EiiAriDEn niEuws Ons isolement is onze Itracht Ktndehho'tkfe* NUTSSPRRRBRNK DE VmiBUITER BUIJSSE Expositie Zeefdrulcicen in Galerie „de Welle" KEUVELAAR 2e blad Vrijdag 23 april 1971 No. 3980 it it Uw Modehuis it it MIDDELHARNIS Op districtsavond Jeugdver. Qer. Gem. SPAAKBAKK EN ALLE BANKZAKEN VOOK GEZIN EN BEDEUF Voorstraat 36, Middelhamis B^lc Langeweg 15, Ooltgensplaa.t Een reaktie op een reaktie Kuyper en de Ger. Kerken Een paar goede woorden Ik eindigde vorige week met de mede deling dat ik nog iets op m'n hart liad., Welnu, daar wil ik vandaag mee voor de dag komen. Het probleem raakt noch mezelf, noch mijn rubriek, maar het is belangrijk genoeg om in deze rubriek ter sprake te komen. Op mijn bureau ligt „Centraal Week blad" van 6 maart j.l. Wanneer ik een nummer van dit blad in mijn handen krijg, ben ik al gauw geneigd, het door te bladeren totdat ik het gemeente- nieuws van de zuid-hollandse eilanden heb gevonden, waarbij het me dan met name gaat om de berichten uit Den Bommel en Ooltgensplaat, die, gelijk ieder weten kan, verzorgd worden door de originele pen van Ds. A. W. Meeder. Zoals er lieden zijn in kerkelijk Neder land, die de (Herv.) Kerkbode van de Classis Harderwijk alléén lezen voor de wekelijkse stukjes van Ds. J. T. Door nenbal te Oene, zo kan ik mij voorstel len dat het „Centraal Weekblad" extra abonnees telt wegens de bijdragen van Ds. Meeder. Mijn belangstelling werd nog ver meerderd, toen ik in het genoemde num mer van 6 maart onder Den Bommel de naam van ons blad „Eilanden-nieuws" zag staan. Ds. Meeder reageert in het gemeentebericht op een tweetal artike len in ons blad, waarin Abraham Kuy per werd herdacht, in verband met het feit dat het 50 jaar geleden was dat hij het tijdelijke met het eeuwige verwis selde. Nu zijn deze artikelen (van 15 en 18 december) van een andere hand dan de mijne. Wèl heb ik in deze rubriek ook aandacht aan deze herdenking be steed (in het nummer van 13 nov.), maar dat kwam niet ter sprake. Ik sta dus op het punt de kastanjes uit het vuur te halen voor een andere medewerker, maar die zal me dat hopelijk niet kwa lijk nemen. Nu vind ik het wel een beetje vreemd, dat Ds. Meeder, die toch weleens blijk heeft gegeven, het blad „Eilanden- nieuws" geen kwaad hart toe te dragen, zijn reaktie op bovengenoemde artike len laat afdrukken in „Centraal Week blad". Als hij het niet met bepaalde be schouwingen in E.-N. eens is, dan zal de redafctie toch altijd een plaatsje in ruimen voor zijn bezwaren. iVIaar goed, langs deze omweg komen die bezwaren dan toch onder ogen van onze lezers. Ds. Meeder verklaart, de artikelen over Kuyper met grote belangstelling te hebben gelezen. Maar hij heeft er tooh ook wel wat in gemist, o.a. „de tegen werking die Kuyper heeft moeten on dervinden van hen die hem hadden be horen te steunen. Ik denk alleen maar aan de oprichting van de V.U.i en aan de belijdeniskwestie. Toen „puntje bij paaltje" kwam bleven velen liever tegen de Rijks Universiteiten aanhangen dan dat ze met hart en ziel meestreden voor een universiteit op confessioneel-gere formeerde grondslag. En wat de belij denis aangaat: de spraakverwarring daarover in de Herv. Kerk van de vori ge eeuw werd blijkbaar door velen méér begeerd dan het heldere geluid dat Kuyper deed horen". Ja, wat moet ik hierop zeggen? Ik zou natuurlijk kunnen aanvoeren dat hier een groot verschil in kerkbeschou wing achter zit. Wat natuurlijk niet wegneemt, dat vele gereformeerden in de Herv. Kerk Kuyper in de kou heb ben laten staan. Maar die velen hadden dan ook niet de vrijmoedigheid om het zinkende schip maar een prooi van de golven te laten worden... Wat Kuyper bereikt heeft met zijn vrije kerk in een vrije staat, heeft de geschiedenis toch wel duidelijk getoond. Ds. Meeder kan beter weten dan ieder ander hoe snel het ontbindingsproces in de Ger. Kerken verlopen is. Dat zegt hij trouwens zelf in dit stukje ook! En toch voegt hij eraan toe: „Maar voor geen geld zou ik uit onze kerken willen over stappen naar de Ned. Herv. Kerk. En dat niet omdat hier op het eiland ner gens de gezonde leer zou worden ver kondigd door Herv. predikanten, maar omdat we nog wat meer in rekening moeten brengen dan alleen de gang van zaken op Goeree en Flakkee"^ NATUURLIJK BIJ MIDDELHARNIS Dat laatste kan ik, vanuit het stand punt van Ds. Meeder, heel goed begrij pen. Ik zou alleen willen vragen: Moe ten we ook in de Ger. Kerken niet meer in rekening brengen dan de situatie in de kerken van Ooltgensplaat en Den Bommel En nu ben ik eigenlijk pas toe aan de zaak waarom het mij ging. Bijna had ik geschreven: „In cauda venenum" (Het vergif zit in de staart). Want het stukje van Ds. Meeder eindigt met de veelzeg gende woorden: „Het zou prettig zijn, als in ons Eilanden-nieuws ook ooit eens een paar woorden werden geschreven in het voordeel van onze geref. kerken". Die zin moeten we eens goed op ons laten inwerken. „Ook ooit eens", dat wil dus zeggen dat het nooit gebeurt. En dat is toch wel een zware beschuldiging. Dan wil ik alleen maar in herinnering roepen, wat ik zelf in het nummer van 13 nov. heb geschreven over Kuyper: „Een man die de eer van God zocht op velerlei gebied; in gezin, staat, kerk en maatschappij. Dat was Abraham de Ge weldige. Over de manier waarop dit al les gebeurde mogen w^e van mening ver schillen de feiten liegen er niet om. En het mag ook gezegd worden dat zijn werk voor velen, en zelfs voor heel ons volk tot zegen is geweest". Daar neem ik nog geen letter van te rug.] En ik zou er nog aan willen toevoe gen, dat de Gereformeerde Kerken ons tal van mannen hebben geleverd, die hun sporen hebben nagelaten in ons volksleven. Mamien met organisatori sche gaven, met leidinggevende func ties. En gelukkig is dat niet allemaal verleden tijd. Er is veel in de Gerefor meerde Kerken, dat ons met zorg ver vult (in welke kerk is dat niet?) maar er zijn ook vele goede dingen. En zolang mensen als ds. Meeder en de zijnen hun stem kunnen laten horen en er ook naar die stemmen geluisterd wordt, kunnen we hoop hebben voor de Gereformeer de Kerken. En hiermee heb ik, naar ik hoop, vol daan aan de wens van Ds. Meeder, dat er in ons blad althans „een paar woor den werden geschreven in het voordeel van de gereformeerde kerkenOf Kuyper nog gelezen wordt, de vraag die Ds. Meeder óók aansneed, laten we dan maar in het midden. Anders zou dat misschien weer in het nadeel van die kerken uitvallen WAARNEMER. (Ingezonden) Waarom zijn we vanavond hier? Waarom mogen we zondags naar de kerk? Beze vragen stelde Ds. Blok in z'n openingswoord op de distriktsavond in Dirksland. De dominee legde er de nadruk op, dat wij bevoorrechte m«nsen zijn, omdat we dag in, dag uit in aan raking komen met Gods Woord. Maar dat het tevens een waarschuwing in hield, want als we volhouden met door te gaan in het zondigen, dan zal de eeuwige straf dubbel zo zwaar zyn. De vergadering werd dan ook geopend met de bede „Waarmede zal de jonge ling, z'n pad. Door ijdelheen omsingeld rein bewaren". En direkt daarop werd de belofte gezongen „'k Heb in mijn hart Uw rede weggelegd". We moeten alle maal maar veel bidden of we deze be lofte allemaal oprecht en eerlijk voor God uit mogen roepen! Hierna gaf hij het woord aan ds. Schipaanboord die ds. Blok eerst harte lijk bedankte voor z'n welkonistwoord en tevens de hoop uitsprak dat ieder met aandacht naar het Woord des Hoe ren mocht luisteren en dat het tot eeu wige zegen mocht strekken. Het referaat n.a.v. 1 Kon. 22 was prachtig. Ds. legde uit hoe er tweeërlei profetie was, zoals de 400 profeten en Zedekia aan de ene kant en Micha aan de andere kant. Hoe de ene groep het aanried om naar Güead te gaan en Mi cha het afried. Micha deed dit wel op een bijzondere manier.i Eerst gaf hij spottend de 400 profeten gelijk en daar na vertelde hij de -waarheid. Ook ver telde hij hoe God een leugentaal in de mond van Aohabs profeten legde. Daar na werd Micha gevangen gezet en dit bevredigde Achab niet, want hij ver trouwde de 400 profeten toch niet. Dit blijkt uit z'n kledij als hij ten strijde trekt. Van' Josafat was het een grote on voorzichtigheid om mee te gaan. Net zo wel als wij gewoon doorhollen in de wereld. Josafath was, net als wij nu, ge waarschuwd. Micha was ook gewaar schuwd, maar niet door God, wel op de verkeerde manier, want toen ze hem kwamen halen zeiden ze als je de pro feten gelijk geeft dan ben je vrij. Maar Micha haatte het woord der ongerech tigheid en hij sprak de woorden die God hem ingaf. Dit is bewezen doordat God Achab doodde, d.m.v. de hand des eenvoudigen. Zodoende was het het oor deel van verwoesting door Achab. Josa fath bleef gespaard voor hem was het een oordeel van verblinding. Ook be handelde ds. de tweeërlei bevestiging.i De woorden van Micha: „Indien gij enigszins met vrede wederkomt zo heeft God door mij niet gesproken. Waarop Zedekia spottend antwoordde: „Door wat weg is de geest des Heeren van mij doorgegaan om aan u te spreken. Ook ons leven is tweeërlei bevestiging. Als we midden in de wereld staan of we zit ten op de catechisatie. Als we midden in de wereld staan dan zeggen we ik 'ben er toch zelf bij, maar dan is het juist dubbel gevaarlijk. Want de weg naar de hel is met goede voornemens ge plaveid zegt Luther. Ook wees ds. ons erop dat we steeds met een parate kennis tegenover de wereld moeten staan. Zoals Daniël met z'n 3 vrienden. En dit is niet genoeg, want wij werken graag met punten, maar God die werkt met komma's. Dus achter deze parate kennis moet ook een geloof en schuldkennis staan en deze kunnen we alleen door het gebed ver krijgen. Dit was het eind van de prach tige en leerzame inleiding. Er werd pau ze gehouden en met de kollekte was het bestuur dik tevreden. Hierna beant woordde ds. Schipaanboord de vragen op een vlotte en duidelijke manier en stelde vele oude leermeesters ons tot voorbeeld. Verder bedankte dsj Blok hem voor z'n bereidwilligheid om deze avond op Flakkee door te brengen en vroeg het nog eens te herhalen. Daarna richtte hij het woord tot de gemeente en zei verblijd te zijn geweest met de aan dacht en het stellen van de vragen. Maar dat het hem ook tevens bedroef de, dat de meest belangrijkste vraag ons leven er niet bij was, n.l. „Hoe kom ik tot God bekend". Hierna vroeg hij of ds. Schipaantooord de avond wou eindigen. Deze willigde deze wens in en besloot de avond met dankgebed en het zingen van Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen; Men loov' Hem, vroeg en spa; De wereld volg', en hoor' mijn zangen, Met Amen, Amen, na. Beste meisjes en jongens! In dit kinderhoekje wordt het vierde raadsel van april geplaatst, maar inzen den is het nog niet. Er kom.en in deze maand 5 raadsels, zoals ik al gezegd heb Nog vi^achten tot volgende week om in te zenden, als het vijfde raadsel een plaats heeft gekregen. Voor vandaag hebben we dan APBILRAADSEL 4 1. Gij die den vreest, prijst Hem. 2. Maar ben een worm en geen man. 3. En zijnbeschaamd geworden. 4. Gij legt mij in het stof doods. 5. De zachtmoedigen zullen en verzadigd worden. 6. dat Hij hem redde Hij lust aan hem heeft. 7. mijn van het geweld des honds. 8. Allen die mij zien bespotten mij, zij de lip uit. 9. Verlos mij uit leeuwen muil. 10. alle geslachten der heidenen zullen voor Uwaanbidden. 11. Doch zijt heilig.i 12. Alle der aarde zullen het ge denken. 13mijn ziel van het zwaard. 14. mijn hart is was. 15. het zal den Heere worden tot in geslachten. 16. zij hebben mijn handen en mijn voeten 17. sterke van Basan hebben mij omsingeld. De woorden, die ingevuld moeten wor den, zijn alle te vinden in Psalm 22. De beginletters van deze gevraagde woor den vormen de betekenis van het moei lijke opschrift van deze Psalm: Aijeleth hasschachar. Jullie moeten de puntjes niet tellen, want die zijn maar willekeurig gezet. Als oplossing moeten jullie alleen de gevraagde woorden maar opschrijven en de woorden, die gevormd worden door de beginletters. Dit raadsel werd me toegezonden door Greetje van Loon uit Nieuwe- Tonge. Bedankt, hoor Greetje! CORRESPONDENTIE Janneke V. Middelharnis. Over je rapport hoor ik nog wel iets, denk ik. Fijn, dat Corrie nu ook B heeft gehaald. Je raadsel zal ik goed bewaren. Het is al lang geleden dat er zo'n soort raad sel was. Maar je zal nog wat geduld moeten hebben; er zijn nog veel kinders vóór. Mieneke H. Nieuwdorp. Toen je schreef, was de vakantie nog in zicht, maar nu is het weer al een poos verle den tijd. Is ondertussen je fiets al geko men? En is de verbouwing al klaar? Wat zal het nu een fijne keuken worden! Hoe is het met die man waarover je schreef? Tjeerda V. Middelharnis. Dat teke ningetje heeft je aardig wat opgebracht! Het is leuk verzonnen om aan die hen gel een spaarvarken te laten bengelen. Is je boekenlegger al klaar gekomen? Wat zal opa geschrokken zijn, toen hij zo plotseling omver werd geworpen! Hoe is het met hem verder afgelopen? Een ongeluk zit in een klein hoekje. Gobi J. Souburg. Ben je een beetje geschrokken van je rapport? Dat kan best gebeuren; je moet altijd maar af wachten.; Het is niet zo erg al ga je wat achteruit, als je maar geen onvoldoende hebt. En dat weet ik nu juist niet. Zou je nu al grote vakantie wiUen hebben? Nee, Cobi, dat moet je nog niet wensen, want de tijd gaat al vlug genoeg. André J. Souburg. Ik heb je kort briefje gelezen. Ik vind het jammer, maar ieder mag doen wat hij 'wil. Je bent niet op school, want daar mag je niet weg bUjven. Het ga je verder goed, André! Els H. Nieuwdorp. Jij zat 's morgens om acht uur dus al te schrijven. Dat noem ik vlijtig, hoor! En kon je op tijd in school zijn die morgen? Is het niet zo ver van jullie naar school? Over de vergrote keuken heeft je zusje ook al geschreven. Als ik in de buurt kom, zal ik eens komen kijken, hoor! Piet V. Middelharnis. Het ongeval met opa is bepaald druk besproken in huis. Tjeerda moest het ook vertellen. Dat was leuk om weer eens bij je oude vriend te zijn.i Rinus zal het ook wel een verrassing hebben gevonden. Het was het „oude" Middelburg nog, denk ik. Heb jij ook op die oude brommer gekrost? Ik denk dat je al zo ingebur gerd bent, dat je niet meer naar Zeeland terug verlangt. Corrie V. Middelharnis. Nou, nou, in zeven maanden al twee diploma's! Dat vind ik heel knap. En vooral op zo'n jeugdige leeftijd. Jij bent een echte wa terrat. Ik heb het zo ver nooit kunnen brengen. Ik merk wel dat je heel blij bent met je fiets. Dan zal je er ook wel goed voor zorgen. Haima de J. Ouddorp. Moet je om half acht al present zijn bij de bushalte? Dan kunnen jullie echt niet uitslapen. Dat is maar goed ook; als je maar zorgt dat je 's avonds niet te laat naar bed gaat. Ik vind je rapport goed, hoor! Je bent aardig wat vooruitgegaan ook, merk ik. Probeer het zó maar te houden., Johan L. St. philipsland. Vond je de prijs mooi? Dat mag ik wel horen. Je zusje heeft er zich ook nog mee kunnen bemoeien. Je visjes hebben je volle be langstelling nog, hè? Jij zal er wel goed voor zorgen. En als je dat doet, dan kan het nog tegenlopen. Je kan bepaald pech hebben. Ik hoop dat je daar voor ge spaard wordt, want dan is de aardigheid er zo gauw af. Willie K. H. I. Ambacht. In jouw brief gaat het ook over een aquarium, net als in de brief van Johan. Ik denk dat jullie wel meer vissen zullen hebben, maar er is altijd baas boven baas. Op het ogenblik heb ik veel ingezonden raadsels, dus kan het wel gebeuren, dat de kinderen een hele poos moeten wach ten eer het geplaatst wordt.; Lenie de J. Ouddorp. Jammer dat je ziek geAveest bent in de repetitietijd. Maar waarom ook repetities een week vóór het rapport? Hoe was je rapport? Het was dus een erg leuke bruiloft van tante Lena en oom Klaas; dan heb je er een mooie herinnering van. En jullie waren bijtijds weer thuis; het werd echt geen nachtwerk. Piet K. H. I. Ambacht. Je hebt een heel mooi rapport, Piet! Op de kijkavond zullen je vader en moeder wel geen klachten over je gehoord hebben, denk ik. De testen zullen ook wel bevredigend verlopen zijn, verwacht ik. Een volgende keer weet je daar mis schien wel iets meer over te vertellen. Greet de J. Ouddorp. Hoe ik je rap port vind? Erg goed! Als je nooit min der cijfers haalt, mag je niet mopperen. En voor wiskunde heb je het hoogste cijfer, een negen. De meeste kinderen vinden wiskunde zo moeiLijk,i Dat is dan ook weer niet waar. Ben je het al ge wend met je tanden? Je moest er al heel vroeg aan „geloven"! Marjan K. H. I. Ambacht. Je vader en moeder hebben een heel drukke avond gehad. Het is geen kleinigheid om zes klassen af te lopen om te kijken en in formaties te bekomen. Jij was zeker al naar bed, toen ze terugkwamen. Ik zie tenminste je rapport er niet bij, dat zij zouden meebrengen. Dan weet je de vol gende keer wat je moet schrijven. Janny de J. Ouddorp. Heb je lang binnen moeten blijven? Was je in de vakantie al beter? Bij wisselvallig weer kun je gemakkelijk kouvatten. Wat heb je veel gekregen voor je verjaardag! Fijne dingetjes om te borduren, zeg! Ben je al bezig geweest? Kees K. Melissant. Wat was het jam mer dat ik niet thuis was, hè? Ik zat die dag midden in het land en ik wist niets van jullie komst. We zullen maar zeg gen: op een andere keer beter.; Het is een hele geschiedenis geworden over die fazant. Vond Leni het jammer dat ze de vogel losliet? Niets erg, hoor, want die dieren horen in de vrije natuur. Ik ben blij dat ze nog niet uitgeroeid zijn. Margreet van B. Middelburg. Wat laat je me daar een prachtige cijferlijst zien! Dat is de moeite nog eens waard! Met tekenen ben je vooruit gevlogen! Hoe komt dat zo? De verkoop van die map jes ging ook niet slecht. Is 19 maart een drukke dag geweest? Het is een mijlpaal in iemands leven. Krijnie M. Nieuwe Tonge. Begreep je raadsel twee niet? En kon thuis nie mand helpen? Toch is het goed dat je ingezonden heht, al is het niet volledig. Het is bij allemaal niet steeds zonder haperen, hoor! Ben jij tien jaar ouder dan kleine broertje? Dan kan jij er al aardig voor zorgen. Maja W. Nieuwdorp. Was je nog niet op een prijs berekend? Dan kan het niets anders dan meevallen. Waren de dia's mooi, die op school werden ver toond? Dan is het eens anders dan taal en rekenen, hè? Wat zal het nu netjes bij jullie zijn, met al die nieuwe spullen! Was het nogal een gemakkelijke thuis- wacht, toen het die avond kerk was? Allemaal de hartelijke groeten van OOM KO. Van 23 april tot en met 13 mei expo seert Jan Schoonbeek in Galerie de Welle te Sommelsdijk zeefdrukken van de Maastrichtse kunstenares Doris Bec- ke. Zij is een grafica en werd in 1940 te Magdeburg in Duitsland geboren. Ze be zocht de Werkkunstschule te Krefeld en de afdeling grafiek van de Jan van Eijck Academie te Maastricht. Willem K. Coumians, kuns'tkritikus van het Vrije Volk, opent vrijdagavond 23 april te half negen de tentoonstelling. Doris Becke woont met haar man, de Maastrichtse grafikus Geert Mols, de laatste jaren in Maastricht. Ze wonen er hoog in een 19e eeuws statig heren huis. Het atelier ligt op het dak tussen schoorstenen en waslijnen. Van de 15 exposities in binnen- en buitenland zijn de belangrijkste, die in het Rathaus te Krefeld in 1969 en in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Werk van Doris Becke bevindt zich in het be zit van particulieren, Rijk en Gemeente. Speciaal voor tentoonstellingen maakte Doris Becke haar 30 gulden prent, een prent in kleine oplaag (25 stuks-), die voor de zeer geringe prijs van fl. 30, te koop is. Zeefdrukken zijn in De Welle nog niet eerder tentoongesteld. Het is een me thode die meestal voor typografische doeleinden als reclame en affiches ge bruikt wordt en de laatste jaren ook door grafische kunstenaars. Het procédé heeft als grafische techniek het voordeel dat van elk ontwerp meer exemplaren kurmien worden gemaakt. In de praktijk van het niet met rijkdom gezegende kunstenaarsbestaan betekent dat, dat bij een beperkte oplaag de prijzen van de kunstwerken lager komen te liggen dan warmeer maar 1 exemplaar ge maakt is. De grote kleurige prenten van Doris Becke vullen de Galerie de Welle op een heel eigen wijzej Door hun formaat, de uitbundige kleuren en grillige vlakken, waarin het wit niet alleen achtergrond is, maar ook als kleur meespeelt, heb ben ze de ruimte volledig veroverd. Op het eerste gezicht lijkt het werk van Doris Becke een anekdote of een situatie weer te geven. Maar bij nader Inzien blijken de herkenbare figuren en dieren zinloze, soms onbegrijpelijke handelingen te verrichten. En juist het zinloze in deze prenten, de onmogelijk heid een afgeronde conclusie over de bedoeling ervan te trekken, de zachtzin nige poppenkastachtige overdrijving van soms een kop, dan weer een kleur ma ken het bekijken van de grafiek een vrolijk en ironisch avontuur. Door hun onnadrukkelijke aanwezig heid en het ontbreken van een bood schap beheersen de 20 prenten van Doris Becke meer dan het werk van enige vorige kunstenaar. De onderwerpen zijn ontleend aan het dagelijks leven of aan sectoren van de maatschappij, waarop de kleur en de naief-geraffineerde volle kleuren zélf de kritiek uiten. VRIJETIJDSSCHILDEBS Nog steeds staat de aanmelding open voor de tentoonstelling van vrijetijds- schilders. Reeds 16 amateurschilders en -tekenaars van Flakkee hebben zich aangemeld. Deze zijn tot nu toe allen bezocht door leden van de werkgroep rond Galerie de Welle, maar men heeft het idee dat nog velen te beschroomd zijn om hun in stilte vervaardigde werk in het openbaar te tonen. Inlichtingen verstrekt Galeriehouder J. F. Schoonbeek (tel. 01870 - 3211). 165 V E E V O L G VERHAAL HOTSE HIDDES floor Sibe van Aanglum ®S®5£®Ë5S!£:sS^;^JS!S;g5C;gg55^;^Xc;^;5;g5g 39 ..Maar we hebben dit jaar Claerkamp nog verbrand., En we wilden 't klooster ^jon te Niawier ook beroven", verde digde Harm zich. .;Claerkamp leende zich om de inkwi- siüe te dienen", antwoordde Hotse. ;,Be- ^rijd die met al je macht. En 't is waar, *e wilden 't klooster Niawier plunderen "Och alleen maar van wat we nodig nadoen. En dat jullie uit de kerk ge- roofc hebben, laat ik nog daar. Maar "at Hillie als gemene dieven in een par- riS woning bent binnengedrongen, ua. neem ik jullie kwalijk. Gaat weg uit ■nyn ogen!" Ze waagden 't niet te antwoorden. ^is geslagen honden dropen ze af. '.Hij was kwaad", zei Harm tegen "leger, toen ze uit de kajuit waren. .,lk had liever, dat hij ons gestraft had an dat hij zo tegen ons sprak", ant- ^-oordde Wieger. „En 't ergste is, dat hij êelijk heeft". „Maar 't zijn toch maar papen", zei Harm. „Daar kunnen ook goeie onder zijn", antwoordde Wieger. Nu werden ze echter omringd door hun makkers. Ze moesten hun weder waardigheden vertellen. Ze waren ech ter zo weinig spraakzaam, dat ze spoe dig alleen gelaten werden. 't Bleef rustig en stil die dag. Er heer ste een lusteloze stemming aan boord. Op Hotses bevel bleven ze ten noorden van Schiermonnikoog kruisen. Jacob en de stuurman waren bij Hotse in zijn ka juit. „Wat onze kapitein heeft weet ik niet" zei Jan. „Sinds Wieger en Harm terug gekeerd zijn, ziet hij zo zwart als de nacht. Ze zullen wel wat moois uitge spookt hebben". „Ik dacht, dat we naar Emden zou den terugkeren", zei de bootsman, „'t Is al laat in de tijd. 't Wordt te gevaarlijk. En in plaats daarvan blijven we hier maar ronddobberen". „De schipper broedt wel een of ander plan uit", meende een oude matroos. Hotse vertoonde zich die dag weinig aan dekj Pas tegen de avond kwam hij. Hij stapte zwijgend het dek op en neer. Dan tuurde hij over de zee. Maar de grijze mistsluier verhulde alles. ,,Laat Wieger en Harm in mijn ka juit komen", beval Hotse, zich naar be neden begevend. Met klapperende tanden traden en kele ogenblikken later Wieger en Harm in de kajuit. 't Scheen dat Wieger zijn gewone vrijmoedigheid geheel verloren had. „Ik heb vandaag nagedacht over wat jullie gedaan hebt, mannen", ving Hotse aan. „Eerst was ik van plan juUie van mijn schip te verwijderen. Maar die straf lijkt me toch te erg. Vooral voor jou, Wieger. Je hebt me altijd je trouwe vriendschap geschonken. En daarom kan ik jou niet missen. Maar aan de an dere kant, heb jij ook meer verantwoor delijkheid. En ik moet en zal de tucht onder mijn marmen handhaven. En daarom wil ik jullie nog een kans ge ven". Hotse zweeg. In spanning hadden Wie ger en Harm geluisterd.; Ze durfden niets zeggen. „Natuurlijk", ging Hotse voort, „wil ik het geld van de. pastoor niet houden. Met zulk geld wordt de zaak van de Prins niet gediend. Dat geld dient te worden teruggebracht. En dat zal jullie taak zijn. Zodra de mist opklaart, varen we naar Oostmahom. Dan zetten we jullie aan land. Breng de pastoor zijn geld terug en tracht zo mogelijk onze makkers te bevrijden". „Waar kunnen we dan „De Prinsen hof" weer vinden?" vroeg Wieger. „Een nacht later, op dezelfde plaats", antwoordde Hotse. „'t Is een waagstuk. Maar ik vermoed, dat de baan ruim zal zijn voor ons". „Moeten we die paap het geld terug brengen?" vroeg Wieger. „Ja", antwoordde Hotse. „Hoe jullie dat doen wUt, is jullie zaak". Wieger en Harm keken elkaar beteu terd aan. Eindelijk zei Wieger: „Er zal niet anders op zitten, Harm., Als onze kapitein het zegt, moet het gebeuren". HOOFDSTUK 12 Die nacht trok de mist op. Rooie Wie ger en Harm werden aan land geroeid. Hotse vertrok onmiddellijk weer en voer het Friese gat uit. 't Was vroeg in de morgen, toen „De Prinsenhof" op de Noordzee kwam. De lucht was met ster ren bezaaid. „'t Kon wel vriezen", zei Hotse tegen Jacob. „'t Is nog wat vroeg", meende deze. „Maar 't kan. Nu dan is ons varen voor dit jaar in elk geval gedaan". ,,'t Is toch tijd om onze haven op te zoeken", zei Hotse. „Ik was eigenlijk wel graag met een flinke buit binnen gevallen". „Maar je hebt toch een goed jaar ge maakt. Man, je wordt rijk!" „Dan zou ik niet anders wezen dan een zeerover", zei Hotse. „Vergeet niet, dat ik kaperbrieven van de Prins heb en dat de buit verkocht wordt voor de zaak van de Prins en dat is de zaak van ons land. Daar komt wel niet veel van. Want er gaat zoveel af.; We moeten trachten, dat goed te regelen". Ze stonden bij de verschansing. De frisse zeewind blies de zeilen bol. Plotseling vroeg Hotse: „En bevalt dat leven jou goed, Jacob?" Jacob antwoordde niet direct. Dan zei hij: „De zee heeft de liefde van mijn hart. En ons leven is vol avonturen. Dat trekt me aan. Maar toch ben ik diep in mijn ziel een boer. Bovendien, wij zijn vrienden. Maar ik hoop altijd, dat ik nog eens mijn ouders kan bezoeken. En danin Anjum wacht een meisje op mijEn jij, Hotsebevalt dit jou? Jij bent soms zo stil". „Neen", zei hij, „dit leven bevalt mij niet. Het is zo moeilijk. Christen te zijn. Ik strijd voor de arme verdrukte ge loofsgenoten. Maar ik was liever op de boerderij. Soms heb ik zo groot verlan gen. Dit leven is mij te ruw"j „Je bent wel veranderd, Hotse". „Door Gods genade ja„ Jacob. Voor Christus' zaak wil ik leven en als het moet sterven. Op 't land kunnen wij nog weinig uitrichten. O, als ons volk maar eens wakker werd! Wij moeten nu wel ter zee de vijand schade toebrengen, zoveel we kunnen. Maar eigenlijk moes ten wij een vaste plaats hebben, van waaruit het verzet kon beginnen, 't Is wel niet helemaal doelloos, maar 't geeft zo weinig, zoals wij nu ieder op zichzelf er op uit gaan. 't Volgend voor jaar zoek ik aansluiting bij de vloot van de Prins". 't Werd lichter in het oosten. De ster ren verloren hun glans. „'t Wordt killer", zei Hotse. Hij wilde zich omkeren, maar bleef staan en tuur de strak naar het westen. „Wat Is er?" vroeg Jacob. „Een zeil", antwoordde Hotse. „Een groot koopvaardij schip, als ik me niet bedrieg. We moeten eens zien, wat die wil"j „Waarschijnlijk op reis naar Delfzijl", opperde Jacob. Hij begaf zich naar de roerganger en gaf hem enkele bevelen. Hotse riep de bootsman. Enkele zeilen werden bijge zet. „De Prinsenhof" voer recht op de koopvaarder toe. Men scheen daar nog niets van Hotse schip gemerkt te heb ben, 't Schip kwam al nader. „'t Voert de Spaanse vlag", zei Jacob. Thans scheen ze ook Hotses schip op gemerkt te hebben en blijkbaar hadden ze ontdekt, dat het de Prinsevlag droeg. Het schip veranderde van koers. „Ze vluchten", schreeuwde Jacob. „Laten we hem een schot geven. Dan weet hij, dat hij moet stoppen". Het schot daverde over 't w^ater. In plaats van echter zeil te minderen, werd op de koopvaarder meer zeil bij gezet. „We zullen eens laten.zien, hoe goed „De Prinsenhof" kan zeilen", zei Hotse opgewekt. Z'n weemoedige stemming was verdwenenj „Alle zeilen bij!"

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1971 | | pagina 5