L lEIIAIIDEn niEUWS Overdenking D@ geschiedenis van het Noord-Sloe ind itripl len leid Zeeuwse wandelingen [ft Hotse Hiddes lik' 12e blad Vrijdag 11 september 1970 No. 3919 P. NELISSE Stakingsgolf bereikte Viissingen uit de Heilige Schrift KOLFF Hiddelharnis Autobedrijf A, J. VAN EUMPT MOLENDIJK 85 STAD AAN 'T HARINGVLIET TEL. 01871 - 553 |en 203 i |d. Broek, Indhoven, Iten waar- freen ver- MJN AD- t'EG OOK l-EX- gez. Hor- Jipers in maandag 's avonds luur in ji. Juliana- S7 (aparte fOEK IS CELOOS kt 36 kwaliteits- Ippen. Wassenaar Begrip, géén goedkeuring Andere maatregelen De relletjes op de Dam in Amsterdam behoorden nog maar net tot het verle- i den of een nieuw nationaal schandaal deed zich voor: de bezetting van de I ambtswoning van de Indonesische am- I bassadeur in Wassenaar door een groep Ambonezen, die wilden protesteren te nen het bezoek van president Soeharto aan Nederland. Deze laatste gebeurte nis was minstens zo erg als de eerste, al 1 was het alleen maar om het feit dat een j jonge agent, die niets deed dan zijn plicht, daarbij het leven moest laten. We zullen het verloop van deze tra- "edie nu maar laten rusten. De publici- teitsmedia hebben ons uitvoerig inge licht. Wat ons veel meer interesseert, dat is de achtergrond van het Wasse- naarse drama. En wat ons vooral be zorgd maakt, dat is het verschijnsel dat terreur blijkbaar in Nederland geen uit zondering meer is, maar regel begint te worden. Laten we vooropstellen dat het be zoek van Soeharto aan ons land een zeer omstreden punt was. Niet alleen voor Nederlanders, maar vooral ook voor de mensen van de republiek der Zuid-Mo- lukken, die nu al twintig jaar lang onze aandacht hebben gevraagd voor hun rechtvaardige zaak en die we eigenlijk al die tijd in de kou hebben laten staan. Het moet voor de Ambonezen een dolk steek zijn geweest, dat de man in wie ze de verpersoonlijking zien van alle ter reur en geweld, als een held en als een bevriend staatshoofd werd ingehaald. Daarvoor hebben we alle begrip en het zou te wensen zijn dat we dit be grip ook in daden zouden omzetten. Maar we kunnen er geen begrip voor opbrengen dat een aantal jonge Ambo nezen heeft gemeend het recht nu maar in eigen hand te moeten nemen. Wat in Wassenaar is gebeurd, is volkomen zin loos. Volgens de Ambonezen zelf was het niet eens de bedoeling te protesteren tegen het bezoek van Soeharto. Ze wil den alleen maar hun wens kenbaar ma ken dat ze met Soeharto wilden praten. Een weldenkend mens zal toch moeten toegeven dat dit niet de juiste methode is om tot een gesprek te komen Wanneer daar met bruut geweld een woning wordt bezet, wanneer daar een agent wordt neergeschoten, wanneer daar een ambassadeur moet vluchten, wanneer zijn vrouw en kinderen in doodsangst moeten achterblijven en wanneer daar gijzelaars met de dood worden bedreigd, dan is elke gespreks- basis weggevallen, dan kan dat geweld alleen maar worden beantwoord met recht, De Zuid-Molukkers hebben hun eigen zaak meer kwaad dan goed ge daan. Het optreden van de autoriteiten roept ook weer vragen op.i Ik weet wel dat de beste stuurlui aan wal staan en dat het heus geen sinecure is om in deze verwarde en gezagsloze tijd altijd de juiste beslissingen te nemen, maar het was mijns inziens onverantwoord om de woning van de Indonesische ambassa deur te laten bewaken door 2 agenten. Men kon toch van te voren zien aanko men dat de veiligheid van de ambassa deur en zijn gezin gevaar kon lopen! Het is best mogelijk dat men met zorg heeft zitten kijken naar Amsterdam, omdat men daar relletjes vreesde, en dat men Wassenaar vergeten is. En dat laatste is een zaak die breder aandacht verdient. Want het begint er hoe langer hoe meer op te lijken dat overheid en politie worden overrom peld door geweld, inplaats van dat ze er voorzorgsmaatregelen tegen nemen. En zo schept de regering, onbedoeld natuurlijk, zelf de mogelijkheden tot gewelddadige akties, om dan achteraf ie komen tot de onmachtig^ bekentenis dat de zaak haar uit de hand is gelopen. En zo kan men doorgaan met rellet jes schoppen, vliegtuigen kapen, pan den Icraken en diplomaten ontvoeren, zonder dat daar eigenlijk iets tegen ge daan wordt. Dat zal de reputatie van ons land in het buitenland zeker niet verhogen. En daarom wordt het hoog tijd dat er verandering komt. Anders staat de totale chaos voor de deur. Waarnemer. LANDBOUW MECHANISATIEBEDRIJF TEL. (01875) 216 NIEUWE-TONGE Uit soUdariteit met de stakende wer ven en bedrijven in het Rotterdamse ha vengebied werd j.l. maandag de Kon. My „De Schelde" te Viissingen gestaakt. Ruim honderd stakende werknemers van Wilton Feyenoord uit Schiedam wa ren naar Viissingen gekomen en bewo gen het Scheldepersoneel in de middag pauze om het werk niet meer te her vatten. Zij schakelden zelfs op een aan tal afdelingen de stroom uit. Zoals bekend wilden de werknemers van de Rijn-Scheldegroep in het Rot terdamse gebied de overeenkomst tus sen directie en vakbonden niet accepte ren. Ze bleven bij hun eisen een inte grale uitkering van 400 schoon in handen en een loonsverhoging van 25. De vakorganisaties staan niet achter de stakers, dus is het risico voor hen. Een 'inderhaast geformeerd stakings- comité stelde ploegen samen die de toe gang tot de werf moesten bewaken om te voorkomen dat er toch werd gewerkt. Ze nam verder een afwachtende hou ding aan tot de directie contact zou opnemen met de stakingsleiding en vias wel bereid tot gesprek met de vakor ganisaties. De drie vakorganisaties even wel verklaarden geen enkele behoefte te hebben aan een gesprek, noch met de directie, noch met het actie-comité. Ook de ondernemingsraden hebben niet achter de staking kunnen staan, omdat ze zich een verlengstuk beschou wen van de vakbonden, werden vele grieven naar voren ge bracht met betrekking tot de grote loonverschillen tussen werfpersoneel en personeel van de koppelbazen. Aan dit personeel worden aanzienlijk hogere lonen uitbetaald, terwijl ze geen enkele binding aan het bedrijf hebben zoals het personeel in vast dienstverband. Het aantrekken van extra mensen door middel van koppelbazen dient alleen in noodgevallen te geschieden. Natuurlijk zullen er in alle bedrijven wel eens „pieken" in de opdrachten zich voor doen. Ook andere wensen kwamen aan de orde, zoals afschaffing van tariefionen, betere verdeling van de loonklassen, be tere vakantie indeling. .Men dient zich wel te realiseren, dat niet alle stakings- eisen verwezenlijkt kunnen worden. Uit deze staking is weer eens heel duidelijk geworden dat wij leven in n:iaatschappij die doortrokken is van een materialistische geest. Hoewel we ervan overtuigd zijn dat er diverse misstanden bestaan, moeten we toch ook bedenken dat er al heel veel maatschappelijke belangen van de werknemers zijn verbeterd. Door over leg is veel te bereiken. En waar de er kende organisaties reeds overeenstem ming hadden bereikt in deze kwestie, menen we dat deze staking een vorm is van revolutie. Het is vreselijk moeüijk in deze tijd om tevreden te zijn. Pau- lus' gedachte ,,Ik weet vergenoegd te zijn in hetgeen ik ben" is ons vreemd. Hoe gemakkelijk hebben de Vlissingse werknemers zich laten ompraten, wat zijn er weinig krachten die mobiel zijn tegen de revolutiegeest. Woensdag j.l. werd tijdens een open luchtbijeenkomst op het voetbalterrein besloten om donderdag weer aan het werk te gaan. De Schelde-directie was bereid om de gestaakte tijd gewoon uit te betalen. Inmiddels was overeenstem ming bereikt over een uitkering van 400, terwijl op de koppelbazen contro le zal worden uitgeoefend. BRUILOFT zo maakte Simson aldaar een bruiloft" (Richteren 14 10 m) Er is bruiloft in Thimnath. Simson gaat trouwen. Zoals dat bij ons gaat, ging het ook vroeger: kleintjes worden groot. Op zekere dag komt Simson thuis met de boodschap: vader, moeder ik heb verkering. Het is een meisje uit Thimnath. In gedachten horen we zijn vader al zuchten: jongen, waarom toch? En zijn moeder zit met een traan in haar oog: Simson, je bent een Nazireeër. Zijn er dan geen meisjes onder ons eigen volk, dat je die niet kunt trouwen? En ze ge bruiken hun tact en hun liefde. Maar tenslotte het gebeurt nog zo dikwijls en Simson is geen twaalf jaar meer, dat ze hem kunnen bevelen tenslotte moeten ze toegeven, zij het met een zeer bezwaard hart.i En dan is er bruiloft in Thimnath. Simson gaat trouwen. Niet zómaar een meisje. Maar hij trouwt een Filistijnse, een meisje van de vijand, die hij nu juist moet bestrijden. Zijn vader en moeder maken zich op naar de bruiloft. Ik stel me zo voor dat ze met loden schoenen naar Thimnat zijn getrolcken. Zoals ouders wel eens meer dingen moeten doen, alleen al door hun kinde ren. Ja en dan is er bruiloft. Ook dat nog, zullen Simsons ouders gedacht hebben. Zeven dagen bruiloft, naar de gewoonte der Filistijnen. Om nooit door te komen. Want zulke bruiloften worden er nog j gehouden, ook in de christelijke ge- 1 meenten. Niet zeven dagen lang, maar i tot diep in de nacht. Bruiloften, die han den vol geld kosten, waar muziek is en dans en veel dolle pret. Maar waar de drank het ver wint van de vreze des Heeren. Op de bruiloft van Simson worden raadsels opgegeven. Maar veel bruiloften in onze dagen zijn zélf al een raadsel. En dan is er bruiloft in Thim nath. En Simson, overmoedig als hij is, zich bewust van zijn kracht, staat op, en hij roept: mannen, ik weet een raadsel: spijze ging uit van de eter en zoetigheid ging uit van de sterke.i Ra, ra wat is dat? Eén tegen dertig, zegt Simson, 30 Filistijnen, tegen één enkele Jood; dat is niet te moeilijk. Zo speelt Simson met de vijand. Zo speelt hij met zijn krachten. Zo is Sim son vergeten, dat hij op bezet gebied is. Hij is een verbond aangegaan met de vijand, en dat had niet moeten gebeu ren. Hij trouwt een Filistijnse vrouw, een zuiver gemengd huwelijk. Een ge woon huwelijk is al zo moeilijk, Sim son, laat staan een gemengd huwelijk. Hoe is ons huwelijk begonnen? Uit het leven van Simson zijn goede lessen te trekken. Er zijn huwelijken uit harts tocht, huwelijken uit berekening, hu welijken die beter op de effectenbeurs gesloten konden worden, of op het no tariskantoor. Huwelijken, zonder de Heere begonnen, die zo voos en zo hol zijn. Ziet ge dan niet, Simson, dat er donkere wolken boven je hoofd hangen? Dat die vrouw van je lief doet? Maar ze hoort bij de vijand. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Er zul len weinig vrouwen zijn, Simson, die de stap van een Ruth zullen maken en die tegen je zullen zeggen: uw God is mijn God en uw volk is mijn volk. Ten noorden van de tegenwoordige Sloedam lag ongeveer een eeuw gele den in het Sloe een grote zandplaat, die steeds hoger werd en gedeeltelijk begroeid raakte. Deze plaat met schor behoorde aan het Rijk en werd in 1846 gekocht door Dirk Dronkers, een aan nemer van openbare werken te Mid delburg, voor 4500,U moet u voor stellen dat de Sloedam in die tijd nog niet bestond. Het was dezelfde heer Dronkers, die er veel toe heeft bijge dragen om een Zeeuwse spoorlijn te doen aanleggen, waarvoor een dam in het Sloe werd gelegd, maar dit was pas in 1872. Deze opwas in het Sloe kreeg de naam van Oranjeplaat. Er tegenover bij Ar- nemuiden ligt de Oranjepolder (zie vo rig artikel). Bastiaan de Langepolder Na de koop van de Oranjeplaat zil de heer Dronkers echter niet stil. Hij vraagt toestemming om een gedeelte van deze schor te mogen bedijken, en zijn verzoek wordt ingewilligd. Reeds het volgend jaar wordt het noordwestelijk gedeelte ingepolderd, waardoor een op pervlakte van 67 ha nieuwe grond aan de provincie Zeeland wordt toegevoegd. De nieuwe zeedijk rondom de polder had een lengte van ruim 3 km. Deze nieuwe polder werd genoemd Bastiaan de Langepolder, naar een Veerse zee held van die naam. Een maand na de bekende 6e april 1572, toen Viissingen de zijde van de Prins koos, schudde ook Veere het Spaanse juk af. Maar Middelburg bleef, nog bijna 2 jaar zelfs, in Spaanse handen, weira belegerd door de Geuzen. Toen een Spaanse vloot de stad van levensmiddelen kwam voor zien, ging Sebastiaan de Lange er op uit om dit te beletten. Zijn schip werd door 4 grotere Spaanse schepen aangevallen en geënterd. „Maar 't volk van alle vier de schepen Wordt eindelijk te groot in kracht. De Lange, bloedende en benepen, In 't klein gedeelte van zijn macht Ziet nergens kans te zegepralen..." dan door de lont in het kruit te steken en als een voorloper van Van Speyk met vriend en vijand te vergaan. De nieuwe polder werd bij de ge meente Arnemuiden gevoegd, die het dichtst bij lag en waarheen men bij ieder getij kon overvaren. De toekom stige bewoners moesten immers een plaats hebben, waar de geboorte van nieuwe „poldergasten" moest aangege ven worden, waar ze hun doden konden begraven, hun belastingen betalen, za ken doen met timmerman, smid of wa genmaker. In de oostelijke hoek werd een ha ventje gemaakt, vooral te gebruiken voor het vervoer van de landbouwpro ducten. Er werden twee blokken van 3 arbei derswoningen gebouwd bij de westelijke zeedijk, later een grote landbouwschuur en bij het haventje nog enkele huizen. Na deze inpoldering breidden de Want op die bruiloft van Timnath zit een diepe kloof, afgrondelijk diep. Zo worden meer huwelijken gesloten. Zo zijn er verkeringen en verlovingen. Zo zijn er kloven tussen vrienden. Omdat er de liefde niet is. Omdat het gebed er uit de weg is.i Huwelijken vol sparming: spanningen tussen de familie; span ningen in de gezinnen. Want die bruiloft te Thimnath, zo mooi misschien begonnen en zo Imd- ruchtig gevierd, die eindigt zo triest: Simson verliest het, Simson ervaart het: wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Want God komt hem tegen op die bruiloft. En God zelf werpt de twistappel onder de feestvierende men sen: er is verraad en bedrog en het ein digt zo droef. Zo worden meer bruiloften gehouden. Zo worden er feesten gevierd.. Zo viert de mens dikwijls zijn feestroes. Wat is het goed, als God ons dan te genkomt in ons leven. Als God onze feestroes verstoort. Want God zet Sim son stil op dit feest. Hij zegt: tot hier toe en niet verder. En Simson wordt verliezer. Is God u al tegengekomen? Dan moe ten we ook verliezen. Maar het zijn niet de slechtste verliezers die het tegen God moeten verliezen. Want als Sim son het verliest, dan wordt hij juist wirmaar. Dan doet God hem weer zien, welke roeping hij heeft. Dan ziet Sim son, wie de Filistijnen zijn en waartoe God hem heeft geroepen: om de Fili stijnen te bestrijden. En Simson krijgt zijn eerste les.i Heeft u die les ook ge had? En heeft u die onthouden? Er is brtüloft in Thimnath. Simson gaat trouwen. Maar wat een smalle ba sis onder dat huwelijk. Simson speelt met zijn gaven; hij doorziet niet zijn keuze. Hij kan wel duizend Filistijnen aan, maar nog niet één vrouw. Hij paait de Filistijnen, tot de Filistijnen hem paaien. Wat een bruidegom is Simson! Een door God gezalfde. Een Nazireeër. Iemand, die een voorbeeld moest geven; die een richter moest zijn. Een ambts drager. Want Simson is wel een richter; maar een richter vol zonden. Die zijn eigen leven wil leiden, en gestrikt wordt door een vrouw. Wat een bruidegom! Zo zijn er meer bruidegoms. Zo zijn er veel jongens en meisjes en mannen en vrouwen, Hoe is uw huwelijk begonnen? En hoe gaat het door? En onze verloving? Want wat een bruidegom is Simson! Ik weet een betere bruidegom, lezer. De meerdere Simson! Hij heeft zich ook verzwagerd met de vijand. Hij is diep afgedaald in deze wereld, in het zondige vlees. Zonder in zonden te vallen. En Hij heeft nooit met zich laten spelen.i Want Simson roept om de meerdere Simson. Simson, de richter, roept om een sterkere Richter. Die zal zeggen: komt dan en Iaat ons samen richten. Al waren uw zonden rood als scharlaken, en rood als karmozijn. Ik zal ze maken tot witte wol, ja witter dan sneeuw. Ik weet een betere Bruidegom dan Simson! Die Bruidegom zegt: weest heilig, want Ik ben heilig. Dat is een opdracht (ja zeker!) Maar die Bruidegom zoekt geen bete re bruid, dan een bruid als in Thimnath. Die zegt tegen zijn bruidskerk: ge zijt zwart, maar ge zijt me toch liefelijk. Op die bruiloft moest Simson het ver liezen. Hoeveel Simsons moeten het te gen God niet verliezen? Gode zij dank, Simson, dat wie het tegen God verliest, in Hem mag win nen. Want er is Eén, groter dan gij, een sterkere Simson, die wil dragen allen die Zijn verschijning hebben liefgehad. Lopik. H. Veldhuizen. Avondscfiemering bij het Sloe. schorren ten zuiden zich steeds meer uit. In 1853 vroegen de heer Dronkers en zijn mede-eigenaar de heer Fock op nieuw concessie aan om de nieuwe schor ren eveneens te mogen inpolderen. Dit werk hebben ze zelf niet meer gedaan. Na ontvangen toestemming van het Rijk hebben ze de Oranjeplaat met de Bas tiaan de Langepolder verkocht voor on geveer 72.000,aan de heer Thomaes, grondeigenaar te Biervliet. Calandpolder Het volgend jaar (1857) gaat de nieu we eigenaar er toe over de aangegroeide schorren te bedijken, wat hem de som van eveneens 72.000,kostte. Veel voorspoed heeft de heer Thomaes niet, want in het najaar van hetzelfde jaar ^veroorzaken de stormen een scha de aan de nieuwe dijk van 30.000, Het volgend jaar moet hij opnieuw 25.000,besteden aan herstel van de dijken. Het werd dus een dure polder! Bo vendien vielen de oogsten de eerste jaren niet mee. Later werd het beter, maar de nieuwe grond was geen bijzon der vette en vruchtbare klei, maar lich te, (zandige) grond. Deze tweede polder van de Oranje- plaat werd genoemd Calandpolder naar de toenmalige hoofdingenieur van de Waterstaat, Abraham Galand, een West- kappelaar van geboorte. In ons blad van 7 aug. bespreekt „Zwerver" uitvoe rig het leven van deze Abraham Ga land. Op 4 april 1969 heb ik in een Zeeuwse wandeling eveneens over hem geschreven. Hij was ongeveer even groot (63 ha) als de Bastiaan de Langepolder, de dijk er omheen had een lengte van SVa km. Vlak bij de scheidingsdij k tussen beide polders werd een herenhuis en een gro te boerderij met twee landbouwschuren, een varkenshok en een kippenhok ge bouwd. Ondergang van de polders De nieuwe inpoldering van de beide piolders op de Oranjeplaat is helaas een mislukking geworden. Het onderhoud der dijken vereiste zulke grote uitgaven, dat de polders op de duur niet te hou den waren. Vooral de dijk van de Se bastiaan de Langepolder had veel te lijden, niet alleen door stormen, maar ook door de vaargeul er vlak langs, die de dijk ondermijnde. Er werd een inlaagdijk aangelegd, daarachter later nog een tweede, die dienst moesten doen als de buitendijk zou doorbreken. En ze hebben deze dienst moeten verrichten, want de zee dijk is doorgebroken. Ook de beide in- laagdijken zijn bezweken. In 1897 moet de dijkgraaf berichten dat de Bastiaan de Langepolder geheel onder water staat en als verloren te beschouwen is, na een bestaan van juist een halve eeuw. De arbeiderswoningen en de grote land bouwschuur werden afgebroken. De scheidingsdijk tussen de beide pol ders wordt nu de buitendijk van de Calandpolder. Deze wordt verhoogd en verzwaard, maar kan het op de duur voor veilige verzekeringen et lage premies. Bijzonder snelle schade afwikkeling. Zeer scherpe tarieven voor autoverzekeringen er na 1 jaar schadevrij rijde» reeds 20°/« korting. FiatanAermgesi. VOORSTRAAT 38 TELEFOON (01870) 2012. Byna e«n «saw eassorantie- agMitmi. ook niet houden. In 1901 stormt er een gat in de dijk en ook deze polder loopt gedeeltelijk onder water. De bewoners verlaten de polder. Al leen een dijkwerkersgezin (een wedu we met twee zoons en een dochter) blijven hier nog wonen op de boven verdieping van het herenhuis, die zelfs bij de hoogste vloeden droog blijft. Ze hebben dit volgehouden tot de grote watervloed van maart 1906. Toen werd het te gevaarlijk, het water ondermijnde de muren en deed ze op vele plaatsen scheuren. Ze zagen ook dat de eigenaars niets meer aan de dijken herstelden en de polder aan zijn lot overlieten. In 1907 werden alle gebouwen voor afbraak verkocht de polders hadden opgehouden te bestaan. Het nieuwe schorrengebied werd naar de oude Oran jeplaat nog altijd het Plaatje genoemd. En nu? Het Veerse gat is na de dam het Veerse meer geworden, zonder eb en vloed, zonder grote stormen en over stromingen. Het Noord Sloe kon nu gemakkelijk droog gelegd worden. Wat enkele jaren geleden ook gebeurd is. Middelburg. L. van Wallenburg. lino. VERVOL OVERHAAL Sibe van Aanglum 19 .,Ja", gaf Hotse ten antwoord. „Maar net heeft een goede reden. Ik heb van avond reeds meer gedronken dan mij hef is. En straks moet ik m'n oom, een gewezen ritmeester, bezoeken. Hem, die houdt van een fikse dronk, Koet ik bescheid doen., In dat vooruit zicht moet ik me thans matigen. Maar drink gij, zoveel als u lust. Buiten staat öe schildwacht in de kou. Wat dunkt u, zullen we hem ook een kroes bier toe reiken?" „Het is tegen de orders", zei de vaan drig. „Maar als u dunkt Reeds liep een der soldaten met een kroes bier naar buiten. „Dat bier schijnt koppig te zijn", zei "6 vaandrig na een poosje. „Och kom, dat went wel", antwoord de Hotse. „Gij zijt nog jong en ge moet log leren een goede dronk te verdra gen". Hoewel het zware bier zijn werking reeds begon te doen gevoelen, wilde de vaandrig zich groot houden. Maar het duurde niet lang of hij kon z'n ogen niet open houden, „Nou, onze vaandrig geeft het spoe dig op", spotte een der soldaten, „'t Is ook nog maar een kind. Wij kunnen er beter tegen, wat zeg jij, Pedro?" Het duurde echter niet lang, of al de soldaten werden slaperig. Ze wisten niet, dat Hotse met Willem Dirksz. had afgesproken, dat deze een slaapdrank door het bier zou doen. „Ziezo, het gaat goed", mompelde Hot se. Hij keek het wachtlokaal rond. Alle Soldaten sliepen. „Nu de schildwacht buiten nog". Hij schonk een kroes vol bier en roerde een wit poeder daardoorj „Als hij dit drinkt valt hij als een blok neer", mompelde Hotse. Daarop liep hij met de kroes naar buiten. „Hier is nog een kroes bier, schild wacht, 't Is koud en wij zitten lekker warm. Jij moet ook wat hebben!" De schildwacht smakte met de tong. „Nou, heerschap, dat sla ik niet af. Maar dan ook niet meer. Want als de luitenant het merkt, is 't niet best". „Daar hoef je geen zorg over te heb- benj Niemand zal je verraden". De schildwacht dronk de kroes bier uit en bleef nog enkele ogenblikken staan. Dan hervatte hij zijn wandeling. „Ik moet maar niet staan", zei hij. „'k Word zohé, wat is dat?" Hij strompelde verder. Dan viel hij te gen het schildwachthuisje aan. „Die staat vooreerst niet meer op", mompelde Hotse. „En nu aan 't werk". Haastig liep hij het wachtlokaal bin nen. Hij greep de sleutelbos. „Deze is het", zei hij. En ja, de sleutel paste. „'t Gaat goed", zei Hotse bij zichzelf. Reeds had hij de sleutel van de celdeu ren. Daar hoorde hij de deur van 't wachtlokaal opengaan en iemand stapte het lokaal binnen. Haastig opende Hotse de deur van Wietskes cel. „Wietske". Hij fluisterde zacht deze naam. „Hotsejij?" Uit een dondere hoek rees ze overeind „Stzeg nietsvlugkom". Reeds opende Hotse de deur van Jacobs cel. „Jacob „Wie is daar?" „Stil ik ben het, Hotsekom... vlug „Hotse". Onuitsprekelijke blijdschap klonk uit Jacobs stem. „Stil nu. Vlug". Uit het wachtlokaal klonken luide stemmen. „Hierlangs", fluisterde Hotse., Hij snelde naar de achterdeur en schoof de grendels terug. Maar reeds werd de deur tussen het wachtlokaal en de gang opengeworpen. In de deur vertoonden zich gestalten met flambouwen. „Ha nog net op tijd. Vlug grijpt ze", riep een bevelende stem. Maar Hotse had de achterdeur nu ook opengeworpen. „Vlug, Wietske, loop. Jacob, breng Wietske in veiligheidnaar je oom", fluisterde Hotse. ,,Ik dek jullie". Wietske aarzelde een ogenblik. Maar dat ogenblik werd haar noodlottig. „De ketterse meid", schreeuwde een der mannen in de deuropening van het wachtlokaal. 't Was een sergeant, die met een pa trouille soldaten terug was gekeerd in het wachthuis en daar alle mannen in slaap had gevonden. Waren ze vijf mi nuten later gekomen, dan zou Hotse de beide gevangenen hebben gered. Nu troffen ze hen net in de poging om te ontsnappen. „Vlug, drie man buiten om, Grijp ze levend of dood". „Hotse ik blijf bij jou „O, Wietske". Een trek van onuitspre kelijke droefheid maar tegelijk van grote tederheid vertoonde zich op Hot- se's gelaati „M'n meiskeMaar terstond herstelde Hotse zich. „Blijf bij mij", fluisterde hij. „Jacob, jij buiten om". Hij trok z'n degen en zwaaide zé in het rond, terwijl hij voorwaarts snelde, gevolgd door Wietske. Zo onstuimig was zijn aanval, dat de sergeant en de sol daat een ogenblik verbouwereerd ston den. Maar al spoedig merkten ze, dat Hotse slechts met een degen gewapend was. Bovendien zagen ze spoedig, dat Hotse van zijn stootwapen een verkeerd gebruik maakte. Toch zou het Hotse nog gelukt zijn te ontsnappen met Wietske, als niet een der andere soldaten thans teruggekeerd was. „Grijp de ketter", schreeuwde de ser geant. Een der soldaten had Wietske vastge grepen. Op dat ogenblik keerden ook de beide andere soldaten terug. Hotse had de soldaat, die Wietske vastgegre pen had, neergeslagen. „Kom, Wietske, hierheen", riep Hotse, terwijl hij de flambouw, door de serge ant in een kram in de muur bevestigd, uittrapte. In 't eerste moment was 't pikkedonker in het lokaal. Hotse door Wietske gevolgd rende naar buiten. Helaas, Wietske struikelde. Op het zelfde ogenblik wierpen twee soldaten zich boven op haar. De derde soldaat had de flambouw weer aangestoken. Ook de sergeant en de soldaat waren overeind gekrabbeld.) „Waar is die ketter?" brulde de ser geant. „Sluit die meid op en blijf beide hier. De andere twee volgen mij, de ketter na". Hotse stond op de hoek van de straat. Waar was nu Wietske? Hij wilde terug keren. Maar dan zag hij het lichtschijn sel en in het lichtschijnsel de drie man nen, die hem wilden vervolgen. En te gelijk hoorde hij een gebiedende stem, die vroeg: „Wat betekent dat hier?" 't Was de luitenant, die terugkeerde. Hotse stond besluiteloos. Zou hij zich op hen storten? Maar hij besefte, dat het dwaasheid zou zijn. Met een zucht keerde hij zich om. „Had ik maar een paar man bij me", mompelde hij spijtig. „O, WietskTranen vulden z'n ogen. Met lome schreden verwijderde hij zich. Hij begreep wel, dat de solda ten hem niet zouden volgen, 't Was on begonnen werk in het donker. Enkele ogenblikken daarna klopte hij hij aan bij Jacob Boukes. „Hotse ben je alleen? Is Wietske niet bij jebegroette Jacob Boukes hem. „Neen", antwoordde Hotse dof, „is Jacob hier?" „Ja", zei Jacob Boukes, „maar hij is er niet best aan toe". Hotse trad de kamer binnen., In een hoek lag Jacob. Toen Hotse binnentrad richtte hij zich half op. „Is Wietske er niet?" „Neen", gaf Hotse ten antwoord. In 't kort vertelde hij dan de afloop van het gevecht. „En hoe ben jij ontsnapt?" vroeg hij Jacob. „De drie soldaten sprongen bij de hoek van 't wachthuis op me toe. Ik slaagde er in de één een trap in z'n maagstreek te geven, zodat hij achter over tuimelde. Een der anderen gaf me echter een geweldige houw in 't gelaat, zodat ik verblind was. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1970 | | pagina 5