat aan zijn luitenant, die woesteling Roobol,'' antwoordde de be velhebber. „Die heeft zijn plundertoch- ten niet gestaakt, zelfs niet in het ge bied van de Graaf. Onze onderzaten hebben veel van hem te lijden. En die Treslong is daarvoor verantwoordelijk. Hij zal zijn straf niet ontgaan. Ga mijn, heer, eer ik u in boeien sla. Ik heb meer dan genoeg van die Geuzen; Ze berokkenen me niets dan last." Met deze woorden kon Hotse gaan. „Ik heb 't eerlijk geprobeerd," mompel de hij, terwijl hij het slot verliet. Hij begaf zich echter niet naar de haven, maar sloeg een straatje in, dicht bij de 'haven gelegen. Het doel van zijn tocht was een klein huisje. Hotse liet de klopper vallen. Een -vrouw van mid delbare leeftijd opende de deur. „Hotse Hiddes," riep ze blij. „Kom binnen. Het verheugt me, dat ge Klaas Lievensz' weduwe niet vergeet." „Hoe zou ik?" antwoordde Hotse. „Heeft ons de Heer niet geboden, dat ■wij onze weduwen zullen gedenken'?" Hij trad binnen en zette zich bij het haardvuur. „Hoe gaat het met u?'' ,-,Och, -«rat zal ik zeggen," antwoordde de weduwe. „Sinds mijn man nu drie jaar geleden gedood is, heb ik veel moeite gehad. Met mijn drie kinderen vluchtte ik naar hier, zoals ge weet. Hier vonden wij een veüig toevluchts oord. De.burgerij is ons wel gezind en vele 'broeders en zusters uit Nederland denken goed aan een weduwe, wier man om des geloofs wUle is gedood. Ook mocht ik van u verleden herfst een mil de ondersteuning ontvangen'. En de eer waarde Heer Cornelius Everhardi heeft mij herhaaldelijk opgezocht." Hotse had haar de vorige herfst een rijke gift gebracht. „Ik zou nu graag uw hulp hebben," zei Hotse. „Maar ik verzoek volstrekte geheimhouding." zei moeder Geerte „Ik ben zeer blij, dat ik iets voor u doen mag." „Ge weet," zei Hotse, „dat de goede graaf thans ons. Geuzen, minder wel- .gezind schijnt. Schijnt, zeg ik, want in zijn hart is hij ons welgezind. Maar hij vreest de dreiging van Alva. Nu heeft hij verschillende van Oinze mannen ge vangen genomen. Sonoy, die hier voor hun belangen optrad, moest Emden ver laten. Dat de Heer van Lumey uit stad gejaagd is door de burgerij, is te begrijpen. Maar dat men flinke edellie den, zoals de Heer Van Treslong, ge vangen 'houdt, slechts op vage beschul digingen, bewijst, dat er andere mach ten' tegen ons aan het werk zijn. En bevelhebber van de Graaf is bitter je gens ons gestemd. Vergeefs verzocht» hem om een onderhoud te mogen heo- ben met Treslong. Maar ik moét Tres- long spreken. Wüt ge mij helpen, moe der Geerte?" „Graag," antwoordde ze. „Maar wat kan ik doen?" „Dat zal ik u zeggen," antwoordoe Hotse. „Ik moet hebben een eenvoudi? gewaad als van een ontslagen lands knecht. Ik zou dat aan boord -w el kun nen krijgen, maar het moet volstreK geheim zijn. Daarom kom ik tot u. t» I ■graag wil ik mij hier een beetje ver mommen." „Dat kan best," zei moeder Geerte. „Ge treft het zelfs heel goed. Ge weet dat ik zo nu en' dan kamers verhuuj Verleden jaar had ik een jonger .an ya» uw leeftijd. Hij is plotseling vertrokHen en heeft zijn kleren laten liggen. WJ was van uw postuur. Ik zal eens eve wat halen." Weldra kwam ze terug met een W"^ del kleren over haar arm. „Pas °g maar eens," zei ze. „Hier zal wel wat oi wezen." (Wordt vervoll Wel bleek {coord te zijn I ge-vraagde Sta ïde Statuten -v, I tarieven' en di I keuring van dl IWaar evenwq I sprake werd Itingsbestuur t ■wenst te achti ■bepalen, "zond ■het StichtingsïL ■omdat reeds bl ■tijden ondeni ■keuring van "van het CoUeJ de Bonte -wil^ fpunf' maken] iRossum. NadI Istuursconstrucf ■aantal bestui; BA^aarvan 6 té. peenteraad e3 ptuur. 1 „Mijn zegenl r. van Prooijf burg. Bos hej dat er t.b.v. Jring geen veil Idruk nodig zJ •bleek ook geJ Igedachte het] ■situeren omdl pecreatie-beoel vaardoor del Xforden vergei ^e spr. vatbi Tiet bad in| delharnis bouwen." De voorz. ►ouwen bad pakter zal kr3 lis een recrl vorden gezierf Dhr. j. L. i een sugges^ v^an het bad. gemikt op eeri fabriek maarl pat de voetq poofjesweg e3 Hunnen zijn -vL pet er ook wal "De raad verzekerde ^an de Stichtil .,Dan wordJ 'loest de vool Dhr. Hakki traag met hl «memmen. Welf ^at moeUijk Wrksland kol ipir. Hakkenbl hand. De heer B -ikkelljk dd

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1971 | | pagina 2